N\ 11661 Maandag SS Februari, A°. 1898 feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Feixilleton. ROZEKATE. IEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S maanden, 1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke NommerB0.05. PRUS DER AD VERTENT CËN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera letters naar plaatsruimte. - Voor bet incaseeeren buiten de stad wordt 10.05 berekend. rinanciöele Kroniek. De politiek kon niet buiten do deur gehouden worden. Zoodra heeft zij niet het terrein van den fondsenhandel betreden, of haar aanwezigheid is op te merken uit een gereserveerde houding der markt, welke zich dan ook in do afgeloopen week gevoelig heeft doen gelden. Wel is de politieke spanning ver genoeg van ons verwijdert om hier niet veel te kunnen deren, doch do fondsenhandel, welko een weefsel vormt een groot deel der wereld bedekkende, ondervond den invloed der stoornis, al heeft deze ook ver van hier haar oorsprong. Dc ongunstige strooming ging voornamelijk uit van Londen en Nicuw-York. Londen was zeer ontstemd door do verontrustende berichten uit Zuid-Afrika, alwaar de aanwezigheid van hot Fi'ansche leger tot een zeer gespannen toostaud aanleiding heeft gegeven. De Fransche expeditie heeft het noodig gevonden de stad Sokota te tuchtigen, or zich niet om bekommerende, dat zij zich op Engelsch gebied bevindt. De Engelschen eischen onmiddellijk ontruiming vau hun grond gebied, waartoe de Franschen weinig geneigdheid betoonen, en het eind hiervan is een zeer gespannen toestand, waarvan voornamelijk te Londen de betco- kenis ernstig wordt opgevat- Van de markt daar was dus geen opgewekte houdiug te verwachten, waarbij nog kwam, dat de berichten uit Amerika bovendien alleszins geschikt waren om de Lon- densche markt in hooge mate te ontstemmen. Ook in Amerika is do politiek aan het woord en op luidruchtige wyze wordt daar het chauvi nisme opgewekt, waartegenover gelukkig de groots kalmte van piesident Mac Kinloy eenigen waar borg geeft voor een bedaarde behandeling der netelige aangelegenheid, waartoe de ondergang van het Amerikaanscbe oorlogsschip aanleiding heeft gegeven. Het gevolg hiervan was, dat do Nieuw-Yorksche Beurs, door oorlogzuchtige uitingen der Ameri kaanscbe Pers, meermaleu schokkeu van paniek- achtigen aard had te doorstaan, en de werking hiervan bleef ook te London niet uit, waar dus ide markt onder dubbelen ongunstigen druk ver keerde. Dat Amsterdam zich geheel bij de dalende beweging aansloot, is uit het koorsverloop der Amerikaanscbe waarden duidelijk te zien, doch ook voor de overige afdeelingeu was de stemming bedorven. De zenuwachtigheid, welke de markt hier duidelijk ten toon spreidde, was echter niet uitsluitend aan het verloop der Amerikanen te wijten, in eigen boezem heerachte ook voldoende agitatie om kalmte en rust te doen verdwijnen, namelijk de M o e a r a-E n i m-aangelegenheid. Tot "Woensdag was de afdeeling der mynwaarden onderhevig aan groote slingeringen en gaf de opkomende storm in de Nederlandsche Pers aan leiding te over om do speculatie van streek to brengen, toen ten slotte hot besluit bekend werd, dat de vergadering der Moeara-Enim, waarop zoovelen zich hadden voorbereid, voor onbepaalden tijd was verdaagd. Welke belangen of machten hierbij tusschonboide zijn gekomen, is officiëel niet bekend, doch ontegenzeglijk heeft het bestuur der Moeara-Enim oen weinig benijdenswaardig figuur geslagen. Bekend is nu, dat de Konink lijke zich bereid heeft verklaard om de Moeara in zich op te nemen en daarvoor aan de aandeel houders minstens even voordecligo voorwaarden kan aanbieden als do Standard Oil Co. Ten slotte is dus toch door een groote, krachtige Maatschappij een hand ter redding uitgestoken, al is het wat laat, on zal nu wellicht aan deze zaak eene wen ding worden gegeven, waardoor de Standard