MENGELWERK. Burgerlijke Staud. naam, en eerst al9 dat alles niet baat, straf vervolging en oplegging van boete of hechtenis. Hot ontwerp stelt leerplicht voor tot het dertiende j xar, met een overgangstijd van 3 jaren, waarin de kinderen tot 12 jaar op school moeten blijven. Het ontworp komt ons voor met zorg te zijn bewerkt en dese gewichtige materie naar eisch te hebben geregeld. Er zullen bij nadere kennismaking zeker hier en daar bedenkingen rijzen. Zoo wjjzen wy reeds op art. 3, dat voorscbryit, dat aan alle lagere scholen jaarlijks ten minste twee t\jd3tippen voor toelating van leerlingen moe ten bestaan; een bepaling, dio geen reke ning houdt met de j a a rcursussen aan de meest9 scholen en die geheel overbodig ie in gemeenten met veel scholen, als daar ge lijk te Amsterdam de plaatsing aan scho len van één kring niet op dezelfde tijden ge schiedt, maar bijv. aan de esne helft op 1 Maart en aan de andere op 1 September. Dc Maasbode laat zich dus booren: „Voor heden willen w(J allesn de aandacht vestigen op het verschijnsel, dat zich ook met een ander afkeurenswaardig wetsvoorstel voor doet: beid9 dwangmaatregelen zyn slechts voorbereidingen tot nog groot3r vrijheidsbe perking. Gelijk het ontwerp op den persoonlijkon dienstplicht den weg moet banen tot den algomeenen dienstplicht, zoo geaft de heer Goeman Borgesius duidelijk te verstaan, dat zijn ontwerp tot invoering van leerplicht bij tijd en wijle zich hoopt uit te brJden, niet alleen meer tot de lagere school, maar tot b&t herhalingsonderwys. ■Steeds verder gaat do Staat dus met bet reglementeoren van zyn burgers. Mochten de ontwerpen op dienstplicht en leerplicht oo.t wordon aangenomen, wat we ni.-t willen hopen dan kui n9n weden titel van „het vrijheidlievend Nederland", waarop one volk rechtmatig fier ging, met een gevoel van beschaming schrappen." De (anti-rev.) Nederlander zegt: De oude knol. Het oude dier is einde lijk van stal gehaald. Prachtig opgetuigd met een zadel, waaraan een heel stel schoone franjes hangt; allerlei vriendelijke en welwillende bepalingen. Of do pikeur nu zou meenoD, dat wij do knoken van het beenderig beest niet bemer ken, dat wij niet zien zoudeu, dat dit ontwerp op den leerdwang is een prachtig staal van liberalistische Staatsalbemo9iing? Van Staats- voogdi), in zijn meest consequenten vorm; ga- heel in den geest van het bekende, naar wij meenden, versleten „Nutsrapport"? "Wil men bevordering van schoolbezoek ook met medewerking van de Overheil, uit nemend. Maar men gave ons eerst een nationale school, die wij kunnen eeren en liefhebben; snen geve de opvoeding des volks aan de ouders, niet aan ambtenaren. En men blijve ons met boete en cel van het lyf. Mr. A. M. begon in (3e Dordrecfitsche Courant een bespreking van het wetsontwerp aldus: „Een tweede belangrijk ontwerp heeft ons parlement bereikt, dat, hojwel niet zulk een principe vraagstuk betreffend, als dat tot regeling van den persoonlijken dienstplicht, toch voor Nederland en zijn toekomst van evenveel en zelfs in vele opzichten van voel grpoter belang is. Want wezenlijk, het zal toch geen betoog behoeven, dat de geestelijke ontwikkeling van een volk naar binnen en ook naar buiten daaraan een kracht verleent, die de meest geschoolde wapenhanteering niet kan geven." JDe Tijd sprak als volgt: Wij deelen onzen lozors den hoofdinhoud mede van bet bjj de Tweede Kamer inge komen wetsontwerp op den leerplicht of, juister, op den schooldwang (eigenlijk staat er „schoolwang") van allo kinderen tusschon zes en dertien jaar. Voor een nauwkeurige beschouwing en beoordeeling der