ft. 11688
Donderdag 81 Maart,
A0. 1898
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Leiden, 30 Maart,
Feuilleton.
De tweede stuurman.
LEIBSCH
DA&BLAD.
ÏBUS DEZER COUBAKTl
Voor LoT3on por 3 maanden. i.ICj,
t"ranco per post140.
Aftonderlyke Nommera k OOB
FRU3 DER ATII/krtkwtiST?!
Van t—6 regels f 1.06. Iedere regel meer 0.17 J, QrootefO
letters naar plaatsruimte. Voor het Incasseer on buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Olllciëele Konnisg^eylngen.
Bargeme^etor en Wethoador# van Leiden,
Gezien de adreeeon van H. G. VAN EGMOND en
E. J. 80H00NDERGANG, houdende verzoek om
vergunning respeotieveiijk tot plaateiog en in-vrerking-
etclling van een stoommachine van 6 paardenkracht
en de opriohting van een smederij in het peroeel
Lange Zandstraat No. 8 en tot uitbreiding van de
fabriek van verduurzaamde lev cemiddolon aan do
Hetrengracht ob. 65/67 door plaatsing van een
nienwen stoomketel met grooter «toomvermogen;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwot;
Geven bjj deze kennis aan het publiefc, dat gedoemde
verzoeken met de belagen op de Secretarie dezer
gemeente ter vieie gelegd zijnalsmede, dat op Dins
dag 12 April a. e., voormiddaga te elf uren, op het
Raadhuis gelegenheid zal worden gegovon, om
bezwaren tegen die verzoeken In te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Leiden, F. WA8, Burgomeoater,
29 Haart 1W8. VAN HEYST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Loidon;
Gezien art. 8, 1ste alinea, der wet van don 2den
Jnni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het
toezicht bij hot oprichten van inrichtingen, welke
gevaar, soh&de of hinder kunnen veroorzaken;
Brengon btf deze ter algemeene kennis, dat door
hen vergunning ia verloend aan J. G. LANf-EVELD
en rechtverkrijgenden tot hot oprichten van een
koffie- en cacaobranderjj en het plaatsen van een
oacuomolen in het perceel Lange Mare Nos. 80/82.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leides, F. WA8, Burgemeester.
29 Maart 1898. VAN BEYST, Secretaris.
«lacht ca Visscliery.
Da Bmrgemeaater van Leiden herinnert aan hen,
die zich voor het aanstaande seizoen 1898/99 in het
bezit weDschen te zien van Jacht- en V i e c h-
akten, of wel van een koatelooze vergunning tot
uitoefening der Vi9scher^, dat de blanco verzoek
schriften ter b komiDg daarvan gratie verkrijg
baar ïjja ter Gemeente-Seoretarie, alwaar zij, be
hoorlijk ingevuld en onderteekend, vóór den 1 5 d e n
April a. e. moeten vorden terugbezorgd zijn, ton
einde aan den Commie-aris dor Koningin in doze
pro 'inoie te wordon ingezonden.
Tevens wordt aan 1 eltnghebbenden herinnerd, dat
blanco verzoekschrifien tot hot bekomen van buiten
gewone maohtiging tot h t verdrijven van schadelijk
gevogelte mot istoolsohoten, het ecbiet.n van
konijnen en ander sohadeijk gedierte on het visec .en
al« het wator met ijs bedekt i-, mede gratis tor
Gemeente-Secretarie ter invulling verkrijgbaar zijn
gesteld.
Leiden, Do Burgemeester voornoemd,
29 Maart 1898. F. WA8.
Aangenomen is het beroep naar de Ned.-
Herv. Gemeente albler door ds. K. W. Vethake,
sedert 1896 predikant te Alfto aan den R(jn.
Door dit besluit van ds. Vethake wordt
voorzien ia de vacature-dr. H. G. Hagen.
In het Wokgebouw aan het Levendaal
gaf gibteravond de reeds tal van jaren alhier
bestaande Christelijke zangvereeniging „Zingt
citn H6er" een welgeslaagde uitvoering. We
kunnen dit veilig g.tuigeD, omdat het doel,
dat directeur en ledon dezer Vereeniging zich
met het houden dezer uitvoering hadden voor
gesteld, ni. om hen, die baar zouden bij
wonen, een aingeuamen avcud te verschaffen,
ongetwijfeld werd bereikt.
