(Qeze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering Van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 31 Maart. Feuilleton. De tweede stuurman. Vrijdag 1 April. A°. 1898 M». 11689 PRIJS DEZER OOURAJJTa Voor Leidon per 8 maanden. 1.10, tranco per post1.40. Afeondorlyke Nommers 0.05. PRIJS DER AnT/K^i'KNTfftWï Van 1*6 regale f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 j. Grooterd letters naar plaatsruimte. Voor bet Incasso ar en buiten de stad wordt f 0.05 berekend. De „Association pour l'encouragement des Etudes grècque3" he--ft aan dr. D. C. Hesseling, te Ltiden, den Prix Zographos toegekend van 500 franken, voor zyn uitgaaf van „Lee Cinq Livres de la Loi, traduits en nóogrec." De Koninginnen woonden gisteravond bet laatste Diligentia-concert in dit seizoen in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Gravenhage by. De Vorstinnen betraden bjj het tweede nummer haar loge. SoÜ3ten en orkest oogstten levendigen byval, Messchaert vooral met de uitvoering van Schumann's „Spanisches Liederspiel". Voor de pauze werd uitgevoerd het koor „Het groote L;ed" van Richard Hol, dat zeer werd toegejuicht. De componist-dirigent ont ving reeds by zyn verschoning aan den lesse naar een uit rose bloemen govlochten krans, hem aangaboden door de dames en heeren van het koor, terwyi hy, na de uitvoering, een lauwerkrans kreeg van de leden van het orkest. De Koninginnen bleven tot na afloop van de negende symphonie, waarin koren en orkest uitblonken, terwyl de dirigent Rich. Hol na afloop herhaaldeiyk levendig werd toegejuicht. De lecen van de Eerste Kamer zyn ter vergadering by ongeroepen tegen hedenna- middag te halftwee. Blykens liet afdeeling87erslag der Eörste Kamer omtrent het ontwerp tot goedkeuring van de overeenkomst tusschen Nederland en België, op 23 April 1897 te Brussel gesloten betr ffende overneming van do Nederlandsche gedeelten van oenige in Nederland en België gel gen spoorwegen en van do mede tot oie spoorweggedeelten betrekkelyke met de My. tot Expl. van Staatsspoorwegen gesloten overeenkomst, vond do overeenkomst met België op zichzelf by de meeste ledon goed keuring. Intusschen meenden sommige leden, dat de van de koopsom te betalen 3 pCt. aan België e;n schadepost zal zijn, indien de over te nemen lynen niet de geraamde f 1800 per kilometer opbrengon, en waarschynlyk zullen zy dit niet. Andere leden waren niet overtuigd van het belang van den Staat, om die verschillende eindjes Bpoorweg in eigendom te vei krijgen. Naar de zienswijze van onderscheidene leden heeft de ondervinding nu reeds geleerd, dat zy juist hebben gezien, die zich tegen de spoorwegovereenkomsten van 1890 hebben verzet. Sommige leden hadden bezwaar tegen de aaneonkoppeling van het contract met België aan de Exploitatie My. Opgemerkt werd, dat ten gevolge dezer overeenkomsten de toestand der Hollandsche Maatscbappy wordt verzwakt; andere hielden vol, dat de Hollandsche My. de sterkste van de twee zal zyn ook na de bekrachtiging dezer overeenkomsten. Wederom andere leden oordeelden, dat de beide Maatschappyen tegenover de buiten- landsche spoorwegen zwak zyn en achtten het den duren plicht dor Reg., om tegenover de te verwachten scherpe mededinging van België beide Maatschappyen te versterken. Inlichtingen werden gevraagd naar aanlei ding van de in de brochure van den heer T. Sanders, civiel en bouwkundig ingenieur, ge titeld „De Spoorwegovereenkomsten van 1890 en 1897/98", voorkomende passage, dat het in 1890 aan het publiek