N°. 11771
Maandag; 11 Juli.
A°. 1898
ir
feze (Qoaiant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
1
j Door den resident van Semarang zjjn
geplaatst in de contrëlo afdeeling Godong
Demak, de controleur 2de kl. J. E. Meiboom,
en in de contröle-afdoeling Semarang, de
controleur lste kl. P. F. Abell.
euilleton.
HEIDEROZEfL
T.EIDSCH
DAGBLAD.
16 I
PRIJS DEZER COURAHTi
Voor Leiden per 8 maanden.t l.H*
Franco per post 1-40'
Afeonderlijke Nommers 0-05-
PRIJS DER Apv KH'fKWn Hi W
Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17|. - Groctero
letterB naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend
KOLONIENt
.00
BATAVIA, 1-7 Juni.
Het lid in den Raad van Indië, de heer G.
A. Sthorer, is voornemens 's lands dienst te
verlaten in 1899. («J.-B)
-feepaald is, dat do benoemde controleur
lste kl C. M. N. Hutnmelgens in ce ranglijst
wordt geplaatst onmiddellijk onder den contro
leur lste kl. met buitenlandsch verlof C. Cb.
A. M. W. V. HatK
De controleur 2de kl. J. W. Verberno
is door den resident van Madoera belast met
het bestuur over de contrële-afdeelmg Zuid-
Bangknlan, met Tanahmerah als stan plaats.
De controleur 2de kl. W. J. Ketjen wordt
eeriol ontheven van het bestuur over de
control -afdeeling Protjot (Tegal) en vervangen
door den controleur lste kl. J. Dijkstra.
De controleur lste kl. D. De Boer is
belast met het bestuur over de controle-
afdeeliDg Tegalbambo, afdeeling Patjitan.
De controleur 2de kl. E. F. Jansen van
Raay is eervol ontheven van het bestuur over
de afdeeling Asahan en in gelijke etrekking
geplaatst in de afdeeling Batoe Babra, Oost
kust van Sumatra. In de afdeeling Asaban
wordt hjj opgevolgd door den controleur lste
kl. F. L. K. Storm van 's-Gravasande.
De adspirant controleur G. D. Van
Ravenswaajj is belast met hot bestuur over
do contr. af J. Pangi der residentie Preanger-
Regentschappen.
Het staat nu vast, zegt de „Deli Ct.f"
dat de E.iropeesche mail, die verloren ging
'by Sandheids aaD de Hoogly rivier, mede
bracht bladen en irievon, looponde van 30
April tot en mot 6 Mei 1.1.
Onze betrekkingen in Europa kunnen dus
nagaan wat zij in dien tijd verzonden hebben,
om oüs nog duplicaten daarvan te doen toe
komen.
Dj inspecteur bij den post- en telegraaf
dienst alhier, de liter W. P. S. Jansen, is
over Singapore naar Pontianak vertrokken,
om aan het postkantoor aldaar een onderzoek
in te stellen naar een a.nzieölyk kas-ttkort,
hetwelk bi) de overneming van de kas door
den opvolgor van den kantoorchef aldaar W.
Drijsdale, dip in April naar Soerabaia werd
overgeplaatst, werd geconstateerd. Het tokort
bedraagt f6000. (J.B.)
Mon seint aan de „Java-BoJe", dd. 2 Juni,
van Makassar:
De „Speelman" kwam hier zooeven binnen
mot het lericht, dat in do bocht van Tomini
een vrij zware aschregeu is gevallen, ten
gevolge van vulkanische werking op h.t eiland
Binang Oonang.
Te Donggala heeft een hevige brand gewoed,
die 114 huizen in de asch legde.
Aan de „J.-B." werd 3 Juni van Buiten
zorg gemeld:
Gisteravond heeft in den Cbineeschen kamp
en in de kampongs een groote paniek ge-
heersoht.
Boden gingen overal rond met het bericht,
dat het gouvernement duizeni soldaten had
losgelaten om te plunderen. De vrouwen vlucht
ten in de huizen, dio gesloten werden; de
mannen klommen in de klapperboomen.
