U\ 11783
Maandaa: 25 Juli.
A'. 1898
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
I int nommer bestaat uit DBI£
Bladen.
Leiden, 23 Juli.
Peuilleton.
De BruidsmarscU.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT)
Voor Leiden per 8 maanden, 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlyke Nommers 0 O.OB.
PRUB DER AD VERTKNTTÖN
VaD 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J. - Grootera
lettors naar plaatsruimte. - Voor het incasseereD bulten de stad
wordt 0.05 berokond
Eerste Blad.
Na den zwoelen dag van gisteren kwam er
[^6 avonds regen, welke de natuur wat op-
frischto maar de Italiaansche Bergjagers,
oie in den tuiu van „Zomerzorg" een concert
«ouden geven, ondervonden er de voor hen
Imaangename gevolgen van. De opkomst was
natuurlijk zeer slecht on de uitvoering vau
bet e r8te gedeelte van het programma had
buder heel ongunstige omstandigheden plaats.
Dat is wel jammer, want uit het tweede
gedeelte bleek, dat de Bersaglierri een goed
korps vormen, hetwelk naast de krachtige
^ergjagersmuziek ook schoone zachtere tonen
rreet voert te brengen.
De gisteravond plotseling opgekomen stort
buien hebben de Italianen echter niet ont-
noedigd, maar zy meenen, dat de animo voor
pen groot genoeg ia en zullen daarom a. 8.
Maandagavond nogmaals een concert in „Zocner-
izorg" geven. Laat ons hopen, dat het weder
beter zjI zijn en dat ook de bezoekers
her Zomerconcerten zullen toonen dat zij derge
lijke goeokoope aanbiedingen weten op prys te
pellen. Dan kunnen er me r komen.
- Bij ministerióele beschikking is aan dr.
fe. L. Reuvens, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als conservator li] het Museum vau
Natuurlijke Bislorie aan de Rijks universiteit
i Leiden.
Op zijn verzoek eervol ontslag verleend
^an dr. A. Lebret, als assistent voor de natuur
kunde aan de Rijks-universiteit te Leiden.
Voor het tijdvak van 1 Augustus tot en
□et 31 December 1898 in diens plaats benoemd
|de heer J. C. Schalkwek.
De vergadering van aandeelhouders in
„Leidsche Schouwburg-vereeniging" is
bisternamiddag verdaagd tot later, aangezien
er geen nieuw bestuur gekozen is kunnen
Korden.
Het gebouw blijft voorloopig gesloten.
Benoemd is tot hoofd der Chr. school
te Qroede, Zeeland, de heer J. R. De Vries,
onderwijzer aao de Chr. school Middelstegracht
alhier.
De detacheering bij de Kweekschool
oor Zeevaart alhier van den kwartiermeester
J. A. Peeman wordt den 206ten Juli a. s.
getrokken; by keert alsdan terug naar
r. Ms. wachtschip te Amsterdam.
Aan 'sRyks kleedermagazyn te Am-
lerdam is aanbesteed de levering van wollen
ekens, minste inschryvers waren voor 4000
ollen dekens de firma Gebr. Van Wyk Co.
fa ƒ3.40; voor 2000 idem de firma J. Schel-
emaJz. a ƒ3.29 en ƒ3.32; voor 1000 twee-
ans-dekens, dezelfde a 4.09; voor 2000
ampementsaekens de firma Gebr. Van "Wyk
Co. a ƒ3.40; 2000 idem de Leidsche
ekenfabriek a f 3.555; alles per stuk.
- By de te Amsterdam door het departe-
ent van koloniën gehouden aanbesteding
^oor de levering van diverse zwart katoen,
was de Leidsche Katoen-maatschappy minste
inschryfster, voor 3825.18.
Opgaaf van het aantal bezoekers der
musoa en monumenten, gedurende het tweede
kwartaal 1898:
Koninklyk Kabinet van Schilderyen te
'e Gravenhage 9025; Museum Meermanno
Westreenianum te 's-Gravenhage 49; Koninkl.
Penningkabinet te 's-Gravenhage 65; Ryks-
Museum te Amsterdam 63,723; Ryks-Museum
van Oudheden te Leiden 1956; Ryks-Ethno
grapbisch Museum te Leiden 379; R.-Museum
van Natuuriyke Historie 2314; Ryks-Kabinet
van Prenten te Leiden 31; Historische zaal
in het Prinsenhof te Delft 2239; Gevangen
poort te 's-Gravenhage 4596; Muiderslot 892;
Ruïne van Brederode 5136 en het Monument
te Heiligerlee 1486. {Sts.-Ct.)