Uit de vele ten gehoore gebrachte num
mers, voor het meerendeel eenvoudige Christe
lijke liederen, bleek tevens, dat de leden onder
de bekwame leiding van hun directeur, nu
krachtig gesteund door zeer verdienstelijk
piano- of orgelspel, goed gestudeerd en met
tJver gerepeteerd hadden en daardoor met
vrijmoedigheid een openbare uitvoering konden
geven.
De uitvoering werd geopend met gebed
door den directeur, den heer A. J. De Lange,
de pauze aangevuld door gezang der talrijke
aanwezigen, en de avond besloten met dank
zegging door ds. S. H. J. De Wolff,-die mede
eenige waardoerende woorden richtte tot den
directeur, de leden en den vlolist, die een
paar nummers (voor piano en viool) op inder
daad schoone, gevoelvolle wijze had ten ge
hoore gebracht, alsook met psalmgezang.
Zoo deze uitvoering op eigen terrein,
d. w. z. in het gebouw, waarin de zangver
eeniging zich oefent, een bate mocht opleveren,
komt deze ten goede van de Christelijke Wyk-
vereeniging, voor welke iedere geldtlyke be
drage nog altijd, als vanouds, zeer welkom is.
Voor den Hoeuffiiaanechen wecstrijdin
Lati)Q8che poëzie hebben zich thans als inzen
ders van de eervol vermelde gedichten „Chris
tus servator" en „Epistula Flori" aan de
Koninklijke Academie van Wetenschappen
te Amsterdam doen kennen de heeren J. J.
Hartman, Loogleeraar te L°iden, en J. Van
der Vliet, boogleeraar te Utrecht.
De 131 jongens van de Kweekschool voor
Zeevaart alhier, die den lsten April a. s.
geplaatst wor-Jeu aan boord van Hr. Ms.
instructie-schip „Admiraal Van Wassenaer,"
te Amsterdam, zullen op dien datum der
waarts vertrekken per trein Holl. Spoor, die
om 8 u. 49 m. voorm. van hier vertrekt.
Gedurende de lste helft der maand Maart
werden aan het postkantoor alhier de volgende
brieven bezorgd, welke door onbekendheid
der geadresseerd en niet besteld konden worden:
J. J. Van DiJk-, mej. wed. M. Kelorig, mej.
B. Dody, mej. E. A. Koning, Kroone, v. Rin-
sum, Amsterdam; mej. S. Verhetf, Arnhem;
P. C. Hagenoijk, Bergambacht; G. H. v. Dam,
Goedereede; Wilh. Kemp, Gouda; J. Wietz,
Groningen; Th. Put, mej. Jacobszon, Haar
lem; H. J. v. d. Ende, Oudenbosch; mej.
Wed. Wiegstraat, P. Kop, Rotterdam; Lom
men, Tilburg; Dir. Venl. Ijzergieterij, Venloo;
H. Borat, Wadcingsveen; v. d. Loo, Zutfen.
Briefkaarten: mej. W. Vink, Amersfoort;
mej. B. Dodij, mej. S. Holthuizer, Amster
dam; T. Sp^k, 's-Gravenhage.
Brieven, bestemd voor het buitenland: Tb.
H. H. v. Traa, Kopenhagen.
Gisteren, verkiezingsdag voor den ge
meenteraad te '8 Gravenhage, ter voorziening
in de vacatures, ontstaan door het bedaDken
van de raadsleden mr. L. P. M. H. baron
Michiels van Verduynen in district I, J. J. C.
De Wijs, in district II, en H. Soret, in district
III, bleken te 4 uren bij den burgemeester
te zijn ingeleverd de lijsten tot candidaat-
stelling vai de navolgende heeren
district I jbr. mr. T. A J. Van Asch van
Wijck, A. Heyer en J. M. Stobberingh
district II G. H. A. N. Riotctap en E. M.
S. Van Santen
district III J. A. Van Dorsser; B. J nsa
J. Hzn.; E. A. Keuchenius en jhr. mr. A. L'.
J. Melville van Carnbee.
In strijd met de bewering der „N. R. Ct."
verneemt het „Vad." uit goede bron, dat er
wel degelijk by de betrokken departementen
een herziening in voorbereiding is ten opzichte
der wetten betreffende de militaire pensioenen
by zee- en landmacht. Het advies van den
militairen pensioenraad moet reeds ingowon-
nen zijn.
Beroepen is by de Geref. Gem. te Schie
dam ds. D. Ringnalda, te Oudshoorn.
H. M. de Koningin-Regentes heoft gisteren
Haar eigendommen: het huls, vroeger be
woond door wyien gravin Van Hogendorp,
in het Noorrielude, - en Haar Paleis in htt
Lange Voorhout bezocht.
