N\ 11656
Dinsdag 22 Februari,
1098
eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste lilad.
Feuilleton.
ROZEKATE.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden. i 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Notnmera0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
"Van 1—6 regals f 1.05. Iedere regel meer f 0.I7J. Grootere
letters naar plaateruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit nommcr bestaat uit TWEE
Bladen.
OlHciëele KenniegevingeiL
Da Bnrgomeester der gemeente Loiden
Brengt ter hlgemeene kennis, dat de heretomming
ter benoeroiDg ysd éóo lid van den Gemeenteraad
in het 2de Kiesdistrict van Leiden zal plaats hebben
op Dinsdag den 22ston Februari 1898, van
de8 voormiddags aoht tot d.s namiddags
v ij f n r e n.
Do namen der oandidateo, in alphabetiache erde,
zijn als volgt:
Dr. TH. O. DEN HODTEE.
W. F. VERHEY VAN WIJK.
Art. 123 van bet Wetboek van Strafrecht luidt:
„Hij, die, opzettelijk >.ich voor c-eo andir uitgevende,
aan eon kr&cbtens wettelijk voorschrift nitgoachreven
verkiezing de-1 neemt, wordt t eetraft met gevangenis
straf van ton hoogste één jaar."
Tevens wordt ter kennis van de stemgerechtigden
in het 2de kiesdistrict gebracht, dat op den dag der
hers'emmicg, 22Febraaria. s., ter Gemoente-8ecretarie
btemkaarton verkrijgbaar zulleu worden gesteld van
des morgens acht tot des namiddags v ij f uren.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
17 Febr. 1898. F. WAS.
Leiden, 21 Februari.
Het jaarver lag van de Leidsche Studenten-
Toynbeevereeniging over höt Academiejaar
1896 1897 maakt melding, dat de toestand
niet is zooab dez? wezea moet. Het btzoek
van de Leeszaal was nitt groot, welk slecht
fcezotk ook op de commissarissen terugwerkte.
Eet bestuur schtyft dit toe aan den benepen
financiü.len toestand, hetgeen vooral aan de
burgery wordt geweten. De student-n blyven
flink bjjdragcn.
De slechte financiën zijn oorzaak, dat or
geen toeken voor de bibliotheek kunnen
worden aangeschaft en geen abonnement op
bet Nieuws van den Dag k n worden genomen
uit vrees voor overschrijding dor uitgaven.
De bekrompen behuizing is mede corzaak
\au dezen stilstand. Het lok al met ingang
dcor e^n confectii-winkel is klein en valt
weinig in het oog. Toch is het niet ongezellig.
Zoer optimistisch is het bestuur over de
werking van de bibliotheek; over do 4000
loeken zijn uitgeleend. Van wegraken van
boeken is geen s; rake, hetgeen voor eon groot
deel te danken is aan de goede administratie
vtn den bibliothecaris Cornet.
Aan fogingen, om de belangstelling aan te
wakkeren, heeft k» t dit jaar niet ontbroken.
In November 1896 werd een damwedstrtfd
gehouden, die goed van stapel liep Mr. Elout
was verder zco vriendelijk, een verlooning to
geven met lichtbeelden, afbeeldingen uit Indiö,
waarbij hij een verklaring gaf en aan vele
bezoek ra en bezoeksters etn aangenamen
avo id verschafte.
Dan werden door studenten cursussen ge
geven in Duit8ch en Eogelsch, welke vrij
goede resultaten opleverden. Voor enkelen,
die ze bijwoonden, waren zo een voorbereiding
voor e6n verblijf in den vreemde, waarheen
ze dan ook zijn vertrokken. Het is te hopen,
dat in d-.ae richting meer en meer zal worden
gedaan door studenten.
Het aantal leden is niet hooger geklommen
dan 179.
Van den financiëelen toestand is het vol
gende te vermelden.
Batig saldo 1896f 33.77*
Inkomsten 1896-1897 697.295
f 731.07
Uitgaven 1896-1897. 729.735
Batig Baldof 1.335
Met bijzonderen nadruk vestigen wij de
aandacht van hen, die niet teekenden op de
daartoe circuleerende lijst van het z. g.
