N°. 11768
A°. 1898
feze Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fan- en feestdagen, uitgegeven.
3F1 euilleton.
oiitler <1ajj 7 Juli.
LEIBSCH
DAG-BLAD.
PRLJS DEZER COURANT*
Voor Lolden per 8 maanden. f l.HK
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommer9 0 05.
PBUB DER ADVER'i'KN T1ÜN t
"Van 1-6 regols f 1.06. Iedere regel meer f 0.17}. - Groctere
letters naar plaatsruimte. - Voor bet incasseereD buten de stad
wordt f 0.06 berekend
Dit uoiumer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Oflloiëele Hennisffovlngen.
drankwet.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brongen
ter algemeeDO kennis, dat door FBANClöCUS
PIJNAKER oen vorzoekscbr.ft is ÏDgediend om ver-
gUDDiDg voor den kleinhandel in sterken drank, in
het peroeel Moleneteeg No. 27.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Leiden. H. 0. JUTA Weth., loco-Burgm.
6 Juli 1898. VAN HEYST, BeoreUrie.
Leiden. 6 Juli.
- By konin kiyk besluit is benoemd bfl de
dd. schutterij te Leiden, tot majoor-comman
dant, met den personeeien rang van luitenant-
kolonol, de beer M G. W. A. Schumann,
gepensionneerd luitenant kolonel der infanterie,
commandant van het Invalidenhuis in deze
gemeente.
By koninklijk besluit van 2 Juli is, met
wijziging van dat van 17 Augustus 1884, de
hoogleraar in de faculteit der letteren en
wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit te Lei jen,
dr. j. Van Leeuwen Jr., ontheven van het
•nderwijs in de Grieksche oudheden, daar
onder begrepen een overzicht van de geschie
denis der Grieksche kunst, en, met aanvulling
van het kon. besluit van 4 April 1896, de
boogleeraar in de faculteit der letteren en
wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit to Leiden,
dr. A. E. J. Holwerda, alsnog belast met het
onderwijs in de Grieksche oudbeden.
Tot commissaris der Neierlandsche Han
delmaatschappij voor Leiden is benoemd de
heer T. P. Viruly, tot plaatsvervangend com
missaris de her H. Van--de Volde.
Te '8 Gravenhage is in den ouderdom
van 78 jaar overleden de heer W. A. Van
Steés, gepensionneerd majoor van het O.-I.
leger en oud-lid van de Algemeene Reken
kamer.
Hij vertrok in 1841 als tweede luitenant
naar Indiö. Slechts gedurende 14 jaren verbleef
de heer Van Rees in het leger, want in 1854
verliet hij den dienst, na in 1848 ale eerste
luitenant dienst te hebben gedaan als adju
dant van den commandant in de voormalige
eerste groote militaire afdeeling op Java en
in 1851 te zijn bevorderd tot kapitein. In
1860 ontving hij den titülairen rang van
officier. Van 1870 tot 1896 was de over
ledene lid van de Algemeene Rekenkamer.
De heer Van Rees maakte zich vooral op
militair gebied als schrijver naam. Verschil
lende reglementen en instructiên betreffende
den militairen dienst verschenen van zijn
hand. Zoomede veie geschied- en krijgskun
dige bijdragen en schetsen. Zoo onder anderen
zagen van hem 't licht: Herinneringen uit
de loopbaan van een Indisch olficier; Onze
Indische krijgsgeschiedenis; de Banjermas-
singeche krijg; Geschied- en krijgskundige
bijdragen betreffende de onderwerping van de
Chineezen op Borneo; tal van Indische schet
sen, onder meer de lovensgeachiedenls van
den luitenant-kolonel van het Indische leger
„Toontje Poland", terwijl de heer Van Rees
tevens in een boek behandelde de vraag„Is
voreeniging van het Nederlandsche en Neder-
landsch-Indische leger gewenscbt?"
De heer Van Reos was behalve officier van
de Eikekroon-orde, versierd met vele bul-
tenlandsche ridderorden.
De ter-aarde-bestelling zal plaats hebben
Vrijdag a. s., des voormiddags te elf uren,
van het sterf huis| naar (oud) „Eik en-Duinen."