onbekend was, dat aan de ingenieurs, aan wie destijds het onder zoek naar den staat van weg en werken (der Rynspoorwegruij.) was opgedragen, stilzwij gendheid was opgelegd omtrent den war-n toestand, waarin zy de lynen dier Maatschy. hadden aangetroffen, oen toestand, zoo ver waarloosd, dat zonder naasting binnen enkele jaren een faillissement onvermydeiyk ware geweest. Naar mon verneemt, heeft dr. Groenman, directeur der hoogere burgerschool met vyf- jarigen cursus voor jongens te's-Gravenhag1, ontslag gevraagd. Het „Vaderland" doelt mede, dat de ont slagaanvraag al3 directeur het gevolg is van het praeadvies van B. en Ws. op htt vacantie-adres der heeren Gerlach c. s. De heer Groenman blyft ovonwel als leeraar in de natuurkunde aan de H. B.-S. verbonden. By de ondorbandsche aanbesteding voor het verbouwen van ae achterzalen van het Zuidhollandsch Koffiehuis te 's Gravenhage, tot restauratiezaal en vergaderlokalen, was laagste inschryver L. Kooien, aldaar, voor f 36,268. De heer mr. C. J. A. Bichon van IJssel- monde, lid der Provinciale Staten van Zuid- Holland voor het district Ridderkerk, zal, naar de „Tel." uit goede bron vernoemt, als zoo danig ODtslag nemen. De heer Bichon moest in 1901 periodiek aftreden. De gemeenteraad van Enschodee heeft besloten, ook meisjes toe te laten voor het onderwijs aan de Nederlandsche school voor nyverheid en handel. Ten gevolge der bezwaren van het ge meente-bestuur van 's-Gravenhage over het samenvallen der verkiezing voor de Prov. Staten met die voor don gemeenteraad, is door Gedep. Staten nu nader bepaald ter voor ziening in de vacature-Sluiter, do candidaat- stelling op 12 April, de stemming op 25 April, de herstemmiog, zoo noodig, op 9 Mei. In de gisteren gehouden vergadering van den gemeenteraad te Delft werden o.a. goedgekeurd de voorstellen: tot vergrooting van het buitengesticht voor krankzinnigen „Het St.-Joris Gasthuis"; tot machtiging tot aansluiting van 200 perceelen volgens het muntgasmeterstelsel en tot het verlesnen van een subsidie ad f 3000 aan het comité voor de inhuldigingsfeesten. Door de heeren dr. H. Blink, C. Abels, A. D. Hagedoorn, prof. dr. C. M. Kan en verder onderteekend door byna alle leeraren en leeraressen in de aardrykskunde by het gymnasiaal en middelbaar onderwys te Amster dam, is een adres aan den minister van binnenlaDd8che zaken verzonden, waarin zy de aandacht vestigen op het groote verschil tusschen de bepalingen der wet op het mid delbaar onderwys en die op het hooger onderwys, wat betreft de toekenning van de bevoegdheid tot het geven van onderwys in de aardrykskunde aan de gymnasia en middel bare scholen, en den minister verzo ken by een mogoiyke herziening der wet op het hooger onderwys het daarheen te willen leiden, dat omtrent de toekenning dier bevoegd heid zoodanige bepalingen worden gemaakt, dat deze niet aan eenigen academischen graad wordt verbonden, dan na een academisch examen in het vak. Aan het ministerie van waterstaat, handel en ny verheid werd gisteren aanbesteed: de levering van steenkolen ten behoeve van de stoom watermolons en stoom veren, onder de gemeenten Herpt en Blon, Waalwyk, Besoyeu, Capelle en Raamsdonk, prov. Noord-Brabant, behoorendo tot het onderhoud van de werken voor het verleggen van de uitmonding der rivier de Maas. Minste inschryver was de heer F. J. Bergendaal, te Amsterdam, voor f 6.97 per scheepaton. Voor het maken van een gedeelte van het Zuider-afwateringskanaal van den Wioterdyk tot den Achterstendyk, onder de gemeenten