bijzonderheden heeft ons, natuurlijk, nog de tijd ontbroken. Reeds nu echter kan geconstateerd wo.den, dat wtJ later te do n hebben met een dwangwet, wj'ko diep ingrijpt in het particulier ljven, en die, indien zy ooit met gestrengheid zal worden toegepast, weldra in hoogo mate impopulair zal wezen b\j do overgroote meer derheid der bevolking. Wel is waar schynt de samensteller vau het ontworp, de heer Bor- ge iu?f zich ten coel gesteld te hebben, den scherpen togenstand by de eventueele invoe ring te verzachten door vrijstellingen te ver- leenen o. a. aan ouders van niet gevaccineerde kinderen en aan hen, die ernstig9 gemoeds bezwaren hebben t»gen het onderwijs cp alle scholen, op minder dan drie kwal tier afstand van hun woning gelegen; doch de eerste vrijstelling wordt zeer duidtlyk beschouwd als slechts van tijdelijken aardt terwijl do tweede afhankelijk wordt gesteld van zóóveel formaliteiten, dat zij in de praktijk maar weinigen van nut zal wezan. Byzondero zorg schijnt besteed aan de uit werking van een eigen systeem van straffen. De on Jerwijzers en schoolopzieners worden tot een nieuwe 6oort van justitie-cienaar gepromoveerd, aan wier willekeur al of niet vervolging in den rogol wordt overgelaten. Wat dit zeggen wil, kan eenigszius hieruit afgeleid worden, dat een kini wordt geacht niet geregeld de school bezocht te hebben, indien het meer dan éón schooltijd in de maand zonder (in het oog van den onderwijzer en van den schoolopziener) wettige reden heeft verzuimd. Berisping, aanplakking van den naam op een soort van 6chandebord aan het Raadhuis; ais dit nog niet helpt, boete en nog eens toete, ten slotte hechtenis staan den oudera te wachten, die met de gestrenge voorschriften der wet in strfld komen en by do ondtrwyze-s en schoolopzieners niet in een goed blaadje 6taan. Immers, zóóveel is ons reeds by vluchtige kennisneming geblek n, dat, wordt ooit het ingediende ontwerp tot wet verheven, persoonlijke appreciatie om niet to zeggen persoonlijke willekeur een verbazend groote rol zal spelen. Dat de in voering van den leerplicht aan de schatkist en aan de gemeenten geld, veel geld zal kosten, spreekt vanzelf en wordt ook in de Memorie van Toelichting erkend. Eön ver hooging van het minimum der onderwijzers- traktementen scbynt ook al3 noodzakelijk aanhangsel van den leerplicht te worden beschouwd. De heer Person zal dus zyn collega met e9n of ander nieuw ontwerp tot verbooging van bestaande of tot invoering van een nieuwe belasting moeten te hulp komen. Verhooging van belastingen, uit breiding van de Staats controle over alle handelingen van het particulier en burgerlijk leven, inkrimping van de pertoonlyke vry- heid cn daarmee gspaard gaando invoering van Staatsdwang gedurende allo ty perken van het menschelyk loven, ziodaar do zegeningen, welke htt liberalisme met al zyn schoonklinkende leuzen ons gebracht heeft on nog stee s voortgaat over onze hoofden uit te sto. tou 1 De Residentiebode erkent, dat het wets ontwerp getuigt van gematigdheid en van den wensch, om met gemo^ösoezwaren rekening te houden, beigc-en daarom niet wil zeggen, dat do principiëele tegenstander er daarom een voorstander van kan of zal worden. Na eon overzicht van h£t ontwerp gegeven to hebben, zegt De Gelderlander: „Nu zegge men nog, dat wjj geen vrijzinnig ministerie hebben, of dat wij ni-t in een vrygevochten land wonen! All rlei lastig--) on omslachtige formaliteiten, aanmaning, aanplakking togen h9t schanitorJ en eindelijk loete en gevange nisstraf, ziedaar de miJdtlen, waarmee deze rageeriog het Nedtrlandscbe volk, dat jaariyks