N» 11749 "Woensdag «Juni. A°. 1898 <§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Son- en feestdagen, uitgegeven. F1 euilleton. Haar Dooiliiclitigheidje. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJ8 DEZER COURANT: Voor Leidon per 3 maanden. 1,10. Franco per post1 40. Afzondorltlfce Nommers0.06. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Groofcero lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Oiilclëele Konnlsjjoviagen. Do Bargemeoster dor gemeente Leiden; Gelet op art. 55 laatste lid der Ki ewot; Brengt tor algemeene kennis d&t do stemming ter beDoemiDg van twee loden van do Provinciale Staten van Znid-Holland, iu bot kiesdistrict Loidon, zal plaats hebben opVrrjdag 17 Juni 1 8 98, van des voormiddags a o h t tot dea na middags v ij f uren. De lijst der candidaton bevat in aipbabetischo volgorde de volgoude namen j. a. BOTS. A. e. van" kempen. H. PAUL. J. RINKES BORGER. Art. 128 van hot Wetboek van Strafreoht luidt: «Hg. die opzettelijk zich voor een ander uitgevende aan een krachtens wotto'ijk voorschrift uitgr Bchreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenis straf van ten hoogste één jaar." Leiden, De Burgemeester voornoemd, 11 Juni 1898. F. WA3. Directe BSeftastingen. De Bargemeestor van Leidon brengt ter algemeene kennis, d«t aau den Ontvanger dsr Directe Belastingen is ter hand gesteld het kohior dor Belasting op bedryl's- en andere inkomsten No. 11 van den dienst 1897/98, executoir verklaard den lUden Juni jl., en hor nnert voorts den bblaDgkebbenden aan hnuDe verplichting om den aanslag op den by de Wet bepaalden voet to voldoen. Le'den, De Bnrgemeeetor voornoemd, 18 Jnni 18*8. F. WAS. Vergadering van den Gemeenteraad van Loiden, •p Donderdag 16 Juni 1898, des namiddags te twee uren. Punten ter behaudelinc; 1°. Verzoek van Di A C. Hartevelt, om conti nuatie in de betrekking van atads-goneea- en -heel kundige. (1*25) 2°. Verzoek van R. Jeaso Rz. in die van ge meente-apotheker. (12S) 3°. Benooming van een Commissie van drie Raadsleden iu zake een eventueelc onbewoonbaar- verklaring vau tweo perceelen in de Gasthuialaan, genummerd 3 en 5. (.121 4®. Benoeming van onderwijzend personeel aan de te openen school 3de klasse No. 5 aan den Maregingeï. (135) 5°. Benoeming van onderwijzend personeel aan andere scholen ten gevolge van de benoemingen aub 4. (138) 6°. Suppletoire begroofcïng en staten model A en R op de begrooting van 1897, ter aanvulling van eonige te laag geraamde begrootingsposten. (123 en 139) 7°. Staat van af- en overschrijving, begrooting dienst 1898, ad -ƒ480, tot vinding der kosten van het vergelijkend examen voor de benoeming van een hoold cler school 3de klasse No. 5. (124 en 131) 8°. Verzoek van A. J. Verbeek, om terugbe taling van schoolgeld, lager onderwijs. (126) 9°. Voorstel tot uitvoering van bijkomendo worken in verband met de vervanging van het houten draaiboofd van de Schrijversbrug. (127) 10*. Staat van af- en overschrijving op de be grooting dienst 1898 tot verhooging van den post: .Subsidie aan werkhuizen", enz (137) 11°. Staat van af- en overschrijving op de be grooting dienst 1897, van de Stedelijke Werkin richting. (129) 12°. Suppletoire Staat van begrooting, dienst 1898, van de Stedelijke Werkinrichting. (130) 13°. Rekening, dienst 1897, van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. (94) 14°. Verzoek van de Wed. A. E. C. Engelborts Huyskes. om terugbelaling van schoolgeld lagor onderwijs. (134) 15°. Voorstel tot pLatsing van bliksemafleiders op de school der 3de klasse No. 5 aan den Muie sin gel. (132) 16°- Verzoek van J. P. Wafel bakker tot over dracht van de huur van het voor koffiehuis be stemde gedeolte van Den Burg. (136) 