Omtrent deze paniek werd later aan het
zelfde blad geschreven:
Reeds voor en tjjdens de races ging er
een praatje in de kampoDgs, dat de Kompenie
aan de solJaten, die naar Atjeh zouden gaan,
verlof zou bobben gegeven om te rampassen
en om vrouwen te rooven; vele vrouwen en
meisjes waagden het daarom niet naar h.t
raceterrein te gaan, maar bleven in de kam
pongs, angstig wachtende op de dingen, die
komen zouden.
Nog grooter werd de paniek, toen, naar
van inlandsche zijde beweerd wordt, twee
oppassers de bewoners van Soekasarie, Bandar-
peteh en Bondongan kwamen waarschuwen
om hun deuren te sluiten, daar het schandaal
dadeiyk een aanvang zou nemen; en toen
het bericht kwam, dat op de hoogte van den
Empang, links en rechts van den weg, troepen
militairen stonden, bereikte de paniek haar
toppunt.
Have en goed in den steök latende, vluchtten
vrouwen en meisjes toen uit de huizen. Het
werd doodstil op don pas>rweg; in twee
huizen, boven den pasar gelegen, waar een
feestje gevierd werd, zweeg de gamelang;
de nontonners verdwenen; de feestgevers
barrikadeerdon zich zoo goed mog-ïlyk. Wie
de praatjes heeft rondgestrooid ben ik niot
te weten kunnen komen; m^rkwaaraig is
het iutusschen, dat het zoo grif verd aange
nomen. Een streng onderzoek van de zijde
van het bestuur is zeer gewenscht.
Blijkens nog door ce „J.-B." bij het bestuur
ingewonnen inlichtingen moet du paniek alleen
in de verbeelding heboen bestaan van een
paar zenuwachtige menschen, dio hem go
zaak ten onrechte als een ernstig geval moeten
hebben voorgesteld. Donderdagavond was ue
bevolking gewaarschuwd, dat een compagnie
van het 18de bataljon infanterie een nachte
lijke veiligboidsoefeniug zou houden langs
den weg naar Batoe Toelis. Die waarschuwing
zal door enkele inlanJers verkeerd zijn be
grepen, misschien heeft een der oppassers,
die do mare moesten verkondigen, zich wel
een grapje veroorloofd; hoe h6t zy, er mo=ten
inderdaad enkelen het hoofd verloren en gekke
dingen gedaan hebben. Van een paniek kan
echter zeker niet gesproken worden.
De in do „Jav. Ct." van 3 dezer genoemde
gesneuvelde Europ. Berg. Schooten, alg. stamb.
no. 42553, tn de als levensgevaarlijk gewond
vermeLe Europ. fus-lier Abrahanie, alg.
stamb. no. 33344, heeten ten rechten Scholten
en Abrahams; laatstgenoemde is aan de
bekomen verwonding overleden.
Tot aanvulling van het bericht in de
„Javasche Courant" zy nog vermeld, dat op
1 dezer licht gewond werden de Europoesche
cavalerist Ruggë, alg. stamb. lo. 31465, en
de Europeesche fuselier Goedhart, alg. stamb.
no. 44173. Verder werd licht gewond de
Europeesche fuselier Van Tassen, alg. stamb.
no. 33352.
Naar wy met genoegen vernemen, wordt
er ijverig gezocht naar mindere militairen,
dio in de termen vallen om by gel genbeii
van de a. s. kroningsfeesten met een medaille
van de Oranje-Nassau-ordo te worien ge
decoreerd.
Vooral te Atjeh geeft men zich daartoe
veel moeite en het valt daar licht, om tal
vaD onderofficieren en mindere militairen aan
te wyzen, die jaren op het oorlogsterrein
hebben doorgebracht, trouw hun plicht hebben
betracht en daarom wei eens voor een
dörgelyke belooning mogen in aann erking
kom on. (Bat. Nbl.)
