MENGELWERK.
M
l
neigt de taal er toe, om in het teekenschrift
al minder uit te drukken en den geest er
al meer by te laten denken. Dit maakt den
geest vryer, maar eischt grooter inspanning.
Iets, wat in het Chineesch zóó sterk is, dat
eenselfde woordvorm, ai naar gelang vaa do
plaatsing of van het accent of den toon, waar
mee hy wordt uitgesproken, soms zes zeer
verschillende beteekenissen toelaat.
Doch juist, omdat dit proces in de spreek-
en schrijftaal organisch saamhangt met de
evolutie in den geest van hot volk, is het
onoordeelkundig, dit proces in de spreek- en
schrijftaal te willen verhaasten.
Hier voegt een afwachtende houding, om
eerst als de vrucht geheel rijp zal zyn
haar te plukken.
En wat mon zegt, dat men er de kinderen
moe plaagt, hier staat tegenover, dat taal-
gymnastiek voor het uit elkander werken
van de hersenen uitmuntende vrucht afwerpt.
"Wie het taalonderwijs te gemakkelijk wil
•naken, geeft al te vroeg een middel prijs, dat
vooral bij de volksklasse, die slechts één
taal leert, voor de scherping van den geest
'.00 uitmuntenden dienst doet.
Omtrent de Eogerhuis-agitatie
schrijft het üaagsch Dagblad:
Men had mogen verwachten, dat na de
complaisante wijze, waarop door onze rechter
lijke macht is gehandeld in verband met de
Hogerhuis agitatie en na het belacliiyk figuur,
dat de raddraaiers by deze beweging hebben
geslagen, deze zaak uit zou zyn geweost.
Toch hebben nog protest bowegingen ge
boogd deze vlam aan het branden te houden
en zelfs vrouwelijke spreeksters, die beter
moesten weteD, hebben zich niet geschaamd
ven turfje daartoe by te dragen.
Zoolang de beweging zich slechts in wel
sprekendheid uitte, hebben wy gemeend er
niet veel notitie van te moeten nemen, doch
\bans hooren wy van verschillende zydeD, dat
by den Minister van Justitie een sterke pressie
ïs gebezigd, zelfs van politieke zyde om
den Hogerhuizen gratie te verleenen 1
Gelukkig heeft de Minister begrepen, dat
een dergelijke daad een slag in het gezicht
van de rechterlyke macht zou zyn en fay
daarmede een onherstelbaar nadeel zou too
brengen aan onze nationale waardigheid.
Zelden waren toch de autoriteiten in zooveel
explicaties gotreden tegenover geruchten,
meeningen en gissingen als by dit geval, om
toch maar elk misverstand uit den weg te
'uimen. En dan zoude men zich verbeelden,
dat een minister van justitie, na juist deze
byzondere liefde getoond, te hebben voor het
beginsel der rechtvaardigheid, ten pleiziere
van een agitatie van grootendeels politiek
karakter, het geheele rechtsdenkbeeld tot een
caricatuur zoude maken!
Brutaal is het denkbeeld zeker, doch
Goddank 1 in Nederland niet voor verwezon-
lyking vatbaar.
Ingezonden aan de Arnhmsche Courant
werden de volgende dichtregelen.
Wilholmiua's proclamatie
31 Augustus 1808.
Muziek van Woorden van
iet Wilhelmuslied, imar de W. N. Wolterink,
oude tooozettiug. te Wostervoort.
Jonkvrouwe van Nass uwe
Ben ik, van edel bload,
Oad-Nederlar.dsc ie tiouwe
Yervult myn jong gemoed.
Prinsesse van Oranje,
Van myn geboorto af aan
Wyst reeds de strijd met Spanje
My do oude gloriebaan.
Als 's Ryks Vorstin getreden
In mfiner vaadron spoor,
Smeek ik in myn get eden
Met *t volk by God vorhoor:
Ik zweer 't myn trouw, myn minne,
Ik wyd 't myn hart en hand
Waar ik als koninginne
De ryksvaau zie geplant.
