N'. 11654 Zaterdag 19 Februari. A#. 1898 u feze (Qonrant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nominer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 18 Februari. Feuilleton. R0ZESCATE. LEIDSCH DAGBLAD. f BUS DEZEU COUBAHTl Voor leiden per 8 maanden, 1.10b franco per poatUÓ. Afconderljjko Hommers 0.06. raXJS DEB ADVEBTENTIËU: Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Orootërè letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 twekend. Eerste Lttad. Offlciëole Hennïss;oving;ftii. Da Burgemeester der gomoonto Leiden Brengt ter algemeene konoia, dat de herstemming ter benoeming van éón lid van den Gemeenteraad in bet 2de Kioediatriot van Leiden zal plaatshebben op Dinsdag den 22aten Februari 1 898, van dos voormiddags aobt tot des namiddags v ij f uren. De namen der candidatOD, in alphabetisohe orde, zijn als volgt: Dr. TH. G. DEN HOUTEB. W. F. VERBEY VAN WIJK. Art. 128 van hot Wetboek van Strafrecht luidt: „Hij, die, opzettelijk ïich voor een ander uitgevende, aau een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven vorkiezing de 1 neemt, wdrdt gestraft moyjovangenis- etrsf vao ten hoogste &én jaar." rdt ter ketfuis van d Tevens wordt l i de stemgerechtigden in l;et 2de kiesdistrict gebraoht, dat op-den dag der hers emmicg, 22 Februana. e., tor Gemeente-Secretarie stamkaarten verkrijgbaar zullen worden gosteld van des morgens acht tot des namiddags vijf aren. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 17 Febr. 1899. F. WAS. Burgemeester cn Wcthoadors van Leidon; Gezien art. 8, late alinea, der wet van den 2den Juni 1S75 (Staatsblad No. 93), tot regeling van hot toezicht bij bet oprichten van inrichtingen, welko gevaar, sohado of hinder kunnen veroorzaken; .Brengen btj deze ter algemoone konnis, dat door hen vorgnnDing is verleend aan do Directie van de Naamlooze Yenroo'schap„Do oorste Neder- landsche Rijwielfabriek", te Deventer, en reohtvorkrjjgonden tot het oprichten van een smederij in het porceel Haarlemmoretraat No 52. Burgemeester en Wethoudora voornoomd, Leiden, F. WA8, Burgemeester. 17 Febr. 1898. E. KIST, Secretaris. In het gebouw aan den Haigweg werd de algomeene vergadering van de vereeniging „Dj Practische Ambachtsschool" gehouden. De rekening over 1897, door den penning meester voorgelezen on nauwkeurig nagezien door de daarvoor benoemde commissie, de heereo G. H. Kokxbco n, N. Stadhouder en dr. L. H. Sierisema, bedroeg in ontvangst 16,005.915 en in uitgaaf 14,985.68, elui- tende dus met een barig slot van 1020.235. De commissie stelde voor den penningmeester, den heer J. Korevaar P.Az, dank te zeggen voor het gehouden goed en richtig beheer en uitte tevens don wenecb, dat het den pen ningmeester gegeven moge worden Dog menig jaar als zoodanig in het btstuur werkzaam te zijn. De voorzitter zeide de commissie en den penningmeester namens de Vereeniging har telijk dank. Als leden der commissie, om in 1899 do rekening van het loopende jaar na tè zien, werden benoemd de heeren: P. Herfst Jzn., J. P. Heykoop en dr. L. H. Siertsoma en tot hunne plaatsvervangers de heeren G. Van Drie], A. M. Touw en C. Wassenaar. De penningmeester las daarna de door den minister van binnenlandsche z iken goed gekeurde begrooting voor 1898 voor en gaf daarop de noodigo toelichtingen. Voor de vacature in het bestuur door het aftreden van den heer G. Van Driel, niet herkiesbaar, werd het volgende dubbeltal op gemaakt lo. J. A. Van Hamel en 2o. C. Th. Driessen, dat den gemeenteraad ter keuze zal worden aangeboden. Tot ons genoegen