N*. 11737
Woensdag X «Juni.
A0. 189v
$eze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
FeuiXXeton.
Daar Dooiluclitiglieidjc.
LEIBSCl
DA&BLAD
PRUS DEZER COURAHTi
Voor Leidon per 3 maanden» I.lö.
Franco por post1.40.
JLfeonderiyke Nommera 0.05.
PRIJS DER ADVERTEHT1ÜN t
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeron buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden. 31 Mei.
Hedenmorgen werd in se Hartebrugs-
kerk alhier de eerste H. Mis opgedragen aoor
den weleerw. heer kapelaan Willemse, daarï?y
geassisteerd door de weleerw. heeren kapelaans
Van Kessel en Van der Poel, terwijl de
priester-assistentie werd verleend door den
eerw. heer pater Ruyten. Door den zeereerw.
heer pastoor Gadet werd de feestpredikatie
gehouden. Het altaar was &y deze gelegenheid
versierd. Het koor voerde, onder leiding van
den heer'C. M. Groenendijk, alt: „Veni Crea
tor" van Beltjens, de „Missa No. III" van
G. A. Heinze en Laud ate Dominum" van
Groenendijk. Het kerkgeiiouw was met een
talrijke schare gelooviger gevuld.
Beroepen is by de Nee Herv. Gem. to
tWout de heer J. Visser, canc. te Leiden.
Gedurende de 1ste helft der maand Mei
werden aan het postkantoor alhier de volgende
brieven bezorgd, welke door onbekenaheid
der geadresseerden niet basleló koniien worden:
P.- v. Schie, Aarlanaerveen; Nieuwenhuis, A.
KleiD, mej. K. v. d. Heuvel, Amsterdam;
Velzen, IJinuiaen; mej. S. Guaermans,
Leiden; mej. K. v. Egmond, Rott-raam; v.
Swart, Utrecht; J. Hart, "Wassenaar.
Briefkaarten: Wed. J. L. Yske, Connet,
N. Monnart, mej. v. Straateu, Amsterdam-,
mej. C. v. Bree, Breda; mevr. v. Karnebeek,
Epe; mej. H. E. Nijkamp, 's Gravenhage;
Starn de Jongen, mej. A. E. Iljeshorst, wed.
v. Vliet, Rotterdam.
BrieveD, besteld geweest naar het buiten
land: J. Smit V, Napels; Pape Bergman,
Oldenburg.
Do „Sts.-Ct." bevat de statuten der
vereeniging: Leldsche schildersbazenver-
eeniging, onder den naam van „Lucas";
Afdeeling van den Nederlandsch9n sobilders
load, te Leiden.
Onze minister resident te Bucharest, baron
Gevers, is te 's Gravenhage aangekomen.
Naar men verneemt, .beeft de heer dr.
R. Rijkens tegen 15 Juli zyn ontslag aan
gevraagd als directeur der H. B.-S te Warfum
en schoolopziener in het arrondissement
Onderdendam.
Benoemd is tot leeraar in de Hoog-
duitsche taal aan de hoogere burgerschool to
ApelJoorn, de heer G. Houwen, te Groningen.
Blykens by bet departement van marine
ontvangen bericht is Hr. Ms. pantserdekschip
„Friesland", onder bevel van den kapitein
ter zee L. A. H. Lamie, 27 Moi van St.-Thoraas
vertrokken, en Hr. Ms. pantserschip „Evertsen",
onder bevel van den kapitein ter zee B. De
Groot, 27 Mei te Havre aangekomen. By den
commandant bestond het voornemen 31 Mei
de terugreis naar Nederland te vervolgen.
Het Solosch gezantschap bracht Zaterdag
een bezoek aan Baarn. Na in het hotel Zeiler
aldaar het tweede ontbyt te hebben gebruikt,
werd een bezoek gebracht aan Soestdyk.
