bladen opneming verzocht van het waardeerend schrijven, in Aug. '95 na zfln ontslag als redacteur van De Avondpost tot hem gericht door commissarissen van dit blad. De aanklacht van den heer Blok Is gericht tegen den heer H. A. Lesturgeon wegens smaadschrift, terwijl de zaak, naar De Resi dentiebode meldt, waarschijnlijk ook tot een civiele vordering aanleidiog zal geven. Uit Transvaal XI. De paar eerstvolgende dagen werden besteed om den omtrek eens een beetje te verkennen. De boerderij lag juist in den benedenloop van een mooi stroompje water, dat uit verschillende kloven bü elkaar kwam en altijd water beeft. Alles deed zien, dat de boer zyu zaken goed achter elkaar had en van elk voordeeltje, dat 't water aanbood, partij trok. Den tweeden dag bracht de boer mij naar een gebouwtje, ook op zijn werf staande, en wees me dit aan als 't tot nog toe gebruikte schoolgebouw met onder wijzerswoning. Natuurlijk was ik wel zoo wijs, om niet te laten merken, dat dit hokje, dat wol geschikt was voor schuur maar niet voor school en woonhuis, mij niet al te best aanstond, vooral daar ik gehoord had, dat de school de eerste zes maanden aan 't andere einde van „de Klooi" zou zijn. 't Zou een slecht begin zijn geweest, met van meening te verschillen met mijn commissie en zoo bealoot ik tijd en gelegenheid te zullen afwachten. Zaterdags zou de plechtige inwydiDg van de school plaats hebben. Heel vroeg in den morgen werden de ossen uit de kraal gejaagd en voor den wagen gespannen. Een genoeg zaam aantal stoelen werd er op geplaatst en ja, meester bad zijn goed nog niet bier, dus moest er maar meteen een kaartel met een bultzak saamgenomen worden en een paar combaarzen. Ik bad besloten voorloopig maar alles goed te vinden en in dit geval kon ik dit met een gerust geweten doen. Zoo'n kaartel is een houten raam, met riempjes overspannen en rustende op pooten. Aan 't hoofdeneind is oen opstaande plank gemaakt, die de kussens bewaart voor afvallen. Dat een boltzak een veerenbed Is en combaarsen door dekens kan vertaald worden, hebt ge denkelijk nu zelf wel uitgevonden. Allee gereed zijnde, klommen we op den wageD. Een dreef de ossen met een reus achtige zweep, terwijl een ander er achter liep om den briek te draaien, een remtosstel aan de achterwielen. Spoedig bemerkte ik, dat het verkieselijker was te loopen dan te rijden, 'fc Was een waar bavlanenpad. 't Ging van de eeno rotsbank op de andere; zoodat 'teen voortdurend gestamp en gehot a was, niet om uit te houden. Later werd de grond wat gelyker en zachter. Toch sleepten de veertien ossen den wagen nog af en toe over een boven den grond uitstekende klip. Zij deden dit met cezelfde kalmte als waar mede de passagiers het verdroegen. Overal Tanga het pad lagen bewerkte zaailanden. ,Daar heb je nu de school," werd me eindelijk /ezegd. „Waar?" vroeg ik. „Wel meester, die eerste huis daar." Dat leek al niet vesl beter dan bet straks besproken schoolhuis. En dan daar ginds aan den overkant van die spruit stond meester zijn wooing. Ik gevoelde zoo iets van wat men bittere teleurstelling kan noemen. Om dien ongunstigon indruk een beetje weg te nemen, trachtte ik het alles erg rustfque te vindeD, hoewei dit aan de werkelijkheid niets veranderde. Eerst moesten we kenois maken met den eigenaar van die gebouwen. Die kennismaking viel niet tegen. We leerden een eenvouoigen goedaardigen man kennen, die ons van af dien tijd veel vriendschap en hulp heeft bewezen. „Meester",z-i hy „die „Zoo, vmdt je? Er zal wel weer niets van komen." „Toch toch het zijn maar kleiojgb9den, het geheel is mooi nu zullen zy h«t zeker voor da tentoonstelling aannemen." Hy schildert het af, ook nog een ander. Beide schilderden worden, zooals gewoonlijk, geweigerd. „Mijn geld ben ik kwflt," zegt hy, „maar een groot schilder, zooals jy dacht, ben ik toch niet geworden." Hy begon weer aan zyn kleine kuDst, met schetsen en miniaturen. Slechts karig ver diende hy zijn brood. Hy teekent caricaturen voor een spotblaadje, opdat zy niet van honger zullen sterven. Onvordroten zorgt zy voor het kleine huis houden, geen verwyt komt over baar lippen. Slechts opwekking: „Het zal wel komen." Maar het komt niet.