K. P. P. graaf Van Bylandt 1419, mr. W. Dolk 2607, mr. M. J. C. M. Kolkman 2119, mr. I. P. Sprenger van Eyk 303. Herstem ming alzoo tusschen de heeren: mr. W. Dolk en mr. M. J. C. M. Kolkman. Ds. J. Vermeer, te Zwolle, herdacht Zondag onder vele blaken van belangstelling zyn 40-jarige ambtsvervulling. Ds. Meerdink, te Groningen, herdacht eveneens Zondag het jubilé z\)ner 40-jarige ambtsbediening. Door de collega's werden den jubilaris prachtwerken aangeboden, door de gemeente een portefeuille, waarin het benoo- digde, met het doel om daarvoor een cadeau naar eigen keuze aan te schaffen. De directeur der muziekschool te Haarlem, de heer L. Scblegel, zal als zoodanig aftreden en worden vervangen door den heer W. Robert, thans leeraar aan de school en directeur der zangvereeniging. Dr. H. J. Elhorst, doopsgezind predikant te Arnhem, heeft het beroep naar Den Haag aangenomen. Een oud-Amsterdammer, de hoer Felix Westerwoudt, priester-missionaris van het St Jozefscollege te Mill-Hill (Engeland), Is in Sarawak op Borneo overleden. De minister van oorlog heeft bepaald dat voortaan milicien-onderofficieren, die voor den officiersrang wenschen te worden opgeleid, geen vrijwillige verbintenis behoeven aan te gaan, zoodat zij dus als milicien niet alleen tot den Hoofdcursus mogen worden toege laten, maar zelfs als kmilicien het examen voor 2den luitenant mogen afleggen. Den 21sten Mei e. k. vertrekt uit Rotter dam met het stoomschip „Oegaran" een detachement suppletietroepen, sterk 3 onder- offici ren en 75 mindere militairen. Voor het bevel over dit detachement is aangewezen de ritmeester van het Indische leger F. A. Mon- tagne, tot medegeleiders zijn bestemd de 2de Viits. J. K. F. Weber en L. VanNuwen. Het detachement is bestemd voor Batavia. Het stoomschip „Ancbises" vertrok 26 April van Amsterdam naar Java via Liver pool; de „Edam", van Rotterdam naar Nieuw York, passeerde 25 April Lizard; de „Obdam", van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 25 April Scilly; de „Prinses Sophie", van Arasterdam naar Batavia, arriveerde 26 April te Genua; de „Soenda", van Amsteroam naar Batavia, arriveerde 26 April te Padang; de „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 26 April van Suez; do „Voorwaarts", Van Batavia naar Amsterdam, passeerde 25 April Perim; de „Prinses Am alia", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 25 April ferim. Leiderdorp. De Raad dezer gemeente zal 29 April 1898, des namiddags te halfacht, vergaderen. Alsdan zullen de volgende punten worden behandeld: lo. Mededeelingen. 2o. Aanbieding verslag toestand der gemeente dienstjaar 1896. 3o. Vaststelling van het kohier van het schoolgeld 1ste kwartaal 1898. 4o. Vaststelling van bet kohier van den hoofdeljjken omslag, dienst 1898. Wassenaar. Vrijdag a. s. zal gelegenheid gegeven worden tot inenting en herinenting. Belanghebbenden kunnen zich 's morgens tusschen 9 en 10 uren aanmelden by den gemeente geneesheer dr. A. Duetz. Olllciëele Kennïsgovlngeu. Vergadering van den Gemeenteraad va» Leiden, op Donderdag 28 April 1898, des namiddags te twee uren. Pnnten tor b e h a n d o 1 i n e: 1°. Benoeming van een hoofd der openbare lagere •chool 3de klasse n°. 