A". 1898
geze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Een strenge vergelding.
Y IP. 118/2
Zaterdag 12 Maart,
PEIJS DEZES COUEAKT:
Voor Leiden per 8 maanden. 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlyko Nommers0.05.
PRIJS DER ADVEBTENTIËN:
Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het in casseer er» buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden. 11 Maart.
Naar alle w ^rscbyniykheid treedt Emma
Nevada heden avond alhier op voor een uit
verkochten schouwburg.
Bij de firma Burgersdyk en Niermans,
alhi-r, zullen op Maanoag en Dinsdag 21 en
22 Maart a. 8. verkocht worden de bibliotheken,
nagel tton door dr. D. Doytr, in leven pro
fessor in de oogheelkunde aan de universiteit
alhior, en W. K. J. Schoor, doctor ia de
scheikunde en oud-leeraar aan de H. B.-S.
tu Meppel, benevens eenige kleinere natuur
wetenschappelijke bibliotheken. De catalogus
van 1200 nrs. bevat werken over genees
kunde, (tijdschriften, anatomie, physiologie,
chirurgie, ophthalmologie, laryngo'ogie, Obste
tric, gynaecologie, enz.) chemie en pbamacle,
physioa, enz., zoölogie, botanie en geologie.
De catologus is gratis verkrijgbaar. Men zie
de advertentie in dit blad.
Hedenmiidag kwamen alhier uit Den
Haag aan 40 miliciens van de lichting 1898,
om ingedetll te worden bij de bei ie bataljons
van het 4io regiment infanterie, alhier in
g-rni2Den, terwijl er n orgen uit diezelfde ge-
moente 100 miliciens worden verwacht.
Voor don Hoogen Raad zijn heden
beéedïga: lo. als advocaat en procureur, rar.
H. G. De Cock, to Loideo; 2o. als advocaat,
mr. S. J. Hogeizei), to 's-Gravenhage.
De kapt. O. J. A. Schwarz, van het
4do reg. inf., waarnemend regiments aojudant,
is overgeplaatst van het 1ste bataljon te Delft
by het 4 je bataljon te Leiden.
Hen meldt ons uit Den Haag:
Dj brigadier J. P. Letschcrt, te Leiderdorp,
ontving van de Nederlanische Vereeniging
tot bescherming van Dieren in Den Haag,
wacrvan H. M. de Koningin beschermvrouw
ie, de zilveren medaille.
Gi:teren overleed te 's-Gravonhago plot
seling de beer.R. A. W. Sluiter, oud-kolonel
der artillerie. In htt gebouw „Diligeotia,"
waar by eon vergade ing.by woonde, overviel
hem een oogestbloliei'r dier eentkljps ee-.i
einde maakte aan zyn werkzaam en nuttig
1 ven.
Na zijn militaire loopbaan met eere te
hebben vervuld, laatstelyk als directeur van
's Ryks geschutgietery ti's Gravenhago, beeft
by vele jaren de residentie v.rtegenwooróigd
In stad en gewest, en ook een kurte poos in
'sl.nJs vergaderzaal. In Mei 1885 werd hy
in Den Haag tot lid van de Tweede Kamer
gekoren, ter vervanging van den heer Wint-
gens, maar reeds het volgend jaar nam by
zyn o tolag. Vóór en na dion tyd, van
1883-1837, was hy een yverig lid vm
den H-agschen Gemeenteraad, terwyi by sedert
1889 Ut op cit o ogen blik deel uitmaakte van
de Provinciale S. ten van Zuid Holland. In
al zyn op nbare betrekkingen werd hy om
zyn kennis en gaven zeer op prys gesteld,
niet minder ook als voorzitter van het bestuur
van „Diiigentia," de bultende maatschappy
van natuurkunde, en als vice voorzitter van
de vureoniging Licht, Liefde, Leven.
Aan het diDer, dat do Koninginnen
gist ren ten hove voor de militaire autori
teiten gaven, namen deel: de adjudanten in
bu tengewonen dienst van de Koningio met
den rang van vlagofficier by de zeemacht en
opperofficier by de landmacht; verder alle
actieve officieren van de land- en zeemacht
in de residentie met den rang van vice-
admiraal, echout-by-nacht, luitenant-generaal
en generaal majoor. Tot de eerste categoiie
behoort o. a. de gep. vice admiraal jhr. Röell,
minister van marine, tot de tweede geoera&l-
majoor Eland, minister van oorlog.
