A". 1898 geze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Een strenge vergelding. Y IP. 118/2 Zaterdag 12 Maart, PEIJS DEZES COUEAKT: Voor Leiden per 8 maanden. 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlyko Nommers0.05. PRIJS DER ADVEBTENTIËN: Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het in casseer er» buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden. 11 Maart. Naar alle w ^rscbyniykheid treedt Emma Nevada heden avond alhier op voor een uit verkochten schouwburg. Bij de firma Burgersdyk en Niermans, alhi-r, zullen op Maanoag en Dinsdag 21 en 22 Maart a. 8. verkocht worden de bibliotheken, nagel tton door dr. D. Doytr, in leven pro fessor in de oogheelkunde aan de universiteit alhior, en W. K. J. Schoor, doctor ia de scheikunde en oud-leeraar aan de H. B.-S. tu Meppel, benevens eenige kleinere natuur wetenschappelijke bibliotheken. De catalogus van 1200 nrs. bevat werken over genees kunde, (tijdschriften, anatomie, physiologie, chirurgie, ophthalmologie, laryngo'ogie, Obste tric, gynaecologie, enz.) chemie en pbamacle, physioa, enz., zoölogie, botanie en geologie. De catologus is gratis verkrijgbaar. Men zie de advertentie in dit blad. Hedenmiidag kwamen alhier uit Den Haag aan 40 miliciens van de lichting 1898, om ingedetll te worden bij de bei ie bataljons van het 4io regiment infanterie, alhier in g-rni2Den, terwijl er n orgen uit diezelfde ge- moente 100 miliciens worden verwacht. Voor don Hoogen Raad zijn heden beéedïga: lo. als advocaat en procureur, rar. H. G. De Cock, to Loideo; 2o. als advocaat, mr. S. J. Hogeizei), to 's-Gravenhage. De kapt. O. J. A. Schwarz, van het 4do reg. inf., waarnemend regiments aojudant, is overgeplaatst van het 1ste bataljon te Delft by het 4 je bataljon te Leiden. Hen meldt ons uit Den Haag: Dj brigadier J. P. Letschcrt, te Leiderdorp, ontving van de Nederlanische Vereeniging tot bescherming van Dieren in Den Haag, wacrvan H. M. de Koningin beschermvrouw ie, de zilveren medaille. Gi:teren overleed te 's-Gravonhago plot seling de beer.R. A. W. Sluiter, oud-kolonel der artillerie. In htt gebouw „Diligeotia," waar by eon vergade ing.by woonde, overviel hem een oogestbloliei'r dier eentkljps ee-.i einde maakte aan zyn werkzaam en nuttig 1 ven. Na zijn militaire loopbaan met eere te hebben vervuld, laatstelyk als directeur van 's Ryks geschutgietery ti's Gravenhago, beeft by vele jaren de residentie v.rtegenwooróigd In stad en gewest, en ook een kurte poos in 'sl.nJs vergaderzaal. In Mei 1885 werd hy in Den Haag tot lid van de Tweede Kamer gekoren, ter vervanging van den heer Wint- gens, maar reeds het volgend jaar nam by zyn o tolag. Vóór en na dion tyd, van 1883-1837, was hy een yverig lid vm den H-agschen Gemeenteraad, terwyi by sedert 1889 Ut op cit o ogen blik deel uitmaakte van de Provinciale S. ten van Zuid Holland. In al zyn op nbare betrekkingen werd hy om zyn kennis en gaven zeer op prys gesteld, niet minder ook als voorzitter van het bestuur van „Diiigentia," de bultende maatschappy van natuurkunde, en als vice voorzitter van de vureoniging Licht, Liefde, Leven. Aan het diDer, dat do Koninginnen gist ren ten hove voor de militaire autori teiten gaven, namen deel: de adjudanten in bu tengewonen dienst van de Koningio met den rang van vlagofficier by de zeemacht en opperofficier by de landmacht; verder alle actieve officieren van de land- en zeemacht in de residentie met den rang van vice- admiraal, echout-by-nacht, luitenant-generaal en generaal majoor. Tot de eerste categoiie behoort o. a. de gep. vice admiraal jhr. Röell, minister van marine, tot de tweede geoera&l- majoor Eland, minister van oorlog. Voor het examen in de nuttige hand werken zyn te Utrecht ge6la3gd de dames E. Rynveld en C. C. Visser, beiden van Lisse. Te Delft is opgericht een K.