Men schryft uit Den Haag: Het tooneel
was gisteravond afgestaan aan de jongeren
onder de beoefenaren van het tooneelspel,
aan oud-leerlingen en leerlingen der Tooneel-
school, en de beide Koninginnen volgden van
den aanvang der voorstelling af tot ongeveer
10 uren met aandacht de vorderingen der
gediplomeerdsn en nog in opltiding zynde
muzenzonen en -doebtoren.
Een belangstellend publiek, meerendeels
leden van het Tooneelverbond, vulde de zaal.
Op den tweeden rang verleende de tooneol-
vereem'ging gastvrijheid aan leerliagen van
eonige scholen en aan de weezen uit enkele
gestichten.
De jonge tooneelisten werden meer dan
één keer teruggeroepen onder applaus, waar
aan ook de vorsteiyko toeschouwsters deel
namen, die onder het gebruikelijk eerbieds
betoon kwamen en vertrokken, ontvangen en
uitgeleid dcor de heeren Marctllus Emants,
president, en jhr. SmJssaert, secretaris van
het Ned. Tooneelverbond, aan welke bestuur
ders H. M. t.y het verlaten van den schouw
burg Haar tevredenheid kenbaar maakte ovtr
dezen welgeslaagden -fond, die bewe-e, dat
de Tooneelschool vooral geroutineerde en
veelbelovende vertolkers dtr dramatische
kunst vormt.
De opera „Salammbo," Maandagavond
in Den Haag voor de eerste maal opgevoerd,
schynt een beslist succes geweest te zijn.
De directeuren, don heeren Lefebre en Van
Byleveldt, ten tooneele geroepen, werden
bloemstukken aar geboden als bewys van
erkenning van de moeite en zorg.n, die zy
als directeuren heb- ben betoond om het peil
der kunst in de opera hoog te houden.
Te Haarlem vergaderde de Algemeene
Vereeniging voor Bloembollen cultuur, ondir
voorzitterschap van den heer J. H. Krelage.
Uit de vtrelagen van aen algemoenen socre-
t ri3-penningmeester, den heer Job. De Breuk,
bleek o. a., dat de Vereeniging in bloeiendtn
toestand verkeert. Haar ledental bedraagt in
't geheel 1605, dat is 38 meer dan een jaar
geleden, terwijl de kas een batig saldo aan
wijst van ƒ6706.11.
De jaarwedde van den algemecnen secretaris-
penningmeester werd, op voorstel van het
hoofdbestuur, by acclamatie vastgesteld op
f 600 (vroeger f 300).
Goedgekeurd werd een voorstel van het
hoofdbestuur, waarby hot machtiging verzocht
om te onderhandelen met de commsseie van
de groep Tuinbouw en Boomkweekery Tan
de Paryscbe tentoonstelling van 1900 en met
de centrale Nederlandsche commission daarvoor,
met h t doel, dat de Algemeene Vereeniging
voor Bloembollencultuur als zoodanig xal deel
nemen aan de wereldtentoonstelling.
Bijzonderheden kan het hoofdbestuur hier
over nog niet mededeelen, omdat de gegevens
uit Parijs ontbreken. Het benoodigde terrelo
zal denkelijk 30 centiaren beslaan. De bedoe
ling is, dat het hoofdbestuur by inechryvmg
de daarvoor bcnoodigde bollen zal aaokoopen
en die uit de algemeene kas betalen. Alle
andere kosten zou de Centrale Nederlandsche
Commiseie op zich moeten nemen.
Voorts werd aangenomen in de maand Juni
de op-naam stelling te do n geschieden van
Spaansche irissen en die daartoe ten toon te
stellen in do Sociëteit „Vereeniging".
Op verzoek van de afd. Noord wgk werd
haar een subsidie toegestaan van 200 's jaars,
voor 3 jaar, tot het in-stand-houden aldaar van
een proefveld, om zoo mogeiyk een middel
te vindea tot bestryding van kwade plekken
in de tollengronden.
Aan prof. dr. Ritzema Bos, die voor deze
zaak belangloos zeer voel heeft gedaan, zal
namens de Vereeniging een brief van dank
betuiging worden gericht.
Op de alphabetiache aanbevelingslijst ter
vervulling van een vacature van rechter te
Amsterdam, komen voor de namen van de
heeren: mr. F. A. Eggers, rechter plaatsver
vanger te Amsterdam; mr. L. J. A. Van
Lith de Jeude, rechtor te Ziorikseo, en mr.
