Or. Til. TM WIJK,
MENGELWERK.
Burgerlijke Stand.
WEILAND,
Messaoud.
Git het IVansck van Paul cCArgenay.
Messaoud, de gelukkige, bittere ironie van
het lot, dat hem dien naam had gegeven,
daar by niets anders kende van zyn jeugd
af dan ellendo en tegenspoed. Hy was geboren
in Algiers.
Ternauwernood herinnerde hy zich zyn
ouders, die gestorven waren, toen hy nog
heel jong wa9. Op vijfjarigen leeftijd deed
hjj als do andere „ouleds", met wie hij den
ganschen dag de stad in alle richtingen door
kruiste: hij posteerde zich in een hoekje der
straat Bab Azoun met een houten bankje en
„Ciri, m" slem! dril" ktc«k geduldig den
langen dag door zijn geroep. Nu en dan ver
diende hy wat met schoenpoetsen, waarvoor
h\j dan een „kiossrah" en dadels kocht, het
onverandorlijk menu, waaruit iederen dag zyn
middagmaal bestond. Toen hij wat ouder werd,
waagde hij zich tot op de verschillende kiden
en boo I daar zijn diensten aan do reizigers
der groote stoomschepen aan. Men gebruikte
hem bij voorkeur, zoodat de andere „ouleds"
dikwijls jaloersch waren; met zijn fraai be
sneden matgeel gezicht en donkere, schitte
rende oogen trok bij dadelijk do aandacht.
Op een go?öen dag had Messaoud btfc buiten
kansje, dat een jong Zouaven luitenant hem
in dienst nam, tegen twee douro's, dat is
tien franken in de maand.
Toon, na eenigen tijd, het regiment van
den officier van garnizoen veranderde, legde
de Arabier te voet de achttien mijlen van
Algiers naar El-Aghonath af. Zoo werd by
twaalf jaar. Zijn luitenant werd benoemd tot
kapitein en wilde hem rnedenemen naar Frank
rijk, doch Messaoud kon niet besluiten zijn
schoon, warm vaderland met zijn blauwen
hemel overdag en zijn schitterende sterren
nachten te verlaten.
Hij had ongeveer honderd franken opge
spaard, voldoende om zich te vestigen als
„kaouadji", koffiekoopman, een van zijn dier
baarste wenschen.
Het heel© garnizoen kende hem; zyn nering
bloeide en hij bracht weder twee gelukkige
jaren door.
Maar het telkens en telkens booren herhalen
dat Frankrijk veel schoor er was dan Algiers,
deed hem eindelijk besluiten daar zijn fortuin
te gaan beproeven. Zoo verkocht bij op zekeren
morgen zijn zaakje on veitrok daarnata voet
naar Algiers. Een pakketboot bracht hem drio
d^gen later te Marseille.
IL
Hij voelde zich volstrekt niet thuis in dezo
drukke, woelige stad en voelde al heel gauw
heimwee naar zijn eigen land.
Met de medegebrachte blikken pannetjes
met langen steel, zette hij zich neer op de
Stade en begon daar zijn koifie te bereiden
op de manier zooals hij dat ia Algeriè gewoon
was. Al heel spoedig bad hij een vaste en
uitgebreide cliënteel© onder de soldaten van
het garnizoen en de havenwerkers.
Indien hij toen maar niet had geluisterd
naar hen, die hem kwamen vertellen, dat bij
in Parys binnen een half jaar zijn fortuin
sou gemaakt hebben I Dan was hy nu reeds
lang in zijn heerlijk, warm vaderland terug
gekeerd en had hy zich een tent van kemels
haar kunnen aanschaffen. Maar de verzoeking
bleek te sterk en drie maanden na zijn aan
komst in Frankrijk, vertrok hij naar Parijs.
In de wereldstad word bjj telkens, als hy
juist een geschikt plaatsje had gevonden,
verjaagd door een agent van politie, die hem
kwam aanzeggen, dat hij het pubhek verkeer
verstoorde. Dit duurde zóó lang, tot Messaoud
op zekeren dag, in machtelooze woede, zijn
geheole kookgorij over een der kaden schopte.
Twee maanden lang zwierf hij nu als een
voortgejaagde door de straten en over de
pleinen, geplaagd door do straatjongens en
op zij geloopen door de voorbijgangers. Men
lachte hem uit om zijn bruine kleur. Al dien
tijd zocht hjj zelf niet wetend wat, levend
van een broodje, dat hy des morgens kocht
en dat zijn cenig voedsel, den geheelen dag,
uitmaakte. Hy bood iedereen tevergeefs zyn
diensten aan; m6t ongeduldig gebaar wees
men bom echter af, niets begrypend van zyn
wonderiyk taaltje en zich niet don tyd gun
nend om belang te stellen in zyn groot?,
treurige oogen en smeekende gebaren.
Op een winteravond, terwyl hy den
ganschen dag nog niets genuttigd had, strekte
by zich op een bank uit, vast besloten een
eind aan zyn rampzalig bestaan te maken,
door zich te laten doodvriezen.
Te middernacht ongeveer hoorde een werk
man, die voorbijkwam, een doffen smak, en
naderby komend, zag by Messaoud, die, door
de koude bevangen, van de bank op den grond
was gerold.
„Een Arabier!" mompelde de man, toen hy
het zwart geworden goud op de jas en de
roode broek van don armen jongen opmerkte.
Hy bad een veldtocht in Afrika modegemaakt
en kon met eenige inspanniog het verhaal
van den inmiddels weder bygekomen Arabier
volgen.