-K. Studenten- Vereoniging, die zich ten doel stelt de katholiek-wetenscbappelyke ontwikkeling ha- rer leden te bevorderen door voordrachten en onderlinge besprekingen. Als moderator is door zyn overheid benoemd de zeereerw. heer G. Lauwerens, em.-prof^esor. Nasr de „Asser Ct." uit goede bron ver neemt, heeft het wetsontwerp, dat dienen moet om den aanleg van dtn Noord-Oostor-Locaal- spoorweg to verzekeren, h-t departement van Waterstaat verlaten en is het by den Raad van State aanhangig gemaakt. Voor het pU tsen van een Wilhelmina- boom op het Nassauplein te Ha&rlem hee.'t de geme.nteraad een kre.iet verleend van 150. De Algemeene Vi-reeniging voor Bloem bollencultuur zal baar algemeene vergadering houden op Maandag 28 Maart In het Bron gebouw to Haarlem. Aan de orde komt o. a. een voorstel van hot hoofdbestuur om deel te nemen aan de tentoonstelling te Parys ia 1900. Voorts een voortel van de afdeeüng Bennecroek Vogelrnzuig om een tentoon- s'eliing te houden van bloemen van Spaansche Irissen, om de jui-ts op-i aam stelljng to be vorderen. De afdeelirfg Noordwyk stelt voor, haar een Sucsidie too ts staan van ƒ200 'sjaars tot het in-stand-houden van een proefveld, om zoo mogeiyk een middel te vinden tot bestryding van kwade plekken in de bullengrondon. Ter benoeming van een directeur der hoogere burgerschool met 5-jangen cursus voor jongens op de Keizersgracht te Amster dam worden aanbevolen de beeren: dr. J. C. Costerus, leeraar aan de hoogere burgerschool met 5 jarigon cursus voor jongens, tevens belast met de leiding der hulpklassen dier school, tydelyk gevestigi in hot hulplokaal aan de N.jssaukade; en A. L. J. Bonten, leerbar aan de hoogere burgerschool met 5-jarig. n cursus voor jongens. Burg. en Weths. van Aast rdam ver- zo.kon van don gemeenteraad machtiging om aanrijdingen te vragen op het tota 1 beorag eener te sluiten leening van ten hoogste 18 milIlQPn i o iiinaal, tegen een rente van 3 of 3'/2 pet., voor de uitgifte door den gemeente raad vast te stellen, en met aflossing jaailjks van een derligsta gedeelte, te bi ginnon met het jaar 1900. Dögene, wiens aanbieding wordt aangenomen, is verplicht het totasl bedrag d t leeuing, berekend togen den aangeboden koers, hotzy ineens of by gedeelten, co h in eik geval *óór 1 Augustus 1898, te storten. Do loopende rente sedert 1 April 1898 tot den dag der stortiDg moet worden bybetaald. Volgens bet „VadL" zullen de majoor W. P. Voeren, van het 2de reg. veld-art. te 's Gravenhage, en de luit.-kol. Meyer, comm. van h t 2Je bat. 3do rog. inf. te Mitdelburg, binnenkort den dienst met pensioen verlaten. Als auteur van „De candid&tuur Bommel" wordt genoemd mr. Sprenger van Eyk, te 's Gravenhage. (Nieuws.) Dr. P. P. Van Hamel Roos, redacteur van het „Maandblad tegon de Vervalschingen" herdenkt heden den 25sten verjaardag zyner promotie. De gewone audiëntie van den minister vau binnenlandsche zaken -op 12 Maart zal niet plaat3 hebben. Het stoomschip „Agatnemnon" vertrok 5 Maart van Batavia Daar Amsterdam; de „Amsterdam", van Nieuw-York naar Rotter dam, is 10 Maart Dover gepasseerd; de „Lawoe", vau Rotterdam naar Batavia, ver trok 10 Maart van Marseille; de „Admiral", van Hamburg en Antwerpen naar Oost-Afrika, arriveerde 9 Maart te Tauger; de „Tottenham", (Holl.