G. B. schryft in het „Centrum": Deze
week hield het „Sint-Bernulfusgihe", onder
lei ling van den deken Mgr. G. W. Van Heu-
kelum, zyn gewone jaariyksche kunstreis, nu
de 28ste.
Ditmaal was Leiden aan de beurt. Ongeveer
twintig leden uit het aartsbisdom, voor de
grootere helft geestelyken, namen er aan deel
en vertrokken des morgens 9 uren uit Utrecht.
Te Leiden sloten zich by hen eenige andere
kunstbroeders aan, onder wie deken J. J. Graaff,
van Ouwerktrk a/d. Amstel, Mgr. B. H. Klönne,
de kunstlievende rector van het Amsterdam-
sche Beggyrihof, en de Gentsche architect
August Van Asschen. De laatstgenoemde,
ofschoon reed9 boven de zeventig jaren oud,
had niet opgezien tegen de verre reis en
toonde zich den ganschen dag blakend van
belangstelling voor al de te bewonderen en
bespreken kunstproducten. Waariyk, een eere
lid, dat het „Sint Bernulfusgilde" eer aandoet
en veel joügeren leden ten voorbeeld strek
ken kan.
Te Leiden werden achtereenvolgens bezich
tigd de Laecken-Hall of het Stedelijk Museum,
waar vooral do altaarstukken van Lucas van
Leyden en zyn meester Cornells Engelbertsz
tot hooge bewondering stemden; het
Museum van Oudheden, waar talryke Romein-
sche, Griekache, Egyptische, Indische, ook
enkele oud-Cbristelyke antiquiteiten, om stryd
de aan'acht vroegen; de eerbiedwaardige
Burcht met zyn breede borstwering; de
oude Sint-Pieterskerk met haar vyfbeukig
langschip, fraaien kooromgang, fijngesneden
preekstoel en sieriyke orgelkast; de nieuwe
Sint-Petruskerk, waar de Utrechtsche beeld
houwer Wilhelm Mengelberg het priesterkoor
zoo prachtig in weelderigan Renaissance-styl
gerestaureerd heeft; het btkooriyk kapel
lotje van den stillen Sint-Annahof, een klein,
maar echt juweel van h6tzuiverste water;
en zoo meer.
De Sint-Pancraskerk of Hooglandsche kerk
overtrof al het tot nu toe bewonderde. Deze
kerk in tufsteen werd gebouwd omstreeks den
overgang van de 13de naar de 14de eeuw.
Alleen het langschip bleef onvoltooid, zoowel
wat de hoogte als wat den uitbouw betreft.
Toch maakt het geheel, van binnen vooral,
een overweldigenden indruk. Wat een sobere
en te geiyk majestueuze eenvoud by zoo
kloeke forschheid van opvatting, zoo vollen
rykdom van constructie en ornamentiek, zoo
consequente doorvoering van het lynenspel
in al deszelfs geheimen en raadselen.
En dat alles, echt Nederlandsche bouwtrant
uit de bloeiperiode der Gothiekl Indien er in
ons vaderland ooit weer een nieuwe kathedraal
gebouwd moet worden, zou die myn ideaal
het meest naby komen, toch werkeiyk geen
onbereikbaar ideaal wier model werd ge
zocht in de Hooglandsche kerk te Leiden.
Des ochtends hadden de gildelroeders een
voordracht van Mrr. dr. Andreas Jansen ge
hoord over de geschiedenis van Leiden, vooral
in kunst historisch opzicht.
By Koninklyk besluit is benoemd tot
directeur van en leeraar aan do Ryk3 hoogere
burgerschool te Assen, dr. J. F. A. Meilink,
thans leeraar aan de hoogere burgerschool
eu het gymnasium te Leiden.
Door het bestuur van het Zwolsche
Nutsdepartement is tot hoofd der bewaar
school in de Schoutensteeg benoemd mej. T.
Cupóry, thans te Leiden werkzaam.
De Eerw. Moeder Overste Gabrielle van
het Piusgesticht te Amsterdam hoopt 7
Aug. a. 8. haar 50-jarig jubileum als Overste
te vieren.