Oil Co. voorloopig van het Indisch gebied zal geweerd blijven. Even onbesuisd als de ryzing der Moeara-aan- deelen was bij den eersten indruk der phantastische 300 pet., even ongemotiveerd is de daling der laatste dagen, want, hoewel de onderhandelingen met de Standard wel zullen moeten worden af gebroken, is toch de Koninklyke bereid om op zeer voordeclige voorwaarden de exploitatie op zich te nemen, zeker niet tot nadeel der aan deelhouders De geagiteerde markt der Petroleum- waarden bleef niet geheel zonder invloed op do overige Indische ondernemingen, zoodat ook tabaks-aandeelen in flauwe houding bleven dob beren en voor het meerendeel tegen belangrijk lager koers werden verhandeld. Een gunstige uit zondering vormden de aandeelen der Indische financiöole instellingen, met Handelmaat schappij aan het hoofd, in verbaud met de zeer belangrijke verbetering der suikerprijzen in Indiü. Een opmerkelijke koersverlaging moesten aan deelen Ned.-Amerikaansehe Stoomvaart ondervinden, hetwelk, in verband met aanhoudend aanbod uit Rotterdam, in verband werd gebracht met geruchten omtrent een voorgenomen uit breiding van het aandeelen-kapitaal. Meer levendigheid dau gewoonlijk heerschte onder RuBsische Staatsfondsen, vooral voor de 4-pcts. binnenlandsche leoning 1894, welke sterk voor Berlijn en St.-Pctersburg werden gevraagd. De jongste conversion hebben een buitengewoon succes gehad en dit heeft ongetwijfeld er toe bijgedragen om de vraag voor de 4-pcts. fondsen sterk te doen toenemen, aangezien toch een rustig bezit wordt geboden, waarbij de kansen van conversie ge durende de eer9te jaren buitengesloten blijven. Daarentegen circuleerde op de Beurs te Buda-Pesth het gerucht, dat de Hongaarsche regeering voor nemens was, om spoedig de conversie van 800 millioen 4'/s-pcts. Hongaarsche schuld in be handeling te nemen. Bij den algemeen heerschenden geest der financiëel krachtige landen om tot con verteering der Staatsschulden over te gaan, zal Hongarije ook dit voorbeeld wel volgen, al mag hiermede wellicht nog eenigo tijd gemoeid zijn. Het zijn evenwel niet alleen de financiëel sterke landen, welke conversie der Staatsschuld op hun programma hebben gesteld, ook de financiëel zeer zwakke grijpen tot dit middel, en Portugal geeft daarvan weer een treurig voorbeeld. De regeering heeft in beginsel tot converteering besloten, doch de voorwaarden, daarbij bepaald, nog niet als vastgesteld aangenomen, daar intusschen een nieuw ontwerp van den financiëelen gevol machtigde van Portugal is ingekomen. Mooi ziet het er niet uit. Wel wordt aan de buitenlandsche schuld de mogelijkheid gelaten tot een geleidelijke rentevorhooging in de toekomst, doch daartegen over staan ongunstige bepalingen, welke oneindig zwaarder wegen. De regeering behoudt zich o. m. hot recht voor, om, wanneer zij geen nieuwen geldelijken steun ontvangt on de toestand der schatkist zich niet verbetert, dan de rente, tot nu toe in goud betaalbaar, in certificaten te doen uitbetalen, hetgeen een nieuwe belangrijke vermindering zou beduiden. Do overige Europeesche Staatsfondsen bleven zeer kalm, iets meer levendig heid iu Spanjaarden dan gewoonlijk, Turken daarentegen stil. De Zuid-Amerikaansche afdeeling had een kalm, doch ongeanimeerd verloop. Alleen was de handel in 5-pcts. binnenland Mexico zeer uitgebreid, op vraag voor Frankfort, alwaar deze waarden in do Beursnoleering zijn opgenomen. De houding dei Amerikaansche markt was hoogst onbevredigend. In Amerika is een deel der politieke partij zeer oorlogzuchtig gestemd en dit geeft voor de Amerikaansche markt reden tot bezorgdheid, want hoewel het land volstrekt niet tot oorlog voeren in staat ia, kan door het geschreeuw dei- bladen toch een ernstige positie geboren worden. De Yereenigde Staten hebben een leger van nog geen veeitig duizond man; wel zal Amerika in geval