Voor het examen in de nuttige hand
werken zyn te Utrecht ge6la3gd de dames
E. Rynveld en C. C. Visser, beiden van Lisse.
Te Delft is opgericht een K.-K. Studenten-
Vereoniging, die zich ten doel stelt de
katholiek-wetenscbappelyke ontwikkeling ha-
rer leden te bevorderen door voordrachten en
onderlinge besprekingen. Als moderator is
door zyn overheid benoemd de zeereerw. heer
G. Lauwerens, em.-prof^esor.
Nasr de „Asser Ct." uit goede bron ver
neemt, heeft het wetsontwerp, dat dienen moet
om den aanleg van dtn Noord-Oostor-Locaal-
spoorweg to verzekeren, h-t departement van
Waterstaat verlaten en is het by den Raad
van State aanhangig gemaakt.
Voor het pU tsen van een Wilhelmina-
boom op het Nassauplein te Ha&rlem hee.'t de
geme.nteraad een kre.iet verleend van 150.
De Algemeene Vi-reeniging voor Bloem
bollencultuur zal baar algemeene vergadering
houden op Maandag 28 Maart In het Bron
gebouw to Haarlem. Aan de orde komt o. a.
een voorstel van hot hoofdbestuur om deel
te nemen aan de tentoonstelling te Parys ia
1900. Voorts een voortel van de afdeeüng
Bennecroek Vogelrnzuig om een tentoon-
s'eliing te houden van bloemen van Spaansche
Irissen, om de jui-ts op-i aam stelljng to be
vorderen. De afdeelirfg Noordwyk stelt voor,
haar een Sucsidie too ts staan van ƒ200
'sjaars tot het in-stand-houden van een
proefveld, om zoo mogeiyk een middel te
vinden tot bestryding van kwade plekken in
de bullengrondon.
Ter benoeming van een directeur der
hoogere burgerschool met 5-jangen cursus
voor jongens op de Keizersgracht te Amster
dam worden aanbevolen de beeren: dr. J. C.
Costerus, leeraar aan de hoogere burgerschool
met 5 jarigon cursus voor jongens, tevens
belast met de leiding der hulpklassen dier
school, tydelyk gevestigi in hot hulplokaal
aan de N.jssaukade; en A. L. J. Bonten, leerbar
aan de hoogere burgerschool met 5-jarig. n
cursus voor jongens.
Burg. en Weths. van Aast rdam ver-
zo.kon van don gemeenteraad machtiging om
aanrijdingen te vragen op het tota 1 beorag
eener te sluiten leening van ten hoogste 18
milIlQPn i o iiinaal, tegen een rente van 3 of
3'/2 pet., voor de uitgifte door den gemeente
raad vast te stellen, en met aflossing jaailjks
van een derligsta gedeelte, te bi ginnon met
het jaar 1900. Dögene, wiens aanbieding wordt
aangenomen, is verplicht het totasl bedrag
d t leeuing, berekend togen den aangeboden
koers, hotzy ineens of by gedeelten, co h in
eik geval *óór 1 Augustus 1898, te storten.
Do loopende rente sedert 1 April 1898 tot
den dag der stortiDg moet worden bybetaald.
Volgens bet „VadL" zullen de majoor
W. P. Voeren, van het 2de reg. veld-art. te
's Gravenhage, en de luit.-kol. Meyer, comm.
van h t 2Je bat. 3do rog. inf. te Mitdelburg,
binnenkort den dienst met pensioen verlaten.
Als auteur van „De candid&tuur Bommel"
wordt genoemd mr. Sprenger van Eyk, te
's Gravenhage. (Nieuws.)
Dr. P. P. Van Hamel Roos, redacteur
van het „Maandblad tegon de Vervalschingen"
herdenkt heden den 25sten verjaardag zyner
promotie.
De gewone audiëntie van den minister
vau binnenlandsche zaken -op 12 Maart zal
niet plaat3 hebben.
Het stoomschip „Agatnemnon" vertrok
5 Maart van Batavia Daar Amsterdam; de
„Amsterdam", van Nieuw-York naar Rotter
dam, is 10 Maart Dover gepasseerd; de
„Lawoe", vau Rotterdam naar Batavia, ver
trok 10 Maart van Marseille; de „Admiral",
van Hamburg en Antwerpen naar Oost-Afrika,
arriveerde 9 Maart te Tauger; de „Tottenham",
(Holl.-Amerika lyn), van Nieuw-York naar
Rotterdam, passeerde 10 Maart Lizard.
