Premie: Kunstvoorwerp: W. A. Oudsboorn,
te Leiden, in 43% sec.
2. Buikzwemmen voor ben, die vóór 1 Mei
In een nationalen of internationalen wedstrijd
geen eersten prijs in deze afdeeling gewonnen
hebttto. Leogte der baan 80 M. (inet ééa
keerpunt). Zes doelnemors.
Prys: Zilveren medaille: H. H. Veerboff, te
Amsterdam, in 1 m. 26% sec.
Premie: Bronzen medaille: J. J. Krak, te
Lei Jen, in 1 m. 263/5 sec.
Aangezien beidon dus denzelfden tyd bad-
den gemaakt, moest door overzwemmen wor
den uitgemaakt wien de prijs en wkn do
premie toekwam. Yeerhoff maakte toen den
tijd van 1 m. 34% sec. en Krak dien van
1 m. 41% sec.
3. Rugzwommen. Yrije deelneming. LeDgte
der baan 80 M. (mot één keerpunt). Drie
deelnemers.
Prijs: Zilveren kruis, uitgeloofd door don
beer H. M. Bijleveld, bestuurslid der „L. Z.-C.":
P. Kimman, te Amsterdam, in 1 m. 203/s sec.
Premie: Zilveren medaille: E. Meyer, te
Amsterdam, in 1 m. 29% sec.
4. Buikzwemmen voor gediplomeerden der
„L. Z.-C.", die in cit nummer nog geen
eersten prjjs gewonnen hebben. Lengta dtr
baan 60 M. (met óén keerpunt). Vijf deel
nemers.
Prijs: Zilveren medaille, uitgeloofd door den
heer E. Tb. Witte, bestuurslid van de DL. Z.-C."
J. J. Krak, te Lei Jen, in 1 ra. 28 8tc.
Isto premie: Kunstvoorwerp: F. Steen
houwer, te I.-riden, in 1 m. 30 sec., by loting
met W. A. Oudsboorn, te Leiden, cie den
zelfden tijd maakte en de 2de premie, even
eens een kunstvoorwerp, verkreeg.
5. Duiken voor hen, die vóór 1 Mei in
een nationalen of internationalen wedstrijd
geen eersten prijs in deze afdeeling gewonnen
hebben. Diepte 2% M. Acht deelnemers.
Prijs: Zilveren medaille: C. A. J. Quant,
te Leiden, in 17% sec.
Premie: Bronzen medaille: J. J. Krak, te
Leiden, in 24% sec.
6. Buikzwemmen. Vrije deelneming. LeDgte
der baan 300 M. (met één keerpunt). Vyt
deelnemers.
Prijs: Zilveren kruis, uitgeloofd door den
heer C. J. Leendertz, voorzitter der „L. Z.-C.":
E. Douwes Dekkei, te Leiden, in 5 m. 412/5 sec.
lete Premie: Zilveren medaille: EJ. Meijer,
te Amsterdam, in 5 m. 52% sec.
2de Premie: Bronzen medaille: H. H. Veer
boff, te Amsterdam, ia 6 m. 32% sec.
7. Springen. Verplichte sprongen: 1. Duiken
voorwaarts uit den stand. 2. Gewone sprong
voorwaarts met aanloop; afzetten met twee
beenen. 3. Duiken voorwaarts met aanloop
(zweefsprong); afzetten met twee beenen. 4,
5 en 6. Sprongen naar keuzo, waaronder de
bovenstaande niet mochten voorkomen. Vyf
deelnemers.
Prijs: Groote zilveren medaille, uitgeloofd
door do Studenten Roeivereenlging „Njorj":
J. Zeegers, te Amsterdam, met 40% punten.
Premie: Zilveren medaille: J. W. Haal-
metjor Azn., te Amsterdam, met 38% punten.
8. Rugzwemmen voor aaspirant-leden der
„L. Z.-C." Lengte der baan 30 M. (zonder
keerpunt). Vyf deelnemers.
Prijs: Bronzen medaille: B. C. Kok, te
Amsterdam, in 2ö% sec.