Paleis en park werden bezichtigd èn vervolgens
werJ in de door den eigenaar en bewoner
van den huize „Peking" welwillend beschik
baar gestelde coach en landauer een rytoer
gemaakt. De hooge bezoekers toefden daarna
rog eenigen tyd op „Peking", om daarna, vol
bewondering over de schoone omstreken, die
zij gezien hadden, te 4.34 naar Amsterdam
terug te keeren.
Ter voldoening aan artikel 10 van de
regelen omtrent do benoembaarheid en uit
zending van rechterlyke en administratieve
amDtenaren voor den dienst in Ned.-In:ië,
maakt de minister van koloniën in de „Sts.-Ct."
bekend, dat Jq 1898 tien personen, die in
NederianJ in het groot-ambtenaarsexamen voor
den Indiscben dienst geslaagd z\1n, voor de
vervulling van administratieve betrekkingen
ter beschikking van den gouverneur-generaal
van Nederl.-Indië kunnen worden gesteld en
dat uitzending van ambtenaren voor de rechter
lijke macht daar te lande in 1898 niet zal
plaats hebben.
Voor zooveel betreft de jaren 1899 en 1900
kan ook gerekend worden op een jaariyksche
uitzending van tien personen voor den laai
schen aaministratieven cienst.
Door oe jury der Internationale Ten
toonstelling te Barcelona zijn in de Neder-
landsche afceeling de navolgende onderschei
dingen toegekend:
lste Medaille: Bart Van Hove, Louis Apol,
Bisschop, Theo De Bock, P. J. C. Gabriel,
M. v. d. Maarel, Mesdag, E. Pieters, Thérèse
Schwartze, Stortenoeeker.
2de Medaille: G. H. Breitner, John F. Hulk,
H. W. Jansen, J. E. U Legn .r, Wily Mar
tens, W. J. Schütz, C. A. Van Waning.
3de Medaille: EJ. Frankfort, Van Hamel,
J. G. Hoflberg, D. De la Mar, H. M. Krabbé,
A. F. Reicher, E. R. D. Schaap.
Eervolle vermelding: Mevr. M. Bilders
Van Bosse, A. Briët, H. A. C. Dekker, H.
J. Haverman, mej. C. Pruys v. Hoeven, D.
Wiggers, J. M. Graadt van Roggen en J.
Taanman.
Naar ons van welingelichte zyde ver
zekerd wordt, heeft de heer J. Röntgen,
onlangs herbenoemd tot dirigent van Toon
kunst, zijn ontslag als zoodanig aangevraagd.
(IV. v. N.)
De Nederland8che Vereeniging „De Rij
wielindustrie" heeft een adres gericht aan de
Tweede Kamer, enkele opmerkingen bevat
tende over de voorgestelde rywielbelasting.
Het adres weerspreekt, dat de gemiddelde
verkoopwaarde van een ry wiel f 130 a f 140
bedraagt; over htt algemeen werden de
machines, in do tweede hand overgaande,
slechts met een derde of vierde van den oor-
6pronkeiyken prijs betaald soms voor f 10
en f 5. En toch zullen deze volgens het ont
werp belastbaar zyn met f2 in hoofdsom.
Acressante meent, dat dit een nadeeligen
invloed op den omzet der ry wielen zal hebben.
Zy acht het begrypeiyk, dat, zoolang het
bezit van een rywiel een zekere gegoedheid
kon coon veronderstellen, de fiscus zich niet
weerhouden kon zyn oogen naar het rywiel
te wenden, maar nu het rywiel meer en
meer komt in gebruik by alle klassen van
het volk, en voor eiken prys een rywiel te
verkrygen is, nu heeft h. i. de grondslag
rywielen zyn reden van bestaan verloreu en
zal de belasting worden een druk voor de
kleinere beurzen en een belemmering voor
handel en iodustrie.
Ter voortzetting van de restauratie der
Ridderhofzaal (het gebouw waarin het Ge
rechtshof te 's-Gravenhage zetelt), zal weldra
een aanvullingskrediet aan de Staten-öen--raal
gevraagd worden.
