N«. 11703
Woensdag SO April,
V. 1898
<§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zon- en feestdagen, uitgegeven,
Dit uonimcr bestaat nit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden. 19 ApriL
Peuilletom.
Getrouw tot in den dood.
LEIBSCH
DAGBLAD.
raiJS DSZER COUBAIJT»
Voor Lolflon por 3 maanden, I.lOt
Franco per poafc1.40,
Ateondorlyke Nommera ,o q.05.
'FBZJS DKB ADVEHTENTIËITZ
Van 1—8 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17J. Oroofera
lettere naar plaatsruimte. Toot het incaseeeren buiten, de stad
vrordt f 0.06 berekend.
OlUciëele Keunlsgevingea.
De Burgemeester der gemeente Loidou;
Gelet op art. 31 der Kieswet,
Brengt ter algemeens kennis, dat do verzoeVen
om verbetering von de kiezerslijst voor don dienat
1893/99, met de bewgsetukkeD, op do Secretarie
öeatr gemeente ter iozage zijn nedergelogd en in
tfaebr.ft, tegen betaling der ko6ten, verkrijgbaar
gesteld.
Leiden, De Burgemoeé'ór voornoemd,
18 April 1898. F. WA8.
DRANKWET.
Bnrgeroeeater on Wethouders van Leiden brengon
ter algomeene kennie, dat door ANTONY OOR-
NELIS VAN DEN BROEK, woDcndo alhier, en
GBRA11DU8 OORNELIS TIJSBEN, wonende te
'a-Graveiihago, verzoekschriften zijn Ingediend om
vergunning voor den kleinhandel in sterken drank,
rcepot»ii7elrjk in de perceelen Morechstraat No. 35
en Groenhazegraoht No. 10.
Bargemeeater en Wethoudon voornoemd,
Loiden, F. WAS, Bargemooater.
18 April 1398. VAN BEYST. Secretarie.
Hdt tiende jaarverslag der Leidsche
coöperatieve winkelvereeniging „Door volhar
ding verkregen" ziet er niet rooskhurig uit:
op allta ie achteruitgang merkbaar, zoodat
ook het leóonkapitaal een vermindering aan
wast. Het brooQverbruik van den bakker-
contractant daalde o. a. in het afgeloopen
jaar van 32,228 tot 21,236; het verbruik
van brandstoffen verminderde in ontvangsten
van f 1356 tot f 985, enzenz.
Deze achteruitgang had het bestuur doen
besluiten de leden met den toestand van
zaken in kennis te stellen, wat in een in
de maand Maart gehouden ledenvergadering
breedvoerig is geschied; het resultaat der
toen gehouden besprekingen was, dat door
het bestuur de vraag werd gedaan: Wat zal
mon doen, blijven voortgaan met winkelen
of zal men de Yereeniging opheffen? Het
antwoord der vergadering wasOpheffen
Zoodat het doodvonnis van het tienjarig kind
was geteekond, maar toen nog niet bekrach
tigd, daar de uitspraak (volgens reglementaire
bepalingen) in een na een tusschenruimte
van een maand volgende vergadering eerst
plaats mocht hebben.
Deze vergadering dan, waarin hot definitieve
besluit moest genomen worden, heeft gister
avond plaats gohad.
Na opening door den vice voorzitter, de
voorzitter zelf was wogens ongesteldheid af
wezig werden de notulen der vorige ver
gadering gelezen en goedgekeurd, waarna
men onmiddellijk tot het nemen eener be
slissing omtrent het al of niet voortbestaan
der Yereeniging overging. De onverbiddelijke
uitspraak der leden was: dat allen zich voor
opheffing verklaarden. Dus, nog oen korte
wijle on de Leidsche coöperatieve winkel
vereeniging „Door volharding verkregen" is
niet meer. Uit dit feit blijkt dus, dafc er
in Leiden (jammer genoeg voor oen werkmans
gezin) nog niet veel of in het geheel g.'en
levensvatbaarheid bestaat voor de coöp-ratie,
in tegenstelling met zooveel andere steden in
ons land, waar ze zoo in bloei toeneemt.
Alvorens de vorgadering na eenige
voorafgaande besprekingen gesloten werd,
werd door een der leden het bestuur dank
gezegd voor de vele bemoeiingen, die hot
gedurende den tijd, dat het zitting had la
zoodanig, zich heeft getroost; niet het mhst
gold dit den eersten secretaris en den penning
meester, beiden wegens hun nauwkeurig
beheer.