5. (78) 2". Verzoek van J. W. Van Hiole, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, middelbaar on- lerwijs. (81) 3°. Voorstel omtrent de vaststelling van het 'cboolgeld voor niet in de gemeente wonendo leerlingen der Kweekschool voor onderwijzers. (82) 4". Voorstel in zake de aanvulling van den staat, tedoeld bij de 2de alinea van art. 2 der Verorde ring betreffende het verleenen van pensioen en Jachtgeld aun gemeente-ambtenaren en be- iienden. (83) 5°. Verzoek van J. Lodeizen, om terugbetaling au schoolgeld, lager onderwijs. (84) 6°. Voorstel omtrent het uitvoeren van eenige werken ten Raadhuize aan het vertrek van den Secretaris en aan do Secretarie. (85) 7°. Voorstel tot opnieuw vaststelling van de verordening op openbare vermakelijkheden en bo eenkomsten en het houden van verlotingen. (86) 8°. Voorstel tot verlenging van de tijdelijke aan stelling van dr. J. R. Ivoopmans van Boekeren,als leeraar in de oude talen aan het Gymnasium. (87) 9°. Voorstel tot uitbreiding van het bedrijfs kapitaal der Stedelijke Gasfabriek voor den aanleg van muntgasmeters. (88) 10°. Voorstel tot afstand van grond van de Kijf- gracht aan P. J. Van Hoeken. (90) 11°. Verzoek van J. A. Kohschulte, om den eigen dom van een gedeelte grond van de spoelplaats van do school 4de klasso n°. 2. (91) 12°. yoorstel omtrent de tor bebouwing goscbikt- verklariDg van bet terrein van P. Koorerann Jr., grenzende aan de Jobannn-Maria-straat. (92) 13". Voorstel in zake bet toekennon van subsidie aan de Leidscbe Schouwburgvereeniging. (89) Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd tot burgemeester: van Oldokerk J. H. Schutter, secretaris dier ge meente; van Maasland, J. M. Van Heel, secretaris dier gemeente; van Houthcm, J. C. F. J. Corneli; van Loenen, van Loenersloot en vau Ruwiel, W. I. Doude Van Troostwijk; van Vrijenban, ror. W. T. Saaymans Vader, secretaris dier gemeente. In hun rang overgeplaatst bij het reg. grena- iiers on jagers: de eerste luitenants G. T. M. Ongcrboer. A. L. F. Vogel en J. H. Borel, allen van bot 2do reg, infanterie, laatstgenoemde adju dant bij dat corps, zoomede do eerste luitenants J. O. Wagner, van bet 5de en F. J. Backer, van het 8ste reg. infanterie. Aan den officier by do rustende schutterij, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend: in do prov. Zuid-Holland, 8de bataljon, aan P. J. Oosthoek, als 2de-luitonant. Benoemd bij do rustende schutterij in de prov. Zuid-Holland, 3de bataljon, tot 2den luitenant, M. C. Piek Cz., thans schutter; 12de bataljon, tot officier van gez. 2de klasse, S. Knöps, thans schutter. Benoemd tot inspectenr der registratie en domei nen: van de eerste klasse in de 18de divisie J. Caland, thans van de tweede klasse in die divisio; van de tweede klasse in de 27ste divisie G. F. F. C. Van der Schroeff, thans van de tweede klasse in de 2de divisie; van de tweede klasse in de 38ste divisie J. E. G. C. Offorhaus, thans van de derde klasse in die divisie. De gewone audiöntiön van de ministers van oorlog en van marine zullen deze week niet plaats hebben. Gemeenteraad van Wassenaar. Voorzitter de Burgemeester. Aanwezig alle leden. Ingekomen zijn: een schrijven van Ged. Staten, houdende mededeeling dat de jaarwedde van den Burgemeester is vastgesteld op 1000 en van den secretaris op /"800. Uit het proces-verbaal van kasopneming bij den gemeente-ontvanger blijkt, dat op 1 April in kas was ƒ2717.86*. De Voorzitter deelt mede, dat op de oproeping in verschillende dagbladen geplaatst een tweetal aanbiedingen voor den omnibusdienst zijn inge komen. Van één waren de