Waar Neerland3 vlaggen wapp'ren,
Te velde of op zee,
Daar volgt myn hart de dapp'ren,
Dio stryden voor den vreê.
's Lands vrijheid en 's volks rechten,
Als gosdoren gemeen,
Wil 'k met het volk bevechten;
Oranje en volk zyn één!
Hans en Ida.
Ida en Hans.
„Zyt ge spoedig klaar, Ida?"
„Ja; waarom?"
„Ik wilde je eens wat vragen."
„Dadeiyk."
Zy is op haar fiets gezeten en voert eonige
kunstige toeren uit. Nu springt zy er af en
Staat vcor hem, slank, frisch en bekoorlijk, in
haar donkerblauwe japon; met roode wangen
tn lachende oogen.
Hy trekt haar naast 2ich op de bank.
„Ida, hebt go my lief?"
„Natuurlijk; wat een komitke vraag is
c'èt nul"
„Je weet toch, dat wy met elkaar zullen
trouwen."
„Dat is waar ook; ik had het geheel ver
geten. Zooais vanzelf spreekt, komt daar niets
van. Niet waar?"
„Waarom niet?"
„Kom, Hans, dat weet je toch even goed
als ik. Wy beminnen elkaar in het geheel
niet en een huwelijk op commando is alleen
goed genoeg voor onzelfstandige menschen,
en niet voor dezulken, die weten wat zy willen,
zooals wy beiden."
„Zeidet ge daareven niet, dat gy my lief-
hebt ?-
„Ja, maar liefhebben en beminnen is niet
hetzelfde. Zie, wy kennen elkaar van kinds
been af, heoben samen paardje gespeeld, ge-
zamenlyk knorren gekregen en om de lekkerste
peren ruzie gehad. Gisteren nog hebben wy
met het grootste genoegen samen in den
kerseboom gezeten. Waarom zouden we nu
öf plotseling hemelhoog juichen df zielsbe
droefd zyn?"
Hy teekont met zyn stok figuren in het
zand en antwoordt niet.
„Zie eens, beste jongen," zegt zy over
redend, „die beroemde liefde ik bedoel:
dat vurig verlangen, dat zoete hopen en zoo
meer, je begrypt mo wel zou ik ook wel
eens willen leeren kennen. Gy dan niet? En
zouden wy elkaar dan den pas afsnijden? Dat
zou toch erg dom van ons zyn."
„En denkt ge, dat we samen dat genot
niet zouden kunnen smaken?"
„Wy? Geen denken aanl Wy stemmen in
niets overeen. „Soit ich ihn gesehon, glaub
ich blind zu sein"; ik bid je, als dat my
overkomen was, zou ik, arm wurm, van de
wieg af blind hebben moeten zyn. En by u,
„mich hat das unglückselige Weib vergiftet
mit ihren Thranen." Zou dat niet heerlijk zyn
Mot my zult gy zoo iets nimmer beleven."
Hy lacht. „Nu, daar zou ik wel buiten
kunnenl"
„En daar wy elkaar niet beminnen, zullen...."
„Zullen wy wachten; we zyn beiden nog
jong", beslist by op zyn kalme maüier, die
hem ouder deed scbfjnen dan by was.
„Ik geef toe, dat het op dit oogenblik niet
gemakkeiyk is te onderschoiden wat in onze
wederzydsche geoegonheid gowoonte en kin
dervriendschap, wat liefde is."
Zy lacht. „Wachten? Als dat deliefdeproef
moet zyn, voor myn part, laten wy dan
wachten tottotnu laten wy zeggen
tot de planten, welke die steenen Flora in
haar schoot draagt, beginnen te bloeien."
„Inderdaad wel wat veel verlangd. Ik kan
dus heengaan met een blauwtje?"