Op het verzoek van J. W. Van Gogh
en B. J. Kluvers, respectievelijk voorzitter
en secretaris van en als zoodanig bandelende
voor en namens de Malangsche Vereeniging
van koffieplanters, om door heffing van booge
invoerrecht n op Santos-koffie den invoer van
die koffiesoort op Java tegen te gaan, is te
kenneu gegeven, dat er geen termen zyn
gevonden, om in hun verzoek te treden.
Schout Hione to Batavia heeft twee
Chinoesche vrouwen gevat, die hy reeds
maanden geleden van valsche muntery ver
dacht, zonder echter ooit voldoende bewijzen
te hebben om de beide vrouwen in hechtenis
te nemen. Onlangs berichtte een spion hem,
dat een hoeveelheid valsch geld in de maak
was; de schout begaf zich daarop naar Gloook,
waar de vrouwen verbiyf hielden.
Een visitatie aan den lyvo ging met groot
verzet gepaard en leidde tot de ontdekking
van een zakje, inhoudende 23 halve gulden
stukken en 25 kwartjes. Meesterlyk zyn deze
nagemaakt. Bcdynsoh zilver is bet metaal,
waaruit de munten zijn vervaardigd, aio slechts
een kleine afwerking aan den rand behoeven,
om, wat klank, kleur en voroi aangaa", vol
komen op de echte geldstukken te geiykeo.
De valsche muntsters heeten Oei Hok Nio,
wier echtgenoot eenigen tyd geleden wegens
valsche muntery tot 10 jaren dwangarbeid
word veroordeeld, en Oei Poe Nio, wier zoon
Einpó kort geleden de doodstraf onderging.
Fyne familie. (J.-B.)
Yan Banjoo-Biroe meldt men aan het
«Bat. Nbld."
E nige aagen geleden stond een schildwacht
by het kruitmagazyn tegen de hellingen van
het gebergte op een eenzamen post, toen hy
plotseling op een kleinen afstand van zich
e?n man ontwaarde, die den het magazyn
omringenden muur trachtte over te klauteren.
Hoewel de schildwacht een geweer by zich
had, is by den indringer met zyn sabel te lyf
gegaan en verdween deze altyd volgens
het verbaal van den mlandschen militair -
plotseling in den grond.
Den volgenden morgen vond mon bloed
sporen, die echter verawenen, en eenige dagen
later by het padisnyden, in een sawah het
ïyk van een Inlander.
De zaak, die nogal vreemd schynt, is in
onderzoek.
Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indiö
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: Wegens
langdurigen dienst een jaar verlof naar Europa
aan don directeur der noogoro burgerschool te
Soerabaia dr. K. H. Mertens.
Belast: Voor den duur van het aan dr. K.
H. Mertens verleend verlof naar Europa, met de
waarneming der betrekking van directeur der
hoogero burgerschool te Soerabaia, de leeraar in
do staatswetenschappen en geschiedenis aan ge
noemde school mr. J. Luyten.
Ontslagen: Op verzoek, eervol uit lands
dienst, de resident van Tegal W. H. S. Van
Waning;
wegons ziekte, eervol uit zyn bot rekking, de
commies 2de kl. bij den post- en telegraafdienst
P. C. Baay;
Benoemd: Tot commies ode kl. bij den post
en telegraafdienst, do adjunct-commies A. H.
Rijkschroeff;
tot ambtenaar bij de in- en uitvoerrechten en
accijnzen, de hoofdopziener bij die middelen D.
F. Liedermooy.
Nader verlengd: Mot drie maanden of
zooveel korter als zal blijken voldoende te zijn,
de termijn, waarvoor mr. M. C. Offcrhaos, laat
stelijk substituut-griffier bij het Hoog-Gerechtshof
van Nederlandsch Indië, is belast met defuncliön
van buitengewoon voorzitter van den laudraad te
Malang (Pasoeroean);
do ambtonaar G. W. Swartz ter beschikking
van voornoemden buitengewonen voorzitter gesteld,
ten einde te worden belast met griffiers-werk
zaamheden.
Gedetacheerd: Bij de afdeeling Spoor- en
tramwegen en stoomwezen van hot departement
der Burgerlijke Openbare Werken, de tijdelijke
opzichter 2de kl. bij den aanleg van Staatsspoor
wegen A. W. Kykelenboom.