17°/Rekening, dienst 1897, van het krankzinni gengesticht „Endogeest". (140) 18". Vaststelling van het kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1898. (133) 19° Rekening, dienst 1897, van de Stedelijke Gasfabriek. (142) Leiden, 14 Jnni. Aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland is heden het volgende adres vcr- zonden: Geven met verschuldigd en eerbied te kennen W. Pera, Th. G. Den Houter, A. J. Van Hoeken JJzn., allen leden van den Gemeente raad te Leiden dat in de zitting van den Gemeenteraad van Leiden, gehouden op Donderdag den 28sten April 1898, is aangenomen een voorstel van Burgemeester en Wethouders, om aan de Leidscho Schouwburgvereeniging gedurende vijftien achtereenvolgende jaren, een jaarlgk- scbe subsioie van f 1500 van gemeentewege toe te können; dat Burgemeester en Wethouders tot toe lichting van hun voorstel verklaarden, dat zij aan genoemde Yereeuiging hebben opgelegd het doen verrichten van verschillende verbou wingon, met het oog op mogelijk brandge vaar, dat het bestuur dier Vereeniging daarop geantwoord had, dat het bedoelde ver bouwingen niet kon verrichten zonder een nieuwe leening a 3 pet. te sluit-n, hetgeen weer niet geschieden kon, zonder dat de gemeente haar een subsidie waarborgde van f 1500 gedurende 15 achtereenvolgende jaren; dat hieruit blijkt, dat door het genomen Raadsbesluit thans de noodig geoordeelde verbouwingen feitelijk geschieden op kosten van de stad; dat bovendien dit besluit wel degelijk betreft: „het waarborgen der renten en aflossingen van geld leeningen door anderen aan te gaan," en derhalve ingevolge artikel 194, litt. b van de Gemeentewet aan de goedkeuring van Gede puteerde Staten moet worden onderworpen; dat dit besluit is in strijd met de wet, daar hier feitelijk wordt gegeven schadever goeding voor het doer, van verbouwingen, door het publiek gezag bevolen; dat het inééns vaststellen van een subsioie voor 15 achtereenvolgende jaren moet geacht worden to zijn in strijd met den geest der Gemeentewet, welke een éénjarige begrooting eischt; dat dit besluit ten slotte evenzeer moet geacht worden te zijn in strijd met het alge meen belang, daar bet geven van een subsidie van 15 X 1500 aan een inrichting van w.elde en vermaak, waarvan slechts door zeer weinigen georuik wor.t gemaakt, en waarin somtij s tooneel6tukken worden opge voerd, die met de goede zeden in strijd zijn, geacht mott worden te zijn niet in het algemeen belang; re enen waarom zij U eerbiedig verzoekeo, om indien nooaig van de bevoegdheid, U lij artikel 152 van de Gemeentewet gegeven, gebruik te willen maken, en aan dit Raads besluit Uw goedkeuring te onthouden, subsi diair, het aan Hare geëerbiedigde Majeiteit de Koningin Regentes ter vernietiging voor te dragen. tWelk doende, enz. (was get) W. Pjira. Th. G. Den Houter. A..J. Van Hoeken JJzn. Geslaagd is voor het apothekersbediende- examen o. a. me j. J. C. Felix, te Leiden. Het eereteekon voor belangrijke krijgs- bo'rijven, met den gesp Atjeh 1873/1896, is toegekend aan de eersto luitenants jhr. H. W Storm van 's-Gravesan Je, van den staf der infanterie, werkzaam bij de Koninklijke Militaire Academie, G. Buys, van het instruc tie- h; taljon, en J. Brunsting, van het 8ste regi ment infanterie; den milicien-sergeant A. Eisen berger, van het regiment grenadiers en j-gers; den milicien-sergeant D. J. Reis; do miliciens F. Kroon, H. De Tries en H. Schut, alsmede den milicien plaatsvervanger W. Van 't Hert, allen van het lste regiment infanterie; den sergeant J. C. Yos, van het 2de regiment infant-ne; den milicien-nnmmerverwi9solaar J. A. Kalwy, van het 7de regiment infanterie; den milicien A. Huigen, van het 8ste regi ment