ft. 11688 Donderdag 81 Maart, A0. 1898 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Leiden, 30 Maart, Feuilleton. De tweede stuurman. LEIBSCH DA&BLAD. ÏBUS DEZER COUBAKTl Voor LoT3on por 3 maanden. i.ICj, t"ranco per post140. Aftonderlyke Nommera k OOB FRU3 DER ATII/krtkwtiST?! Van t—6 regels f 1.06. Iedere regel meer 0.17 J, QrootefO letters naar plaatsruimte. Voor het Incasseer on buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Olllciëele Konnisg^eylngen. Bargeme^etor en Wethoador# van Leiden, Gezien de adreeeon van H. G. VAN EGMOND en E. J. 80H00NDERGANG, houdende verzoek om vergunning respeotieveiijk tot plaateiog en in-vrerking- etclling van een stoommachine van 6 paardenkracht en de opriohting van een smederij in het peroeel Lange Zandstraat No. 8 en tot uitbreiding van de fabriek van verduurzaamde lev cemiddolon aan do Hetrengracht ob. 65/67 door plaatsing van een nienwen stoomketel met grooter «toomvermogen; Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwot; Geven bjj deze kennis aan het publiefc, dat gedoemde verzoeken met de belagen op de Secretarie dezer gemeente ter vieie gelegd zijnalsmede, dat op Dins dag 12 April a. e., voormiddaga te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegovon, om bezwaren tegen die verzoeken In te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Leiden, F. WA8, Burgomeoater, 29 Haart 1W8. VAN HEYST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Loidon; Gezien art. 8, 1ste alinea, der wet van don 2den Jnni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht bij hot oprichten van inrichtingen, welke gevaar, soh&de of hinder kunnen veroorzaken; Brengon btf deze ter algemeene kennis, dat door hen vergunning ia verloend aan J. G. LANf-EVELD en rechtverkrijgenden tot hot oprichten van een koffie- en cacaobranderjj en het plaatsen van een oacuomolen in het perceel Lange Mare Nos. 80/82. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leides, F. WA8, Burgemeester. 29 Maart 1898. VAN BEYST, Secretaris. «lacht ca Visscliery. Da Bmrgemeaater van Leiden herinnert aan hen, die zich voor het aanstaande seizoen 1898/99 in het bezit weDschen te zien van Jacht- en V i e c h- akten, of wel van een koatelooze vergunning tot uitoefening der Vi9scher^, dat de blanco verzoek schriften ter b komiDg daarvan gratie verkrijg baar ïjja ter Gemeente-Seoretarie, alwaar zij, be hoorlijk ingevuld en onderteekend, vóór den 1 5 d e n April a. e. moeten vorden terugbezorgd zijn, ton einde aan den Commie-aris dor Koningin in doze pro 'inoie te wordon ingezonden. Tevens wordt aan 1 eltnghebbenden herinnerd, dat blanco verzoekschrifien tot hot bekomen van buiten gewone maohtiging tot h t verdrijven van schadelijk gevogelte mot istoolsohoten, het ecbiet.n van konijnen en ander sohadeijk gedierte on het visec .en al« het wator met ijs bedekt i-, mede gratis tor Gemeente-Secretarie ter invulling verkrijgbaar zijn gesteld. Leiden, Do Burgemeester voornoemd, 29 Maart 1898. F. WA8. Aangenomen is het beroep naar de Ned.- Herv. Gemeente albler door ds. K. W. Vethake, sedert 1896 predikant te Alfto aan den R(jn. Door dit besluit van ds. Vethake wordt voorzien ia de vacature-dr. H. G. Hagen. In het Wokgebouw aan het Levendaal gaf gibteravond de reeds tal van jaren alhier bestaande Christelijke zangvereeniging „Zingt citn H6er" een welgeslaagde uitvoering. We kunnen dit veilig g.tuigeD, omdat het doel, dat directeur en ledon dezer Vereeniging zich met het houden dezer uitvoering hadden voor gesteld, ni. om hen, die baar zouden bij wonen, een aingeuamen avcud te verschaffen, ongetwijfeld werd bereikt. Uit