O n 18 I a g o nOp verzoek eervol uit zijn be
trekking de tijdelijke onderopziebter 1st© kL bij
den aanleg van Staatsspoorwegen A. Moyer.
Benoemd: Tot controleur l9te kl. de contro
leurs 2de kl. C. M. N. Hummelgens en F. Van
der Dussen
tot controleur 2de kl. de adspirant-controleurs
M. M. Lucliainger, F. L, Broekvoldt en N. M. C.
Verwey Mejan;
tot adspiiant-controleur J. N. Smith, E. V. Van
der Schalk en W. M. Ingenlurjff, allen thans ter
besobikkiug van den directeur vau Binnonlandach
Bestuur.
Bij de H. B.-School voor meisjes te Batavia.
Onthoven: Eervol van de hem gedane tijde
lijke opdracht tot het geven van onderwijs in de
boginselen der wiskuode en de aardrijkskunde de
heer G L. 't Hooft, en in zijn plaats tijdelijk be
last de onderwijzer 3de kl. bij net openbaar lager
onderwijs voor Europeanen N. J. Verwey, thans
tijdelijk belast met net geven van onderwijs in
de Franscbo taal en letterkunde aan dezelfde in
richting;
met de waarneming der betrekking van leerares
in de Franscho taal en letterkunde, mejuffrouw
W J. Bosch.
Benoemd: Tot stationschef 2de kl. by de
exploitatie van Staatsspoorwegen op Java de
stationschef der 3de kl. rh. J. Hendrilcsz;
tot commies 3do kl. bij den post- on telegraaf
dienst, de adjunct-commies F. A. Von Lutzow.
Ontslagen: Op verzoek, wegen9 ziokte, eer
vol als adjunct-amanuensis bij het bestuur over
hot weduwen- en weezeofouds van bargeriijke
ambtenaren in NederlandschTndië C. Vanaerüon
Netscher.
V e r 1 e e n d "Wegens langdurigen dienst, een
iaar vei lof naar Europa aan den pastoor te Mage-
lang (.Kedoe) F. I. A. Voogel;
wegens ziekte een tweejarig verlof naarEnropa
aan den landmeter 3de kl by het kadaster, J. C.
C. Van Driossche.
Benoemd: Tot assistent-res. van Pandeglang
(Bantam) de assistent, resident van Banjoowangi
(Besoeki) J. W. Van der Valk, van Banjoewaogi
(Besoeki) de assistent-resident van Pandeglang
(Bantam) D. H. Andeweg.
Bij bet Binnenl. Bestuur op Java en Madoera.
Verplaatst: Van de res. Bantam naar de
res. Preanger-Regentschappen, de contr. 2de kl.
H. Selleger
van de res. Madiocn naar de res. Madoera, de
contr. 2do kl. J. VV. Verberne;
van de res. Semarang naar de res. Kediri, de
contr. 2de kl. B. L. Yan Bylevelt
Bij den post- en te egraafdienst.
Overgeplaatst: Van Moeara Doewa naar
Laliai, de commies 3de kl. W Taunaij;
vast Lahat naar Moeara Doewa, de commies 3de
kL H. Martens.
Benoemd: Tot lid van de Wees- en Boedel-
ueer ie Soerabaia de vendumeester te Buitenzorg
A. P. Kuipers.
Toegevoegd: Aan de ingesteldegrondhuur-
coauaissie, de ambtenaar op non-activiteit S. De
Graaft, laatst controleur lsie kl. bij bet Binnenl.
Bestuur op Java en Madoera
Bij het Kadaster in Ned.-Indië.
Bepaald: Dat de benoemde bewaarder 3de kl.
L. M. Knaud, geplaatst blijft bij de kadastrale be
waring te Soerabaia.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleend:
Wegens ziekte, een tweejarig verlof naar Europa
aan den kapt. der inf. G. W. Honingh en aan
den «ffi. van gex. late kl. J. Pollak.
