N'. 11709 Woensdag 27 April. A°. 1898 <§earant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. LÏEDSCH DAGBLAD. PBU8 DEZER OOURAHTl Voor Melon per 3 maanden» I.lCt Pranco per post1.43. JUfconderlyke Nommera 0.05, PBU8 VER ADVEETEtrnÊNl Vao 1—6 ngel» L05. Iedere regel meer f 0.17Grootara letters naar pleatsruimta Voor bet Incasseerüq bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. OiUoiëelo KennlHtfeTingen. Beschrijving voor de Belasting op Bedrijft- cn andere Inkomsten voor het dienstjaar 169S-I899» Burgemeester en Wothoudera van Leiden brengen ter algemeene liennid, naar aanleiding van een ont vangen beelnit van den Commissaris dar Koningin in do provincie Zuid-Holland, van don 8eten April 1698, ProviDCi&ai blad No. 82, betrekkelijk de bo- echrgving voor de belastiDg op do bedrijf»- en andere iokomaten voor bot dienetjaar 1698/99; 1°. dat op den 2don Mei a. e. met die besolirgring een aanvang zal worden geh aakt, torwjjl de biljetten overeenkomstig art. 18 1 tvreede zinsnede der Wet Van 2 October 1898 (Staatsblad No. 149) door of vanwege den ontvanger der direote belastingen twintig dagen na de uitreiking zullen worden opgehaald; 2o. d&t de aanelagsregeling, ingevolge het be paalde bjj art. 19 7 der genoemdo wet, moot zgu gesobied vóór den laten Ootober 1898, en 3°. dat do regeling vau aanslagen, welke niet uit de besohrgving voortvloeien of die om een andere reden zjjn aangehouden moeten worden, zal behooron te zgn afgeloopen bionen één maand nadat de Commies'o van aanslag of het College van zetters door den Voorzitter daartoe zal zijn opgeroopen. Voorts vestigen zij de aandacht van de ingezetenen op don inhoud van art. 15 2, 16 en 45 j° art. 47 8 en 6, alsmede op art. 84, lato lid j° art. 47 7 der meerbedoelde wet, Eindolfok wgzen zg de ingezetonon op de in art. 12 2, 2do lid, 1°. d aan de iDgczetenon van het rijk verleende bevoegdheid om zich bg de aanstaande beeohr\jving, de uitreiking van oen beBchrgviDgsbiljet te verzekeren door vóór of op 15 Mei a. e, kot verzoek daartoe schriftelijk te riohten tot den ont vanger der direct j belastingen over hun woonplaats. DRANKWET. Burgemeester en Wothouders van Lelden brengen ter algemeene kennis, dat door WILHELMINA ELISABETH VAN DÜNOEN, weduwe A. W. DE HEES, wooeDde alhier, een verzoekschrift ie inge- dlond om vergunning voor den kleinhandel in etevken drank, in het peroeel Bijneburgerweg No. 1. Bnrgomeeeter en Wethouders.voornoemd. Leiden, F. WAS, Burgemeoator, 25 April 1898. VAN HEYST, Secretarie. Leiden, 26 April. Overeenkomstig hun praeadvies werd by besluit van den Raad van 10 Maart jl. het perceel open grond, kadastraal bekend onder Soctie B, No. 1582, gemeente Leidon, proot ongeveer 345 c.A., grenzende aan de Johanna Maria-straat en in eigendom toebehoorende aan P. Kooreraan Jr., uithoofde van zyn ingesloten ligging ongeschikt verklaard voor bebouwing, nadat pogingen, door B. en Ws. aangewend om P. Kooroman Sr. te bewegon door hot afbreken van twee huisjes tusschen de Johanna Maria- en de Pieter-straat aan de bezwaren van B. en "Ws. te gemost te komen, op zyn onwil waren afgestuit. Zy verklaardön zich evenwel bereid om opnieuw met een voorstel by den Raad te komen, wanneer de onderhandelingen eventueel mochten worden hervat en dan een beter resultaat zouden opleveren. Wat B. en Ws. toen reeds vermoedden, is thans inderdaad geschied. Blykens een inge komen verzoekschrift van P. Kooreman en P. Kooreman Jr., verklaren dezen zich thans bereid niet alleen tot afbraak van de twee bovenbedoelde huisjes, maar ook van de woning aan de Tweelingstraat, kadastraal