Na een woord van dank voor do opkomst
sloot do voorzitter de vergadering en bleef
het bestuur nog eenigen tyd bijeen tot ver
dere regeling van de zaken.
De kapt. P. W. Weber, van het 4de
reg. Inf. te Leiden, wordt 1 October a. s. voor
een jaar gedetacheerd by den chef van den
generalen staf te 's-Gravenhago.
Te 's-Gravenhage i6 overleden de bekende
dierenschilder Pieter Stortenbeker.
Stortenbeker is uit een geheel geslacht van
kunstenaars. Hy was de zoon van een huis
schilder, die het echter zoo ver had gebracht,
dat by scbildery^n aardig wist te kopiëeren.
Hy liet zyn zoons de Haagsche Teeken-
acaderaie bezoeken en daar werd Jan een
goed decoratieschilder, Pieter een schilder naar
de natuur, vooral van dieren, terwijl Kees,
die veel jonger was, zich voornamelijk toe
legde op schilderen van vogels. Twee andere
broers beoefenden met succes de muziek.
Al vroeg begon Pietor in het vry© veii te
schilderen en met onuitputtelijk geduld stu
deerde hy byv. op een koe, die juist als hy
haar half had geschetst, opstond en wegliep.
En dan duurde het soms heel lang eer de
schilder haar weer in de gewenschte houding
had gekregen.
Door dit werken aaar de natuur heeft
Stortenbeker oog gekregen voor de ware
kleuren, oïé men dai>r buit»n ziet, en gobrok n
met de halve, bruinachtige, paarsachtige
kleuren, die men vroeger gaarne zag.
Stortenbeker beeft zoowel het waterverf-
toekenen als het olieverf-schilderen rntt succes
beoefend. Hy heeft voor zyn opleiding veel
te danken, behalve aan zyn broer Jan, aan
de schilders Yan de Sande Bakhuyzon en Tom.
Evonals zyn intieme viiend C. Bisschop
was Stortenbeker een groot liefhobber van
kostbare oudheden. In zyn geheele woning
vindt men Diets anders dan fraaie meubelen en
kostbaarhecen. Ook vele teekeningen van
anderen, o. a. van Charles Kochussen, heeft
Stortenbeker met grooten y ver en kunstkennis
verzameld.
Het Ryksmuseum bezit een goed specimen
van Stortenbeker's kunst: koeien in een wei
land by ondergaande zon.
Over een paar dagen, den 21ston van dc-ze
maand, zou Stortenbeker 70 jaar geworden zyn.
Op het programma voor de feesttlykheden
by de inhuldiging in do hoofdstad komen do
volgende hoofdpunten voor:
Maandag 5 September: H. M. do
Koningin, vergezeld van H. M. do Koningin-
Moeder, zal te 1.20 uur uit Den Haag ver
trekken en aankomen aan het station Weesper-
poort te Amsterdam. De Koninkiyke stoet,
waarby zich natuuriyk de ©erewacht bevindt,
begeeft zich langs den volgenden weg naar
het Paleis: Sarphatistraat, Frederiksplein,
Utrechtschestraat, Heerengracht (oneven zyde),
Vyzelorug, Heerengracht (even zyde), Lei-jsche-
straat, Keizersgracht (oneven zyde), Raadhuis
straat, Paleisstraat, om bet Monument op den
Dam, Paleis.
Langs dezen weg, die zeer fraai versierd
zal zyn, zullen op de.volgende punten tribunes
worden opgeslagen, -welke tegen entróe toe-
gankelyk zullen zyn: Weesperplein,Sarphati
straat by htt Paleis voor Volksvlyt, Frederiks
plein en Raadhuisstraat by de Keizersgracht
en tusschen Singel en Spuistraat.
Aan werklioden-veroeaigingen en andere
corporation zal gelegenheid gegeven worden
aan de Koningin hulde te bewyzen door zich
met hun banieren langs den intochtweg te
plaatsen.
Dinsdag 6 September: 7-8 uren.
Gewyde koraalmuziek op bazuinen van ver
schillende kerktrahsen (o. a. van de Nieuwe
Kerk).