De volgende weleerw. en zeereerw. heeren
zullen 15 Aug. in het Bisdom Haarlem hun
zilveren priesterjubileum vieren: J. M. J. Baede,
deken en pastoor te Goes; J. Th. J. Filbry,
pastoor te Bovenkerk; J. A. Foppe, pastoor
te Akersloot; C. A. Hammer, pastoor te
Hillegersberg; A. J. Van Kester, pastoor te
Schoten; C. Maat, pastoor te 's-Gravenhage
(H. Willebrordus); J. F. G. Rutten, deken
en pastoor te Wognum; H. Vorkotter, pastoor
te De Ryp, en H. J. Zondag, professor te
Warmond.
Het 40-jarig priesterschap zal 15 Aug.
herdacht worden door den zeereerw. heer A. G.
Schweitzer, kanunnik, deken en pastoor te
Amsterdam, en door den zeereerw. heer C.
Scheioerling, pastoor te Vogelenzang, terwyi
de gouden priesterkroon wacht aan den
zeereerw. heer A. M. C. J. Swinkels, rector
van den „Goeden Herder" te Zoeterwoude.
Behalve deze zal ook de zeereerw. heer G.
Tb. Holtkamp, pastoor te Drempt, 15 Aug.
a. s. zyn gouden priesterfeest vieren.
Door den gemeenteraad van Delft is
besloten het geraamde bedrag van ƒ44,000
voor den bouw van 6 paviljoens voor het
krankzinnigengesticht „Het St.-Joris-Gasthuis"
aldaar te verhoogen tot een bedrag van
62,500, daar uit de gehouden aanbesteding
het voorgestelde bedrag is gebleken te laag
te zyn.
Het contingent aanvullingstroepen voor
het leger in Ned.-Indiö is voor 1899 vast
gesteld op 2100 man, waaronder 80 sergeanten,
30 militaire schryvers, 70 cavaleristen, 200
artilleristen en 20 geniesoldaten.
Naar West Indiö zullen worden uitgezonden
140 man, waarvan 100 naar Suriname.
Te Utrecht is ia den ouderdom van
77 jaren overleden de heer G. J. Rink,
emiritus-precikant by doNed.-Herv. Gemeente.
De nu overledene deed 25 Mei 1845 in de
gemeente Bathmon als preoikant intrede,
waar hy tot 1 Juni 1885 is werkzaam
geweest.
De monitor „Cerberus", kruisende in de
Zuiderzee, is gisteren in de Doove Balg aan
den grond geraakt, doch met assistentie van
de 8toomkanonneorboot „Gier" weder vlot
gekomen.
Het eervol ontslag, verleend aan prof.
dr. Max Weber als gewoon hoogleeraar in de
zoölogie te Amsterdam, staat in verband met
de wetenscbappelyke expeditie tot zoölogisch,
botanisch en oceanographisch onderzoek der
zoeën van den Indischen Archipel. Van deze
expeditie zal prof. Weber de leider zyn, de
ziel der onderneming. Mevrouw Weber, die de
expeditie zal meemaken, neemt het botanisch
gedeelte op zich. Voor het zoölogisch gedeelte
wordt de boogleeraar bijgestaan door de heeren
dr. J. Versluys Jzn. en H. F. Nierstrasz.
Commandant van het expeditievaartuig, dat,
naar men mag verwachten, door de Regeering
ter beschikking zal worden gesteld, is de luite
nant ter zee 1ste klasse W. O. W. Planten.
Als tweede en derde navigator treden op de
luitenants ter zee 2de klasse H. J. Boldingh
en C. E. Horens van Heyningen.
Volgens berekening zal de eigeniyke expe
ditie, d. w. z. het feiteiyk onderzoek, 6 maan
den moeten duren.
Namtns H. M. de Koningin-Rogentes werd
gisteren door Haar particulieren secretaris,
jhr. De Ranitz, een bezoek gebracht aan de
Tentoonstelling voor Bakkery, enz., to's Gra
venhage, meer bepaaldeiyk aan de bakkeryen
in werking en aan de eetsalons. Ook in de
historische afdeeling vertoefde de heer De
Ranitz eenigen tyj.
Dd heer J. C. Jansen, oud-minister van
marine, is deze week van zyn reis naar
West-Indiè in besten welstand te 's-Graven
hage teruggekeerd.
De Priuse8 van Bentheim en twee
kinderen, die thans do ga3ten zyn van Hare
Majesteit de Koningin-Regentes op Soestdyk,
brachten gisteren met gevolg incognito een
bezoek aan Amsterdam en bezochten o. a. Artis.