vernemen wy, dat de heer J. Van Dam, albier, het door hem geschilderde portret van H. M. Koningin Wilbelmina, dat by do heeren Gebrs. Reinke is geëxposeerd geweest en daar de algemeene aandacht mocht trekken, heeft verkocht. Het vertrekt dezer dagen naar Batavia. De „Vereeniging van gepensionneerde onderofficieren en minderen van het Neder- landsche Leger" herdenkt ook dit jaar weder den geboortedag van wijlen Z. M. Koning Willem den Derden, door op 19 Februari een uitkeering te doen aan haar hulpbehoevende leden en weduwen. Doze „Vereeniging" stelt zich ten doel „het verleen en van bijslag op het pensioen van hulpbehoevende militairen beneden den rang van officier en gepen6ionneerd voor de wet van 29 Mei 1877, welke wet toei de pensioe nen der militairen van de landmacht aan merkelijk verhoogde, doch niet de minste verhooging verleende aan hen, die op dat tijdstip reeds gepensionneerd waren. Die hoogbejaarde oud onderofficieren en mindereD, die meerendeels hun leven in 'a lands dienst hebben doorgebracht, moeten thans hunne laatste levensdagen kommervol door brengen, zonder andere inkomsten dan het luttele pensioen, hun bij de wet van 1851 toegekend, terwijl hunne, in den regel even hoogbejaarde weduwen geheel hulpeloos achterblijven, daar het pensioentje bij het overlijden van een minder militair onmiddel lijk ophoudt. Deze „Vereeniging" voorziet dus in een bepaalde behoefte, hetgeen dan ook vry alge meen erkend wordt door den grooten steun, di6n H.H. M.M. de Koninginnen, de Regeering, de Natie en het Leger (van af den generaal tot den gewonen soldaat) haar verleenen, waardoor het mogelijk was en is ongeveer twintig duizend gulden per jaar aan bijslag en onderstand uit te keeren. Zoo ontvangen nu weder: 200 oud-gepensionneerde onderofficieren en minderen een bijslag van 20 tot ƒ25; 194 weduwen van idem een ondersteuning van 12.50 tot 20, en bovendien 20 leden en 8 weduwen een buitengewone gratificatie van ƒ12.50. Nirttemin dient ook deze Vereeniging haar uiterste best te doen om de inkomsten op peil to houden en is da toetreding van dona teurs en donatrices dan ook bijzonder ge- wensebt. Eere-voorzitter dezer Vereeniging is de luitenant-generaal A. Kool, chef van den generalen staf te 's-Gravenbage, en algemeen voorzitter do bser L. Zeiler, te Wijk-bij-Duur stede. De minister van financiën, de heer Pierson, biedt heden aan ambtgenooten en leden der Tweede Kamer ten zijnen huize een diner aan. Op het concert van de Maatschappij voor Toonkunst van 29 Maart a. s. zal de heer Jan G. Striening als solist optreden en een zijner nieuwe composition, „Concertstuk" voor viool-solo met orkestbegeleiding, spelen. Op 2 Maart a. 8. zal dr. K. Martin, hoogleeraar te Leiden, in een vergadering van de Indologische Vereeniging te Delft een lezing houden over reisindrukken in de Molukken, opgehelderd door lichtbeelden. Naar men verneemt, is bjj koninklijk besluit, met vernietiging van het bestreden besluit van Gedep. Staten van Zuid Holland en in afwijking van het advies van den Raad van State, bepaald, dat de heer Pyi als lid van den gemeenteraad van Alblasserdam be hoort te worden toegelaten. Te 's Gravenhage is overleden de late luitenant der inf. W. W. Van Gelder, van het Oost-Indisch leger. De nieuwbenoemde Turksche gezant by ons Hof, Missak Effendi, is gisteren door H. M. de Koningin Regentes in audiëntie ontvangen ter overhandiging zijner geloofsbrieven. De gezant werd op de gebruikelijke plechtstatige wijze van het gezantschapsg9bouw in het Korte Voorhout naar het Paleis en van daar naar zjjn woning geleid. De Rotterdamsche gemeenteraad besloot gistermiddag een 31/, pCts.