„Een blauwtje 1 Hoo kunt ge zoo praten,
Hans! Wy zyn het toch volkomen eens! En
nu, groet de uwen in „Friedensfeld" van my
en kom morgen bytyds terug."
Zy keek hem met voldoening aan. Zoo was
de zaak in de beste ordo. Waarlyk, hy was
een knap menscb, geen ander kon met hem
vergeleken worden. Maar zich zoo door hem
to laten nemen ach neen, het allermooiste
in dit zonnige, bloeionde leven moest toch
heel anders zijn, dat zeggen immers allo
dichters, en die moeten het wel weten. Hein-
rich Heine bijvoorbeeld, wat deed die geen
reuzentoerenHy trok de grootste dennen uit
do bosschen van Noorwegen, doopte ze in de
gloeiende lava van den Etna on schreef daar
mede aan bet hemelgewelf: „Agnes, ik bemin
u." Zoo staat het ton minste in zjjn Liede
renboek.
En Hans?
Neen, neen, hy moost maar wachten tot
de verdorde bloemen in den schoot der Flora
weer begonnen te bloeien 1
„Zeg eens, Ida, is Hans eigenlyk een
komeet?"
„Waarom dan, Koosje?"
„Ja, onze juffrouw zegt: kometen zyn van
die lichamen, die plotseling verscbynen en
verdwynen; meestal weet men niet wanneer
zy terugkomen. En Hans 'oiyft mi ook weg,
en niemand weet voor hoo lang."
„Ik weet het ook niet," zei Ida verstrooid,
de astronomisch© voorstellingen van baar
zusje onbeantwoord latende, en keek zooals
zy reeds acht dagen gedaan had, tevergeefs
naar „Friedensfold", het naburige landgoed.
Waarom kwam Hans niet? Zy was gaarne
naar „Friedensfeld" gereden, zooals zy vro9ger
zoo dikwyi3 gedaan had. Maar dat bad haar
vader, die sedert het mislukken der trouw
plannen zeer uit zyn humeur was, haar ver
boden.
Kwam hy toch maar!
Weder ging er een week voorby en nog
eon, doch Hans kwam niet. Ida werd hoe
langer hoe ernstiger en stiller; overal miste
zy den vriend. Zelfs het wielryden verschafte
haar geen genoegen meer, daar hij haar niet
begeleidde.
Niet lang daarna brak er een hevig onweder
los. Op het naburige landgoed, waar Hans,
niettegenstaande zyn jeugd, met overleg en
bekwaamheid de plaats van zyn lydenden
vader innam, was de bliksem geslagen in een
arbeiderswoning. Menschen, die er van daan
kwamen, vertelden, dat Hans rustig en flink
te midden der radelooze dorpelingen hot red
dingswerk leidde.
Een ander meende gezien te hebben, dat
een brandende balk neergestort was juist op
de plek, waar de jonge mynheer stond.
Nog .looit in haar leven had Ida zulke
angstige uren doorgebracht, tot eindeiyk het
bericht kwam, dat de brand gebluscht en
mynheer Hans ongedeerd was.
En hem nu niet te mogen zien!
Den volgenden dag kon zy het niet langer
verdragen; zy sprong op haar rywiel en reed,
trots het verbod baars vaders, naar hom toe.
Maar toen zy het welbekende heerenhuis
door de hoornen van het park zag schemeren,
overviel haar een vreemd gevoel van schaamte,
dat haar het bloed naar de wangen joeg. Zy
sloeg een zypad in, ia de hoop hem tegen te
komen. Den derden dag trof sy hem aan. Hy
zat te paard en groette haar zonder stil te
staan vriendeiyk, maar vluchtig, van uit de
hoogte.
Van dat oogenblik af kreeg het ry wiel voor
on bepaal den tyd verlof en kon het zich over
geven aan stille overpeinzingen.
Na eenige weken kwam het bericht, dat
HaDs op reis zou gaan voor een half of een
heel jaar; men wist het nog niet precies.
