MENGELWERK.
De vreugde van een lid van
den Gemeenteraad.
die gebroken heeft met het geloof in het be
staan van God."
Indien zy zoo dwaas zijn, waarom hadden
godsdienstoefeningen dan steeds plaats op
bodems, waar de tegenwoordige minister van
marine het b9vel voerde? vraagt De Neder
lander. Waarom is het kerkgaan op vreemde
schepen wel, alleen op de onze niet mogeiyk?
H^t blad protesteert tegen afschaffing of
tegen invoering van een inquisitie in omge
keerden zin. Want hierop komt b. i. de
voorafgaande ondervraging „wie godsdienst
oefening verlangt" eigenlfik Deer!
Naar aanltiding van een bericht, dat de
Zwitsersche Bondsregeering, Da allerlei maat
regelen om het gebruik van gele (witte)
phosphor in de lucifersfabrieken,
dat voor de arbeiders zulke treurige govolgen
heeft, tegen te gaan, beprosfd te hebben,
nu een wetsontwerp hoeft ingediend om de
vervaardiging, den in- en uitvoer en den
verkoop van gele phosphor lucifers te ver
bieden, schrijft de Nieuwe Amhemsche Courant:
„Wat zal Nederland doen?
De inspecteur van den arbeid in de 1ste
inspectie, dr. H. F. Kuyper, heeft met lof
waardige doortastendheid de aandacht der
Regoering gevestigd op de tragische gevallen,
te Breda voorgekomen. HQ heeft geconsta
teerd, dat talrijke gevallen van phospbor-
vergiftiging waren voorgevallen. Ds bladen
hebben bericht, dat de Minister van W., H.
en N. zich met den inspectsur naar Breda
had begeven om een onderzoek in te stellen.
Welk resultaat heeft dit onderzoek opge
leverd; wat mogen wij daarvan verwachten?
Zal de minister zich bepalen tot bet voor
schrijven van allerlei maatregelen van voor
zorg, in Zwitserland en ovoral elders onvol
doende gebleken, of zal hy komen met het
eenige afdoende, radicale middel: verbod van
het gebruik van gele phosphor by de lucifors-
fabric ïge?
Wellicht denkt do minister, door zoo kras
op to treden, een bestaande industrie in den
grond te boreD; wellicht zal gewezen worden
op de concurrentie met het buitenland: Duitsch-
land, Frankrijk, Engeland, waar dit verbod
«iet bestaat.
Welnu, laat er dan van Nederland een
poging uitgaaD, om door een intern ationaal
verbod het gevaar dier concurrontio to be
zweren. Laat Nederland zich wenden tot alle
r .-geeringen, om door een internationale rege
ling een einde te maken aan een toestand,
welke terecht een schando werd genoemd
voor esn beschaafden Staat.
Maar laat Nederland allereerst beginnen
een goed voorbeeld te geven: bet voorbeeld
te volgen van bet kleine Denemarken, het
kleine Zwitserland.
Er is reed3 te lang gedraald. De godachte,
dat elkon dag een nieuw geval van necrose
kan worden geconstateerd; dat elkon dag
opnieuw de bladen kunnen molden van hot
amputeeren van een hand; dat die kakenver-
giltiging steeds doorgaat, deze gedachte moet
den minister dwingen tot spoedig en krachtig
handolen."
De Vulkaan schrijft over inbrekers en
brandkasten het volgende
In onzen tijd, don tyd der techniek, hebben
ook de heeron inbrekers alle moderne middelen
te baat moeten nemen, om zich het vermogen
hunner mcdemenschen t9 kunnen toeëigenon.
Feitelijk is de strfid tusschen brandkasten-
fabrikant n en inbrekers ean strijd, gelijkend
op dien tusschen pantserplaat en geschut der
moderne marine. Reeds lang zijn de tijden
voorbij, toen men eenvoudig zyn geld, als het
niet meer in een gewone porte-monnaie ging,
in een ijzeren kist sloot. De tegenpartij maakte
zulke uitmuntende handfraisen, dat een duim
dikke zachte ijzeren plaat geen uur weerstand
kon bieden. Hadden de inbrekers 6oms een
avond gelegenheid, dan vond de eigenaar van
do kist of kast den volgenden morgen een mooi
cirkelrond gat van omstreeks 4 duim doorsnede,
terwijl z(jn vermogen, voor zoover hij 't in
de kast geborgen had, verloren was.
