N» 11749
"Woensdag «Juni.
A°. 1898
<§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Son- en feestdagen, uitgegeven.
F1 euilleton.
Haar Dooiliiclitigheidje.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJ8 DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden. 1,10.
Franco per post1 40.
Afzondorltlfce Nommers0.06.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Groofcero
lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Oiilclëele Konnlsjjoviagen.
Do Bargemeoster dor gemeente Leiden;
Gelet op art. 55 laatste lid der Ki ewot;
Brengt tor algemeene kennis d&t do stemming ter
beDoemiDg van twee loden van do Provinciale Staten
van Znid-Holland, iu bot kiesdistrict Loidon, zal
plaats hebben opVrrjdag 17 Juni 1 8 98, van
des voormiddags a o h t tot dea na middags
v ij f uren.
De lijst der candidaton bevat in aipbabetischo
volgorde de volgoude namen
j. a. BOTS.
A. e. van" kempen.
H. PAUL.
J. RINKES BORGER.
Art. 128 van hot Wetboek van Strafreoht luidt:
«Hg. die opzettelijk zich voor een ander uitgevende
aan een krachtens wotto'ijk voorschrift uitgr Bchreven
verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenis
straf van ten hoogste één jaar."
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
11 Juni 1898. F. WA3.
Directe BSeftastingen.
De Bargemeestor van Leidon brengt ter algemeene
kennis, d«t aau den Ontvanger dsr Directe Belastingen
is ter hand gesteld het kohior dor Belasting
op bedryl's- en andere inkomsten No. 11 van den
dienst 1897/98, executoir verklaard den lUden Juni
jl., en hor nnert voorts den bblaDgkebbenden aan
hnuDe verplichting om den aanslag op den by de
Wet bepaalden voet to voldoen.
Le'den, De Bnrgemeeetor voornoemd,
18 Jnni 18*8. F. WAS.
Vergadering van den Gemeenteraad van Loiden,
•p Donderdag 16 Juni 1898, des
namiddags te twee uren.
Punten ter behaudelinc;
1°. Verzoek van Di A C. Hartevelt, om conti
nuatie in de betrekking van atads-goneea- en -heel
kundige. (1*25)
2°. Verzoek van R. Jeaso Rz. in die van ge
meente-apotheker. (12S)
3°. Benooming van een Commissie van drie
Raadsleden iu zake een eventueelc onbewoonbaar-
verklaring vau tweo perceelen in de Gasthuialaan,
genummerd 3 en 5. (.121
4®. Benoeming van onderwijzend personeel aan
de te openen school 3de klasse No. 5 aan den
Maregingeï. (135)
5°. Benoeming van onderwijzend personeel aan
andere scholen ten gevolge van de benoemingen
aub 4. (138)
6°. Suppletoire begroofcïng en staten model A en
R op de begrooting van 1897, ter aanvulling van
eonige te laag geraamde begrootingsposten. (123
en 139)
7°. Staat van af- en overschrijving, begrooting
dienst 1898, ad -ƒ480, tot vinding der kosten van
het vergelijkend examen voor de benoeming van
een hoold cler school 3de klasse No. 5. (124 en 131)
8°. Verzoek van A. J. Verbeek, om terugbe
taling van schoolgeld, lager onderwijs. (126)
9°. Voorstel tot uitvoering van bijkomendo worken
in verband met de vervanging van het houten
draaiboofd van de Schrijversbrug. (127)
10*. Staat van af- en overschrijving op de be
grooting dienst 1898 tot verhooging van den post:
.Subsidie aan werkhuizen", enz (137)
11°. Staat van af- en overschrijving op de be
grooting dienst 1897, van de Stedelijke Werkin
richting. (129)
12°. Suppletoire Staat van begrooting, dienst 1898,
van de Stedelijke Werkinrichting. (130)
13°. Rekening, dienst 1897, van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken. (94)
14°. Verzoek van de Wed. A. E. C. Engelborts
Huyskes. om terugbelaling van schoolgeld lagor
onderwijs. (134)
15°. Voorstel tot pLatsing van bliksemafleiders
op de school der 3de klasse No. 5 aan den Muie
sin gel. (132)
16°- Verzoek van J. P. Wafel bakker tot over
dracht van de huur van het voor koffiehuis be
stemde gedeolte van Den Burg. (136)
17°/Rekening, dienst 1897, van het krankzinni
gengesticht „Endogeest". (140)
18". Vaststelling van het kohier der plaatselijke
directe belasting, dienst 1898. (133)
19° Rekening, dienst 1897, van de Stedelijke
Gasfabriek. (142)
Leiden, 14 Jnni.