Framie: Kunstvoorwerp: A. J. Witmans,
te Leiden, in 27 sec.
9. Rugzwemmen voor hen, die vóór 1 Mei
in een nationalen of internationalen wedstrijd
geen eersten prijs in deze afdeeling hebben
gewonnen. Lengte der baan 60 M. (óón keer
punt). Drie deelnemers.
Prijs: Zilvoren modaille: W. C. Versteeg,
to LeideD, in 1 m. 10 sec.
Premie: Bronzen medaille: B. Hendrix, te
Amsterdam, In 1 m. 10% sec.
10. Duiken. Vrije deelneming Diepte 3'/i M.
Vijf deelnemers.
Prys: Verguld zilveren kruis, uitgeloofd
door de hoeren H. D. Sala en G. J. Sala,
bestuurslid der „L. Z.-C."J. Corneliase, te
Amsterdam, in 206ec.
lste premieZilveren medailleP. Kimman,
to Amsterdam in 21% sec.
2de premie: Bronzen medaille: C. A. J.
Quant, te Loilen, in 213/s sec.
Aangezien Kimman en Quant eerst denzelf
den tyd hadden gemaakt, moesten zij over-
duikon. Kimman deed er toen 26J/5 sec. over
en Quant kon het voorwerp niet vinden.
11. Ma8tklimmen. In deze afdeeling waren
de mededingers vrij in de keuze van bet
kostuum, dat echter aan de algemeene be
palingen boboorde te voldoen. Zes detl
nemers. Als prijzen waren voor dit nommer
uitgeloofd vijf kunstvoorwerpen, waarvan
óóu voor den vlugsten klimmer en één voor
het aardigste kostuum. Prys voor het kostuum
aan Antoo Van Ingen Schenau. lste prijs
voo: het klimmen aan A. Witmans en 2de
prys aan F. De Wilde, allen te Leiden.
De jury bestond uit de heeron J. H. Van
der Burg, oud-kapitein der artillerie; C. A.
Bader, leeraar in de gymnastiek aan de H.
B.-S., enz.J. Van Nouhuys, eerste officier
Ind. Gouv.-MarineP. Blussé van Oud Alblas,
voorz. der Stud. Roei Vereeniging „Njord";
J. Kunst, leeraar aan de B.-S H. M.
OBreen, kapitein der infanterie, en W. Draayer,
secretaris der LZ.-C."
Eet bestuur is als volgt samengesteldC.
J. Leendertz, president; E. Th. Witte, vice-
president; W. Draayer, secretaris; H. M.
Byieveld, penningmeesterJbr. M. Rappard
en G. J. Sala, commissarissen.
Een belangrijk nommer was vooral het
buikzwemmen op oen baan tor longto van
300 meter, hetgeen in oen Rjjn buiten het
bassin geschiedde en waarby raon twee voor
name zwemmers als E. Douwes D.kk.r en
Ed. Meyar tegen elkaar kon zien streden. Dit
nommer w. s te interessanter, ornaat eerstge
noemde verleden jaar en laatstgenoemde cit
jaar het kampioenschap van Nederland op
600 meter verwierf. Thans moest Meyer het
op 300 meter tegen Douwes Dekker afleggen.
By de prijsuitdeeling werd voor beiien ecn
driewerf hoezee aangeheven, ook omdat zy
onlangs in het buitenland den Nedtrlandschen
naam hadden hoog gehouden, nl. te Liile,
waar z(j eveneens prijzen behaalden.
Een nieuw nommer en een zeer veel bel-wg-
st Hing wekkende variatie op het gebruikelijke
programma vormde het optreden van ue
onlangs [opgerichte Amsterdamsche water-
spring- en zwomclub, cie tracht de oude
Grieksche spelen met bun schoone stanaen
weer in cere te herstellen. Een eer was het
voor de „Leidsche Zwemclub", dat eenige
leden van die nieuwe club, waaronder zelfs
bestuursleden, hi r voor het eerst buiten
Amsterdam hun verrichtingen deden bewon
deren. Het ontbrak bun dan ook Diet aan
ttyval, want telkens werden zy daverend
to gejuicht, en aan bet einde van den we stryd
ontvingen zij namens het bestuur bovendien
nog een woord van bijzonderen dank.
