N'. 11709
Woensdag 27 April.
A°. 1898
<§earant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
LÏEDSCH
DAGBLAD.
PBU8 DEZER OOURAHTl
Voor Melon per 3 maanden» I.lCt
Pranco per post1.43.
JUfconderlyke Nommera 0.05,
PBU8 VER ADVEETEtrnÊNl
Vao 1—6 ngel» L05. Iedere regel meer f 0.17Grootara
letters naar pleatsruimta Voor bet Incasseerüq bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
OiUoiëelo KennlHtfeTingen.
Beschrijving voor de Belasting op
Bedrijft- cn andere Inkomsten voor
het dienstjaar 169S-I899»
Burgemeester en Wothoudera van Leiden brengen
ter algemeene liennid, naar aanleiding van een ont
vangen beelnit van den Commissaris dar Koningin
in do provincie Zuid-Holland, van don 8eten April
1698, ProviDCi&ai blad No. 82, betrekkelijk de bo-
echrgving voor de belastiDg op do bedrijf»- en
andere iokomaten voor bot dienetjaar 1698/99;
1°. dat op den 2don Mei a. e. met die besolirgring
een aanvang zal worden geh aakt, torwjjl de biljetten
overeenkomstig art. 18 1 tvreede zinsnede der Wet
Van 2 October 1898 (Staatsblad No. 149) door of
vanwege den ontvanger der direote belastingen twintig
dagen na de uitreiking zullen worden opgehaald;
2o. d&t de aanelagsregeling, ingevolge het be
paalde bjj art. 19 7 der genoemdo wet, moot zgu
gesobied vóór den laten Ootober 1898, en
3°. dat do regeling vau aanslagen, welke niet uit
de besohrgving voortvloeien of die om een andere
reden zjjn aangehouden moeten worden, zal behooron
te zgn afgeloopen bionen één maand nadat de
Commies'o van aanslag of het College van zetters
door den Voorzitter daartoe zal zijn opgeroopen.
Voorts vestigen zij de aandacht van de ingezetenen
op don inhoud van art. 15 2, 16 en 45 j° art.
47 8 en 6, alsmede op art. 84, lato lid j° art.
47 7 der meerbedoelde wet,
Eindolfok wgzen zg de ingezetonon op de in art.
12 2, 2do lid, 1°. d aan de iDgczetenon van het
rijk verleende bevoegdheid om zich bg de aanstaande
beeohr\jving, de uitreiking van oen beBchrgviDgsbiljet
te verzekeren door vóór of op 15 Mei a. e, kot
verzoek daartoe schriftelijk te riohten tot den ont
vanger der direct j belastingen over hun woonplaats.
DRANKWET.
Burgemeester en Wothouders van Lelden brengen
ter algemeene kennis, dat door WILHELMINA
ELISABETH VAN DÜNOEN, weduwe A. W. DE
HEES, wooeDde alhier, een verzoekschrift ie inge-
dlond om vergunning voor den kleinhandel in etevken
drank, in het peroeel Bijneburgerweg No. 1.
Bnrgomeeeter en Wethouders.voornoemd.
Leiden, F. WAS, Burgemeoator,
25 April 1898. VAN HEYST, Secretarie.
Leiden, 26 April.
Overeenkomstig hun praeadvies werd by
besluit van den Raad van 10 Maart jl. het
perceel open grond, kadastraal bekend onder
Soctie B, No. 1582, gemeente Leidon, proot
ongeveer 345 c.A., grenzende aan de Johanna
Maria-straat en in eigendom toebehoorende
aan P. Kooreraan Jr., uithoofde van zyn
ingesloten ligging ongeschikt verklaard voor
bebouwing, nadat pogingen, door B. en Ws.
aangewend om P. Kooroman Sr. te bewegon
door hot afbreken van twee huisjes tusschen
de Johanna Maria- en de Pieter-straat aan de
bezwaren van B. en "Ws. te gemost te komen,
op zyn onwil waren afgestuit. Zy verklaardön
zich evenwel bereid om opnieuw met een
voorstel by den Raad te komen, wanneer de
onderhandelingen eventueel mochten worden
hervat en dan een beter resultaat zouden
opleveren.