Ontslagen: Uit Harer Mejesteits militairen
dienstt de offi. van gez. 2de kl. J. F. Vis.
Overgeplaatst: By het'2de depot-bat. do
kapitein bij bet 9de bat. inf., geëvacueerd van
Atjeh naai Batavia, W. R. Van der Gronden;
by het lste depot-bat. de lste luit. bij het 9de
bat inf. geëvacueerd van Atjeh Daar Batavia, W.
F. ÏL Bloemiuck;
aar Magelang de milit. apotheker 2de kl. to
Somarang, D. J. K. Wetselaar;
naar Semarang de milit. apotheker 2de kl. to
Magelang, A. Van Moerten;
bij de troepenmacht in Atjeh t. n. i. de majoor
bij net 10de bat. inf., K. F. Engelbert van Bever
voorde.
Geplaatst: Bij aank. bij de troepenmacht
in Atjeh ter nadere indeeling de kap. der inf. van
verlof uit Nederland terugverwacht wordende, E.
A C. Van Regteren.
Ingetrokken: De ovorpl. bij de troepenmacht
in Atjeh t. n. i. van den luit.-kol. bij het ltlde
bat. inf., H. Krull.
Bevorderd: Tot majoor bij liet wapen der
genie, de kapitein J. J. A. Muller, met bepaling,
dat bij ook in zijn nieuwen rang als chef der trian
gulatie-brigade van den topographischen diens*
gehandhaafd eu by zijn wapen a la suito gevoerd
zal blijven;
tot Isten luit. bij het wapen dor art., de 2de luit.
J. J. F. A. Beunk.
Overgeplaatst: By den generalen staf
majoor J. J. A. Maller voornoemd;
naar den gewest, en plaats, geneesk. dienst van
Atjeh en Undorhoorighedon, de offi. van gez. 2do
kl. te Somarang, C. L. Van Steeden.
Verleend: Wegens ziekte een jaar verlof
naarEnropa. aan den kapt. der inf. P. Bodemeijer
oen tweejarig verlof naar Europa aan den offi.
van gez. lste kl. Dr. D. D. Bucmer.
Ons) agon: Op verzoek wegen9 volbrachten
diensttijd, eervol en met behoud van recht op pen
sioen uit Hr. Ms. militairen dienst, de kapitein der
inf. C. F. Van den Ende.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Overge
plaatst: Van het flottieljovaartuig „Madura"
op het flottieljevaartuig „Makassar" als oudsto
offi. de luit. ter zee 2de kl L. P. W. Van der Wal
van het flottieljovaartuig „Makassar" op hot
flottieljevaartuig .Madura" de luit. ter zee 2de kl.
C. Wrtsen Elias.
Overgeplaatst: Van het raderschip 2do kl
.Soembing". bij buitendienststelling op hetftottieljo-
vaartuig .Flores" ala commandant de luitenant
ter zee lste kl. F. C. E. L. Koster; als oudste
offi. de luit. ter zee 2de kl. S. Van Lennep; do
lolt. ter zee 2de kl. A. U. De Joncheere; op folio
van luitenant ter zee 2de kl. do adelborst der lsto
kl- O. Van Slooten; de offi. vaD. gez. lste kl. F.
Bennik
van het raderschip 2de kl. „Soembing" bij buiten
dienststelling op de .Gedeh" de offi. van adm.
2de kl. E. A. O. Vervoeren; van de „Gedeh" op
de .Flores" de adjunct-administrateur M. M. Jautze.
Bij do Gouvememonts-Marine.
Ovorgoplaatst: Van het stoomschip „Barito"
op de .Reiger" de leerling-machinst J. M. Andreas;
van het stoomschip „Flamingo" op de .Albatros"
de leerling-machinist U. E. Smith.
Gedetacheerd: Met ingang van 16Juni 1893
bij het departement der marine in Ned.-Indië, om
werkzaam te worden gesteld als chef der lsto af
deeling (personeel) de kapitein-luitenant ter zee
by do Kon. Nederlandsche marine J. Cardinaal.