Hulde [werd tevens gebracht aan aller., die
tot het welslagen van bet feest hadden mede
gewerkt, terwijl de directeur van „Rhynzigt"
werd verrast met de aanbieding van een
door een bestuurslid zelf kunstig vervaardigd
souvenir, bestaande ih een geheel opgetuigd
zeilscheepje in miniatuur on Ier glazen kast,
voor de moeite en zorgen, door dien directeur
steeds voor de „L. Z.-C." aan den cag geUgd.
Aan de .Groote Vink" had gis
ternamiddag een zesjarig kind, dat onder
toezicht van een dienstbode was, het ongeluk
in den Rijn te vallen. De opperstuurman der
marine Krefts, gedetacheerd bij de verificatie
van 's-Ryks Zeeinstrumenten aan de Varken
markt alhier, sprong in zijn uniform te water
en slaagde er in bet kind behouden op het
oroge te brengen.
Hare Majesteiten hebben ieder
een groote zilveren mefaille beschikbaar ge
steld voor de tentoonstelling van kanarie
vogels, enz, door „Luscinia" in Augustus te
's Gravenhago te houden.
Met zekerheid wordt vermeld,
dat de naamlooze vennootschap „Almeloosche
Stoomspinnerij, weverij en ververij (directeu
ren de hoeren Daey Ouwens en C. Caidinaal
Jr.) t£gen 15 Augustus a. s. zal liquiieeren.
Algemeen hoopt men te Almeloo, dat de uit
gebreide falri k voor dian datum in vollo
werking in andere handen zal overgaan.
Te Zwfindrecht ontstond Vrijdag
avond een hevige brand in het perceel, be
woond door den landbouwer G. Veldhorst. De
bewoners, m^n, vrouw en kind, benevens een
kostganger, konden zich nog zoo goed als
ongekleed in veiligheid brengen, doch de
19-jarige dienstbode, Lijntje De Heer, uit
Pottershoek, aie loven sUep, verbrandde. Het
huis met de schuur werden gehetl door h=t
vuur verteerd en nagenoeg niets werd gered.
Ook 20 kipp n verbrandden. De huizen zijn
verzekerd, evenals de inboedel.
Naar de „N. R. C." verneemt, moet Van
P., die onder verdenking staat den brand by
Adrianus Steehouwer te Hendrik Ido-Ambacht
gesticht te hebben, by welken brand de 23-
jarige zoon van Steehouwer omkwam, ook
ernstig verdacht worden de aansteker te zijn
van den bovenvermelden brand by Vel;horst.
Er schijnen echter tegen Van P. nog geen
voldoende bewijzen te zijn om hem re arres
teeren; bi) bevindt zich nog aliyd op vrije
voeten.
Zaterdagnacht om één uur mo: t Van P. uit
Dordrecht naar Zwyndrecht zyn overgevaren.
Hij zou toen tegen de veerschippers g*zegl
hebben: „Je k^nt me toch zeker wol; ik ben
de trandstichter van Oostendam". Later zou
hfi gezegd hebben: „Er zal vannacht wel wat
gebeuren". Hij voer, zooals gezegJ, om één
uur 's nachts over i n om twee uren ongeveer
werd de noodlottige brand door de bewoners
ontdekt
Van P. woont te Zwyndrecht net op de
grensscheiding van die gemeente enHenorik-
Ido Ambacht.
Het slachtoffer van den brand te Zwyndrecht
was zeer bemind by de huisgenooten van
Veldhorst; zy was de oudste dochter eener
arme weduwe uit Puttershoek, wier steun
zij was.