- Op een morgen vindt zij hem, terwyi hy een revolver opheft. Ontzet neemt zy deze uit zijn band. „Dat Diofc o, slechts dat niet!" Do schrik heeft haar verlamd. Zy zinkt in een leunstoel. Hy valt aan haar voeten, bergt zijn groot, blond, trotsch hoofd in haar schoot ensnikt Zy legt haar mooie, nog steeds witte, zachte hand op zijn voorhoofd, zy doet den storm, die in hem woedt, bedaren. Liefkoozend streelt zy het blonde haar; zy heft hem op. Zy gaat naast hem zitten en begint te spreken. „Je- mo?t my vergeven, Bev ling, ik meende het zoo goed met je ik eo hy je vriend." „Ja hy - die myn geld hoeft opgeofferd aan zyn phantastiscbe ideeën!" zegt hy bitter. Zy schudde het hoofd en glimlachte. „Je bent rykor dan ooft!" Hy staart haar ongeIoo7ig aan. „Hy en ik wy hebben een komplot tegen je gesmeed. Je geld droeg hoogon interest. Slechts jy - jtf moest het niet weten. Jy skoolhuis ia nou nie mooi nie, maar ons het nog nie anders nie". Zoo, dus ze wisten zelf al, dat het beter kon; dat was dus een licht straaltje in de duisternis, waarin bet nu al byna geheel licht is geworden. Eerst moest er koffie gedronken worden, want een Transvaler komt zonder koffie niet klaar. In 't begin is dit iets wat een Holland- scbe maag Diet verdragen kan. De kommetjes zyn zóó reusachtig, dat éen voor een gewoon koffiedrinker meer óm voldoende is. Maar oen Transvaler drinkt heel den dag koffie en 't maakt op de mcestsn een zier onaan- genamen indruk, indien ge de koffie weigert, omdat ge by een ander reeds samendronkt. Van alle kanten waren de belangstellenden samengekomen. Ieder werd aan my voorge steld en zoo werden we weer heel wat oomes, tantes, neefies en nichies ryker. Gelukkig voor ons was onza gastheer van Zeerust ook tegenwoordig. "We verdeelden de rollen zoo'n beetje en toen de bel geluid werd zocht, alles een plaatsje in de school. Groote menschen moesten een beetje bukken om binnen te komen; 'fc gebouwtje waa trouwens betleuiaal niet hoog. Do balken van de bekapping lagen 8 voet boven deD vloer, zoodat hat, om een voldoende hoeveelheid lucht te hebben, noodig was de deur to laten openstaan,* minsteüs de bovendeur. Do ruimte werd verlicht door drie vensters, olk ter grootte van ongeveer een vierkanten voet. De vloer, de gewone kleivloer, maar door zyn hobbeligheid nog een beetje de sporen dragende van 't verblyf der kokken, cie er zoolang hun stal hadden gehad. De muren hadden zoowat de dikte van die der gevangenpoort, hetgeen nooaig was om bun de stevigheid te geveo, dia een dunne kleimuur mist. Dat het dak van gras was, kon vooral by zoo'n laag gebouwtje j als een zegen beschouwd worden, daar nieis j zoo goed de warmte ke9it als gras. En nn bet ameublement. Zoo primitief Biogclykl E-.-nige kantbeslagen boomen, onder steund door armdikke houteo, vormden de zitbanken. Voor lessenaars dienden oenige tafels even verachillmd van vorm als de bekers van Ahasveros, sommige vervaardigd van kistplanken, andere van door den bo.r zelf gezaagde delen. Door het inbrengen van stoelen en banken uit de naastbyzynde huizen werd in het tekort aan zitplaatsen voorzien. Het was my niet mogelyk voel te spreken, vooral daar ik niet na kon laten even aan te roeren, wat we verlaten hadden en ik ter wille van de menschen en onszelven niet m vergeiyking wilde treden. Eenigen van de aanwezigen spraken ook een woordje, hetgeen voorname!yk daar op neer kwam, dat ze weer banjer bly waren een meester te