Wat B. en Ws. toen reeds vermoedden, is
thans inderdaad geschied. Blykens een inge
komen verzoekschrift van P. Kooreman en
P. Kooreman Jr., verklaren dezen zich thans
bereid niet alleen tot afbraak van de twee
bovenbedoelde huisjes, maar ook van de
woning aan de Tweelingstraat, kadastraal
bekend onder Sectie B, No. 2497. By een
nadere beschouwing werd B. en Ws. namelijk
meer en meer duidoiyk, dat zelfs by afbraak
van de twee huisjes aan de Johanna-Maria-
en do Pieter-straat, nog immer een zeer onvol
doende toestand zou biyven bestaan, en dat
alleen by afbraak ook van het huisje aan do
Tweelingstraat een afdoende verbetering zou
worden verkregen. Immers, indien dat huisje
bleef staan, zou de toegang naar het bouw
terrein van Kooreman Jr. nog altyd slechts
mogeiyk zyn langs een weg van niet meer
dan 3.20 M. breedte. Dat zoodanige toegangs
weg, geiyk de commissie van fabricage meent,
voldoende zou zyn en de gemeente by een
grootere breedte geen belang zou hebben,
zoodat met de afbraak van de twoe huisjes
zou kunnen worden volstaaD, kunnen B. en
Ws. niet beamen.
Voorts verklaren de adressanten zich, zooals
uit hun verzoekschrift blykt, bereid, de eerste
om het bestrate gedeelte van de Pieter-straat
en de Johanna-Maria straat af te staan en
den door afbraak van de twee eerstbedoelde
huisjes vrykomonden grond bestraat en ge
heel in orde opgeleverd aan de gemeente in
eigendom over te dragen; de tweede om bet
tot straat bestemde gedeelte van zyn terrein
geheel naar genoegen van Burg. en Weths.
bestraat aan de gemeente af te staan; onder
voorwaarde, dat do gemeente harerzyds aan
P. Kooreman Sr. een som golds betaalt van
f 1000, te weten f 400 voor de twee huisjes
aan de Johanna-Maria- en de Pieter-straat, en
f 600 voor het huisje aan de Tweelingstraat,
terwyl natuurlijk ook het afkomende materiaal
aan adressanten zal blyven behooren.
Dit voorstel nu, dat geheel in overeen
stemming is met hun in de Raadszitting van
10 Maart jL uitgesproken gevoelen, komt
B. en Ws. alleszins aannemeiyk voor.
Waar adressanten in het belang der publieke
zaak schade moeten lyden, is het niet meer
dan billyk, dat ook de gemeente zich eenige
opofferingen getroost. En nu komt B. en Ws.
een schadevergoeding van f 1000, waar dan
tegenover staat, dat de verschillende straten
en tot straat bestemde terreinen geheel in
orde aan de gemeente worden overgedragen,
niet te hoog voor, wannoer men bedenkt welk
een aanzienlyke verbetering in de wonings
toestanden daar ter plaatse daarvan het ge
volg zal zyn.
Het stukje grond, door den heer J. A.
Kohschulte, manufacturer alhier, by adres
van de gemeente ter overneming gevraagd
(nameiyk een gedeelte erf of speelplaats, be-
hoorende tot de openbare lagere school 4de
klasse No. 2 en gelegen achter zyn eigendom
Haarlemmerstraat No. 72), maakt een deel
uit van genoemde speelplaats en grenst on
middellijk aan de privaten van de hoogere
klassen. Reeds daarom komt het B. en Ws.
niet wenscheiyk voor den eigendom van dien
grond af te staan, omdat het de aangewezen
plaats zou zyn, indien verbetering of uitbrei
ding dier privaten mocht noodig blijken.
Maar ook in hot algemeen verdient het
h. i. geen aanbeveling terreinen van öe ge
meente, aan openbare scholen grenzende, af
te staan, daar toch nimmer vooruit te zeggen
is, of dat terrein niet nog eenmaal zal blyken
voor de school noodig te zyn.
Daarby komt nu nog, dat reeds thans veel
vensters van belendende gebouwen uitzicht
op de speelplaats en in de school geven,
waardoor reeds meer afleiding aan de leerlin
gen wordt bezorgd dan wel wenscheiyk is.
Het gevaar, dat dit aantal met nog andere
wordt vermeerderd, moet dus zooveel mogelijk
worden gekeerd.
Op deze verschillende grondon geven B. en
Ws., in overeenstemming met het advies van
de commissie van fabricage, in overweging,
afwyzend op het verzoek van den heer Koh
schulte te beschikken.