van het uitbreken van oorlog onmiddellijk een corps vrijwilligers tellen van honderd duizenden, doch meest ongeoefenden, terwijl de oorlogs vloot, ofschoon in de laatste jaren belangrijk uit gebreid, toch nog ten eenenmale ontoereikend is om voor een behoorlijke verdediging der voor naamste kustplaatsen te kunnen zorg dragen. Het is van het beleid van president Mac Kinley even wel te verwachten, dat hij do politiek des vredes zal handhaven. Niet minder ernstig is een werke lijk uitgebroken stijd, doch op ander gebied. De Canadian Pacific heeft, ten einde het vervoer van en naar het Klondyke-gouddistrict geheel in handen te krijgen, hare tarieven niet ongeveer do helft verminderd, hetgeon natuurlijk ten gevolge heeft gehad, dat alle Noord-westolyke en Pacilic- spoorwegen dit voorbeeld hebben moeten navolgen en eveneens tot eon tarief-vermindering zijn over gegaan. Daarenboven heeft de Canadian onder handelingen aangeknoopt tot aansluiting van eenige kleinere Amerikaansche lijnen, zoodat daar door de strijd ook op Amerikaansch gebied zou worden overgebracht. Niettegenstaande do meeste noordelijke lijnen bereid bevonden zouden worden tot gezamenlijke instandhouding van een weder- zijdsch overeengekomen tarief, heeft de Canadian haar verminderingssysteem doorgevoerd op al haar lijnen, zelfs op die, welke reeds door hare ligging natuurlyke voordeolen boven alle andero sporen bezitten. Het eind dezer geschiedenis zal bewyzen, dat de Canadian met deze tariefverlaging zichzelf heelt benadeeld, doch het is nog meer te betreuren, dat de Amerikaansche spoorwegmarkt, wolke in het laatste jaar in zulk een gunstige positie was gekomen, nu weer aan de stormen en nadeelen van een algemeenen tarievenstrijd het hoofd heeft te bieden, waarmedo geen enkele lijn gebaat, doch vele lijnen geschaad zullen worden. De daling der Onion P acific-waarden staat hiermede in nauw verband, aangezien gevreesd wordt, dat de Union zich niet aan den strjjd zal kunnen ont trekken, juist nu de trek naar het Klondyko-ge- bied voor dezen spoorweg zooveel voordoelen beloofde. Gulf waai den bleven in zwakko houding. Men beschouwt de uitbreiding der St. Louis San-Fransisco, van Sapulpa naar Oklahoma, als nadeelig voor de K. C. P. Golf, aangezien nu eon directe route van bet Indianen-gebied naar het Oosten wordt geopend, terwijl tot nu toe het vervoer uit dit gebied grootendeels over de Gulf werd geleid. Oregon Short Line B bonds blijven te midden der woelingen opmerkelijk goed stand houden, Norfolks en Missouri's daar entegen vrjj zwak, de eerste niet onbelangrijk lager. Rijnlandsche Bank. Gemeenteraad Tan Haarlemmermeer. Tegenwoordig 16 leden. Afwezig de heer Djjt. De notulen der vorige vergadering worden goedgekeurd. Aan de vergadering wordt medegedoeld, dat de begrooting voor 1898 is goedgekeurd. Voorts wordt gelezen eene circulaire van H. Bogaerts Co., waarby inteekening wordt verzocht op een portret van H. M. de Koningin. Voor kennisgeving aangenomen. E;rvol ontslag wordt verleend aan den heer R. J. Visser, als lid van het Burg. Armbestuur, ingaande 1 April 1898. Tot lid van gemeld Armbestuur wordt be noemd de heer W. Van Staveren, met 9 stemmen. Tot hoofd der school no. 1 wordt benoemd de beer A. Van der Hor, onderwijzer te Hoofddorp, ingaande 1 Maart 1898. Eervol ontslag wordt verleend aan den heer G. J. Smit, als onderwijzer aan school Na 5, ingaande 1 Mei 1898. Aan den heer N. J. Rinkel, ambtenaar ter secretarie, wordt, wegens buitengewone werk zaamheden, over 1897 eene gratificatie toe gekend van f 50. Op voorstel van Burgemeester en "Wethou ders, wordt op het verzoek van M. J. Jagt, timmerman te Haarlemmermeer, om eene tegemoetkoming van f 50 wegens in 1897 te laag aangenomen onderhoudswerk aan de scholen, gunstig beschikt. "Wordt eervol ontslag verleend aan mej W. J. C. Zeeman, als onderwijzeres