Ter gelegenheid van de opening der
Bakkerij tentoonstelling te 's-Gravenhage werd
'8 avonds in den „Restaurant Royal" een
feestmaal gehouden van het uitvoerend comité
en de jury, waaraan door p. m. 80 gasten
deelgenomen werd.
Het volgend telegram, aan H. M. verzonden,
geeft den woordelijken inhoud terug van den
dronk, welken de heer Eussen, president, by
het eerste gerecht aan de Vorstinnen wijdde
onder daverende toejuiching der aanzittenden,
die bet „Wien Neerlandsch Bloed" aanhieven.
Bedoeld telegram luidt:
„Het uitvoerend comité en de jury der
int. tentoonstelling van bakkerij, maalderij
en kookkunst, aan een diner ter gelegenheid
der opening vereenigd, stemt met geestdrift
in met de volgende, door den president ge
sproken woorden:
„Ik stel u voor met mi) een heildronk te
wijden aan Hare Majesteit onze beminde,
jeugdige Koningin "Wilhelmina, de jongste
telg van ons bemind Huis van Oranje, en Hare
Majesteit de Koningin-Regentes, Bescherm
vrouwe der Tentoonstelling.
„Moge onze dierbare Koningin de regeering,
waartoe zij eerstdaags geroepen wordt, onder
Go.s zegen met wijsheid en beleii weten te
voeren tot heil en zegen van ons dierbaar
vaderland.
T. J. Eussen, voorz.
C. J. N. Van Etten, secr."
In den loop van den avond werd hierop
vanwege H. M. het volgend autwoord ont
vangen:
„Den Heere Voorzitter Eussen, Voorzitter
der tentoonstelling-bakkerij.
Den Haag.
De Koningin-Regentes draagt mij op u
hartelijk dank te zeggen voor de welspre
kende woorden, op beide Koninginnen geuit,
en de overige heeren voor de betuigde instem
ming. De adjudant van dienst,
Grovestina."
Do salons in de woning van den bekenden
landschapschilder, den heer P. J. C. Gabriel,
te Scbeveningen, waren gisteren gevuld met
een overvloed van bloemen, hem door vrienden
en vereerders van zfin kunst toegezonden als
blijken van belangstelling by de viering van
zijn 70sten verjaardag. De bewoners van het
Frankenslop hadden, door het uitsteken van
de nationale driekleur uit hun woning, van
hun sympathie met het feest van hunnen
medebewoner doon blijken.
In de middaguren kwamen schier alle leden
van „Pulchri" den 70-jarigen kunstbroeder
gelukwenschen, terwijl op een vastgesteld uur
Pulchri'8 bestuur zich ten ziJnent met dat
doel aanmeldde.
De voorzitter, de heer H. W. Mesdag, ver
tolkte b(j die gelegenheid de gevoelens van
achting en genegenheid van Pulchri's leJen.
Hoewel de 70-jarige zijn wenscb had te ken
nen gegeven, dezen dag liefst onopgemerkt
te doen voorbijgaan, spraken zeide de heer
Mesdag de drang der harten en de oude
vriendschap te sterk, om niet even getuigenis
te komen afleggen van sympathie. HU wenschte
den heer Gabriel toe, dat by, ondanks zijn
hoogen leeftijd, moge voortgaan in zijn kunst
het jeugdige te leggon, waarvan in de laatste
jaren zijn wtrken de blijken droegen, en dat
hij nog een reeks van jaren moge ilijven
bijdragen tot roem van de schilderkunst.
Daarna sprak de heer Willy Martens een
kort, maar hartelijk en hoogst waard eerend
woord namens de commissie, welke zich had
gevormd, om den heer Gabriel een huliebiyk
aan te bieden. Dit bestond in een kostbare
pendule uit het Lodewjjk den XVI tijdperk.
Zeer getroffen aanvaardde de beer Gabriel
het geschenk en bedankte de sprekers on allen
voor hun bewijzen van vriendschap.