de vele ten gehoore gebrachte num mers, voor het meerendeel eenvoudige Christe lijke liederen, bleek tevens, dat de leden onder de bekwame leiding van hun directeur, nu krachtig gesteund door zeer verdienstelijk piano- of orgelspel, goed gestudeerd en met tJver gerepeteerd hadden en daardoor met vrijmoedigheid een openbare uitvoering konden geven. De uitvoering werd geopend met gebed door den directeur, den heer A. J. De Lange, de pauze aangevuld door gezang der talrijke aanwezigen, en de avond besloten met dank zegging door ds. S. H. J. De Wolff,-die mede eenige waardoerende woorden richtte tot den directeur, de leden en den vlolist, die een paar nummers (voor piano en viool) op inder daad schoone, gevoelvolle wijze had ten ge hoore gebracht, alsook met psalmgezang. Zoo deze uitvoering op eigen terrein, d. w. z. in het gebouw, waarin de zangver eeniging zich oefent, een bate mocht opleveren, komt deze ten goede van de Christelijke Wyk- vereeniging, voor welke iedere geldtlyke be drage nog altijd, als vanouds, zeer welkom is. Voor den Hoeuffiiaanechen wecstrijdin Lati)Q8che poëzie hebben zich thans als inzen ders van de eervol vermelde gedichten „Chris tus servator" en „Epistula Flori" aan de Koninklijke Academie van Wetenschappen te Amsterdam doen kennen de heeren J. J. Hartman, Loogleeraar te L°iden, en J. Van der Vliet, boogleeraar te Utrecht. De 131 jongens van de Kweekschool voor Zeevaart alhier, die den lsten April a. s. geplaatst wor-Jeu aan boord van Hr. Ms. instructie-schip „Admiraal Van Wassenaer," te Amsterdam, zullen op dien datum der waarts vertrekken per trein Holl. Spoor, die om 8 u. 49 m. voorm. van hier vertrekt. Gedurende de lste helft der maand Maart werden aan het postkantoor alhier de volgende brieven bezorgd, welke door onbekendheid der geadresseerd en niet besteld konden worden: J. J. Van DiJk-, mej. wed. M. Kelorig, mej. B. Dody, mej. E. A. Koning, Kroone, v. Rin- sum, Amsterdam; mej. S. Verhetf, Arnhem; P. C. Hagenoijk, Bergambacht; G. H. v. Dam, Goedereede; Wilh. Kemp, Gouda; J. Wietz, Groningen; Th. Put, mej. Jacobszon, Haar lem; H. J. v. d. Ende, Oudenbosch; mej. Wed. Wiegstraat, P. Kop, Rotterdam; Lom men, Tilburg; Dir. Venl. Ijzergieterij, Venloo; H. Borat, Wadcingsveen; v. d. Loo, Zutfen. Briefkaarten: mej. W. Vink, Amersfoort; mej. B. Dodij, mej. S. Holthuizer, Amster dam; T. Sp^k, 's-Gravenhage. Brieven, bestemd voor het buitenland: Tb. H. H. v. Traa, Kopenhagen. Gisteren, verkiezingsdag voor den ge meenteraad te '8 Gravenhage, ter voorziening in de vacatures, ontstaan door het bedaDken van de raadsleden mr. L. P. M. H. baron Michiels van Verduynen in district I, J. J. C. De Wijs, in district II, en H. Soret, in district III, bleken te 4 uren bij den burgemeester te zijn ingeleverd de lijsten tot candidaat- stelling vai de navolgende heeren district I jbr. mr. T. A J. Van Asch van Wijck, A. Heyer en J. M. Stobberingh district II G. H. A. N. Riotctap en E. M. S. Van Santen district III J. A. Van Dorsser; B. J nsa J. Hzn.; E. A. Keuchenius en jhr. mr. A. L'. J. Melville van Carnbee. In strijd met de bewering der „N. R. Ct." verneemt het „Vad." uit goede bron, dat er wel degelijk by de betrokken departementen een herziening in voorbereiding is ten opzichte der wetten betreffende de militaire pensioenen by zee- en landmacht. Het advies van den militairen pensioenraad moet reeds ingowon- nen zijn. Beroepen is by de Geref. Gem. te Schie dam ds. D. Ringnalda, te Oudshoorn. H. M. de Koningin-Regentes heoft gisteren Haar eigendommen: het huls, vroeger be woond door wyien gravin Van Hogendorp, in het Noorrielude, - en