G i s t e r n a m i d d a g te 3 uren werd
de brandweer te Amsterdam gealarmeerd voor
een brand by de firma Peck Co. achter
de perceelen Nieuwendyk 72 en 74 Op de
binnenplaats, waar pak-materiaal geborgen
was, wa6 brani ontstaan. Aanvankelijk liet
deze zich ernstig aanzien. Het bleek reeds
lang vóór het naar buiten treden van het vuur
gesmeuld te hebben.
Binnen korten tyd bad men het vuur met
twee slangen op de Vechtwaterleiding onder
de knie.
Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor.
De magazijnen zijn des nachts onbewoond.
Alles was verzekerd. De oorzaak is onbekend.
Het is thans zeker, dat onder
de vermiste passagiers van het stoomschip
de „Bourgogne", den 4den Juli 1L, op weg
van Nieuw-York naar Havre, nabfl Sable-
Island ten gevolge van een aanvaring gezon
ken, zich bevond de heer H. J. "Wind, uit
Den Haag, hoofdvertegenwoordiger in Vene
zuela van de Carenero Spoorweg- en Stoom
vaartmaatschappij.
Uit Almeloo meldt men, dat het
tekort in do kas van den gemeente ontvanger
van Denekamp f 1000 boiraagt. Er was e.rst
sprake van ruim f 32000.
Naar de „N. R. C." verneemt is
thans, in overleg met oen hoofdcommissaris
van politie te Rotterdam de weg vastgesteld,
waarLngs do optocht zal gaan, die bij de
fe stvioring op 31 Augustus aldaar van 2
tot 6 uren zal worden gehouden. Het is een
geschiedkundigen optocht, samengesteld uit
de tijdvakken der stadhouders, met daarachter
v.rscbillende bedreven in hun historische
ontwikkeling. Na op htt handelsterrein te
FuyenoorU te zyn opgesteld, verlaat de optocht
dit terrein door een der poorten, die in de
Rosestraat uitkomen. Vervolgens gaat het,
met de muziek van den heer P. J. Ooykaas
voorop, de muzikanten allen gedost in middel-
eeuwscbe kleederdracht, langs Ro3estraat,
Stieltjesplein, over de brug over de KoDings
haven, Van der Takstraat, Willems rug,
Boo Tipjes, over de Nieuwe Leuvetrug,
Willerosplein, Wtsterstraat, Westplein,Scheep-
timmermanslaan, Ecndrachtsweg, "Witte de
Withstraat, Schisdamscbe Singel, Coolsingel,
Slagveld, Schiebrug, Hofplein, Oppertbrug,
Oppert tot de Meent, Meent, Gedempte
Binnenrotte, Boerenvischmarkt, Kaasmarkt,
Gedempte Eotersloot langs Nieuwemaikt tot
aan de Prinsenstraat, Prinsenstraat, Lange
Baanstraat, Breedestraat, Van Spaan&traat,
St. Janstraat, Achterklooster, Oostpltin, Oost-
vestpleio, Geiempte Gouo'schevest tot aan de
Jonkerfransstraat, Jonkerfransstraat, Link.r
Rottekade naar het exercitieterrein, op welk
terrein de optocht ontbonden worot.
Te {Zaandam is thans besloten
het kerkgebouw aan de Westzijde den 4den
Augustus e. k. voor afbraak te verkoopen,
met den toren, de consistorie, het stovenhok
en het geheeie ameublement daarby inbe
grepen.
Uit Leeuwarden wordtgemeld
dat er een vry hevige brand is ontstaan in de
stoffen ververij van Do Lanoe in Nieuwstad.
Na anderhalf uur werd de brand gebluscht.
De Bcbade is vrij aanzienlijk, vooral aan het
gebouw.
Naar het „Hbl." verneemt, bestaat
by den „Norddeutscher Lloyd" het plan, met
het oog op de aanstaande verdubbeling der
afvaarten onder het postcontract met de
Duitsche Regeering, in 1899 regelmatig Penang
aan te doen en in verbinding daarmede do
afvaarten van Sumatra te vermeerderen.