Armen-Concert van „Sempre Crescendo", op
1 Maart a. s., op bedoeld concert. Zooals uit
de advertentie in het vorig nummor van dit
blad biykr, zal daarop zich doen booren do
pianist Harald Bauer, uit Parijs. Dezen jongen
man, die in den winter te Amsterdam en
Den Haag optrad, is het gegaan als het
Boheemsch Quartet. Men kende hier te lande
zijn naam met en slechts éénmaal had hij
gespeeld of critiek en publiek der hoofdstad
vereerden in hem een der grootste uitroe
iende kunstenaars van dezen tijd.
Het was na zijn tweede optreden te Am
sterdam in November 1,1dat de heer Mann
in overleg met het bestuur van „Sempre
Crescendo" zich van zijn optreden alhier op
het Armen Concert verzekerde. Bauer zal
het 2de concert van Saint Saens met orkest,
en Chopin's G-moll Ballade en As dur polo
naise spelen.
Het orkest zal ditmaal gehoor geven aan
een lang geuiten weDsch van vele bezoekers
om een Beethoveüsche symphonie uit te
voeren (de 4de) on geeft bovendien de eerste
uitvoering in Nederland van een interessante
suite van Jan Brandts Buys, don hoogbegaaf
den componist van de „Nachtliedjes". Mendels
sohn's Atbalia-ouverture besluit den avond.
De IUliaanscbe violist Arrigo Serato, de
voor twee jaren op „Sempre" optrad, zijn
eerste optreden hier te lande, en zoowel hier
als later in andere steden met onstuimigen
bijval werd begroet, zal de solist zijn van het
tweede Invitatie Concert in April.
Onder de studenten in de theologie te
Leiden is opgericht een Voreeniging van
Vrijzinnige Theologen. Zy stelt zich ten doel:
stichting en voorlichting op den grondslag
van het vrijzinnig godsdienstig beginsel.
Dit doel tracht men te bereiken:
lo. door vergaderingen der leden alleen,
waar de werkzaamheden zullen bestaan uit
een Bijbellezing: een leziQg of inleiding over
een of ander onderwerp, met de theologie
verband houdend, met volgend debat, en wat
verder ter tafel mocht worden gebracht;
2o. door vergaderingen, waar een spreker
wordt uitgenoodigd, om een lezing te houden
over een der onderwerpen, die hem ter keuze
zijn opgezonden.
Op deze tweede soort van vergaderingen
kan ieder lid een zeker aantal professoren
en studenten als gasten medebrengen.
Prof. W. C. Van Manen heeft zich op ver
zoek welwillend bereid verklaard, om voor
zitter en leiier der vereeniging te zijn.
Ongeveer alle studenten van vrijzinnige
I richting to L' iden hebben zich aangesloten.
Da Fransche mail wordt hedenavond
alhier verwacht.
Morgen, Dinsdag, viert de oud-minister
mr. O. De Vries Az., die den 22sten Februari
1818 te Haarlem geboren werd, waar zijn
vader, Abr. De Vries, Doopsgezind predikant
was, zjjn S08ten verjaardag. Hy promoveerde
te Leiden tot meester in de rechten den 18den
December 1839 en tot doctor in de letteren
den 17den Juni 1849. Zijn voornaamste
weten8chappeiyke werken bewogen zich op
rechtsgeleerd-administratief gebied, met name:
„De wetgevende macht der plaatselijke be
sturen naar art. 153 der Grondwet" (in 1846
tweemaal uitgegeven) en „De zeeweringen en
waterschappen van Noord-Holland", versche
nen in 1864 en later (1S94) in een tweede
uitgaaf bewerkt door jhr. mr. J. W. M. Schorer,
destijds Commissaris der Koningin in Noord-
Holland, thans vice-president van den Raad
van State.
In vele gewichtige betrekkingen heeft mr.
De Vries het land groote diensten bewezen.