Vryhoeven-Capelle, Capelle, Waspik en Raams donk, behoorende tot de werken voor de verlegging van den Maasmond, was by de heden aan het ministerie van waterstaat, handel en nyverheid gehouden aanbesteding minste inschryver de heer H. Van Rijn, ta Naarden, voor f 261,189. De hoogste ioschryvmg bedroeg f 300,000. De voorzitter der Tweede Kamer, de heer Gleichman, is naar Parys vertrokken. De hoer J. A. Bleritjes, hoofdredacteur van de „ZutfoDsche Courant", neemt heden in dat blad afscheid van zyn lezers. De heer Bientjes, die dit blad geduiende byna tien jaren redigeerde, is 'uenoeiuu tot directeur van gesticht I der Rykswerkinrichling te Veen- huizen. Uit een te Dordrecht door de feestcom missie verzonden circulaire biykt, dat de feeBteiykheden op 31 Augustus zullen bestaan uit: lo. Godsdienstoefeningen in alle kerken en gemeenschappoiyk psalmgezang op het Schefftrplsin2o. bedeeling van behoeftige stadgenooten; 3o. groot kinderfeest; en 4o. zoo raogeiyk het houden van een optocht of volksspelen, koraalmuziek in de Groote Kerk, illuminatie, muziekuitvoeringen en een water feest. Het stoomschip „Borneo" arriveerde 30 Maart van Rotterdam te Batavia; de „Salak" vertrok 30 Maart van Batavia naar Rotterdam; de „Bromo", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 30 Maart van Suez; de „Oengaran", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 30 Maart van Perim; de „Prins Willem II" arriveerde 30 Maart van West Indië te Nieuw-York; de „Spaarndam", vau Nieuw-York naar Rotter dam, passeerde 31 Maart Prawlepoint. Hillegom. Door den Minister van W., H. en N. is besloten tot opheffing der spoor weg halte „Veenenburg," en bepaald, dat het hoofd gebouw van het station Hillegom sal worden geplaatst tegenover de Zanderyiaan, en dat dit station zal worden verbonden met de Hille gom merbeek door een parallelvaarsloot en met den weg langs die beek door een parallelweg, die bestemd is om ingevolge art. 70 der wet van 9 April 1875 (Staatsblad no. 67) navol tooiing in onderhoud te worden overgegeven aan de gemeente Hillegom. De Raad dezer gemeente heeft in zjjn vergadering van gisteren met algemeene stemmen besloten om de jaarwedde van den ambtenaar ter secretarie met f 100 te ver- hoogen. In het café van den heer C. Van der Linden, alhier, werd gisteravond een ver gadering gehouden van de bewoners der Meer straat, ten einde middelen te beramen tot versiering dezer straat by gelegenheid van de a. s. inhuldiging van H. M. Koningin Wilhelmina. Na het samenstellen van een buurtcommissie, bestaande uit de heeren J. Van don Bosch, W. A. Pbilippo, G. Flentrop en P. Y. Ver8teege, werd besloten door een vrywillige wekelyksche bydrage gelden ia te zamelen voor het beoogde doel, waartoe velen der aanwezigen zich staande de vergadering verbonden en die door een bydrage ineens blyk n gaven van hun iastemming, terwyl de drie eerstgenoemde heeren zich bovendien reeds bereid hebben verklaard tot het be langloos schonken van twee eerepoorten met versiering. De heer P. J. Damen, alhier, deed aan gifte by de politie, dat van een zynertuiDen, circa 50 roeden spirea's waren uitgetrokken. Men deükt aan een wraakoefening. De heeren D. C. Post, taxateur, en P. Van Driel Bzn., behanger on stoffeerder, beiden wonende te Leiden, en J. Yan der Jagt Jr., timmerman te Hillegom, zyn aan gewezen als deskundigen voor de opnemiog Ö6r waarde van mobilair tön behoeve van de heffing der personeele belasting in deze ge meente over het belastingjaar 1898. Noordwyk-aan-Zec. Schipper