Bovendien wordt medegedeeld, dit, om de
Zuidduitsche en Eollandsche belangen meer
dan te voren in het oog te boudeD, het aan-
loopen van een Nederlandsche haven (Amster
dam) ernstig overwogen wordt.
Donderdagavond heeft te Dord-
schebrug (gem. Emmen) een vreeselyke vecht
en snyparty plaats gehad tusschen twee
schippers, varende op bolsteraken van den
heer J. E. Schol ten: Zekeren Wanning zyn
hierby afschuwelijke wonden toegebracht aan
de keel en de dy. Wegens het groote bloed
verlies is de toestand van den gewonde, man
en vader, op 't oogenblik nog levensgevaarlijk.
De dader, zekere J. Ottens, eveneens gehuwd,
is den volgenden dag gevankelijk naar Assen
getransporteerd.
Da beer J. L. Tymes te Emmen verleende
de eerste geneeskundige hulp.
Tijdens een hevig onweder is
te Bozen de bliksem in do geleiding voor hot
electrisch licht geslagen, t-n gevolge waarvan
enkele stadsdeelen twee uren lang in duister
nis waren gehuld.
Voor de telophonische verbin
ding van het eiland Marken naar Monniken
dam is Zaterdagmorgen de kabel met goed ge
volg gelegd. Hij voldoet uitstekend aan alle
ei8chen en het geluid kwam prachtig over.
De r a 11 e n v e r d e lg i n g aan den
Langedyk en SintPancras heeft alle succts.
Ruim 16000 dezer schadelijke eieren werden
in ruim 3 maanden tyds gedood, waarvoor
ongeveer 1600 gulden aan premies werd uit
betaald.
Door de politie te Enschedee is
de hand gelegd op twee 11-jarlge knapen, die
op marktdagen, by branden en fcy openbare
feesteiykbedeQ, den bezoekers steeds hun
portomonnaies ontrolden. De handige zakken
rollers, die op zoo'n jeugdigen leeftijd dit
booze bedryf uitoefenden, zullen hiervoor nu
zeker moeten boeten.
By het derde b a t a 1 j o n v a n e e n
regiment te Altona heeft zich een geval van
vergiftiging voorgedaan, vermoeielyk teu ge
volge van het nuttigen van scheerling, die
in plaats van peterselie by het eten was
gevoegd. Ruim honderdvyftig manschappen
zijn onder einstige verschijnselen van onpas
selijkheid zi*k geworden. Zy zijn naar het
hospitaal overgebracht en dank zy een doel
matige behandeling reeds buiten gevaar.
Een bericht uit Brussel meldt,
dat de Russische graaf Leontieff, die door
negus Mentlik was benoemd tot gouverneur
van do aequatorische provincies, rescs naar
Frankrijk terugkeert wegens een verwonoing.
Zyn expeditie naar de Abessynische aequato-
riale provincies is opgegeven.
Het Zweedsche stoomschip
„Capella" met steenkolen van Huil na^r Malmö
is in de Noordzee gezonken. Het volk werd
gered door het stoomschip „Pollux" en te
Huil geland.
In Schotland is eenkolenmyn,
die langer dan 50 jaren in brand heeft g_-
staan. Nu onlangs is geconstateerd, dat zy
uitgebrand is. De groeve ligt ty Dailly. Meer
malen werden met veel kosten pogingen ge
daan om het vuur te blusschen, doch steeds
tevergeefs. Somtijds hoorde men een op con-
der gtlykend gestoma.el ond r den groud.
Groote rotsmassa's verhinderden, dat het vuur
ook ailere mijnon aantastte.
Het g es c h i 1 m e t d e e rf g e n a m e n
van Afred Nobel, den uitvinder van het dyna
miet, die zijn geheel vermogen (60 millioen
kronen) aan de universiteit en de academie
van Stockholm had vermaakt, is beslecht. De
erfgenamen stellen zich elk met een millioen
kronen tevreden.
De Nyi sty gt voortdurend. De
katoanoogsfc sal in Egypte dit jaar ryker zijn
dan ooit te voren.
