U\ 11783 Maandaa: 25 Juli. A'. 1898 <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. I int nommer bestaat uit DBI£ Bladen. Leiden, 23 Juli. Peuilleton. De BruidsmarscU. LEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT) Voor Leiden per 8 maanden, 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlyke Nommers 0 O.OB. PRUB DER AD VERTKNTTÖN VaD 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J. - Grootera lettors naar plaatsruimte. - Voor het incasseereD bulten de stad wordt 0.05 berokond Eerste Blad. Na den zwoelen dag van gisteren kwam er [^6 avonds regen, welke de natuur wat op- frischto maar de Italiaansche Bergjagers, oie in den tuiu van „Zomerzorg" een concert «ouden geven, ondervonden er de voor hen Imaangename gevolgen van. De opkomst was natuurlijk zeer slecht on de uitvoering vau bet e r8te gedeelte van het programma had buder heel ongunstige omstandigheden plaats. Dat is wel jammer, want uit het tweede gedeelte bleek, dat de Bersaglierri een goed korps vormen, hetwelk naast de krachtige ^ergjagersmuziek ook schoone zachtere tonen rreet voert te brengen. De gisteravond plotseling opgekomen stort buien hebben de Italianen echter niet ont- noedigd, maar zy meenen, dat de animo voor pen groot genoeg ia en zullen daarom a. 8. Maandagavond nogmaals een concert in „Zocner- izorg" geven. Laat ons hopen, dat het weder beter zjI zijn en dat ook de bezoekers her Zomerconcerten zullen toonen dat zij derge lijke goeokoope aanbiedingen weten op prys te pellen. Dan kunnen er me r komen. - Bij ministerióele beschikking is aan dr. fe. L. Reuvens, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als conservator li] het Museum vau Natuurlijke Bislorie aan de Rijks universiteit i Leiden. Op zijn verzoek eervol ontslag verleend ^an dr. A. Lebret, als assistent voor de natuur kunde aan de Rijks-universiteit te Leiden. Voor het tijdvak van 1 Augustus tot en □et 31 December 1898 in diens plaats benoemd |de heer J. C. Schalkwek. De vergadering van aandeelhouders in „Leidsche Schouwburg-vereeniging" is bisternamiddag verdaagd tot later, aangezien er geen nieuw bestuur gekozen is kunnen Korden. Het gebouw blijft voorloopig gesloten. Benoemd is tot hoofd der Chr. school te Qroede, Zeeland, de heer J. R. De Vries, onderwijzer aao de Chr. school Middelstegracht alhier. De detacheering bij de Kweekschool oor Zeevaart alhier van den kwartiermeester J. A. Peeman wordt den 206ten Juli a. s. getrokken; by keert alsdan terug naar r. Ms. wachtschip te Amsterdam. Aan 'sRyks kleedermagazyn te Am- lerdam is aanbesteed de levering van wollen ekens, minste inschryvers waren voor 4000 ollen dekens de firma Gebr. Van Wyk Co. fa ƒ3.40; voor 2000 idem de firma J. Schel- emaJz. a ƒ3.29 en ƒ3.32; voor 1000 twee- ans-dekens, dezelfde a 4.09; voor 2000 ampementsaekens de firma Gebr. Van "Wyk Co. a ƒ3.40; 2000 idem de Leidsche ekenfabriek a f 3.555; alles per stuk. - By de te Amsterdam door het departe- ent van koloniën gehouden aanbesteding ^oor de levering van diverse zwart katoen, was de Leidsche Katoen-maatschappy minste inschryfster, voor 3825.18. Opgaaf van het aantal bezoekers der musoa en monumenten, gedurende het tweede kwartaal 1898: Koninklyk Kabinet van Schilderyen te 'e Gravenhage 9025; Museum Meermanno Westreenianum te 's-Gravenhage 49; Koninkl. Penningkabinet te 's-Gravenhage 65; Ryks- Museum te Amsterdam 63,723; Ryks-Museum van Oudheden te Leiden 1956; Ryks-Ethno grapbisch Museum te Leiden 379; R.