Aan Gedeputeerde Staten van de provincie
Zuid-Holland is heden het volgende adres vcr-
zonden:
Geven met verschuldigd en eerbied te kennen
W. Pera, Th. G. Den Houter, A. J. Van
Hoeken JJzn., allen leden van den Gemeente
raad te Leiden
dat in de zitting van den Gemeenteraad van
Leiden, gehouden op Donderdag den 28sten
April 1898, is aangenomen een voorstel van
Burgemeester en Wethouders, om aan de
Leidscho Schouwburgvereeniging gedurende
vijftien achtereenvolgende jaren, een jaarlgk-
scbe subsioie van f 1500 van gemeentewege
toe te können;
dat Burgemeester en Wethouders tot toe
lichting van hun voorstel verklaarden, dat zij
aan genoemde Yereeuiging hebben opgelegd
het doen verrichten van verschillende verbou
wingon, met het oog op mogelijk brandge
vaar, dat het bestuur dier Vereeniging
daarop geantwoord had, dat het bedoelde ver
bouwingen niet kon verrichten zonder een
nieuwe leening a 3 pet. te sluit-n, hetgeen
weer niet geschieden kon, zonder dat de
gemeente haar een subsidie waarborgde van
f 1500 gedurende 15 achtereenvolgende jaren;
dat hieruit blijkt, dat door het genomen
Raadsbesluit thans de noodig geoordeelde
verbouwingen feitelijk geschieden op kosten
van de stad;
dat bovendien dit besluit wel degelijk betreft:
„het waarborgen der renten en aflossingen
van geld leeningen door anderen aan te gaan,"
en derhalve ingevolge artikel 194, litt. b van
de Gemeentewet aan de goedkeuring van Gede
puteerde Staten moet worden onderworpen;
dat dit besluit is in strijd met de wet,
daar hier feitelijk wordt gegeven schadever
goeding voor het doer, van verbouwingen,
door het publiek gezag bevolen;
dat het inééns vaststellen van een subsioie
voor 15 achtereenvolgende jaren moet geacht
worden to zijn in strijd met den geest der
Gemeentewet, welke een éénjarige begrooting
eischt;
dat dit besluit ten slotte evenzeer moet
geacht worden te zijn in strijd met het alge
meen belang, daar bet geven van een subsidie
van 15 X 1500 aan een inrichting van
w.elde en vermaak, waarvan slechts door
zeer weinigen georuik wor.t gemaakt, en
waarin somtij s tooneel6tukken worden opge
voerd, die met de goede zeden in strijd zijn,
geacht mott worden te zijn niet in het
algemeen belang;
re enen waarom zij U eerbiedig verzoekeo,
om indien nooaig van de bevoegdheid, U lij
artikel 152 van de Gemeentewet gegeven,
gebruik te willen maken, en aan dit Raads
besluit Uw goedkeuring te onthouden, subsi
diair, het aan Hare geëerbiedigde Majeiteit
de Koningin Regentes ter vernietiging voor
te dragen.
tWelk doende, enz.
(was get) W. Pjira.
Th. G. Den Houter.
A..J. Van Hoeken JJzn.
Geslaagd is voor het apothekersbediende-
examen o. a. me j. J. C. Felix, te Leiden.
Het eereteekon voor belangrijke krijgs-
bo'rijven, met den gesp Atjeh 1873/1896, is
toegekend aan de eersto luitenants jhr. H.
W Storm van 's-Gravesan Je, van den staf
der infanterie, werkzaam bij de Koninklijke
Militaire Academie, G. Buys, van het instruc
tie- h; taljon, en J. Brunsting, van het 8ste regi
ment infanterie; den milicien-sergeant A.
Eisen berger, van het regiment grenadiers en
j-gers; den milicien-sergeant D. J. Reis; do
miliciens F. Kroon, H. De Tries en H. Schut,
alsmede den milicien plaatsvervanger W. Van
't Hert, allen van het lste regiment infanterie;
den sergeant J. C. Yos, van het 2de regiment
infant-ne; den milicien-nnmmerverwi9solaar
J. A. Kalwy, van het 7de regiment infanterie;
den milicien A. Huigen, van het 8ste regi
ment infanterie den milicien plaatsvervanger
E. J. Gynen, van het 2de regiment veld
artillerie; den milicien K. Selser, van het 2de
regiment vesting-artillerie; den milicien-num
merver wisselaar J. Crum en den mil-cien-plaats
vervanger J. Burger, van het 4de r. giment
vesting artillerie, en den machinist W. K. F.