inlichtingen ongunstig. De ander heeft zelf bedankt. Door het Dagelijksoh Bestuur zjjn nu maatregelen genomen om den dionst te doen voortduren zooals deze nu is. De heer Van Pallandt vraagt of do eiscben van het Dagel. Bestuur niet te boog waren. De Voorzitter somt de eiscben nogmaals op en is van meening, dat ze niet te hoog waren. De Voorz. deelt mede, dat do oudste zoon van Z. K. H. prins Von Wied in het huwelijk zal treden met prinses Pauline van Wurtemberg. Namens den Raad zal den prins een gelukwensch worden ge zonden. Ingekomen is ook een request van den beer Van der Ham, asch- en vuilnisman. Adressant vraagt f 25 verhooging van jaarwedde, daar hyna de rioleering elke week circa 60 putten schoon te houden beeft en wijl hij belast is met de zorg voor de inning der haven- en kadegelden. Het Dagel. Bestuur adviseert gunstig vooral, omdat do ge meente er belang bij heeft, dat de haven- en kade- gelden goed worden geïnd. De heer Verbrug vraagt, boe groot bet inkomen van Van der Ham is. Hij vindt f450 voldoende Het voorstel wordt met alge- meene stemmen aangenomen. Do Voorz. laat een teekening circuleeren van een huisje, dat voor ƒ1300 gebouwd kan worden. Het Dagel. Bestuur roeent. dat de boaw van een huis aan de haven nog wat uitgesteld moet worden, daar eenzelfde gebouwtje later voor ƒ1000 of ƒ1100 kan gezet worden en daar Van der Ham wel eenig bezwaar heeft om ƒ1.25 per week te verwonen. De heer lluygrok noemt een paar hnisje9, die dezelfde grootte hebben en maar ƒ1000 gekost hebben. De beer Broeksmit meent, dat goedkoop, duurkoop is. Het voorstel om den bouw nog uit te stellen, wordt met algemeene stemmen aange nomen. Het kohier van de bondenbelasting wordt vast gesteld op ƒ178. Het Dagel. Bestuur stelt voor aan het Bnrgerl. Armbestuur een subsidie te verleenen van 100 om den heer B. Barendse to gemoet te komen in de verzorging van 2 krankzinnigen. De subsidie wordt toegestaan onder voorwaarde, dat het burgerl. Armbestuur toezicht zal houden voornamelijk op de betere kleeding der patiënten. Do Voorz. deelt mede dat de gemeente op 15 September de eer zal bobben bezocht te worden door H. M. de Koningin. Behalve de ƒ500 op de begrooting uitgetrokken, wensebt het Dagel. Be stuur nog een krediet van ƒ800. De toegestane ƒ500 zyn verdeeld als volgt: ƒ200 aan de feestcommissie, 200 aan do afd. Wassenaar der Vereoniging voor Landbouw en ƒ100 voor de buitengewone bedeeling. Do ƒ800, welke nu aangevraagd worden, dienen voorname lijk om de gemeente een feestelijk aanzien te geven. Het raadhuis en do scholen moeten wor den versierd en aan den ingang van hot dorp zal een eereboog geplaatst wordon. Een prijsvraag zal worden uitgeschreven voor de fraaiste ver siering. De inzender van het fraaiste ontwerp ontvangt 20, de volgende 10. Ook meent bot Dagel. Bestuur dat bet noodig is, dat het bijge staan wordt door oen tweetal raadsleden. De heer Overgau zag ook gaarne een versiering van de school aan hot „Laantje". De bedoeling is, zegt de Voorzitter, ook die school te versieren, doch de feestelijkheden en fraaiste versiering in het dorp to concentreeren. De baer Van Pallandt vindt ƒ1300 voor een gemeente als Wassenaar tamelijk hoog. De heer Van der Oudermeulen zegt, dat te Loosduinen ƒ6000 zijn aangevraagd. De voorstel len van het Dagol. Bestuur worden aangenomen. De heer Van Pallandt blijft buiten stemming. Gekozen worden tot leden van