-geldleeniug aan te gaan, groot 6 millioen, aflosbaar in 60 jaar, waarvan de inschrijving van de belft dezer leening tegen 30 Maart zal worden open gesteld. Benoemd werden fcot leeraar in de wis kunde aan de H. B.-S. met 5 j. c. de heer B. De Greve, thans tijdelijk leeraar; tot hoofd onderwijzer eener school voor g. 1. o., do heer C. H. Koopen; tot tfidelfik onderwijzer in de natuurkennis aan de vormscbool tot op leiding van bewaarschoolhoudoressen, do heer K. M. Knip; tot hoo-donderwijzeres eener bewaarschool mej. G. Eygelsheim, allen aldaar; tot onderwijzeres eener school voor m. u. 1. o. mej. A. J. v. d. Boa—Bjjken. Besloten werd een pensioen van 984 'sjaars te verleenen aan den directeur der vormschool, den heer P. Molenbroek; tot wijziging van art. 7 der verordening op de vormschool en tot die, regelend® de verdeeling en bezoldiging der onderwijzers aan de open bare scholen voor lager onderwijs. Bij de herstemming voor een lid van het Hoofdbestuur van het Ned. Ond.-Genootschap, gehouden van 18 Dec. tot 15 Febr. 11. (vacature- G. Kappenburg Pz zyn door 189 afdeelingen 1942 geldige stemmen uitgebracht, benevens 3 van onwaarde en 253 in blanco. De heer L. Nooter verkreeg 724 stemmen, de heer C. F. A. Zernike 1218, zoodat laatst genoemde verkozen is. Volgens het „Vad." is Jan C. De Vos ernstig ziek. Hy lijdt aan nierziekte. Do heer De la Fuonte is voor het volgend seizoen tot directeur te Antwerpen benoemd, alsmede tot artistiek directeur van het Casino te Royat. Volgens de „Flandre Libéralb" verloor de heer De la Fuente verleden jaar te Gent 7500 fr. en in dit seizoen reecs 56,000 fr. Het gerechtshof van koophandel te Gent heeft hem in staat vaQ faillissement verklaard. Ds. A. Couvóe Azn., Ned.-Herv. pred. te Zeist, hoopt 25 April a. 8. zijn 40-jarige evan gelie-bediening te vi&ren. Geboren in 1833, werd Z.eerw. in 1857 proponent by het prov. kerkbestuur van Noord- Holland. Den 258ton April 1858 werd hy pre dikant te Schoonrewoerd, in 1861 te Doesburg, in 1869 te Barneveld, in 1873 te Breukelen en sedert 27 Aug. 1876 te Zeist. Z.eerw. is secundus lid van het prov. kerk bestuur van Utrecht, praeses van het classicaal bestuur van Amersfoort en scriba van den ring Tienhoven. Met betrekking tot de vraag, of de tyd, door een militair preventief in do gevangenis doorgobracht, al dan niet behoort mede te rekenen als diensttijd, waaraan een broeder bet recht op vrijstelling van de militie kan ontleenen, hebben Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland beslist, dat, wanneer een militair tot gevangenisstraf mei ontzegging van hot recht om bij de gewapende macht te dienen, is veroordeeld, de tyd, door hem in preventieve hechtenis doorgebracht, voor zelven als diensttijd geldt en a fortiori «*bor zijn broeder als diensttijd moet worden mede- gerekend. De „Gaulois" weet te vertellen, dat prins Louis Napoleon, overste in Russischen dienst, zich verloven zou met onze jonge Koningin. Uit "Weenen wordt hieromtrent aan Hirsch' telegraafbureau gemeld, dat aldaar in diplo matieke kringen bekend was, dat over dit plan werkelijk gesproken is, maar Doitschland zich or tegen verzet heeft. Terecht gelooft de „Reichsb.", dat ook do Nederlandsche natie tegen zulk een plan front zou maken; ook omdat Louis Napoleon een troon pretendent van Frankrijk is, en Neder land niet gaarne met de mogendheden in verwikkelingen zou komen. Door de Kamer van Koophandel te Maas tricht is een adres gezonden aan de Tweede Kamer, waarin wordt verzocht door de her ziening der invoerrechten de nijverheid op te beuren en de Rijksmiddelen te versterken. De luit.