Men beschermde zich daartegen door glas
harde staalplaten en trachtte de sloten te ver
beteren want reeds hadden de inbrekers, waar
onder er velen waren, die van sloteumaken en
werktuigkunde goed op de hoogte waren,
comblnatiesloutel8 gemaakt, die hun toestonden
de bekende trapvormige baarden samen te
stellen. De nitvinding van het Brahmaslot en
meer dergelijke sloten verijdelden die pogingen
en hot is thans niet meer mogelyk een brand
kast zonder de daarbij behoorende sleutels
open te maken. Zoo was dus de pantserplaat
weer de sterkste, maar niet lang.
Zooals bekend is, zijn hardo staalplaten bros
als glas, en zoo vormde zich dan hot gilde
der „brand kast krakers", zooals men ze in
Amerika noemt. Men gaf het boren op en
dreef ijzeren wiggen in de voeton der kasten,
men hielp verder met zware breekijzers en
sloeg de kasten eenvoudig uit elkaar. Daar
tegen waakten de fabrikanten weer, doordat
zij de katten geheel uit één stuk laschten en-
de deur er zoo inbrachten, dat men tot geen
voeg toegang kon krijgen. Daardoor hield men
dan eenigon tijd de dioven in toom, toen tweo
vroegere macbinesmeden in Amerika een
metbode ontdektdD, die verdiende gepatenteerd
te worden. Zij Jegoen een zwaren ketting om
een kast, staken daardoor een boom en wurg
den de kast zoo in elkaar. De hardo platen
versplinterden, en de inhoud was verloren.
Nu hielp men zich door compoundplaten. Dit
2fin platen, die uit ijzer- en staalplaten, die
afwisselend op elkaar liggen, aan elkaar zijn
gelascht. Men heeft met dis platen in GDkele
Janden b\j de marine uitmuntende resultaten
verkregen, en werkelijk waren zy ook bestand
tegen inbraak. Dergelijke kasten kon men
eenige verdiepingen hoog uit een venster wer
pen, zij bleven gesloten. Men kon zo niet
doorboren, niet openbreken en ook niet
„kraken".
Do tegenparty bleef echter niet rusteD. Een
der vernuftigste inbrekers nam de electrotech-
niek te hulp en toen de eigenaar van een win
kel in Berlijn, die olectriecb licht in zijn lokaal
branddo, zyn kast zag, ontdekte hij god groote
opening, om wier randoo bet staal nog in den
vorm van droppels hiDg. De spitsboeven had
den de eone pool der Iichtleiding met do kast
verbonden, de andere aan e'tn koolstift gehan
gen en nu met behulp van den liebtboog van
Dasy de deur „gesmoord", zooals de technicus
zegt. Daartegen kan nu geen middel boscher-
men, want de lichtboog ontwikkelt een tom-
peratuur, waarin zelfs granielsteen afdruppolt
en kool sporen van smelten toont. Zoo lang
In een betreffend lokaal een leiding onder
stroom biyft, is iedere kast aan dergelijke aan
vallen blootgesteld. Maar men wendde zich na
die gebeurtenissen tot geheel andere begin
selen. Men had tot nu toe gewald tegen geweld
gesteld en nu nam men de electriciteit in dienst
der waakzaamheid.
Men plaatste de kast in het midden van het
lokaal, en wel op een stevig fundament.
De vloer om de kast rustte daarentegen op
veren, en daalde, zoodra er slechts één persoon
optrad, eenigszins, waarooor een alarm signaal
begon te werken. Voor den signaalaanleg
paste men voorts arbeidg- en ruststroom in
het drie leiders systeem toe, om in gev.il de die
ven do leiding doorsneden, alarm te kunnen
maken. Daardoor is nu absolute veiligheid ver
kregen en bet is niet meer mogelyk een kast
ongemerkt t9 nadoren. Neemt men nu nog aan,
dat aan .de meeat moierne brandkastenpboto-
grapbiscbe camera's zijn aangebracht, die in
het oogenblik van hot alarm maken de vier
zijden van het vertrek bij magnesium-bliksem
licht opnemen, zoo heeft een inbraak op de
volgende wijze plaats zoodra de dief het lokaal
betreedt, weerklinken m het geheele huis schei-
signalen, terwjil het vertrek een oogonblik fel
vtrlicht worot. Ten overvloede gaan ook oog
een paar schoten automatisch af. Gelukt het
ook aan den dief te ontkomen, zoo heeft men
toch zijn photographic en hij is gemakkelijker
dan anders te vinden. Zoo is dan de tegenwoor
dige veiligheid op dit punt een absolute en
het is niet aan te nemeD, dat de slechte
elementen nu meer zullen triomfoeren.