W. Ridder van Rappard, subst. griffier by de
rechtbank te Amsterdam.
Te Franekor is in den ouderdom van
byna 84 jaren overleden de heer A. A.Land,
sinds 16 Nov. 1819 notarla, nadat bfl vooraf
ongeveer 4 jaren grietman en notaris op
Schiermonnikoog was geweest. De heer Land
was gedurende een r6ek3 van jaren hd van
den gemeenteraad van Franeker en o, a. lid
van de Synode der Ned.-Herv. Kerk,
Gisteren bield te Amsterdam de veree
niging „Het Buitenland" haar jaariyksche
algemeens vergadering onder presidium van
den heer G. M. Boissevain.
De aftredende bestuursleden, de heeren J.
D. Hooglandt Azn., B. Heldring, N. H. Ter
Kuile, mr. M. Mees en mr. A. J. Cohen Stuart,
werden allen herkozen, terwyi in de vacature,
ontstaan coor het overlyden van den heer
D. Cordes, werd voorzien door de benoeming
van den heer Aug. M. J Hendricbs, voor
zitter der Kamer van Koophandel ec Fabrieken
te Amsterdam.
De heer Boissevain bracht in herinnering,
boe in de laatste vergadering van hek alge
meen bestuur de heer Hooglandt den vrensch
had te kennen gegeven, het voorzitter a chap
van de vereeniging neder te leggen.
In de plaats van den heer Hooglandt tot
voorzitter benoemd, meent spr. niet te mogen
nalaten namens de Vereeniging dank te be
tuigen aan den hoer Hooglandt voor den
grooten y ver en de toewyding waarmede by tien
j fjn lang het voorzitterschap heeft bekleed.
Wy verheugen er ons in, zegt spr., dat den
heer Hooglandt als hulde en ter erkenning
zjjner verdiensten de titel ls toegekend van
honorair-voorzitter en dat by als lid van hel
dagelyksch bestuur der vereeniging aan baar
werkzaamheden zal blyven deelnemen.
Professor Stracké, van wiens overlyden
wy reeds melding maakten, stierf aan een
borstkwaal, waarvoor hy dezen zomer te Wies-
baden tevergeefs genezing zocht. Aan het
„N. v. d. D." ontleenen wy de volgende
byzonderheden
De heer Stracké werd in 1820 te Dorsten,
in WeslfalsD, geboren. Hy bezocht in zjjn
jeugd Beriyn, en vestigde zich In 1848 te
Arnhem als beeldhouwer. In 1868 werd hy
benoemd tot hoogleeraar aan de Academie
van Beeldende Kunsten te Amsterdam (als
opvolger van Royer) en bleef dit 1889, toen
hy zich metterwoon to Baarn vestigde.
In den tyd toen by te Arnhem woonde,
bewoog by zich voomameiyk op het gebied
der kerkelyke kunst. Bovendien zyn van hem
uit dien tyd afkomstig: het gedenkteeken
voor generaal Seelig op het kerkhof fee
Ginueken, de beelden en medaillons in den
voorgevel van „Arti et Amicitiae" te Am
sterdam, en het monument voor Pieneman
op de Westerbegraafplaats alhier, alsmede de
vier beelden rondom h6t voetstuk van Royer's
standbeeld vsq Vondel in het Vondelpark.
In den tyd zijner werkzaamheid te Am
sterdam heeft prof. Stracké o. a. voltooid de
borstbeelden van den sterrenkundige KJser,
van Nicülaas Beets en van Potgieter. Het
ontwerp voor het kinderengeschenk aan koning
Willem III by het 25-jarig jubilee was van
prof. Stracké en wordt op Het Loo bewaard.
Ook het bettende beeld van „Alkmaars Ontzet".
Het borstbeeld van prins Hendrik te Am
sterdam was ook zyn werk, alsook het ge
denkteeken van de familie Dorrepaal op do
begraafplaats „Zorgvlied" aldaar.
In de kunstzaal van het Panorama t6 Am
sterdam vindt men van hem de bekende busten
„Duifje" en „Wolmet."
Htt stoffeiyk overschot zou hedenmorgen
om 10 uren op de R.-K. begraafplaats te
Baarn ter aarde besteld worden.