Na ingewonnen advies van de com
missie van fabricage is het college van B.
en Ws. met die commissie van meening,
dat er geen bezwaar bestaat om gunstig op
een ingekomen verzoek van den heer P. J.
Van Hoeken te beschikken.
Hot gedeelte van de Kyfgracht, waarvan
de heer Yan Hoeken den eigendom verlangt,
wordt geheel begrensd door zyn eigen -ommen,
en aan de enkele bewoners van het ovtrige
gedeelte van de Westzyde der Kyfgracht kan
de overdracht weinig of geen ongerief ver
oorzaken, daar zy, om de Havenkade te be
reiken, slechts een omweg van enkele meters
zullen behoeven te maken. Daarom is ook de
brug, die adressant aanbiedt over de Kyfgracht
te leggen, niet noodig, wyi de afstand van
die brug tot de naastbyzynde reeds bestaande
brug slechts 22 meter zou bedragen.
Do koopprys behoort, naar B. en Ws.
meenen, te worden bepaald op f 6 per M2.
B. en Ws. stellen mitsdien den gemeente
raad voor:
lo. te verklaren, dat. niet moer voor den
openbaren dienst bestemd is het gedeelte
van de Westzyde van de Kyfgracht, gelegen
vóór de eigendommen van den heer P. J. Van
Hoeken, groot 300 M2., kadastraal bekend
onder Sectie C, ongenummerde weg, gemeente
Leiden
2o. den sub lo. bedo?lden grond, nadat de
grootto nader by opmeting zal zyn vastgo-
steld, in eigendom over te dragen aan den
heer P J. Van Hoeken, tegen betaling van
een koopprys van f 6 per M2. en van de kosten
van overdracht.
Het nieuwe gemengde koor „Melosopbia"
zal a. 8. Dondordag-avond in de Stadszaal zyn
eerste vocaal en instrumentaal concert
geven. Indien wy dus een opwekking wilden
neerschryven om er heen to gaan, zouden
wy in de aanbeveling daartoe niet kunnen
verwyzen naar een vroogere uitvoering. Het
„onbekend maakt onbemind" kan integendeel
hier van toepassing worden verklaard, en het
aannemen eener afwachtende houding is alzoo
volkomen op zyn plaats Maar toch behoort
hlles niet tot het onbekende. Daar is byv. de
directeur, de heer C. B. Duyster, die als leider
van muziek- en zanguitvoeringen reeds meer
malen zyn sporen verdiend heeft en zeker wel
zal zorgen, dat de goede klank, welken zyn
naam op dit gebied bezit, niet verloren ga.
Dan zyn ook de namen van enkelen der solisten
geen vreemde me6r, evenmin als die der
componisten van de uit te voeren werken.
Dit alles by elkaar en bovendien de tot ons
gekomen geruchten, dat het koor zelf over
goede krachten beschikt, geeft daarom niettemin
aanlei ung om de aandacht op de aangekondigde
uitvoering te vestigen. Aan het koor zelf de
taak om te toonen wat het is en ksnl
Maandag a. s., 2 Mei, hoopt dr. S. S.
Rosenstein zyn 25-jarig professoraat aan de
Leidsche universiteit te herdenken.
Wy herinneren er aan, dat morgen
(Woensdag) da. W. Briët, predikant by do
Ned.-Herv. Gemeente alhier, den dag hoopt
to herdenken, waarop by vóór 25 jaren de
Evangelie-bediening aanvaardde. Sedert 19
Oct 1890 is zyn eerwaarde te dezer stede
werkzaam.
Het eereteeken voor belangryke kryge-
verrichtingen met gesp Atjeh 1873—1896,
brevet en lint, is hedenmorgen uitgereikt aan
den sergeant-timmerman v k. A. C. Beetelink,
gedetache-rd by de Kweekschool voor Zee
vaart alhier.
Door den majoor Vaillant, commandant
van het 2de bataljon 4de reg. inf., zal morgen
middag (Woensdag) op het middag-appèl
(l1/» uur) op de plaats der Morscbpoort-kazerne,
de zilveren medaille voor 24-jarigen trouwen
dienst worden uitgereikt aan den sergeant
majoor J. H. Van Riemsdyk, van de 1ste
compagnie van genoemd bataljon.
By het uitbreken van een oorlog tusschen
twee met Nederland bevriende Mogondheden,
verklaart de Nederlandsche Regeering, dat zy
de strengste onzydigheid tegenover de oorlog
voerenden zal in acht nemen.
