MENGELWERK. M l neigt de taal er toe, om in het teekenschrift al minder uit te drukken en den geest er al meer by te laten denken. Dit maakt den geest vryer, maar eischt grooter inspanning. Iets, wat in het Chineesch zóó sterk is, dat eenselfde woordvorm, ai naar gelang vaa do plaatsing of van het accent of den toon, waar mee hy wordt uitgesproken, soms zes zeer verschillende beteekenissen toelaat. Doch juist, omdat dit proces in de spreek- en schrijftaal organisch saamhangt met de evolutie in den geest van hot volk, is het onoordeelkundig, dit proces in de spreek- en schrijftaal te willen verhaasten. Hier voegt een afwachtende houding, om eerst als de vrucht geheel rijp zal zyn haar te plukken. En wat mon zegt, dat men er de kinderen moe plaagt, hier staat tegenover, dat taal- gymnastiek voor het uit elkander werken van de hersenen uitmuntende vrucht afwerpt. "Wie het taalonderwijs te gemakkelijk wil •naken, geeft al te vroeg een middel prijs, dat vooral bij de volksklasse, die slechts één taal leert, voor de scherping van den geest '.00 uitmuntenden dienst doet. Omtrent de Eogerhuis-agitatie schrijft het üaagsch Dagblad: Men had mogen verwachten, dat na de complaisante wijze, waarop door onze rechter lijke macht is gehandeld in verband met de Hogerhuis agitatie en na het belacliiyk figuur, dat de raddraaiers by deze beweging hebben geslagen, deze zaak uit zou zyn geweost. Toch hebben nog protest bowegingen ge boogd deze vlam aan het branden te houden en zelfs vrouwelijke spreeksters, die beter moesten weteD, hebben zich niet geschaamd ven turfje daartoe by te dragen. Zoolang de beweging zich slechts in wel sprekendheid uitte, hebben wy gemeend er niet veel notitie van te moeten nemen, doch \bans hooren wy van verschillende zydeD, dat by den Minister van Justitie een sterke pressie ïs gebezigd, zelfs van politieke zyde om den Hogerhuizen gratie te verleenen 1 Gelukkig heeft de Minister begrepen, dat een dergelijke daad een slag in het gezicht van de rechterlyke macht zou zyn en fay daarmede een onherstelbaar nadeel zou too brengen aan onze nationale waardigheid. Zelden waren toch de autoriteiten in zooveel explicaties gotreden tegenover geruchten, meeningen en gissingen als by dit geval, om toch maar elk misverstand uit den weg te 'uimen. En dan zoude men zich verbeelden, dat een minister van justitie, na juist deze byzondere liefde getoond, te hebben voor het beginsel der rechtvaardigheid, ten pleiziere van een agitatie van grootendeels politiek karakter, het geheele rechtsdenkbeeld tot een caricatuur zoude maken! Brutaal is het denkbeeld zeker, doch Goddank 1 in Nederland niet voor verwezon- lyking vatbaar. Ingezonden aan de Arnhmsche Courant werden de volgende dichtregelen. Wilholmiua's proclamatie 31 Augustus 1808. Muziek van Woorden van iet Wilhelmuslied, imar de W. N. Wolterink, oude tooozettiug. te Wostervoort. Jonkvrouwe van Nass uwe Ben ik, van edel bload, Oad-Nederlar.dsc ie tiouwe Yervult myn jong gemoed. Prinsesse van Oranje, Van myn geboorto af aan Wyst reeds de strijd met Spanje My do oude gloriebaan. Als 's Ryks Vorstin getreden In mfiner vaadron spoor, Smeek ik in myn get eden Met *t volk by God vorhoor: Ik zweer 't myn trouw, myn minne, Ik wyd 't myn hart en hand Waar ik als koninginne De ryksvaau zie geplant. Waar Neerland3 vlaggen wapp'ren, Te velde of op zee, Daar volgt myn hart de dapp'ren, Dio stryden voor den vreê. 