In de nabyheid van Dora, in
den Amerikaanschen staat Nieuw-Jersey, is
in een buskruitfabriek een stoomketel ge-
sproogen, hetgeen de ontploffing van ©en
hoeveelheid buskruit ten gevolge had. Zeven
personen werden daarby gedood, waaronder
een op post staand soldaat. Verscheidene
andere personen werden gewond.
Zola's Brief aau Brissou,
President van den Franschen Ministerraad.
De brief, dien Emile Zola aan den heer
Bri8son in „l'Auroro" gericht heeft, luidt
aldus:
gMijnheer Brissont
„Gy waart de incarnatie der republikeinsche
deugd, gy waart het hooge symbool der buf-
gerlyke eerlijkheid. En plotseling komt ga
neerploffen in de afschuwelijke z>ak. Daar
zyt ge nu ontdaan van uw zedelyke souve-
reinit it, ge zyt niet meer dan een feilbaar
en gecompromitteerd man.
„Welk een verscbrikkeiyke gebeurtenis en
welk een vreeselyke droefenis voor eenzame
en stille denkers als ik, die zich tevreden-
steil. n met toe te zien en te luisteren 1 Sedert
ik behoor aan de justitie myns lands, heb ik
my er een wet van gemaakt om my te
houden bezijden elke polemiek; en, als ik nu
toegeef aan de overmachtigen drang om u
dezen brief te schrijven, is het omdat er
uren zyn, waarin de zi.len vanz If hun angst
uitschreeuwen. Maar, in myn zwygen, sedert
zes maanden, in het zwygen van zooveel
andere gewetens, die ik voel sidderen, welk
een patriottische droefenis, welk een lyden,
in htt zien hoe do besten vaD ons ongelukkig
Frankryk, zooveel intelligente en eerlyke
mannen, glyden in zooveel schande, hun
burgereer prijsgeven aan den wind der dol
heid die rondblaa8t! En het is om het uit te
schreien wanneer men zich afvraagt, welk
een offerande van slachtoffers de leugen nog
ei8chen z<tl, vóór de waarheid opgaat over
het gedecimeerde land, schoongeveegd van
hen, die wy dachten zyn roem en zyn kracht
te zyn.
„lederen morgen sedert zes maanden, voel
ik myn verrassing en myn smart grooter
worden. Ik wil niemand noemen, maar ik
rotp ze aan, allen, die ik liefhad, die ik
bewonderde, in wie Ik myn hoop had geves
tigd voor do grootheid van Frankryk. Erzya
er in uw ministerie, mynheer Brisson, er zyn
er in de Kamers, er zyn er in letteren en
kunsten, in alle maatscbappelyke omstandig
heden. En het is myn voortdurende krett:
boe komt het dat doze, dat die, dat die weer
niet met ons zyD, voor de menschelykbeid,
voor de waarheid, voor de rechtvaardigheid?
Zy achy non toch een gezond verstand te
bezitten, en ik dacht, dat hun hart op de
reebte plaats zat. Het verstand staat er by
stil. En dat te meer, omdat, wannesr men
my hun gedrag wil vorklaren door de nood-
zakelykhtid van zeker politiek overleg, ik
er nog minder van begrtyp. Want bet is wel
zeer zeker, voor ieder man van gezond ver
stand en koel nadenken, dat deze lieden van
aanzien in alle blydschap des harten naar
spoedig verderf snellen, onvermydelyk, onher
stelbaar.
„Ik dacht u, mynheer Brisson, te goed op
de hoogte, om niet evenals ik overtuigd te
z\jn, dat geen ministerie kan laven, zoolang
de zaak Dreyfus niet op wettige wyze is
afgedaan. Er is iets rottigs in Frankryk, bet
normale leven zal zyn loop niet hernemen
dan nadat het werk der genezing volbracht
is. En ik voeg er by, dat het ministerie, dat
de revisie zal tot stand brengen, zal zyn het
groote ministerie, bet reddende ministerie,
dat zich aanzien zal verschaffen, dat zal leven.