Alfen. Aan den Minister van Waterstaat,
Handel en Nijvirhoid is een adres gericht
aan de Vereeniging „Gemoentebolang", ge
vestigd te Alfen aan den Ryn, waaria zyt*
kennen geeft:
dat bet baar bekend is, dat doo»* de hoeren
A. L. Do Sturler, to Leidon, T. A. O. De
Riider, burgemeester van Katwijk, en anderen,
concessie is vtrkivgen voor-jden aanleg en de
exploitatie van een stoomifara van Leiden
naar Alfen; terwyi het voornemen zou bestaan
die lyn door te trekken over Boskoop tot
Gouda;
dat het tot stand-komen d^er tramlyn
voor de gemeente Alfen en* de tu«8cben deze
plaats en de stad Lei JeD liggende gemeenten,
van zoer groot belang is en dat dez-j dicht
bevolkte en ntyvere streek met een tr..mten
zeerste zou zyn gebaat;
dat adressante hoeft vernomen, dat er voor
de tramlyn eenige onteigeningen zullen moe
ten geschieden en dat voor een ontwerp ont
eigeningswet reeds sedert oenlgen tyd de
gegevens aan '8 ministers Departement zyn
verstrekt;
dat een spoeiige tot stand-koming van de
tram zeer w-nschelyk zoude zyn;
Redenen, waarom airsssante zich tot den
minister wondt met het beleefd, doch dringend
verzoek, dat hetZyn Excellentie moge behagen,
zyn medewerking te Willen verleenen, opdat
zoo spoedig mogelyk by de Tweodo Kamer
der Staten-Generaal een onteigeningswet
worde in jouend.
Lcinmidcn. Door den Commissaris der
Koningin is benoemd tot geaoente-veldwachter
al bit r H. A. Meester, thans agent van politie
en onbezoldigd Rykovcliwachter te Leiden.
Waddings veen. Het nieuw opgerichte
Fanfare co; ps „Concordia" houdt Woensdag
a. 8. zyn eersten oefeningsavond. Wy hopen
van gaDschor harte, dat h6t corps voortdurend
in blooi moge toenemen en roepen het een
welgemeend „weikom!" toe in onze gemeente.
By de commissie voor de Iohuldigings
feesten bestaat het plan, om een Koninginne-
boom te plaatsen. Waar en op welk uur van
don feestdag dit zal geschieden, ia nog niet
met zekerheid bekend.
Woubrugge. Ds. La Grand, te Hoenderloo,
beroepen tot pred. by de Hervormde G^meeDte
albier, h opt Zondag 24 April a. s. zijn intredj
te houden, na des voormiddags te z|jn beves
tigd door ds. DoevendanB, pred teHoogmade.
Zesde "Winterlezing.
In de goed gevulde kleino Nutszaal albier
trad gisteravond in de zesde of laatste Winter-
lezing op d6. A. J. A. Vermeer, van 's-Gra-
venbage, die een zeer schoone en boeiende
causerie hield over: Vertellingen uit Dorps
pastorieën (Van Koetsveld en Ian Maclaren).
In zyn inleidend woord gaf spreker een
schets van het leven van den plattelands-
domineo en van de indrukken die hy ontvaDgt,
van zyn gemeenteleden in allerlei omstandig
heden en by verschillende gebeurtenissen, als
zyneerwaarde ten minste aanspraak mag
maken op een gevoelig hart en een scherpen
waarnemiogsgeest.
Eenige preGikanten, zooals byr. Oliver
Goldsmith in zyn „The Vicar of Wakefield"
en Frieurich Strauss in zyn „Kerkkiokstonen",
hebben die indrukken door middel van do
pers of wil men liever van boeken aan aDderen
medegedeeld. Onder hen mogen in de aller
eerste en voornaamste plaats genoemd wor
den ds. Van Koetsveld on Ian Maclaren, wiens
werken in dm laatst en tyd zeer veel opgang
hebben gemaakt.
Het was spr.'s dool dezen avond in het
bijzonder oen lyn te trekken tusschan Van
Ko.tsvelds „Schetsen uit de Pastorie van
Mastland" en Maclaren8 „Harten Tan Goud".