11-12'/, uur. Inhuldiging.
2'/, 4 uren. Groote rytoor langs de boofd-
versitrringen en door den Jordaan met de
Willemstraat, de eilanden en de Israëlieten-
wyken.
9-10 uren. Rjjtóer langs de illuminatie.
Woensdag 7 September: 7 8 uren.
Koraalmuziok als den vorigen dag.
10 10'/j uur. Aubade van den Neder-
landschen Zangers-ond voor het Paleis op
den Dam.
ls/% 3'/% uur. Bezoek van de Koninginnen
aan de terreinen van do groote volksfeesten
achter het Rijks museum, alwaar HH. MM.
den Historisch-Allogoriach'en Optocht in oogen-
schouw zullen nemen, wélke optocht daarna
ce stad, intrekt. f
Van het terrein zullen by de komst van de
Koninginnen 6000 postduiven worden opge
laten.
Aan de uitvoering van het ryko programma
voor deze feesten wordt ook deelgenomen door
een 1000 tal bden van het Nederlandsch
Gymnastiekverbond, die voor de koninkiyke
trioune evolutiën zullen uitvoeren.
Namens de Nederlandsche werklieden zal
te dezer plaatse aan H. M. de Koningin een
adres van hulde worden aangeboden.
4i/2— 61/, uur. Passade voor inwoners van
Amsterdam en van de provinciën.
83/%10'/t uur. Waterfeesten en illuminatie
met vuurwerk op het IJ.
De Koninginnen zullen uit een aan den
Wost Indischen steiger te bouwen Paviljoen
de feesten gadeslaan.
Donderdag 8 September: 78
uren. Koraal-muziek als den vorigen dag.
103/%12 uur. Bezoek aan de tentoon
stelling van voorwerpen, betrekking hebbende
op het Huis yan Oranje, in het „Fragmenten
gebouw" van het Ryks-museura, en van de
Rembrandt tentoonstelling in het Steleiyk
Museum; on kleine rytoer.
2'/j4 uren. Bezoek aan de matinée
musicalo in het Concertgebouw door de Neder-
landsche toonkunstenaars, met inbegrip van
den rit heen en terug.
8—91/,. Gala-voorstelling in den Stads
schouwburg.
Vrydag 9 September: 11 uren.Ver
trek van de Koninginnen van het Centraal
station.
Gedurende de drie eigenlyke feestdagen
zullen in den middag en des avonds in ver
schillende stadsgedeelten muziekuitvoeringen
gegeven worden en wel in tenten, geplaatst:
Amstelveld, Westerpark, Watorlooplein, Sar-
phatipark, Westerstraat, Nieuwmarkt, Katten
burg en Oosterpark.
Naar wy vernemon, zal het Kamerlid
de heer Pynacker Horöyk 1 Juni uit Indië
repatriëeren. Vad
Gisteren was het 25 jaar geleden, dat
de heer R. L. Oldeman, thans predikant by
de Remonstrantsche Kerk te Gouda, zyn
predikambt aanvaardde. Zyn gemeenteleden
vereerden hem met een kostbaar eikenhouten
buffet en eeDige kostbare zilveren voorwer
pen en kunstvoorwerpen.
De Haagsche kunstschilder C. Bisschop
hoopt aanstaanden Vrijdag, 22 April, zyn
zeventigsten jaardag te mogen beleven.
Het genootschap „Pulctari Studio" te 's-Gra
venhage zal hem dien dag tot een feestdag
maken.
De portretschilder Johan Hendrik Neu
man Gzn. is te 's-Gravenhage in ruim 79-
jarigen ouderdom overleden.
Door mr. A. W. F. H. Singer, advo
caat en procureur te Groningen, is aan de
Universiteits-bibliotheek aldaar ten geschenke
aangeboden de verzameling medische werken,
nagelaten door wijlen zyn vader, dr. W. M.
H. Singer, oud-hoogleeraar aan de Ryks-
uoiversiteit te Groningen.
Aan den schenker is daarvoor do dank
dor Regeering betuigd.
De heer J. J. Menkema, te Hilversum,
heeft bedank voor zyn benoeming tot leeraar
in de Hoogduitsche taal en letterkundo aan
do Kon. H. B.-S ts Apeldoorn.