bekend onder Sectie B, No. 2497. By een nadere beschouwing werd B. en Ws. namelijk meer en meer duidoiyk, dat zelfs by afbraak van de twee huisjes aan de Johanna-Maria- en do Pieter-straat, nog immer een zeer onvol doende toestand zou biyven bestaan, en dat alleen by afbraak ook van het huisje aan do Tweelingstraat een afdoende verbetering zou worden verkregen. Immers, indien dat huisje bleef staan, zou de toegang naar het bouw terrein van Kooreman Jr. nog altyd slechts mogeiyk zyn langs een weg van niet meer dan 3.20 M. breedte. Dat zoodanige toegangs weg, geiyk de commissie van fabricage meent, voldoende zou zyn en de gemeente by een grootere breedte geen belang zou hebben, zoodat met de afbraak van de twoe huisjes zou kunnen worden volstaaD, kunnen B. en Ws. niet beamen. Voorts verklaren de adressanten zich, zooals uit hun verzoekschrift blykt, bereid, de eerste om het bestrate gedeelte van de Pieter-straat en de Johanna-Maria straat af te staan en den door afbraak van de twee eerstbedoelde huisjes vrykomonden grond bestraat en ge heel in orde opgeleverd aan de gemeente in eigendom over te dragen; de tweede om bet tot straat bestemde gedeelte van zyn terrein geheel naar genoegen van Burg. en Weths. bestraat aan de gemeente af te staan; onder voorwaarde, dat do gemeente harerzyds aan P. Kooreman Sr. een som golds betaalt van f 1000, te weten f 400 voor de twee huisjes aan de Johanna-Maria- en de Pieter-straat, en f 600 voor het huisje aan de Tweelingstraat, terwyl natuurlijk ook het afkomende materiaal aan adressanten zal blyven behooren. Dit voorstel nu, dat geheel in overeen stemming is met hun in de Raadszitting van 10 Maart jL uitgesproken gevoelen, komt B. en Ws. alleszins aannemeiyk voor. Waar adressanten in het belang der publieke zaak schade moeten lyden, is het niet meer dan billyk, dat ook de gemeente zich eenige opofferingen getroost. En nu komt B. en Ws. een schadevergoeding van f 1000, waar dan tegenover staat, dat de verschillende straten en tot straat bestemde terreinen geheel in orde aan de gemeente worden overgedragen, niet te hoog voor, wannoer men bedenkt welk een aanzienlyke verbetering in de wonings toestanden daar ter plaatse daarvan het ge volg zal zyn. Het stukje grond, door den heer J. A. Kohschulte, manufacturer alhier, by adres van de gemeente ter overneming gevraagd (nameiyk een gedeelte erf of speelplaats, be- hoorende tot de openbare lagere school 4de klasse No. 2 en gelegen achter zyn eigendom Haarlemmerstraat No. 72), maakt een deel uit van genoemde speelplaats en grenst on middellijk aan de privaten van de hoogere klassen. Reeds daarom komt het B. en Ws. niet wenscheiyk voor den eigendom van dien grond af te staan, omdat het de aangewezen plaats zou zyn, indien verbetering of uitbrei ding dier privaten mocht noodig blijken. Maar ook in hot algemeen verdient het h. i. geen aanbeveling terreinen van öe ge meente, aan openbare scholen grenzende, af te staan, daar toch nimmer vooruit te zeggen is, of dat terrein niet nog eenmaal zal blyken voor de school noodig te zyn. Daarby komt nu nog, dat reeds thans veel vensters van belendende gebouwen uitzicht op de speelplaats en in de school geven, waardoor reeds meer afleiding aan de leerlin gen wordt bezorgd dan wel wenscheiyk is. Het gevaar, dat dit aantal met nog andere wordt vermeerderd, moet dus zooveel mogelijk worden gekeerd. Op deze verschillende grondon geven B. en Ws., in overeenstemming met het advies van de commissie van fabricage, in overweging, afwyzend op het verzoek van den heer Koh schulte te beschikken. Na ingewonnen advies