Woensdag XX NXei.
A°. 1898
jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven,
Feuilleton.
Betrouw tot in den dood.
11721
IÏIBSCH $SÉ IA&BL AD.
PRIJS DEZER COURANTS
Voor Leidon per 3 maanden,1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DES AD VERTENT IÈN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17j. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor bet mcasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Ofilciëele Hennisgerliiffeo*
De Burgemeester en Wethouders van Leiden
doen te weten, dat door den Raad dier gemeente,
in zijn vergadering van 28 April 1898, ifl vastge
steld de volgende Verordening:
op openbare vermakelijkbedon en bijeenkomsten
en het houden van vorlotingen.
Art. 1.
Onverminderd het bepaalde bij de Wet van 1
Maart 1815, n°. 18 (Stbl. n°. 21) is hot verboden
zonder schriftelijke vergunning van den Burge
meester:
a) feesten of vermakelijkheden op den openbaren
weg of hot openbaar gemeentewator aan te kon
digen, te geven of te doen plaats hebbon;
b) tooneelvoorstellingen of andere vertooningen,
muziek- of z«Dguitvooringen, danspartijen of eenige
andere vermakelijkheid, tot welke do toogang voor
het publiek om niet of tegen betaling openstaat,
aan te kondigen, te geven of te doen plaats hebben.
Art. 2.
Het is verboden de openbare vermakelijkheden,
in art. 15 genoemd, tentoonstellingen en bijeen
komsten van «eiken aard ook, tot welke do toegang
voor het publiek om niet of tegen betaling open
staat, te geven, to houden of voort te zetten in
gebouwen of gedeelten daarvan, die met het oog
op de veiligheid door den Burgemeester voor dat
dool ongeschikt zijn verklaard.
Art. 3.
Hot is verboden eenig gebouw of gedeelte daar
van voor een openbare vermakelijkheid, een ten
toonstelling of ecu voor het publiek om niot of
tegen betaling toegankelijke bijeenkomst te ge
bruiken of te laten gobruiken:
a) indien niet allo door den Burgemeester in het
belang der veiligheid noodig geachte deuren, nood-
deuren, trappen od gangen in dadelijk bruikbaren
toestand zijn;
b) indien niet de door don Burgemeester voor
geschreven brandbluscbmiddelen in dadelijk bruik
baren toestand aanwezig zijn;
cindien niet, tijdeus een voorstelling of bijeen
komst na zonsondergang, de door den Burgemeester
voorgeschreven noodlicbten op de daarvoor door
hem aangewezen plaatsen behoorlijk brandende
worden gehouden;
dindien niet op de wanden in de onmiddellijke
nabijheid der sub c genoemde lichten duidelijk
leesbaar de weg naar den naastbijzijnden uitgang
is aangewezen.
Art. 4.
Het is verboden, tijdens een voor het publiek
©m niet of tegen betaling toegankelijke voorstel
ling of uitvoeriug, in do gangon, op de trappen
en in de toegangen tot of doorgangen binnen de
zoal staanplaatsen te laten innemen of stoolen,
krukjes, banken of andere belemmerende toestellen
te plaatsen of te hebben.
Art. 5.
Het is verboden verder toegang tot een open
bare plaats t© verleenen, wauneer daarin geen
genoegzame ruimte meer over is om zich naar
behooren te kuDnen bewegen.
Art. 6.
Het ia verboden te rooken op openbare plaatsen,
waar en voor zooverre daar het rooken door den
Burgemeester ongeoorloofd verklaard is.
Art. 7.
Ieder is verplicht zich uit een openbare plaats
te verwijderen, wanneer in het belang dor openbare
orde of veiligheid de ontruiming daarvan door of
vanwege den Burgemeester wordt gelast.
Art. 8.
Onder .openbare plaats'' wordt verstaan elk
gebouw of godeolto daarvan en elk afgesloten
terrein, hetwelk hetzij om niet, hetzij tegen be-
taliug voor het publiek toegankelijk is.