Ida schrikte. Nu moest hy toch komen om
afscheid te nemendit was haar eenige troost.
Hy kwam dan ook, maar juist toevallig, t09n
zy afwezig was. Men bracht haar zyn afscheids
groet by haar thuiskomst Zy ging naar den
zolder en wierp zich op den grond tusschen
allerlei rommel neer en weende hartstochteiyk.
Op den avond van denzelfden dag ging Ida
naar buiten in den stillen tuin, waar het
maanlicht met rustige praoht de late zomer
bloemen bestraalde en de avondwind haar als
een zachte liefkoozing over het haar streek.
Uit een geopend raam kwamen de tonen van
ean lied, dat de ondorwyzeres daar binnen
met zachte stom by de piano zong:
»Hrj e»l spoedig *\jn verra na hier,
En de vToawen zija daar eoo valeoh en schoon."
Nog dieper voelde zy haar hartewee. Hy zou
weggaan en veel schoone en beminnelijke vrou
wen ontmoeten en één daarvan zou hy zeker
medebrengen als de toekomstige meesteres
van „Friedensfeld".
Zy echter zou ver van hem blyvon en geen
aandeel meer hebben in zyn lot. Dwaze, onbe
grijpelijke dwaze, die zy geweest was!
Zy dacht niet meer aan dichters en liefde
liederen. Heine en zyn reuzenpen waren nu
werelden van haar verwijderd. De vreemde
tonen verstomden by het luide kloppen van
baar eigen hart.
AIb zy hem nog maar ééns mocht zien en
hem zeggen kon: „Ga niet weg van my in
toorn; ik wist zelve niet boe lief gy my zyt."
Maar morgen vertrok hy en als hy terug
kwam zou datgene, wat nog aan liefde voor
haar in hem leefde, reeds lang gestorven en
begraven zyn.
Om haar heen verhieven zich uit de tuin
bedden de bloemen en keken haar in bet
maanlicht als vragend aan. Uit het met licht
overgoten boschje keek grauw en spookachtig
h&t half verweerde steenea beeld.
Haar overmoedig woord kwam haar wedor
in de gedachte: „Laat ons wachten tot de
planten in den schoot dier steenen Flora be
ginnen te bloeien."
En plotseling doordrong baar een gedachte.
Daar aan het parkhek de Flora en hier de
bloemen een enkel teeken, een laatst, kon
zy hem geven; beminde hy haar, dan zou
hy het begrypen en haar wellicht niet
opgeven en vergeten; beminde hy haar niet,
dan zouden haar woorden hem reeds lang
ontgaan zyn en zyn oogen zouden onver
schillig langs het steenen beeld heenglyden.
"Weinige minuten later sloop zy met samen
gehouden schort, schuw en voorzichtig als
naar een „rendez-vous", naaï het Florabeeld.
Nu boog zy zich om het laatste geboomte
heen en „Hansl" met een schreeuw trok
zy zich terug. Daar stond hy en trok juist
zyn hand weg, waarmede hy een ruiker
prachtige rozen in het verweerde kleed der
steenen godin gelegd had. Em oogenblik was
het stil tusschen hen. Toen zeide zy zacht
verwijtend: „Waarom bleeft ge zoo lang weg?"
„Omdat ik voor mijzelf klaarheid wilde
hebben, of gy geiyk hadt by ons laatste ge
sprek", antwoordde hy. „Neen, gy hadt on
gelijk, geheel ongeiyk, ten minste wat my
betreft. Ik bemin je toch en laat de hoop
niet vaTen, je eens te bezitten. Daarom legde
ik tot afscheidsgroet die rozen daarin nu
bloeien zy, de bloemen van uw Flora."
„Hans!" riep zy en het klonk als een
juichkreet. De slippen van de schort ont
gleden haar bevende handen; een bloemen
regen viel op het gras voor zyn voeten nedor.