's Lands vrijheid en 's volks rechten, Als gosdoren gemeen, Wil 'k met het volk bevechten; Oranje en volk zyn één! Hans en Ida. Ida en Hans. „Zyt ge spoedig klaar, Ida?" „Ja; waarom?" „Ik wilde je eens wat vragen." „Dadeiyk." Zy is op haar fiets gezeten en voert eonige kunstige toeren uit. Nu springt zy er af en Staat vcor hem, slank, frisch en bekoorlijk, in haar donkerblauwe japon; met roode wangen tn lachende oogen. Hy trekt haar naast 2ich op de bank. „Ida, hebt go my lief?" „Natuurlijk; wat een komitke vraag is c'èt nul" „Je weet toch, dat wy met elkaar zullen trouwen." „Dat is waar ook; ik had het geheel ver geten. Zooais vanzelf spreekt, komt daar niets van. Niet waar?" „Waarom niet?" „Kom, Hans, dat weet je toch even goed als ik. Wy beminnen elkaar in het geheel niet en een huwelijk op commando is alleen goed genoeg voor onzelfstandige menschen, en niet voor dezulken, die weten wat zy willen, zooals wy beiden." „Zeidet ge daareven niet, dat gy my lief- hebt ?- „Ja, maar liefhebben en beminnen is niet hetzelfde. Zie, wy kennen elkaar van kinds been af, heoben samen paardje gespeeld, ge- zamenlyk knorren gekregen en om de lekkerste peren ruzie gehad. Gisteren nog hebben wy met het grootste genoegen samen in den kerseboom gezeten. Waarom zouden we nu öf plotseling hemelhoog juichen df zielsbe droefd zyn?" Hy teekont met zyn stok figuren in het zand en antwoordt niet. „Zie eens, beste jongen," zegt zy over redend, „die beroemde liefde ik bedoel: dat vurig verlangen, dat zoete hopen en zoo meer, je begrypt mo wel zou ik ook wel eens willen leeren kennen. Gy dan niet? En zouden wy elkaar dan den pas afsnijden? Dat zou toch erg dom van ons zyn." „En denkt ge, dat we samen dat genot niet zouden kunnen smaken?" „Wy? Geen denken aanl Wy stemmen in niets overeen. „Soit ich ihn gesehon, glaub ich blind zu sein"; ik bid je, als dat my overkomen was, zou ik, arm wurm, van de wieg af blind hebben moeten zyn. En by u, „mich hat das unglückselige Weib vergiftet mit ihren Thranen." Zou dat niet heerlijk zyn Mot my zult gy zoo iets nimmer beleven." Hy lacht. „Nu, daar zou ik wel buiten kunnenl" „En daar wy elkaar niet beminnen, zullen...." „Zullen wy wachten; we zyn beiden nog jong", beslist by op zyn kalme maüier, die hem ouder deed scbfjnen dan by was. „Ik geef toe, dat het op dit oogenblik niet gemakkeiyk is te onderschoiden wat in onze wederzydsche geoegonheid gowoonte en kin dervriendschap, wat liefde is." Zy lacht. „Wachten? Als dat deliefdeproef moet zyn, voor myn part, laten wy dan wachten tottotnu laten wy zeggen tot de planten, welke die steenen Flora in haar schoot draagt, beginnen te bloeien." „Inderdaad wel wat veel verlangd. Ik kan dus heengaan met een blauwtje?" „Een blauwtje 1 Hoo kunt ge zoo praten, Hans! Wy zyn het toch volkomen eens! En nu, groet de uwen in „Friedensfeld" van my en kom morgen bytyds terug." Zy keek hem met voldoening aan. Zoo was de zaak in de beste ordo. Waarlyk, hy was een knap menscb, geen ander kon met hem vergeleken worden. Maar zich zoo door hem to laten nemen ach neen, het allermooiste in dit zonnige, bloeionde leven moest toch heel anders zijn, dat zeggen immers allo dichters, en die moeten het wel weten. Hein- rich Heine bijvoorbeeld, wat deed die geen reuzentoerenHy trok de grootste dennen uit do bosschen van Noorwegen, doopte ze in de gloeiende lava van den Etna on schreef daar mede aan bet hemelgewelf: „Agnes, ik bemin u." Zoo staat het ton minste in zjjn Liede renboek. En Hans? Neen, neen, hy moost maar wachten tot de verdorde bloemen in den schoot der Flora weer begonnen te bloeien 1 „Zeg eens, Ida, is Hans eigenlyk een komeet?" „Waarom