N*. 11737 Woensdag X «Juni. A0. 189v $eze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. FeuiXXeton. Daar Dooiluclitiglieidjc. LEIBSCl DA&BLAD PRUS DEZER COURAHTi Voor Leidon per 3 maanden» I.lö. Franco por post1.40. JLfeonderiyke Nommera 0.05. PRIJS DER ADVERTEHT1ÜN t Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeron buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden. 31 Mei. Hedenmorgen werd in se Hartebrugs- kerk alhier de eerste H. Mis opgedragen aoor den weleerw. heer kapelaan Willemse, daarï?y geassisteerd door de weleerw. heeren kapelaans Van Kessel en Van der Poel, terwijl de priester-assistentie werd verleend door den eerw. heer pater Ruyten. Door den zeereerw. heer pastoor Gadet werd de feestpredikatie gehouden. Het altaar was &y deze gelegenheid versierd. Het koor voerde, onder leiding van den heer'C. M. Groenendijk, alt: „Veni Crea tor" van Beltjens, de „Missa No. III" van G. A. Heinze en Laud ate Dominum" van Groenendijk. Het kerkgeiiouw was met een talrijke schare gelooviger gevuld. Beroepen is by de Nee Herv. Gem. to tWout de heer J. Visser, canc. te Leiden. Gedurende de 1ste helft der maand Mei werden aan het postkantoor alhier de volgende brieven bezorgd, welke door onbekenaheid der geadresseerden niet basleló koniien worden: P.- v. Schie, Aarlanaerveen; Nieuwenhuis, A. KleiD, mej. K. v. d. Heuvel, Amsterdam; Velzen, IJinuiaen; mej. S. Guaermans, Leiden; mej. K. v. Egmond, Rott-raam; v. Swart, Utrecht; J. Hart, "Wassenaar. Briefkaarten: Wed. J. L. Yske, Connet, N. Monnart, mej. v. Straateu, Amsterdam-, mej. C. v. Bree, Breda; mevr. v. Karnebeek, Epe; mej. H. E. Nijkamp, 's Gravenhage; Starn de Jongen, mej. A. E. Iljeshorst, wed. v. Vliet, Rotterdam. BrieveD, besteld geweest naar het buiten land: J. Smit V, Napels; Pape Bergman, Oldenburg. Do „Sts.-Ct." bevat de statuten der vereeniging: Leldsche schildersbazenver- eeniging, onder den naam van „Lucas"; Afdeeling van den Nederlandsch9n sobilders load, te Leiden. Onze minister resident te Bucharest, baron Gevers, is te 's Gravenhage aangekomen. Naar men verneemt, .beeft de heer dr. R. Rijkens tegen 15 Juli zyn ontslag aan gevraagd als directeur der H. B.-S te Warfum en schoolopziener in het arrondissement Onderdendam. Benoemd is tot leeraar in de Hoog- duitsche taal aan de hoogere burgerschool to ApelJoorn, de heer G. Houwen, te Groningen. Blykens by bet departement van marine ontvangen bericht is Hr. Ms. pantserdekschip „Friesland", onder bevel van den kapitein ter zee L. A. H. Lamie, 27 Moi van St.-Thoraas vertrokken, en Hr. Ms. pantserschip „Evertsen", onder bevel van den kapitein ter zee B. De Groot, 27 Mei te Havre aangekomen. By den commandant bestond het voornemen 31 Mei de terugreis naar Nederland te vervolgen. Het Solosch gezantschap bracht Zaterdag een bezoek aan Baarn. Na in het hotel Zeiler aldaar het tweede ontbyt te hebben gebruikt, werd een bezoek gebracht aan Soestdyk. Paleis en park werden bezichtigd èn vervolgens werJ in de door den eigenaar en bewoner van den huize „Peking" welwillend beschik baar gestelde coach en landauer een rytoer gemaakt. De hooge bezoekers toefden daarna rog eenigen tyd op „Peking", om daarna, vol bewondering over de schoone omstreken, die zij gezien hadden, te 4.34 naar Amsterdam terug te keeren. Ter voldoening aan artikel 10 van de regelen omtrent do benoembaarheid en uit zending van rechterlyke en administratieve amDtenaren voor den dienst in Ned.-In:ië, maakt de minister van koloniën in de „Sts.-Ct." bekend, dat Jq 1898 tien personen, die in NederianJ in het groot-ambtenaarsexamen voor den Indiscben dienst geslaagd z\1n, voor de vervulling van administratieve betrekkingen ter beschikking van den gouverneur-generaal van Nederl.