Zes dag-en aristocraat.
Uit het Engeltch van W. Stretton Smith.
„Een dame om u te spreken, manheer."
Stevene, m[fn eersto bediende, kwam op
eon avond met deze aankondiging mpn zoete
rust storen.
„Ik heb n gezegd, Stevens, dat ik van
avond niemand wilde spreken; wie is die
dame
„Dat wil zij niet zeggen, mjjnheer, maar
hier is baar kaartje, zo moet u onmiddellijk
spreken over een zeer belangrijke zaak."
Hjj overhandigde mU een verzegeld couvert,
dat ik dadelijk openschonrde.
„Laat die dame binnenkomen." Gravin Van
C. stond er op hot kaartje. Zy was geheel in
het zwart en toen zij haar voile opsloeg, zag
ik, dat zij zooeven nog gebuild had. Klaar
blijkelijk was zjj zeer zenuwachtig.
„Eer ik u do reden van mijn bezoek mede
deel, mijnheer Gilvray," begon zy, „wil ik
eerst een vraag doen. Vindt u, dat ik er uit
zie als iemand, wie de naam, die op mgn
kaartje staat, niot toekomt?"
„Volstrokt niet, mevrouw; maar welk een
vreemde vraag, mag ik weten wat die te
beduiden heeft?"
Ik herkende haar dadelijk van de pdrtretten
in verschillende illustraties, by gelegenheid
van haar huwelijk, nu een jaar geleden.
„Als u een woek geledon m(J gezegd had,
dat ik mij vandaag hier zou bevinden met
zulk een boodschap, zou ik gedacht hebben,
dat ik droomde.
Verbeeld n, twee dagen geleden keer ik
uit Parijs terug en verwacht natuurlijk, zoo-
al3 gowoonljjk, het rijtuig aan het station
te vinden.
Tot mijn groote verbazing was het er niet
en moest ik oen vigilante nemen.
Bij mijn thuiskomst werd ik op de wonder
lijkste manier door de bedienden ontvangen;
vo! verbazing staarden zij mij aan, tot ik
eindelijk zóó boos werd, dat ik mijn kamenier
toesnauwde:
„Wat kijkt ge mij toch zoo aan, Henson?
t Is of ik een geestverschijning ben."
Zy gaf geen antwoord, maar bleef my met
open mond aanstaren. Ik liep haar voorby
naar myn boudoir, doch bleef op den drempel
staan. Een vrouw stoud op uit myu gelief
koosd stoeltje en zeide op ijskonden toon:
„Mag ik vragen, hoe u hier durft binnen
dringen?"
Myn oogen, mijn haar, mijn gezicht en
myn Btemi Droomde ik? Neen, dat kon niet,
want sij herbaalde baar vraag. Wat kwam
het men8ch hier doon?
Zij beschuldigde mij eenvoudig, dat ik een
indringster was en party zocht te trekken
van de buitengewone gelykenis met haar. Ik
antwoordde, dat zpzelve de indriogster was;
doch hot hiolp m(j niets, want zij speelde
zóó good haar rol, dat de bedienden er allen
de dupe van waren. Het eind van de zaak
was, dat ik uit myn eigen huis gezet werd."
„Maar, mevrouw, u vertelt my, dat dit twee
dagen geleden gebeurde. Wat hoeft u indien
tusschentyd gedaan?"
„Myn echtgenoot gelooft raft evenmin, lk
heb bem driemaal geschreven, maar die brie
ven z|jn ongetwijfeld onderacbept. Als ik hem
maar een minuut kan zien, s>a ik ds zaak
wel dadelijk ophelderen."
Ik deed haar nog enkels vragen, waarna
zy vertrok. Ik geloofd* haar geheel, daarvoor
had ik als detective te goed longen van waar
heid loeren onderscheiden.
Den volgenden dag reisd* ik naar Dutmoor,
waar het kasteel van den graaf Van C. la
gelegen. Ik nam logies in de kleine dorps
herberg en behoefde niet lang te wachten
om de vermeende gravin met eigen oogen te
aanschouwen. Nooit had ik kannen gelooven,
dat twee vrouwen zóó sprekend op elkander
konden gelyken.