D. Daindam, van de bomschuit N. W. 32, gistermiddag alhier aangekomen rapporteert oen omgeslagen bom schuit te zyn gepasseerd, waarvan het ach terste gedeelte boven water dreef; de mast en eenigo tonnen dreven iu de nabijheid. Het vaartuig dreef ongeveer 3 uren buiten land voor Noordwyk-aan-Zee. Ocgstgeost. Als vervolg op de vergadering van 8 Februari 11., waarin tot leden der hoofd commissie voor de feestviering by gelegenheid der kroning van H. M. Koningin Wilhelmina werden benoemd de heeren J. M. Do Kempe- naer, eere-voorzitter; A Juffermans, voorzit ter; P. W. De Jong, secretaris, en G. Lubbe, penningmeester, werd 11. Diasdagavond een vergadering van mannelyke ingezetenen ge houden tot aanvulling der hoofdcommissie. Ruim 120 ingezetenen waren opgekomen. Tot eereleden werden benoemd de eerw. heeren A. J. Ruys en M. F. Roozen. Tot leden der commissie werden, na ver deling der gemeente in wyken, gekozen de heeren L. Den Ouden, L. J. Yan Douveren, G. Zeestraten, J. Driessen, J. J. Baron Taets Yan Amerongen, L. Schouten, C. Duiven voor Je, D. W. Vermeer, H. W. Rubenkamp, H. Van den Ameele, Joh. Schonoveld, E. Broekbuis, C. Juffermans, B. Hoff, J. C. Spaargaren, F. Bakker, A. Den Haan, H. Odendaal, Q. Olsthoorn, H. Beekman, A. P. Van Egmond, M. Juffermans, H. A. Van Iügen Scbenau en J. Van der Voet. De verdere regeling werd nu aan de com missie opgedragen en na een woord van dank voor de opkomst sloot do voorzitter de ver gadering. Vaccinatie Vrydag 1 April aan het raad huis van 2 tot 21/, uur en aan den Morscb (openbare school) van 4 tot 4'/2 uur. Wassenaar. Aan den ondernemer van den omnibusaienst Wassenaar-Station-Voorschoten zal door de gemeente een subsidie verleend worden van f 800 per jaar. De tolgelden op den Paapwcg, gerekend op f 300 per jaar, zyn voor rekening van den ondernemer. In den zomer zullen 7 en des winters 5 of 6 ritten per dag moeten gemaakt worden. Zoo mogelyk zullen de rytuigen, welke plaatsruimte moeten hebben voor mins tens 14 personen, gelegenheid bieden tot afscheiding tusschen 1ste- en 2deklasse- reizigers. Het tarief mag hoogstens 12'/a cent per rit bedragen voor de 2de klasse en zal nader door het gemeentebestuur worden vast gesteld, evenals de dienstregeling. Waurdor. Tot raadslid is gekozen de heer D. Verlaan. 1!et ontslag van mr. Israëls. Het „Hbl." bevat eenigo mededeelingen over het ontslag van den correspondent van dat blad, mr. H. Louis Israels, als advocaat der Nederlandsche legatie te Parys. Uit die mededeelingen, zegt de „N. R. C.", biykt, dat de voorstelling der zaak van den Nederlandachen gezant, den heer De Stuers, en die van uir. Israëls, uiteenloopen. Volgens den heer De Stuers had deze met mr. Israëls afgesproken, dat mr. I. zyn aanvrage om ontslag zou inzenden, gegrond op het motief, dat by als journalist vry wilde zyn en als Nederlander zyn Regeering niet in moeiiyk- heden wilde brengen. De heer Israëls daaren tegen zegt, dat hy stellig verklaard heeft niet onmiddeliyk te kuonen beslissen, maar er eerst te Amsterdam over te moeten spreken. Wie van beiden van deze zaak do juiste voorstelling geeft, kunnon wy, aldus vervolgt de „N. R. C.", niet uitmaken. Uit een schryven van mr. Israëls aan ridder De Stuers blykt verder, dat eerstge noemde van meening was, dat, indien hy eventueel niet meer als journalist optrad, by zonder bezwaar als advocaat der legatie zou kuDnen werkzaam blyven. Deze meening be vreemdt ons, na do wyze, waarop de Fransche minister van buitenland6che zaken zich over