van de com missie van fabricage is het college van B. en Ws. met die commissie van meening, dat er geen bezwaar bestaat om gunstig op een ingekomen verzoek van den heer P. J. Van Hoeken te beschikken. Hot gedeelte van de Kyfgracht, waarvan de heer Yan Hoeken den eigendom verlangt, wordt geheel begrensd door zyn eigen -ommen, en aan de enkele bewoners van het ovtrige gedeelte van de Westzyde der Kyfgracht kan de overdracht weinig of geen ongerief ver oorzaken, daar zy, om de Havenkade te be reiken, slechts een omweg van enkele meters zullen behoeven te maken. Daarom is ook de brug, die adressant aanbiedt over de Kyfgracht te leggen, niet noodig, wyi de afstand van die brug tot de naastbyzynde reeds bestaande brug slechts 22 meter zou bedragen. Do koopprys behoort, naar B. en Ws. meenen, te worden bepaald op f 6 per M2. B. en Ws. stellen mitsdien den gemeente raad voor: lo. te verklaren, dat. niet moer voor den openbaren dienst bestemd is het gedeelte van de Westzyde van de Kyfgracht, gelegen vóór de eigendommen van den heer P. J. Van Hoeken, groot 300 M2., kadastraal bekend onder Sectie C, ongenummerde weg, gemeente Leiden 2o. den sub lo. bedo?lden grond, nadat de grootto nader by opmeting zal zyn vastgo- steld, in eigendom over te dragen aan den heer P J. Van Hoeken, tegen betaling van een koopprys van f 6 per M2. en van de kosten van overdracht. Het nieuwe gemengde koor „Melosopbia" zal a. 8. Dondordag-avond in de Stadszaal zyn eerste vocaal en instrumentaal concert geven. Indien wy dus een opwekking wilden neerschryven om er heen to gaan, zouden wy in de aanbeveling daartoe niet kunnen verwyzen naar een vroogere uitvoering. Het „onbekend maakt onbemind" kan integendeel hier van toepassing worden verklaard, en het aannemen eener afwachtende houding is alzoo volkomen op zyn plaats Maar toch behoort hlles niet tot het onbekende. Daar is byv. de directeur, de heer C. B. Duyster, die als leider van muziek- en zanguitvoeringen reeds meer malen zyn sporen verdiend heeft en zeker wel zal zorgen, dat de goede klank, welken zyn naam op dit gebied bezit, niet verloren ga. Dan zyn ook de namen van enkelen der solisten geen vreemde me6r, evenmin als die der componisten van de uit te voeren werken. Dit alles by elkaar en bovendien de tot ons gekomen geruchten, dat het koor zelf over goede krachten beschikt, geeft daarom niettemin aanlei ung om de aandacht op de aangekondigde uitvoering te vestigen. Aan het koor zelf de taak om te toonen wat het is en ksnl Maandag a. s., 2 Mei, hoopt dr. S. S. Rosenstein zyn 25-jarig professoraat aan de Leidsche universiteit te herdenken. Wy herinneren er aan, dat morgen (Woensdag) da. W. Briët, predikant by do Ned.-Herv. Gemeente alhier, den dag hoopt to herdenken, waarop by vóór 25 jaren de Evangelie-bediening aanvaardde. Sedert 19 Oct 1890 is zyn eerwaarde te dezer stede werkzaam. Het eereteeken voor belangryke kryge- verrichtingen met gesp Atjeh 1873—1896, brevet en lint, is hedenmorgen uitgereikt aan den sergeant-timmerman v k. A. C. Beetelink, gedetache-rd by de Kweekschool voor Zee vaart alhier. Door den majoor Vaillant, commandant van het 2de bataljon 4de reg. inf., zal morgen middag (Woensdag) op het middag-appèl (l1/» uur) op de plaats der Morscbpoort-kazerne, de zilveren medaille voor 24-jarigen trouwen dienst worden uitgereikt aan den sergeant majoor J. H. Van Riemsdyk, van de 1ste compagnie van genoemd bataljon. By het uitbreken van een oorlog tusschen twee met Nederland bevriende Mogondheden, verklaart de Nederlandsche Regeering, dat zy de strengste onzydigheid tegenover de oorlog