Vooraf evenwel deelde spr. het een en
ander mede uit het leven van Ian Maclaren,
wims ware naam John Watson is, die ge
boren werd in 1850, thans predikant is te
Liverpool en de beroemde schryvor van
„Harten van Goud" ea „Van lang Tervlogen
Dagen," om daarna met nadruk er op te
wyzen, dat toen de Nedorlandsche overzettin
gen van deze werken bekend werden, een
schim verscheen van onzen bekenden Van
Koetsveld, den schryver van de „Schetsen
uit de Pastorie van Mastland." Opmerkelijk
noemde ds. Vermeer het, dat dr. H. M. Van
Nes, van Rotterdam, die „Harten van Goud"
in hot Nederlmdsch vertaalde, in zyn voorrede
van Van Koels?tld spreekt on dat dit even
eens het geval was met een anderen vertaler
van een ander boek van den Scbotlandschen
scbryver Maclartn. Eigenaardig ook moet de
vraag genoemd worden, welke over veler
lippen kwam by de verschyning van Maclarens
werken: „Wat is mooier, hetgeen ons Van
Koetsveld aanbiedt of dat, wat Maclaren ons
geeft?" By het lezen van de werken van
Maclaren denkt men dan ook onwillekeurig
aan het werk van ds. Van Koetsveld.
„Harten van Goui" en „Schetsen nit de
Pastorie van Mastland" hebben dan ook zeer
veel overeenkomst, maarook zeer veel
verschil. De overeenkomst ligt allereerst ia
den werkkring van beide schryvers, daar
elk huDner predikant is. Voorts is treffend,
dat Maclaren een Schot en Van Koetsveld
een Hollander is, terwyi bekend is, dat
Schotten en Hollanders door zeden, gewoonten
en godsdienst veel overeenkomst hebben. En
toch verschillen hun papieren kinderen in
veel van elkander, omreden de vaders ver
schillend hebben gezien. Blyken3 de vertel
lingen is Van Koetsveld een pessimist, die
hooi, heel voorzichtig te werk gaat, en
Maclaren een vroolyk man, die geen kwaad
kan zien in den menscb.
Van Koetsveld is bet te doen om toestanden
te schetsen, verschillende gebeuitenissen te
bescbryven, boe hrt hem gaat en wat by
ondervinct als dorpspredikant. Hy scbryft over
zichzelven en over zyn gemeente. Vooral voor
studenten in de theologie zyn deze schetStQ
hoo.st leerryk.
By Maclaren vindt men echter weinig den
dominee. Maclare.n wilde daarby de wereld
niet zwartgallig doorgaan en wil steeds aan-
tconen, dat de menschen, ondanks al bun
gebreken, toch harten van goud hebben. Al
zyn helden hebben zulk9 gouden harten.
Is Van Koetsveld man van wetenschap,
Maclaren is kunstenaar. Van Koefcsvëld, met
zyn scherpen blik, is een pbotograaf gelgk,
die instantanóes geeft. Hy merkt op en geeft
te lezen w.it by opdeed. Maclaren evenwel
is niet ongeiyk aan den schilder, die al wat
by ziet, in pois>onlgkbeden geeft: by schildert
en groepeert zoo, dat men denzelfden indruk
moet erlangen als by. Hy geeft typen en dit
stempelt hem tot kunstenaar. Al zyn personen
zyn gefingeerd. Van Koetsveld geeft dus ge
beurtenissen, Maclaren personen.
En Van Koetsvelds werk èn dewtikei
tan Macktren^fln overwaard te worden gelezen.
Ieder kan zo lezen en spr. noemde het een
gelukkig veracbynsel, dat zulke boeken ge
schreven en druk gelt-zen worden; tovenal
gelukkig, omdat er zooveel schandeiyke lectuur
in onze dagen bet licht ziet. Dit bedenkende,
voM men de heilige liefde, waarmede Van
Koitsveld cn Maclaren in hun vertellingen
gepleit hebben; de liefde, waardoor zy goed
hebben gedaan en goed blyven doen.
Sprekers causerie werd afgewisseld door
aanhalmgen uit de besproken werken en werd
door allen met aandacht en genoegen gevolgd.
Zeer waarachyniyk zullen van de trouwo
bezoekers der zes lezingen eenigeo, met het
vorige vyftal ook boogeiyk ingenomen, een
deftig „finis coronat opui" hebben uitge
sproken of voelen opryzen na de lezing van
gisteravond, en zullen anderen, aan deze
laatste voordracht de voorkeur boven de andere
zusteren gevende, aan deze jongste een echt
Hollandsch „'est best" hebben gewyj.
Uit de „Staatscourant".