Haar Paleis in htt Lange Voorhout bezocht. Men schryft uit Den Haag: Het tooneel was gisteravond afgestaan aan de jongeren onder de beoefenaren van het tooneelspel, aan oud-leerlingen en leerlingen der Tooneel- school, en de beide Koninginnen volgden van den aanvang der voorstelling af tot ongeveer 10 uren met aandacht de vorderingen der gediplomeerdsn en nog in opltiding zynde muzenzonen en -doebtoren. Een belangstellend publiek, meerendeels leden van het Tooneelverbond, vulde de zaal. Op den tweeden rang verleende de tooneol- vereem'ging gastvrijheid aan leerliagen van eonige scholen en aan de weezen uit enkele gestichten. De jonge tooneelisten werden meer dan één keer teruggeroepen onder applaus, waar aan ook de vorsteiyko toeschouwsters deel namen, die onder het gebruikelijk eerbieds betoon kwamen en vertrokken, ontvangen en uitgeleid dcor de heeren Marctllus Emants, president, en jhr. SmJssaert, secretaris van het Ned. Tooneelverbond, aan welke bestuur ders H. M. t.y het verlaten van den schouw burg Haar tevredenheid kenbaar maakte ovtr dezen welgeslaagden -fond, die bewe-e, dat de Tooneelschool vooral geroutineerde en veelbelovende vertolkers dtr dramatische kunst vormt. De opera „Salammbo," Maandagavond in Den Haag voor de eerste maal opgevoerd, schynt een beslist succes geweest te zijn. De directeuren, don heeren Lefebre en Van Byleveldt, ten tooneele geroepen, werden bloemstukken aar geboden als bewys van erkenning van de moeite en zorg.n, die zy als directeuren heb- ben betoond om het peil der kunst in de opera hoog te houden. Te Haarlem vergaderde de Algemeene Vereeniging voor Bloembollen cultuur, ondir voorzitterschap van den heer J. H. Krelage. Uit de vtrelagen van aen algemoenen socre- t ri3-penningmeester, den heer Job. De Breuk, bleek o. a., dat de Vereeniging in bloeiendtn toestand verkeert. Haar ledental bedraagt in 't geheel 1605, dat is 38 meer dan een jaar geleden, terwijl de kas een batig saldo aan wijst van ƒ6706.11. De jaarwedde van den algemecnen secretaris- penningmeester werd, op voorstel van het hoofdbestuur, by acclamatie vastgesteld op f 600 (vroeger f 300). Goedgekeurd werd een voorstel van het hoofdbestuur, waarby hot machtiging verzocht om te onderhandelen met de commsseie van de groep Tuinbouw en Boomkweekery Tan de Paryscbe tentoonstelling van 1900 en met de centrale Nederlandsche commission daarvoor, met h t doel, dat de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur als zoodanig xal deel nemen aan de wereldtentoonstelling. Bijzonderheden kan het hoofdbestuur hier over nog niet mededeelen, omdat de gegevens uit Parijs ontbreken. Het benoodigde terrelo zal denkelijk 30 centiaren beslaan. De bedoe ling is, dat het hoofdbestuur by inechryvmg de daarvoor bcnoodigde bollen zal aaokoopen en die uit de algemeene kas betalen. Alle andere kosten zou de Centrale Nederlandsche Commiseie op zich moeten nemen. Voorts werd aangenomen in de maand Juni de op-naam stelling te do n geschieden van Spaansche irissen en die daartoe ten toon te stellen in do Sociëteit „Vereeniging". Op verzoek van de afd. Noord wgk werd haar een subsidie toegestaan van 200 's jaars, voor 3 jaar, tot het in-stand-houden aldaar van een proefveld, om zoo mogeiyk een middel te vindea tot bestryding van kwade plekken in de tollengronden. Aan prof. dr. Ritzema Bos, die voor deze zaak belangloos zeer voel heeft gedaan, zal namens de Vereeniging een brief van dank betuiging worden gericht. Op de alphabetiache aanbevelingslijst ter vervulling van een vacature van rechter te Amsterdam, komen voor de namen van de heeren: mr. F. A. Eggers, rechter plaatsver vanger te Amsterdam; mr. L. J. A. Van Lith de Jeude, rechtor te Ziorikseo, en mr. W. Ridder van Rappard, subst. griffier by de rechtbank te Amsterdam. Te Franekor is in den ouderdom van byna 84 jaren overleden de heer A. A.Land, sinds 16 Nov. 1819 notarla, nadat bfl vooraf ongeveer 4 jaren grietman en notaris op Schiermonnikoog was geweest. De heer Land was gedurende een r6ek3 van jaren hd van den gemeenteraad van Franeker en o, a. lid van de Synode der Ned.