Meyer, van het corps pantserfort-artillerie.
H.H. M.M. woonden Zondagmiddag de
godsdienstoefening by in de Hcrv. Kerk te
Soest onder gehoor van da. Brans.
Even te voren was een Liberi i-neger, thans
koloniaal, op zijn vurigen wensch in de ge-
legenheiJ gesteld H.H. M.M, stapvoets in het
voorpark te zien uitraden. De Koninginnen
bogen hem vriendelijk toe en ce neger was
ni-t van zyn plaats te krfjgen, voordat de
Koninginnen uit de kerk terugkwamen en
by haar nogmaals gezien ha't.
Dr. G. F. Niemann, te Delft, herdacht
gisteren dm dag, waarop hy vyf en twintig
jaren geleden tot hoogleeraar aan de In.ische
Instelliog werl benoemd.
Talrijk- waren -de bewyzén van sympathie,
in allerlei vorm den zoozeer hcoggeachten
geleerde aangeboden. Was het van algemeene
bekendheid, dat geen oföciéele receptie zou
worden gehou ion, toch kwamen tal van eepu
tatiën, autoriteiten en vrienden prof. Niemann
van hun belangstelling biyk geven, o. a. de
hoogleeraar-directeur en hoogl.eraren der
Indische Instelling, de senaat van het Indo-
logisch Studentencorps, Burg. en Wethouders
van Delft en het testuur der Indologische
Yereeniging.
Een deputatie uit het bestuur van het
Koninklflk Instituut voor de taal-, land- en
volkenkunde van Nederland6ch-Indié bood den
juoilaris het eore-lidmaatschop dezer weten
schappelijke vereenicing aan.
De minister van kol niën, door dringende
ambtsbezigheden verhinderd persoonlijk tegen-
woorcig te zijn, bad aan prof. dr. J. Sp njaard,
boogleeraar-cirecteur der Indische Instelling,
opgedragen, den feestvierenden ambtgenoot
uit zjjn naam geluk te wenschen en Z.H Gel.
mede te deelen, dat, op voordracht van Zjjn
Excellentie, het Hare Majesteit de Koningin -
Regentes behaagd heeft prof. Niemann te be
noemen tot ridder in de orde van den Noder-
hndschen Leeuw.
In zjjn kort antwoord, dat van groote harte
lijkheid en aandoening getuigde, deeldo dr.
Niemann mede, dat het zijn voornemen is, op
grond van hoogon leeftijd, tegen 1 September
a. s. eervol ontslag uit zijn betrekking te
vragen. (D. C.)
Door den Rotterdamschen Gemeenteraad
is als chef der centrale secretarie benoemd
mr. Heynsius, die te Amsterdam een drietal
jaren als commies-redacteur ter secretarie is
werkzaam geweest.
Te '8 Gravenhage is overleden jhr. mr.
G. Van Sucbtelen van de Hasre, oud rechter
in de rechtbank te Leeuwarden.
Het „Hbl." verneemt, dat ook te Buenos-
Ayres de troonsbestijging van onzeKoniDgin
door de Nederlandsche Vereenkiüg aldaar
luisterrijk zal gevierd worden. Er heeft zich
te dien einde een feestcommissie gevormd,
waarvan onze zaakgelastigde, de consul-gene
raal, de heer L. Van Riet, zich bereid ver
klaard heeft het eere-voorzitterschap te aan
vaarden.
De feestcommissie bestaat o. a. uit de
hoeren Paats, Dirks, Doyer, Lange, Weve,
Welke commissie zich ten dool stelt den kin
deren van minvermogende Hollanders daar
ter stede een feest te bereiden. Voorts zal er
op di-n da* een maaltijd gegeven worden,
gevolgd door een soirée-dansanto.
Een sub-commissie, onder het be&tuur der
dames Paats, Doyer en Dirks, heeft op zich
genomen het feest voor de kleinen tot een
oovergeteiyken vreugdedag te maken. De
feestcommissie laat alle feestbenoodigJheden
uit Holland betrekken.
Ten huize van den heer L. Van Riet zal
op den inhulaigingsdag een receptie gehouden
worden.