-Amerika lyn), van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 10 Maart Lizard. Alfen. Aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijvirhoid is een adres gericht aan de Vereeniging „Gemoentebolang", ge vestigd te Alfen aan den Ryn, waaria zyt* kennen geeft: dat bet baar bekend is, dat doo»* de hoeren A. L. Do Sturler, to Leidon, T. A. O. De Riider, burgemeester van Katwijk, en anderen, concessie is vtrkivgen voor-jden aanleg en de exploitatie van een stoomifara van Leiden naar Alfen; terwyi het voornemen zou bestaan die lyn door te trekken over Boskoop tot Gouda; dat het tot stand-komen d^er tramlyn voor de gemeente Alfen en* de tu«8cben deze plaats en de stad Lei JeD liggende gemeenten, van zoer groot belang is en dat dez-j dicht bevolkte en ntyvere streek met een tr..mten zeerste zou zyn gebaat; dat adressante hoeft vernomen, dat er voor de tramlyn eenige onteigeningen zullen moe ten geschieden en dat voor een ontwerp ont eigeningswet reeds sedert oenlgen tyd de gegevens aan '8 ministers Departement zyn verstrekt; dat een spoeiige tot stand-koming van de tram zeer w-nschelyk zoude zyn; Redenen, waarom airsssante zich tot den minister wondt met het beleefd, doch dringend verzoek, dat hetZyn Excellentie moge behagen, zyn medewerking te Willen verleenen, opdat zoo spoedig mogelyk by de Tweodo Kamer der Staten-Generaal een onteigeningswet worde in jouend. Lcinmidcn. Door den Commissaris der Koningin is benoemd tot geaoente-veldwachter al bit r H. A. Meester, thans agent van politie en onbezoldigd Rykovcliwachter te Leiden. Waddings veen. Het nieuw opgerichte Fanfare co; ps „Concordia" houdt Woensdag a. 8. zyn eersten oefeningsavond. Wy hopen van gaDschor harte, dat h6t corps voortdurend in blooi moge toenemen en roepen het een welgemeend „weikom!" toe in onze gemeente. By de commissie voor de Iohuldigings feesten bestaat het plan, om een Koninginne- boom te plaatsen. Waar en op welk uur van don feestdag dit zal geschieden, ia nog niet met zekerheid bekend. Woubrugge. Ds. La Grand, te Hoenderloo, beroepen tot pred. by de Hervormde G^meeDte albier, h opt Zondag 24 April a. s. zijn intredj te houden, na des voormiddags te z|jn beves tigd door ds. DoevendanB, pred teHoogmade. Zesde "Winterlezing. In de goed gevulde kleino Nutszaal albier trad gisteravond in de zesde of laatste Winter- lezing op d6. A. J. A. Vermeer, van 's-Gra- venbage, die een zeer schoone en boeiende causerie hield over: Vertellingen uit Dorps pastorieën (Van Koetsveld en Ian Maclaren). In zyn inleidend woord gaf spreker een schets van het leven van den plattelands- domineo en van de indrukken die hy ontvaDgt, van zyn gemeenteleden in allerlei omstandig heden en by verschillende gebeurtenissen, als zyneerwaarde ten minste aanspraak mag maken op een gevoelig hart en een scherpen waarnemiogsgeest. Eenige preGikanten, zooals byr. Oliver Goldsmith in zyn „The Vicar of Wakefield" en Frieurich Strauss in zyn „Kerkkiokstonen", hebben die indrukken door middel van do pers of wil men liever van boeken aan aDderen medegedeeld. Onder hen mogen in de aller eerste en voornaamste plaats genoemd wor den ds. Van Koetsveld on Ian Maclaren, wiens werken in dm laatst en tyd zeer veel opgang hebben gemaakt. Het was spr.'s dool dezen avond in het bijzonder oen lyn te trekken tusschan Van Ko.tsvelds „Schetsen uit de Pastorie van Mastland" en Maclaren8 „Harten Tan Goud". Vooraf evenwel deelde spr. het een en ander mede uit het leven van Ian Maclaren, wims ware naam John Watson is, die ge boren werd in 1850, thans predikant is te Liverpool en de beroemde schryvor van „Harten van Goud" ea „Van lang Tervlogen Dagen," om