-Herv. Kerk, Gisteren bield te Amsterdam de veree niging „Het Buitenland" haar jaariyksche algemeens vergadering onder presidium van den heer G. M. Boissevain. De aftredende bestuursleden, de heeren J. D. Hooglandt Azn., B. Heldring, N. H. Ter Kuile, mr. M. Mees en mr. A. J. Cohen Stuart, werden allen herkozen, terwyi in de vacature, ontstaan coor het overlyden van den heer D. Cordes, werd voorzien door de benoeming van den heer Aug. M. J Hendricbs, voor zitter der Kamer van Koophandel ec Fabrieken te Amsterdam. De heer Boissevain bracht in herinnering, boe in de laatste vergadering van hek alge meen bestuur de heer Hooglandt den vrensch had te kennen gegeven, het voorzitter a chap van de vereeniging neder te leggen. In de plaats van den heer Hooglandt tot voorzitter benoemd, meent spr. niet te mogen nalaten namens de Vereeniging dank te be tuigen aan den hoer Hooglandt voor den grooten y ver en de toewyding waarmede by tien j fjn lang het voorzitterschap heeft bekleed. Wy verheugen er ons in, zegt spr., dat den heer Hooglandt als hulde en ter erkenning zjjner verdiensten de titel ls toegekend van honorair-voorzitter en dat by als lid van hel dagelyksch bestuur der vereeniging aan baar werkzaamheden zal blyven deelnemen. Professor Stracké, van wiens overlyden wy reeds melding maakten, stierf aan een borstkwaal, waarvoor hy dezen zomer te Wies- baden tevergeefs genezing zocht. Aan het „N. v. d. D." ontleenen wy de volgende byzonderheden De heer Stracké werd in 1820 te Dorsten, in WeslfalsD, geboren. Hy bezocht in zjjn jeugd Beriyn, en vestigde zich In 1848 te Arnhem als beeldhouwer. In 1868 werd hy benoemd tot hoogleeraar aan de Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam (als opvolger van Royer) en bleef dit 1889, toen hy zich metterwoon to Baarn vestigde. In den tyd toen by te Arnhem woonde, bewoog by zich voomameiyk op het gebied der kerkelyke kunst. Bovendien zyn van hem uit dien tyd afkomstig: het gedenkteeken voor generaal Seelig op het kerkhof fee Ginueken, de beelden en medaillons in den voorgevel van „Arti et Amicitiae" te Am sterdam, en het monument voor Pieneman op de Westerbegraafplaats alhier, alsmede de vier beelden rondom h6t voetstuk van Royer's standbeeld vsq Vondel in het Vondelpark. In den tyd zijner werkzaamheid te Am sterdam heeft prof. Stracké o. a. voltooid de borstbeelden van den sterrenkundige KJser, van Nicülaas Beets en van Potgieter. Het ontwerp voor het kinderengeschenk aan koning Willem III by het 25-jarig jubilee was van prof. Stracké en wordt op Het Loo bewaard. Ook het bettende beeld van „Alkmaars Ontzet". Het borstbeeld van prins Hendrik te Am sterdam was ook zyn werk, alsook het ge denkteeken van de familie Dorrepaal op do begraafplaats „Zorgvlied" aldaar. In de kunstzaal van het Panorama t6 Am sterdam vindt men van hem de bekende busten „Duifje" en „Wolmet." Htt stoffeiyk overschot zou hedenmorgen om 10 uren op de R.