Onder gebouw" ziju ook loodsen, tenten, kramen,
■churen, enz. begrepen.
Ait. 9.
Het is verboden een onderhandsche verloting
van slachtvee, meubilaire goederen, boeken, lief
hebberijen, zijden of andere stoffen, kleoderen of
dergelijke voorwerpen, boneden de waardo van
100, onverschillig of de prijs der loten afzon
derlijk voldaan dan wel onder entreegeld of andere
betaling begrepen is, te houden, aan te leggen
©f aan te kondigen, in zijn woning too te laten, 1
daarvoor gelden in te zamelen of lysten van in-
toekening aan te bieden, zonder vooraf de schrif
telijke vergunning van Burgemeester en Woths.
voor iedere verloting afzonderlijk verkregen te
hebben.
Art. 10.
De dienaron der gemeentepolitie zijn belast met
het opsporen der overtredingen van de bepalingen
dezer verordening.
Deze taak rust mede op den directeur en de
opzichters der gemeentewerken voor zooveel be
treft de bepaling van art. 2, en op den directeur
en den onder-directeur van do brandweer en de
brandmeesters voor zooveel betreft de bepaling
van art. 3.
Art 11.
Do ambtenaren, met het opsporen vao de over
tredingen van de bepalingen dezer verordening
belast, zijn bevoegd zich ter handhaving dier be
palingen ten allen tijde binnen de gebouwen en
afgesloten terreinen, in dezo verordening genoemd,
te begeven, mits voor zooveel woningen betreft
met in-acht-neming van de voorschriften van art.
3 der Wet van 31 Augustus 1853. (Stsbl. No. 83).
Slral bepaling.
Art 12.
De overtreding van art. 6 wordt gestraft met
een geldboete van ten hoogste drie gulden, dio van
art 7 met een geldboete van ten hoogste vijf
gulden, die van de artt. la en b, 3a, b c. en d,
4, 5 en 9, met een geldboete van ten hoogste vijf
en twintig gulden, en die van art. 2 met hechtenis
van ten hoogste zos dagen of een geldboete van
t«n hoogste vijf en twintig gulden.
Blofbepallng.
Art. 13.
Bij het in-werking-treden van deze verordening
worden buiten werking gesteld art. 99, voor zoo
verre dit nog geldende was, en art. 100 van de
Algemeene Politieverordening van den 6denNovem
ber 1879 voor de gemeente Leiden.
Vastgesteld door den Raad der gemeente Leiden,
in zijn openbare vergadering van den 28sten
April 1898.
F. WAS, Burgemeester.
VAN HEUST, Secretaris.
Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeerde
Staten van Zuid Holland, blijkens hun bericht van
3/6 Mei 1898, B. No. 257 (2de afd.) G. S. No. 53,
in afschrift medegedeeld.
En is hiervau afkondiging gesohied waar het
behoort, den lOden Mei 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
F. WAS, Burgemeester.
VAN HÊIJS1Secretaris.
Leiden. 10 Mei.
Het doet ons genoegen te kunnen mee-
deelen, dat de heer G. Los, boek- en kunst
handelaar alhier, veel succes heeft met de
tentoonstelling van het cbromo-lithographisch
portret van H. M. de Koningin.
Onder de vele portretten van H. M., die
ons tot heden onder de oogen kwamen, is
deze laatste reproductie van een naer het
leven geschilderd portret door onze talent
volle schilderes mej. Th. Scbwartze, zeker
wel een der beste en het kan ook in het
rflket salon den wand sieren.
De heer C. Bos, alhier, zegt er van: „Het
is verbiedend te zien, dat w\j by zooveel
schoons al9 er dikwjjls op dit gebied door de
buitenlandsche pers geleverd wordt, van een
Holland8ch atelier zulk een fraaie chromo
zien verschijnen, die met de beste buitenland
sche producten kan wedijveren. Het prenterlge,
een chromo zoo spoedig eigen, ontbreekt hier
geheel. Het origineel is, wat gelijkenis en
uitvoering betreft, in deze chromo zoo artistiek
mogelijk vertolkt".