Zy herinnert alle Nederlanders, ook die
buiten Europa gevestigd zyn, dat zy zich
~b6booren te onthouden van handelingen, die
met de onzyuigheid geacht kunnen worden in
stryj te zyn.
Zy wyst hen voornameiyk op bet, naar de
regels van het volkenrecht ongeoorloofde, om
zich op eenigerlei w(jze in te laten met het
aanwerven van krygslieden of met het uit
rusten van oorlogsschepen of vaartuigen voor
de kaapvaart bestemd, ten behoevo van de
in oorlog zynde mogendheden, en voorts op
het gevaar, verbonden aan schending van
werkeiyko blokkade en aan het verkoopen en
verstrekken van oorlogsbehoeften of andere
contrabande aan of het vervoeren daarvan
naar de oorlogvoerenden. Zy vestigt verder
~"de aandacht op de bepalingon van do artikelen
100, lo., 388 en 389 van het Wetboek van
Strafrecht, luidende:
Art. 100, 1°. „Met govangonisstraf van ten
hoogste zes jaren wordt gestraft hy, die in
geval van een oorlog, waarin Nederland niet
betrokken is, opzetteiyk eenige handeling ver
richt, waardoor de onzydigheid van den Staat
wor t in gevaar gebracht, of eeüig byzonder
voorschrift tot handhaving der onzydigheid,
van Regeeringswege gegeven en bekendge
maakt, opzetteiyk overtreedt."
Art. 388. „Met gevangenisstraf van ten
hoo2ste vier jaren wor:t gestraft de Neder
lander, die zonder vergunning van ue N der-
landsche Regeering een kaperbrief aanneemt, of
als schipper dienst neemt op een vaartuig,
wetende dat het zonder vergunning van do
Nederlandsche Regeering voor de kaapvaart
bestemd is."
Art. 3-9. „De Nederlander die als schepe
ling dieet neem t op een vaartuig, wetende
dat het zonder vergunning der Nederlandsche
Regeering voor de kaapvaart oestemd is of
gebruikt wordt, of vry willig in dienst blyft
na die bestemming of dat gebruik to hebben
vernomen, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie jaren."
De Regeeriag zal geen handelingen gedoo-
gen, die geacht kunnen worden in strjjd te
zyn met de verplichtingen van een onzydigen
Staat, en zy waarschuwt allo Ned-rlandors,
waar ook gevestigd, dat zy op haar bescher
ming of op tuaschenkomst te hunnen behoevo
alleen dèn zullen kunnen rekenen, wa&neur zy
zich zorgvuldig onthouden van elke schending
der pli.hten cie de neutraliteit oplegt. (Sts. Crt.)
Do 300-jarige geboortedag van den zee
held Maarten Harpertsz. Tromp is Zaterdag te
Brielle op eenvoudige wyze gevierd.
Des avonds te z-ven uren werden door oen
groot getal vry willige klokkenluiders, dio door
het muziekgezelschap „De Harmonie" In fees-
telyken optocht naar den toren werden geleid,
de klokken der Sloto Catbarina geluid, waar
onder de groote klok, welke in 1482 in den
toren is gehangen en den beroemden zeeheld,
na den zeeslag by Duins in het jaar 1639,
by zyn terugtocht in het vaderland begrootte.
Daarna gaf de muziekvereeniging „Libertatis
Primitive" een concert in een muziektent,
welke, in den vorm van een schip met dria
masten, op de markt was opgericht. Dit schip
was van boven tot onder met vlaggen opge
tuigd door de Brlelsche zeelieden en met
lampioQs verlicht. Op dezelf.ie markt was
door de heeren Adr. Moerman en Hersteio
een eerepoort opgericht, waarboven het ic
olieverf geschilderde levensgroote portret van
Tromp, omgeven door al do emblemen van
een vlootvoogd.
Er heerschte den geheelen avond oen opgo-
wekte stemming.
Aan het Gebouw van het Provinciaal
Bestuur te 'e-Gravenhage werd gisteren aan
besteed het maken van een gedeelte kanaal
tot rectificatie van de Kromme Gouwe. Laagsts
inBchryver was de heer J. G. Swets, te Har
dingsveld, voor f 25,761.