21)
Liza beminde hem niet; dat was een slag,
f "öiên by, zoolang hem het leven bleef, niet
1 te boven zou komen; maar moest hy daarom
Lora's hart van zich stooten, het hart, dat
hom liefhad, geiyk hy het eenmaal van haar
ïustor had gehoopt?
Ook by streed geen gemakkeiyken strijd,
ook hy vroeg zich in bangen twyfel af, of hy
mocht zwygen, en ook hy kwam tot het
eindbesluit, dat hy het moest.
E:n onthulling van de ware toedracht der
zaak scheidde Lora voor altijd van hem. Terwyi
hty echter de liefde der eene zuster afwees,
verwierf hy niet die der andere, dooh een
onoverkomeiyke kloof scheidde hem van beiden
nimmer zou het hem mogelijk zyn het den
stervende gegeven woord na te komen. Zyn
oudor3 evenwel, die, omdat hy de laatste van
z(jn geslacht was, dringend zyn huwelyk
wenschten, zou hy mettertyd toch een
8choondoc:iter moeten meebrengen, en zoo
hot niet Liza mocht zyn, waarom dan niet de
hand vasthouden, die Liza zelve in de zyne
gtlegd had?
„Harald is veel ernstiger gewordeD," gaf
Lora op zekeren dag haar zuster als haar
meening te kennen, toen haar bruidegom
de stille verloving had roeds plaats gehad
weer als hersteld kon beschouwd worden;
„maar my dunkt, hy bevalt my zoo nog veel
beter dan vroeger, hoewel dat ook begrypelyk
is. Maar wanneer ik er aan denk, dat hy nu
spoedig weer vertrekt, en hy zeide vandaag
nog, dat de grond hem onder de voeten
brandde, als hy nog langer als oom Brackhofs
gast hier moet blyven, dan geloof ik het niet
te kunnen verdragen van hem gescheiden
te zyn."
gHet zal immers niet voor langeD tyd wezen,"
hernam Liza; tdan komt hy je balen."
„Niet voor langen tydl" herhaalde Lora
met iets van haar vroeger onguduld. „Dat
zegt ge, omdat ge het niet begrypt. Wacht
maar, tot ge ook eens bruid zyt, Liza; als je
dan ook eens verscheidene maanden lang je
verloofde niet ziet
„Ik zal nimmer een bruid zyn," antwoordde
Liza kalm, „ik biyf by onze moeder."
„O, Liza, wat ben je goed, hoeveel beter
dan ik 1" riep Lora met die plotselinge ver
andering van stemming, die haar eigen was,
en wierp zich aan den hals harer zuster; „ik
zei onlangs nog tot Harald, dat ik niet begreep,
waarom hy my neemt, terwyi gy nog te
krygen zyt."
„Maar, Loral" viel haar zuster haar verwijtend
iu de rede; „hoe kon je dat zeggen 1"
„Waarom niet? Het ia immers waarl En
weet ge, wat hy me antwoordde? Hy zette
een heel ernstig gezicht en zeide: Engelen
beantwoorden de liefde van stervelingen nietl
Ik hernam: Maar, Harald, daarmee spreekt
ge immers een groote beleediging tegen my
uit, en zoo het Liza niet was, dan had ik het
volste recht jaloersch tezjjn; maar nu vergeef
ik 't je, want Liza is altyd myn goede engel
geweest, en ook de uwe, meer dan je weet!
En toen vertelde ik hem, hoe ge my steeds
moed hadt ingesproken, wanneer ik er na aan
toe was het geloof aan zyn liefde te verliezen
hoe ge hem verontschuldigde, wanneer ik
ongeduldig werd over zyu lang wegblyven,
ja, hoe ge my geleerd hebt, wat liefhebben
beteekent. Hy luisterde met de grootste op
lettendheid en vroeg my nog allerlei over het
geen je gezegd hadt en hoe en wanneer, en
ook, toen ik hein vertelde, dat gy verzekerd
hadt, dat ge nooit met oom Brackhof getrouwd
zoudt zyn, omdat ge het voor zonde bieldt
zoüder liefde te trouwen, werd hy heel opge
wonden en herbaalde oen paar malen: Zonde?