„Ach, Hans, ikwilde juist hetzelfde
ioenl"
In het witte licht, dat door het loof viel,
scheen de steenen godin het paar vriendelyk
toe te lachen. Dat was aardig van haar, want
in het algemeen ontvangen dames niet gaarne
bloemen, die voor een ander bestemd zyD.
Daarom mocht zy er nu ook getuige van wezen
hoe twee jonge, gelukkige menschen elkaar den
verlovingskus gavenen dat kregen slechts
weinigen te zien: een paar zwy gen de boom bd,
de maan en Amor, die schalk 1
Gemengd Nieuws.
Deze week werden op „Rbynzigt"
genomen 549 zwembaden door hoeren en 134
door dames. De temperatuur van het water
is 19° Celsius.
Een staaltje van schier onbe-
grypeiyke koetsiers-lichtzinnigheid bleek giste
ren in de zitting van het kantongerecht in
Den Haag.
Eenigen tyd geleden reden op den Wasse-
naarschen weg, naby het rustverblijf „Hees-
wyk," twee rijtuigen elkaar te gemoet.
Een derde rytuig stond aan een der zyden
van den weg, terwyl de man, die met vrouw
cn kind uit was, het wagentje, waarin het
kind zat, op een veilige plaats ter zyde van
den weg wilde krengen totdat de rytuigen
zouden gepasseerd zyn. De koetsier van het
uit co richting van Den Haag komende rytuig
zag in welk een benarde positie het kinder
wagentje zou kunnen komen wanneer hy
niet even stilhi 1Jbuitendien werd hem door
verschillende voorbyg.ingere en ook door de
mosder van bet kind toegeroepen te stoppen.
Niet alleen bleef de koetsier doof voor dit
verzoek, maar legde hy ten overvloede de
zweep over zyn tweespan, met het onver-
mydelyk gevolg, dat het rytuig den kinder
wagen aanreed. Het lichte voertuigje werd
over een berm geslingerd, het kind viel er uit
en bezeerde zicb, gelukkig niet ernstig, aan
het hoofdje.
Een nachtwacht van "Waasenaar slaagde or
in den onbosuisden koetsier te bekeuren.
Het Openbaar Ministerie vorderde gisteren een
geldboete van f 16 of 3 dagen hechtenis tegen
den voerman, dio niet ter terechtzitting ver
schenen was.
De Holland8che Spoorweg-Maat-
schappy zal Dinsdag a.s. ter gelegenheid van den
maskerade-optoebt te Delft tydens de lustrum
feesten van het studentencorps aldaar op het
traject Rotterdam Den Haag-Amsterdam "32
extra-treinen doen loopen.
Uitslag s chiet w edstry d te Loos
duinen in den corp&wedstryd voor marine en
leger. Hieraan namen 16 corpsen deel.
lste prys Normaal Schietschool, 's-Graven-
hage, 40 treffars 687 punten; 2de prys,regi
ment Grenadiers en Jagers, 40 treffers 669
punten; 3de prys, 2de reg. infanterie 40 tref
fers 669 punten (het laagste schot besliste);
4de prys, Instructie-bataljon, Kampen, 40 tref
fers 659 punten; 5de prys, 8ste reg. Infante
rie, 40 treffers 649 punten6de prys Koloniale
Reserve, 40 treffers 633 punten; 7de prys,
6Je reg. Infanterie, 40 treffers 628 punten;
8ste prys, 4de reg. Infanterie, 40 treffers 621
punten.
Van de haringvisschery a r r i-
veerde gisteren voor de eerste reis te Maas
sluis de logger Ma 141, „Hollands Roem,"
schipper L. Van Gelderen, met 6 last baring.
By oen hevig onweer is teHerpen
(N.-Br.) de bliksem geslagen in den toren der
parochiekerk, waarvan de uitwendigo bekl.e-
öing geheel vernield werd. In de kerk dragen
het orgel, de kïuisweg, het yzerwerk en de
muren de sporen van verwoesting.