-Museum van Natuuriyke Historie 2314; Ryks-Kabinet van Prenten te Leiden 31; Historische zaal in het Prinsenhof te Delft 2239; Gevangen poort te 's-Gravenhage 4596; Muiderslot 892; Ruïne van Brederode 5136 en het Monument te Heiligerlee 1486. {Sts.-Ct.) G. B. schryft in het „Centrum": Deze week hield het „Sint-Bernulfusgihe", onder lei ling van den deken Mgr. G. W. Van Heu- kelum, zyn gewone jaariyksche kunstreis, nu de 28ste. Ditmaal was Leiden aan de beurt. Ongeveer twintig leden uit het aartsbisdom, voor de grootere helft geestelyken, namen er aan deel en vertrokken des morgens 9 uren uit Utrecht. Te Leiden sloten zich by hen eenige andere kunstbroeders aan, onder wie deken J. J. Graaff, van Ouwerktrk a/d. Amstel, Mgr. B. H. Klönne, de kunstlievende rector van het Amsterdam- sche Beggyrihof, en de Gentsche architect August Van Asschen. De laatstgenoemde, ofschoon reed9 boven de zeventig jaren oud, had niet opgezien tegen de verre reis en toonde zich den ganschen dag blakend van belangstelling voor al de te bewonderen en bespreken kunstproducten. Waariyk, een eere lid, dat het „Sint Bernulfusgilde" eer aandoet en veel joügeren leden ten voorbeeld strek ken kan. Te Leiden werden achtereenvolgens bezich tigd de Laecken-Hall of het Stedelijk Museum, waar vooral do altaarstukken van Lucas van Leyden en zyn meester Cornells Engelbertsz tot hooge bewondering stemden; het Museum van Oudheden, waar talryke Romein- sche, Griekache, Egyptische, Indische, ook enkele oud-Cbristelyke antiquiteiten, om stryd de aan'acht vroegen; de eerbiedwaardige Burcht met zyn breede borstwering; de oude Sint-Pieterskerk met haar vyfbeukig langschip, fraaien kooromgang, fijngesneden preekstoel en sieriyke orgelkast; de nieuwe Sint-Petruskerk, waar de Utrechtsche beeld houwer Wilhelm Mengelberg het priesterkoor zoo prachtig in weelderigan Renaissance-styl gerestaureerd heeft; het btkooriyk kapel lotje van den stillen Sint-Annahof, een klein, maar echt juweel van h6tzuiverste water; en zoo meer. De Sint-Pancraskerk of Hooglandsche kerk overtrof al het tot nu toe bewonderde. Deze kerk in tufsteen werd gebouwd omstreeks den overgang van de 13de naar de 14de eeuw. Alleen het langschip bleef onvoltooid, zoowel wat de hoogte als wat den uitbouw betreft. Toch maakt het geheel, van binnen vooral, een overweldigenden indruk. Wat een sobere en te geiyk majestueuze eenvoud by zoo kloeke forschheid van opvatting, zoo vollen rykdom van constructie en ornamentiek, zoo consequente doorvoering van het lynenspel in al deszelfs geheimen en raadselen. En dat alles, echt Nederlandsche bouwtrant uit de bloeiperiode der Gothiekl Indien er in ons vaderland ooit weer een nieuwe kathedraal gebouwd moet worden, zou die myn ideaal het meest naby komen, toch werkeiyk geen onbereikbaar ideaal wier model werd ge zocht in de Hooglandsche kerk te Leiden. Des ochtends hadden de gildelroeders een voordracht van Mrr. dr. Andreas Jansen ge hoord over de geschiedenis van Leiden, vooral in kunst historisch opzicht. By Koninklyk besluit is benoemd tot directeur van en leeraar aan do Ryk3 hoogere burgerschool te Assen, dr. J. F. A. Meilink, thans leeraar aan de hoogere burgerschool eu het gymnasium te Leiden. Door het bestuur van het Zwolsche Nutsdepartement is tot hoofd der bewaar school in de Schoutensteeg benoemd mej. T. Cupóry, thans te Leiden werkzaam. De Eerw. Moeder Overste Gabrielle van het Piusgesticht te Amsterdam hoopt 7 Aug. a. 8. haar 50-jarig jubileum als Overste te vieren. De volgende weleerw. en zeereerw. heeren zullen 15 Aug. in het Bisdom