Zei zjj dat werkelijk? Zonde? En toen vroeg
hy> of gy die bewering wri onder alle om
standigheden zoudt volhouden, of ten laatste
toch niet zoudt toegeven, dat byzoudere om
standigheden hierin onderscheid maken? Ik
lachte en antwoordde, dat hy je dat zelf moest
vragöu; in tik geval zoudt go oom Brackhof
niet nemen, al wilde h y ook, on daarmede
was Harald het volkomen eens."
Het was geen wonder, dat Harald de grond
onder de voeten brandde, tot hy het huis
verlaten kon, dat hy thans als dat van zyn
hitteraten vfftttd mo&ct be&chouwen.
De beer Von Brackhof had hem sedert hun
eerste onderbond geen woord meer toege
sproken, maar wel vernam Harold, dat hy
zich op do hevigste vryze togen zyn zuster
had verzet, toen deze hem mededeelde, d.t
zyn hoop op Lora tevergeefs was en dat deze
zich met Harald zou verloven.
De gansche woede van den beleedigde
keerde zich echter tegen den jongen man
zeiven, en hy verklaarde, dat slechts de ach
ting voor zyn zuster hom er van terughield
den zieke terstond buiten de deur te zotten.
Dat een zoodanig optreden evenwel niet raoge-
lyk was, zoolang zyn in-bezit neming van het
landgoed „Heiderodo" nog niet wettelijk was
vastgesteld, wisten de in zulke dingon oner
varen vrouwen natuurlyk niot.
De opening van het testament was wegens
Haralds ziekte uitgesteld geworden; thans
wachtte deze slechts daarop om te zioD, hoe
de omstandigheden van de weduwe en haar
dochters zich voordeden. Alles bevond zich,
helaas! zoo tameiyk wel in den toestand,
zooals de heer Von Brackhof dien voorspeld
had. De zich in zyn handen bevindende papie
ren bewezen voldoende, dat het goed eigonlyk
reeds lang in zyn bezit was overgegaan.
De zeer bescheiden rente, die den achter
geblevenen restte, was in de verste verte niet
toereikend om haar langer verblijf op het
huis „Hciderodo", ook onder de gunstigste
omstandigheden, mogelyk te maken, om van
het aflossen eener zoo zware schuld in het
geheel niet te spreken. Er bleef nieta anders
over dan de laatste in een verkoopakte te
veranderen, waardoor het landgoed in het
rechtmatig bezit van den heer Von Brackhof
overging.
Nog eenmaal wel is waar speelde deze den
grootmoedige en bood zyn zuster on Liza oen
toevluchtsoord by zich aan; doch do barones
wees het aanbod dankend, maar beslist van
de hand. Er zyn menschen, voor wie het
aannemen eener weldaad deze in de hardste
straf verandert, en mevrouw Von Heiderode
waa er don dierbaren ontslapene dankbaar
voor, dat hy door een kleine, doch onaantast.
bare rente haar in zooverre onafhankoiyk had
gemaakt, dat zy een eigen, hoewel bescheiden
huishouding kon oprichten.
Lora nam bet als iets, dat vanzelf spreekt,
aao, dat moeder en zuster haar naar heur
nieuw tehuis volgden of althans daar heel ir
de nabyheid een nieuwe kleine huishouding
stichtten, en het kostte haar menigen traaD
van teleurstelling, toen dit plan by de barer
geen ingang vond.
Haar moeder zag wegens haar groote
ziekeiykbeid tegen een verhuizen naar eon
meer noordeiyk, in den winter althans ruwer
klimaat op, en Liza was volmondig van eea
zelfde meening. Maar dat Harald zulks even
eens deed, nam Lora byna als een peraoonlyke
krenking op, en hy had moeite haar te over
tuigen, dat het by hem geen gebrek aan
inachtneming harer wenscheD, noch minach
ting was van hetgeen haar gelukkig zou
makeD, wat hem zyn instemming met de
wenschen harer moeder deed betuigen.
Wordt varvolgd.)