Wyi de toren bouwvallig is verklaard, is
men begonnen hem af te breken.
Te St. - Oedenrode (N. - Br.) is een
landbouwerswoniag met den geheelen inboe
del, hooi, stroo en landbouwgereedschappen
door brand vernield.
EERSTE KAM EB.
Rijioielbdasting.
Tn zyn antwoord op het Voorloopig Verslag
der Eerste Kamer geoft de minister van finan-
ciën als zyn gevoelen te kennen, dat de wet.
gever terecht de rijwielen in de personeel
belasting heeft opgenomen, en evenzeer terecht.
als een afzonderiyken grondslag. Anders zou
er een leemte ontstaan zyn, want welke reden
is er om meubelen, rytuigen, paarden te be- m
lasten en ry wielen vry te laten? Ook had
men niet het bedrag in verband met de huur fcl
waarde kunnen brengen, en ook de contrölaBH
zou niet weinig zyn bemoeilykt. Hy kan niet
toegeven dat een afzonderlyke belasting de
voorkeur zou hebben verdiend, allerminst dat
die. belasting zou hebben mo.ten bestaan in
een invoerrecht of een accyns. Dat hy na
verwerping oen afzonderlyke heffing zal voor
dragen, kan hy niet verklaren.
Da aanneming zal vryheid geven om de
raming der p?rs. belasting in de middelenwet
voor 1899 f 75,000 a f 100,000 hooger te
stellen dan anders geoorloofd zou zfio.
Aangezien aan de volledigheid der controle
het een en ander ontbreekt, zal het wenschelyk
zfin een gedeelte van de som, die het middel
opbrengt, aan te wenden om het toezicht te
verscherpen. De antomobielen worden als ry.
tuigen beschouwd en vallen dus onder mobilair.
De hier gemaakte tegenstelling tusschen het
platteland en de winkeliers is z. i. min of
meer bevreemdend. Juist de winkeliers ten
plattelande zullen door de bepaling van art,
31 §6b zeer worden gebaat, en voor de
arbeiders is gezorgd door 4 van genoemd
artikel.
Suppletoire Juslitiebegrooting.
Ter beantwoording van het Yoorl. Verslag
der Eerste Kamer zegt de minister van jus
titie, dat centrale leijing en uitbreiding van
den arbeid ter voorziening in de behoeften
van het Ryk voorshands de aangewezen weg
en het aangewezen middel schynen om zooveel
mogelyk te waken, dat de gevangenisarbeid
afbreuk o t aan de particuliere nyverheid.
Wel onttrekt ook de Ryksarbeid een zekere
hoeveelheid werk aan de algemeene arbeiders-
markt, maar oefont daarmede geen druk uit
op de pryzen en loonen.
SCIIAAKRUBRIEK. Maandag 11 Juli 1898.
Redactie: L. S.-V. „Morphy". Adres: W. C.Tan der Keulen, Breestraat 151, Lelden,
Schaaknieuws.
In den internationalen wedstrijd te Woenen was de stand na de 23ste ronde:
Tarrasch
18*
Alapiu 13
Walbrodt
12*
Sho waiter
9
Pilistury
17*
Burn 13
Scbiffers
11
Caro
7
Steinitz
15*
Lipke 13
Blackburne
10*
Baird
6
Janowski
15*
Maroczy 12*
Marco
10
Trenchard
4*
Tschigorin
14
Schlechter 12*
Halprin
9*
Evaos:
Wil.
e 1
P f 3
L c 4
b 4
c3
Schaakpartij No. 73.
Correspondcntic-partiQ St.-Petersburg— Weenen. Gespeeld van
anibict. Dreigt a
Zwart. 9 a 6
1 e5 L c 6 10 bc6:
2 p c 6 a 5 11 La7
3 L c 5 D a 4 12
4 Lb 4: Hiermede geeft wit zich
5 La 51 't voor Jeel uit de band. Betere
voortz tting: P b d 2 12 e d 4:
cd4: 13 0 0, Dc2 14 bene
vens L b 2 en T a 3.