Do Nederlandscbe mail, met berichten
uit Indië tot 12 April, wordt hedenavond
alhier verwacht.
De „Sts.-Ct." bevat de statuten der
Vereeniging: Christelijke vereeüiging voor
ziekenverpleging ,Het Diaconessenhuis" te
Leiden.
Do classis Leiden der Geref. Kerken
heeft praeparatoir geëxamineerd en beroepbaar
gesteld den heer M. B. Parlevliet, candidaat
te Katwijk aan Zee.
Beroepen is bij de Geref. Gemeente te
Oudsboorn da. J. J. Berends, te St.-Anna-
Parochie.
De eerewacht, welke H. M. de Koningin
gedurende de inhuldigingsfeesten te 's-Graven-
hage zal begeleiden od, op uitnoodiging van het
feestcomité, is tot stand gekomen onder com
mando van den gep. majoor der cavalarie
Graaf Van der Duyn, zal bestaan uit 43 leden,
do commandant en de te benoemen onder-
commandant daaronder begrepen.
De oefeningen van dit corps zullen den
12oen Augustus een aanvang nemen.
Het kostuum van de eerewacht zal zyn
van licht blauw laken.
De minister van marine, vice-admiraal
jhr. Röell, begaf zich gisteren naar Den Helder
tot het bezoeken van de marine instellingen
en het bezichtigen van eenige nieuwe schepen.
De minister was, behalve van zyn adjudant,
vergezeld van den heer Loder, chef der af-
deeliüg materieel aan het departement, tevens
directeur van scheepsbouw, en van den marine
iDgenieur 1ste kl. K. F. Koning.
Volgens het plan der 358ste N9derland-
sche Staatsloterij is de opening der collecte
ditmaal vervroegd en bepaald op 6 Juni, dus
slechts twee dagen na afloop der 357ste
loterij.
De trekking der eerste klasse zal aanvan
gen op 11 Juli en voor de volgende klassen,
zooals gebruikelijk, om de 14 dagen. Uithoofdo
van de inhulcJlgingsfeesten is echter de aan*
vang van de trekkiüg voor de 5do klasse in
plaats van op 7 September, een week later
bepaald, nl. op 14 September, terwijl ditmaal
voor bet eerst op den Dinsdag van de opening
der Staten-Generaal geen trekking zal plaats
hebben, maar deze daarentegen den dag te
voren zal geschieden.
De laatste 100 nummers worden op Vrijdag
7 October getrokken.
Prins Ayomataram, officiéél gezant van
den Soesoehoenan van Soerakarta, die in het
begin dezer maand te 's-Gravenhage is aan
gekomen, heeft thans met gevolg en bedienden
zijn intrek genomen in het pension Van der
Kroon, aan de Koninginnegracht aldaar.
Het stoffelijk overschot van den kapitein
van het regiment grenadiers en jagere, J.
A. C. Apol, zal Woensdag a. s. op (oud)
Eik-en-Duinen worden ter aarde besteld, te
elf uren des voormiddags van het sterfhuis.
De uitslag der herstemming voor een lid
van de Provinciale Staten te 's-Gravenhage
(vacature wijlen de heer Sluiter), is als volgt:
Geldige stemmen: 7187; mr. W. Dolk (liberaal)
3733, mr. M. J. C. M. Kolkman (katholiek)
3454. Gekozen mr. W. Dolk.
Missak Effendi, Turksch gezant te 's-Gra
venhage, is uit het buitenland op zijn post
teruggekeerd.
Door den minister van justitie ia aan het
hoofdbestuur der Broederschap van canfidaat-
notarissen in Nederland het volgende bericht
gezonden
„Uwe missive van 14 April jl. geoti mfi
aanleiding terug te nemen mijn bereidver
klaring, u medegedeeld bfi mfin missive dd.