mr. I. had uitgelaten en die zeker een gaoech andere opvatting van dien minister deed vor- wachten. „Het verwondert ons ©veneens," zegt de „N. R. C.", „dat mr. I., geheel zyn vryheid van schryven over de gebeurtenissen ia Frankryk tydens het Zola-proces willende 4) „Wat wil u toch met uw ysberg?" „Maar, mejuffrouw, de ysberg is een feit. Ik bid u, overtuig u zelve 1 Hier, neem myn zeekyker. Zulk een zeldzaamheid in de wata ren van Ierland moot men op het vasteland verhalen, en zullen de menschen u geloo- ven, dan moet men zoo iets zelf gezien hebben." „En al is hy ook tienmaal een feit, die ijsberg, waarom komt u naar my toe met de woerden: „Heeft u den ysberg gezien?" Waarom zegt u my niet goeden dag?" „Omdat ik geen antwoord van u zou ge kregen hebben." Zy zag om en keek my in de oogen. Toen lachto zy opeens helder on luid. En terstond daarop, alsof zy zich over haar lachen schaamde, draaide zy zich knorrig weer om en zocht naar den ysberg. „Ik verheug my, dat u die storende, on aangename onderbreking van den vroolyken kant opneemt, lieve dame," zeide ik. „Ze ver dient ook geen andere behandeling. Want vooreerst is hot een dom en nukkig toeval, en ten andere is mr. Bateman nog dommer. Ook heb ik den menschen meegedeeld, dat u al lang, en wel in Duitschland, verloofd is." Nauwelyks had ik uitgesproken, of zy keerde zich driftig om, ging snel naar hot achterdek van het schip oo Uet my eenvoudig staan. Daar stond ik nu en stampte met den voet. Toen ik in myn knorrigheid met den kyker den ysberg zocht, was ook die verdwenen. Ik wist niet meer, wat ik van Alwine denken moest.Den anderen dag zat zy op een der klapstoeltjes op het achterdok; zy was schooner dan ooit. Thans eerst, nu ik weer Yan haar gescheiden was, gevoelde ik al het verleidelyke van haar schoonheid. Ik zag haar lang ongemerkt aan on deed my aan haar aanblik te goed. Maar ik zeide ook tot myzelven, waarom zy zoo verleidelyk schoon was: omdat zy uit een mengsel van vertrouwen en afstootende fierheid was samen gesteld. Terwyl ik haar ongemerkt door myn kyker gadesloeg, had ik deernis met haar; want nu zy my beleedigd had, was zy vol komen afgezonderd. Ik bekommerde my niet meer om haar. Alle op haar betrekking heb bende vragen ontweek ik, en alle opmerkingen omtrent haar beantwoordde ik met myn schouders op te halen; ik kon niet anders handelen. Het was de vierde dag na onze woordenwis seling. Onder groote, schoon gekleurde wolken, die by koelen wind aan den blauwen hemel over de donkere zee heentrokken, buitelde op de schuimende ooren der golven een menigte groote visschen, van manslengte on geveer, die een eigenaardig boeiend gezicht aanboden. De schoone „Neurenbergsche," tegen wier schoot juist Charlie stond te leu nen, ontwaarde de kudde buitelaars het eerst. „Kyk eens, Charlie, visschen 1'; „Ja, en wat veell" Wy kwamen al dichter by de buitelaars. „Zie een6, lady, wat lange staarten 1" En vrooiyk sprongen de kolossale visschen op het donkere water rond. Ik verlangde vurig naar een vriendoiyk woord uit Alwine's mond en meende, dat zy nu een goede gelegenheid bad haar onrecht weer goed te maken. Doch zy bewoog zich nietde buitelaars gleden voorby en wy waren weer met onze ontstemdheid alloen. Den volgenden dag zagen wy in de verte de zee rozerood. Ds kleur naderde in ge stalte van een ontzagiyk groot, geheel vlak, rood eiland, en wy voeren pylsnel er op aan en eindelyk er midden in. Het waren roze- roode kwallen, die in menigte ver in het rond de zee overdekten; fraaie, klokvormige