- Het stoomschip „Castor" arriveerde 29
Haart van Koastantinopel te Smirna; de
„Werkendam" arriveerde 29 Maart van Rotter
dam te Nieuw York; de „Soembing", van Rot
terdam naar Batavia, vertrok 29 Maait 7au
Southampton; do „Admiral" vertrok 28 Maart
van Delagoa-Baai naar Durban; de „Soonda,"
van Amsterdam naar Batavia, passeerde 29
Haart Kaap Blanc.
Alkeinade. Van de 610 kiezers voor leden
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
behooren er volgens de lyst, tot het lste
8temdisfcricfc (Bureau Raadhuis) de wyken A,
B en C, 415; on tot het 2de stemdlstrict
(Bureau schoolgebouw Rypwetering) de wyken
D, E en F, 195 kiesgerechtigden. Voor de Prov.
Staten-vorkiezingen bedragen dezo cyfers 413
en 194.
In de afdeelingen Oude Wetering, Roelof.
3)
Zy verzocht my, eenigszins verlegen,
binnen te komeü, en ik gaf schuchter aan
de uitnoodiging gevolg. De moordtuigen, die
ik in de hand hield, heriuDerden my, dat ik
gekomen was om een kist te openen, en
nadat ik heimeiyk een vluchtigen blik ge
worpen had op de hut en de op een stool
liggende aardige mutsjes en een paar kleine
handschoenen naast de waschtafel, vroeg ik
myn lastgeefster, of ik dadelyk met het open
maken der kist beginnen zou. Zy antwoordde
bevestigend, en nu zwaaide ik den hamer,
sloeg met een klein breekyzer het deksel los
en - groette ten afscheid met een eerbiedige
nyging. Zy bedankte en-ik groette nogmaals,
giüg heen en gaf den hamer en het breekyzer
aan den kellner terug. Van dit oogenblik af
hid zy my tot haar beschermer verkoren;
zy bejegende my voortaan zoo vrooiyk, zoo
ongedwongen en biyde, ja gelukkig, dat ik
by myzelven de belofte hernieuwde, het lieve,
alleenstaande meisje niet uit het oog te ver
liezen en haar behouden aan de rijke familie
in Nieuw-York of, nauwkeuriger gezegd, in
Staten-Island, af te leveren.
Mr. Bateman, myn Engelsche reisgenoot,
ging by het avondmaal weer tegenover my
2itten en slurpte behaaglijk zyn EDgolsche
thee, zonder het versche wittebrood aan te
raken of van de sneetjes toost te gebruiken,
die rondgediend werden, en toen men de
opmerking maakte, dat onze vriendin zich
niet wèl bevond en niet komen zou, zuchtte
hy: „Een engel minder by het avondeten!"
Ik gaf toe, dat by gelyk had: zy was buiten
gemeen schoon. Haar vol, zacht gelaat, haar
fiere, lieflyke mond, haar fluweelachtige,
donkerbruine oegen, haar blanke tint en haar
eigenaardig schoone, goud-roode wenkbrauwen,
overschaduwd door dicht haar van dezelfde
eigenaardig fraaie kleur, voltooiden het beeld
van een bekoorlijk kopje.
Den volgenden morgen trof ik den Engelsch-
man in gesprek met Jack Robinsen, den
tweedon stuurman, een jongen, slanken, in
zyn geheele houding schier éléganten Ameri-
kaanschen zeeman, wiens vastberaden, vurigen
blik in de heldere staalblauwe oogen zfin
gezicht aantrokkeiyk en byna schoon maakte.
Mr. Bateman was overtuigd, dat hy in my
den eersten gentleman der wereld gevonden
had en dat in zjjn boekje dtr wellevendheid
een zeker geval byg6Voegd moest worden.
Juist deelde hy die ontdekking aan Jack
Robinson mede, die er met levendige belang
stelling naar luisterde en by wiens aanblik
ik zoo iets als jaloezie geveelde. Toen riep de
jeugdige zeeman den blonden knaap by zich,
die gisteren op den schoot myner reisgezellin
gezeten had, en vroeg hem: „Charlie, gaat
ge eens met my naar my a hut 7^
„Waarom?"
„Ik heb wat voor je."
„En wat dan?'i
„Mooie knikkers; die mag je hebben."
„Ik heb geen knikkers noodig."
„Ook heb ik zeepaardjes, zeesterren en
krabben."
„Zyn ze levend?"
„N o, ze zyn gedroogd."
W o 11, wat heb ik dan aan de zeepaardjes
Ik houd er niet van mot doode dieren te
spelen."
„Ik heb ook nog mooie platen van schepen
on sinaasappelen en een stuk taart, Charlie.
Wil je niet een stuk taart hebben?"