daarna met nadruk er op te wyzen, dat toen de Nedorlandsche overzettin gen van deze werken bekend werden, een schim verscheen van onzen bekenden Van Koetsveld, den schryver van de „Schetsen uit de Pastorie van Mastland." Opmerkelijk noemde ds. Vermeer het, dat dr. H. M. Van Nes, van Rotterdam, die „Harten van Goud" in hot Nederlmdsch vertaalde, in zyn voorrede van Van Koels?tld spreekt on dat dit even eens het geval was met een anderen vertaler van een ander boek van den Scbotlandschen scbryver Maclartn. Eigenaardig ook moet de vraag genoemd worden, welke over veler lippen kwam by de verschyning van Maclarens werken: „Wat is mooier, hetgeen ons Van Koetsveld aanbiedt of dat, wat Maclaren ons geeft?" By het lezen van de werken van Maclaren denkt men dan ook onwillekeurig aan het werk van ds. Van Koetsveld. „Harten van Goui" en „Schetsen nit de Pastorie van Mastland" hebben dan ook zeer veel overeenkomst, maarook zeer veel verschil. De overeenkomst ligt allereerst ia den werkkring van beide schryvers, daar elk huDner predikant is. Voorts is treffend, dat Maclaren een Schot en Van Koetsveld een Hollander is, terwyi bekend is, dat Schotten en Hollanders door zeden, gewoonten en godsdienst veel overeenkomst hebben. En toch verschillen hun papieren kinderen in veel van elkander, omreden de vaders ver schillend hebben gezien. Blyken3 de vertel lingen is Van Koetsveld een pessimist, die hooi, heel voorzichtig te werk gaat, en Maclaren een vroolyk man, die geen kwaad kan zien in den menscb. Van Koetsveld is bet te doen om toestanden te schetsen, verschillende gebeuitenissen te bescbryven, boe hrt hem gaat en wat by ondervinct als dorpspredikant. Hy scbryft over zichzelven en over zyn gemeente. Vooral voor studenten in de theologie zyn deze schetStQ hoo.st leerryk. By Maclaren vindt men echter weinig den dominee. Maclare.n wilde daarby de wereld niet zwartgallig doorgaan en wil steeds aan- tconen, dat de menschen, ondanks al bun gebreken, toch harten van goud hebben. Al zyn helden hebben zulk9 gouden harten. Is Van Koetsveld man van wetenschap, Maclaren is kunstenaar. Van Koefcsvëld, met zyn scherpen blik, is een pbotograaf gelgk, die instantanóes geeft. Hy merkt op en geeft te lezen w.it by opdeed. Maclaren evenwel is niet ongeiyk aan den schilder, die al wat by ziet, in pois>onlgkbeden geeft: by schildert en groepeert zoo, dat men denzelfden indruk moet erlangen als by. Hy geeft typen en dit stempelt hem tot kunstenaar. Al zyn personen zyn gefingeerd. Van Koetsveld geeft dus ge beurtenissen, Maclaren personen. En Van Koetsvelds werk èn dewtikei tan Macktren^fln overwaard te worden gelezen. Ieder kan zo lezen en spr. noemde het een gelukkig veracbynsel, dat zulke boeken ge schreven en druk gelt-zen worden; tovenal gelukkig, omdat er zooveel schandeiyke lectuur in onze dagen bet licht ziet. Dit bedenkende, voM men de heilige liefde, waarmede Van Koitsveld cn Maclaren in hun vertellingen gepleit hebben; de liefde, waardoor zy goed hebben gedaan en goed blyven doen. Sprekers causerie werd afgewisseld door aanhalmgen uit de besproken werken en werd door allen met aandacht en genoegen gevolgd. Zeer waarachyniyk zullen van de trouwo bezoekers der zes lezingen eenigeo, met het vorige vyftal ook boogeiyk ingenomen, een deftig „finis coronat opui" hebben uitge sproken of voelen opryzen na de lezing van gisteravond, en zullen anderen, aan deze laatste voordracht de voorkeur boven de andere zusteren gevende, aan deze jongste een echt Hollandsch „'est best" hebben gewyj. Uit de „Staatscourant". Koninkl. Besluiten Benoemd, met