week dieren met fijne vleeschfranjes, het een aan het andere. Ik zag ze voor de eerste maal. Zy moeten zeer vergiftig zyneen aanraking met de hand, zeide mon, kon een mensch vergiftigen. Daarna dacht ik en mot een atygend gevoel van bitterheid sprak ik by myzelven: Zy heeft u vergiftigd, zonder aan raking, door haar harde woorden. Doch dat gevoel was niet van blyvenden aard. Ik gewende my aan de kloof tusschen ons; ten laatste werd Alwine my al meer on meer onverschillig. Charlie was reeds meermalen in de hut van den stuurman geweest en telkens op cider, pasteitjes of koekjes onthaald; ook had hy wel sinaasappelen, druiven en amandelen meegekregen. Charlie was een aanhankelijke jongengewooniyk ging hy vrooiyk en opge wekt terstond naar zyn „lady", liet zich door haar op den schoot tillen en vertelde haar, wat hy juist weer gekregen had, terwyl de kleine broekzakken, ten bewyze der waar heid, bol stonden van de sinaasappelen, en de rozfinen, terwyl hy amandelen kraakte, uit zyu huisje kwamen kyken. Evenzoo had zy zyn prenten reeds lang gezien, en er verliep kwaiyk een dag, zonder dat hy zich met moeite op haar schoot liet vasthouden eu niet met haar op zyn wyzo manier keuvelde. Het weer was stormachtiger geworden; de 3choone Neurenbergsche zat in een beschut hoekje tusschen een op het dek gebouwde hut en de eetzaal. Do vierkante ruimte tus schen beide was naar de eene zyde van het schip door een wand, naar boven door een bedekking gesloten en slechts aan de andere zyde open. Die ruimte moest den passagiers tot schuilplaats tegon den regen dienen. Thans zat mejuffrouw Bodinus er alleen in, want op het dek waren byna geen meDschen meer te zien; Charlie alleen was by haar. Vóór aan den boeg waren de beide zeelieden, wien opgedragen was met behulp vau het cieplood de diepte van het water te bepalen, bezig met peilen. Wy waren, om aan een naar 'a kapiteins veronderstelling in den Oceaan ronddryvendo massa ysbergen te ontkomen, in de nabyheid van de Beaufort- of Milne- bank geraakt, die, dichter by Amerika dan by Europa liggend, zich nog tameiyk in het midden van den Atlantis%hen Oceaan bevindt. Onze reis werd toch door buitengewone ver- 8cbyuselen gekenmerkt, verschynselen, welke een reis wel is waar zeer belangwekkend, maken, maar die men juist in dit jaargetydo niet had kunnen vermoeden. In gedachten ver zonken, stond ik op het achterdek en tuurda naar een schip, dat heel in de verte, mot voün zeilen in den helderen zonneschyn vooi«y- glydend op een schitterende streep schuimend water onzen koers kruiste. Dan weer volgde myn blik oen walviscb, die, nadat by ons schip een eindweegs vergezeld had, ver was achtergebleven en eveneens in den zonneschyn op het verlichte water rondzwom. Daar opeens een vreeseiyke schok het schip zat vast. Driftig geroep, wild loopen en jagen! De passagiers snelden naar dek, bleek en met holle oogti.; de bootsman vloekte; de equipage rende door elkaar. De kapitein sprong op de brug. „Wat Is er gebeurd'" jammerden de passagiers. „Wy zitten vaBt." Eq nauwelyks had ik de woorden over dB lippen, of achter my viel Alwine Bodinus met een luiden kreet in onmacht. Ik ving baai- in myn armen op. „Stopppl" schreeuwde do kapitein van de brug. „Sfco-pp!" klonk het antwoord uit de machinekamer. Achteruit l" „Acht err uit 1" Het schip trilde; de raderen draaiden, en het vaartuig ging, schuimend water naar voreq zendend, langzaam achteruit. (Wordt vervolgd.) DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1