dan, Koosje?" „Ja, onze juffrouw zegt: kometen zyn van die lichamen, die plotseling verscbynen en verdwynen; meestal weet men niet wanneer zy terugkomen. En Hans 'oiyft mi ook weg, en niemand weet voor hoo lang." „Ik weet het ook niet," zei Ida verstrooid, de astronomisch© voorstellingen van baar zusje onbeantwoord latende, en keek zooals zy reeds acht dagen gedaan had, tevergeefs naar „Friedensfold", het naburige landgoed. Waarom kwam Hans niet? Zy was gaarne naar „Friedensfeld" gereden, zooals zy vro9ger zoo dikwyi3 gedaan had. Maar dat bad haar vader, die sedert het mislukken der trouw plannen zeer uit zyn humeur was, haar ver boden. Kwam hy toch maar! Weder ging er een week voorby en nog eon, doch Hans kwam niet. Ida werd hoe langer hoe ernstiger en stiller; overal miste zy den vriend. Zelfs het wielryden verschafte haar geen genoegen meer, daar hij haar niet begeleidde. Niet lang daarna brak er een hevig onweder los. Op het naburige landgoed, waar Hans, niettegenstaande zyn jeugd, met overleg en bekwaamheid de plaats van zyn lydenden vader innam, was de bliksem geslagen in een arbeiderswoning. Menschen, die er van daan kwamen, vertelden, dat Hans rustig en flink te midden der radelooze dorpelingen hot red dingswerk leidde. Een ander meende gezien te hebben, dat een brandende balk neergestort was juist op de plek, waar de jonge mynheer stond. Nog .looit in haar leven had Ida zulke angstige uren doorgebracht, tot eindeiyk het bericht kwam, dat de brand gebluscht en mynheer Hans ongedeerd was. En hem nu niet te mogen zien! Den volgenden dag kon zy het niet langer verdragen; zy sprong op haar rywiel en reed, trots het verbod baars vaders, naar hom toe. Maar toen zy het welbekende heerenhuis door de hoornen van het park zag schemeren, overviel haar een vreemd gevoel van schaamte, dat haar het bloed naar de wangen joeg. Zy sloeg een zypad in, ia de hoop hem tegen te komen. Den derden dag trof sy hem aan. Hy zat te paard en groette haar zonder stil te staan vriendeiyk, maar vluchtig, van uit de hoogte. Van dat oogenblik af kreeg het ry wiel voor on bepaal den tyd verlof en kon het zich over geven aan stille overpeinzingen. Na eenige weken kwam het bericht, dat HaDs op reis zou gaan voor een half of een heel jaar; men wist het nog niet precies. Ida schrikte. Nu moest hy toch komen om afscheid te nemendit was haar eenige troost. Hy kwam dan ook, maar juist toevallig, t09n zy afwezig was. Men bracht haar zyn afscheids groet by haar thuiskomst Zy ging naar den zolder en wierp zich op den grond tusschen allerlei rommel neer en weende hartstochteiyk. Op den avond van denzelfden dag ging Ida naar buiten in den stillen tuin, waar het maanlicht met rustige praoht de late zomer bloemen bestraalde en de avondwind haar als een zachte liefkoozing over het haar streek. Uit een geopend raam kwamen de tonen van ean lied, dat de ondorwyzeres daar binnen met zachte stom by de piano zong: »Hrj e»l spoedig *\jn verra na hier, En de vToawen zija daar eoo valeoh en schoon." Nog dieper voelde zy haar hartewee. Hy zou weggaan en veel schoone en beminnelijke vrou wen ontmoeten en één daarvan zou hy zeker medebrengen als de toekomstige meesteres van „Friedensfeld". Zy echter zou ver van hem blyvon en geen aandeel meer hebben in zyn lot. Dwaze, onbe grijpelijke dwaze, die zy geweest was! Zy dacht niet meer aan dichters en liefde liederen. Heine en zyn reuzenpen waren nu werelden van haar verwijderd. De vreemde tonen verstomden by het luide kloppen van baar eigen hart. AIb zy hem nog maar ééns mocht zien