- In verband met de a. s. studentenfeesten
te Delft bad aldaar Maandag de eerste repetitie
plaats van de voorstelling der plechtige over
reiking van het verzoekschrift der Verbonden
Edelen binnen Brussel op 5 April 1566. Deze
voorstelling zal plaats hebben den dag na de
maskerade, die gehouden zal worden op
Dinsdag 12 Juli a. s. ter gelegenheid van het
50-jarig bestaan van het Delftsch Studenten
corps. Dit zal de eerste maal zyn, dat de
burgerij ook aandeel zal hebben in de feesten.
Mevrouw TelaersVan der Schroeff, echtge-
noote van den directeur der Polytechnische
School, heeft zich bereid verklaard het Ver
zoekschrift wel in ontvangst te nemen, terwijl
zeven Deutsche jonge lames haar daarbij als
hofdames zullen vergezellen, allen in kostuum
van dien tijd gekleed. De plechtige over
reiking zal plaats hebben in een feesttent,
die geheel overeenkomstig den styi van het
jaar 1566 is versierd, waardoor het geheel
een zeer schoonen aanblik zal opleveren.
In do stad zelf is reeds veel drukte te be
speuren, oio verraadt, dat er een groot feest
op handen is.
Den 268ten dezer hoopt de heer J. Vlaan
deren Czn., hofarts en geneesheer te Apeldoorn,
zijn 50 jarig jubilé als geneesheer te vieren.
Na in 1848 te zyjn benoemd tot officier van
gezondheid der 3de klasse en in 1854 tot de
2de klasse, werd hem op verzoek in 1862 eervol
ontslag verleend uit '6 lands dienst en werd
hij in hetzelfde jaar benoemd tot gemeente
geneesheer te Epe. In 1864 naar 's Gravenland
vertrokken, werd hij in 1866 by zijn vestiging
te Apeldoorn benoemd tot gemeente-geDeos-
heer, uit welke betrekking hem in 1892 wegens
ernstige ziekte een eervol ontslag werd ver
leend met toekenning van pensiobn.
In 1867 benoemde Z. M. Koning Willem
III dr. Vlaanderen tot ridder in de orde van
de Eikekroon en in 1883 tot hofarts. Als
blijk van waardeering voor de bewezen dien
sten werd bij in 1886 benoemd tot officier in
de orde van de Eikekroon en in 1889 tot
ridder in de orde van den Nederlandschen
L°euw.
Op den dag van zün jubileum zal dr. Vlaan
deren zUn praktyk nederleggen en heeft hfj
tevens ontslag aangevraagd als hofarts. (D.)
Aangenomen is het beroep naar de
Ned.-Herv. Gom. te Utrecht door ds. H. H.
Barger, te Bloemendaal.
De heer Richard Van R?es, oud-officier
der marine, schilder en schrUver te 's-Gra
venhage, die de reis met de „Evertsen" naar
Lissabon modemaakte en verschillende teeke-
ningen van de Taag en de Vasco de-Gama-
feesten leverde, is door den koning van Por
tugal benoemd tot ridder der Villa-Vicosa-orde.
Heden heeft het Zendingsfeest by bet
ót'ition De Bilt plaats. In 1871 werd daar
ook zulk een feest gegeven en trad prof.
Van Oosterzee als feestredenaar op. MeDigeen
zal zich nog herinneren boe gebrekkig zoo'n
feest toen nog was ingericht, waardoor van
de 17,000 aanwezigen vele duizenden smachtten
naar een frisschen dronk. Nu is alles er
misschien op het weder na beter.
De kapt. A. L. De Blauw, van het 2de
reg. inf. te Roermond, is overgeplaatst by het
4de reg. inf. te Gouda.
Naar de „N. R. Ct." verneemt, is be
paald, dat gedurende bet tfjdvak der inhuldi
gingsfeesten aan geen post en telegraaf
ambtenaren of beambten verlof zal worden
verleend.
In een vergadering der liberale kiesver-
eeniging te Hellevoetsluis is met algemeene
stemmen besloten de canoidatuur van mr. G.
J. Goekoop voor 't lidmaatschap der Staten
zoo krachtig mogeiyk te steunen.
De uitslag van de Maandag gehouden
inschrijving op de S'/Vpcta.-leening der Holl.
IJzeren-SpoorwegmaatschappU is, naar ons
wor^t medegedeeld, van oien aard, dat slechts
omstreeks 61 pet. der inschrijvingen kan wor
don toegewezen. (N.R.C.)