Try willig honderd duizenden guldens opbrengt voor het onderwijs van zyn kinderen, tot behartiging van bet onder wys der jeugd meent te moeten verplichten." De Noord-Brabanter kan met dit „liberaal proluct van wetgeving" geen geno9gen nemen en wyst hot, zooals het daar ligt, beslist van dt hand. „Laat," zegt bet blad, „eqr;t de Reg9ering, als z(j liberaal wil zyn in den vollen zin des woords, volJorn aan oiz^n recht,natigen eisohgeiyke rechten aan openbaar en by- zonder onderwys. ZoolaDg die gelegenh„-id niet bestaat, is een eeriyke en open strijd voor ons onmogeiyk en verklaren wy ons onwillig iets af te staan van onze viyheid, na zooveel j ;ren van stryd verkregen. I? 1 i c li t. Uit het Fr arisch van M. Reboul. Mynheer en mevrouw De Perles keken elkaar aan met oogen tweemaal zoo groot als ge- wooniyk. Voor de tiende maal, minstens, herlas mevrouw het volgend telegram, dien middag ontvangen uit La Roebelle en ondeiteekend Notaris Mourice: „Hedennacht overleed mejuffrouw Rosalie De Perles, zonder testament na te laten. Kapitein De Perles, als dichtst Dabe.-itaande der over ledene, wordt uitgenodigd, onverwijld over te komen om de zaken te regelen. Donderdag 27 Februari zal de begrafenis plaats hebben." Zy konden 't zich nog maar niet begrypon 1 Kapitein Do Perles stond peinzend voor den wyden, ouderwetschon schoorsteen, nu den eenen, dan den anderen voet warmend aan het vrooiyk brandende vuur. Het was al zoo lang geleden, dat hy zyn nicht voor het laatst gezien had, hy was toen nog op de militaire academie. Hy kon zich haar nauweiyks meer voorstellen. Van scbryven hield zy rist, dus hadden ze elkaar langzamerhand geheel uit het oog verloren. „Die goeie Rosalie," z°ide de kapitein, als in gedachten, „als ik 't wel heb, zal ze een aardig fortuintje hebbon nagelaten. Voor zich zelf was Z9 zuinig, behoeften had ze niet, alles, wat ze besteedde, was ton bate van armen en ongelukkigen; haar eenig genoegen was weldaden te bewyzen. Ik had nooit ge dacht iats van haar te zullon erven." „Maar Andró, je bent toch de eonige erf genaam; me dunkt, ze was toch veel te groot moedig, naar alles te oordeelen wat ge van haar vertelt om een famili -lid zoo teleur te stellen. En wil ik je eens wat zeggen't is heel slecht, maar ik ben erg biy dat ze dood is, ik zou niet bedroefd kunnen zyn, met don besten wil ter weield niet. We zyn nu ineens ryk, wy die nooit oen cent bezeten hebben 1" Haar echtgenoot kon niet nalaten even te glimlachen. Beiden zwegen nu geruiincn tyd, vervuld met dezelfde gedachte. Nu geen kinderiyke armoede moer voortaan, waar zy hun leven lang mede te kampen hadden gehad, geen zorg meer voor enkele extra-uitgaveD, geen angst meer voor reke ningen, die zouden kuDnen komen. Paulette behoefde nu .zelf geen hoedjes meer od te maken, heel vernuftig in elkaar geflanst met wat oud fluweol en uitgestreken lint, zy zou den nu een comfortabele woning kunnen huren ver van dat akelige Passy, waar zy sedert hun huwelijk gewoond hadden, en Diet meer uit den schouwburg behoeven te ronnon nog vóór het einde van het stuk alsof er brand was, om de laatste tram Diet te missen. Andró keek vol liefde naar »Un vrouwtje; zy was in baar hart altyd een kind van weelde geweest, hoewel zy altyd moedig bet juk van hun armoede getorst had er zou nu een heel ander leventje voor haar aan breken. De moeste vrouwen zien nu eenmaal gaarne luxe om zich heeD, zy beschouwen het ah eon niet te versmaden voordeel, dat nu eenmaal hot levensgeluk verhoogt II. Dien zelfden avond nog namen zy den snel trein naar La Roebelle en 's morgens vroeg arriveerden zy aan het kleine huisje in de Rue St.