In zake de beweging te 's Gravenhage
tegen de aanzienlyke verhooging van den
hoofdelyken omslag aldaar, vernoemt m<n,
dat door B. en Ws. voor een der eerstvol
gende vergaderingen van den gemeenteraad
voorstellen worden voorbereid tot teruggaaf
of verrekening van het bedrag dat de aan-
geslagenen coor heffing van meer can nooaig
was, te veei hebben betaald of zouden motton
betalen.
Te Amsterdam is overleden de heer J.
Yan Biirg, gepensiorineerd luitenant ter zee
lste klasse.
In 1838 geboren, trad de overledene den
lsten Sept. 1853 als adelborst in oienst. Tal
yan expedities werden door hem medegemaakt,
o. a. in 1858 tegen Djambi, in 1859 en 1860
de beide expedities tsgen Boni, voor welke
by eervol werd onderscheidon. In 1870 w^rd
de heer Van Burg benoemd tot riddor der
Militaire Willemsorde 4de klasse ter zake van
de krygsverrichtingen op Celebes. In 1877
werd hy ter. zake van-lichaamsgebreken op
pensioen gestold.
Het stoomschip „König" arriveerde 27
Mei van'Hamburg en Amsterdam te Del igoa-
Baai; de „Koningin-Regentes", van Amster
dam naar Batavia, ^riveerde 29 Mei te
Southampton; de „Werkendam", van Rotter
dam naar Nieuw-York, passeerde 29 Mei
Wight; de „Admiral", van Hamburg naar
Oost-Afrika, vertrok 28 Mei van Antwerpen;
de „Amsterdam" vertrok 28 Mei van Nieuw-
York naar Rotterdam; do „Roichst g", van
Oost Afrika naar Ylissingen en Hamburg,
vtrTrok 27 Mti vaïTNdpels; de „O.ngaran",
van Rotterdam naar Batavia, passeerde 27
Mei Kaap Carvoeiro; de „Glaucus", van Singa
pore naar Amsterdam, is 30 Mei Suez gepas
seerd; de „Java," van Batavia naar Amster
dam, vertr. 30 Mei Perim; de „Koningin Wilhel-
mina," van Batavia naar Amsterdam, passeerde
30 Moi Kaap St.-Vincent; de „Lombok," van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde 30 Mei
te Padang; de „Prins Frederik Hendrik" arri
veerde 28 Mei van W.-Indië te Nieuw-York
de „Prins van Oranje," van Eatavia naar
Amsterdam, passeerde 30 Mei Gibraltar; de
„Spaarndam" arriveerde 30 Mei van Rotter
dam te Nieuw-York.
Uit do „Staatscouraut".
Kon. besluiten. Benoemd bij het personeel
van den geneeskundigen dienst der landmacht, tot
officier van gez. lste klasse, de officier van gez.
2de kl. dr. J. Falkenburg, van dat personeel.
De kapitein mot fitulairen rang van majoor G.
J. Collard, van den staf der genie, op zijno aan
vrage, op pensioen gesteld en het bedrag van het
pensioen bepaald op f 1950 'sjaars.
De kapitein ter zee J. L. Hordijk, eervol ont
heven van het bevel over Br. Ms. wachtschip te
Willemsoord en dat bevel alsdan opgedragen aan
den kapt. ter zee W. G. Van Nes.
Mr. T. H. De Meester, administrateur der Gene
rale Thesaurie bij het departement van financiën,
benoemd tot vice-president van den raad van
Ned.-Indiö.
Do gewone audiëntie van den minister van
justitie zal op Woensdag a. s. niet plaatshebben.
Ingenieurs voor Indie.