bijstand debeeron Broeksmit en Van Brienen. Beiden nemen de be noeming aan. De politieverordening wordt gewijzigd. Aan art. 10 wordt mot algemeene stemmen toegevoegd art. lQbis, waarbij den bestuurders van paarden, rijtuigen en hondekarren verboden wordt te dicht langs don berm van den weg te rijden. Voortaan moeten genoemde bestuurders zorgen op 75 cM. van den berm (d. i. den grasband langs don weg) te blijven. Art. 39 wordt nu gelozon: Het is verboden op den openbaron weg met of om geld te spelen. Bij de rondvraag wijst de heer Overgan op eenige gebreken van de spuit aan bet „Laantje". Ook het personeel is niet groot genoeg. De Voorz. zegt, dat er hedenavond een vergadering is van de brandmeesters en dat over de opmerking van don heer Overgau gesproken zal worden. De heer Verbrug vraagt of do brandladders gemaakt zijn. De beer Overgau wensebt nieuwe brandbaken te laten maken. De Voorz. antwoordt, dat aan het ver langen van den heer Overgau zal worden voldaan. Wat do brandladders betreft, deze zijn nog niet gereed en de vervaardiging wordt voornamelijk uitgesteld door do kosten der beide branden welke dit jaar hebben plaats gebad. De beer Verbrug wijst nog op deu slechten toestand van het Lijster- bessenlaantje. Daarin zal worden voorzien. De lieer Ruygrok vraagt politietoezicht bij de veiling van Donderdag a. s. Dit zal worden ver leend. TWEEDE HAMER. Zitting van heden (Per Telegraaf.) De Tweede Kamer zal Vrijdag a 8. beslissen of de definitieve Marine-begrooting Woensdag over acht dagen zal worden behandeld. Mbt 44 tegen 22 stemmen is verworpen bet voorstel van den beer Lohman om het sectie onderzoek over het wetsontwerp op den leerplicht te vordagen. De heer Van Gilse heeft een interpellatie aangekondigd over het ontslag van mr. Israöls al3 advocaat bij de legatie te Parijs. De heer Troelstra zal de Regeering interpel- teeron over de zaak der gebroeders Hogerhuis. Polytechnische School. BID kens het Reg eeringsaot woord op bet wetsontwerp betreffende uitbreiding der Poly technische School houdt deie uitbreiding voldoende verband met latere aanbouwen. Wat de kosten aangaat, ia ook door den minister op zuinigheid aangedrongen; aan uitwendige verslering wordt niets besteed. De minister meent, dat het thans niet op den weg van Kamer of Regeering kan liggen om in principieels beschouwingen te treden aangaande oen reorganisatie der school en omtrent de vraag in hoeverre deze instelling al dan niet moet gebracht worden op de hoogte van de beste en uitgebreidste inrich tingen voor booger polytechnisch onderwijs in bet buitenland, waar het voor het oogen- blik alleen geldt een door bet toenemend aantal studenten onvermijdelijk geworden een voudige uitbreiding van bestaande lokaliteiten. INGEZONDEN. Mynheer de Redacteur Beleefd verzoek ik eenige plaatsruimte voor het volgende in Uw veelgelezen blad. Zondagavond omtrent 6 nren bemerkte ik, dat met of zonder medeweten van den brug wachter J. Van der Eng, de spoorbrug over het Galgewater aan „De Vink" herhaalde malen gepasseerd werd door voetgangers, zoodat die brug in plaats van een voor den spoordienst bestemd, er een geleek, welke uitsluitend voor voetganger» was ingericht. Met het oog op het gevaar, hieraan verbonden voor hen, óie op de spoorbrug loopen, en den schrik voor hen, die aan de aan den weg gelegen uitspanningsplaatsen eenige verpoozing zoeken, was het ons inziens wel