Koninkl. Besluiten Benoemd, met ingang
van 1 April 1898, tol bureelambten.iar van den
Rijks-waterstaat, C. G. Van Pietorson te 's-Graven-
bage; tot griffier bij het bof van justitie in de
kolonie Suriname, de beer mr. G. F. baron tho0
13)
Zy is diap melancholiek en zóó zwaar
drukken de treurige gedachten en hot ver
driet op haar gemoed, dat zij den last byna
niet kan dragen. Zy is g heel verward en
afgemat en haar bart treurt over het verlies
van de liefde, die zy eenmaal gemeend had
te bezitten.
Ett schijnsel van de maan vormt een krans
oui haar schoon nro'd, het weelderige haar
valt in golvende lokken over haar schouders,
ha^r droevig gelaat is omboog geheven en
baar cog n rich'en zich r.aar den hemel, alsof
zij van daar hoop en troost verwachten.
Dj nacht U sul, byra drukkend, de vogels
hei'oen roeds ling opgehouden te zingen en
e n zachte wind brongt slechts even htt
gobUdorts van de 6tatigs boomon in beweging.
Do geur der bloemen stygt uit den slapenden
tuin omhoog, ge?n enkel geluid verstoort do
stilte van den Dacht; alles zwygt als het graf.
Mair luister! W*t is dat? Een voetstap op
het kies-lpad wekt haar oplettondheid. Voor
bet eörst sedort Doia's vertrek bewoegt zy
zich en ziet, haar boofd omwendend, naar
don kant van waar het geluid komt.
Blootshoofds en mét zyn handen op den
rug komt sir Ad/iaen, in gepeins verdiept,
langzaam langs hit grasveld wandelen, totdat
hy onder h°t venster staat. H(1 boüdt hier
op, alsof zyn goede geeat hem hierheen geleid
heeft en hem doet stilstaan op de plek, waar
by htt li.fit wil zyn.
De maan, die haar hel ler licht in 't rond
sjreiJt, vergunt Florenco te zien, dat zyn
gelaat ernstig on peinzend is en ja, het is
zoo, nu z(j scherper toeziet, merkt zy op,
dat het treurig en bezorgd is.
Wat kan hem ongelukkig maken juist in
dezen nacht, nu de vrouw, dia by, zooals zy
meent, bemint, zooveel uren achteieen met
hem in geselschap is geweest en hem onge-
twyfeld ttwijzen heeft gegeven van haar
voorkeur voor hem, boven alle anderen?
Zyn hoofd plotseling opheffend, ziet sir
Adriaan het gelaat in het venster boven hem,
eu zyn hart klopt sneller, nu by de gestalte
herkent van de vrouw, die hy liefheeft.
Het tooneel is zóó kalm, zóó verbeven en
romantisch, dat het op beider gemoed een
diepen indruk maakt. Zy zyn alleen; ieder,
die in huis nog wakker mag zyn, is ver van
hen af.
Nooit is zy bom zoo schoon, zoo rein en zoo
lieflyk voorgekomen als nu. Alle trots schynt
by baar verdwenen te zfin, en in plaats
daarvan is alleen een zachte zwaarmoedigheid
overgebleven; zy schynt zoo ver van hem
verwyderd, zooals zy daar zit in haar reioe
witte kleeding, dat by in het eerst aarzelt, om
haar aan te spreken. Aan zj-n opgewonden ver
beelding vertoont zy zich als een engel, die
op weg naar hoogere sferen zit te rustsn.
Ten laatste echter dringt zyn hart hem
dezen schroom te overwinnen en spreekt hy
haar aaD.
^Florence, zyt g\J nog wakker, terwyi ieder
een zich reeds ter ruste heeft begeven?"
Haar naam, door zyo lippen uitgesproken,
doet een govoelige snaar ia haar hare trillen.
„En gy ook", zegt zy fluistereud; toch
vangen zyn ingespannen oorcD de woorden
op De gedachte, dat zj beiden alleen nog
wakker zyn, terwyi alles in buis slaapt, en
met elkander spreken m den zachten mane-
8cb(jn, schenkt haar een onverwacht genot.
Toch vergist zy zich in haar voorstelling,
dat niemand meer op is ia huis, en zyn vol
gende woorden zeggen haar dit.
„In mijn gevoel is hst ri-jt zoozeer te ver
wonderen," antwoordt hy; „want er zyanog
eenige heoron in de rookkamer byeen. Het is
nog vrcog, moet ge weten nog gesu drie
uren. Maar gy waarom zyt ge daar zoo
eenzaam blyven zitten?"