en hem zeggen kon: „Ga niet weg van my in toorn; ik wist zelve niet boe lief gy my zyt." Maar morgen vertrok hy en als hy terug kwam zou datgene, wat nog aan liefde voor haar in hem leefde, reeds lang gestorven en begraven zyn. Om haar heen verhieven zich uit de tuin bedden de bloemen en keken haar in bet maanlicht als vragend aan. Uit het met licht overgoten boschje keek grauw en spookachtig h&t half verweerde steenea beeld. Haar overmoedig woord kwam haar wedor in de gedachte: „Laat ons wachten tot de planten in den schoot dier steenen Flora be ginnen te bloeien." En plotseling doordrong baar een gedachte. Daar aan het parkhek de Flora en hier de bloemen een enkel teeken, een laatst, kon zy hem geven; beminde hy haar, dan zou hy het begrypen en haar wellicht niet opgeven en vergeten; beminde hy haar niet, dan zouden haar woorden hem reeds lang ontgaan zyn en zyn oogen zouden onver schillig langs het steenen beeld heenglyden. "Weinige minuten later sloop zy met samen gehouden schort, schuw en voorzichtig als naar een „rendez-vous", naaï het Florabeeld. Nu boog zy zich om het laatste geboomte heen en „Hansl" met een schreeuw trok zy zich terug. Daar stond hy en trok juist zyn hand weg, waarmede hy een ruiker prachtige rozen in het verweerde kleed der steenen godin gelegd had. Em oogenblik was het stil tusschen hen. Toen zeide zy zacht verwijtend: „Waarom bleeft ge zoo lang weg?" „Omdat ik voor mijzelf klaarheid wilde hebben, of gy geiyk hadt by ons laatste ge sprek", antwoordde hy. „Neen, gy hadt on gelijk, geheel ongeiyk, ten minste wat my betreft. Ik bemin je toch en laat de hoop niet vaTen, je eens te bezitten. Daarom legde ik tot afscheidsgroet die rozen daarin nu bloeien zy, de bloemen van uw Flora." „Hans!" riep zy en het klonk als een juichkreet. De slippen van de schort ont gleden haar bevende handen; een bloemen regen viel op het gras voor zyn voeten nedor. „Ach, Hans, ikwilde juist hetzelfde ioenl" In het witte licht, dat door het loof viel, scheen de steenen godin het paar vriendelyk toe te lachen. Dat was aardig van haar, want in het algemeen ontvangen dames niet gaarne bloemen, die voor een ander bestemd zyD. Daarom mocht zy er nu ook getuige van wezen hoe twee jonge, gelukkige menschen elkaar den verlovingskus gavenen dat kregen slechts weinigen te zien: een paar zwy gen de boom bd, de maan en Amor, die schalk 1 Gemengd Nieuws. Deze week werden op „Rbynzigt" genomen 549 zwembaden door hoeren en 134 door dames. De temperatuur van het water is 19° Celsius. Een staaltje van schier onbe- grypeiyke koetsiers-lichtzinnigheid bleek giste ren in de zitting van het kantongerecht in Den Haag. Eenigen tyd geleden reden op den Wasse- naarschen weg, naby het rustverblijf „Hees- wyk," twee rijtuigen elkaar te gemoet. Een derde rytuig stond aan een der zyden van den weg, terwyl de man, die met vrouw cn kind uit was, het wagentje, waarin het kind zat, op een veilige plaats ter zyde van den weg wilde krengen totdat de rytuigen zouden gepasseerd zyn. De koetsier van het uit co richting van Den Haag komende rytuig zag in welk een benarde positie het kinder wagentje zou kunnen komen wanneer hy niet even stilhi 1Jbuitendien werd hem door verschillende voorbyg.ingere en ook door de mosder van bet kind toegeroepen te stoppen. Niet alleen bleef de koetsier doof voor dit verzoek, maar legde hy ten overvloede de zweep over zyn tweespan, met het onver- mydelyk gevolg, dat het rytuig den kinder wagen aanreed. Het lichte voertuigje werd over een berm geslingerd, het kind viel