noodig, dat de waarschijnlijk onverantwoordelijke hande lingen van dien brugwachter, met het toezicht op de brug Zondagavond belast, ter keDnis kwamen van zjjn superieuren, opdat aan die onrechtmatige en gevaarlijke toestanden, ont staan door onverantwoordelijke willekeur, een einde worde gemaakt. Mocht die brugwachter dit schrijven ter harte nemen, zoo zal zeer zeker het gevaar voorkomen worden. U dankzeggende voor Uw welwillende plaatsing, verblijven met hoogachting, Uw Dienaren: W. Vaw Strien en zeven andere ooggetuigen aan den Morschtoeg. Mijnheer de Redacteur! In onze goede stad Leiden wordt veel ge daan tot verbetering en verfraaiing, vooral wat betreft den gezondheidstoestand. Toch zouden veel bewoners van het gedeelto Heeren straat buiten de voormalige Ko-poort dankbaar tot hun geachte en geéerbieoigde overheid opzien, als er aan den onboadbaren to98t3nd eens een einde gemaakt werd. Er bestaat daar een sloot, of beter gezegd een modderpoel, die nu reeds met afgrjjzeD geroken en bekeken wordt. Is dit nu einde April zoo treurig voor de bewoners, wat zal het dan zyn, wanneer do warme zomerdagen aankomen. Veel wande laars en beeron, die dit gedeelte bozoeken, klagen er over. Zou er nu geen enkele klaag toon do ooren bereiken van hen, die de be langen der inwoners behartigen? Wij bopen van ja en moge onze goede en welwillende overheid dan zoo vriendelyk zyn eens even bevoegde personen te sturen om dien toestand te bekyken, moge het zyn tot verbetering by demping of andere ten dienste gestelde midde len. De gemeenteschool, waar zooveel kinderen onaerwys ontvangen, grenst er vlak aan. By opening der ramen komen dus die verpestende dampen er binnen, en o, dit is onze wensch en van bewoners en kinderen, dat de put gedempt worde eer het kalf verdronken is. U, Mynheer de Redacteur, beleofd dank zeggend, noem ik my, hoogachtend, Een bewoner der Heerenstraat. Korkeiylte Berichten, Hoogmade: Aanstaanden Zondag, 1 Mei, zal de heer T. Doeveodans Wzo., des namiddags te twee uren in de kerk der Ned.-Herv. Gemeente van Hoogmade, waar hy ruim drie jaren als predikant is werkzaam geweest, zyn afscheidsrede houden. Dreyfus-Zola c. 8. Men schynt thans Felix Faure tot spreken te willen brengen over de Dreyfus-zaak. De „Aurore" schreef: „Een groot aantal jongelieden, die in stilte gewerkt hebben, heeft zich tot nog toe buiten de discussiën en den stryd gehouden. Doch aangevuurd door het schoone voorbeeld van Zola, zullen zy op hun beurt aan den stryd gaan deelnemen. „Niemand heeft het recht te zwygen," aldus schryft een hunner, „indien hy iets weet, want het betreft niet alleen de vryheid van een man, doch men helpt daardoor mede aan de verdediging van sommige rotte instel lingen, en daarom zullen wy, onafhankelyken, niet toestaan, dat men onzen helderen hemel met wolken bedekt. E:n man, oie door de hooge positie, die hy bekleedt, slechts woorden kan sprekeD, die een grooten weerklank zullen vinden, ni. Felix Faure, weet beslist zeker, dat Dreyfus een onverdiende marteling ondergaat. Zyn plicht is dus gehtel afgebakend; dat by licht vorschaffo ten dienste der waarheid; dat hy in het publiek do verklaringen herhalo, die hy gedaan heeft, in besliste termen tegen over eerbiedwaardige personen, wier getuigenis wy zoo noodig zullen inroepen. Er zyn geheimen, die iemand niet kan be waren zonder duldelooze pynen te gevoelen. Zal Felix Faure