Na eenige jaren griffier der Prov. Staten van
Noord-Holland geweest te zyn, werd hy lid
van den Raad van State en bleef dit tot in
den zomer van 1872, toen hy, na Thorbecke'e
dood, geroepen werd tot het formeeren van
een nieuw ministerie. Hyzelf aanvaardde
daarin de portefeuille van justitie en koos
zich tot ambtgenooten de heeren Fransen van
de Putte, Geertsema, Van Delden, Van Lim
burg Stirum, enz. Een wyziging van de
rechterlijke indeeling, door hem voorgesteld
en met talent verdedigd, kwam echter nitt
tot stand; in 1874 trad het geheels ministerie
af en werd opgevolgd door het ministerie-
Heemskerk. Het volgende jaar werd de heer
De Vries te Amsterdam tot lid der Tweede
Kamer gekozen en bleef dit tot 1877, toen
hy wederom benoemd werd tot lid van den
Raad - van State. Op dit oogenblik is hy
Staatsraad in buitengewonen dienst.
Hooggeacht om zyn veelzydige bekwaam
heden op rechtsgeleerd gebied, was hy in
vroeger jaren lid en voorzitter der Neder-
landsche Juristenvereeniging. De Koninkiyke
Academie van "Wetenschappen telt hem onder
baar oudste leden, sinds 1888 rustend. In de
verhandelingen der Academie vindt men van
z()n hand: „Do kaart van Hollands Noorder
kwartier in 12S8" (1865) en „Het dyks- en
molenbestuur in Hollands Noorderkwartier
onder de grafelyke regeering en de republiek."
(1876).
Geiyk men weet, is mr. G. De Vries Azn.
een broeder van wylen den Leidschen hoog
leeraar dr. M. De Vries en de vader van den
Amsterdamschen hoogleeraar dr. Hugo De
Vries. Nv. d. D.)
Hot orgaan van de Vereeniging van
Handelsbedienden „Mercurius" te Rotterdam
geeft in baar jaarverslag van Zaterdag 19 Febr.
11. het volgende bericht:
In het afgeloopen jaar werden als Candida-
ten voor het lidmaatschap van „Mercurius"
voorgesteld door: het Hoofdbestuur 68, A. H.
Van den Oever 20, J. G. Macquelin 13, J.
Van Zee 10, R. Maathuis Jr. 9, J. F. Van
Meeuwen Jr. 8, P. Fontein 5, J. Doorn 5,
J. Gompel 4, 3 leden ieder van 3 9, 21
leden ieder van 2 42, 67 leden ieder van
1 67, totaal 260 leden, zoodat de door het
hoofdbestuur uitgeloofde prys (een boekwerk
ter waarde van circa f 10) behaald la door
den heer A. H. v. d. Oever, en de premie
(een boekwerk ter waarde van circa f 5) door
den heer J. G. Macquelin.
1 Nov. 1897, den dag waarop de heer
F. M. De Vries van Heyst zyn 25-jarig ambts-
feest als burgemeester van Delft vierde, werd
hem door een commissie namens de burgery
aangeboden zyn buste in gips, gemodelleerd
door den heer E. Lacombló, mot de toezegging
dat dit gipsen beeld vervangen zou worden
door een marmeren. Thans is ciit gereed en
werd het Zaterdagmiddag in tegenwoordig
heid van de commissieleden en de leden van
den gemeenteraad, dm burgemeester, ia tegen
woordigheid zyner familie, aangeboden.
De voorzitter der commissie, de heer J. M.
De Kuyser, het oudste lid van den gemeen
teraad, sprak den burgemeester toe en bood
hem de voltooide buste aan als een bltfk van
erkent9iykheid voor de goeie behartiging der
gemeentebelangen.
Na een daverend applaus nam de heer D9
Vries van Heyst het woord en betuigde nog
maals zyn hartelijken dank voor dit kewys
van sympathie. Hy meende dit geschenk
mem te moeten beschouwen als een blyk
van persoonlyke belangstelling, dan wel als
een erkenning van zyn pogen om de gemeente
stee :8 zoo goed mogelyk te dienen.
De burgemeester dankte hierna alle aan
wezigen voor hun belangstelling, waarna de
plechtigheid afgeloopen was.
De buste, levensgroot uit wit marmer ge
houwen, is uitstekend van gelykenis; het
voetstuk is van zwart marmer, terwfil etn
zuilvormig bovenstuk het borstbeeld draagt.
Op de zuil is met gouden letters geheeld
houwd: 1872. F. M. De Yries van Heyst. 1897.
De busto is geplaatst in do kamer van
het dagelykscb bestuur.
HH. MM. de Koninginnen woonden gister-
voormiddag de godsdienstoefening by in de
Groote Kerk te 's Gravenhage onder gehoor
van dB. Weitor.