-Indië kunnen worden gesteld en dat uitzending van ambtenaren voor de rechter lijke macht daar te lande in 1898 niet zal plaats hebben. Voor zooveel betreft de jaren 1899 en 1900 kan ook gerekend worden op een jaariyksche uitzending van tien personen voor den laai schen aaministratieven cienst. Door oe jury der Internationale Ten toonstelling te Barcelona zijn in de Neder- landsche afceeling de navolgende onderschei dingen toegekend: lste Medaille: Bart Van Hove, Louis Apol, Bisschop, Theo De Bock, P. J. C. Gabriel, M. v. d. Maarel, Mesdag, E. Pieters, Thérèse Schwartze, Stortenoeeker. 2de Medaille: G. H. Breitner, John F. Hulk, H. W. Jansen, J. E. U Legn .r, Wily Mar tens, W. J. Schütz, C. A. Van Waning. 3de Medaille: EJ. Frankfort, Van Hamel, J. G. Hoflberg, D. De la Mar, H. M. Krabbé, A. F. Reicher, E. R. D. Schaap. Eervolle vermelding: Mevr. M. Bilders Van Bosse, A. Briët, H. A. C. Dekker, H. J. Haverman, mej. C. Pruys v. Hoeven, D. Wiggers, J. M. Graadt van Roggen en J. Taanman. Naar ons van welingelichte zyde ver zekerd wordt, heeft de heer J. Röntgen, onlangs herbenoemd tot dirigent van Toon kunst, zijn ontslag als zoodanig aangevraagd. (IV. v. N.) De Nederland8che Vereeniging „De Rij wielindustrie" heeft een adres gericht aan de Tweede Kamer, enkele opmerkingen bevat tende over de voorgestelde rywielbelasting. Het adres weerspreekt, dat de gemiddelde verkoopwaarde van een ry wiel f 130 a f 140 bedraagt; over htt algemeen werden de machines, in do tweede hand overgaande, slechts met een derde of vierde van den oor- 6pronkeiyken prijs betaald soms voor f 10 en f 5. En toch zullen deze volgens het ont werp belastbaar zyn met f2 in hoofdsom. Acressante meent, dat dit een nadeeligen invloed op den omzet der ry wielen zal hebben. Zy acht het begrypeiyk, dat, zoolang het bezit van een rywiel een zekere gegoedheid kon coon veronderstellen, de fiscus zich niet weerhouden kon zyn oogen naar het rywiel te wenden, maar nu het rywiel meer en meer komt in gebruik by alle klassen van het volk, en voor eiken prys een rywiel te verkrygen is, nu heeft h. i. de grondslag rywielen zyn reden van bestaan verloreu en zal de belasting worden een druk voor de kleinere beurzen en een belemmering voor handel en iodustrie. Ter voortzetting van de restauratie der Ridderhofzaal (het gebouw waarin het Ge rechtshof te 's-Gravenhage zetelt), zal weldra een aanvullingskrediet aan de Staten-öen--raal gevraagd worden. In zake de beweging te 's Gravenhage tegen de aanzienlyke verhooging van den hoofdelyken omslag aldaar, vernoemt m<n, dat door B. en Ws. voor een der eerstvol gende vergaderingen van den gemeenteraad voorstellen worden voorbereid tot teruggaaf of verrekening van het bedrag dat de aan- geslagenen coor heffing van meer can nooaig was, te veei hebben betaald of zouden motton betalen. Te Amsterdam is overleden de heer J. Yan Biirg, gepensiorineerd luitenant ter zee lste klasse. In 1838 geboren, trad de overledene den lsten Sept. 1853 als adelborst in oienst. Tal yan expedities werden door hem medegemaakt, o. a. in 1858 tegen Djambi, in 1859 en 1860 de beide expedities tsgen Boni, voor welke by eervol werd onderscheidon. In 1870 w^rd de heer Van Burg benoemd tot riddor der Militaire Willemsorde 4de klasse ter zake van de krygsverrichtingen op Celebes. In 1877 werd hy ter. zake van-lichaamsgebreken op pensioen gestold. Het stoomschip „König" arriveerde 27 Mei van'Hamburg en Amsterdam te Del igoa- Baai; de „Koningin-Regentes", van Amster dam naar Batavia, ^riveerde 29 Mei te Southampton; de „Werkendam", van Rotter dam naar Nieuw-York, passeerde 29 Mei Wight; de „Admiral", van Hamburg naar Oost-Afrika, vertrok 28 Mei van Antwerpen; de „Amsterdam" vertrok 28 Mei van Nieuw- York naar Rotterdam; do „Roichst g", van Oost Afrika naar Ylissingen en Hamburg, vtrTrok 27 Mti vaïTNdpels; de „O.ngaran", van Rotterdam naar Batavia, passeerde 27 Mei Kaap Carvoeiro; de „Glaucus", van Singa pore naar Amsterdam, is 30 Mei Suez gepas seerd; de „Java," van Batavia naar Amster dam, vertr. 