aan school No. 2; ingaande 1 Mei '98. Wordt vastgesteld oen besluit tot betaling uit de onvoorziene uitgaven, dienst 1897. Door een paar leden wordt gevraagd of moj. de wed. Balkenende eenig pensioen krtfgt, zoo neen, dan wordt zij aanbevolen voor eenige toelage, gelijk als aan mej. de wed. Zwart is toegekend. De Voorzitter zegt, dat moet worden afge wacht of daartoe een verzoek zal worden ingediend. De heer Biesheuvel vraagt aan wie is opge dragen het snoeien der boomen. De Voorzit ter zegt: aan den gemeente-opzichter Rinck, die het iaat verrichten door Van Weelden. De heer Biesheuvel zegt dat de gemeente opzichter blijkbaar geen verstand heeft van zulk werk en acht het wenscheiyk, dat zulks worde opgedragen aan iemand, die er ver stand van heeft. De hoer Van Zij verden vraagt, of bg de opmaking der kiezerslijsten gerekend is op uitbreiding der stembureelen, zooals het vorig jaar is besloten. De Voorzitter zegt dat, daar over wel is gesproken, maar niets besloten, en hij ook tegen zoodaüige uitbreiding is. Ook andere leden spreken in dien zin. De hoeren Suidgeest en Les spreken over do wenschelijkheid dat er vrijheid worde ge geven om bij brand, bpjv. bij Lisse of Oude- Wetering, spuiten uit naburige gemeenten te hulp te vragen. De Voorzitter zegt, dat daartoe geen verlofbewijzen kunnen worden afgegeven, waarna de vergadering wordt gesloten, Gemengd Nieuws. De arrondissemen ts - rechtbaok te 's-Gravenhago heeft uitspraak gedaan iu zake het booger beroep van C. W. H.,louw man te Zwammerdam, tegen de voDniesen van den kantonrechter te Alfeo, waarbij by veroordeel! werd, om aan G. v. D.f grond eigenaar te Alfeo, 140 gulden schaievtrgoeding to geven, omdat zyn honden in den morgen van 9 Maart 11. eenige schapen en lammtren van v. D. hadden verscheurd en ih het water gedreven. De gedaagde was tegen de beide vonnissen van den kantonrechter in hooger beroep ge komen, omdat hy vermeende, dat, waar hy ontkend had, dat de honden, welko gebeten baddeD, aan hem, en de schapsn, die gedood waren, can G. v. D. toebehoorden, de kanton rechter ten onrechto deze beide feiten als bewezen had aangenomen door een vroeger strafvonnis, waarby H.f gedagvaard, omdat zyn honden de schapen van G. v. D. haddon verscheurd en in het water gedreven, ver oordeeld was tot eon borte van f 20, ter zake van „het niet voldoende zorg dragen over een aan zyn hoede toevertrouwd gevaariyk dier". Appellant meende, dat door dit straf vonnis alleen het laatste feit, en niet het eigendomsrecht van de honden, noch dat vau de schapen, was bewezen. De rechtbank echter, recht sprekond9 in hooger beroep, vereenigde zich met de weer legging dezer grieven door den oorspronke- ïyken eischer, die beweerd had, dat appellant verwarde het feit, waarvoor hy veroordeeld was, en de rechtskundige qualificatie van dat feit. En daar het bedoelde strafvonnis in kracht van gewysde was gegaan, en by dat vonnis de gestelde feiten door het gehouden getuigenverhoor wettig en overtuigend be wezen waren verklaard, had de gedaagde krachtens art. 1955 B. "W. tegenb&wys moeten aanbieden, hetgeen hy echter naliet. Op deze gronden verwierp do rechtbank het hooger berojp en bevestigde de beide vonnissen, waarvan geappelleerd, en waarby gedaagde veioordeeld werd lot het vergoeden der veroorzaakte schade tot een bedrag van f 140, en voroordeelde hem tevens in all® kosten van beide instamiën. Voor den oor^pronkeiyken eischer, die der halve in bei Je instantien zyn vordering tot schadevergoed ng zag toegewezen, trad op mr. P. J. M. Aalberse, te Leidon, en voor den gedaagde, in eersten aanleg mr. M. Nauta, te Utrecht, en in hooger beroep als procureur mr. L. V. Van Rossom, te 's Gravenhage. Door het geïllustreerd vakblad voor de schoenmakery en den schooabandel „Sint-Crispyn", uitgave W. A. Eiiuia Cz,, te Leeuwarden, is de volgende prysvraag