Op de uitgeschreven prysvraag voor een
gedenkteeken ter eere van H. M. de Koningin-
Regentes op het Regentesseplein te 'a-Graven-
hage, zyn tien ontwerpen ingekomen.
Men bericht aan het „Hbl." uit Haarlem,
dat de Minister van Waterstaat het nieuwste
groote plan van het Holl. spoor tot ombouw
van bet spoorwegstation aldaar heeft afgekeurd
wegens de groote kosten.
De minister-resident te Pekiog heeft de
aandacht onzer regeering gevestigl op de
goede kansen, die er in 't algemeen voor
spoorweg-ingenieurs bestaan, om iu (ftinaop
biliyke voorwaarden plaatsing te krijgen.
Men meldt uit 's-Gravenhage, dat de
heer A. Van Ginkd, gepensionneerd hoofd
commies by het departement van buiteniand-
sche zaken, hedennacht 07erl.den is.
De uitslag van de herstemming voor eon
lid in het hoofdbestuur van het Nederlandsch
Onderwyzersgenootschap tusschen de heeren
C. F. A. Zernicke en L. Nooter, beiden te
Amsterdam, is, dat eerstgenoemde gekozen is
met 1218 stemmen. De heer Nooter verkreeg
724 stemmen.
In „Ü9 Sociaal-democraat" verklaart mr.
P. J. Troelstr3, dat, aangezien de Kamerloden
niet gedwongen zyn ty de inhuldiging der
Koningin te verschynen en den eed af te
leggen, by daarby niet aanwezig zal zon.
Door B. en Ws. is by den Rotterdamschen
gemeenteraad een voorstel ingeiiend, om twee
nieuwe scholen, een voor u. 1. o. en een voor
m. u. 1. o. voor meisjes te bouwen, en wel ter
vervanging van twee zulke scholen, welke on
geschikt geacht worden. Als plaats voor die
nieuwe scholen stellen 13. en Ws. voor de
Voorschoterlaan te Oud-Kralingen en de Prins-
Hendrikkade op Feyenoord.
De grond aan de Voorschoterlaan kan worden
aangekocht a f 14.50 per M2.; die aan de Prins-
Hendrikkade bedoeld is reeds eigendom der
gemeente.
Do gemeente Rotterdam zal zich op het
congres voor hygiëne en demographie, van
10 17 April te Madrid to houden, lat.n ver
tegen woordigen door dr. H. J. Van 't Hoff,
schtikunuige-bacteiioloog by de gemeentelyko
drinkwaterleiding.
In een ingezonden 3tuk in het „Deventer
Volksblad" wordt een scbryven van denbeer
J. Van Locnon Martinet medegedeeld, waarin
deze de Volksparty aanraadt by do herstem
ming voor de Twee Je Kamer den heer Van
Delden te stemmen.
De vryzinnige vereeniging „Deventer" en
de kiesvereeniging „Waarheid en Recht", te
Deventer, bebb=n besloten de candi latuur van
den heer Van Delden ty de herstemming to
steunen.
Naar het „U. D." verneemt, heeft mr. H.
Royaards van Scherp .nzeel o. a. gtlegateerd
aan de diiconb eer Ned. Herv. Gemeente te
Utrecht een bedrag van f 5000.
De toebereidselen voor de a. s. maske
rade te Delft vorderen goed en maken hot
zeer waarschynlyk, dat het 10de lustrum van
het Delftsch Studentencorps op waarrigo wyze
zal worden gevierd.
Het terrein van den „Stads Doelen", waarop
de feesttent zal worden geplaatst, levert reeds
een aanblik van drukke werkzaamheid.
Het definitief aantal studenten-deelnemers
bedraagt thans 83.
De drukke werkzaamheden van den Senaat
brengen mede, dat aan dit college een ztsdo
lid is toegevoegd, nl. de heer S. Cramer uit
Voorburg. Senator Cramer zal medio Maart
in functie treden.
Men meldt uit Brussel, dat de interna
tionale suiker conferentie, ten gevolge van de
door Frankryk aangenomen houding, voor
onbepaalden tyd is uitgdsttld.