-Jean. Men liet hen in den kouden, donkergemaakt9n salon, waar op twee stoelen do kist stond, omringd van waskaarsen en bedekt met bloemen. Htt vertrek was in strengen styl gemeubileerd, het donkergroene rips der goraynen en overtrekken verhoogde nog den somberen indruk. Zy trachtten te denken aan de overledene en hm eigenbelang geheel weg te cyferen, doch het mocht hun niet gelukken. Steeds stelden zy zich weer voor, wat zy mot haar geld zouden doen en hoe zy nu hun verder liven zouden inrichten. Do oude mtid, die gedurende de ziekte iiiot van het bed barer meesteres was ge weken, had zich teruggetrokken by de komst der vreemden; met wantrouwende blikken had zy hen aangestaard, als beschouwde zy hen als vyandelyke indringors. Later op den dag kwamen de vrienden der afgestorvene om nog een laatsten blik te werpen op haar stoffelyk ovtrschot, en daarna de armen, die zy bad welgedaan; eenganscho stoet van lydenden en ongelukkigen. Allen betreurd».n haar met oprechte tranen en do echtgenooten gevoelden, dat zy hier geheel buiten stonden, dat ieder hen be schouwde als vreemden, onverschillig naar al don rouw om zich heen ziende. Kapitein De Perles ging vlak achter de lijkbaar, de kepi in de band; achter hem volgde een lieele schare van rouwJragonden. Paulette zat inhotzelfde iytuig met drie vriendinnen van de overledene, waarvan de een al harder snikte dan de andere, nu en dan even ophoudend om hemelhoog op to halen de deugden van haar onbekende nicht. Zy zag heel goed,'dat zij haar van ter zyde aanstaarden; wat zouden zy dien avond samen afdoen over naar onverschilligheid. Zy stortte immers geen enkelen traan Datzy het familie lid dien dag voorset- eerst gezien had, kwam natuurlijk niet in aanmerking. De hoele ceremonie scheen baar eindeloos too; al die vreemden, dij haar beleefJ, doch opvallend koff groetten 1 Hoe bly waren zy beiien, toen zy eindelyk weer in het sterfhuis alleen waren, waar overal nog de benauwde reuk van nieuw hout eo veidorde bloemen hing. Zy duifden zich byna niet bewegen in deze drukkende atmosfeer, waar alles hen nog van de onbekende doode sprak, waar de oude Martha hen met spiedende blikken wantrouwend aanstaarde. En wat kon rr.on bun dan eigeolyk verwyten? Dat zy oen erfenis kwamen in bezit nemen, die hun rechtmatig toekwam? Zy verheugden er zich op, weer in hun eigen, gezallig huisje terug to zyn, ver van al die koude, doorborende blikkeD, die hun geheimste gedachten schenen t9 radon. Den volgenden avond ging Andró naar den not iris; de geheele erfenis bedroeg 700,000 frankenzy konden hun ooren nauweiyks gelooven Paulette werd bestormd door allerlei onge lukkigen, die haar kwamen smeoken toch de jaarlyksche bydrage, dij zy ontvingoD, niet in te trekken. Dj jonge vrouw was tot tranen toe bewogen over al die ellende en gaf lang zamerhand al het g.ld weg, dat zy van Parijs had medegebracht. Op een morgen iets meer willende wek-n van het bestaan der oude jongejuffrouw, snuffelde zy in een lade met oude papieren: goelgeworden brieven, byna alle gevuld met dankbetuigingen voor bowezea diensten. Ill Zy vond ook een boek in wit marokijn gebonden; in gouden letters stond op don band gedrukt Van dag tot dag"; ongotwyfeld was dit hot dagboek der overle ene, waarin zy haar intiemste gedachten en ervaringen bad opgeteokend. Met het omslaan eener bladzijde, vond zü een papiertje, dat zy, na even ingezien to hebben, van schrik op den grond liet vallen. Hot was een testament! Een testa ment, geschreven door mejuffrouw De Perles. Paulette las met zenuwachtige