12 e d 4 1
c d 4 13 L d 7
e 5 14 Pd 5
In aanmerking kwam: 14
,4, Dc2 15d5,La316c5,
enz.
L a 3 15 0-0
Dc4 16 P f 4
Khl? 17
Wit overziet bet offer op
- Met e d 6: 17 L o 6,
i: 18 Ld 5, D c 5: 19
L13 D d 820 P o 2
Kh 1 21 Lg2 Kg2: 22
T d 8: P d 2 23 enz. was de
party nog te houden.
Het Internationales Schach-
Journal noemt deze variant
beter dan de „normaal
variant".
0-0 6 d 6
d 4 7 Lb 6
Lasker beveelt deze zet aan,
„ten minste verzekert hij
zwart remis." Man zie hierbij
ook naar de voortzetting:
7 Ld 71, bv.: Db3 8 De7i,
d e5: 9 dc5:, La3 10 Lf6,
Pd 2 11 Pg e7, enz. Wit
wint dan later do gambiet-
pion terug maar zwart be
houdt oen goed «pel.
a 4 8 P f 6
Lg4 was beter.
L b 5 9
Nooember 1897 April 1898,
17 L e 6
Pet
g2.
.Del
Del
K g 2
Kg8
P b d 2
K g 2
Khl
18
19
20
21
22
23
P g 2 1
L d 6
15
14
Dg5
Dh5!
r
3
3
P
r
23 L d 4is minder goed
wegens T b 1 24 L e 3, T b 3 25,
D c 3
D d 3
Tal:
Tgl
T g 2
K g 1
P f 3:
D c 3
Pel
L b 2
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
Ld 4:
Lal:
L e 5
T a b 8
Dh 5
L f 3
D d 5:
Tbl
D d 41
c 51
Wit geeft op, daar b(j een
figuur verliest; op Dc3 b3+
volgt c4.
Weenen beeft het slot de»
partij mooi doorgevoerd.
Probleem No. 79 rail J. Dobrnsky, Praag.
Zvut
Adres voor oplossingen: J. J. Colpa,'
Lange Mare 18.
Oplossing probl. No. 77.
L e 3 of b 2 enz.
Stam ma was een Arabier, die in do
eerste helft der vorige eeuw leefde. In
1737 werd van hem een verzameling,
bestaande uit 100 problemen, te Parys
uitgegeven. M-t dtze beroemde serie
begon een nieuw tydperk in de Gnt*
wikkeliog dec ^a&bleraatiuk.
i b c d e
wit
Mat in 3 zetten.
(Een byzonder schoone compositie).
Goede oplossingen ontvangen van:
Leiden: B. C. M. Savi, R. PaulideaJ
J. B. Bouwer, jhr. Strick v. Linschotent
H. J. B., B. S. v. K oeten, J. v. Beveren,
"W. Ridderbof, G. H. Key, Een lid van
„Palamedes".
N o o r d w y k H. B. J. H.
Deventer: A. Van Eelde, G. W«
Kloosterboer. (Ook van No. 76.)
CORRESPONDENTIE.
H. J. B.: Uw tweezet is niet geschikt: de
eerste zet is te ruw gespeeld, de drievoudige
dreiging is leelyk, enz. Von Uw vierzot is nu
wel iets goeds te makenDe oplossing gaat
niet op na DxdP. U mort als dr igingnjmen
1 2 L -f- 3 L
KXL j 4 Db8=U
exL j 4 DxD T j
(zuiver mat) of ceze variant op een andere
wyze gebruiken. Dit hoofdspel raag echter
niet facultatief kunnen toegepast worden.
Ph. J. v. d. L.Te eenvoudig.
J. v. B.: Dank voor 'fc toegezondene.