er uit en bezeerde zicb, gelukkig niet ernstig, aan het hoofdje. Een nachtwacht van "Waasenaar slaagde or in den onbosuisden koetsier te bekeuren. Het Openbaar Ministerie vorderde gisteren een geldboete van f 16 of 3 dagen hechtenis tegen den voerman, dio niet ter terechtzitting ver schenen was. De Holland8che Spoorweg-Maat- schappy zal Dinsdag a.s. ter gelegenheid van den maskerade-optoebt te Delft tydens de lustrum feesten van het studentencorps aldaar op het traject Rotterdam Den Haag-Amsterdam "32 extra-treinen doen loopen. Uitslag s chiet w edstry d te Loos duinen in den corp&wedstryd voor marine en leger. Hieraan namen 16 corpsen deel. lste prys Normaal Schietschool, 's-Graven- hage, 40 treffars 687 punten; 2de prys,regi ment Grenadiers en Jagers, 40 treffers 669 punten; 3de prys, 2de reg. infanterie 40 tref fers 669 punten (het laagste schot besliste); 4de prys, Instructie-bataljon, Kampen, 40 tref fers 659 punten; 5de prys, 8ste reg. Infante rie, 40 treffers 649 punten6de prys Koloniale Reserve, 40 treffers 633 punten; 7de prys, 6Je reg. Infanterie, 40 treffers 628 punten; 8ste prys, 4de reg. Infanterie, 40 treffers 621 punten. Van de haringvisschery a r r i- veerde gisteren voor de eerste reis te Maas sluis de logger Ma 141, „Hollands Roem," schipper L. Van Gelderen, met 6 last baring. By oen hevig onweer is teHerpen (N.-Br.) de bliksem geslagen in den toren der parochiekerk, waarvan de uitwendigo bekl.e- öing geheel vernield werd. In de kerk dragen het orgel, de kïuisweg, het yzerwerk en de muren de sporen van verwoesting. Wyi de toren bouwvallig is verklaard, is men begonnen hem af te breken. Te St. - Oedenrode (N. - Br.) is een landbouwerswoniag met den geheelen inboe del, hooi, stroo en landbouwgereedschappen door brand vernield. EERSTE KAM EB. Rijioielbdasting. Tn zyn antwoord op het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer geoft de minister van finan- ciën als zyn gevoelen te kennen, dat de wet. gever terecht de rijwielen in de personeel belasting heeft opgenomen, en evenzeer terecht. als een afzonderiyken grondslag. Anders zou er een leemte ontstaan zyn, want welke reden is er om meubelen, rytuigen, paarden te be- m lasten en ry wielen vry te laten? Ook had men niet het bedrag in verband met de huur fcl waarde kunnen brengen, en ook de contrölaBH zou niet weinig zyn bemoeilykt. Hy kan niet toegeven dat een afzonderlyke belasting de voorkeur zou hebben verdiend, allerminst dat die. belasting zou hebben mo.ten bestaan in een invoerrecht of een accyns. Dat hy na verwerping oen afzonderlyke heffing zal voor dragen, kan hy niet verklaren. Da aanneming zal vryheid geven om de raming der p?rs. belasting in de middelenwet voor 1899 f 75,000 a f 100,000 hooger te stellen dan anders geoorloofd zou zfio. Aangezien aan de volledigheid der controle het een en ander ontbreekt, zal het wenschelyk zfin een gedeelte van de som, die het middel opbrengt, aan te wenden om het toezicht te verscherpen. De antomobielen worden als ry. tuigen beschouwd en vallen dus onder mobilair. De hier gemaakte tegenstelling tusschen het platteland en de winkeliers is z. i. min of meer bevreemdend. Juist de winkeliers ten plattelande zullen door de bepaling van art, 31 §6b zeer worden gebaat, en voor de arbeiders is gezorgd door 4 van genoemd artikel. Suppletoire Juslitiebegrooting. Ter beantwoording van het Yoorl. Verslag der Eerste Kamer zegt de minister van jus titie, dat centrale leijing en uitbreiding van den arbeid ter voorziening in de behoeften van het Ryk voorshands de aangewezen weg en het aangewezen middel schynen om zooveel mogelyk te waken, dat de gevangenisarbeid afbreuk o t aan de particuliere nyverheid. Wel onttrekt ook de Ryksarbeid een zekere hoeveelheid werk aan de algemeene arbeiders- markt, maar oefont daarmede geen druk uit op de pryzen en loonen. SCIIAAKRUBRIEK. Maandag 11 Juli 1898. Redactie: L. S.