Haarlem hun zilveren priesterjubileum vieren: J. M. J. Baede, deken en pastoor te Goes; J. Th. J. Filbry, pastoor te Bovenkerk; J. A. Foppe, pastoor te Akersloot; C. A. Hammer, pastoor te Hillegersberg; A. J. Van Kester, pastoor te Schoten; C. Maat, pastoor te 's-Gravenhage (H. Willebrordus); J. F. G. Rutten, deken en pastoor te Wognum; H. Vorkotter, pastoor te De Ryp, en H. J. Zondag, professor te Warmond. Het 40-jarig priesterschap zal 15 Aug. herdacht worden door den zeereerw. heer A. G. Schweitzer, kanunnik, deken en pastoor te Amsterdam, en door den zeereerw. heer C. Scheioerling, pastoor te Vogelenzang, terwyi de gouden priesterkroon wacht aan den zeereerw. heer A. M. C. J. Swinkels, rector van den „Goeden Herder" te Zoeterwoude. Behalve deze zal ook de zeereerw. heer G. Tb. Holtkamp, pastoor te Drempt, 15 Aug. a. s. zyn gouden priesterfeest vieren. Door den gemeenteraad van Delft is besloten het geraamde bedrag van ƒ44,000 voor den bouw van 6 paviljoens voor het krankzinnigengesticht „Het St.-Joris-Gasthuis" aldaar te verhoogen tot een bedrag van 62,500, daar uit de gehouden aanbesteding het voorgestelde bedrag is gebleken te laag te zyn. Het contingent aanvullingstroepen voor het leger in Ned.-Indiö is voor 1899 vast gesteld op 2100 man, waaronder 80 sergeanten, 30 militaire schryvers, 70 cavaleristen, 200 artilleristen en 20 geniesoldaten. Naar West Indiö zullen worden uitgezonden 140 man, waarvan 100 naar Suriname. Te Utrecht is ia den ouderdom van 77 jaren overleden de heer G. J. Rink, emiritus-precikant by doNed.-Herv. Gemeente. De nu overledene deed 25 Mei 1845 in de gemeente Bathmon als preoikant intrede, waar hy tot 1 Juni 1885 is werkzaam geweest. De monitor „Cerberus", kruisende in de Zuiderzee, is gisteren in de Doove Balg aan den grond geraakt, doch met assistentie van de 8toomkanonneorboot „Gier" weder vlot gekomen. Het eervol ontslag, verleend aan prof. dr. Max Weber als gewoon hoogleeraar in de zoölogie te Amsterdam, staat in verband met de wetenscbappelyke expeditie tot zoölogisch, botanisch en oceanographisch onderzoek der zoeën van den Indischen Archipel. Van deze expeditie zal prof. Weber de leider zyn, de ziel der onderneming. Mevrouw Weber, die de expeditie zal meemaken, neemt het botanisch gedeelte op zich. Voor het zoölogisch gedeelte wordt de boogleeraar bijgestaan door de heeren dr. J. Versluys Jzn. en H. F. Nierstrasz. Commandant van het expeditievaartuig, dat, naar men mag verwachten, door de Regeering ter beschikking zal worden gesteld, is de luite nant ter zee 1ste klasse W. O. W. Planten. Als tweede en derde navigator treden op de luitenants ter zee 2de klasse H. J. Boldingh en C. E. Horens van Heyningen. Volgens berekening zal de eigeniyke expe ditie, d. w. z. het feiteiyk onderzoek, 6 maan den moeten duren. Namtns H. M. de Koningin-Rogentes werd gisteren door Haar particulieren secretaris, jhr. De Ranitz, een bezoek gebracht aan de Tentoonstelling voor Bakkery, enz., to's Gra venhage, meer bepaaldeiyk aan de bakkeryen in werking en aan de eetsalons. Ook in de historische afdeeling vertoefde de heer De Ranitz eenigen tyj. Dd heer J. C. Jansen, oud-minister van marine, is deze week van zyn reis naar West-Indiè in besten welstand te 's-Graven hage teruggekeerd. De Priuse8 van Bentheim en twee kinderen, die thans do ga3ten zyn van Hare Majesteit de Koningin-Regentes op Soestdyk, brachten gisteren met gevolg incognito een bezoek aan Amsterdam en bezochten o. a. Artis. De minister van justitie begoelt zich in de helft