De particuliere correspondent van het
„Hbl." seint nog uit Parys, dat onze Koningin
nen gistermorgen reeds vroeg het Musóe du
Luxembourg bezochten, vergezeld door ridder
Da Stoers. Nadat zy eerst naar het Hotel
Continental waren teruggekeerd, kwamen zy
te kwart voor twaalven aan in het botol der
Nederlandsche legatie, waar zy door den ge
zant, ridder Da Stuers, werden ontvangen.
Later gaven HH. MM. daar een particuliere
auaientie aan de bestuurderen, de commis
sarissen van toezicht, de eere-loden cn de
dames-patronesson der Nederlandsche Vtr-
esniging voor Liefdadigheid to Parys. De
president, de heer R. A. Buisman, kon de
audiëntie niot bijwonen, daar hy niet te Parys
is. De vice-president, de heer B. Schröder,
stelde de bestuarsleden, do hearen I.J. Boas,
penningmeester, Ed. Pinner, secretaris, M. J.
H. Van Lier, L. G. Coblyn, dr. J. F. Pennink
en H. N. Roepius van Zevenhuizen, de leden
der commissie van toezicht, John S. Raphael,
Ph. L. Van Hemert en P. C. E. Wunderly, en
do eereleden der Yereeniging, mr. H. Louis
l8raéla en dr. E. Thyssen, aan HH. MM. voor.
Da dames patronessen werden door mevrouw
Van Weede aan HH. MM. voorgesteld.
De Koninginnen hielden cour en onderhielden
zich met ieder der leden op ae meest be-
minneiyke wyze en spraken Haar belang
stelling uit in de Vereeniging vcor Liefdacig-
heid; bovendien gav. n zy uitdrukking aan
Haar genoegen met Haar verbiyf te Parys,
en Haar ingenomenheid met de vaderland
lievende gevoelens van de zoo talryke Neder
landsche kolonie.
Na de audiëntie werd open receptie ge
houden; ongeveer vyftig voorname Neder
landers, waaronder de oud-consul Ansiyn, de
heer Pierson, cn veel andere consulaire en
diplomatieke ambtenaren, waren daarby tegen
woordig.
By hot dejeuner in de Legatie, dat 24
couverts telde, waren tegenwoordig, behalve
de Nederlandsche gasten, de heeren Hanotaux,
minister van buitenlandsche zaken, BihourJ,
gezant te 's-Gravenhage, Le Grand, oud
gezant, generaal Hagron, chef van het Militair
Huis van den President, en commandant
Moroau, van het Militaire Huis, toegevoegd
aan de Koninginnen tydens Haar verbiyf te
Parys.
Na het dejeuner vertrokken HH. MM. met
gevolg te 2 u. 50 m. met een extra-trein naar
Versailles, waar zy het museum en de zalen
van het paleis van Lodewyk XIV bezichtigden.
In een open rytuig maakten zy een rit door
het park. De groote fontunen werkten fc*
Harer eer. Na dit schouwspel bewonderens
waardig by den heeriykm zonneschya te
hebben gadegeslagen, begaven de Vorstinnen
ach naar Groot en Klein Trianon, waarop
zy om zeven uren per extra-trein te Parys
terugkeer ;en en zich naar Haar hotel begaven,
waar zy dineerden. Des avonds gingen HH.
MM. niet uit. Heden is er in het hotel een
intiem dejeuner.
In de maand Juli e. k. zal een examen
worden gehouden voor boekhouders by het
kadaster. Aanmelding vóór 1 Juni e. k. by
den Minister van Financiën by een op z~gel
geschreven request, voor zoover zy niet
zijn teekenaar by het kadaster, met een
bewijs, dat zy gedurende tien jaren onmid
dellijk aan het verzoek voorafgaande, onaf
gebroken als klerk aan een kantoor van do
hypotheken en het kadaster, ty de kadas
trale boekhouding zyn werkzaam geweest.
Ds. A. Couvée, te Zeist, hoopt Maandag
25 April zyn 40-jarige evangelie-bediening te
herdenken.
Te Dordrecht is overleden de heer Cor-
neille Vrieseadorp, in leten onder-voorzitter
van do Kamer van Koophandel en oud
commandant der dd. schuttory.