hebben, dat ze zoudin trachten het goed met hem te kunnen vinden en dat ze, waar iets te verbeteren viel, al hun krachten zonden inspannen om alles achter elkaar te krijgen. De commissie braebt ons nn naar den overkant der rivier, waar tegen do beliog van een rand odzo woning stond. Ze paste heel goed by de school. Zilveren sleutels waren er Diet te overhandigen, dojr het uittrekken vau een in den muur gestoken doren glipte het rbmpje los, dat de deur gesloten bidd en nu konden we o s paleis bezichtigen. Stel u voor een huisje, opgetrokken van klei ter hoogte van 8 voet onder de balken, 10 voet wyd en 25 voet lang, door twee muurtjes in drie vertrekken verdeeld. Licht hadden we in het voorhuis of middenvertrek, als de deur open stond, en wilden we in de antichanbro en de slaapkamer iets kunnen onderscheiden, dan hadden we slechts oen luikj9 open te stooten en met het licht kwam meteen de frissche buitenlucht binnen. De muren waren met bruinroode aarde gesmeerd, wat nu minder moest je krachten beproeven moest je losrukken uit een leveü, waaraan je moest ten offer vallaD. Ik wilde je weer hebben voor my voor de wereld. Weg uit die sfeer van wynreukl Je geld hieft velen gelukkig ge maakt. Je vriend is een rijk man, zyn kolen- groeven zijn de rykste uit de geheele streek, honderden arbeiden voor jou en hem en hebben een voldoend, zy het ook moeilyk, zeer moeiiyk verdiend stuk brood." Hy omarmt haar en drukt haar tegen zyn borst. Hy vo9lt het, dat zy hem van den afgrond heeft weggetrokken nu ziet hy de gapende diepte, waarin hy zich zonder naden ken wilde storten; den drank, in welks invloed hy vergetelheid zocht, had zij hem ontrukt omdat het hem niet gelukte zoo groot te worden als by wilde omdat hy meende een germg talent te hebben. „Te hebt je gekweld en hebt gearbeid en ontberingen geleden," zegt hy zacht v er wy tend. „Met jou voor jou. Nu zult gy het weten te waardeeren, je geld, nu rust de zegen van den arbeid er op nu is het niet meer je verderf. En nu nu zullen wy oen reis maken naar bet kolengebieu en jy maakt studies en schetsen, en toont de wereld hoe moeilyk de arbeid der armen ia." Hy volgde haar raad en noemde baar zyn goeden genius. Na een jaar wekten op de groote inter nationale tentoonstelling zyn schetsen en studies uit het kolengebied de bewondering van alle kunstkenners. Aangrypend waar en eenvoudig schilderde htf, wat hy gezien had, de menschen in hun ondwaardschen arbeid. Te midden daarvan hing zyn eerst, groot, opzien wekkend sehilderyr ^Zwarte Diaman ten." Stralend van geluk stond zyrf vrouw voor hem. „Nu heb je het toch bereiktl" levendig was, maar zeer geschikt om daar eenige Mesdag's en Yan Borselen's in breede gouden lysten goed op te doen uitkomen. Kokjes In en om Leiden. xxn. Van RQaaburg begaven wü one in het byechritt van de vorige week niet per stoom- tram naar Leiden, maar eerst nog naar het zoo landelijk gelegen kerkje b(J het Oegstgeester kanaal, terwijl dezen en genen wel zullen hebben opgemerkt, dat de toen gegeven derde afbeelding niet die van ge- genoemd naar de plaats, waar de eerste ge meente geBticht werd. De Cellegianten bleven een genootschap op zichzelf, dat zich door verdraagzaamheid onderscheidde, zoo zelfs, dat zij in hun gemeenschap ook leden van andere gezindten opnamen. Onder de bekend ste mannen, die er toe behoorden, tellen wij Koenraad Van Beuningen en Jan Wagenaar. Van een kerkelüke vaststelling der geloofs leer hadden zij een afkeer, doch ztj dachten met de Doopsgezinden eenstemmig over 't be- kleeden van ambten, den krijgsdienst en den kinderdoop. Langzamerhand ging deze sekte (7 ïCrtrf, t j D./ii-f/i.doi De Hervormde Kerk te Oegstgeest. noemde kerk was, al zou het onderschrift in die meening hebben gebracht. Di9 afbeelding toch was niets andera dan een gezicht op de kerk