der volgende week eenigen tyd met verlof buiten de stad. Dr. Leyds, Transvaalsch gezant, vertrekt Maandag voor eenige dagen naar Brussel. Tot tydelyk leeraar in de oude talen aan het gymnasium te Utrecht is benoemd dr. L. Alma. De minister van waterstaat, handel en nyverheiJ heeft goedgevonden, dat tydens de afwezigheid van den inspecteur van den arbeid in de 3de inspectie to 's-Gravenhage, van 1 tot 22 Augustus a. s,, de inspecteur van den arbeid in de 4de inspectie te Amster dam, mede bevoegd zal zyn in de 3de inspectie. De telegraafkantoren in do stations der Nederlandsche Centraal-spoorwegmaatscbappy te Baarn en Soest zyn, met een dageiyksehen dienst van 7 u. 40 m. 's voor- tot 7 u 40 ld. 's namiddags, voor de behandeling van byzon- dere telegrammen opengesteld, en wel onvoor- waardelyk wat de aanbieding betreft, doch voor de aflevering slechts in zoover als de tijdingen van de aanwyzing „station restant" xtfn voorzien. In verband hiermede is de naam van het telegraafkantoor der genoemde maatschappy, dat tot dusver „Soest-Soeaterberg" heette, gowyzigd in „Soesterberg". Wy vernemen, dat in het begin vin September van Regeeringswoge een expeditie zal worden ondernomen door centraal-Cdebes, van Paloppo naar Palos. Deze tocht, door een streek, waar te voren nooit een Europeaan ge weest is, belooft ook op ethnologisch gebied zeer belangwekkend te worden. (N. R. G). Geslaagd zyn voor't notaris examen eerste gedeelte de heeren A. N. Fabius te Leeuwarden, J. G. Veenonbos, J. G. Koolhaas, Th. J. L. Corporaal, allen te 's-Gravenhage, J. W. Yan der Heido, te Leeuwarden, H. D. Beukers, te Amsterdam. Tweede gedeelte de heeren B. J. De Geer, te Yelp, G. A. Le Jolle, J. B. Boucher, F. Gerth van Wyk, E. G. F. Payot, A. Van do Werk, allen te 's-Gravenhage; J. Ter Haar, te Amsterdam; E. H. E. Fenseling, teOirschot; C. C. M. Ligtenberg en P. A. C. J. Sprengers, beiden te 's-Bosch. Aangenomen is het beroep naar do Ned.-Herv. Gem. te Marico Lichtenburg (Trans vaal) coor ds. J. Beyer, te Eernnes Binuen. Den lsten Augustus worden in „Hötel Garni," to Scheveningen, verwacht de vorst en de vorstia van Turn en Taxis. In een deze week gehouden ledenver gadering der afdeeling Haarlem Ven de „Hol landse be Maatschappij van Landbouw" werd besloten geen request te zenaen aan do Regeering, naar aan lei ui ng vaD een adres van de aid. Alfeo, Oudsboorn en AarlanJirveen dier Maatschappy, om or by de Rsgeering op aan te dringen, dat de in het vooruitzicht gestelde herziening der boterwot in geest en strekking zooveel mogelijk overeen mocht stemmen met de voorgedragen Belgische bo ter wet. Dit geschiedde op eeo mededeling van den voorzitter, den heer Fr. Lieftinck, die zeide van zeer naby te weten, dat een nieuwe boterwet klaar is, die in den geest is van hen, die verscherping der tot rwet w nsdien. De gewone audiëntie van den minister van justitie zal op Woensdag a. s. niet plaats hebben. Het stoomschip „AmsterJam", van Rot terdam naar Nieuw York, passeerde 22 Juli Scilly; de „Drente" arriveerde 22 Juli van Batavia te Rotterdam; de „Htrzog", van Oost-Afrika naar Rotterdam tn Hamburg, arriveerde 22 Juli te Adeo; de „Gedé", van Java naar Rotterdam, vertrok 22 Juli van Perim. Katwijk. Van de haringvisschery liep te Umuiien binnen de Katwyk6che logger „Moed en Vertrouwen", KW. 78, schipper G. Haasnoot, van den reeder H. v. Blaaderen, met ongeveer 300 kantjes vangst. De verkiezing (candidaatstelling) van een lid van den gemeenteraad ter voorziening in do vacature-v. d. Plas, zal