Voor den dienst in Nederlandsch Indiü worden
fevraagd: negen civiel ingenieurs in het bezit van
et diploma, bedoeld bij art. Cl der wet van 2 Mei
1863 (Stsbl. No. 50), en twee worktuigkundige-
iügenieurs in het bezit van het diploma, bedoeld
bij art. 64 der bovengenoemde wet.
Van de ei viel-ingenienrs zullen acht worden be
stemd om te worden benoemd tot adspirant-inge-
nieur bij den waterstaat en de burgerlijke open
bare werken, terwijl één civiel-ingenieur entwee
werktuigkundige-ingenieurs bestemd zijn om te
worden benoemd tot adjunct-ingenieur bij de ex
ploitatie van Staatsspoorwegen.
Zy, die voor plaatsing in aanmerking wenschen
te komen, behooren zich vóór 1 Aug. 1898, bij
gezegeld adres, te wenden tot het Departement
van Koloniën. Do civiel-iugenieurs zullen hebben
op te geven voor welken der twee bovengenoemde
takken van dienst zij uitsluitend of bij voorkeur
in aanmerking wenschen te komen.
Door oen vanwege het Departement van Kolo
niën in te stellen onderzoek zal moeten blijken,
dat de uit te zenden personen geschikt zijn voor
den Indischcn dienst
Aan do uitzending is verbonden: a. overtocht
voor gouvernementsrekening als passagier der
lste klasse, c. q. ook voor het wettig gezinb.
een gratificatie voor uitrusting, ten bedrage van
ƒ1500; c. een voorloopige bezoldiging van ƒ150
'8 maands, ingaande met den dag van inscheping
naar Nederl.-lndië.
Zie verder de Sts.-Ct. No. 124.
Opleiding tot off. van gezondheid.
De minister van koloniën brongt ter kennis
van belanghebbenden, dat voor acht studenten
in de medicijnen aan een dor universiteiten de
gelegenheid bestaat om tusschon 1 Augustus en
ultimo Juli 1899 in opleiding te wordeD genomen
voor de betrekking van otficier van gezondheid
der 2do klasse bij bet leger in Nederlandsch-Indië,
onder genot van een subsidie van ƒ4000.
Gegadigden zullen zich. onder overlegging van
de gevorderde bescheiden, bij gezegeld request,
behooren te wenden tot liet departoment van
koloniën, alwaar op aanvrage kosteloos oxemplaren
zijn te verkrijgen van het reglement betreffende
de opleiding
Gemengd Nieuws.
Een als heer gekleed persoon
met net schoeisel aan vervoegde Zaterdag jl.
zich hier ter stede by een bemiddelde weduwe,
wier naam by gebrekkig kende on die hy
wenschte te spreken. Hy weigerde to zeggen
wie hy was, ook later, toen hy was binnen
gelaten, en eveneens om htt gesprek in
tegenwoordigheid van derden te houden. Daar
zyn houding en netheid geen wantrouwen
inboezemden, liet men hem binnen, en toen
zeide hy een onderwyztr te zyn, maar door
omstandigheden buiten betrekking te wezen.
Hy vroeg voor den overtocht naar Transvaal
een som gelds, maar zou ook dankbaar een
klein bedrag aannemen.
Niet onwaarscbyniyk is dit dezelfde persoon,
die in het vorige jaar by ingezetenen, o. a.
onderwyzers, beeft getracht geld los te krygen.
Deze man is een ontslagen onderwyzer en
gescheiden van zyn vrouw, die te 's Graven
hage woont. Hy is by de justitie reeds bekend.
Zondag j 1. heeft do Leidsche
Voetbalclub „Voorwaarts" een match ge
wonnen tegen „Concordia" uit Den Haag met
3 1 goals.
In de gisteren te Brielle g e h o u-
don wedstryden van het Gewest Zuid-Holland
van het Nederlandsch Gymnastlek-Verbond,
hadden de heeren W. C. Hemerik, J. P.
Hemerik, K. A. Karstens, A. Wynnobel en
W. "Wynnobel onder leiding van den heer A.
Dirks het geluk voor de L G.- en S.-V.