5 Februari 1898, afd. A. S. No. 130, om u bij
voorkomende vacatures in het notariaat een
lijst van de sollicitanten toe te zenden.
„Hieraan wensch ik nog toe te voegen, dat
hierop onder geen voorwaarde kan worden
teruggekomen en ik met dit schrijven deze
zaak, welke besluiten ook later door de
Broederschap mochten worden genomen, voor
goed als geëindigd wensch te beschouwen."
De „Sts.-Ct." van heden bevat een kon.
besluit van 2 Mei, bepalende de plaatsing in
het Staatsblad van het tusschen Neiorland
en Frankrijk op 24 December 1895 te Parfis
gesloten uitleveringsverdrag.
Dit verdrag, waarvan de akten vaa be
krachtiging op 12 April 1.1. te Paigs zyn
uitgewisseld en dat vier maanden nu dien
datum in werking treedt, is toepasseigk op
het grondgebied der wederzijdsche Staten, ge
legen in en ouiten Europa, en op het onder
bescherming van een dier beide Staten staande
gebied.
De Fransche en Hollandsche tekst Tan het
verdrag zijn bfi het besluit gevoegd.
Men seint aan het „Vaderland", fiat de
Koninginnen in welstand te Innsbrück in bet
hotel „Tirol" zijn aangekomen.
Do hoer A. S. Van Leer, te Assen, laatst
assistent bij de Polytechnische School te Delft,
is benoemd tot ingenieur-werktuigkundige bij
de Malangsche stoomtrammaatschappij op Java.
Generaal-majoor Moorrees, commandant
van de vest.-art., vertrok gisteren naar Nij
megen.
De kapitein J. C. Mijnssen, van bet 86te
reg. inf., in garnizoen te Arnhem, ls door den
Presiient der Fransche Republiek benoemd
tot Ridder in de orde van het Legioen van
Eer. Genoemde officier heeft de jongste ma
noeuvres van het Fraösche leger bijgewoond.
Het stoomschip „König", van Hamburg
en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde
8 Mei te Aden; de „Prinses Amalia" arriveerde
9 Mei van Amsterdam te Batavia; de „Prins
Alexander", van Batavia naar Amsterdam,
arriveerde 9 Mei te Suez; de „Ardjoeno", van
Rotterdam naar Java, passeerde 9 Mei Point
de Galle; de „Port Adelaide", gecharterd door
de Holland-Amerika lijn, van Nieuw-Vork naar
Amsterdam, passeerde 9 Mei Bevezitr.
Hazerswoude. „De Harmonie" van Haxers-
woude zal op a. s. Hemelvaartsdag, den löden
Mei, des avonds een uitvoering gevc-n in de
openbare school. De stukken zullen worden
afgewisseld door het zingen van een groote
cantate, met begeleiding van piano-moztek,
door pl. m. 50 kinderen, en worden gediri
geerd door den heer A. Fortgens.
Katw\jk. Ten gemeentehuize te Katwijk
werd gisteren aan de bemanning van de vis-
scher8bom „De Vriendschap", daar thuis be-
hoorende, een som van f213 namens don keizer
van Duitschland uitgereikt voor het redden
der bemanning van het Duitsche schoener
schip „Jowina". In een open toot werd 12
Sept. 1897 de kapitein met de bemanning in
de Noordzes drijvende gevonden, liefderijk
opgenomen en daarna te IJmuiden aan w.l
gei racht,
Ocgstgeest. De inschrijving voor de rus
ten ie schutterij in deze gemeente voor d
mannelijke ingezetenen, geboren in 1873, zal
plaats hebbea vaD 15 tot 31 Mei a. s terwfi'
meer bopaaldelyk daarvoor zitting zal worder'
gehonden op Donderdag 26 Mei a. s. tel
gemeente-secretarie van 's voormiddags 10 tol
1 uur 's namiddags.