ingang van 1 April 1898, tol bureelambten.iar van den Rijks-waterstaat, C. G. Van Pietorson te 's-Graven- bage; tot griffier bij het bof van justitie in de kolonie Suriname, de beer mr. G. F. baron tho0 13) Zy is diap melancholiek en zóó zwaar drukken de treurige gedachten en hot ver driet op haar gemoed, dat zij den last byna niet kan dragen. Zy is g heel verward en afgemat en haar bart treurt over het verlies van de liefde, die zy eenmaal gemeend had te bezitten. Ett schijnsel van de maan vormt een krans oui haar schoon nro'd, het weelderige haar valt in golvende lokken over haar schouders, ha^r droevig gelaat is omboog geheven en baar cog n rich'en zich r.aar den hemel, alsof zij van daar hoop en troost verwachten. Dj nacht U sul, byra drukkend, de vogels hei'oen roeds ling opgehouden te zingen en e n zachte wind brongt slechts even htt gobUdorts van de 6tatigs boomon in beweging. Do geur der bloemen stygt uit den slapenden tuin omhoog, ge?n enkel geluid verstoort do stilte van den Dacht; alles zwygt als het graf. Mair luister! W*t is dat? Een voetstap op het kies-lpad wekt haar oplettondheid. Voor bet eörst sedort Doia's vertrek bewoegt zy zich en ziet, haar boofd omwendend, naar don kant van waar het geluid komt. Blootshoofds en mét zyn handen op den rug komt sir Ad/iaen, in gepeins verdiept, langzaam langs hit grasveld wandelen, totdat hy onder h°t venster staat. H(1 boüdt hier op, alsof zyn goede geeat hem hierheen geleid heeft en hem doet stilstaan op de plek, waar by htt li.fit wil zyn. De maan, die haar hel ler licht in 't rond sjreiJt, vergunt Florenco te zien, dat zyn gelaat ernstig on peinzend is en ja, het is zoo, nu z(j scherper toeziet, merkt zy op, dat het treurig en bezorgd is. Wat kan hem ongelukkig maken juist in dezen nacht, nu de vrouw, dia by, zooals zy meent, bemint, zooveel uren achteieen met hem in geselschap is geweest en hem onge- twyfeld ttwijzen heeft gegeven van haar voorkeur voor hem, boven alle anderen? Zyn hoofd plotseling opheffend, ziet sir Adriaan het gelaat in het venster boven hem, eu zyn hart klopt sneller, nu by de gestalte herkent van de vrouw, die hy liefheeft. Het tooneel is zóó kalm, zóó verbeven en romantisch, dat het op beider gemoed een diepen indruk maakt. Zy zyn alleen; ieder, die in huis nog wakker mag zyn, is ver van hen af. Nooit is zy bom zoo schoon, zoo rein en zoo lieflyk voorgekomen als nu. Alle trots schynt by baar verdwenen te zfin, en in plaats daarvan is alleen een zachte zwaarmoedigheid overgebleven; zy schynt zoo ver van hem verwyderd, zooals zy daar zit in haar reioe witte kleeding, dat by in het eerst aarzelt, om haar aan te spreken. Aan zj-n opgewonden ver beelding vertoont zy zich als een engel, die op weg naar hoogere sferen zit te rustsn. Ten laatste echter dringt zyn hart hem dezen schroom te overwinnen en spreekt hy haar aaD. ^Florence, zyt g\J nog wakker, terwyi ieder een zich reeds ter ruste heeft begeven?" Haar naam, door zyo lippen uitgesproken, doet een govoelige snaar ia haar hare trillen. „En gy ook", zegt zy fluistereud; toch vangen zyn ingespannen oorcD de woorden op De gedachte, dat zj beiden alleen nog wakker zyn, terwyi alles in buis slaapt, en met elkander spreken m den zachten mane- 8cb(jn, schenkt haar een onverwacht genot. Toch vergist zy zich in haar voorstelling, dat niemand meer op is ia huis, en zyn vol gende woorden zeggen haar dit. „In mijn gevoel is hst ri-jt zoozeer te ver wonderen," antwoordt hy; „want er zyanog eenige heoron in de rookkamer byeen. Het is nog vrcog, moet ge weten nog gesu drie uren. Maar