uitge schreven: „Welke kennis moot een schoenmaker voor besteld werk, die zich als baas wil vestigen, bezitten? Hoeveel geld heeft by miostens noodig, om zich do noodige machines, hulp Werktuigen, gereedschappen, leder, enz. aan te schaffan?" Voor de drie beste oplossingen van dezi prysvraag worden prijzen uitgeloofd van twiotig, tien en vyf gulden. Ieder, die verder een voldoende oplossing inzendt, ontvangt een fraai boekwerk. De te Helsingfors gehouden wed- stryden in het schaatseneden hadden tot uitslag: 500 M. Eerstj Estlander 49 '/5 sec. Tweode Naess 492/5 sec. 1500 M. Eerste Eitlander 2 min. 334/- sec. Tweede Naess 2 min. 39 sec. 5000 M. Etrote Estlandtr 9 min. 28ys89C. Tweede Backman 9 min. 33 sec. Derde Krjoe- kof 9 min. 39 sec. Vierde Naess 9 min. 41 sec. 10,000 M. Eerste Estlander 19 min. 212/t sec. Tweede Krjoekof 19 min. 283/s sec. Estlanitr is dus overwinnaar van het kam pioenschap van Europa in htt hardry Jen. 35) Maar hy wachtte haar antwoord niet af, do h legde haar hand op zijn arm en trok haar roede in do ry der dansenden. Toen greep hy haar vast om de leest en droeg haar voort in snellen werveldans, zoodat zij haar bezinning schier verloor en er iels als een zoete bedwelming over haar kwam. Eens zag zy naar hem op en toen fonkelden zyn blauwe oogen boven haar gelaat. Zy moest hem tly ven aanzien, haar blik was als geboeid. Toen de dans ten einde was, liet zy zich door hem naar haar pliats geleiden. Doch zoodra de muziek weer begon te spelen, sloop zy weg uit het gewoel. Zij wilde niet verder dansen; na deze wals niet meer. Langzaam schreed zfi door de zalen, zoekend naar een stil plekje, totdat zy aan den wintertuin kwam. Die scheen geheel verlaten. Da jougelui waren aan het dansen, de oudere gasten maakten een partytje of onderhielden zich op andere wyze. Diep ademhalend trad Rozekate den winter tuin binnen. De koele, van zoete geuren ver vulde lucht deed haar weldadig aan en de stilte deed goed aan haar geprikkelde zinnen. Zy had spoedig een vorborgen hoekje gevon den, waar zy ook niet zoo gauw kon ge zien worden door wie hier binnen mocht treden. Zy nam plaats op een stoel van mos groen pelucho en leundo vermoeid met het hoofd tegen den rug er van aan. Hooge pal men bogen hun takken over haar heen en raakten met hun bladeren verkoelend haar voorhoofd aan. Zacht en gedempt klonk de muziek tot haar door. Zy sloot de oogen, om de gevoelens mees ter te worden, die in haar binnenste woedden. Hoe bruiste het in haar, zoo onbrgrypelyk, zoo zoet en toch zoo smarteiyk tevens. Maar in de rust en eenzaambei! van deze plaats, by het eentonig gekletter der fontein, kwam er toch langzamerhand ontspanning. Tranen van verlichting welden uit haar oogen op. "Wat er ook gebeuren mocht, één ding bleef haar toch altijdhaar kunst. „Rozekatel" klonk het plotseling vlak naast baar. By het hooren dezer stem sprong zy op als ware zy door een slag getroffen. Door den sluier harer tranen heen zag zy «en schoon gelaat, dat trilde van hartstocht: luitenant Van Eschenbach stond voor haar. Trotsch richtte zy zich op. „Manheer Van Eschenbach?" vroeg z;j koel. „O, niet op dien toon, Rozekate; niet die koele, vreemde blik! Dat verdraag ik niet! Je kunt toch nog niet alles vergeten hebbeD, je hebt me toch eenmaal lief gehad!" „Ja, ik heb u lief g9had, mynheer Van Eschenbach. Hoe dat weet ik alleen. Maar", vervolgde zjj op onzegbaar bitteren toon, „bet noodlot was zoo wreed ons van elkander te scheiden, do drang der omstandigheden - u weet „Je golooft me niet, Rozekate? Heeft Kem pen me by je beschuldigd?" „Neen, ik geloof u niet, mynheer Van Eschenbach. Maar of ik u g6loof of niet, dat doet niets ter zake. Myn hart i9 reeds sedert lang tot rust gekomen; van het verleden is niets meer overgebleven. Ik heb u vergeven wat ge my eenmaal hebt aangedaan en wensch u en Liza alles