-ter-zee der lste klasse jhr. E. G. "Wichers, dienende als eerste officier aan boord van Hr. Ma. schoener „Zeehond," wordt met 26 Februari a. s. overgeplaatst aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Heilavoetsluis. Met gelijken datum wordt de luit-ter-see der lata klasse H. J. Pak geplaatst als eerste officier aan boord van genoemden schoener. Den lsten Maart vertrekt per stoom schip „Oranje-Nassau" van den Kon. West.- Ind. Maildienst naar West-Iodiê, met bestem ming voor Suriname, een afdeeling aanvullings troepen, sterk ongeveer 10 man. De eerstvolgende groote diners, door den minister van buitenlandsche zaken te geven, zullen op 22 Februari en 2 Maart plaats hebben. Dezer dagen seinde Reuter uit Shanghai, dat de Nederlandsche gezant ia Cbina zou trachten de Chiaeesche leening tot stand te brengen. Uit goede bron kan het „Vad." medo- deelen, dat dit bericht uit de lucht is gegrepen. „Het schijnt wel, dat Chineesche staatslieden hun best doen de leening onder garantie van de een of andere kleine mogendheid te sluiten, vao wie zy minder last zouden hebben dan van Engeland of Rusland, maar de Neder landsche Regeering denkt er niet aan zich met de zaak in te laten." Nu het vélocipède-rfiden zoo algemeen wordt, dat welhaast een nict-wielryd6r eene uitzondering zal zijn, is het zeker voor alle Geneeskundigen van groot belang to allen tijde te kunnen beoordeelen in hoeverre het wielrijden oen gunstigen of nadeeligen in vloed uitoefent op de gezondheid. Daar ieder geneeskun ige persoonlijk te weinig ervaring opdoet betreffende deze sport, heeft de heer E. J. Kühne, officier van ge- zondhei 3 lste kl., tfi Jelfik gedetacheerd aan het Remonte-depót te Milligen, besloten jaar lijks een statistisch overzicht ta geven van hior te lande voorgekomen ongelukken, ziekten en gebreken, die direct of indirect bet gevolg zijn van het wielrijden. De heer Kühne heeft aan alle medici in den lande, ongeveer een 2500 tal, een staat gezonden, waarop alle inlichtingen gevraagd worden omtrent de ongelukken, die voorge komen zijn onmiddellijk als gevolg van het wielrijden, dus b. v. na botsing, val, overrijden enz., benevens van de ziekten en gebreken min of meer langzaam ontstaan bij het wiel rijden of als gevolg daarvan. Voorts is hun oordeel gevraagd omtrent het wielrijden, by welke ziekten en gebreken dit ontraden of verboden moet worden, en nopens kleeding, voediDg, gebruik van alcoholiën, voorbehoed middelen, enz., en eindelijk tal van vragen ter beantwoording, betrekking hebbende op de vrouwelijke sexe. 'tls duidelijk, dat een dergelijk overzicht van groot nut kan zijn, waar dit met zorg verkregen en uitvoerig behandeld wordt, zoodat het dan ook hoogst wenscheiyk is, dat alle medici hun ervaring op cit punt aan hun collega mededeelen en zich daartoe eenige moeite geven, ten einde door aller krachten dit reusachtig werk schitterend te doen slagen. De minister van oorlog brengt ter kenni3 van belanghebbenden, dat er voor zes burger- gene^sheeren (artsen), die voor den militairen geneeskundigen dienst pbysiek geschikt zijn, gelegenheid bestaat om te worden benoemd tot offkier van gezondheid 2de klasse bij bet personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, onder het genot eenc-r premie voor eens van twee duizend vijfhonderd gulden 2500). Het stoomschip „Kaiser," van Oost-Afrika naar Vlissingen en Hamburg, vertrok 15 Febr. van