Het was een gevaarlijk spel, dat z(J speelde,
de minste flater kon alles uitbrengen.
De graaf had het zeer drok met de ver
kiezingen en kwam niot thuis voor laat in
den avond. Ik verloor geen tyd en begon
maar dadelijk met het hof te maken aan do
kamenier Henson.
Gelukkig was dezs schoons niet afkecrig
van een beetje vlrierfl en daar ztj natuurlijk
vervuld was van de vreemde mevrouw, die
zooveel op de gravin geleek, kon ik haar
gemakkeiyk over dat onderwerp aan het
praten krygen. Het toeval was mij gunstig,
want terwijl ik baar zeer galant naar huis
geleidde, bedacht zij zich opeens, dat sy een
brief had vergeten op de poot te doen. Ik
bood natuurlijk dadsitjk aan, dion te bezorgen,
wat z|j gairne aannam.
Boven den stoom van eeo ketel water
maakte ik het couvert open.
„Vrydagavond tien uren, setkamer open
slaand raam," was al wat het bevatte. Het
adres luidde: 16 "Wardow Street, N. W. en
was voorzien van het familiewapen. Ik schreef
alles zorgvuldig over en deed toen den brief
op de post.
Het was te laat, om nog te telegrapheeren,
doch den volgenden morgen seinde ik dadeiyk:
„Zie wie er woont Wardow Street 16 N. W.
en telegrapbeer dadelijk."
Ik kreeg 'e middags het volgend bericht:
„Kan Diets bijzonders ontdokken, doch naar
omgeving en levenswys te oordeelen verdacht
persoon."
Die medeplichtige moest natuurlijk het be
zoek brongen. Daar hing te veel van af. Of
ik al naar den graaf ging, zou toch niets
geven, want tien tegea één, dat by m{j niet
geloofde. Dan telegrapheerde ik liever aan de
gravin. Vrijdags kwam zy, onherkenbaar ver
momd.
Tegen halfnegen gingen we dien avond op
wog naar de Hall; ik gaf mijn kaartje en wy
werden toegelaten. Ik had den graaf dien dag
reede op straat aangesproken en hem mede
gedeeld wie ik was en dat Ik hem iets be
langrijks had mede te doelen. Zoodra de
knecht ons alleen liet, verborg de gravin zich
achter een portière.
„Nu mynheer de detective, wat hebt gü nu
voor beiangryke?" vroeg de heer des huizes,
zoodra by binnenkwam. „En waarom kondt
ge my dat vandaag niet meedeelen?"
„Mag Ik verzoeken, dat de gravin by dit
onderhoud tegenwoordig ia 7*
Hy trok aan de bel.
„Vraag de gravin of z|j zoo good wil zu'n,
even hier te komen!"
Zy kwam, glimlachend, koel beleefd, op-en-
top de vrouw van stand.
„Mylord, ik heb u een zeer onaangename
mededeeling te doen," begon ik, „u meent,
dat deze dame uw vrouw is en hierin ver
gist gy u."
„Weet gi) we! wat g3 zogt, mijnheer?"
barette hy los.
„Ik herhaal mijn beschuldiging, ik hen een
detective en dan zegt men gewooniyk niet
iets, waarvan men nl9t zeker ia. Mag ik u
vragen of een uwer vrienden 16 Wardow
Street woont?"
Zy verbleektetbch wüde s(j nog volhouden.
„Mynheer, ik heb met ow praatjee niets
te maken. Of u detective is of niet, dat laat
me koudmaar ik zou wel willen weten, hoe
u aan die zotte praatjes komt. Ik zal u ge
looven, als u my met eon feit kent bewyzon,
dat deze dame myn vrouw niet is."
Ik trok de gordynon open en de gravin
kwam voor den dag. Zy stonden nn over elkaar
de twee vrouwen, beiden niet van elkander
te onderscheidon.
De graaf keek hulpeloos van do eene naar
de andere. De gravin ging naar hem toe en
fluisterde hem iets in.
Clara, zyt gy het werkeiyk? Wat een
afschuweiyke vergissing P
Ik hoorde een geluid achter hem en omky-
kend kon ik nog juist esn lescbje uit da
handen der indringster rakken. Een paar
handboeien maakten haar vooreerst verder
onscbadelyk.