„Hercules" met een voorsprong van 18/IS punt
den lsten prys, de groote verguld zilveren
medaille, uitgeloofd door den burgemeester
van Brielle, in den wedstryd in vrye oefenin
gen te behalen. Dat het succes volkomen was,
bewijst wel het groote verschil met den 2den
prys, daar men gewoonlyk met veel klei er
verschillen achter tlkaar hangt.
Bovendien behaalde de besr K. A. Karstens
nog een 3den personeolen prys voor rok, brug
en hoogspringen.
„Hercules" heeft dus den naam van Leiden
op gymnastisch gebied hoog geLou'.'en en
bewezen wat zy op dat gebied kan presteereu.
Voorloopig mag zy ook tevreden zyn, daar zy
binnen het jaar een lsten, een 2den on twee
3de pryzen aan haar leden zag uitreiken. Dat
„Hercules" vruchten van haar overwinningen
zal plukken, daaraan twyfelen wy niet.
Gisteren (tweedon Pinksterdag)
had de jaariyksche Studenten-Roeiweibtryd
op het Spaarne te Haarlem plaats.
Beloofde het weer, dat door den vry sterken
Noord-Westelyken wind nogal koel gehouden
werd, in den aanvang van den wedstryd niet
voel goeds, tegen het begin klaarde kef*
geheel op en verkwikte de zon door haar
ko-sterende stralen de velen, die in den stryd
op het watertooneel belang stelden.
Onder de aanwezigen werden opgemerkt
de minister van koloniën de heer Cremer, de
Commissaris der Koningin in Noord-Holland
mr. G. Van Tienhoven en de burgemeester
van Haarlom jhr. Boreel van Hogelandon.
De jury bestond uit een 9 tal heeren der
diverse roeivereenigingon en als juryboot was
woderom de snelloopende „Campaniella" van
den heer F. W. Oewel welwilUnd afgestaan.
Als starter fungeerde de beer Le Coultre
die om ongeveer halftwee het sein gaf voor
het hoofdnummer: Vlerriems outrigged-
gïeken seniores, baan 3000 meter zonder
draaiboei, prys eere-diploma en 5 gouden
medailles.
1. „Nereus", Amsterdam (A. Bogers, boeg,
S. J. J. Zyimans, J. W. M. Van Dyk, J. G.
J. Blaise, slag, C. J. F. Desch, stuurman);
2. „Njord", Leiden; 3. „Laga", Delft; 4.
„Triton", Utrecht (C. Hartogb, boeg, C. Lulofs,
Bran r, J. E. Moltzer, slag. D. Herderschee,
stuurman).
Triton en Nereus schoten dadeiyk, Triion
iets vlugger slaande, uit. Njord bleef even
by, maar zakte dadelyk af; Laga was aan
stonds in de achterhoede. De afstand tusschen
de twee eersten en de twee laatsten ver
grootte zich allengs, en wezeniyk stryd wa.
er slechts tusschen Utrecht en Amsterdam
In den aanvang was Triton iets voor, en
Nereus stuurde slecht, maar het bield by,
was een oogenblik zelfs iets voor, maar Triton
liep gaandeweg uit, en by de tribune wa?
het ruim oen lengte voor. Kort voor het einde
3)
Toen hy eindelyk weer vry was, nl. eenigs-
zins vry, want de armen lieten hem nog
altyd niet los was ook zyn opwelling van
toorn vervlogen. Hy legde zelfs de pen uit de
hand, boog het hoofd een weinig achterover
en zag met biykbare vadervreugde in het
mooie meisjesgelaat. Het maakte immers al
zyn trots uit, dat Roso zoo mooi was, en
vooral, dat het Fransche type zoo onvervalscht
Jy haar was bewaard gebleven. En werkelyk,
Itose Ddtutol zag er uit als een roosje uit
A-vignon: krullend blauwzwart haar, dat in
dichte lokken op den rug neerviel, frissche
roode lippen, schitterende, donkere oogen, een
fijn, lang neusje en een weinig geelachtig,
mat teint.