haast; üud naam werd nergens genoemd, maar alles vermaakt aan liefdadige instellingen en aan de armen. Het hart zonk haar in de schoenen, zy bleven dus arm, hun vreugde was wel van konen duur geweest! "Wolk een ontdekking! Zou zy het nood lottige papier verbranden? Dan zou André bezit kunnen nemen van de erfenis en hun kind dan ten minste weten wat het zeggen wil, zich ruim te kunnen bewegen. Zy verboig haar gezicht in de handen, het bloed steog haar naar het hoofd. Hoe kon zy zoo slecht zyu, zoo oneeriyk, zich te willen verryken met wat haar niet toekwam 1 Armen en ongelukkigen bestelen 1 Hoe kwam zy er toel De stryd moest geschieden, dan nu maar dadel(jk, zy moest do werkelykheid onder de oogen durven zien. Wat zouden zy gelukkig zyn geweest met hun rykdom, hoe goed zouden zy dien besteed hebben 1 Z(j kon geen besluit nemen, zy zou een laetsto poging wagen en André laten handelen. Dan had zy ten minste nog eenig uitstel, al was 'c maar enkele uren. Z'J nam bet papier en legde het weder in het witte boek, dat zy op een tafeltje plaatste, zóó, dat 't Andró dadeiyk moest opvallen. IV N Bleek, met ontdaan gezicht, zat Paulette by de tafel, toan Do Perles binnenkwam. Hy maakte er zich reeds eon verwijt van haar te lang in deze sombere omgeving te hebben gehouden; gelukkig waren er r.og maar enkele formaliteiten by den notaris te ver vullen, dan konden zy weer naar hun geliefd Parys terug. Paulette wendde boofdpyn voor on ging ia oen langen stoel giggen, deed alsof zy de oogen sloot uit vermoeidheid, doch lette scherp op iedere beweging van André. Hy liep zacht door het vertrek, om haar niet te storen, c-n keek verstrooid naar de ouderwetsche gravures aan den wand. Nu nam hy het boek op, glimlachend om den witten band, langzaam begon hy er in te bladeren, het noodlottigs papier viel op den grond en hy bukte zich om het op to rapen. Paulette voelde haar hart bonzen. Htt zwest stond Andró in groote druppels op het voorhoofd, hy verbleekte en keek steel8wyz9 naar zyn vrouw. Paulette be greep, dat ook in hem dezelfde gedachte opkwam, die zy zich met schaamte had be kend. Wat moest zy doen Zy sloot even de oogen. Eensklaps Loorde zy esn onderdrukt: „Lafaard die ik ben 1" In een oogenblik stond zy naast hem. Andró l" Hy toonde haar het papier. „Lees maar „Ik weet a!le3, Andró, on ik ben blij, dat we geen van beiden zoo afschuwelyk slecht z(jn." Den volgenden dag reisde het echtpaar naar Parys terug, na eerst het testament by den notaris te hebben gedeponeerd. TWEEDD H AH Kit. Algcmeene voorschriften bij aanbestedingen. De commissie uit de tweede Kamer, iu wier handen zyn gesteld de inlichtingen van den Minister van Waterstaat op het adres van het bestuur van den „Nederlandschen Aannemer8bond", houdende verzoek tot her ziening der algemeene voorschriften voor de u tvoering en het onderhoud, van werken onder boboer der departementen van Water staat, Handel en Nijverheid, van BinDen- hndsche Zaken, van Oorlog en van Justitie, heeft hieromtrent baar verslag uitgebracht. Daaruit blykt, dat zy geen eenheid ge vonden heeft in de beginselen by het vast stellen dezer voorschriften. Dit wordt nader aangetoond door een beknopt overzicht van hetgeen thans ter zake van het punt in quaesrie by de verschillende departementen wordt toegepast, waaruit blykt, dat do rechts verhouding tusscheu den aanbesteder het Ryk en den aannemer of leverancier, by oio verscbidende departementen op verschil lende wjjze is geregeld. Dit schynt der commissie niet noo ig niot alleen, maar hot komt haar ook niet wenscbeiyk voor. Met de Kamer van Koophandel teAmster