zichzelf tot zwygen dwingen, door het kleingeestig ontzien van de belangen van eenige officieren, dis zelfs geen greintje medeiyden waard zyn? Reeds te lang verstikt men ons in onwaar heid en leugen. Wy willen lucht 1 Dat men de vensters opene. Indien men weigert dat te doen, welnu, laat ons dan de ruiten inslaan." Den volgendon dag nam de „Autorité" dit artikeltje over en voegde daarby: „Het Is noodzakeiyk, dat Felix Faure zich hierover nader verklaart. Zyn zwygen zou aangemerkt kunnen worden als een bekentenis. En wat is er waars in die bekentenis?" Alles is waar er in. Is Felix Faure bang voor de waarheid en zal hy blyven zwygen? Als nietswaardige be rekeningen hem doen besluiten om te zwygen, zal hy toch eenmaal moeten spreken. Hy zal spreken ondanks zichzelf. De getuigen zullen opstaan om te zeggen, waar, wanneer en in welke bewoordingen hy zyn mededeelingen gedaan heeft. En de waarheid zal te voorschyn treden, verblindend en verpletterend hen, die haar willen verstikken. Onder degenon, tot wien Faure het boven staande moet hebben verklaard, behoort, naar mon zegt, dr. Gibert, uit Havre, de vroegere huiBdokter der familie Faure. De oorlog tnsscheo Spanje en de Yereenigde Staten. Volgens een later uit Madrid weer tegen gesproken telegram uit Havanna hebben de Spanjaarden eindeiyk op de uitdagende hou ding der Amerikanen geantwoord en van het fort Morro het vuur geopend op de Ameri- kaanscbe vloot, die de haven van Havanna blokkeert. De Spanjaarden hadden zeker de lichten gezien van de „Now-York", schryft een correspondent, die zich aan boord van genoemd oorlogsschip schynt te bevinden. Kapitein Chaa wiek sliep op dat oogenblik, doch werd onmiddellyk met het vuren in kennis gesteld. Do officier, met het signaleeren belast, vroeg hem opgewonden, of hy de signalen moest staken. „Neenl" antwoordde de kapitein met de grootste kalmte. „Er is geen enkele reden om dat te doen. Ga maar door!" Eenige oogenblikken later begaf kapitein Chad wiek zich op ce voorste brug en Btaarde naar de vlammen, die flikkerden van het fort Morro, telkens als er een schot werd gelost. Maar na vyf minuten keerde hy zich om, de opmerking makende, dat de Spanjaarden op een afstand van vyf myien zoo ver lag het schip van het fort geen schade konden doen. Daarna ging hy weer slapen. Anaere officieren merkten lachende op, dat de Spanjaarden zeker niet zonder een beetje vuurwerk den slaap konden vatten; gedurende dit nutteloos bombardement bestond er aan boord van de „New-York" dan ook niet de geringste opgewondenheid. De meeste man schappen lagen te 6lapen en bekommerden er zicb weinig om, dat hun schip het mikpunt der schoten was. Te middernacht seinde de „Cincinnati" aan het vlaggeschip: „Wy hebben pryzen" en het was due duidelijk, dat ook de andere schepen dien nacht yverig werkzaam waren geweest. „Als men steeds zulke krachtige maatregelen biyft nemen", merkt de correspondent op, „zal de Spaansche handelsvloot spoedig uit deze wateren verdwenen zlja." Het licht op bet fort Morro bleef den gan8chen avond helder branden; tegen midder nacht werd het evenwel geooofd, daar de Spanjaarden schenen te begrypeo, dat het nergens anders toe diende dan om de vyande- ïyke vloot den weg te wyzen en baar in staat te stellen de „Pedro" en andere schepen buit te maken. De Spaansche kogels hadden echter toch nog byna eenige uitwerking gehad. In den nacht was namelyk de