Toen zy hom nu eindeiyk losliet on een
weinig achteruittrad, stond de oude man op,
streek met de hand door haar weerspannige
lokjes, die zoo natuurlyk op het gladde voor
hoofd lagen, alsof zij geen brandyzer on papil
lotten hadden leeren kennen, en zeide: „Gy,
kleine ondeugd, wat verlangt ge dan van je
oud vadertje?"
Zy lachte over het geheelo gezicht, onschul
dig als een kind, als een bakviscbje, ondanks
taar negentien jaren. „Moet ik dan altijd wat
verlangen, wanneer ik u liefkoos?"
Hy meesmuilde. „Ik ken jullie vrouwen
wel l Als de katten vleien, nog eens vleien,
pootjes likken o o gy zyt allen kleine
katten!" En hy voegde er by, toen zy een
rrondje trok: „Voor den dag er mee, wat
moet het kosten?" En hy rammelde met
eenige geldstukken in zyn broekzakken.
„Maar, papaatje! Ik ik wou u slechts
vragen, of ik den volgenden Zondag wel met
de Bremers bet tochtje naar Finkenwerder
mag meemaken?"
Deze oogenscbynlyk zoo onschuldige vraag
kwam er byzonder aarzolend en schuchter
uit. Daarvoor moest echter ook een gegronde
reden bestaan, want mynheer Dututel trok
zyn voorhoofd in rimpels en zyn witte knevel,
die er steeds uitzag alsof hy met wit meel
was bestrooid, stond letterlyk overeind.
„Mot de Bremers? Mot tante Bertha? O,
jy houdt je oud vadertje voor dommer dan by
is, gy, kleine bedriegster; maar hy is volstrekt
niet zoo dom, hy heeft goede oogen in hot
hoofd, kan zeer goed zien, zeer goed myn
heer Marscbner is zeker ook van de party,
de sergeant met die groote ooren en dat
sierlyko kneveltje? Ja, kryg maar oen kleur,
gy, heks!"
Eu waariyk, Rose moest geen goed geweten
hebben. Een donkere blos had zich over haar
gelaat verspreid. Maar tegelykertyd wierp zy
haar kopje in den nok en krulde trotsch haar
lippen omhoog: „Ik weet niet, papa, of de
heer Marschner van de party is!"
„Zoo zoo, neeD, gy weet natuurlyk niets,
gy zyt de reine onschuld!"
Dututel wond zich steeds meer op en plotse
ling sloeg hy met de vlakke hand op de tafel
en riep: „Niets er van niets er van! Geen
party en geen mynheer Marschner voor Rose
Dututel! Zoo'n armzalig soldaat, die niet eens de
taal aller talen kent! Een ongepoiystevent!"
Rose stond een oogenblik sprakeloos. Maar
ook slechts een oogenblik. Zy trad daarop,
terwyi haar oogen zich met tranen vulden,
op haar vader toe en zeide met zachte, maar
vaste stem: „U heeft geiyk, papa, het was
niet goed van my, dat ik ni6t de volle waar
heid sprak. Ja, Bruno Marschner is van de
party en alleen ter wille van hem zou ik die
gaarne mee maken. Want, papa nu moet
het er uit, al wordt gy ook nog zoo boos
wy hebben elkaar lief, en
„Zwyg!" stoof de oude maD, haar in de
rede vallend, op. „Eu kom my niet meer met
dezen schooier aan, die zoo dom is, dat hy
geen hoen van een gans kan onderscheiden.
Zwyg, gy verliefd schepsel!" Hy haalde diep
adem en voegde er daarna, zyn dochter by
den rechterarm grypend, by: „Gy zult een
ordentelyken man krygen, eon man van
distinctie gy zult rret mynheer Weingiirtner
trouwen! Huil niet, gy ondankbaar kind! Maak
my nog niet woedender, Rose! Gij zult...."