De minister van justitie begoelt zich in
de helft der volgende week eenigen tyd met
verlof buiten de stad.
Dr. Leyds, Transvaalsch gezant, vertrekt
Maandag voor eenige dagen naar Brussel.
Tot tydelyk leeraar in de oude talen
aan het gymnasium te Utrecht is benoemd
dr. L. Alma.
De minister van waterstaat, handel en
nyverheiJ heeft goedgevonden, dat tydens
de afwezigheid van den inspecteur van den
arbeid in de 3de inspectie to 's-Gravenhage,
van 1 tot 22 Augustus a. s,, de inspecteur
van den arbeid in de 4de inspectie te Amster
dam, mede bevoegd zal zyn in de 3de inspectie.
De telegraafkantoren in do stations der
Nederlandsche Centraal-spoorwegmaatscbappy
te Baarn en Soest zyn, met een dageiyksehen
dienst van 7 u. 40 m. 's voor- tot 7 u 40 ld.
's namiddags, voor de behandeling van byzon-
dere telegrammen opengesteld, en wel onvoor-
waardelyk wat de aanbieding betreft, doch
voor de aflevering slechts in zoover als de
tijdingen van de aanwyzing „station restant"
xtfn voorzien.
In verband hiermede is de naam van het
telegraafkantoor der genoemde maatschappy,
dat tot dusver „Soest-Soeaterberg" heette,
gowyzigd in „Soesterberg".
Wy vernemen, dat in het begin vin
September van Regeeringswoge een expeditie
zal worden ondernomen door centraal-Cdebes,
van Paloppo naar Palos. Deze tocht, door een
streek, waar te voren nooit een Europeaan ge
weest is, belooft ook op ethnologisch gebied
zeer belangwekkend te worden. (N. R. G).
Geslaagd zyn voor't notaris examen eerste
gedeelte de heeren A. N. Fabius te Leeuwarden,
J. G. Veenonbos, J. G. Koolhaas, Th. J. L.
Corporaal, allen te 's-Gravenhage, J. W. Yan
der Heido, te Leeuwarden, H. D. Beukers,
te Amsterdam.
Tweede gedeelte de heeren B. J. De Geer,
te Yelp, G. A. Le Jolle, J. B. Boucher, F.
Gerth van Wyk, E. G. F. Payot, A. Van do
Werk, allen te 's-Gravenhage; J. Ter Haar, te
Amsterdam; E. H. E. Fenseling, teOirschot;
C. C. M. Ligtenberg en P. A. C. J. Sprengers,
beiden te 's-Bosch.
Aangenomen is het beroep naar do
Ned.-Herv. Gem. te Marico Lichtenburg (Trans
vaal) coor ds. J. Beyer, te Eernnes Binuen.
Den lsten Augustus worden in „Hötel
Garni," to Scheveningen, verwacht de vorst
en de vorstia van Turn en Taxis.
In een deze week gehouden ledenver
gadering der afdeeling Haarlem Ven de „Hol
landse be Maatschappij van Landbouw" werd
besloten geen request te zenaen aan do
Regeering, naar aan lei ui ng vaD een adres van
de aid. Alfeo, Oudsboorn en AarlanJirveen
dier Maatschappy, om or by de Rsgeering op
aan te dringen, dat de in het vooruitzicht
gestelde herziening der boterwot in geest en
strekking zooveel mogelijk overeen mocht
stemmen met de voorgedragen Belgische bo
ter wet.
Dit geschiedde op eeo mededeling van
den voorzitter, den heer Fr. Lieftinck, die
zeide van zeer naby te weten, dat een nieuwe
boterwet klaar is, die in den geest is van hen,
die verscherping der tot rwet w nsdien.
De gewone audiëntie van den minister
van justitie zal op Woensdag a. s. niet plaats
hebben.
Het stoomschip „AmsterJam", van Rot
terdam naar Nieuw York, passeerde 22 Juli
Scilly; de „Drente" arriveerde 22 Juli van
Batavia te Rotterdam; de „Htrzog", van
Oost-Afrika naar Rotterdam tn Hamburg,
arriveerde 22 Juli te Adeo; de „Gedé", van
Java naar Rotterdam, vertrok 22 Juli van
Perim.