p<rsboot, die het eskader vergezelt, in den inistigen avond eenigszins uit den koers geraakt; en vóór men eigeniyk wist, waar men zich bevond, zag men het vuur van het fort op zich ge richt. Dat het schip ongedeerd bleef moet grootendeels te danken zyn aan de weinige vaardigheid welke de Spanjaarden by het vuren toonden. Intusschen biyft bet vertrek der Ameri kanen van Cuba aanhouden. Het stoomschip „Ely" kwam Zaterdagmorgen te Kingston, op Jamaica, aan met den heer Afredo T. Treaty, consul der Yereenigde Staten te Baracoa, op Cuba, en een en dertig passagiers, waarvan er twintig te Kingston den afloop van den oorlog zullen afwachten. Onder deze passagiers bevonden zich behalve Amerikanen, ook eenige Engelsche burgers en Cubanen. Het nieuws, dat uit Havanna komt, zegt, dat Zaterdagmiddag om vier uren nog slechts vyf Amerikaanscbe oorlogsschepen van af de heuvels konden werden bespeurd; de overige schepen, want het eskader heette uit twaalf schepen te staan, zullen vermoedeiyk naar Cienfuegos, aan de zuideiyke kust van Cuba, zyn vertrokken. Het verschynen der Ameri kaansche schepen deed groote opgewonden heid in Havanna ontstaan. Men verwachtte klaarblykeiyk, dat de stad zeer spoedig zou worden gebombardeerd en spande alle krachten in oin op die mogelijkheid goed voorbereid te zyn. Generaal Blanco bracht den ganschen nacht op het fort Morro door, inspecteerde de versterkingen en sprak telkens den offi cieren en manschappen moed in. Do Amerikaansche monitor „Puritan," de kruiser „Cincinnati," de kanonneerbooten „Machias," Nashville," „Castinie" en „New port," de torpodobooten „Foote" en „"Wins, low" vertrokken gistermorgen om 10 urea om MataDzas, Martel en Cardenas te blok- keeren. Do reet van do vloot deed een voorwaart- sche beweging, met halve kracht stoomende; weldra ontdekte men een oorlogsschip, dat ver* volgd werd. Volgens de opinie van de Ameri kaansche officieren was het de „Viscaya" of de „Oquendo." Dit veroorzaakte een groote opgewondenheid onder de Amerikaanscbe be* manningen. Het geschut van de „New-York" werd op het schip gericht. Men bemerkte toen, dat het achtervolgde schip de Italiaaneche vlag voerde en ten slotte de Amerikaansche vlag hoesch en het eskader salueerde. Mën bemerkte voorts, dat het de Italiaansche kruiser „GioVanni Bausan" was, die zyn reis naar do haven van Havanna voortzette. De Amerikaansche oorlogsschepen „Wil mington" en „Porter" namen eik een klein scheepje, het eene geladen met houtskool, het andere met rum en suiker. Beide vaartuigen zyn naar Key-West gesleept. Blykens een bericht van Portorico neemt de opstand grootere afmetingen aan. De prys der levensmiddelen is zeer gestegen. De autori teiten hebben maatregelen genomen, om bet vertrek van de vluchtelingen te voorkomen. Enkele vluchtelingen, Zondagavond aange komen, brachten het beriebt, dat de toestand op het eiland kritiek is. De staat van beleg is afgekondigd. Zoneag is t6 Yalentia eon grootscho be- tooging gehouden, waaraan door de gebeele bevolking werd deelgenomen. Meer dan hon derd duizend inwoners van allen rang en stand trokken in optocht langs de straten, Zelfs de vrouwen waren 6terk vertegenwoordigd. Behalve tal van borden met oorlogzuchtige opschriften, als: „Oorlog tot het eind en geen kwartier I" „Laüg leve de kaapvaart 1" of „Koop nUts by Engel8chenl" werden in den stoet een paar eerbiedwaardige relieken