Te Maastricht is gisteren de 49ste alge
meene vergadering der Ned. Maatschappij tot
bevordering der Geneeskunst geopend.
De openingsrede werd gehouden door den
voorzitter, den heer I. M'.-nno Huizioga, die op
boeiende wijze de natuurlyke immuniteit be
handelde.
De „Revue Diplomatique" bevat een art.
van den heer Auguste Meulemans, hoofd
redacteur van dat blad, over onzen minister
van koloniön, den heer Cremer, waarby een
vrügoed portret in houtsnede gevoegd is.
De schrijver spet daarin met de Fransche
ministers van koloniön, die wellicht wel eens
over de koloniön hebben hooron spreken; de
eenlge, die op het denkbeeld kwam een reis
naar Senfgambië to maken, werd daarover
zoo belachelijk gemaakt in de Paryscbe pers,
dat geen tweede het hem spoedig zal nadoen.
Die allen stelt hy onzen minister Cremer
teo voorbeeld, als een man, die Indiê door en
door kent, vertrouwd is met de behoeften der
koloniën en bovendien, als koopman, volko
men op de hoogte is van do handelsbelangen.
Op het oogenblik, zegt hij, nu de aanstaande
troonsbestijging van Koningin Wilhelmina aller
oogen wendt naar ons vaderland, is een mKihtef
als de heer Cremer de aangewezen man, om
den roem van Nederland in den vreemde tv
verboogen.
Aan het festival, dat 1 September tv
Middelburg plaats heeft, zal worden dtelge
nomen Coor een twaalftal gezelschappen met
rolra 400 muzikanten. Op de Groote Markt
zal oen feestmarsch worden uitgevoerd, op ver
zoek der commissie, gecomponeerd door den
heer Jan Morks, die dez9 uitvoering zal leiden.
Het stoomschip „Admiral" vertrok 3
Juli van Zanzibar naar Durban via kustplaat
sen; de „Aurora," van Koningsbergen naar
Amsterdam, passeerde 3 Juli Elseneur; de
„General" vertrok 3 Juli van Mozimlique
naar Vlissingen en Hamburg; de „Herzog"
vertrok 3 Juli van Durban naar Rotterdam
en Hamburg; de „König," van Oost Afrika
naar Rotterdam en Hamburg, arriveerde 4
Juli te Napels; de „Koningin Wilhelmina,"
van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 5
Juli te Genua; de „Princes Sophie," van Ba
tavia naar Amsterdam, vertrok 5 Juli van
Port-Said; de „Spaamdam," arriveerde 5 Juli
van Rotterdem te Nieuw-York; de „Prinses
Amalia," van Batavia naar Amsterdam, pas
seerde 5 Juli Wight; de „Sarpeion," var» Pe*
nang naar Amsterdam passeerde 5 Juli Suez;
de „Prins van Oranje," van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 5 Juli Kaap Roca.
i&oüegruven. In het oegm van dit jaar
kwam te Bodegraven een flinke verbetering
tot stand, nm. wat betreft het binnenkomen
van personentreinen.
Iedereen, die al eens de rit Woerden-Leiden
of omgekeerd heeft gemaakt, zal weten hoe
hy by het binnenkomen of uitraden op de
stations dier iyn door elkaar geschommeld
wordt Dit is te wyten doordat de personen
treinen op do stations het 2de of krom spoor
bergden. Op genoemd station nu ls dit ver
anderd, door aan de zyde Woercen het hoofd
spoor met een S bocht voor h^t 2de spoor
te brengen en aan de zyde Zwammerdam,
door het hoofdspoor met een 400 M. korteren
straal voor het 2de spoor te brengen, om
vervolgens langs recht spoor ioor het stations
gebouw te komen. Tevens werd aan de west
zijde do uiterste wissel 150 SJ. veikgd, wat
de kruisingen met goederentreinen celangrjjk
in de band werkt.
Dergelyke verbeteringen zyn ook in behande
ling voor de overige stations dier iyn, wat,
met het oog op korteren rytyd, zeer nood-
zakelyk wordt.