voerenden zal in acht nemen. Zy herinnert alle Nederlanders, ook die buiten Europa gevestigd zyn, dat zy zich ~b6booren te onthouden van handelingen, die met de onzyuigheid geacht kunnen worden in stryj te zyn. Zy wyst hen voornameiyk op bet, naar de regels van het volkenrecht ongeoorloofde, om zich op eenigerlei w(jze in te laten met het aanwerven van krygslieden of met het uit rusten van oorlogsschepen of vaartuigen voor de kaapvaart bestemd, ten behoevo van de in oorlog zynde mogendheden, en voorts op het gevaar, verbonden aan schending van werkeiyko blokkade en aan het verkoopen en verstrekken van oorlogsbehoeften of andere contrabande aan of het vervoeren daarvan naar de oorlogvoerenden. Zy vestigt verder ~"de aandacht op de bepalingon van do artikelen 100, lo., 388 en 389 van het Wetboek van Strafrecht, luidende: Art. 100, 1°. „Met govangonisstraf van ten hoogste zes jaren wordt gestraft hy, die in geval van een oorlog, waarin Nederland niet betrokken is, opzetteiyk eenige handeling ver richt, waardoor de onzydigheid van den Staat wor t in gevaar gebracht, of eeüig byzonder voorschrift tot handhaving der onzydigheid, van Regeeringswege gegeven en bekendge maakt, opzetteiyk overtreedt." Art. 388. „Met gevangenisstraf van ten hoo2ste vier jaren wor:t gestraft de Neder lander, die zonder vergunning van ue N der- landsche Regeering een kaperbrief aanneemt, of als schipper dienst neemt op een vaartuig, wetende dat het zonder vergunning van do Nederlandsche Regeering voor de kaapvaart bestemd is." Art. 3-9. „De Nederlander die als schepe ling dieet neem t op een vaartuig, wetende dat het zonder vergunning der Nederlandsche Regeering voor de kaapvaart oestemd is of gebruikt wordt, of vry willig in dienst blyft na die bestemming of dat gebruik to hebben vernomen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren." De Regeeriag zal geen handelingen gedoo- gen, die geacht kunnen worden in strjjd te zyn met de verplichtingen van een onzydigen Staat, en zy waarschuwt allo Ned-rlandors, waar ook gevestigd, dat zy op haar bescher ming of op tuaschenkomst te hunnen behoevo alleen dèn zullen kunnen rekenen, wa&neur zy zich zorgvuldig onthouden van elke schending der pli.hten cie de neutraliteit oplegt. (Sts. Crt.) Do 300-jarige geboortedag van den zee held Maarten Harpertsz. Tromp is Zaterdag te Brielle op eenvoudige wyze gevierd. Des avonds te z-ven uren werden door oen groot getal vry willige klokkenluiders, dio door het muziekgezelschap „De Harmonie" In fees- telyken optocht naar den toren werden geleid, de klokken der Sloto Catbarina geluid, waar onder de groote klok, welke in 1482 in den toren is gehangen en den beroemden zeeheld, na den zeeslag by Duins in het jaar 1639, by zyn terugtocht in het vaderland begrootte. Daarna gaf de muziekvereeniging „Libertatis Primitive" een concert in een muziektent, welke, in den vorm van een schip met dria masten, op de markt was opgericht. Dit schip was van boven tot onder met vlaggen opge tuigd door de Brlelsche zeelieden en met lampioQs verlicht. Op dezelf.ie markt was door de heeren Adr. Moerman en Hersteio een eerepoort opgericht, waarboven het ic olieverf geschilderde levensgroote portret van Tromp, omgeven door al do emblemen van een vlootvoogd. Er heerschte den geheelen avond oen opgo- wekte stemming. Aan het Gebouw van het Provinciaal Bestuur te 'e-Gravenhage werd gisteren aan besteed het maken van een gedeelte kanaal tot rectificatie van de Kromme Gouwe. Laagsts inBchryver was de heer J. G. Swets, te Har dingsveld, voor f 25,761. Dr. Leyds, de nieuw aangewezen gezant der