te Rynsburg, van een andere zyde dan de eerste. En zoo zyn we eigenlyk weer te Rijnsburg beland, waarvan nog heel wat in herinnering zou te brengen zyn, want be halve hetgeen de eens zoo boroemde abdij betreft, zyn er nog veel meer historische byzonderheden aan verbonden. te niot en sloten de leden zich by de Doops gezinden en Remonstranten aan. Als we nu don weg volgen, de vorige week aangegeven, dan komen we thans werkeiyk aan het toen genoemde kerkje, dat elke Lei- denaar kent die o. a. naar de tulpenvelden gaat kijken, botzy por fiets hetzy te voet, zooals eerstdaags weer het geval zal wezen, en van welke kerk, naar men wil een der eersten van ons vaderland, wy hierby nu, na Gezicht op een gedeelte der Kanaatbrtig en het dorp Oegstgeest Daar hebt ge b jv. het huisje, waarin Spinoza vertoefd en gewerkt heeft, en welks herst 1 of instandhouding door e nige vereerders van dien grooten wysgeer is ter harte genomen, torwyl ook het Spinoza-laantje nog aan hem, ter eare van wien in de residentie een monument is opgericht, te dezer plaatse do t denken. Maar nog om iets anders is Rynsburg be kend: de Collegiantvn zyn er gevestigd geweest. Collegianten noemden zich de leden van het reeds vermelde, een afbeelding geven. De richting verder naar Leiden nemende, be geven wo ons over de vrij hooge Kanaal rug, van waar we links over het water een ver gezicht tot by het Warmonderhek hebben en rechts een prachtig en uitgestrekt panorama tot Katwyk met zyn stoomgemaal de duiaenry, met Rynsburg op den voorgrond. Ofschoon we thans een bebouwd gedeelte van het dorp Oegstgeest met zyn tolhek door Het Raadhuis te Oegstgeest. een klein kerkgenootschap in Nederland, dat ten gevolge van de vervolgingen der Remon stranten ontstond en gesticht werd door drie gebroeders, Jan, Adriaan en Gysbert Van der Codde, de eerste te Oegstgeest, de andere te Rynsburg en de derde te Warmond. Men opende de samenkomsten met bybellezing en gebed en gaf daarna aan ieder der aanwezigen gelegenheid tot spreken. Deze vergaderingen heetten oollegién; vaniaar de naam Collegi- anteo, hoewel zy ook wel Ryoflburgers werden gaan, is hier toch het Raadhuis ni9t y vestigd. Immers dit is gelegen aan den j^terweg, welke aan den ryksstraatweg eenigszins verder links een aanvang neemt en almede eenige woningen bevat. Trouwens, van een bepaalde „kom" van deze gemeente kan geen sprake zyn, want bebouwde gedeelten heeft ze er nóg meer dan een, o. a. de bekende Leidscho Buurt en aan den Morschweg, waar zelfs ook een gemeenteschool gevestigd is. Gemengd Nieuws. 1 Veel en begrypeiyke aan dacht trekt te Berlyn de behandeling van een moord zaak tegen zekeren Wilhelm Kleemann, die zyn meisje Margarete Wiese door een moa- steek gedood heeft. Van de vroegste jeugd af dateerde reeds hun omgang en in Maart van het vorige jaar, toen Margarete Wieae 22 jaar oud wa«, verloofden zy zich. Toch scheen het meisje niet veel zin in haar verloofde te hebben en deze most haar dan ook meermalen ruw behandeld hebben. Het gevolg was, dat in November 1897 de verlovingsring teruggezonden werd. Sedert dien tyd schreef by haar herhaalde- ïyk dreigbrieven, waarop zy niet antwoordde, totdat hy schreef vergift ingenomen te hebben en haar nog voor zyn dood even te willen spreken. Dit deed haar besluiten, hem nog een onderhoud toe te staan, en zy ontving haar voormaligen beminde in hot huis, waar zy als huishoudster diende, terwyl de heer en de vrouw des huizes afwezig waren. Daar moeten de beide kinderen, die reeds to bed waren, gewekt zyn door een worsteling In de keuken, die een glasruit deed breken. Terwyl het meisje angstig te bed bleef, stond haar zesjrrig broertje op on dit is nu de eenige getuige van den moord geweest, die trouwens door den daler volmondig erkend Ls._ Hy toch zag hoe het meisje na de worste