Door de commisie van de Studenten
sociëteit te Utrecht werd dezer dagen een
algemeene vergadering belegd, waarop door
den praeses het mandaat der bouwcommissie,
die uit vyf leden zou bestaan, werd voorge
legd, en dat luidde als volgt:
1. de bouwcommissie gaat e.n bypotbeaire
leening aan tegen 3 pet., groot f 125,000.
25)
Wat waren haar wangen, waarop rozen
van koorts bloeiden, smal! Hoe schitterden
haar oogen! En wy zouden dat arme wezen
wederom in de wereld jagen in dien maal
stroom, waar geen rust voor haar wasl
Nimmer! Ik liet my niet meer scheiden van
haar, al zou ik ook zelf het buis moeten
verlaten.
Plotseling werd ik opgeschrikt door een
luiden kreet van myn schoonzoon. Hy was
op de sofa toegesneld, waar myn man bewus
teloos was neergezonken. Zyn gelaat stond
geheel verwrongen, zyn oogon staarden, als
van glas, ons zonder esnige uitdrukking aan.
Wy beproefden allo iniddeleo, om hem
weder tot bewustzyn te brengen; toen dit
ni'.t hielp, ontklesdde ik hem met behulp
van myn schoonzoon en legden wy hem te
bod. Myn schoonzoon spoedde zich met het
rijtuig, dat by op straat had staan lateo
wachten, naar de stad, om ons een geneesheer
te zendon. Anno en baar kind bleven natuurlyk
by my. Er werd spoedig een kamer in ge
reedheid gebracht, waar zy het kind kon
brengen en zelf wat bekomeD, want zy was
van ontroering ten doode uitgeput. Iütusschen
Zat ik by myn zieken maD, die daar nog
altijd bewegingloos ter neder lag, al gaven
cok e?n onrejtlm^tige ademhaling en zyn
folsslag bowys van leven.
Toen de doktor er was, zette hy een
ernstig geziebt en verklaarde, dat de onmacht
een hovige beroerte was. Elndeiyk, na heel
veel moeite, ontspanden de trekken zicb, het
bewustzyn keerde weder, maar de eene helft
van het lichaam was verlamd, evenals de
tong. Hy kon slechts onduidelyk iets brab
belen. Do dokter schreef vóór alles rust voor.
En toen zat ik geheel alleen by hem in de
donkere slaapkamer. Geen ander geluid was
er in hot stille huis te hooren dan de zware
ademhaling van den zieke; slechts nu en dan
sloop myn kind met zachten tred naar de
deur, om naar den toestand haars vaders te
vragen. Ik zag haar lief gelaat, ik wist haar
veilig in het ouderiyk huis en, trots den
ern8tigen toestand, kwam er toch een gevoel
als van diepen vrede over my, een gevoel
van rust.
Laat in den avond keerde myn schoonzoon
nog eens terug, om my voor den nacht zyn
hulp aan te bieden. Ik nam die gaarne aan.
Het was my een troost, hem in de stilte van
den nacht naast my te hebben. Hy had zulk
een kalm, ernstig uiteriyk, een goed gezicht,
al toonde het ook sporen van vermoeidheid
en hardon levensstrijd.
Tegen den morgen de zieke had eenige
uren lang rustig geslapen wilde myn
schoonzoon zich zachtjes verwyderen; maar
alvorens te gaan, trad hy nog eenmaal aan
het bed van myn man, om nog eens naar
bem te zien. Plotseling sloeg deze de oogen
op en in volle bewustheid keek hy myn
schoonzoon in het gelaat. Zyn trekken
spanden zicb, hy bewoog do lippen, maar
geen geluid kwam uit zyn mond. Langzaam
hief by de eene, gc-zonde hand op en myn
schoonzoon greep die met een warmen druk.
Even sloot by do oogen weder; daarna
poogde by het hoofd op te heffen en keek
zoekend in het rond.
„Wenscbt gy uw dochter te zien?" vroeg
Stavemann hem op zachten toon.
De zieke knikte. Terstond snelde myn
schoonzoon heen, om Anne te halen.
Toen het wat lang duurde, eer zy kwam,
keek myn man m6t vorschend ongeduld naar
de deur.
Eindelyk kwam zy en knielde snikkend
voor het bed neder. "Wederom vertrokken
zich de spieren van zyn gelaat; zyn borst
zwoegde onder de zware ademhaling, zyn
lippen bewogen zich en „Anne.... myn
kind!" klonk het eindelyk.