Katwijk. Van de haringvisschery liep te
Umuiien binnen de Katwyk6che logger
„Moed en Vertrouwen", KW. 78, schipper
G. Haasnoot, van den reeder H. v. Blaaderen,
met ongeveer 300 kantjes vangst.
De verkiezing (candidaatstelling) van een
lid van den gemeenteraad ter voorziening in
do vacature-v. d. Plas, zal plaats hebben
Dinsdag 9 Augustus a. s., t-rwyl de stemming
Randi, zoo heette zo, wiat dadelijk niet,
at zy zou antwoorden; zy vroeg haar ouders
m raad, maar dezer. Meten de Deslissing ge-
aan haar over. Zy zeiden, dat hy een
ink man was; wat het vermogen betrof
on zy geen betere party doen. Wel was hy
ïl ouder, en ook moest zy zelf weten, of
op zoo jongen leeftyd den moed had aan
et hoofd van een zoo groote boerdery te
taan, waar alles zoo hoel anders ingericht
as dan by haar thuis. Nu begreep zy zeer
oed, dat haar ouders liever hadden, dat zy
estemde dan dat zy weigerde; toch weifelde
nog. In dezen toestand ging zy naar zyn
moedor, van wie zy altyd veel gehouden had.
Zy dacht, dat de moeder wel in de zaak inge-
■vUd zou zyn, en was dus Diet weinig ver
wonderd, toen zy vernam, dat zyn ouders er
in het geheel niets van wisten.
De moeder was zoo verheugd over dat
nieuws, dat zy alles in het werk stelde, om
Randi over te halen het jawoord te geven.
„Ik zal u helpen," zei ze; „myn man wil
niöt, dat Endrid hem zal onderhouden; hy
heeft, wat hy noodig heeft voor zyn dage-
jjksche behoeften, en wil niet, dat do kin-
oren naar zyn dood verlangeü. Wat er is,
sal dadeiyk gedeeld wordeD, en het beetje,
aarvan wy dan voortaan zullen leven, kan
verdeeld worden, wanneer wy dood zyn.
Daaraan kunt ge zien, dat ge van onzen kant
op geen zwarigheden stuit."
„Zeker," zeide Randi, „ik weet, dat ge ver
standige men8chen zyt."
„En myn zoon," ging Astrid voort, „is goed
van karakter en heeft verstand van de zaken."
„Zeker," antwoordde Randi, „dat heb ikzelf
ondervonden; ik ben niet bang, dat by niet
zal zyn, zooals ik het wenscb, maar ik vrees,
dat ik voor hem niet flink genoeg zal wezen."
Eenige dagen daarna was de zaak beklonken
en, was Endrid biy, zyn ouders waren bet
niet minder; het was immers een geachte
familie en het meisje zoo braaf en schoon,
dat er in dit opzicht in de heele streek geen
betere party te doen viel. De bruiloft, die door
de wederzydsche ouders in orde gebracht zou
worden, zou plaats hebben een dag voor het
binnenhalen van den oogst, want er was
geon redoD, waarom men langer zou moeten
wachten.
De menschen in den omtrek hoorden het
nieuws niet met hetzelfde gevoel als de be
trokken personen; men vond, dat het jonge,
schoone meisje zich verkocht had; zy was
volgens hen nog zoo jong, dat zy nauweiyks
wist, wat trouwen was, en de sluwe Knud
had zeker zyn zoon aangespoord om toe te
tasten, eer het meisje tyd en golegenheid had,
met andere jongelieden kennis te maken. Dezo
praatjes kwamen het meisje gedeeltelyk ter
ooreD, maar Endrid was zoo liefderyk en dat
op zoo stille, haast deemoedige wyze, dat zy
niet met hem wilde breken; toch was ze
oenig8zin8 koel tegenover hom. De ouders
van beide zyden hadden ook wel dit en dat
gehoord, maar zy deden alsof alles naar
wensch ging.