dam is de commissie het oods, dat een zelfde leidende gedachte do samenstelling der ver schillende voorschriften behoort te beheerschen. Hot is gebitken, dat alleen by Marine een zuiver stelsel van «roitrago by geschil wordt toegepast. By Waterstaat en Justitie in som mige gevallen, terwyl by de andere departe menten alles aan de beslissing van den minister is overgelaten. Ter verkryging van de gewensebte eenheid kunnen meent de commissie tweo weg-n worden ingoslsgeD. Men kan den aannemer of leverancier stellen onder de bo de van het gewone recht, maar dan moeten ook sommige bepalingen uit de algemeens voorwaarden ver dwijnen, of men kan het systeem van arbi trage aannemen, zooals dit ia do algemeeno voorwaarden van aanbesteding van goederen en materialen van 26 Oct. 1893 bij Marine is bepaald en waarbij in geschil tusschen dongen", di) met do uitvoering is belast, on den aannemer of lover ncier, nog altyd oerst een mioriteriöele beslissing gevraagd wordt. En dit schynt der commissie de meest doel matige oplossing van het vraagstuk toe. De commissie komt ten slotte tot de vol gende conclusie: lo. Den heer minister van W., H. en N. dank te zeggen voor de verstrekte inlichtingen. 2o. te verklaren a. dat het wenschelyk is, dat er eenheid zij in de verschillende algemeene voorwaarden, voorèchrift' n of bepalingen ten aanzien van de rechtsverhouding tusschon den aanbesteder en den aannemer of leverancier; b. dat er by deze voorschriften van den aan nemer of leverancier geen afstand noch uit- drukkelyk, ncch implicite gevorderd wordt van zyn recht om de beslissing in te roepen, hetzy van den rechter, hetzy van arbiters, dit laatste in den geest zooals zulks in art. 21 van de algemeene voorschriften, enz. van hot departement van mariao is voorgeschreven. 3o. Afschrift van dit verslag te verzenden aan de heeren ministers van oorlog, van blnnen- Undsche zaken, van koloniën, van waterstaat, handel en ny verheid en van marine. San-José Schildluis. B(j de Tweede Kamer is door do Ministers van Binnenlandsche Zak n en van Financiön ingediend o;n wetsontwerp, houdende bepalin gen tot wering van voor den land-, tuin- af boschbouw echadelyke aierón en van planten ziekten. Het heeft do strekking om in het algemeen, onder nadere goedkeuring van de Staten- Generaal, aan de R-goering de bevoegdheid te geven, om, by alia voorkomende gevallen, bjj algemeenen maatregel van bestuur verbods bepalingen van invoer in het leven te roepen, ten einde van onzen land-, tuin- of bosch bouw dreigende govaron af ta weren. De Rsgeering wyst er o. a. op, dat thans onzen landbouw opnieuw een gevaar dreigt, groot r naar het zich laat aanzien dan door Colorado kever en phylloxera, en wel door de San-José-scbildluis (AspeJiotus p rnicrosus), een insect, dat, waarscbyniyk uit Chili naar Colorado overgebracht, zich van daar over een groot deel van de V. S. van Noord- Amerika heeft verspreid en voornamelyk in de ooftboomgaarden groote verwoestingen aanricht. De omstandigheid, dat in de laatste jaren steeds meer versche vruchten, voornameiyk appelen en peren, uit Amerika in Europa, speciaal ook in Nederland, worden ingevoerd, maakt het plicht der Regeering om zoo spoedig mogeiyk tegen overbrenging van het gevaarlyk insect in ons land te waken. Wyzende op de tegen alt insect reeds in Duitschland gacomen maatregelen, acht de Regeeiing het dringend noo lig, dat ook hier met kracht worde opgo- trodöD, totdat volkomen Zrkerheii zil zyn verkregen in hoeverre het in Amerika voor komende insect in ons klimaat en op onzen bodem leven en voorttelen kan. Behalve, dat