Dr. Leyds, de nieuw aangewezen gezant
der Zuidafrikaansche Republiek by het Neder
landsche Hof en eenige andere hoven, kaa
Mei of Juni hier te lande worden verwacht
en zal voorloopig standplaats nemen te 's Gra-
venhage.
In woerwil van den oorlogstoestand zal
de reis van den oud-ministei, mr. S. Van
Houten naar Noord-Amerika doorgaan. In
het midden der volgende week zal hy der
waarts schoep gaan.
De gisteren te 's-Gravenhage gehouden
stemming voor een lid der Provinciale Staten
had den volgenden uitslag: van de 6448 gel
dige sterumen zyn uitgebracht op: irr. W.
feuilleton.
Getrouw tot in den dood.
19)
„En z'y bracht my bloemen en boodschap
pen van u. Som9, als myn hoofd in de war
was en ik niet begreep wat men my zeide,
gaf zy zich moeite om my te beduiden hoe
belangstellend gy waart. En zoudt go willen,
dat ik dit alles vergat, Bruno, nu ik weer
beter ben en gy by my zyt?"
„Noen, dat niet, maar go moet verstandig
zyn. Een van de straat opgeraapt meisje is,
van de beste zyde beschouwd, toch altyd
maar e9n ruwe diamant. Er zal heelwat aan
te siypen zyn, om zulk een edelgesteente
waardig te maken naast myn parel te schit
teren."
Op dien dag van hereeniging dacht Lucille
slechts aan haar verloofde en had voor
niemand anders oogen of ooren. Zy gebruikten
te zamen het „luncheon", waarby van juffrouw
Maijorum die m6t ongeduld had zitten
wachten even weinig notitie werd genomen
alsof zy een ledepop was. Na afloop van dit
maal gingen zij samen een wandeling doen,
want Lucille was verlangend om Bruno met
de landelyke schoonheid van de omstreken
kenüis te doen makon. Hot landschap om
Weymouth is juist niet byzonder schilderachtig
of treffend schoon; maar het is landeiyk en
bevallig, vruchtbaar, door heuvels en dalen
afgewisseld en ryker aan geboomte dan de
omstreken van eon zeeplaats gewooniyk zyn.
Voor Bruno waren die lommorryke lanen, die
groene heuvels als een soort paradys De
geliefden wandelden en spraken, en spraken
en wandeldeD, en vergaten tyd en afstand,
zoodat zy zich moesten haasten om tydig
genoeg vcor het diner te acht uren thuis
te zyn.
„Hebt ge u ook al te veel vermoeid?" zeide
Bruno, toen zy dicht by de stad waren. „Ik
had u niet zoo ver moeten laten loopen."
„Ik voel niet meer vermoeidheid dan alsof
ik maar een myi geloopon had," antwoordde
Lucille; „ik heb my nooit sterker of beter
gevoeld."
Tompion wachtte om haar jonge moestere-?
te kleeden, en onder dat haastig toilet maken
had Lucille geen gelegenheid naar Elizabot
te vragen, en was Tompion ook niet geneigd,
om uit eigen bowoging over haar te spreken.
Zy hield haar waardigheid op sedert Elizabet
in huis was.
Bruno en zyn verloofde brachten den avond
door, verdiept In Mozart en Mendelseohn, terwyi
juffrouw Marjorum een rustig slaapje deed
in de schemering van de achterkamer. En
inderdaad was haar sluimerende gedaante het
beeld van bejaarde kalmte.
Den volgenden ochtend was het guur en
regenachtig wedor; maar Bruno, te gelukkig
om lang te kunnen slapen, had reeds vroeg
zyn hotol verlaten om een bad te nemen, voor
dat de jaloezieën in het huis op de wandel
plaats opgehaald waren. Na zyn bad ging by
een wandeling op het strand doen, zonder
zich aan een lichte rogenbui to storen. Zee
en lucht waren van een doffe, grauwe kleur,
bier en daar met een glinstering van water
achtig licht op de golven.
Toen hy een eind ver geloopen had, zag
by een jeugdige vrouwoiyko gedaante in het
zwart voor zich uit gaan, wier slanke leest,
bovalligen tred en ongedwongon vlugheid van
beweging, die haar oorsprong in een werk
zaam leven vindt, by dadeiyk herkende.
„Goeden morgen, Elizabet," zeide hy, haar
inhalende; „ge zyt reeds vroog op het pad."