Dinsdagmiddag viel een boom, die ge
rooid werd, op het dak eener nabystaande
woning, waardoor dit huis nogal avery be
kwam. T. B. die don boom gerooil had, be
klom bet dak om den boom te verwyderen,
maar ongelukkig viel by van bet dak op den
grond en bekwam eeD hersenschudding. Zyn
toestand is bedenkelyk.
Noordwyk. Onze buren van Katwyk waren
wederom dit jaar de tersten, oie ter bedevaart
trokken naar het gebeente van St.-Jeroen,
Noorcwyks patroonheilige. Ten getale van
rnim tweehonderJ kwamen de pelgrims gister-
HEIDEROZEN.
17)
Inmiddels had men goede tydingen van
Harald ontvangen: in den toestand zyner
moeder had reeds vóór zyn aankomst een
gunstige omkeer plaats gehad, en hy had
haar buiten gevaar bevonden.
Zyn brieven aan don baron waren, evenals
hyzelf, frisch en natuurlijk en vol warme
belangstelling voor alles, wat er op „Heide-
rode" voorviel; zelfs aan Bruno werd groetend
gedacht. Slechts van den beloofden terugkeer
was in geen der brieven, die de baron aan
de koffietafel voorlas, sprake. Integendeel,
-Harald schreef, dat hy in het aanstaande
rjaar van een der vaderlijke landgoederen
tandig het beheer zou overnemen.
„Dan zal hy geducht aan het werk komen,"
merkte de oude heer daarby aan, „en wg
zullen ham niet zoo spoedig weer te zien
krygen."
'f By deze woorden had Liza heimeiyk naar
haar zuster gekeken. Wat zag zy er bleek
uit, hoezeer was zy over 't geheel veranderd
in den laatsten tgd, de overmoedige, kleine
Lira! Liza vroeg zich met vorbazing af, of
du ouders er dan in het geheel niets van
merkten. Zy hield zich wel is waar in hun
tegenwoordigheid in, op een wyze, die Liza
met verwondering vervulde.
Dob te heviger was echter de terugwerking,
wanneer zy met Liza alleen was. Dan kon zy
van niets anders spreken dan van hetgeen
enkel en alleen haar gedachten bezighield.
Dan hield zy met een aan drift grenzende
opgewondenheid staande, dat Harald haar
vergeten had en nimmer zou terugkeeren, om
dan weder door haar zuster van het tegendeel
verzekerd te worden.
Maar wanneer Liza, vermoeid en zelve
misschien wankelmoedig geworden, zich liet
verleiden slechts oven de mogeiykbeid toe te
geven, dat de twijfel van haar zuster gegrond
kon zyn, dan sloeg by Lora de stemming
dadeiyk om, eB zy weersprak en weerlegde
al haar eigen, straks nog zoo vol overtuiging
geuite beweringen.
En de herfst werd vervangen door den
winter, die dit jaar voor de zusters zoo'n
geheel ander voorkomen droeg dan de vorige
voor allen. Want het viel niet te ontkennen,
dat de anders zoo opgeruimde stemming van
den baron door zware zorgen gedrukt werd,
en dat zyn vroaw, hierin deelnemend, naar
den geest meer leed dan zy dit toch al, en
vooral in dit jaaigotyde, lichameiyk deed.
Ook de heer Von Brackhof was veranderd,
doch in omgekeerden zia: hy was opeens
vrooiyk, mededeelzaam, ja gezellig geworden.
Door spoedig een niet onbeduidende som
gelds voor te schieten, had hy het den in
het nauw gebrachten baron mogeiyk gemaakt
voor het oogenblik van den verkoop dier
stukken gronds af te zien. t Was natuurlyk
slechts een quaestie van uitstel, zooals de
oude heer zelf bekennen moest.
En zoo ging het den geheelen winter door,
van den eenen termyn tot den anderen; tel
kens weder schoot do heer Von Brackhof de
benoodigde gelden voor, telkens weder gingen
de schuldbekentenissen in zyn zak over, zoodat
de eigenaar tot dit oogenblik, nog slechts
naar don schyn als de bezitter van het land
goed te beschouwen was.