De gemeenteraad van Deventer heeft af-
wyzerid beschikt op een verzoek van eern.ga
vak- en werkliedenverenigingen, om een
openbare vergadering met een kinderfeest op
1 Mei op gemeentegrond to mogen houden;
aan een sub-commissie voor de inhuldigings
feesten werd voorwaardciyk afgestaan een
gedeelte van de "Worp, om daar gedurende
de inhuldigingsfeesten volksfeesten te houden.
5)
Neen, er zat niets anders op dan dat
„Puck" dit arme schepsel naar het kasteel
droeg.
„Ik zal u naar het huis van myn vader
brengen on u daar voodsel en rust geven,"
zeide Lucille. „Donkt ge, dat gy op myn hit
zult kunnen zitten, als ik hem aan den teugel
leid? Hy is ze^r mak."
„Ik weet het niet, juffrouw. Ik weet niet
of ik wel op myn beonen kan staan. Alios
.draait me voor de oogen alsof ik in een
draaimolen zat."
"Het matte hoofd zonk op Lucille's schouder
neder, terwijl het meisje sprak; de besto
ven, verwarde lokken on de bontkleurige
katoenen halsdoek hingen tegen het groene
kleed der jonge dame, zonder dat deze zich er
tegen verzette. Nog nooit was de dochter van
lord Ingleshaw in zoo nauwe aanraking ge
weest met armoede in den hoogsten graad.
„"Wy moeten u op den hit zien te krUgen,"
sprak zy. „Leun met uw hoofd togen dien
boom, terwyl ik hem by u breng."
Zij verliet voor een oogonblik bet meisje,
dat, slap on krachteloos, tegen den bruinen
donnostam geleund, nauwelijks overeind kon
zitten, en ging naar „Puck," die zich al knab
belend to goed deed aan het malsche gra3
om höm heen. Lucille bracht hem naar de
plek, waar Bess zat, en tilde de zwakke ge
stalte, die de kracht niet meer had om zich
op to heffen, van den grond. Zy was klaar-
biykeiyk in een half bezwymden toestand
en zou op het paard vastgehouden moeten
worden.
De oude, druilerige „Puck" leende zich
bedaard tot de taak, die van hem gevorderd
werd, maar scheen er toch wel verbaasd over
te zyn. Lucille zette het machtelooze meisje
niet zonder moeite in den zadel en onder
steunde het in een zittende, slap voorover
hangende houding, terwyl zy den hit door
het plantsoen langs den naasten weg naar
het kasteel leidde.
Al de glans vau den zonnescbyn op dien
helderen Mei-ochtend, al de pracht van boach
on void die statige oude boomen, die open
groene plekken, mok wild gestoffeerd het
glinsteren vaB den vyver in do verte, de
grootschheil van dat oude, grauwe kasteel,
dat zoo schilderachtig tegen een donkeren
achtergrond van dicht gebladerte uitkwam
dit alles ging voor Bess verleren, die haar
hoofd niet ophief en als in een droom op den
rand van een donkeren afgrond zweefde. Het
uurwerk ces levc-ns was byna afgeloopen; elk
oogenblik dreigde de laatste Aauwe zwaai van
den slinger te zyn.
Lucille ging met haar beschermeling naar
het 6talplein. D.«ar was het zoo stil als in hob
kast©3l van de scboone slaapster; want het
was do etenstijd van het stalpersoneel; maar
toen de hoefslagen van den hit zich op het
plaveisel deu6n hooren, kwam er een oud man
to voorschyn en trad de dochter van z(jn heer
te gemoet.
Dat was Tom Pike, de oude „groom," die
met de by'zondere zorg voor „Puck" belast was.
Hy bad lady Lucille de eerste beginselen der
rykunst geleerd, om haar zoo ver te brengen,
dat zy baar vader op zyn ritjes kon ver
gezellen, en maakte een afgod van haar. Dus,
toen zy hem verzocht de havelooze zwerveling
in zyn armen te nemen en haar het kasteel
binnen te dragen, kon hy het niet over zich
verkrygen daar eenig bezwaar tegen te maken,
hoewel hy het eigeniyk zeer onbehoorlijk
vond.
Het eenige, wat hy zeide, was: „Zou het
niet beter zyn, dat ik haar naar den zadel
maker bracht, lady Lucille? Daar kan ik haar
wat vleesch en drinken geven."
„N3en, Pike; het arme schepsel is erg
ziek. Zy heeft veel zorg en verpleging noodig.