„Gy hebt u dus gezelfmoord, sedert den
eerst&n dag, door misschien te meenen, dat
gy op öeugdeiyken grondslag en voor langen
tyd uw macht vestigdet. En het ergste is,
dat weldra, wanneer ge vallen zult, gy by
deze zaak uw politieke eer zult verloren
hebben; want ik denk alleen aan u, ik houd
my niet bezig met uw ondergeschikten, den
minister van oorlog en den minister van justitie,
wier verantwoordelyke leider ge zyt.
„Welk een bedrojvend schouwspel, het eind
eener deugd, het bankroet van een man, op
wien de Republiek haar illusie had gevestigd,
overtuigd, dat dezo nimmer de zaak der recht
vaardigheid zou verraden, en die, zoodra by
meester is, de rechtvaardigheid onder zyn
oogen laat vermoorden I Gy bobt het ideaal
gedood. Dat is een misdaad. En alles wreekt
zich, gy zult gestraft worden.
„Laat ons zien, mynheer Brisson, welke
be8potteiyke comedie van een onderzoek gy
daar hebt toegestaan! Wy hadden mogen
denken, dat het bestaande dossier in den
ministerraad zou worden gebracht, en dat ge
daar met u allen aan het onderzoeken zoudt
gaaü, met al uw verstandeiyke vermogens, de
een den ander voorlichtend, besprekend© de
stukken zooals zy moeten besproken worden,
wetenschappelyk. En niets daarvan, het biykt
dui Ielyk uit het resultaat, dat geen enkele
controle plaats gehad beeft, dat geen ernstige
bespreking kan zyn gehouden, dat alles zich
beperkt heeft tot koortsachtig zoeken in het*
dossier, niet van de waarheid, maar alleen
van do stukken, die het best de waarheid
bestryden konden door indruk to maken op
de eenvoudigen van geest Zy m bekend, dia
manier van een dossier te bestudeeron, om
er uit te halen wat zoo goed en kwaai als
't gaat een overtuiging kan dienen, dia van
te voren onwrikbaar is vastgesteld. Dat is niet
een zekerheid, die betwist wordt, bewyzen,
bet is niet anders dan de stijfhoofdigheid van
een man, geplaatst in zoodanige omstandig
heden van persoonlyken geestestoestand en
de meen ngen van zfjn omgeving, dat zfln
verklaringen, historisch, geen waarde hebben.
„En ziet ook eens aan welk een erbarmeiyk
resultaat! Wat! hebt g'y niet meer gevonden
dan dat? En als gy niet anders gevonden
hebt dan dat, in uw woedende begeerte om
ons te overtuigen, dan moat er toch wel
niets anders wezen wat ge van den bodem
van uw zak te voorscbyn gehaald hebt? Maar
we kenden ze, uw drie stukken, wy kenden
dat vooral wat men met zooveel ophef heeft
te voorschyn gebracht voor het Hof van Assises,
en dat is wei de meest oobeschaamdo, de
meest grove valschheid, waardoor alleen
argeloozen kunnen gefopt worden. Wanneer
ik eraan denk, dat een generaal met allen
ernst deze monumentale mystificatie is komen
voorlezen aan een jury, dat er een minister
van oorlog kon worden gevonden om haar
te herlezen voor do afgevaardigden, en afge-
vaaroigden om haar te doen aanplakken in
alle gemeenten van Frankryk, blyf ik er
verstomd van staan kyken. Ik geloof niet,
dat er iets dwazers is dat ooit sporen in do
geschiedenis zal nalaten. En werkelyk vraag
ik mf af tot welken staat van geestelyke
afdwaling de hartstocht zekere menschen, die
ongetwtjfeld niet dommer zyn dan anderen,
kan brengen, om ook maar het minste geloof
te slaan aan een stuk, dat den scbyn hteft
het voorwerp te zyn van een weddenschap,
aangegaan door een falsaris, die de wereld
om den tuin lei jt.