Doch voor het tot het uiterste kwam, eer
de baron zich aan de moeilyke beslissing
behoefde te onderworpen, óf met de zynen
voor altyd het vaderiyk erfgoed vaarwel te
zeggen, óf er op zyn ouden dag toe over te
gaan het genadebrood van zyn bloedverwant
te eten want als niets minder dan dat zou
het hom geschenen hebben, ook al zou Lora
diens hand aannemen, nog voor al deze
sinds lang dreigende vragen mot onafwys-
baren aandrang op hem kwamen aanzetten,
legde Gods barmhartige hand zich op de bron
ader zyns levens.
De oude Frans vond hem op zekeren morgen
boven zyn boeken in elkaar gezonken, met
de pen in de verstyfdo hand. De vraag van
debet en credit, die hem zoo lang gekweld
had, was opgelost, de groote post zyns levens
afgesloten; hem wenkte r^eds de rust, die
het eeuwig eigendom van Gods volk is.
De dooi was het nog niet, doch een
toestand van benevelde werkzaamheid des
geestes, waarin de lichamelyke function ge
stoord, zoo al niet geheel en al afgebroken
waren, terwyi de ziel misschien reeds in
het voorportaal van het Allerheiligste zich
bevond en verwachtende blikken in de Eeuwige
Stad wierp, welker poorten zich weldra voor
haar zouden ontsluiten.
Overdag liet de barones zich naar de zieken
kamer dragon, en dicht naast de sponde van
haar echtgenoot liggende, ontlokte zy den
schynbaar bewuatelooze toch somtyds een
glimlachje, een uitdrukking van begrepen
worden, een beantwoorden handdruk.
By het waken wisselden de dochters met
den ouden Frans af; de moeder moest zich,
hoe noodig ook, er in schikken in die uren
zelve eenige rust te zoeken, aangezien haar
zwak lichaam de ongewone inspanning anders
niet verdragen zou hebben.
En deze tyd, deze door de nadering van
don engel des doods gewyde tyd werd door
don heer Von Brackhof uitgekozen, om Lora
met zyn wenschen bekend te maken.
Zy was in den winterachtigeu zonneschijn
naar buiten gegaan, want nog was het winter,
al bevond men zich reeds in het midden van
Februari, en trachtte op Liza's dringende
uitnoodiging haar betraande oogen af te koelen,
haar verhit voorhoofd te verfrisschen, voor
zy weder in de ziekenkamer terugkeerde,
waarin zy reeds de ochtenduren had door
gebracht.
Ware zy nog de oude, overmoedige Lora
geweest, zy zou waarschynlijk by de eerste
halve mededeeling van haar zoogenaamdon
oom als een pyi uit don boog van zyn zyde
verdwenen zyn, zonder hem te laten uitspreken.
Nu was het anders.
Styf en zwygond luisterde zy naar hem;
zonder de minste noging hem in de rede te
valleD, liet zy hem zyn beweegredenen voor
haar blootleggen; slechts wanneer hy van
de liefde sprak, die hy, volgens zyn zeggen,
reeds lang voor hair gekoesterd had, dan
trilde het half weemoedig, half spottend om
haar mond.
Doch zy bleef bedaard en verzocht hem met
verstikte stem om bedenktyd.
Hy was ten aangenaamste verrast; dat zyn
aanzoek zoo bemoedigend zou worden opge
nomen, bad hy niet vorwacht. Naar het oordeel
zyner zuster had hy gemeend op hevigen tegen
stand te zullen stuiten, en thans was biervan
niet het minst te bespeuren.
Daarom kwam het hem echter nog niot in
de gedachte te gelooven, dat Lora jegens hem
eenig dieper gevoel koesterde: neen, de heer
Von Brackhof had reeds lang met dergelyke
„gevoelsmisleidingen", zooals hy ze noemde,
afgedaan; hy was realist genoeg, om zich-
zeiven met wreede zelf-ironie te bekennen,
dat bet geen achttienjarig meisje in het hoofd
kon komen een man als hem uit pure ge
negenheid te huwen, en by prees zyn eigen
slimheid, de zaak niet overhaast, doch het
aan de omstandigheden overgelaten te hebben,
wanneer en hoe hy zyn bodoelingen zou open*
baar maken.
(Wordt vervolgd)