„Hè ja, ik houd van taart, en laat my dan
ook de platen zien-l" on toen greep hy
Jack Robinsons hand, en ging mee naar de
hut, die naast de hutten der overige scheeps
officieren op het dek gebouwd was.
Zy bleven daar geruimen tyd en schenen
zich goed te vermaken. Ik zag ten minste
door het raampje, dat. zy taart aten en cider
dronken. Na een uur ongeveer kwam Charlie
met twee platen, waarop groote schepen
waren afgebeeld, naar buiten.
Bang en ongeduldig wachtte ik op myn
schoone reisgenoote, wier teruggetrokkenheid
my zeer verontrustte. Op hetzelfde oogenblik
betrad zy het dek. „Daar is zy," sprak ik
binnensmonds en ging opgewekt naar haar
toe. Zy ontweek my. Zich houdende alsof zy
me niet gezien had, draaide zy zich haastig
om en ging met rasscho schreden naar de ver
schansing (waarop zy haar arm deed rusten),
om het gebergte van Ierland te beschouwen,
dat, ternauwernood te onderscheiden, op
grooten afstand in de golvende zee wegzonk.
Ik had een moeilijke taak. Men had haar
voor myn echtgenoote, myn bruid, myn ver
loofde aangezien, en wel juist op den eersten
dag onzer zeereis, waarop men, zich aan den
nieuwen indruk barer schoonheid overgevend,
haar bewonderd en zich voor haar verhouding
tot my geïnteresseerd had. Zy was door deze
reis over den Atlantischen Oceaan, door dit
talrijk, keurig en schitterend gezelschap op
het groote schip teleurgesteld. Zy had zich
alles geheel anders afgebeeldWel had zy
in het begin niet ongaarne opgemerkt, dat
zy, evenals op de kleine Hamburgscbe stoom
boot op de Noordzee, het voorwerp der alge
meene bewondering en nieuwsgierigheid was.
Maar nu zy was zeer ongelukkig. Zy had
Diemand meer op het schip, met wien zij
ongedwongen mocht omgaan; zy stond meer
dan ooit alleen op de wereld. Die bedeesde
vertrouwelykheid, waarmee zy zich by het
vertrek op de Noordzee tot my had gewend,
had voor een afgezonderde, vijandige stemming
plaat3 gemaakt Ik liet al die bedenkingen myn
geest voorbytrekkon, en ik bespeurde aan haar
gebeelo houding, dat ik gelyk bad. Reeds be
woog zich iets in myn hart, dat na verwaDt
was aan genegenheid.
Ik begon hoorbaar van plaats te veranderen.
Zy bleef stil. Ik kuchte. Nog hoorde zy me
niet. Zou ik haar by d6n naam noemen? My
terugtrekken wilde Ik niet ik waa on
schuldig. Ook zou een pruilen tusschen ons
beiden het gebabbel der meuschen slechts
nieuw voedsel gegeven hebben. Plotseling
viel my een gedachte in.
„Heeft u ginds dien ysberg reeds gezien,
juffrouw Bodinus? Het is een zeldzaam ver-
8chyn8el! Wel komen aan de Amerikaansche
kust meermalen ysbergen voor, maar hier,
aan de zuidwestelijke punt van Ierland, is
er, voor zoover de zeelieden zich herinneren,
nog nooit een gezien."
Zy zweeg nog Bteeds, doch haar oog zocht
den ysberg.
„Vindt gy hem misschien niet?"
„Ik vind u afschuwelyk."
„Omdat ik u op een ysborg opmerkzaam
maak
„U behandelt my als een kind."
„Vergeef met Dat was verre van my. De
ysberg is er. Indien gy scherp wilt toekeken,
ziet u in deze richtiDg een glinsterend punt,
als een Btuk kristal. Wilt ge u misschien van
myn kyker bedienen?"
„Laat my alleen, verzoek ik ui"
„Maar, juffrouw Bodinus, wat heb ik u
gedaan
„Ik heb het u reeds gezegd."
„U heeft gezegd, dat ik x\ als een kind
behandelde, maar dat kan ik. niet begrypen.
Ik heb u beschermd, ik b,on u behulpzaam
geweest. Ik ben uw landgenoot; u heoft my
met uw vertrouwen vereerd. Nooit ben ik te
indringend geweest; nooit had ik tot dusverre
ook maar een schaduw Tan ontstemdheid
tusschen ons laten opkomen, wij, die nu toch
eenmaal reisgenooten zijn."
(Werd! eervoijd.)