Daarop was het eenige minuten stil; alleen
Anne's SDikken klonken half gesmoord in
liet kussen. De eene hand van myn man
lag op haar hoofd. Er was eon waas van
heiligheid om die verzoeniDg tusschen vader
en kind.
Langzaam aan genas hy onder onze trouwe
verpleging, waaraan myn schoonzoon deel
nam, zooveel als in zyn vermogen was.
Toen bjj eindelyk afscheid van ons moest
nemen, wist hy, dat vrouw en kiDd by ons
goed geborgen waren en dat w(j ook bem
hadden liefgekregen. De winter, die nu ver
streek, was zoo kalm en vreedzaam, als ik
er oog nooit een bad beleefd. Welk een
verandering had er met myn man plaats
gehad! Hy was zyn overtuiging riet ontrouw
geworden, maar de liefde, het Goddelijk vuur,
was in hem ontvlamd en leerde hom, anderen
met zachtheid te beoordeelen en te verstaan.
Geeu oogenblik wilde hy nu zonder zyn
kind wezen. Dikwyls hiDg zyn blik vol van
angst aan haar gelaat, dat sttods bleeker en
smaller werd, hoewel haar lippen lachten en
in haar oogen een heldere, bovenaardscho
glans lag.
Acb, hoe ons het hart ook bloedde, wy
zagen duidelyk, dat dit jonge leven ten
einde neigde!
Eq toen het lente werd en de nachtegaal
zyn lied zong en aan boom on struik duizend
knoppen ontloken, toen ging ons kind ter
ruste."
De predikantsweduwe hield op met spreken.
Rozekate, die aan haar voeten lag geknield,
verborg weenend htt gelaat in haar eehoot.
„Moeder, arme moeder!" klonk het smartelijk.
„Myn schoonzoon", vervolgde de oude dame
na eenige oogenblikken, „had baar nog de
oogon toegedrukt en nu lag ?y daar,meteen
zoo vreedzame, zoo gelukkige uitdrukking op
het gelaat, als bal er steed3 zonneachyn om
dat jeugdige hcofd gespeeld. En gelukkig,
zonder onvergulde wenachen, was ook haar
ziel geweest in de laatste maanden haars
leveo. Het onrustige jagen en dryven van
baar hart was voorby; zy was moede ge
worden na die verterende ziekte. Zy bad
vrede gemaakt met alles, had nog zooveel
liefde gegeven en ontvangen en wist haar
dochtertje in gosde hoede; zy is ontslapen
als een vermoeid kind.
Haar dood gaf echter tevens myn man den
laatsten knak. Drie maanden later begroeven
wy hem naast zyn kind. Nu was lk geheel
alleen."
Wederom hield de oude dame even op.
Rozekate streelde baar handen „Arme groot-
moedor!"
„Ik mo9st," vervolgde de predikantsweduwe,
Bde pastorie verlaten en kwam herwaarts, in
een my geheel vreemde woreld. Als ik toen
Ro8ekate niet had gehad! Als haar lief
gezichtje, haar heldere kinderlach, haar klein,
toeder hartje myn kommer niet hadden getild l
Ik ben ryk geworden door haar, myn zorgen
en myn verpleging heeft zy my duizendmaal
beloond. Maar toen ik haar gooter zag wor
den en zag, hoe zü steeds meer op haar
moeder ging gelyken, zoo uiteriyk als van
karakter, toen ik in haar handen de boaken
zag, die ik ook eenmaal in handen van haar
moeder hal gezien, toen werd ik door een
verlammonden angst aaogegrepon of niet ook
in haar ziel die onbedwingbare drang zetelde,
die haar moeder in de wyde woreld had ge
dreven en op het doornig pad der kunst ge
voerd. Angstig heb ik alles van haar vorwy-
derd gehouden, wat dien drang had kunnen
wakker roepen. God zy geloofd, du is ook
deze angst voorby - Rozekate gaat oen
veilige haven binnen."
In een élégant en smaakvol gemeubelde
kamer liep luitenant Van Eschenbach met
groote stappen op en neer. Er lag een wolk
over zyn voorhoofd verspreid en met toornig
ongeduld beet hy op de punten van zyn
knevel. Wordt verv ol d.)