infanterie den milicien plaatsvervanger E. J. Gynen, van het 2de regiment veld artillerie; den milicien K. Selser, van het 2de regiment vesting-artillerie; den milicien-num merver wisselaar J. Crum en den mil-cien-plaats vervanger J. Burger, van het 4de r. giment vesting artillerie, en den machinist W. K. F. Meyer, van het corps pantserfort-artillerie. H.H. M.M. woonden Zondagmiddag de godsdienstoefening by in de Hcrv. Kerk te Soest onder gehoor van da. Brans. Even te voren was een Liberi i-neger, thans koloniaal, op zijn vurigen wensch in de ge- legenheiJ gesteld H.H. M.M, stapvoets in het voorpark te zien uitraden. De Koninginnen bogen hem vriendelijk toe en ce neger was ni-t van zyn plaats te krfjgen, voordat de Koninginnen uit de kerk terugkwamen en by haar nogmaals gezien ha't. Dr. G. F. Niemann, te Delft, herdacht gisteren dm dag, waarop hy vyf en twintig jaren geleden tot hoogleeraar aan de In.ische Instelliog werl benoemd. Talrijk- waren -de bewyzén van sympathie, in allerlei vorm den zoozeer hcoggeachten geleerde aangeboden. Was het van algemeene bekendheid, dat geen oföciéele receptie zou worden gehou ion, toch kwamen tal van eepu tatiën, autoriteiten en vrienden prof. Niemann van hun belangstelling biyk geven, o. a. de hoogleeraar-directeur en hoogl.eraren der Indische Instelling, de senaat van het Indo- logisch Studentencorps, Burg. en Wethouders van Delft en het testuur der Indologische Yereeniging. Een deputatie uit het bestuur van het Koninklflk Instituut voor de taal-, land- en volkenkunde van Nederland6ch-Indié bood den juoilaris het eore-lidmaatschop dezer weten schappelijke vereenicing aan. De minister van kol niën, door dringende ambtsbezigheden verhinderd persoonlijk tegen- woorcig te zijn, bad aan prof. dr. J. Sp njaard, boogleeraar-cirecteur der Indische Instelling, opgedragen, den feestvierenden ambtgenoot uit zjjn naam geluk te wenschen en Z.H Gel. mede te deelen, dat, op voordracht van Zjjn Excellentie, het Hare Majesteit de Koningin - Regentes behaagd heeft prof. Niemann te be noemen tot ridder in de orde van den Noder- hndschen Leeuw. In zjjn kort antwoord, dat van groote harte lijkheid en aandoening getuigde, deeldo dr. Niemann mede, dat het zijn voornemen is, op grond van hoogon leeftijd, tegen 1 September a. s. eervol ontslag uit zijn betrekking te vragen. (D. C.) Door den Rotterdamschen Gemeenteraad is als chef der centrale secretarie benoemd mr. Heynsius, die te Amsterdam een drietal jaren als commies-redacteur ter secretarie is werkzaam geweest. Te '8 Gravenhage is overleden jhr. mr. G. Van Sucbtelen van de Hasre, oud rechter in de rechtbank te Leeuwarden. Het „Hbl." verneemt, dat ook te Buenos- Ayres de troonsbestijging van onzeKoniDgin door de Nederlandsche Vereenkiüg aldaar luisterrijk zal gevierd worden. Er heeft zich te dien einde een feestcommissie gevormd, waarvan onze zaakgelastigde, de consul-gene raal, de heer L. Van Riet, zich bereid ver klaard heeft het eere-voorzitterschap te aan vaarden. De feestcommissie bestaat o. a. uit de hoeren Paats, Dirks, Doyer, Lange, Weve, Welke commissie zich ten dool stelt den kin deren van minvermogende Hollanders daar ter stede een feest te bereiden. Voorts zal er op di-n da* een maaltijd gegeven worden, gevolgd door een soirée-dansanto. Een sub-commissie, onder het be&tuur der dames Paats, Doyer en Dirks, heeft op zich genomen het feest voor de kleinen tot een oovergeteiyken vreugdedag te maken. De feestcommissie laat alle feestbenoodigJheden uit Holland betrekken. Ten huize van den heer L. Van Riet zal op den inhulaigingsdag een receptie gehouden worden. Men schrijft uit Brussel omtrent het Solosch gezantschap Pang. ran Ario Mataram bracht