De bruiloft aou met veel praal gevierd
worden, misschien juist, om aan al de praatjes
een einde te makeD, waarom dan ook Randi
haar toestemming gaf tot al die feestelyk-
heden. Kouds vrienden, de geesteiyko, de kapi
tein, de voogd met hun talryke familieleden,
waren uitgenoodigd en eenigen van hen zouden
zich by den stoet aansluiten op weg naar de
kerk. Daarom wilde Knud ook van geen
muzikanten weten; dat was hem te ouder-
wetsch en te boersch. Maar Astrid stond er
op, dat do bruidsmarech van haar geslacht
het jonge paar zoowel heen als terug be
geleiden zouzy zelve was met haar bruidegom
zoo overgelukkig geweest, toen de bekende
tonen vrooiyk door de lucht galmdeD, en wilde
nu de herinnering daaraan weer opwekken
by het huweiyk hunner kinderen. Knud
stooide zich weinig aan poëzie en al wat
daarmee in verband stond; daarom Ü6t hy
zyn vrouw maar begaan. De ouders der bruid
kregen dus een wenk, dat de muzikanten
besteld konden worden, en de oude marsch,
die in langen tyd niet meer ten gehoore
gebracht was, werd op uitdrukkeiyk verlangen
ingestudeerd; Astrid had van de melodie altyd
voel gehouden, en ze dikwyis in zichzelve
geneuried, terwyl de anderen zonder ooit te
zingen hun werk verrichtten.
De dag van de bruiloft werd, helaas, door
een aanhoudenden herfstregen vergald, de
muzikanten moesten terstond hun instrumen
ten in do lederen zakken steken, nadat zy
don marsch by het vertrek gespeeld hadden;
zy haalden ze weer te voorschyn, zoodra het
gelui der kerkklokkeu hun oor bereikte. Er
moest een jongen achter hen staan, om een
parapluia boven hun hoofd te houden, en zoo
zaten ze dicht ineengedrongen dapper te
stryken in oen aanhoudenden regen. De marsch
klonk by zulk weer natuuriyk dof en treurig,
en do stoet, die volgde, zag er ook niet
byzonder opgewekt uit. De bruidegom had
zyn mantel aan en een grooten zuidwester
op het hoofdeen groote lederen jas beschutte
hem tegen het neerstroomende hemelwater,
terwyl hy een parapluie boven het hoofd der
bruid hield, wier gestalte door het groote
getal doeken, die zy had omgeslagen, nauwe
iyks te herkennen was; ze moest er namelyk
voor zorgen, dat de bruidskrans en het bruids
kleed door den regen niet beschadigd werden.
Zoo kwam de eene wagen na den anderen,
de mannen druipnat, de vrouwen in een hoek
gedoken en zorgvuldig ingepakt; het leek wel
een betooverde stoet, waarby men geen enkel
bekend gezicht zag; men zag eigeniyk in het
geheel geen gezichten, alleen maar wat ge
bukte, ineeDgefrommelde pakken wol en leder.
De talryke volksmenigte, die bijeengestroomd
was, om den optocht te 2ien, moest in het
eerst lachen tegen wil en dank; langzamer
hand echter lachten ze telkens luider, wan
neer er weer een volgepropte wagen verscheen.
By het groote huis, waar het gevolg uit de
wagens zou stappen, om den optocht in de
kerk te regelen, stond een marskramer, een
zonderlinge kerel, Aelak genaamd, boven op
een hooiwageD, die in een hoek was gescho
ven. JuiBt, toen de bruid uit den wagon ge
beurd werd, riep h\): „Ha, ha, Ole Haugens
bruidsmarech zal nu zoo luid wel niet schallen l"
Meer zeide hy niet, maar het was ook ge
noeg. D9 menigte lachte, al was het ook
heimeiyk; maar daardoor voelde men nog
beter, wat allen dachten en niemand durfde
laton blykeu.
Toen men de bruid ontdeed van al do
doeken, waarin zy gehuld was geweest, zag
men, dat zy doodsbleek was. Z\j weende, be
proefde te lachen, begon weer te schreien en
zeide opeens, dat zy niet naar de kerk wilde.
Dat wekte groote ontsteltonis; men legde haar
op een hed in een zykamer, waar zy in een
zenuwachtig snikken uitbarstte. Haar waar
dige ouders stonden by haar, en toen zy nu
smeekte, niet naar de kerk te gaan, ant
woordden zy haar, dat zy naar verkiezing
kon handelon.
Daar zag E\j opeens Endrid staan. Zoo
ODgelnkkig en hulpeloos als hy daar stond,
had zy hem nog nooit gezien; zyn moeder
stond naast hem. Deze zeide niets en haar
gezicht was onboweegiyk, maar een stroom
van tranen rolde uit haar oogeD, terwyl zo
onafgewend op Randi gevestigd waren. Toen
richtte Randi zich op, en op' de ellebogen
steunende, staarde zy een poos voor zich uitf
nog altyd hevig snikkende.
(Wordt vorvolg^l