Zy schrikte van het geluid 2yner stem en
keerde zich ora, met donzelfden donkeren
blos, dien hy den vorigon dag had opgemerkt
een blos, die verrassing, toom, beschroomd
heid kon beteekenen, maar die haar schoon
heid nog verhoogde.
„Waarom zou ik niet uitgaan?" vroeg zy.
„Ik geloof, dat het 6trand voor my even vry
is als voor u, al ben ik maar een dienstbode."
Dit was een opwelling van haar ouden
aard, die haar tot trotseering van haar meer
deren als een 60ort van zelfverdediging aan
spoorde.
„De heele wereld staat open voor jeugd en
verstand," zeide Bruno koel. „Waarom zyt go
zoo knorrig? Ik dacht, dat gy eon goed, wol-
meenend meisje waart, tqen ik u op „Ingle-
shaw Castle" zag."
„Ik hoop altyd goad on welmeenend te zyn
jegens allen, die goed voor my zyn," ant
woordde Elizabet; „maar ik word niet gaarne
als oen stuk speelgoed behandeld en ter zyde
geworpen en vergeten."
„Wat bedoelt ge daarmee?"
„Vóórdat gy kwaamt, was lady Lucille byna
ieder uur van den dag by my. Zy leerde my,
zy las my voor, zy liet my by zich zitten als
zy piano speelde; ik ken al haar lievelings
stukken. Maar toen gy gekomen zyt, heeft zy
my op hot strand aan m\jn lot overgelaten en
my vergeten. Ik heb haar na dien tyd niet
weer gezien of gehoord. Den geheelen namid
dag en avond h9b ik gisteren alleen in myn
kamertje boven in het hui3 gezeten en naar
de zee gekeken."
„Waarom hebt ge de eenzaamheid verkozen,
als ge met Tompion en juffrouw Prince in
de hui8houdaterskamer hadt kunnen zitten?"
„Neen, dat had ik niet kunnen doen. Ik
houd niet van Tompion en juffrouw Priace
en zy houden evenmin van my. Ik ben een
bloemenmeisjo geweest, maar ik ben geen
dienstbode, en ik kan niet met dienstboden
omgaan."
„Dan vroe8 ik, dat go „Ingleshaw Castle"
zult moeten verlaten. Ge kunt toch niet ver
wachten altyd met de dochter van ©en graaf
in de gezelschapskamer te zyn?"
„Lady Lucille heeft gezegd, dat zfl veel van
my hield en dat ze my wilde Isoren een
dame to wordon. Waarom kan ik niet by haar
wezen, als zy het gaarne heeft?"
„Omdat ge zoo dwaas en ondankbaar zyt,"
antwoordde Bruno, zyn hart verstalende tegen
dat meisje, wier oogen met een smeekenden
blik vol gevoel op zyn gelaat gevestigd
waren.
„Gy vergenoegt u niet het gezelschap van
lady Lucille te genieten, wanneer het haar
gelegen komt u by zich t9 hebben. Go toont
u beleedigd, omdat zy aan haar aanstaanden
echtgenoot do voorkeur geeft boven iemand,
die zy nog maar twee maanden gekend heeft
en van wie zy eigenlyk niets weet."
„Als ik iemand liefheb, dan heb ik lief
met myn gansche ziel," hernam hot meisje
ODStuimig. „Wat maakt het voor verschil
of lady Lucille de dochter van eon graaf
is? Is zy ook niet van vleesch en bloed
evenals ik
„Ongetwyfeld, maar achttien Jaren van be
schaving en opvoeding maken op zichzelven
een onderscheid, zonder nog te spreken van
andere invloeden," zeide Bruno, meer den
loop van zyn eigen gedachten volgende dan
tot antwoord op dit gezegde.
Hy had zich verwonderd over de fijne
schoonheid van dat meisje uit de lage volks
klasse, haar fiere houding, en den moed, waar
mede zy zich liet gelden en mscbikkeiykheid
voor haar vurig govoel vorderde.
Ernstig, maar vrlendeiyk las hy haar nu de
les over haar dwaasheid.
„Boste moid, zoide by, „go beschouwt uw
nieuw leven geheel verkeerd. Lady Lucillo ia
zeer lief voor u geweest, zoo lief als van
do twintig jonge dames niet één geweest zou
zyn - zy beeft zelfs aan haar verlangen om
u te helpen voldaan togen het gevoelen van
haar vader, haar gouvernante en my In.
(Wordt vervolgd)