Zuidafrikaansche Republiek by het Neder landsche Hof en eenige andere hoven, kaa Mei of Juni hier te lande worden verwacht en zal voorloopig standplaats nemen te 's Gra- venhage. In woerwil van den oorlogstoestand zal de reis van den oud-ministei, mr. S. Van Houten naar Noord-Amerika doorgaan. In het midden der volgende week zal hy der waarts schoep gaan. De gisteren te 's-Gravenhage gehouden stemming voor een lid der Provinciale Staten had den volgenden uitslag: van de 6448 gel dige sterumen zyn uitgebracht op: irr. W. feuilleton. Getrouw tot in den dood. 19) „En z'y bracht my bloemen en boodschap pen van u. Som9, als myn hoofd in de war was en ik niet begreep wat men my zeide, gaf zy zich moeite om my te beduiden hoe belangstellend gy waart. En zoudt go willen, dat ik dit alles vergat, Bruno, nu ik weer beter ben en gy by my zyt?" „Noen, dat niet, maar go moet verstandig zyn. Een van de straat opgeraapt meisje is, van de beste zyde beschouwd, toch altyd maar e9n ruwe diamant. Er zal heelwat aan te siypen zyn, om zulk een edelgesteente waardig te maken naast myn parel te schit teren." Op dien dag van hereeniging dacht Lucille slechts aan haar verloofde en had voor niemand anders oogen of ooren. Zy gebruikten te zamen het „luncheon", waarby van juffrouw Maijorum die m6t ongeduld had zitten wachten even weinig notitie werd genomen alsof zy een ledepop was. Na afloop van dit maal gingen zij samen een wandeling doen, want Lucille was verlangend om Bruno met de landelyke schoonheid van de omstreken kenüis te doen makon. Hot landschap om Weymouth is juist niet byzonder schilderachtig of treffend schoon; maar het is landeiyk en bevallig, vruchtbaar, door heuvels en dalen afgewisseld en ryker aan geboomte dan de omstreken van eon zeeplaats gewooniyk zyn. Voor Bruno waren die lommorryke lanen, die groene heuvels als een soort paradys De geliefden wandelden en spraken, en spraken en wandeldeD, en vergaten tyd en afstand, zoodat zy zich moesten haasten om tydig genoeg vcor het diner te acht uren thuis te zyn. „Hebt ge u ook al te veel vermoeid?" zeide Bruno, toen zy dicht by de stad waren. „Ik had u niet zoo ver moeten laten loopen." „Ik voel niet meer vermoeidheid dan alsof ik maar een myi geloopon had," antwoordde Lucille; „ik heb my nooit sterker of beter gevoeld." Tompion wachtte om haar jonge moestere-? te kleeden, en onder dat haastig toilet maken had Lucille geen gelegenheid naar Elizabot te vragen, en was Tompion ook niet geneigd, om uit eigen bowoging over haar te spreken. Zy hield haar waardigheid op sedert Elizabet in huis was. Bruno en zyn verloofde brachten den avond door, verdiept In Mozart en Mendelseohn, terwyi juffrouw Marjorum een rustig slaapje deed in de schemering van de achterkamer. En inderdaad was haar sluimerende gedaante het beeld van bejaarde kalmte. Den volgenden ochtend was het guur en regenachtig wedor; maar Bruno, te gelukkig om lang te kunnen slapen, had reeds vroeg zyn hotol verlaten om een bad te nemen, voor dat de jaloezieën in het huis op de wandel plaats opgehaald waren. Na zyn bad ging by een wandeling op het strand doen, zonder zich aan een lichte rogenbui to storen. Zee en lucht waren van een doffe, grauwe kleur, bier en daar met een glinstering van water achtig licht op de golven. Toen hy een eind ver geloopen had, zag by een jeugdige vrouwoiyko gedaante in het zwart voor zich uit gaan, wier slanke leest, bovalligen tred en ongedwongon vlugheid van beweging, die haar oorsprong in een werk zaam leven vindt, by dadeiyk herkende. „Goeden morgen, Elizabet," zeide hy, haar inhalende; „ge zyt