-K. begraafplaats te Baarn ter aarde besteld worden. - Het stoomschip „Castor" arriveerde 29 Haart van Koastantinopel te Smirna; de „Werkendam" arriveerde 29 Maart van Rotter dam te Nieuw York; de „Soembing", van Rot terdam naar Batavia, vertrok 29 Maait 7au Southampton; do „Admiral" vertrok 28 Maart van Delagoa-Baai naar Durban; de „Soonda," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 29 Haart Kaap Blanc. Alkeinade. Van de 610 kiezers voor leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, behooren er volgens de lyst, tot het lste 8temdisfcricfc (Bureau Raadhuis) de wyken A, B en C, 415; on tot het 2de stemdlstrict (Bureau schoolgebouw Rypwetering) de wyken D, E en F, 195 kiesgerechtigden. Voor de Prov. Staten-vorkiezingen bedragen dezo cyfers 413 en 194. In de afdeelingen Oude Wetering, Roelof. 3) Zy verzocht my, eenigszins verlegen, binnen te komeü, en ik gaf schuchter aan de uitnoodiging gevolg. De moordtuigen, die ik in de hand hield, heriuDerden my, dat ik gekomen was om een kist te openen, en nadat ik heimeiyk een vluchtigen blik ge worpen had op de hut en de op een stool liggende aardige mutsjes en een paar kleine handschoenen naast de waschtafel, vroeg ik myn lastgeefster, of ik dadelyk met het open maken der kist beginnen zou. Zy antwoordde bevestigend, en nu zwaaide ik den hamer, sloeg met een klein breekyzer het deksel los en - groette ten afscheid met een eerbiedige nyging. Zy bedankte en-ik groette nogmaals, giüg heen en gaf den hamer en het breekyzer aan den kellner terug. Van dit oogenblik af hid zy my tot haar beschermer verkoren; zy bejegende my voortaan zoo vrooiyk, zoo ongedwongen en biyde, ja gelukkig, dat ik by myzelven de belofte hernieuwde, het lieve, alleenstaande meisje niet uit het oog te ver liezen en haar behouden aan de rijke familie in Nieuw-York of, nauwkeuriger gezegd, in Staten-Island, af te leveren. Mr. Bateman, myn Engelsche reisgenoot, ging by het avondmaal weer tegenover my 2itten en slurpte behaaglijk zyn EDgolsche thee, zonder het versche wittebrood aan te raken of van de sneetjes toost te gebruiken, die rondgediend werden, en toen men de opmerking maakte, dat onze vriendin zich niet wèl bevond en niet komen zou, zuchtte hy: „Een engel minder by het avondeten!" Ik gaf toe, dat by gelyk had: zy was buiten gemeen schoon. Haar vol, zacht gelaat, haar fiere, lieflyke mond, haar fluweelachtige, donkerbruine oegen, haar blanke tint en haar eigenaardig schoone, goud-roode wenkbrauwen, overschaduwd door dicht haar van dezelfde eigenaardig fraaie kleur, voltooiden het beeld van een bekoorlijk kopje. Den volgenden morgen trof ik den Engelsch- man in gesprek met Jack Robinsen, den tweedon stuurman, een jongen, slanken, in zyn geheele houding schier éléganten Ameri- kaanschen zeeman, wiens vastberaden, vurigen blik in de heldere staalblauwe oogen zfin gezicht aantrokkeiyk en byna schoon maakte. Mr. Bateman was overtuigd, dat hy in my den eersten gentleman der wereld gevonden had en dat in zjjn boekje dtr wellevendheid een zeker geval byg6Voegd moest worden. Juist deelde hy die ontdekking aan Jack Robinson mede, die er met levendige belang stelling naar luisterde en by wiens aanblik ik zoo iets als jaloezie geveelde. Toen riep de jeugdige zeeman den blonden knaap by zich, die gisteren op den schoot myner reisgezellin gezeten had, en vroeg hem: „Charlie, gaat ge eens met my naar my a hut 7^ „Waarom?" „Ik heb wat voor je." „En wat dan?'i „Mooie knikkers; die mag je hebben." „Ik heb geen knikkers noodig." „Ook heb ik zeepaardjes, zeesterren en krabben." „Zyn ze levend?" „N o, ze zyn gedroogd." W o 11, wat heb ik dan aan de zeepaardjes Ik houd er niet van mot doode dieren te spelen." „Ik heb ook nog mooie platen van schepen on sinaasappelen en een stuk taart, Charlie. Wil je niet een stuk taart hebben?" „Hè