Ondshoorn. De inschrijving voor bovenge
noemu cod is voor deze gemeente vastgestel'
meer bepaaldelijk op Dinsdag 17 Mei.
Wassenaar. Aan het Rijkstelephooukan
toor alhier werden gedurende de maand Apri
behandeld 168 telegrammen, waarvan 7
werden verzonden en 90 ontvangen.
Uit de „Staatscourant".
Koninklijke besluiten- Benoemd to
burgemeester: van Gussel, A. M. Huberts; va»
Renswoude, J. K. baron Taets van Amerongen tf
Renswoude; van Mesch, J. H. Ramaekor, secre
taris dier gemeente; van Capello a/d. IJsel, P
Bakker, secretaris dier gemeente; van Kerkrad*
E. 1. J. Daelen; van Ooltgensplaat, P. Van Woc
G.-Gzn., en van Hoeven, B. M. Van Meer.
Benoemd: Tot ontvangers der directe belas
tingen, enz. te Eijsden (station) J. H. Staal, to
Befiingwoldete St.-Pietor T. A. Hermeen, sur
numerair to 's-Hertogonboschte Poize D. Do
Fluiter, surnumerair te Amsterdamte 's-Graven-
zande (standplaats Hoek van Holland) P. C. Ligten-
berg, surnumerair te Maastricht; te Haaksbergen
C. J. Postel, surnumerair to Rotterdam; te Mak-
kom a., A. Van der Werff, surnumerair to
Leeuwarden te Hoiloo c. a., W. M. Visser, sur
numerair to Rotterdam to Dalfsen J. C. Altorffer,
surnumerair te Middelburg; te Ootmarsum c. a.,
G. Bnoyink, rijksklerk to Enschede©.
Met ingang van 1 Juni bevorderdtot commies dor
posterijen 2de kl. J. J. Van Houweningc en J. Van
Nijmegen Schonegevel, beiden thans commies 3de
kl.; tot commies der posterijen 3de kl. R. Ben them,
en J. R. Visscber, beiden tuans commies 4de kl.
Aan den opzichter der telegraphic late kl. L.
S. Steenveld, te Hoorn, op zijn verzoek, met ingang
van 1 Augustus 1898, eervol ontslag verleend uit
's Rijks dienst-
De gewone audiëntiën van de ministers van
justitie, financiën en oorlog zullen deze week
niet plaats hebben.
De minister van financiën maakt bekend,
dat het saldo van 's Rijks schatkist op 7 dezor
bedroeg: bfl de Nederlandscbe Bank/ 146,633.767i
en bij de betaalmeesters ƒ1,647,641.58, te zamen
/T,794,275.34l/j.
Gemengd Nieuws#
Eenige dagen geleden Is te Haar
lemmermeer onbeheerd gevonden een peur-
schuitje, waarin een oude broek, een paar
kousen, oen paar klompeD, een Ijzeren potje
en eenige vischdobbers en pourstokken go-
borgen waren en waarin te voren een ongeveer
70-jarige man was gezien, die in eenigszics
beschonken toestand verkeerde. Aangezien dat
bootje tot heden nog niet opgevraagd is,
wordt vermoed, dat de oude man verdronken
zal z(jn. Er wordt verondersteld, dat die man
te Leiden thuis behoort. Daarom verzoekt do
commissaris van politie alhier inlichting voor
het geval oen der Leidsche peurders ver
mist wordt.
40)
Die man moest een Londenaar zijn, daar
hield Elizabet zich verzekerd van. In al zijn
bewegingen was dat onbeschrijflijk zeker
iets, aan mannen eigeD, die in Londensche
stegen geboren en opgegroeid zijn, die het
stadèleven der lagers klasse met de moeder
melk hebben ingezogen. Zulke loerende oogen,
zulk een listigen trek om den mond had geen
veldarbeider. Het was een van die gezichten,
zooals al haar vroegere bekenden hadden,
maar onder de Kentsche dorpelingen had zij
er nooit zoo een gezien.