Vrijdag jl. oen bezoek aan bet Paleis van Justitie, waar een crimineele en een civiele zitiiog werd bijgewoond. De Ste. GuJule en de Saint-An- toino werden in oogenschouw genomen en in den namiddag werd een rijtoer door de stad gemaakt. Zaterdag werd een bezoek gebracht aan den Jardin Botanique en het Musóe des Arts. De Zondag was bestemd voor een rijtoer in de omstreken en ter bijwoning van een matinée in het Bois de la Cambre. Maandag werd het koninklijk paleis bezichtigd en het Museum Porta de Hal bezocht, in den namid dag werd een afscheidsbezoek gebracht bij den gezant. Dinsdagavond vertrekt het gezelschap naar Parijs, om over Londen in Dec Haag terug te ketren. Naar „De Bazuin" meldt, heeft prof. Lindeboom, te Kampen, alle kerkeraden der Gereformeerde Kerken in Nederland die niet geantwoord hebben op de uitnooaiging van de Synodale Commissie der Ned.-Herv. Kerk om op 31 Augustus a. s. een godsdienstige wjjding te geven aan do aanvaarding der regeering door Koningin Wilhelmina aan gespoord, om, conform het advies der Friesche Syno e, in den avond van 31 Augustus in .11e gemeenten een biluur te houden. Hy geeft in overweging dit te houden des avon a te 6 uren, „omdat precies te 6 uren de Koningin is geboren en daarom op dat uur de rege3- ring aan H. M. wordt overge ragen." Het stoomschip „Gedé" arriveer'e 13 Joni van Rotterdam te Batavia; de „Madura", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 11 Janï Aden; de „Edam", van Amsterdam naar Nieuw York, passeerde 13 Juni SciJly; ce „Java", van Batavia n. ar Amsterdam, p. 8- seerde 13 Juöi Gibraltar. Woubrugge. De loting voor de rustende schutterij, van de in Mei cezes jaars inge schrevenen, zal gehouden worden ten Raad- huize alhier op Maandag 27 Juni a. s., des voormiddags te tien uren. llillegom. De koetsier van den heer H. H; Vac Waveren, alhier, genaamd J. Van Ennlk, is door den burgemeester van Haarlem, met ingang van 16 dezer, benoemd tot agent van politie aldaar. Gistermiddag had alhier op de algemeene begraafplaats onder veel blijken van belang stelling de ter-aarde-bestelling plaats van mevrouw Leembruggen, geb. A. VanEm den, te Lisse, die, op reis zjjnde voorhaal gezonJ- hoid, den 19den Juni jl. te Neuwied was over leden. De kist was geheel bedekt met bloemen. De overledene, die om haar minziambei J en liefdadigheidszin zoowel te Lisse als in deze gemeente zeer geacht en bemind werd, zal door velen worden gemist en betreurd. Uit do „Staatscourant". Besluiten en benoemingen: Benoemd tot schoolopziener in liet arrondissement Tcssel J. H. W. Veeuhoven te Vlieland. Benoemd tot notaris te 's-Gravenhage, standplaats Voorburg, C de Koningh, notaris te Geortruidenberg. Eervol ontslag verleend aan den eersten luite nant G. J. Kievit, van het 2de regiment huzaren, op verzoek, uit den militairen dienst; aan mr. J. A.Vaillant, oud-president der arrondissementsrecht bank te Rotteidam, te Dieren, op zijn verzoek, als lid der Staatscommissie, ten eindo de Regee- riug van advies te dienen omtront de wettelijke regels, die ten aanzien van hot waterstaatsbestuur beho oren te worden gesteld en zulk.s onder dank betuiging voor de iu die hoedanigheid bewezen diensten. Verleend een verhoogd jaarlijksch pensioen van ƒ386 en 146 aan den gep. sluiswachtei W. Nieu- kerk te Dordrecht en aan den gep. stoker J. F. A. Vnistman te Assen. Pensioen verleend aan D. Nakken van ƒ385 'a jaars. Vergunning verleend aan H. Jongeling, geboren te Bundc (Duitschland), tot het geven van lager onderwijs, mits hij overigens voldoet aan de ge stelde eischen. De gewone audiëntie van do ministers van oorlog op 16 Juni en van koloniën op 17 Juni zullen niet plaats hebben. Onderwijzers examens. De