30 Mei Perim; de „Koningin Wilhel- mina," van Batavia naar Amsterdam, passeerde 30 Moi Kaap St.-Vincent; de „Lombok," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 30 Mei te Padang; de „Prins Frederik Hendrik" arri veerde 28 Mei van W.-Indië te Nieuw-York de „Prins van Oranje," van Eatavia naar Amsterdam, passeerde 30 Mei Gibraltar; de „Spaarndam" arriveerde 30 Mei van Rotter dam te Nieuw-York. Uit do „Staatscouraut". Kon. besluiten. Benoemd bij het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, tot officier van gez. lste klasse, de officier van gez. 2de kl. dr. J. Falkenburg, van dat personeel. De kapitein mot fitulairen rang van majoor G. J. Collard, van den staf der genie, op zijno aan vrage, op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op f 1950 'sjaars. De kapitein ter zee J. L. Hordijk, eervol ont heven van het bevel over Br. Ms. wachtschip te Willemsoord en dat bevel alsdan opgedragen aan den kapt. ter zee W. G. Van Nes. Mr. T. H. De Meester, administrateur der Gene rale Thesaurie bij het departement van financiën, benoemd tot vice-president van den raad van Ned.-Indiö. Do gewone audiëntie van den minister van justitie zal op Woensdag a. s. niet plaatshebben. Ingenieurs voor Indie. Voor den dienst in Nederlandsch Indiü worden fevraagd: negen civiel ingenieurs in het bezit van et diploma, bedoeld bij art. Cl der wet van 2 Mei 1863 (Stsbl. No. 50), en twee worktuigkundige- iügenieurs in het bezit van het diploma, bedoeld bij art. 64 der bovengenoemde wet. Van de ei viel-ingenienrs zullen acht worden be stemd om te worden benoemd tot adspirant-inge- nieur bij den waterstaat en de burgerlijke open bare werken, terwijl één civiel-ingenieur entwee werktuigkundige-ingenieurs bestemd zijn om te worden benoemd tot adjunct-ingenieur bij de ex ploitatie van Staatsspoorwegen. Zy, die voor plaatsing in aanmerking wenschen te komen, behooren zich vóór 1 Aug. 1898, bij gezegeld adres, te wenden tot het Departement van Koloniën. Do civiel-iugenieurs zullen hebben op te geven voor welken der twee bovengenoemde takken van dienst zij uitsluitend of bij voorkeur in aanmerking wenschen te komen. Door oen vanwege het Departement van Kolo niën in te stellen onderzoek zal moeten blijken, dat de uit te zenden personen geschikt zijn voor den Indischcn dienst Aan do uitzending is verbonden: a. overtocht voor gouvernementsrekening als passagier der lste klasse, c. q. ook voor het wettig gezinb. een gratificatie voor uitrusting, ten bedrage van ƒ1500; c. een voorloopige bezoldiging van ƒ150 '8 maands, ingaande met den dag van inscheping naar Nederl.-lndië. Zie verder de Sts.