„Gy zult wel begrijpen, dat ik de beide
andere voorgebrachte stukken niet zal gaan
bestryden. Men beeft daar genoeg van, genoeg
van aan te toonen dat zy op Dreyfus geen
betrekking kunnen hebben. En bovendien, de
noodzakelykheid v«n herziening biyft abso
luut, van het oogenblik af dat zy nóch aan
den beschuldigde, nóch aan de verdediging
zijn medegedeeld. De onwettigheid Is op alle
manieren formeel, het hof van cassatie moet
het arrest van den kry'gsraal vernietigen.
Maar gy kent de zaken evengoed ais ik, myn
heer Brisson, en vandaar myn verbazing, Gy
kendet ze, en hoe hebt py zonder boven de
hartstochtelijke beweringen van uw minister
van oorlog kunnon aanhooren? Wolt drama
is op dat oogenblik door uw gowoten gegaan?
Zyt gy zoo ver gekomen te meenen, dat de
politiek alles goed maakt, dat het geoorloofd
is te liegen om aan het land het heil te ver
zekeren, dat uw ministerie, naar uw raeening
het brengt? U zoo weinig intelligent te be
schouwen om nog een schaduw van twyfel
te behouden aan de onschull van Dreyfus,
valt my hard; maar aan den anderen kant
schijnt het my nog meor belee Igend een
oogenblik te gelooven, dat gy do waarheid
opoffert met het donkbeeld, dat de leugen
noodzakelijk is om Frankrijk te redden. O,
wat zou ik gaarne lezon in uw binnenste, on
wat moet alles wat daar omgaat belangwek
kend zyu voor een psycholoog!
„Wat ik u kan verzekeren is, dat gy onze
regeering ten zeerste bespotteiyk maakt. Men
heeft my verteld, dat Donderdag de oiploma-
tieke tribune ledig gebleven was. Ik wil wel
gelooven, dat geen enkel diplomaat zyn ernst
had kunnen bewaren by htt voorlezen d*r
drie fameuze stukken. En meen nret dat obx*
vyand Duitschiand de eeDigo cïj er pleizier
over heeft. Onze groote bondgenoot Rusland,
zeer wel op de hoogte van de ztak, zeerwel
ingelicht en bsslist overtuigd van de onschuld
van Dreyfus, mocht ons wel den dienst be
wijzen van u te vertellen wat Europa van
ons denkt. Wellicht zouct ge naar haar luis
teren, zy de hoogmachtige vriendin. Praat
daar eons over met uw minister van buiten^
landsche zaken l
„Laat by u ook zeggen met welk9 nieuwe
glorie de buitengewone vervolging van den
luitenant-kolonel Picquart den goiden naam
van Frankryk in het tuitenland dost schit
teren. Een rechtvaar jig man vraagt u eer-
bieJlgiyk om licht te doen schflnen, en gy
beantwoordt hem met e:n proces op grond
van eeD oude beschuldiging, waarvan do on
langs voor bet Hof van Assises gevoerde
debatten de ongorymdheid hebben bewezen.
„„Gy hindert my; ik ruim u uit den weg.""
Dat wordt een verscbrikkeiyke klucht, en ik
geloof dat er in de geschiedenis geen brutaloi
voorbeeld is van schynhoilige ongerechtigheid.
„Maar, zijn de drie stukken niet anders dan
lachwekkend, wat zegt gö, mynheer de presi
dent, van de beweerde bekentenissen van
Dreyfus, voortgebracht in Frankryks verte
genwoordiging, gegeven door een van nvr
ministers als de onverzetteiyke grondslag van
zyn overtuiging? Protesteert dan hier uw
rechtschapenheid niet in een kreet van woe
dend verzet? hebt ge dan niet gevoeld deaf-
schuweiykheii van zulk een h nielwyze, die
het geweten der wereld zal in opstand brongen
„De bekentenis van Dreyfus, groote Godl
Gy weet dus Diets van deze tragische ge
schiedenis? Gy kent dus niet het ware verhaal
van zyn verbanning, van zyn degradatie? En
zyn brieven, hebt gtf dan niet zyn brieven