-V. „Morphy". Adres: W. C.Tan der Keulen, Breestraat 151, Lelden, Schaaknieuws. In den internationalen wedstrijd te Woenen was de stand na de 23ste ronde: Tarrasch 18* Alapiu 13 Walbrodt 12* Sho waiter 9 Pilistury 17* Burn 13 Scbiffers 11 Caro 7 Steinitz 15* Lipke 13 Blackburne 10* Baird 6 Janowski 15* Maroczy 12* Marco 10 Trenchard 4* Tschigorin 14 Schlechter 12* Halprin 9* Evaos: Wil. e 1 P f 3 L c 4 b 4 c3 Schaakpartij No. 73. Correspondcntic-partiQ St.-Petersburg— Weenen. Gespeeld van anibict. Dreigt a Zwart. 9 a 6 1 e5 L c 6 10 bc6: 2 p c 6 a 5 11 La7 3 L c 5 D a 4 12 4 Lb 4: Hiermede geeft wit zich 5 La 51 't voor Jeel uit de band. Betere voortz tting: P b d 2 12 e d 4: cd4: 13 0 0, Dc2 14 bene vens L b 2 en T a 3. 12 e d 4 1 c d 4 13 L d 7 e 5 14 Pd 5 In aanmerking kwam: 14 ,4, Dc2 15d5,La316c5, enz. L a 3 15 0-0 Dc4 16 P f 4 Khl? 17 Wit overziet bet offer op - Met e d 6: 17 L o 6, i: 18 Ld 5, D c 5: 19 L13 D d 820 P o 2 Kh 1 21 Lg2 Kg2: 22 T d 8: P d 2 23 enz. was de party nog te houden. Het Internationales Schach- Journal noemt deze variant beter dan de „normaal variant". 0-0 6 d 6 d 4 7 Lb 6 Lasker beveelt deze zet aan, „ten minste verzekert hij zwart remis." Man zie hierbij ook naar de voortzetting: 7 Ld 71, bv.: Db3 8 De7i, d e5: 9 dc5:, La3 10 Lf6, Pd 2 11 Pg e7, enz. Wit wint dan later do gambiet- pion terug maar zwart be houdt oen goed «pel. a 4 8 P f 6 Lg4 was beter. L b 5 9 Nooember 1897 April 1898, 17 L e 6 Pet g2. .Del Del K g 2 Kg8 P b d 2 K g 2 Khl 18 19 20 21 22 23 P g 2 1 L d 6 15 14 Dg5 Dh5! r 3 3 P r 23 L d 4is minder goed wegens T b 1 24 L e 3, T b 3 25, D c 3 D d 3 Tal: Tgl T g 2 K g 1 P f 3: D c 3 Pel L b 2 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 Ld 4: Lal: L e 5 T a b 8 Dh 5 L f 3 D d 5: Tbl D d 41 c 51 Wit geeft op, daar b(j een figuur verliest; op Dc3 b3+ volgt c4. Weenen beeft het slot de» partij mooi doorgevoerd. Probleem No. 79 rail J. Dobrnsky, Praag. Zvut Adres voor oplossingen: J. J. Colpa,' Lange Mare 18. Oplossing probl. No. 77. L e 3 of b 2 enz. Stam ma was een Arabier, die in do eerste helft der vorige eeuw leefde. In 1737 werd van hem een verzameling, bestaande uit 100 problemen, te Parys uitgegeven. M-t dtze beroemde serie begon een nieuw tydperk in de Gnt* wikkeliog dec ^a&bleraatiuk. i b c d e wit Mat in 3 zetten. (Een byzonder schoone compositie). Goede oplossingen ontvangen van: Leiden: B. C. M. Savi, R. PaulideaJ J. B. Bouwer, jhr. Strick v. Linschotent H. J. B., B. S. v. K oeten, J. v. Beveren, "W. Ridderbof, G. H. Key, Een lid van „Palamedes". N o o r d w y k H. B. J. H. Deventer: A. Van Eelde, G. W« Kloosterboer. (Ook van No. 76.) CORRESPONDENTIE. H. J. B.: Uw tweezet is niet geschikt: de eerste zet is te ruw gespeeld, de drievoudige dreiging is leelyk, enz. Von Uw vierzot is nu wel iets goeds te makenDe oplossing gaat niet op na DxdP. U mort als dr igingnjmen 1 2 L -f- 3 L KXL j 4 Db8=U exL j 4 DxD T j (zuiver mat) of ceze variant op een andere wyze gebruiken. Dit hoofdspel raag echter niet facultatief kunnen toegepast worden. Ph. J. v. d. L.Te eenvoudig. J. v. B.: Dank voor 'fc toegezondene.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 6