Men schrijft uit Brussel omtrent het
Solosch gezantschap
Pang. ran Ario Mataram bracht Vrijdag jl.
oen bezoek aan bet Paleis van Justitie, waar
een crimineele en een civiele zitiiog werd
bijgewoond. De Ste. GuJule en de Saint-An-
toino werden in oogenschouw genomen en in
den namiddag werd een rijtoer door de stad
gemaakt. Zaterdag werd een bezoek gebracht
aan den Jardin Botanique en het Musóe des
Arts. De Zondag was bestemd voor een rijtoer
in de omstreken en ter bijwoning van een
matinée in het Bois de la Cambre. Maandag
werd het koninklijk paleis bezichtigd en het
Museum Porta de Hal bezocht, in den namid
dag werd een afscheidsbezoek gebracht bij
den gezant.
Dinsdagavond vertrekt het gezelschap naar
Parijs, om over Londen in Dec Haag terug
te ketren.
Naar „De Bazuin" meldt, heeft prof.
Lindeboom, te Kampen, alle kerkeraden der
Gereformeerde Kerken in Nederland die niet
geantwoord hebben op de uitnooaiging van
de Synodale Commissie der Ned.-Herv. Kerk
om op 31 Augustus a. s. een godsdienstige
wjjding te geven aan do aanvaarding der
regeering door Koningin Wilhelmina aan
gespoord, om, conform het advies der Friesche
Syno e, in den avond van 31 Augustus in
.11e gemeenten een biluur te houden. Hy
geeft in overweging dit te houden des avon a
te 6 uren, „omdat precies te 6 uren de Koningin
is geboren en daarom op dat uur de rege3-
ring aan H. M. wordt overge ragen."
Het stoomschip „Gedé" arriveer'e 13
Joni van Rotterdam te Batavia; de „Madura",
van Amsterdam naar Batavia, passeerde 11
Janï Aden; de „Edam", van Amsterdam naar
Nieuw York, passeerde 13 Juni SciJly; ce
„Java", van Batavia n. ar Amsterdam, p. 8-
seerde 13 Juöi Gibraltar.
Woubrugge. De loting voor de rustende
schutterij, van de in Mei cezes jaars inge
schrevenen, zal gehouden worden ten Raad-
huize alhier op Maandag 27 Juni a. s., des
voormiddags te tien uren.
llillegom. De koetsier van den heer H. H;
Vac Waveren, alhier, genaamd J. Van Ennlk,
is door den burgemeester van Haarlem, met
ingang van 16 dezer, benoemd tot agent van
politie aldaar.
Gistermiddag had alhier op de algemeene
begraafplaats onder veel blijken van belang
stelling de ter-aarde-bestelling plaats van
mevrouw Leembruggen, geb. A. VanEm den,
te Lisse, die, op reis zjjnde voorhaal gezonJ-
hoid, den 19den Juni jl. te Neuwied was over
leden. De kist was geheel bedekt met bloemen.
De overledene, die om haar minziambei J en
liefdadigheidszin zoowel te Lisse als in deze
gemeente zeer geacht en bemind werd, zal
door velen worden gemist en betreurd.
Uit do „Staatscourant".
Besluiten en benoemingen: Benoemd
tot schoolopziener in liet arrondissement Tcssel J.
H. W. Veeuhoven te Vlieland.
Benoemd tot notaris te 's-Gravenhage, standplaats
Voorburg, C de Koningh, notaris te Geortruidenberg.
Eervol ontslag verleend aan den eersten luite
nant G. J. Kievit, van het 2de regiment huzaren,
op verzoek, uit den militairen dienst; aan mr. J.
A.Vaillant, oud-president der arrondissementsrecht
bank te Rotteidam, te Dieren, op zijn verzoek,
als lid der Staatscommissie, ten eindo de Regee-
riug van advies te dienen omtront de wettelijke
regels, die ten aanzien van hot waterstaatsbestuur
beho oren te worden gesteld en zulk.s onder dank
betuiging voor de iu die hoedanigheid bewezen
diensten.
Verleend een verhoogd jaarlijksch pensioen van
ƒ386 en 146 aan den gep. sluiswachtei W. Nieu-
kerk te Dordrecht en aan den gep. stoker J. F. A.
Vnistman te Assen.
Pensioen verleend aan D. Nakken van ƒ385
'a jaars.
Vergunning verleend aan H. Jongeling, geboren
te Bundc (Duitschland), tot het geven van lager
onderwijs, mits hij overigens voldoet aan de ge
stelde eischen.