plaats hebben Dinsdag 9 Augustus a. s., t-rwyl de stemming Randi, zoo heette zo, wiat dadelijk niet, at zy zou antwoorden; zy vroeg haar ouders m raad, maar dezer. Meten de Deslissing ge- aan haar over. Zy zeiden, dat hy een ink man was; wat het vermogen betrof on zy geen betere party doen. Wel was hy ïl ouder, en ook moest zy zelf weten, of op zoo jongen leeftyd den moed had aan et hoofd van een zoo groote boerdery te taan, waar alles zoo hoel anders ingericht as dan by haar thuis. Nu begreep zy zeer oed, dat haar ouders liever hadden, dat zy estemde dan dat zy weigerde; toch weifelde nog. In dezen toestand ging zy naar zyn moedor, van wie zy altyd veel gehouden had. Zy dacht, dat de moeder wel in de zaak inge- ■vUd zou zyn, en was dus Diet weinig ver wonderd, toen zy vernam, dat zyn ouders er in het geheel niets van wisten. De moeder was zoo verheugd over dat nieuws, dat zy alles in het werk stelde, om Randi over te halen het jawoord te geven. „Ik zal u helpen," zei ze; „myn man wil niöt, dat Endrid hem zal onderhouden; hy heeft, wat hy noodig heeft voor zyn dage- jjksche behoeften, en wil niet, dat do kin- oren naar zyn dood verlangeü. Wat er is, sal dadeiyk gedeeld wordeD, en het beetje, aarvan wy dan voortaan zullen leven, kan verdeeld worden, wanneer wy dood zyn. Daaraan kunt ge zien, dat ge van onzen kant op geen zwarigheden stuit." „Zeker," zeide Randi, „ik weet, dat ge ver standige men8chen zyt." „En myn zoon," ging Astrid voort, „is goed van karakter en heeft verstand van de zaken." „Zeker," antwoordde Randi, „dat heb ikzelf ondervonden; ik ben niet bang, dat by niet zal zyn, zooals ik het wenscb, maar ik vrees, dat ik voor hem niet flink genoeg zal wezen." Eenige dagen daarna was de zaak beklonken en, was Endrid biy, zyn ouders waren bet niet minder; het was immers een geachte familie en het meisje zoo braaf en schoon, dat er in dit opzicht in de heele streek geen betere party te doen viel. De bruiloft, die door de wederzydsche ouders in orde gebracht zou worden, zou plaats hebben een dag voor het binnenhalen van den oogst, want er was geon redoD, waarom men langer zou moeten wachten. De menschen in den omtrek hoorden het nieuws niet met hetzelfde gevoel als de be trokken personen; men vond, dat het jonge, schoone meisje zich verkocht had; zy was volgens hen nog zoo jong, dat zy nauweiyks wist, wat trouwen was, en de sluwe Knud had zeker zyn zoon aangespoord om toe te tasten, eer het meisje tyd en golegenheid had, met andere jongelieden kennis te maken. Dezo praatjes kwamen het meisje gedeeltelyk ter ooreD, maar Endrid was zoo liefderyk en dat op zoo stille, haast deemoedige wyze, dat zy niet met hem wilde breken; toch was ze oenig8zin8 koel tegenover hom. De ouders van beide zyden hadden ook wel dit en dat gehoord, maar zy deden alsof alles naar wensch ging. De bruiloft aou met veel praal gevierd worden, misschien juist, om aan al de praatjes een einde te makeD, waarom dan ook Randi haar toestemming gaf tot al die feestelyk- heden. Kouds vrienden, de geesteiyko, de kapi tein, de voogd met hun talryke familieleden, waren uitgenoodigd en eenigen van hen zouden zich by den stoet aansluiten op weg naar de kerk. Daarom wilde Knud ook van geen muzikanten weten; dat was hem te ouder- wetsch en te boersch. Maar Astrid stond er op, dat do bruidsmarech van haar geslacht het jonge paar zoowel heen als terug be geleiden zouzy zelve was met haar bruidegom zoo overgelukkig geweest, toen de bekende tonen vrooiyk door de lucht galmdeD, en wilde nu