-Ct. No. 124. Opleiding tot off. van gezondheid. De minister van koloniën brongt ter kennis van belanghebbenden, dat voor acht studenten in de medicijnen aan een dor universiteiten de gelegenheid bestaat om tusschon 1 Augustus en ultimo Juli 1899 in opleiding te wordeD genomen voor de betrekking van otficier van gezondheid der 2do klasse bij bet leger in Nederlandsch-Indië, onder genot van een subsidie van ƒ4000. Gegadigden zullen zich. onder overlegging van de gevorderde bescheiden, bij gezegeld request, behooren te wenden tot liet departoment van koloniën, alwaar op aanvrage kosteloos oxemplaren zijn te verkrijgen van het reglement betreffende de opleiding Gemengd Nieuws. Een als heer gekleed persoon met net schoeisel aan vervoegde Zaterdag jl. zich hier ter stede by een bemiddelde weduwe, wier naam by gebrekkig kende on die hy wenschte te spreken. Hy weigerde to zeggen wie hy was, ook later, toen hy was binnen gelaten, en eveneens om htt gesprek in tegenwoordigheid van derden te houden. Daar zyn houding en netheid geen wantrouwen inboezemden, liet men hem binnen, en toen zeide hy een onderwyztr te zyn, maar door omstandigheden buiten betrekking te wezen. Hy vroeg voor den overtocht naar Transvaal een som gelds, maar zou ook dankbaar een klein bedrag aannemen. Niet onwaarscbyniyk is dit dezelfde persoon, die in het vorige jaar by ingezetenen, o. a. onderwyzers, beeft getracht geld los te krygen. Deze man is een ontslagen onderwyzer en gescheiden van zyn vrouw, die te 's Graven hage woont. Hy is by de justitie reeds bekend. Zondag j 1. heeft do Leidsche Voetbalclub „Voorwaarts" een match ge wonnen tegen „Concordia" uit Den Haag met 3 1 goals. In de gisteren te Brielle g e h o u- don wedstryden van het Gewest Zuid-Holland van het Nederlandsch Gymnastlek-Verbond, hadden de heeren W. C. Hemerik, J. P. Hemerik, K. A. Karstens, A. Wynnobel en W. "Wynnobel onder leiding van den heer A. Dirks het geluk voor de L G.- en S.-V. „Hercules" met een voorsprong van 18/IS punt den lsten prys, de groote verguld zilveren medaille, uitgeloofd door den burgemeester van Brielle, in den wedstryd in vrye oefenin gen te behalen. Dat het succes volkomen was, bewijst wel het groote verschil met den 2den prys, daar men gewoonlyk met veel klei er verschillen achter tlkaar hangt. Bovendien behaalde de besr K. A. Karstens nog een 3den personeolen prys voor rok, brug en hoogspringen. „Hercules" heeft dus den naam van Leiden op gymnastisch gebied hoog geLou'.'en en bewezen wat zy op dat gebied kan presteereu. Voorloopig mag zy ook tevreden zyn, daar zy binnen het jaar een lsten, een 2den on twee 3de pryzen aan haar leden zag uitreiken. Dat „Hercules" vruchten van haar overwinningen zal plukken, daaraan twyfelen wy niet. Gisteren (tweedon Pinksterdag) had de jaariyksche Studenten-Roeiweibtryd op het Spaarne te Haarlem plaats. Beloofde het weer, dat door den vry sterken Noord-Westelyken wind nogal koel gehouden werd, in den aanvang van den wedstryd niet voel goeds, tegen het begin klaarde kef* geheel op en verkwikte de zon door haar ko-sterende stralen de velen, die in den stryd op het watertooneel belang stelden. Onder de aanwezigen werden opgemerkt de minister van koloniën de heer Cremer, de Commissaris der Koningin in Noord-Holland mr. G. Van Tienhoven en de burgemeester van Haarlom jhr. Boreel van Hogelandon. De jury bestond uit een 9 tal heeren der diverse roeivereenigingon en als juryboot was woderom de snelloopende „Campaniella" van den heer F. W. Oewel welwilUnd afgestaan. Als starter fungeerde de beer Le Coultre die om ongeveer halftwee het sein gaf voor het hoofdnummer: Vlerriems outrigged- gïeken seniores, baan 3000 meter zonder draaiboei, prys eere-diploma en 5 gouden medailles. 