reeds vroog op het pad." Zy schrikte van het geluid 2yner stem en keerde zich ora, met donzelfden donkeren blos, dien hy den vorigon dag had opgemerkt een blos, die verrassing, toom, beschroomd heid kon beteekenen, maar die haar schoon heid nog verhoogde. „Waarom zou ik niet uitgaan?" vroeg zy. „Ik geloof, dat het 6trand voor my even vry is als voor u, al ben ik maar een dienstbode." Dit was een opwelling van haar ouden aard, die haar tot trotseering van haar meer deren als een 60ort van zelfverdediging aan spoorde. „De heele wereld staat open voor jeugd en verstand," zeide Bruno koel. „Waarom zyt go zoo knorrig? Ik dacht, dat gy eon goed, wol- meenend meisje waart, tqen ik u op „Ingle- shaw Castle" zag." „Ik hoop altyd goad on welmeenend te zyn jegens allen, die goed voor my zyn," ant woordde Elizabet; „maar ik word niet gaarne als oen stuk speelgoed behandeld en ter zyde geworpen en vergeten." „Wat bedoelt ge daarmee?" „Vóórdat gy kwaamt, was lady Lucille byna ieder uur van den dag by my. Zy leerde my, zy las my voor, zy liet my by zich zitten als zy piano speelde; ik ken al haar lievelings stukken. Maar toen gy gekomen zyt, heeft zy my op hot strand aan m\jn lot overgelaten en my vergeten. Ik heb haar na dien tyd niet weer gezien of gehoord. Den geheelen namid dag en avond h9b ik gisteren alleen in myn kamertje boven in het hui3 gezeten en naar de zee gekeken." „Waarom hebt ge de eenzaamheid verkozen, als ge met Tompion en juffrouw Prince in de hui8houdaterskamer hadt kunnen zitten?" „Neen, dat had ik niet kunnen doen. Ik houd niet van Tompion en juffrouw Priace en zy houden evenmin van my. Ik ben een bloemenmeisjo geweest, maar ik ben geen dienstbode, en ik kan niet met dienstboden omgaan." „Dan vroe8 ik, dat go „Ingleshaw Castle" zult moeten verlaten. Ge kunt toch niet ver wachten altyd met de dochter van ©en graaf in de gezelschapskamer te zyn?" „Lady Lucille heeft gezegd, dat zfl veel van my hield en dat ze my wilde Isoren een dame to wordon. Waarom kan ik niet by haar wezen, als zy het gaarne heeft?" „Omdat ge zoo dwaas en ondankbaar zyt," antwoordde Bruno, zyn hart verstalende tegen dat meisje, wier oogen met een smeekenden blik vol gevoel op zyn gelaat gevestigd waren. „Gy vergenoegt u niet het gezelschap van lady Lucille te genieten, wanneer het haar gelegen komt u by zich t9 hebben. Go toont u beleedigd, omdat zy aan haar aanstaanden echtgenoot do voorkeur geeft boven iemand, die zy nog maar twee maanden gekend heeft en van wie zy eigenlyk niets weet." „Als ik iemand liefheb, dan heb ik lief met myn gansche ziel," hernam hot meisje ODStuimig. „Wat maakt het voor verschil of lady Lucille de dochter van eon graaf is? Is zy ook niet van vleesch en bloed evenals ik „Ongetwyfeld, maar achttien Jaren van be schaving en opvoeding maken op zichzelven een onderscheid, zonder nog te spreken van andere invloeden," zeide Bruno, meer den loop van zyn eigen gedachten volgende dan tot antwoord op dit gezegde. Hy had zich verwonderd over de fijne schoonheid van dat meisje uit de lage volks klasse, haar fiere houding, en den moed, waar mede zy zich liet gelden en mscbikkeiykheid voor haar vurig govoel vorderde. Ernstig, maar vrlendeiyk las hy haar nu de les over haar dwaasheid. „Boste moid, zoide by, „go beschouwt uw nieuw leven geheel verkeerd. Lady Lucillo ia zeer lief voor u geweest, zoo lief als van do twintig jonge dames niet één geweest zou zyn - zy beeft zelfs aan haar verlangen om u te helpen voldaan togen het gevoelen van haar vader, haar gouvernante en my In. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1