ling wegliep, boe zy gilde en de moordenaar haar in het voorvertrek inhaalde, op d&n grond wierp en de knie op haar borst zette. Toen moet de doodelijko steek zyn toegebracht. Eigen aardig is, dat men aan den vinger van het ïyk den verlovingsring vond,diende vermoorde indertyd teruggezonden had. Op welk een groote schaal hat vermoorden van vogels plaats heeft, blykt uit een door de „Revue Scientifique" in Parys weergegeven mededeeling van mevr. Edwards Phillips aan de jaarvergadering van het Sel- borne-genootscbap. De genoemde dame woonde kortelings ia Londen een openbare verkooping van vojelhuiJjas en vederen by en doet eenige opgaven over de daar verhandelde massa's. Daar waren in de eerste plaats 318 K. G. vedoren vjd z -eadelaara, verder 85 K. G. gi rvederen. Overigens werd de waar in baton rkoebt, waarva i de inhoud naar de menigte- niet zoo gemakkeiyk was te bepalen, maar zoo-'eel was zeke-, dat elke baal de over- llyfs.len van honderJen vogels bevatte. Op coz) wyze nu werden verko ht 215,051 balen panwvederrn, 2362 bal*n paradysvogelbuiden, 228,289 balen Indische papegaaien, 4962 baLn goud- en an ..ere fazanten, 7163 balen uilen en spreeuwen, en ten slo- te nog 38,198 balen van verschillende vogels. En zulke ver- koopingen moeten in 1897 mi .stens viermaal in Lon en plaats gehad bobben. Zou men can niet wtrkelyk g-d :ov n, dat hot gehüele vogelengeslacht de veroi tiging te gfr most-moet gaan? Zola's „Paris" heelt, naar de uitgever Fasqutlle raedodotlt in Frankryk een iets g riager afzet dan zyn vroegere werken, natuurlyk ten g:volg> der hatste gebeurtenissen. Toch zfiu rejis byna 100,000 exemplaren in Frankryk verkocht. De groot ere verkoop in heb buiten) n i heeft ochtei den kleineren afzet in Frankrijk reeds goaè> gamaakt. De Fransche Transatlantisch® Stoomvaart Maatschappj sil geregel 1 pttevott nemen met het oplaten van postduiven op 6teeds groot.r afstanden van den wal, ten eindo op die wyze by voorkomende gevallen ktnnis to geven van noodlijdende schepen, van hun naderende aankomst, enz. Heden, Zaterdag, zou de „Bretagne," van Havre naar Nieuw-York vertrekkende, honderden duiven meenemen, die by gedeelten, tot op 3000 kilometer toe, zullen worden opgelaten. Da eerst aankomenden zuil an wederom inge scheept en op grooter afstand dan de eerste maal worden opgelaten. Er zullen wedatryden en pryzen voor de vogels van verschillende Vereenigingen worden ingesteld. Vallen de prooven gunstig uit, dan zal er een geregelde duivendienst op de paketbooten worden inge voerd. Een Amerikaansche geleerde, dr. Guppy, heeft drie weken doorgebracht in den krater van een vulkaan op Hawaii, hoofd- pyn, hartkloppingen en andere onaangename gewaarwordingen voor zyn wetenschapp?H}ke onderzoekingen verdurende. Het was er bitter koud, droog en yl van lucht, alsof men op de maan woonde. April doet zyn naderingmeer en meer gevoelen. Zoo meldt moD, dat een ryk Californisch ingenieur, Mulkey, bozig is een locomotief te doen bouwen, waarmee hy de Noordpool hoopt te bereiken. Zy heeft tandraderen om over het ruwste ys te klaute ren en is van voren met een ram voorzien om alle hinderpalen te verbrijzelen. Zy ia 8 meter lang en 3 breed, wordt met gas in be weging gebracht en zal een half dozün Pull- mansche wagens en 40,000 kilogr. leeftocht meesltepen. Tegen hellingen van 90 kruipt zy op, evenals de Breezaapsche slakken over Hiidebrand'8 laarzen, „of 't zoo maar niets was." Op don weg van Dawson naar het bevolkte gedeelte van Canada zyn onlangs do ïyken van twee goudzoekers gevonden, die met vier hondensleden uit de goudstreek wilden terugkeeren. Zy waren kenneiyk door gebrek aan voedsel en de strenge koude om het leven gekomon. Men vond voor een. waarde van 160,000 dollars aan goud by hen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 6