medege- dragen, o. a. de standaard, waaronder in den stryd om Valencia tegen de Mooren Don Jaime de Veroveraar vocht en de vlag door Don Juan van Oostenryk gedragen in den gedenkwaar- aigen slag by Lepanto. Het droge bassin van een monumentale fontein werd gebruikt als offerschaal voor bydragen tot bet oorlogs- fon :s en hierin werd naast beelwat bank papier en goud- en zilverstukken door inenigen minder bedoelde zyn kopergeld g>stort. „In deze groote, ernstige, vastbesloten en trotscbe Spaansche menigte treft het meest haar diep gevoel voor het onrecht en de onbiliykheid van Amerika", zegt de corres pondent van de Parysche „Herald." „Er is van Gibraltar tot de Pyreneeën niet één Spanjaard, die niet in zyn hart overtuigd is, dat de actie der Voreenigde Staten tegen zyn land een daad van roovery en plundering is, nog verergerd door huichelary en per fiditeit". Te Washington was gistermorgen tegen elf uren de commissie voor buiteolandsche aangelegenheden uit den Senaat byeengeroopen om de oorlogsverklaring op te stellen. De Amerikaansche staatssecretaris van buitenlandsche zaken Sherman diende onmid dellyk daarop zyn aanvrage om ontslag in by den buitengowonen ministerraad, die gisteren werd gehouden. De post word aan den onder staatssecretaris Day aangeboden, die de be noeming zal aannemen. Het gerucht gaat, dat ook de staats secretaris vau marine Long en de staats secretaris van oorlog Alger weldra zullen aftreden en dat er verdeeldheid in het ministerie is over de staatkunde van „vredelievenJen oorlog", die aan presiiont Mc. Kinloy wordt toegeschreven. By het Amerikaansch Congres is ingediend een boodschap van den prosident, waarin de raad wordt gegeven formeel don oorlog te verklaren. De boodschap gaat vergezeld van de correspondentie tusschen Spanje en de Yereenigde Staten. Daarin herinnert Mac Kinloy aan de motio3 van het Congres en het ultimatum, om daarna de aandacht te vestigen op de nota van 21 April door cien Spaanschen minister van buitenlandsche zaken Gullon aan generaal Woodford gezonden, welke nota de diploma tieke betrekkingen tusschen beide rykon ver brak. De president merkt op, dat uit de nota biykt, dat Spanje, kennis genomen hebbende van de moties van het Congres en van de actie, waartoe de president werd gemachtigd, antwoordde met de billyke eischen der Ver- eenigde Staten als een vyandige daad to behandelen, waarop verbreking der betrek kingen door het optreden van Spanje zelf moest volgen „een stap, die volgens het ge bruik der volkeren gepaard gaat met den toe stand van oorlog tusschen souvereine mogend heden." De president verhaalt wat reeds gedaan is, zooals de blokkade van Cuba, waartoe hy genoodzaakt is door de omstandigheden, en beveelt dan .aan onmiddellyk een motie aan te nemen waarin vtrklaard wordt, dat de toe stand van oorlog bestaat tusschen de Ver- eenigde Staten en Spanje „opdat de positie van de V. S. als oorlogvoerende macht bekend moge zyn en haar rechten en verplichtingen in het voeren van den oorlog verzekerd." De Senaat heeft dezelfde motie over don toestand van oorlog aangenomen als de Kamer. Een nader telegram meldt, dat president Mac Kinley de motie geteokend heeft, waarby aan Spanje de oorlog wordt verklaard. De hoer Sherman verklaarde Zondag, dat volgens z\jn verwachting nu en in de toekomst het vechten op Cuba voor het grootste ga-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 2