De gewone audiëntie van do ministers van
oorlog op 16 Juni en van koloniën op 17 Juni
zullen niet plaats hebben.
Onderwijzers examens.
De minister van binnenlandsche zaken brengt in
herinnering, dat zij, die zich wenschen te onder
werpen aan do in den aanstaanden zomer te houden
examens ter verkrijging van akten van bekwaam
heid tot het geven van lager onderwijs iu do
Fransche, Hoogduitsche en Engelsche taal en
middelbaar onderwijs in de Hoogduitsche en
Engelsche taal, die tot het geven van lager en
middelbaar onderwijs in do gymnastiek, die tot
het geven van lager onderwijs in de land- en
tuinbouwkunde en middelbaar onderwijs in do
land- en tuinbouwkunde en de houtteelt, eu die
tot het geven van lager onderwijs in het hand-
teekenen en middelbaar onderwijs in hand- en
rechtlijnig teekeuen en perspectief en in het boet-
seeron, zich voor 21 Juni a. s. bij het departement
27)
Nu kuste hy haar op haar voorhoofd en
zeide ontwijkend: „Wel, gü zyt toch neef
en nicht!" en wendde zich weer naar zyn
g isten.
Prinsesje bleef echter nadenkend staan. De
argwaan, die eenmaal in haar borst wortel
had gevat, wilde niet weer wyken. En het
werd haar daarby wee om het hart. Zy ging
tegen het raam leunen en sloot voor ten paar
secondon de oogen. Toen kwam haar een
roman in don zin, dien zy eens gelezen had.
Hyr handelde over een prinses, die ter wille
vap- onverbiadelyke redenen van staat met een
ontreminden man had moeten trouwen en aan
een gebroken halt gestorven was. En by de
herinnering aan die vreeseiyke geschiedenis
atond het opeens by haar vast: „Dat doe ik
niet, al gingen ook allen op hun hoofd staan."
Eq toen zy met een vastberaden blik de
oogen weer opsloeg, zag zy aan den andoren
kant van de kamer Willröder staan. Hij keek
nog altyd zoo onuitsprekelyk treurig voor
zich uit, dacht zy dadelyk. Plotseling schoot
haar door den zin„Hy weet het ook wel,
wat men met my voor heeft. En natuuriyk
- hy is nu treurig. Maar wanneer hy daarover
treurig is, dan moet by my toch liefhebben
En nu jubelde het in haar binnenste: „Wan
neer hy my maar liefheeft, zoo van harte
liefheeft, dan wordt alles goedl"
Maar toen do erfprins, met het kopje koffie
in de hand, op haar toekwam, maakte zy
rechtsomkeert en nam de vlucht naar een
stoel tus8chen Haar Excellentie Eggeström
en Charlotte. Mama Etiquette hield het voor
haar plicht dadelyk een gesprek met Haar
kleine Doorluchtigheid aan te knoopen. Prin
sesje was echter niet tot praten gestemd. Zy
zeide, dat zy moe was en hoofdpyn had,
waarop Haar Excellentie zich wegens die zes
glazen champagne weer bezorgd maakte.
En werkeiyk, dat schuimende vocht begon
in het hoofd van de prinses to werken 1 Het
eene oogenblik kwam zy zichzelve onuit
sprekelyk ellendig voor, door iedereen slecht
behandeld, in het volgende zoo licht om het
hart, zoo moedig, alsof zy do geheele wereld
zou kunnen trotseeren. Het was haar wonder-
ïyk te moede. Vandaag was het immers ook
zulk een vreemde dag; eerst de rit, waarop
zy hem had aangetroffen daarna Rose
Dututel de jonge kunstenaar de erfprins,
ter wille van wien men haar om „redenen
van staat" opofferen wilde, en die toch eigeniyk
heel aardig was papa met zyn toespelingen
dat alles dwarrelde Ulrike verward door het
hoofd. En Charlotte was ook geheel veranderd.
Zy glimlachte voortdurend, met een eigen-
aardigen, kouden glimlach, en toen de prinses
eens haar hand aanraakte, was deze yskoud.
Later werd achter in het park, op het
tennisveld, croquet gespeeld. Maar er was
geen gang in het spel. Het scheen alsof bet
geheele gezelschap verstrooid was. Alleen de
erfprins speelde met aandacht en vuur en
wist eiadelyk, toen hy roovor was geworden,
ook nog den bal van zyn medespeelster, de
prinses, tegen den paal te slaan.
„Is het zoo goed, nichtje? Was dat niet
goede kameraadschap?" zeide hy vrooiyk,
toen hy het spel had uitgemaakt.