Er was volstrekt geen reden, waarom een
Londensch werkman, die toevallig in het dorp
was, ook geen deel zou nemen aan een Kerst
maal, door lord Ingleshaw gegeven. En toch
vond Elizabet iets verontrustends in de tegen
woordigheid van dien man, en gaarne had zij
willen weten hoe hy daar kwam.
„Weet ge wat dat voor een man is die
man met dat lange, roode baar, de vierde
van het boveneinde der tafel af?" vroeg zij
juffrouw Prince.
„Welneen, hoe zou ik dat weten?" zeide
de huishoudster, „ik kan de helft van al die
lui op zoo'n afstand niet herkennen, al zot
ik ook mijn biil op, en ik zou er u onmoge
lijk sen van kunoen aanwijzen. Maar het is een
aardig gezicht hen daar zoo to zien zitten,
niot waar? En vindt je ons oude tinnen servies
niet mooi?"
Elizabet kon haar oogen nauwelijks van
dien man met het lange, roode haar afwen
den. Een Londensche daglooner had gewoon
lijk kort afgesneden haar en droeg ook niet
zulk een kiel; maar niettemin was zij er zeker
van, dat die man een Londenaar was, zóó
sterk herinnerde zijn voorkomen haar aan
haar vroegere makkers.
Het avondeten was ia ongeveer driekwar
tier afgeloopen, en nu werd er ruim een half
uur aan zingen en aanspraken gewijd. De
aanspraken waren kort, maar do liederen waren
lang, met invallende koren, die soms niet
zeer stichtelijk en dikwijls ook onbegrijpelijk
waren, maar die met veel lu&t gezongen wer
den en algemeen genoegen gaven.
Toen de vroolijkheld, onder don opwekken-
den invloed der muziek, toenam, zag Elizabet,
dat de man met rood haar een vriend scheen
gevonden te hebban in een tuinmansknecht,
die naast hem zat en met wien bij nu druk
in gesprek was zoo druk, dat zij geen van
beiden in de koren medezongen.
Elizabet kendo dien tuinmansknecht als
een eerlijken, eenvoudigen jongen, die in zijn
goedhartigheid bereid was, om met iedereen
vrienden te worden.
Om halfelf was het feest geheel afgeloopen
en gingen de gasten naar huis. Juist toen zij
de voorzaal verlieten - de man met rood
haar en James Morley, de tuinmansknecht,
nog bfi elkander - werd Elizabets aandacht
afgeleid door juffrouw Prince.
„Wij zullen in mijn kamer een tafeltje aan
richten," zeide zij; „Scringer, Jones, Mason,
Tompion en Mary Mjlford. Ge moe3t bij ons
komen, juffrouw May, als ge het niet beneden
u acht met dienstboden aan te zitten, nu gij
gouvernante wordt. Het zal zeker uw eerste
en uw laatste Kerstfeest op „Ingleshaw
Castle" zyn."
„Ik acht niemand hier in huis beneden
m|j," zeide Elizabet levendig; „ik hoop ook,
dat niemand dit ooit van mjj denken zal. Ik
weet boe gering ik ben en dat ik uit liefdadig
heid hier ben gebracht. Dat zal ik nimmer
vergeten. Maar ge moot mij voor dezen avond
verontschuldigen; ik heb hoofdpijn en ik zou
niets kunnen eten."
„Arme meidt Je hebt den heelen namiddag
to hard aan dien Kerstboom gewerkt," zei
de huishoudster meelijdend. „Ik heb nooit
een meisje zoo zien werkenik wou maar, dat
de anderen ook zoo waren als gij. Welnu, ga
dan maar naar uw kamer, en ik zal u een
glas warmen wijn of een glaasje eierpunch
brengen."