Ik verzocht nu den ochtgenooten, mede te
gaan naar de eetkamer. Do graaf en ik ver
borgen ons en Lady C. sou zoo weinig moge-
lyk spreken tegen den to verwachten gast.
De vrouw bad ik ergens opgesloten, opdat zjj
ons niet zon kunnen verraden.
Even na tienen boorden wy op de ruiten
tikken, de gravin deed de knip er af en een
man kwam haastig in de half duistere kamer.
Hy begon dadelijk verschillende pakjes uit
zyn zakken op te diepen, tón voor één opende
hy die en legde ze op tafeL
De graaf stootte mU aan, zeer verwonderd
zyn familiejuweelen te oen. Ik draaide plot
seling het licht op, we gropen den man
en hadden hem in een oogenblik geboeid, eer
hy nog recht begreep wat er gaande was.
„Die juweelen zyn maar imitatie," stelde
ik den graaf gorust, „en de vrouw, die gy
enkele dagen uw echtgenoote hebt genoemd,
la een brutale opliohtster. Natuuriyk was htt
alleen om de familiejuweelen te doen, die nu
wel in 16 Wardow Street te vinden zul
len zyn."
Wat my speet, was dat graaf C. niet wilde
hebben, dat lk de zaak liet vervolgen, daar
hy niet weneebte zyn naam in zulk een
schandtal genoemd te zien. Hy gaf beiden
nog een groote som, indien zy zich maar stil
wilden houdendoor deze onverstandige
handeiwyze stelt hy zich ongetwyfeld aan
verdere oplichteryen bloot.
RECLAMES,
a 25 Cents per regel.
Van een onzer correspondenten:
Op twintig kilometers a/stand van de stad
Puy (Frankrfik) bevindt zich een klein dorpje,
waarvan de naam, ik beken het, my tot nog
to9 onbekend was gebleven. H»?t is „Vazeilles-
Lfmandre", gelfik de stempel van het stad
huis aanduidt op een brief, waarvan ik kennis
genomen heb; de onderteekenaar hseft zorg
gedragen zyn handteekening te laten legali-
eeeren. De heer Joseph Martinot, eigenaar,
is tevens lid van den gemeenteraad te Vazeil-
les (Haute Loire, FraDkryk), hetgeen nog meer
waarde dost hechten aan do woorden van een
man, die door het uitbrengen van de stem
zfinor medeburgers tot een post van ver
trouwen geroepan is geworden.
De beer Martinot was sedert eenige jaren
vry ernstig door een erge maagaandoening
aangetast. De moeilijke spijsvertering, ver
lies aan eetlust, hevige pijnen en veelvuldig
maagzuur hadden zyn gezondheid geheel
en al geschokt. Myn beenen, zei ie hy, konden
my niet meer dragen, alle werk was my on
mogelijk geworden; by de geringste inspan
ning was ik geheel en al buiten adem en
terstond brak hot zweet my uit. Ik kwijnde
van dag tot dag weg, ondanks alls zorgen,
die men aan my besteedde; niet één geners-
middel kon my verlichten en ik wist niet
tot wia my te wenden. Ik ontving op zekeren
dag een brochure, waarvan de titel myn aan
dacht trok. Ik bespeurde de genezing, welke
zoo vele anderen verklaarden bekomen te
hebben door het gebruik van een won ervol
geneesmiddelde Pink-Pillen voor bleeko per-
60Den van dr. "Williams.
Ik haastte my er van aan te schaffen met
de hoop hetzelfde resultaat te bekomen. Myn
hoop werd niet very aeld, want naarmate ik
deze behandeling volgde, deed zich een ge
voelige verbetering voor. Do eetlust kwam
Tan lieverlede terug, de pijnen werden zeld
zamer, dé spysvertering gemakkelijker. Ik
kreeg myn oude krachten terug en bet werk
werd opnieuw eon genot voor my". Thans ver
klaar ik oprecht, dat de Pink-Pillen my vol
komen genezen hebben, en ik machtig TT myn
verklaring bekend te maken.
Degenen, die gebruik maken van do Pink-
Pillen, zullen er de beste resultaten van be
komen. Zy z(jn krachtdadig voor bloedarmoede,
verlamming, ruggemergstering, rheumatidk,
heupjicht, zenuwpijn, St.-Vitus-dans, hoofd-
pyn, zenuwziekte, kliergezwellen, enz.; zy
zyn een hernieuwer van het bloed en een
spierversterkend middel. Zy geven schoone
kleuren aan het bleeke gelaat, handelen in al
de tydperken der verzwakking by de vrouw
en veroorzaken by den man een werkdaaigo
werking tegen al de ziekten, veroorzaakt door
lichamelyke en geestelyke overspanning en
door buitensporigheden.