„Och kom, zoo in 't spel," antwoordde zy
snibbig en wierp den hamer op den grond.
Charlotte en Willröder, die het toeval tot
partners had gemaakt, haalden verruimd adem,
toen het spel uit was. Het was voor beidon
een pyniyk uur geweest. Doch in beider
harten was juist in dat uur ook een besluit
ontstaan. Willröder voelde, dat hy niet in
Eiwer8burg kon blyven; elk weerzien met
het geliefde meisje zou hem opDieuw de
wonden van het hart openryton; hy wilde
morgen reeds in een particulieren dienstbrief
zyn regiments-commandant om verplaatsing
vragen. En aan Charlotte had zich de over
tuiging opgedrongen, dat zy niet in staat
was, deze rol vol te houden; zy wilde om
haar ontslag uit den vorstelyken dienst ver
zoeken.
De vorst, die naast het speelterrein op een
bank had plaats genomen en zich door den
overste over het verloop van het spel op de
hoogte had laten brengeD, sloeg een kleine
wandeling naar den fazantentuin voor. „Geef
my uw arm, Eugen - gy moet my nog iets
van Waldenstein vertellen. Hoe maakt het
uw oude opperjagermeester? Kan die dog
altyd zoo goed loopen?"
De prinses, Charlotte, Willröder en de
oversto sloten zich by hen aan. In het eerst,
toen de weg nog breed was, liepen zy met
hun vieren naast elkaar. Daarna moesten zy
twee aan twee loopen, en was het toeval,
of had de prinses het zoo weten in te richten?
Zy liep naast Willröder; Charlotte en de
overste volgdeD.
L'Estrango was byzonder goed gehumeurd.
Hy vertelde levendig en vol humor de détails
van het komplot tegen den ouden Dututel
en van het veelbelovend kunstenaarstalent
van zyn protégé. Volgens zyn gewoonte bleef
hy, kortademig als hy was, daar'oy af en toe
staan zoodat de afstand tusschon de beide
paren steeds grooter werd. En Charlotte was
zoo geheel met zicbzölve bezig, dat zy niet
alleen dankbaar was, dat de goede mammouth
de kosten van het gesprek alleen bestreed,
maar er ook niet op lette, dat zy in de
kronkelpaden van het park Haar kleine
Doorluchtigheid geheel uit het gezicht ver
loor.
Eindelyk echter viel dit haar toch op en
zy ontstelde een weinig. Maar de overste
zeide lachend: „Laat ons prinsesje toch! Die
is gelukkig, dat zy eens met baar luitenant
ongegeneerd spreken kan."
„Maar, overste 1"
„Gelooft gy dan, dat myn oude oogen ook
met blindheid zyn geslagen, freule? Ik weet
reeds lang hoe de vork in den steel zit. Maar
wees onbezorgd, vertrouw op myn menschen-
konnis; daar steekt geen gevaar inl Lieve
hemel, zoo'n prinsesje wil toch ook wel eens
uit den band komen. En Willröder is een
dóór en dóór verstandige kerel en bovendien"
nu knipoogde l'E3trange zeer listig „boven
dien is hy, wanneer ik my niet bedrieg, ge
pantserd...."
Hy scheen nog oen opmerking op de tong
to hebben. Doch nu kwam buiten adem een
bediende uit hot slot met een gewichtige
mededeeling op bom toe, zoodat hy moest
terugkeeren. Charlotte kende de methode van
don ouden sluwen vos, om zich „gewichtige"
mededeelingen te laten nazenden, wanneer
hg zich vry wilde maken; zy was ook biy,
dat zy nu met verhaasten tred Haar Door
luchtigheid kon nasnellen.
Dat prinsesje met Willröder, toen zy aan
zichzelven overgelaten w.nn, eens „onge
geneerd" gesproken had, was volstrekt niet
het geval. Integendeel, zy liepen een groot
gedeelte van den weg zwygend naast elkaar.
Willröder was nog steeds geheel van deze
oene gedachte vervuld: „Hoe is hetmogeiyk,
dat gy je zoo hebt kunnen vergissen?" en
van het diepe besef van het onherstelbaar
verlies. Prinsesje echter dacht slechts: „Hoe
brengt ge hem nu aan het verstand, dat gy
hem zoo lief hebt, zoo recht van harte lief?"
En het hart klopte haar daarby alsof het zou
bareton.
(Wordt vervolgd.)