Hij vergiste zich echter, wanneer hy meende,
dat zyn dochter hem door tranen zou trachten
te vermurwen. Integendeel. Zy had het vocht
reeds mot groote inspanning teruggedrongen.
Wel beefde baar sieriyke gpstalte, maar vol
komen bedaard en met oeij beslistheid, die
op een hevige tegenkanting voorbereid scheen,
antwoordde zy: „Dat zal ik niet doen,vader!
Ik wil my liever in stukken laten scheuren
dan dat ik met dien man trouw. En ik weet
ook, dat gy my niet dwingen, my niet voor
mijn geheele leven ongelukkig maken zult!"
„Ei! ei! ongelukkig!" zeide de oude man
hoonend. „Geen sprake van ongeluk, wanneer
het juffertje een fatsoenlyken man krygt, die
haar zal liefhebben en op de handen dragon
Nu, gy weet, wat ik wil, en gy moet het
bevel van je vader opvolgen! En maak nu,
dat gy weg komt, stijfkop; ik moet nog het
menu voor het diner van morgen schryven."
Hy ging weer voor zyn scbryftafel zitten,
terwyi hy 8teelsgewyzo naar Rose keek. Zyn
goedhartigheid bad reeds weer de overhand
op zyn heftigheid gekregen en hy verwachtte,
dat zyn dochter hem, vóór zy heenging, een
verzoeningskus zou geven. Maar daar kwam
niets van. Rose bleef nog een minuut, zonder
iets te zeggen, naast haar vader staan. Haar
ademhaling ging snel en haar gezichtje ver
trok zich zenuwachtig.
Daarop zeide zy zacht en toonloos: „Dag,
papa!" en toen de oude man opkeek, was de
deur reeds aebter haar in het slot gevallen.
De heer Von Wlllröder woonde in de
Breedestraat. „Wat een beetje beteekende,"
zooals Mannfeld zich uitdrukte, woonde
trouwens te Elwersburg in de Breedestraat,
want de hoofd- en residentiestad bestond
oigenlijk slechts daaruit. Zy leidde van bet
vorstelyk slot naar bet nu leeg staande paleis
van den erfprins deze stond in Potsdam
by de ïyfgarde en om dezo „hoofdader
van het verkeer," zooals Mannfeld wederom
zeide, hadden zich eenige kleinere, nauwe
straten gevormd.
Do heer Von Willrüder woor.de niet alleen
in de bevoorrechte Breedestraat, maar ook op
den besten stand daarvan, daar, waar dezo
do markt kruiste, en wanneer hy voor zyn
schryftafel zat, kon hy aan den eenen kant
tot aan hot slot zien, aan den anderen, hoe
de boerinnen uit den omtrek aardappelen en
groenten verkochten. Ook was het hem ver
gund, zich aan het spel van de zonderlinge
fontein te verlustigen, welke door Udo don
Achttienden in het midden van het markt
plein was opgericht. „Onze beroemde fontein,"
zooals Mannfeld placht te zeggen, „die tot do
merkwaardigheden van Elwersburg behoort,
want Napoleon moet, toen hy na den slag
van Jena door de residentie kwam en in het
slot oen ontbyt gebruikte, gezegd hebben, dat
hy in al zyn staten niet zulk een wonderlyk
diüg bezat."
De fontein bestond nameiyk uit twee figuren,
Romeinsche worstelaars voorstellend; de een
lag overwonnen op den grond en uit een
gapende wonde spoot als zyn bloed een dikke
waterstraal in do lucht; de ander echter stond
juist op het punt den eersten don gen3destoot
te geven, on spuwde met verlof zy het
vermeld daartoe nog eerst eens in de handen,
wat de kunstenaar eveneens met behulp
van een waterstraal zeer aanschouweiyk had
voorgesteld.
Wordt vervolgd,)