goels. Verder hebben wy elkander niets te zeggen." Zy maakte een korte beweging met het hoofd en wilde zich verwydereD, maar hy trad haar in den weg. Zyn gelaat gloeide, z'yn ademhaling was zwaar en getuigde van opgewondenheid. „Het is niet waar, Rozekatel Jo hebt niet vergeten, zoo min als ik vergeten heb; je tranen logenstraffen je woorden. Het weder zien heeft alles in je wakker geroepen zooals in my. Ik heb je lief met onuitsprekelyke „Houd op!" klonk het op gebiedenden toon, „niet verder I Wilt ge my beleedigen Wilt ge my dwingen u te verachten?" Zy was bleek geworden en haar borst zwoegde onder haar ademhaling. „Ge weet niet wat ge zegt; ge hebt gespro ken in een oogenblik, dat ge uzelven niet meester waart; dat wil ik te uwer eer aan nemen. Ge zyt de echtgenoot van een andere en de rechten van vreemden zyn ray heilig. Maar ook al waart ge dat niet, ook al waart ge vry en ge boodt my nog eenmaal hart en hand, het waro tevergeefs, want de gestorven liefde zoudt ge niet weder kunnen wekken. En wat myn tranen betreft, ik geef er u myn woord van eer op, die zijn niet gestort om u, maar" - haar stem werd week „om een ander, dien ik meer, oneindig meer liefheb dan ik eenmaal u heb bemind. Doch ook bem zal ik niet toebehooren ik heb myn kunst. Vaarwel, mijnheer Van Eicbenbach, en als ge myn achting wilt winnen, maak dan Liza gelukkig!" Zy stoud daar zóó ernstig en gebiedend en op haar schoon golaat lag een uitdrukking van zóó diepe smart, dat luitenant Van Eschenbach geen onkel woord meer in het midden durfde brengen en zich iwygend verwydorde. Met een zucht van verlichting wilde ook zy gaan, doch vóór zy den uitgang had be reikt, stond Werner Antoni voor haar. „Ha, myn Charitas?" rijp hy verheugd uit en voegde zich aan haar zyde. „Myn oog heeft u reeds lang gezecht. Weet go wel, dat ik u nauweiyk3 meer ontberen kan! Maar wat ziet ge bleek! Zyt ge niet wel, Rozekate?" Zy maakte een zwygende beweging van ontkenning, maar zy nam zyn arm en legde 6en oogenblik, onbewust, haar hoefd op zyn schouder. „Ach, ik ben zoo vermoei! t Wilt ge roy by myn grootmoeder brengen en een rytuig voor ons laten komen ik wil liever naar huis." Tien minuten later kwam er nog een ander paar uit den wintertuin: Ferdinand Olpen met zijn zuster. Zy waren daar al, toen Rozekate binnentrad, en daar 7.y zich niet onbemerkt hadden kunnen verwyderen, had don zy alles gehoord, wat er was voor gevallen. Margareta kon zich byna niet meer staande houden; haar gelaat wa3 doodsbleek. „Hun zielon zoeken elkander," zeide zy zacht, als tot zichz lve; „ik ben de kloof, die hen scheidt van hun geluk. Wat moet ik doen?" En klagend-steunend bedekte zy het gelaat met de handen. Haar broeder zag haar verschrikt aan. Bange ontzetting maakte zich van hem meester. Was zyn zuster waanzinnig geworden? Hy trok haar de handen van het gelaat en drukte haar hoofd vast aan zyn borst. „Arme zuster, dat verbeeldt je je slechts: je bent ziek en spreekt in yikoorts. Stel je gerust, Margareta; je zult weldra je dwaling inzi )ii." Eenige dagen later begaf Rozekate zich op weg, om de vrouw van Werner Antoni een bezoek to brengen, wier zi kolijk uitzien haar bezorgdheid had opgewekt. Dicht voor ADtoni's woning ontmoette zy Ferdinand Olpen, die van een wandeling terugkeerde. Hy bood haar bartelyk de hand en aan zyn arm liep zy de trap op naar Margareta's kamer. De deur van de voorkamer stond open en terwyl zy beiden door het portaal liepen, hoorien zy korte, afgobroken woorden en een zacht gesteun. Verschrikt traden zy binnen. Door de teruggeslagen portièro konden zy Margareta zien. Zy zat, met den rug naar hen toegekeerd, aan een tafel en had bet hoofd in beide handen gesteund. Nu en dan kloDk er een half ingehouden snik in hot stille vertrek, waar de schemering reeds begon te vallen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 9