minister van binnenlandsche zaken brengt in herinnering, dat zij, die zich wenschen te onder werpen aan do in den aanstaanden zomer te houden examens ter verkrijging van akten van bekwaam heid tot het geven van lager onderwijs iu do Fransche, Hoogduitsche en Engelsche taal en middelbaar onderwijs in de Hoogduitsche en Engelsche taal, die tot het geven van lager en middelbaar onderwijs in do gymnastiek, die tot het geven van lager onderwijs in de land- en tuinbouwkunde en middelbaar onderwijs in do land- en tuinbouwkunde en de houtteelt, eu die tot het geven van lager onderwijs in het hand- teekenen en middelbaar onderwijs in hand- en rechtlijnig teekeuen en perspectief en in het boet- seeron, zich voor 21 Juni a. s. bij het departement 27) Nu kuste hy haar op haar voorhoofd en zeide ontwijkend: „Wel, gü zyt toch neef en nicht!" en wendde zich weer naar zyn g isten. Prinsesje bleef echter nadenkend staan. De argwaan, die eenmaal in haar borst wortel had gevat, wilde niet weer wyken. En het werd haar daarby wee om het hart. Zy ging tegen het raam leunen en sloot voor ten paar secondon de oogen. Toen kwam haar een roman in don zin, dien zy eens gelezen had. Hyr handelde over een prinses, die ter wille vap- onverbiadelyke redenen van staat met een ontreminden man had moeten trouwen en aan een gebroken halt gestorven was. En by de herinnering aan die vreeseiyke geschiedenis atond het opeens by haar vast: „Dat doe ik niet, al gingen ook allen op hun hoofd staan." Eq toen zy met een vastberaden blik de oogen weer opsloeg, zag zy aan den andoren kant van de kamer Willröder staan. Hij keek nog altyd zoo onuitsprekelyk treurig voor zich uit, dacht zy dadelyk. Plotseling schoot haar door den zin„Hy weet het ook wel, wat men met my voor heeft. En natuuriyk - hy is nu treurig. Maar wanneer hy daarover treurig is, dan moet by my toch liefhebben En nu jubelde het in haar binnenste: „Wan neer hy my maar liefheeft, zoo van harte liefheeft, dan wordt alles goedl" Maar toen do erfprins, met het kopje koffie in de hand, op haar toekwam, maakte zy rechtsomkeert en nam de vlucht naar een stoel tus8chen Haar Excellentie Eggeström en Charlotte. Mama Etiquette hield het voor haar plicht dadelyk een gesprek met Haar kleine Doorluchtigheid aan te knoopen. Prin sesje was echter niet tot praten gestemd. Zy zeide, dat zy moe was en hoofdpyn had, waarop Haar Excellentie zich wegens die zes glazen champagne weer bezorgd maakte. En werkeiyk, dat schuimende vocht begon in het hoofd van de prinses to werken 1 Het eene oogenblik kwam zy zichzelve onuit sprekelyk ellendig voor, door iedereen slecht behandeld, in het volgende zoo licht om het hart, zoo moedig, alsof zy do geheele wereld zou kunnen trotseeren. Het was haar wonder- ïyk te moede. Vandaag was het immers ook zulk een vreemde dag; eerst de rit, waarop zy hem had aangetroffen daarna Rose Dututel de jonge kunstenaar de erfprins, ter wille van wien men haar om „redenen van staat" opofferen wilde, en die toch eigeniyk heel aardig was papa met zyn toespelingen dat alles dwarrelde Ulrike verward door het hoofd. En Charlotte was ook geheel veranderd. Zy glimlachte voortdurend, met een eigen- aardigen, kouden glimlach, en toen de prinses eens haar hand aanraakte, was deze yskoud. Later werd achter in het park, op het tennisveld, croquet gespeeld. Maar er was geen gang in het spel. Het scheen alsof bet geheele gezelschap verstrooid was. Alleen de erfprins speelde met aandacht en vuur en wist eiadelyk, toen hy roovor was geworden, ook nog den bal van zyn medespeelster, de prinses, tegen den paal te slaan. „Is het zoo goed, nichtje? Was dat niet goede kameraadschap?" zeide hy vrooiyk, toen hy het spel