by het veelvuldig Invoeren van versche vruchten uit Amerika ons reeds dadelyk gevaar zou dreigen, zoo laat het zich aanzijn, dat Duitschlands maatregelen ten gevolge zullen heoben, dat de zendingen, oie in Duitschland niet of niet dan na streng oiderzoek worden toegelaten, naar onzo havens zullen worden ge zonden. Behalve, dat daardoor het gevaar van overbrenging van het insect groot^r wordt, is het tovendien te verwachten, dat Duitschland spoedig zyn grenzen voor uit Holland kcaend® boomen, planten, enz. sluiten zou en den toe voer van vruchten zou bemoeilyken, wanneer wy onze grenzen geheel openlieten. Htt is plicht om tegen dit dubbele gevaar zoo spoedig mogelyk maatregelen te nemen; te metr, daar de vruchtencultuur boa langer zoo meer be- teekenis voor ons land verkrygt. Dit gevoelen, der Regeeriog wordt volkomen gedeeld door de Ned, My. voor Tuinbouw en Plantkunde. Art. 2 van het ontwerp bepialt, dat de volksvertegenwoordiging in de gel.-genbei 3 zal wezen, om, zoodra zij dit wil, door verwerpiog van een wetsvoorstel (behelzende de in den maatregel van bestuur vervatte voorschriften en dat togelykertyd by uitvaardiging van oien maatregel zal worden aanhangig gemaakt) de Rsgeering t9 noodzaken, onverwyld do ver- eischte stappen to dosn tot intrekking van de genomen maatregelen. OESTGEEST. Geboren: Nicolaas Albert, Z. van N. v. d. Mey on D. v. d. Mey. Abraham, Z. van P. Devilee en J. G. Do Vrind. Dirk Gerard, Z. van G. Van der Laan en A. Bakker te Leiden. Nicolaas, Z. van J. Glasbergen en A. De Jonge. Overleden: J Bauma,34j.,te's-Gravenhage. ZOETERWOÜDE. Go boren: Anton, Z. van M. Karens en P. v. d. Eyk. Cornelia Clasioa, D. van L. Hoaniet en A. Zwarte. Margaretha, D. van J. H. Meyer en N. Daudey. Overleden: A. Verheul 3 j., Z. van W. Ver heul en T. Maaskant. H. v. Rijn, 68j ongeh. A. Dobbo 92 j., echtg. van A. Van der Post. Gehuwd: M. Janmaat jm. 27 j. en J. v. d. Meer jd. 20 j. W ielrij den» By btt onderzoek in de afdeelingen van de gemeentebegroting te's-Gravenhage werd o. m. aangedrongen op uitbreiding der be palingen betreffende de ry wielen. De commissie voor de strafverordeningen heeft naar aan leiding daarvan overwogen, of er aanleiding bi staat oenige bep üingen op het wielryden te herzien en uit te breiden. Ten behoeve van de veiligheid van bet verkeer acht zy het gewensebt to verbieden met ry wielen te btryden: het beschalpto pad, van de Lian Copes-van-Cattenburg; gedurende het badseizoen den weg langs den zeekant van het Hutol Garni tot aan do Kerk werf en gedeeltelyk btt strand; des avonds na zonsondergang cn op Zon- en algemeon erkende Christelyko feestdagen do beschelpte paden van het Lange Yoorhout en van des namiddags twee tot tien uren de Yeenestraat, de Spuistraat en de Vlamingstraat. Ook het aan de hand voeren en plaatsen van ry wielen aan h9t strand tusschen do stoelen cn tusschsn de tenten moet naar het oordeel der commissie niit toegelaten worden Yoorts wordt aanbevolen den wielrijders de verplichting op to loggen sein te geven by het omrydon van hoeken van straten en vóór het overgaan van kruispunten en om niet anders dan in matigen gang hoeken van straten om te rydea en kruispunten over te gaan. Ten slotto wordt een wyziging voorgesteld, ton einJe te voorkomen, dat onder de be naming bestuurders ook vorstaan worden zy, die rijwielen aan de hand voeren terwyl zy or naast loopen. Dienovereenkomstig heeft de commissie wyziging van de Algemeene Politieverorde ning ten aanzien van dit onderwerp aan den Raad ter goedkeuring aangeboden,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 6