gy waarom zyt ge daar zoo eenzaam blyven zitten?" „De maan verleidde my, om my nog by het venster neer te zetten. Zie eens, hoe kalm en maj«atueus stygt zy omboog! Zie," zy strekt haar ontblootsn blanken arm uit, totdat de etralen van de maan dien beschy- nen en hem in het zuiverst marmer schynen te veranderen „zy geeft iemand een gevoel alsof de geheele wereld in baar zachten glans gebaad ligt l" Een lichte, vriendelyke glimlach speelt om haar lippen. Sir Adriaan plukt een groote 1 witte lelie, die naast hem groeit, van den stengel en werpt die met zulk een welbere kend doel omhoog, dat zy op de vensterbank blyft liggen. Zy ziet het en neemt haar op. „Een gepast beeld van de bezitster", zegt Adriaan zacht en eeöigszins onzeker. „Weet ge, waaraan ge my herinnert, nu ge daar zoo zit in uw witte kleeding? Aan het beeld eener hei ige uit de mndeleeuwen een reine engel, te goed, to ver boven alle aardsche hartstochten Yeroeven, om aio te gevoeleD, of het verdriet, dat daardoor ontstaat, te bogrypen." Hij spreekt op een bitterea toon. Hot komt hom voor, dat zy inderdaad koel is, wyi zy niet reeds eer de grootheid zyner liefde voer haar heeft opgemerkt. Hoezeer het mogoiyk is, dat zy haar genegenheid aan een ander geschonken heeft, schynt het hem toch on- bescbryfiyk koel toe, dat zy geen modoiyden kan hebben voor zyn lyden. Hy ziet haar opmerkzaam aaD. Bedriegen de stralen der maan bem, of zyn er tranen in haar groote, donkere oogen? Zyn hart klopt hevig. Hy herinnert zich nogmaals haar ontroeiing den vor.gen avond. Hy hoort weor haar harts- tochtolyk snikkeD. Is zy ongelukkig? Zyn er doornen op baar pad, die Diet kunnen ver wyderd worden? „Florence, ik smeek u nog eenmaal, my uw vertrouwen te schenken", zegt hy na een pc03 van stilzwijgen. „Ik kan dat niet", zegt zy treurig, maar vastberaden. „Maar er is iet3, dat ik u moet zeggen, gy moogt over my denken zooais ge wilt, wanneer ik het zeg ik ben niet koel, zooals gy eon oogenblik geleden scheent aan te duiden; ik ben niet van steen gemaakt; en, helaas, het verdriet, hetwelk gy meent, dat ik riet kan gevoelen, versteent my roeds. Gy do.t my ongelyk aan in uw gedachten. Ik heb hier", roept zy mot luidere stem uit en legt do band op haar borst, „iets, dat ik gaarne zou willen missen een hart,^ „Neen", zegt Adriaan hierop, „gy vergeet, dat het ni6t meer uw eigendom is, gy hebt het weggeschoi.kon." Voor oen kort oogenblik ziet zy hem op< lettend aan, terwyi zy snel ademhaalt. „Gy hebt geen recht om dat te zeggen," fluistert zij ten laatste. „Neen, natuuriyk niet, ik vraag u ver giffenis," zegt hy, zich verontschuldigend, „Het is uw eigen geheim." „Ik heb geen geheim," zegt zy zenuwachtig geen enkel." „Ik heb u beleedigd. Ik moest dat nis? gezegd hebben; wilt ge het my vergeven?* vraagt hy dringend. „Ik vergeef u gehool en al," en als eet bewys van de waarheid harer woorden leun) zy oen weinig verder buiten het raam ei ziet hem aan met een gelaat, dat, hoewe bleek, onbeschryflyk zacht en vriendeiyk is Haar schoonheid overwint al zyn beden kmgen. ,0, Florence," fluistert hy op hartstocht* lyken toon, „wanneer ik hot slechts wage* durfde u te zeggen wat Zy verschrikt en legt een vinger op haa lippeD, als om hem tot Btilzwjjgen te ve» manen. „Hushi" zegt zy, mc-t trillende stem. „G vorgeet! Het uur, de ongeving hjbben medegesleept! Ik moeit niet met u gesprok» hebben. Gal Er ia niets, dat gy my moo? ve. tellen er is niets, wat ik wensch hooren. Herinner u wat gy aan een anda verschuldigd zyt en goeden nacht." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1