Breng baar waar ik u zal wyzen."
Pike nam Bess op zijn schouder alsof zy
een doode was, en droeg haar het kasteel
in, waar Lucille hem voorging naar een nette,
kleine slaapkamer, aan het einde van een lan
gen corridor, dicht bij haar eigen vertrek
ken. De kamer werd gewooniyk in gereedheid
gehouden voor kameniers van logées en nog
onlangs was zy door do bejaarde kamenier
van lady C rlyon betrokkon geweest. Hier
legden zy het half böwustelooze meisje to
bed. Toen haar hoofd op het kussen zonk,
sloot zy bijna onmiddellyk de oogen en viel
in e:n slaap, dio schier een verdooving was.
„Ga naar beneden en haal een glas povt-
wyn en een beschuit, Piko. Zy moet dadeiyk
iets hebben. Zy is uitgehongerd."
„Daar ziet zy wel naar uit, lady Lucille.
Maar zou mylord het my niet kwaiyk nemen,
dat ik zoo'n landloopster in huis heb gedra
gen? Zy moest maar liever regelrecht naar
het werkhuis gebracht worden."
„Ik neem de verantwoordeiykheid op my,
Pike," antwoordde Lucille. „Ik ben niet bang,
dat myn vader het kwalijk zal nemen. Hy
heeft meer van den barmhartigen Samaritaan
dan van den Leviet in zich."
„Dat is waar, lady Lucillo, maar, ziet ge,
in dien tyd waren er geen werkhuizen; en
een heer, die zooveel armenbelasting betaalt
als mylord, kon er wel eens minder over ge
sticht zyn, dat er laudloopsters in zyn slaap
kamers gebracht en op zyn bed gelogd worden."
„"Wil je den wyn nu halen, Pike, eer dat
arme schepsel sterft?" vrorg Lucille onge
duldig; en weg vloog Pike, als eeu pyi uit
den boog.
De altyd waakzame juffrouw Marjorum was
niet zoo verdiept in Dante's „Inferno", dat zy
geon ooren had voor aardecho gfluiden; en
toen zy voetstappen in den corridor boorde,
kwam zy aanloopen om to zien wat or ge
beurde. Zy zag Pike wegsnellon en de deur
V2n de slaapkamer half openstaan en haastte
zich om te vernomen wat de reden dez:r
storing van de gewone middagstilte was. Toen
zy di9 gedaante met gescheurde kleoren, niet
veel beter dan lompen, on een verbonden
bloedenden voet, op Let bed zag liggen, stond
z'J een oogenblik sprakeloos van ontzetting.
Zoodra zy woorden kon viaden, om haar
afgryz6n lucht te geven, riep zy uit, naar
het bed wy zender
„Lucille, in 's Hemelsnaam, wat is dat?"
„Een arm meisje, dat lk in bet bosch bob
gevonden stervend van honger en ver
moeidheid."
„Kindlief, ga dadelyk meel Lady Lucille,
ga bier dadelyk van daan!" gilde de gouver
nante. „Zie eens hoe morsig zy isl"
„Haar gezichtje is niet morsig, juf MaTjy.
Alloen haar kloeren zyn bestoven. Dat kan
zy niet helpen, het arme schepsel!"
„En gy bobt haar bier gebracht gy zel ve I
Dat is al to erg!"
Op dit oogenblik kwam Pike met een karaf
portwyn en de beschuit op een zilveren blad.
„O, Pike, Pike, hoe kunt ge uw meesteres
in zoo iets verecurikkelyks voorthelpen I"
zeide juffrouw Marjorum.
Lucille nam den wyn, hief het matte hoofd
van het meisje feeder op en tracht het glas
aan haar bleoke lippen. Boss sloeg do oogen
op en dronk een beofje wfjn, met een geluid
als een snik; daarna doopte Lucillo de be
schuit in den wyn on voerde haar zooals ze
dikwijls een jong vogeltje had gedaan.
„Doe dat riet, Lucille!'' riep juffrouw Mar
jorum, baar hot glas uit do hand rukkende
„Z9 hoeft misschien een besmettelijke ziekte
ir.ogeiyk de pokken."
„Ziet dat lief goziebt er dan uit alsof ze
de pokken heeft?"
Wordt vervolgd.)