„Neen, dank u, ik zou waarlijk niets kun
nen gebruiken."
„O, maar dat moet je toch doen; ik zal
het u in uw bed brengen. Kom, Tompion."
Zjj gingen allen naar beneden en lieten
Elizabet alleen in de galerij. Zij zonk op
een stoel in een hoek neder eo was blijde, dat
zij alleen was. Zfi had pijn in de zijde, en in haar
hart ook, hoewel zij nauwelijks wist waarom.
God was zeer goed voor haar geweest. Als
een bedelares in lompen was zij op „Ingle
shaw Castle" gekomen, pas uit het gasthuis
ontslagen, en zODder ander vooruitzicht dan
het werkhuis. Zij was in deze fraaie woniDg
gebracht en van de smet van haar vroeger
leven gezuiverd, gevoed, gekleed, onderricht
en tot een geheel ander wezen gemaakt. En
nu stond zij op den drempel van een nieuw
leven, een nuttig leven, waarin zy door eigen
arbeid in de kosten van haar onderhoud zon
voorzien. Niemand zou haar kunnen verwijten,
dat zfi van de liefdadigheid van anderen
leefde, als zij bil juffrouw Raymond gouver
nante was. En toch was de gedachte aan dat
nieuwe leven geen lichtstraal van hoop voor
haar. Het scheen haar toe, dat zy voor altijd
gescheiden zou worden van alles, wat voor
haar aan het leven waarde gaf.
Zy verzonk in gepeins, terwyi zy daar neer
slachtig in haar hoek tegen de zware eiken
houten balustrade geleund zat en de groote
voorzaal, slechts door den flauwen gloed van
uitgebrande blokken verlicht, als een donkere
afgrond onder haar lag. Zy dacht aan die
zomerdagen, toen zy de bode tusschen lady
Lucille en haar verloofde was geweest.
Zy herinnerde zich hoe vriendeiyk hg jegens
baar geweest was; hoe dankbaar voor de ver
troosting, die zy hem had gebracht; hoe hy
haar de eer van elk opbeurend bericht scheen
te geven; m6t welk een teederheid hy over
het zieke meisje gesproken had, dat daar in
haar donker gemaakte kamer achter de zgden
gordynen lag. Hy was zoo verschillend van
en zoo ver boven al de mannen, die zfi in haar
vroeger leven gekend hadl De beschaafdheid
van zijn manieren, zyn vriendeiykbeid, de
welluidendheid van zyn stem, zyn edato
houding doden hem een hooger wezen schynon
in de oogen van haar, die slechts met het
uitschot der maatschappij bekend was geweost.
Toen kwamen de lange dagen van lady
Lucille's herstel het tydstip van Bruno
Challoner's afwezigheid; en daarna die Augus-
tus-ochtend op het strand te Weymouth, toen
de verloofden elkander na hun gedwongen
scheiding wederzagen en Elizabet, nog niet
in zelfboheer8ching geoefend, daar, alleen on
vergeten by de baai heen en weder loopende,
tegen het noodlot in opstand was, terwyl die
twee, in haar nabyheid, naast elkander zaten
en alles in alles voor elkander waren. En toen
volgden er verrukkeiyke dagen aan boord van
hst jacht dagen, toen zy by al hun ge
sprekken de derde was en by hen behoorde.
Lang verwyiden haar gedachten by dat ver
leden, terwyi zy in die donkere galery zat,
welke slechts verlicht was door de lamp in den
corridor een licht, dat flauw door een
half openstaande deur scheen.
By dien terugblik scheen baar leven haar
zoo zonderling en als een droom toehet was
veeleer al6of zy zich de levensgeschiedenis
van een ander voor den geest riep dan de
hare alsof niets haar rechtstreeks meer
aaDging. Droefheid had haar scherpen prikkel
verloren en plaats gemaakt voor oen doffe
smart, maar de toekomst was ten eenenmale
vreugdeloos.
(Wordt vervolgd.)