had uitgemaakt. „Och kom, zoo in 't spel," antwoordde zy snibbig en wierp den hamer op den grond. Charlotte en Willröder, die het toeval tot partners had gemaakt, haalden verruimd adem, toen het spel uit was. Het was voor beidon een pyniyk uur geweest. Doch in beider harten was juist in dat uur ook een besluit ontstaan. Willröder voelde, dat hy niet in Eiwer8burg kon blyven; elk weerzien met het geliefde meisje zou hem opDieuw de wonden van het hart openryton; hy wilde morgen reeds in een particulieren dienstbrief zyn regiments-commandant om verplaatsing vragen. En aan Charlotte had zich de over tuiging opgedrongen, dat zy niet in staat was, deze rol vol te houden; zy wilde om haar ontslag uit den vorstelyken dienst ver zoeken. De vorst, die naast het speelterrein op een bank had plaats genomen en zich door den overste over het verloop van het spel op de hoogte had laten brengeD, sloeg een kleine wandeling naar den fazantentuin voor. „Geef my uw arm, Eugen - gy moet my nog iets van Waldenstein vertellen. Hoe maakt het uw oude opperjagermeester? Kan die dog altyd zoo goed loopen?" De prinses, Charlotte, Willröder en de oversto sloten zich by hen aan. In het eerst, toen de weg nog breed was, liepen zy met hun vieren naast elkaar. Daarna moesten zy twee aan twee loopen, en was het toeval, of had de prinses het zoo weten in te richten? Zy liep naast Willröder; Charlotte en de overste volgdeD. L'Estrango was byzonder goed gehumeurd. Hy vertelde levendig en vol humor de détails van het komplot tegen den ouden Dututel en van het veelbelovend kunstenaarstalent van zyn protégé. Volgens zyn gewoonte bleef hy, kortademig als hy was, daar'oy af en toe staan zoodat de afstand tusschon de beide paren steeds grooter werd. En Charlotte was zoo geheel met zicbzölve bezig, dat zy niet alleen dankbaar was, dat de goede mammouth de kosten van het gesprek alleen bestreed, maar er ook niet op lette, dat zy in de kronkelpaden van het park Haar kleine Doorluchtigheid geheel uit het gezicht ver loor. Eindelyk echter viel dit haar toch op en zy ontstelde een weinig. Maar de overste zeide lachend: „Laat ons prinsesje toch! Die is gelukkig, dat zy eens met baar luitenant ongegeneerd spreken kan." „Maar, overste 1" „Gelooft gy dan, dat myn oude oogen ook met blindheid zyn geslagen, freule? Ik weet reeds lang hoe de vork in den steel zit. Maar wees onbezorgd, vertrouw op myn menschen- konnis; daar steekt geen gevaar inl Lieve hemel, zoo'n prinsesje wil toch ook wel eens uit den band komen. En Willröder is een dóór en dóór verstandige kerel en bovendien" nu knipoogde l'E3trange zeer listig „boven dien is hy, wanneer ik my niet bedrieg, ge pantserd...." Hy scheen nog oen opmerking op de tong to hebben. Doch nu kwam buiten adem een bediende uit hot slot met een gewichtige mededeeling op bom toe, zoodat hy moest terugkeeren. Charlotte kende de methode van don ouden sluwen vos, om zich „gewichtige" mededeelingen te laten nazenden, wanneer hg zich vry wilde maken; zy was ook biy, dat zy nu met verhaasten tred Haar Door luchtigheid kon nasnellen. Dat prinsesje met Willröder, toen zy aan zichzelven overgelaten w.nn, eens „onge geneerd" gesproken had, was volstrekt niet het geval. Integendeel, zy liepen een groot gedeelte van den weg zwygend naast elkaar. Willröder was nog steeds geheel van deze oene gedachte vervuld: „Hoe is hetmogeiyk, dat gy je zoo hebt kunnen vergissen?" en van het diepe besef van het onherstelbaar verlies. Prinsesje echter dacht slechts: „Hoe brengt ge hem nu aan het verstand, dat gy hem zoo lief hebt, zoo recht van harte lief?" En het hart klopte haar daarby alsof het zou bareton. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1