de herinnering daaraan weer opwekken by het huweiyk hunner kinderen. Knud stooide zich weinig aan poëzie en al wat daarmee in verband stond; daarom Ü6t hy zyn vrouw maar begaan. De ouders der bruid kregen dus een wenk, dat de muzikanten besteld konden worden, en de oude marsch, die in langen tyd niet meer ten gehoore gebracht was, werd op uitdrukkeiyk verlangen ingestudeerd; Astrid had van de melodie altyd voel gehouden, en ze dikwyis in zichzelve geneuried, terwyl de anderen zonder ooit te zingen hun werk verrichtten. De dag van de bruiloft werd, helaas, door een aanhoudenden herfstregen vergald, de muzikanten moesten terstond hun instrumen ten in do lederen zakken steken, nadat zy don marsch by het vertrek gespeeld hadden; zy haalden ze weer te voorschyn, zoodra het gelui der kerkklokkeu hun oor bereikte. Er moest een jongen achter hen staan, om een parapluia boven hun hoofd te houden, en zoo zaten ze dicht ineengedrongen dapper te stryken in oen aanhoudenden regen. De marsch klonk by zulk weer natuuriyk dof en treurig, en do stoet, die volgde, zag er ook niet byzonder opgewekt uit. De bruidegom had zyn mantel aan en een grooten zuidwester op het hoofdeen groote lederen jas beschutte hem tegen het neerstroomende hemelwater, terwyl hy een parapluie boven het hoofd der bruid hield, wier gestalte door het groote getal doeken, die zy had omgeslagen, nauwe iyks te herkennen was; ze moest er namelyk voor zorgen, dat de bruidskrans en het bruids kleed door den regen niet beschadigd werden. Zoo kwam de eene wagen na den anderen, de mannen druipnat, de vrouwen in een hoek gedoken en zorgvuldig ingepakt; het leek wel een betooverde stoet, waarby men geen enkel bekend gezicht zag; men zag eigeniyk in het geheel geen gezichten, alleen maar wat ge bukte, ineeDgefrommelde pakken wol en leder. De talryke volksmenigte, die bijeengestroomd was, om den optocht te 2ien, moest in het eerst lachen tegen wil en dank; langzamer hand echter lachten ze telkens luider, wan neer er weer een volgepropte wagen verscheen. By het groote huis, waar het gevolg uit de wagens zou stappen, om den optocht in de kerk te regelen, stond een marskramer, een zonderlinge kerel, Aelak genaamd, boven op een hooiwageD, die in een hoek was gescho ven. JuiBt, toen de bruid uit den wagon ge beurd werd, riep h\): „Ha, ha, Ole Haugens bruidsmarech zal nu zoo luid wel niet schallen l" Meer zeide hy niet, maar het was ook ge noeg. D9 menigte lachte, al was het ook heimeiyk; maar daardoor voelde men nog beter, wat allen dachten en niemand durfde laton blykeu. Toen men de bruid ontdeed van al do doeken, waarin zy gehuld was geweest, zag men, dat zy doodsbleek was. Z\j weende, be proefde te lachen, begon weer te schreien en zeide opeens, dat zy niet naar de kerk wilde. Dat wekte groote ontsteltonis; men legde haar op een hed in een zykamer, waar zy in een zenuwachtig snikken uitbarstte. Haar waar dige ouders stonden by haar, en toen zy nu smeekte, niet naar de kerk te gaan, ant woordden zy haar, dat zy naar verkiezing kon handelon. Daar zag E\j opeens Endrid staan. Zoo ODgelnkkig en hulpeloos als hy daar stond, had zy hem nog nooit gezien; zyn moeder stond naast hem. Deze zeide niets en haar gezicht was onboweegiyk, maar een stroom van tranen rolde uit haar oogeD, terwyl zo onafgewend op Randi gevestigd waren. Toen richtte Randi zich op, en op' de ellebogen steunende, staarde zy een poos voor zich uitf nog altyd hevig snikkende. (Wordt vorvolg^l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1