„De maan verleidde my, om my nog by
het venster neer te zetten. Zie eens, hoe
kalm en maj«atueus stygt zy omboog! Zie,"
zy strekt haar ontblootsn blanken arm uit,
totdat de etralen van de maan dien beschy-
nen en hem in het zuiverst marmer schynen
te veranderen „zy geeft iemand een gevoel
alsof de geheele wereld in baar zachten glans
gebaad ligt l"
Een lichte, vriendelyke glimlach speelt om
haar lippen. Sir Adriaan plukt een groote
1 witte lelie, die naast hem groeit, van den
stengel en werpt die met zulk een welbere
kend doel omhoog, dat zy op de vensterbank
blyft liggen. Zy ziet het en neemt haar op.
„Een gepast beeld van de bezitster", zegt
Adriaan zacht en eeöigszins onzeker. „Weet
ge, waaraan ge my herinnert, nu ge daar zoo
zit in uw witte kleeding? Aan het beeld eener
hei ige uit de mndeleeuwen een reine engel,
te goed, to ver boven alle aardsche hartstochten
Yeroeven, om aio te gevoeleD, of het verdriet,
dat daardoor ontstaat, te bogrypen."
Hij spreekt op een bitterea toon. Hot komt
hom voor, dat zy inderdaad koel is, wyi zy
niet reeds eer de grootheid zyner liefde voer
haar heeft opgemerkt. Hoezeer het mogoiyk
is, dat zy haar genegenheid aan een ander
geschonken heeft, schynt het hem toch on-
bescbryfiyk koel toe, dat zy geen modoiyden
kan hebben voor zyn lyden. Hy ziet haar
opmerkzaam aaD. Bedriegen de stralen der
maan bem, of zyn er tranen in haar groote,
donkere oogen? Zyn hart klopt hevig. Hy
herinnert zich nogmaals haar ontroeiing den
vor.gen avond. Hy hoort weor haar harts-
tochtolyk snikkeD. Is zy ongelukkig? Zyn er
doornen op baar pad, die Diet kunnen ver
wyderd worden?
„Florence, ik smeek u nog eenmaal, my
uw vertrouwen te schenken", zegt hy na een
pc03 van stilzwijgen.
„Ik kan dat niet", zegt zy treurig, maar
vastberaden. „Maar er is iet3, dat ik u moet
zeggen, gy moogt over my denken zooais
ge wilt, wanneer ik het zeg ik ben niet
koel, zooals gy eon oogenblik geleden scheent
aan te duiden; ik ben niet van steen gemaakt;
en, helaas, het verdriet, hetwelk gy meent,
dat ik riet kan gevoelen, versteent my roeds.
Gy do.t my ongelyk aan in uw gedachten.
Ik heb hier", roept zy mot luidere stem uit
en legt do band op haar borst, „iets, dat ik
gaarne zou willen missen een hart,^
„Neen", zegt Adriaan hierop, „gy vergeet,
dat het ni6t meer uw eigendom is, gy hebt
het weggeschoi.kon."
Voor oen kort oogenblik ziet zy hem op<
lettend aan, terwyi zy snel ademhaalt.
„Gy hebt geen recht om dat te zeggen,"
fluistert zij ten laatste.
„Neen, natuuriyk niet, ik vraag u ver
giffenis," zegt hy, zich verontschuldigend,
„Het is uw eigen geheim."
„Ik heb geen geheim," zegt zy zenuwachtig
geen enkel."
„Ik heb u beleedigd. Ik moest dat nis?
gezegd hebben; wilt ge het my vergeven?*
vraagt hy dringend.
„Ik vergeef u gehool en al," en als eet
bewys van de waarheid harer woorden leun)
zy oen weinig verder buiten het raam ei
ziet hem aan met een gelaat, dat, hoewe
bleek, onbeschryflyk zacht en vriendeiyk is
Haar schoonheid overwint al zyn beden
kmgen.
,0, Florence," fluistert hy op hartstocht*
lyken toon, „wanneer ik hot slechts wage*
durfde u te zeggen wat
Zy verschrikt en legt een vinger op haa
lippeD, als om hem tot Btilzwjjgen te ve»
manen.
„Hushi" zegt zy, mc-t trillende stem. „G
vorgeet! Het uur, de ongeving hjbben
medegesleept! Ik moeit niet met u gesprok»
hebben. Gal Er ia niets, dat gy my moo?
ve. tellen er is niets, wat ik wensch
hooren. Herinner u wat gy aan een anda
verschuldigd zyt en goeden nacht."
(Wordt vervolgd.)