Prys f 1.76 de doos, f 9 per 6 doozen. Ver
krijgbaar by Snabilié, Steiger 27, Rotterdam,
aanig depothouder voor Nederland, on in de
Apotheken. 4017 70
Franco toezending tegen postwissel
Brieven uit Indië.
Batavia, 4 April 1898.
Amice Ltidsch Dagblad f
Zoo tusschen west- en oost moesson is het
verbiyf hier niet op zyn aangenaamst. Koortsen
komen in deze dagen veelvuldig voor on geven
den doctoren handen vol work. Met het Paascb-
fee8t zal wel menigeen deze veste ontvluchten
en zyn vrye dagen in de bergen gaan door
brengen. Dat gaat niet zoo gemakkeiyk als
een uitstapje naar Katwyk of Scbeveningen.
Wil men werkelijk op een betamelyke hoogte
een kouden neus gaan halen, dan moet men
alle comfort mede naar boven nemen en
evenzoo de noodige dranken en blikjes. Ver
voer en koeli-loonen loopen erg op en maken
alles kostbaar. Is men echter met ap- en
dependenties boven aangeland, dan worden alle
moeite en uitgaven dubbel en dwars vergooi
door hetgeen er te genieten valt. Ook uw
vriend Bart gaat Vrydag a. a. met eenige
jongelui naar oan oord, dat zes duizend voet
hoog op do helling van de Jedeh ligt. Misschien
zend ik u wel een klein reisverhaal. April,
Mei en Juni zyn de bepaalde maanden, waarop
de verlofgangers en ploizierroizigers naar
Holland vertrekken. Dit jaar lfldt Batavia
groote verliezen en ook aan den uitgaanden
jongelui's-kring wordt monige lieve jonkvrouw
ontroofd. Het is een aardige gewoonte te
Batavia, dat men zyn kennissen tot Tandjong
Priok uitgeleide doet en in elk geval aan het
station Weltevreden hun nog voor het laatst
de hand komt drukken. Eiken Woensdag
morgen is het dringend vol op het perron
en heerscht daar een opgewekte toon. Voor
treurigheid is gewooniyk geen reden. Zy, die
naar het lieve vaderland gaan, verheug n
zich by voorbaat in al hst genot, dat hun te
wachten staat, en de achterbiyver3 gunnan
hun dit van harte. En ziet men te Priok by
het vertrek van de boot al eens een betraand
oog, h9t warme Indische zonnetje doet het
spoedig drogen. Er komt hier heolwat kyken,
vóór men rustig aan boord staat. Earsfc ven
dutie houden, dan by kennissen uit logeeren
gaan, afscheidsbezoeken brengen, een afscheids
receptie houden, waarop al de reeds gegroeten
weder verschynen om by het weggaan u
mede te doelen, dat ze bepaald nog aan d9n
trein of a3n de boot komen. Zoo neemt men van
iedereen driemaal afscheid. Hooggeplaatsten
en rykaards brengen door hun vertrok ook
driemaal heel Batavia in oproer, terwyi nog
by het afryden van de eerste categorie het
hun compet9erend aantal kanonschoten over
het Koningsplein dondert. Naar wy overigens
hier vernemen, is de vreugde over hun terug
keer by de meesten van korten duur en loopon
vele Indische grootheden met vry landerige
gezichten door het zoo door hen geprezen
Den Haag. Da Hollandsche bewoners dezer
koloniën krygen iets ongedurigs en vinden
gewooniyk dat werelddeel het best, waar ze
juist niet zyn. AI hebben we ook roods als
kind geleerd, dat verandering en verbetering
geen synoniemen zyn, toch hopen we altoos,
dat ze het worden.