Marseillede „Prins "Willem II," van Amsterdam naar Suriname, passeerde 7 Fobr., des Yoormiëdags, Dover; de „Salak," van Rot terdam naar Batavia, vertrok 16 Febr. van Suez de „Koningin-Rigentes," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 17 Febr. van Genua; do „Soembing", van Batavia naar Rotterdam, passeerde 17 Febr. Tarifa. Noonlwyk. In het gisteravond door ons geplaatste verslag van de muziekuitvoering 19) Daarop duwde zjj baar zachtjes op de sofa en trok de zwarte kanten mut3, die by de omarming bijna van haar hoofd was gegleden, weder recht. „Die Rozekate is net een storm wind, hè, grootmamaatjo?" riep zy lachend uit. „Kom maar eerst een beetje tot uzelve van mijn onstuimigheid, dan kijk ik in dien tijd eens rond." Spoedig had zij hoed en mantel bezorgd en ke:-rdo dan weer terug. Met lachende oogen snelde zij door de kamer, elk voorwerp, als om het te begroeten, met de hand aanrakend. Voor de kachel stond zij stii. „Hm, dat is wat voor een liefhebber," juichte zij en keek in de gloeiende kolen. „Prachtig, grootma 1" Daarop begroette zij de kanarie; hij moest direct een klontje suiker uit haar lippen pikkenen toen stak zy haar neusje diep in de geurende bloemen voor het venster. „Wat is het hier alles mooi en heerlijk 1" zei zo, diep ademhalend. Zy stond nu voor het portret boven den leunstoel en plotseling nam haar gelaat een ernstige uit drukking aan; onwillekeurig vouwde zy de handen. „Moeder, uw Rozekate is weer thuis. Zy heeft veel goeds en schoons gezien in de stad, en zjj is er vrooiyk en dankbaar om." Een traan glinsterde in haar oog. Maar terstond daarop lacht® s$j weer. »Nu zal ik eens inschenken, grootmama; dan kunnen wy een heerlyk kopje chocolade dnnkon." Mevrouw Neudorf keek met een gelukkigen glimlach naar haar kleindochter, die zoo frisch en bloeiend, zoo geheel met de oude kinder- lyke dartelheid was teruggekeerd. Een zware last viel haar tan het hart. Ja, zy zou zich hier wel weer thuis gevoelen; zy zou weder volmaakt gelukkig zyn by haar oude groot moeder. Toen de schemering lager viel, het water in den ketel begon te zingen, de vlammen in den haard helderder brandden en op straat vlak voor haar venster de lantaarn werd aangestoken, verzocht Rozekate haar groot moeder op haar oude plaatsje in den leun stoel te gaan zitten. Zy zou haar nu eens alles vertellen, wat zy in de stad al zoo be leefd had. Daar zaten zy nu, grootmoeder en klein dochter, de laatste aan de voeten der oude vrouw op een bankje. Zy had haar zachte, witte handen om de gerimpelde rechterhand barer grootmoeder gevouwen en vertelde haar van alles, wat zy had ondervonden. Van Mar- gareta, van Liza, van haar schilderyen, van de gezelschappen, die zy bezocht had, en eindeiyk ook, ofschoon nog wat aarzelend, maar toch ook weer vol geestdrift, van den schouw burg en wat zy daar had gezien. Tot nog toe had de predikantsweduwe haar met een zwy- genden glimlach aangehoord, doch nu trilde haar hand in de vingeren van het jonge meisje, en toen Rozekate haar vertelde, dat zy zelve comedie had gespeeld en daarmede zooveel lof had geoogst, stond de oude vrouw plotseling zuchtend op. Het jonge meisje hield op met spreken en keek verschrikt haar grootmoeder aan. „Vindt u het dan zoo verschrikkeiyk, om daarvan te hooren, grootma? Gelooft u dan werkelyk, dat het tooneel een schadeiyken invloed moet hebben op hen, die den schouw burg bezoeken, of dat de menschen, die er toe behooren, slechter van aard zyn dan de anderen? Ik geloof het niet, grootmamaatje; integendeel, ik ben van meening, dat