ja, ik houd van taart, en laat my dan ook de platen zien-l" on toen greep hy Jack Robinsons hand, en ging mee naar de hut, die naast de hutten der overige scheeps officieren op het dek gebouwd was. Zy bleven daar geruimen tyd en schenen zich goed te vermaken. Ik zag ten minste door het raampje, dat. zy taart aten en cider dronken. Na een uur ongeveer kwam Charlie met twee platen, waarop groote schepen waren afgebeeld, naar buiten. Bang en ongeduldig wachtte ik op myn schoone reisgenoote, wier teruggetrokkenheid my zeer verontrustte. Op hetzelfde oogenblik betrad zy het dek. „Daar is zy," sprak ik binnensmonds en ging opgewekt naar haar toe. Zy ontweek my. Zich houdende alsof zy me niet gezien had, draaide zy zich haastig om en ging met rasscho schreden naar de ver schansing (waarop zy haar arm deed rusten), om het gebergte van Ierland te beschouwen, dat, ternauwernood te onderscheiden, op grooten afstand in de golvende zee wegzonk. Ik had een moeilijke taak. Men had haar voor myn echtgenoote, myn bruid, myn ver loofde aangezien, en wel juist op den eersten dag onzer zeereis, waarop men, zich aan den nieuwen indruk barer schoonheid overgevend, haar bewonderd en zich voor haar verhouding tot my geïnteresseerd had. Zy was door deze reis over den Atlantischen Oceaan, door dit talrijk, keurig en schitterend gezelschap op het groote schip teleurgesteld. Zy had zich alles geheel anders afgebeeldWel had zy in het begin niet ongaarne opgemerkt, dat zy, evenals op de kleine Hamburgscbe stoom boot op de Noordzee, het voorwerp der alge meene bewondering en nieuwsgierigheid was. Maar nu zy was zeer ongelukkig. Zy had Diemand meer op het schip, met wien zij ongedwongen mocht omgaan; zy stond meer dan ooit alleen op de wereld. Die bedeesde vertrouwelykheid, waarmee zy zich by het vertrek op de Noordzee tot my had gewend, had voor een afgezonderde, vijandige stemming plaat3 gemaakt Ik liet al die bedenkingen myn geest voorbytrekkon, en ik bespeurde aan haar gebeelo houding, dat ik gelyk bad. Reeds be woog zich iets in myn hart, dat na verwaDt was aan genegenheid. Ik begon hoorbaar van plaats te veranderen. Zy bleef stil. Ik kuchte. Nog hoorde zy me niet. Zou ik haar by d6n naam noemen? My terugtrekken wilde Ik niet ik waa on schuldig. Ook zou een pruilen tusschen ons beiden het gebabbel der meuschen slechts nieuw voedsel gegeven hebben. Plotseling viel my een gedachte in. „Heeft u ginds dien ysberg reeds gezien, juffrouw Bodinus? Het is een zeldzaam ver- 8chyn8el! Wel komen aan de Amerikaansche kust meermalen ysbergen voor, maar hier, aan de zuidwestelijke punt van Ierland, is er, voor zoover de zeelieden zich herinneren, nog nooit een gezien." Zy zweeg nog Bteeds, doch haar oog zocht den ysberg. „Vindt gy hem misschien niet?" „Ik vind u afschuwelyk." „Omdat ik u op een ysborg opmerkzaam maak „U behandelt my als een kind." „Vergeef met Dat was verre van my. De ysberg is er. Indien gy scherp wilt toekeken, ziet u in deze richtiDg een glinsterend punt, als een Btuk kristal. Wilt ge u misschien van myn kyker bedienen?" „Laat my alleen, verzoek ik ui" „Maar, juffrouw Bodinus, wat heb ik u gedaan „Ik heb het u reeds gezegd." „U heeft gezegd, dat ik x\ als een kind behandelde, maar dat kan ik. niet begrypen. Ik heb u beschermd, ik b,on u behulpzaam geweest. Ik ben uw landgenoot; u heoft my met uw vertrouwen vereerd. Nooit ben ik te indringend geweest; nooit had ik tot dusverre ook maar een schaduw Tan ontstemdheid tusschen ons laten opkomen, wij, die nu toch eenmaal reisgenooten zijn." (Werd! eervoijd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1