De heeriyke artikels over goud in IcdiS
uit de „Financier" en uit de Javabode" zyn
waarscbyuiyk uw aandacht niet ontgaan. Het
oordeel, dat goudmijnen geen goede geldbe
legging zyD, vermindert volstrekt de toestroo-
ming van kapitial niet. Telkens verryzen
nieuwe goudmaatschappyen en wordt voor
tonnen ingeschreven voor exploitatie van
terreinen, wier namen eenige overeenkomst
hebben met die van een matig goudhoudend
gedeelte. Een ieder wil een kansje wagon n
vele kleintjes maken ean groote. E9n btork.
voorbeeld van een goede kans is het Menado-
syndicaat, een burgeriyke maatschap, waarin
elk der leden honderd gulden bad gestort, waar
van de qiritantiea thans worden verhandeld
voor vierduizend gulden. Ik geloof ook, dat
men ni3t mag spreken van geld beleggen in
goudrnynen, maar eerder van spelsn m de
goudlotery.
Wi9 nu als myn-ingenieur uit Delft komt,
kan een mooien tyd medemaken. Ik ken er,
die voor drie jaren geëngageerd zyn op f 1000
'a maands, vry wonen, vry dokter en 6 pet.
van de netto-winsten der maatschappij. Der-
geiyke belooningen kunnen alleen bedongen
worden door hen, die by vsel theoretische
kennis door eigon werken en aanschouwing
genoeg practische ervaring hebben opgedaan.
Voor het meerendeel komen de ingenieurs
uit Australië on zyn Engelschen.
Na do laatste berichten omtrent den stryd
tegen de Standard Oil Company bogint or
wederom wat meer loven to komen in aard-
olie-exploiratie3. Het gerucht loopt, dat een.
dezer dagen de inteekening opengesteld zal
worden voor de Opbir Maatachappy tot petro-
loum-exploitatie. Hot goud dringt de olie eezi
beetje op den achtergrond, maar ook hiervan
mag men zeggen: men kan wel dansen, al
is het niet met de bruid. Het bewys is, dat,
toon eenige maanden geleden het bericht
kwam, dat petroleum aangeboord was op de
Pamenoekan-Tjassemlanden,de aandeelen d&ar*
van ilico 10 pet. stegen.
Zeer geheimzinnig in een grauw gevaad
troont op een enorm voetstuk het Atjeh-
monument. Aan do vormelooze massa is niet
te zien of het een engel, faam of held is.
Wel geeft het iets te denkeD, dat op eenige
meters afstand een groote kist staat, waarin
open en bloot twee reusachtige bronzen vleugels
liggen. Zou men met aanschroeven hiervan
wachten tot na den afloop der Pedir-expedltio-
en dan het beeld daarmede verheffen tot
zegefaam? De hemel geve hetl De verwach
tingen van die expeditie zyn Diet rooskleurig.
Er wordt gemompeld, dat het legerbestuur
zelf zfin vrees heeft uitgesproken, dat het
leger by de Kroningsfeesten in te groote
rouw gedompeld zal zyn, om in de feest
vreugde te kunnen deelen. Zy, die de ge
schiedenis van het Atjeh-monument kennen
on by toeval te weten zyn gekomen, welke
opschriften op het voetetuk zyn gebeiteld^
zullen begrypen, dat de onthulling van dit
zelfde beeld, gewyzigd naar omstandigheden
tot huldebiyk voor de gevallenen, by het leger
niet veel sympathie opwekt. Neenl wanneer
dat doek eenmaal viel, mocht de godin der
overwinning haar lauwerkrans hoog opheffen
boven het oorspronkelyk opschrift „Hulde
aan de grondvesters van onze macht op
Noord-Sumatra." Nu reeds zooveel jaren die
faam zich schuil heeft moeten houden in de
kazematten van den citadel alhier, had Z9 er
moeten biyven tot ze zich zooals ze waa
zegevierend op haar voetstuk kon plaatse^.
Met do inzameling der gelden voor die
feesten is een begin gemaakt. Da handol gaat
kranig voor en lichamen als de factoren
en de Javascha Bank - teokenden voor f 250(1
ieder. Kranig moet en wil Batavia voor den
dag komen en dat moet den Batavianen ook
kraDig geld kosten.
Ontvang, amice, myn groet voor al uw lezers.
Uw Bart.
Park-Concert.
Dinsdag 17 Mei.
1. „Wioner Schwalben", ManobF. Wagno%.
2. Lustspiel-OuvertureKoler-Be'a.
3. Lama-WalsO. Mihóckex»
4. Fantaisia uit „La Alle du Bógiment". Doaizetti.
6. PoloDaieeGhopia.
6. Potpourri uit „La fille de M. Angot Offenbach,
7. Finale.