de omgang met onze dichters, met hun groote werken, de ideaal-gestalten, welke zy gescha pen hebben, slechts verheffend werken kan, iemand boven de groote menigto moet plaat sen. Waarom maakt u dat ongerust?" De predikantsweduwe streek met sidderende hand over het hoofd van het meisje. „Ik ben maar een domme, oude vrouw, kind; ik heb vooroordeelen. Als ik my zoo iets in myn oud hoofd heb gezet, dan is het er moeilyk weer uit te krygen. Doch vertel verder." Eu Rozekate sprak van Ferdinand Olpen, van zyn aanzoek en dat zy het afgewezen had. Dat vertelde zy met zachte stem en gebogen hoofd. „Jammer," zeide haar grootmoeder. „Dat moet, naar de beschryving, die je van hem geeft, oen braaf man geweest zyn; ik zou je gaarne aan hem hebben toevertrouwd." „Ja," bevestigde het jonge meisje, „hy te een vertrouwbaar persoon, een man van eer, maar, grootmama ik heb hem niet Hef." Ddt klouk zoo eenvoudig en beslist, als ware daarmede alles gezegd. „Het is jammer, Rozekate," herhaalde de oude dame. Daarop heerschte er een oogonblik van stilzwygen. Wat Rozekate haar grootmoeder thans wilde bekennen, deed haar hart toch eenigs- zins sneller kloppen. Doch eindelijk sprak zy het uit, het zoete geheim, wel is waar hape rend en met een hoogen blos op het gelaat, doch haar grootmoeder hoorde het toch en ay hoorde aan den weekeD, bovenden klank van Rozekate's stem, dat het ditmaal ernst was, dat thans heur hart had gesproken. Evenwel liet zy in hot eerst niets bemer ken, ook niet, toen het meisje ophield met spreken. Het was duister gewordenhet vuur in den haard smeulde nog slechts en de lantaarn op straat gaf nog maar een zwak licht; de flik kerende lichtschyn speelde op het Wonde hoofd, dat diep gebukt was en thans met de warme lippen de band dor oude vrouw beroerde. „Grootmama, ik heb hem zoo lief," klonk het met schuchtere innigheid. De oude vrouw slaakte een bangso zucht. „Maar by is officier, kindl Woet je niet, dat die heeren meestal gedwongen zijn een ryk huweiyk te doen En jy bezit niets anders dan bet kapitaaltje, dat ik je eenmaal zal nalaten en van welks renten wy nu leven 1 Ik geloof, dat het nog niet eens zooveel is als een cautie bedraagt. „Ik vrees, Rozekate, dat het een bittere ontgoocheling voor je worden ml." „Ontgoocheling?" Zy hief het gelaat ver schrikt op en er lag zooveel angst op uit gedrukt, dat haar grootmoeder zich gerust stellend naar baar overboog. „Het kan ook wezen, dat by ryk genoeg is en uw geld niet noodig heeft. We zullen er maar het beste van hopen, kind." Rozekate haalde verlicht adem. „Dat weet by ook alles vetl beter dan wy, grootmama. Als er het een of ander in den weg stond, als er eenige zwarigheid was, zou hy niet zoo tot my geeprekea hebben. Met Kerstmis komt hy hier em uw toe stemming te vragen. O, wat zal dat een heerlyke Kerstmis zyn! Hy heeft hot my gisteren by het afscheid gezegd." Zy glimlachte gelukkig en verzonk ia mymery. Gisteravond was zy nog stilletjes even de deur uitgewipt, om hem vaarwel te zeggeD, zooals hy haar dringend had gevraagd. En toen had hy haar onstuimig in zyn armen gekneld on haar zoo vurig gekust, dat het haar bang te moede was geworden en zy zich angstig uit zyn omhelzing had lus- gemaakt. „Je bent zoo koel, Rozekate, zoo schuch ter," had hy gezegd. „Je houdt zeker niet van mei" Maar met een smeekenden blik had zy hem het zwijgen opgelegd. „Wanneer grootma ons haar zegen heeft gegeven, wanneer ik voor de wereld je verv loofde ben, dan behoor ik je toe, Barry." Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 1