1. „Nereus", Amsterdam (A. Bogers, boeg, S. J. J. Zyimans, J. W. M. Van Dyk, J. G. J. Blaise, slag, C. J. F. Desch, stuurman); 2. „Njord", Leiden; 3. „Laga", Delft; 4. „Triton", Utrecht (C. Hartogb, boeg, C. Lulofs, Bran r, J. E. Moltzer, slag. D. Herderschee, stuurman). Triton en Nereus schoten dadeiyk, Triion iets vlugger slaande, uit. Njord bleef even by, maar zakte dadelyk af; Laga was aan stonds in de achterhoede. De afstand tusschen de twee eersten en de twee laatsten ver grootte zich allengs, en wezeniyk stryd wa. er slechts tusschen Utrecht en Amsterdam In den aanvang was Triton iets voor, en Nereus stuurde slecht, maar het bield by, was een oogenblik zelfs iets voor, maar Triton liep gaandeweg uit, en by de tribune wa? het ruim oen lengte voor. Kort voor het einde 3) Toen hy eindelyk weer vry was, nl. eenigs- zins vry, want de armen lieten hem nog altyd niet los was ook zyn opwelling van toorn vervlogen. Hy legde zelfs de pen uit de hand, boog het hoofd een weinig achterover en zag met biykbare vadervreugde in het mooie meisjesgelaat. Het maakte immers al zyn trots uit, dat Roso zoo mooi was, en vooral, dat het Fransche type zoo onvervalscht Jy haar was bewaard gebleven. En werkelyk, Itose Ddtutol zag er uit als een roosje uit A-vignon: krullend blauwzwart haar, dat in dichte lokken op den rug neerviel, frissche roode lippen, schitterende, donkere oogen, een fijn, lang neusje en een weinig geelachtig, mat teint. Toen zy hom nu eindeiyk losliet on een weinig achteruittrad, stond de oude man op, streek met de hand door haar weerspannige lokjes, die zoo natuurlyk op het gladde voor hoofd lagen, alsof zij geen brandyzer on papil lotten hadden leeren kennen, en zeide: „Gy, kleine ondeugd, wat verlangt ge dan van je oud vadertje?" Zy lachte over het geheelo gezicht, onschul dig als een kind, als een bakviscbje, ondanks taar negentien jaren. „Moet ik dan altijd wat verlangen, wanneer ik u liefkoos?" Hy meesmuilde. „Ik ken jullie vrouwen wel l Als de katten vleien, nog eens vleien, pootjes likken o o gy zyt allen kleine katten!" En hy voegde er by, toen zy een rrondje trok: „Voor den dag er mee, wat moet het kosten?" En hy rammelde met eenige geldstukken in zyn broekzakken. „Maar, papaatje! Ik ik wou u slechts vragen, of ik den volgenden Zondag wel met de Bremers bet tochtje naar Finkenwerder mag meemaken?" Deze oogenscbynlyk zoo onschuldige vraag kwam er byzonder aarzolend en schuchter uit. Daarvoor moest echter ook een gegronde reden bestaan, want mynheer Dututel trok zyn voorhoofd in rimpels en zyn witte knevel, die er steeds uitzag alsof hy met wit meel was bestrooid, stond letterlyk overeind. „Mot de Bremers? Mot tante Bertha? O, jy houdt je oud vadertje voor dommer dan by is, gy, kleine bedriegster; maar hy is volstrekt niet zoo dom, hy heeft goede oogen in hot hoofd, kan zeer goed zien, zeer goed myn heer Marscbner is zeker ook van de party, de sergeant met die groote ooren en dat sierlyko kneveltje? Ja, kryg maar oen kleur, gy, heks!" Eu waariyk, Rose moest geen goed geweten hebben. Een donkere blos had zich over haar gelaat verspreid. Maar tegelykertyd wierp zy haar kopje in den nok en krulde trotsch haar lippen omhoog: „Ik weet niet, papa, of de heer Marschner van de party is!" „Zoo zoo, neeD, gy weet natuurlyk niets, gy zyt de reine onschuld!" Dututel wond zich steeds meer op en plotse ling sloeg hy met de vlakke hand op de tafel en riep: „Niets er van niets er van! Geen party en geen mynheer Marschner voor Rose Dututel! Zoo'n armzalig soldaat, die niet eens de taal aller talen kent! Een ongepoiystevent!" Rose stond een oogenblik sprakeloos. Maar ook slechts een oogenblik. Zy trad daarop, terwyi haar oogen zich met tranen vulden, op haar vader toe en zeide met zachte, maar vaste stem: „U heeft geiyk, papa, het was niet goed van my, dat ik ni6t de volle waar heid sprak. Ja, Bruno Marschner is van de party en alleen ter wille van hem zou ik die gaarne mee maken. Want, papa nu moet het er uit, al wordt gy ook nog zoo boos wy hebben elkaar lief, en „Zwyg!" stoof de oude maD, haar in de rede vallend, op. „Eu kom my niet meer met dezen schooier aan, die zoo dom is, dat hy geen hoen van een gans kan onderscheiden. Zwyg, gy verliefd schepsel!" Hy haalde diep adem en voegde er daarna, zyn dochter by den rechterarm grypend, by: „Gy zult een ordentelyken man krygen, eon man van distinctie gy zult rret mynheer Weingiirtner trouwen! Huil niet, gy ondankbaar kind! Maak my nog niet woedender, Rose! Gij zult...." Hij vergiste zich echter, wanneer hy meende, dat zyn dochter hem door tranen zou trachten te vermurwen. Integendeel. Zy had het vocht reeds mot groote inspanning teruggedrongen. Wel beefde baar sieriyke gpstalte, maar vol komen bedaard en met oeij beslistheid, die op een hevige tegenkanting voorbereid scheen, antwoordde zy: „Dat zal ik niet doen,vader! Ik wil my liever in stukken laten scheuren dan dat ik met dien man trouw. En ik weet ook, dat gy my niet dwingen, my niet voor mijn geheele leven ongelukkig maken zult!" „Ei! ei! ongelukkig!" zeide de oude man hoonend. „Geen sprake van ongeluk, wanneer het juffertje een fatsoenlyken man krygt, die haar zal liefhebben en op de handen dragon Nu, gy weet, wat ik wil, en gy moet het bevel van je vader opvolgen! En maak nu, dat gy weg komt, stijfkop; ik moet nog het menu voor het diner van morgen schryven." Hy ging weer voor zyn scbryftafel zitten, terwyi hy 8teelsgewyzo naar Rose keek. Zyn goedhartigheid bad reeds weer de overhand op zyn heftigheid gekregen en hy verwachtte, dat zyn dochter hem, vóór zy heenging, een verzoeningskus zou geven. Maar daar kwam niets van. Rose bleef nog een minuut, zonder iets te zeggen, naast haar vader staan. Haar ademhaling ging snel en haar gezichtje ver trok zich zenuwachtig. Daarop zeide zy zacht en toonloos: „Dag, papa!" en toen de oude man opkeek, was de deur reeds aebter haar in het slot gevallen. De heer Von Wlllröder woonde in de Breedestraat. „Wat een beetje beteekende," zooals Mannfeld zich uitdrukte, woonde trouwens te Elwersburg in de Breedestraat, want de hoofd- en residentiestad bestond oigenlijk slechts daaruit. Zy leidde van bet vorstelyk slot naar bet nu leeg staande paleis van den erfprins deze stond in Potsdam by de ïyfgarde en om dezo „hoofdader van het verkeer," zooals Mannfeld wederom zeide, hadden zich eenige kleinere, nauwe straten gevormd. Do heer Von Willrüder woor.de niet alleen in de bevoorrechte Breedestraat, maar ook op den besten stand daarvan, daar, waar dezo do markt kruiste, en wanneer hy voor zyn schryftafel zat, kon hy aan den eenen kant tot aan hot slot zien, aan den anderen, hoe de boerinnen uit den omtrek aardappelen en groenten verkochten. Ook was het hem ver gund, zich aan het spel van de zonderlinge fontein te verlustigen, welke door Udo don Achttienden in het midden van het markt plein was opgericht. „Onze beroemde fontein," zooals Mannfeld placht te zeggen, „die tot do merkwaardigheden van Elwersburg behoort, want Napoleon moet, toen hy na den slag van Jena door de residentie kwam en in het slot oen ontbyt gebruikte, gezegd hebben, dat hy in al zyn staten niet zulk een wonderlyk diüg bezat." De fontein bestond nameiyk uit twee figuren, Romeinsche worstelaars voorstellend; de een lag overwonnen op den grond en uit een gapende wonde spoot als zyn bloed een dikke waterstraal in do lucht; de ander echter stond juist op het punt den eersten don gen3destoot te geven, on spuwde met verlof zy het vermeld daartoe nog eerst eens in de handen, wat de kunstenaar eveneens met behulp van een waterstraal zeer aanschouweiyk had voorgesteld. Wordt vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1