Hy* nam Messaoud mede naar een wy'nhuis
en gaf hem daar te eten en te drinken en
terwyi deze zich by de kachel warmde, deed
do werkman ongemerkt een veertig-frankstuk
,n de met goud vorei?rdo pet giyden, waarna
hy nog oen collecte deed by de bezoekers.
„En wat wilt ge du gaan doen?" vroeg
hy, hem de opgehaalde som gelds overhan
digend.
III.
Den volgenden morgen bracht de trein
Messaoud naar Marseillo, van waar hy zich
naar zyn vaderland wilde inschepen.
Maar het noodlot had anders over den
armen jongen beschikt! Te Marseille kwam
hy zeer toevallig in aanraking met eon Barnum
van den tienden raDg, die hem voorstelde
deel uit te maken van zyn troep. Een prachtig
kostuum, waarin hij een scheik zou voorstel
len, bosliste alles.
„Qe kunt immers te paard zitteD. In uw
land rydt iedereen, welnu ge zult optreden
in de „Razzu d'abd El Kader", die op het
oogonblik in studie is. Om te beginnen kunt
ge veertig stuiters per dag verteren benevens
kort eo inwoning. Ale g* eeamaai uw vak
goed vorstaat, is uw toekomst verzekerd. Nu,
wat denkt ge er van?"
Messaoud liet zich oveihilen, zooiat twee
dagen dagen later de inwoners van Marseillo
in grootsn getale opkwamen naar het debuut
van „den jongen Messaoud B3n Ei Hadj, zoon
van ee.i bekenden scheik uit de pro vinei 3 Algeria,
artist geworden uit roeping", zooals op het
affiche met vette letters te lezen slond.
Nu begon voor den jongen Arabier een
nieuw leven zonder eenige afwisseling en vol
vermoeienis.
lederen avond trad hy op in den circus,
gedurende do geheele voorstelling, nu eenige
danspassen uitvoerend op zyn oud paard, dan
een volssdans ten besta gevend eu Arabische
liedjes in zyn eigen taal.
Den geheelen dag liet men hem gymnas
tische oefeningen doen, om zyn r?eds veel
te geforceerde ledematen leniger te maken.
Zyn etrn bestond in wat de anderen overlieten
en zjjn slaapkamer was in den stal.
„Dat komt alles later terecht", had de
impresario gezegd, toen Messaoud het waagde
hierover te klagen
En de arm9 jongen waebtto geduldig.
Hij had lu wel wat anders om aan te
denken dan aan geld of voedsel; zelf3 het
htraaald applaus by zyn optreden liet hem
tegenwoordig koud. De mooie oogon der
„schoone Adc-lina", die by iederen avond „in
bescherming nam tegenover haar ontaaroen
vader", hadden zyn h^rt ia vlam gezet. De
enkelrustige oogenblikken, die hem gegund
werden, bracht by door met te trachten
zooveel mogelijk in haar nabijheid te zijD.
Natuuriyk spott3 Adelina met zya teedere
gevoelens.
De dikke William was reeds lang haar
uitverkorene en de tengere Messaoud had van
dezen reus reeds menigih goed gemikten
stomp opgeloopon, wat zoer de vroolykheid
der „schoone jonkvrouw" gaande maakte.
Messaoud balde de vuisten in machteloozen
haat en werd wit o-.ider het bron3 zyner huid;
met woedende blikken beschouwde hy zyn
vyand en weldra had hy slecht3 één gedachte:
zich te wreken op den man, die hem zoo
laaghartig vernederde, door met zyn liefde
den spot te dryven togen iedereen, die er
maar over lachen wilde.
IV.
Het was even voor de voorstelling en
Messioud zat op Arabische wyze, de beenen
gekruist, in zyn geliefkoosde houding, na te
denken. Door een opening in de linnen tent
zag hy een stukje blauw c-n eDkele flikkerende
st.rren, wat hem aan zyn vaderland herinnerde.
Eensklaps bekroup hem de lust zich uit de
voeten te maken, snel, eer iemand 't kon
opmerken; in een schip kon hy zich ver
bergen en zoo de reis naar Algiers medemaken.
Met- heimwee dacht by aan de koesterende
zonnestralen en het gloeiende zand. Alleen
zyn liefde voor de schoone Adelina, die open-
ïyk den gek met hem stak, hield hem hier,
anders
„Arabier, ben jo klaar?" riep de stem van
William; tegolijkertyd voelde by een trap in
den rug. Een schaterend gelach overtulgdo
hem van Adelina's tegenwoordigheid.
Met oen sprong stond hy op, als wilde hy
zich op zyn vyand werpen; zyn oogen glin
sterden, doch zich bedenkend, begaf by zich
langzaam naar zyn plaats.
Een luid applaus begroette zyn optreden;
nooit was zyn houding zoo waardig, zyn ge
laat zoo edel geweest als dien avond. Na
enkele sprongen en passen met z'n paard te
hebben uitgevoerd, begon de eigeniyke ver
tooning.
Op een gegeven oogenbliek moest hy Ade
line de schoone Tathmé aan de handen
van William Abdallah ontrukken en dezen
met een dolkstoot dood ter aarde doen tui
melen; dit was het succes van het stuk,
zyn dagelyksch oogenblik van triomf.
De zaal daverde van het handgeklap by
het zien van zyn blikken vol haat.
Het staal flikkerde in zyn opgeheven hand,
met een enkelen stoot velde hy Abdallah neer,
die met een rauwen kre9t in elkaar zeeg.
Een breede bloedstraal kleurde zyn kleederen
en den grond.
Kalm 8t9eg Messaoud van zyn paard en na
het publiek gegroet te h9bben, verliet by met
waardige houding den circus.
Adelina kwam achter de coulissen aansnellen
en hem tegenhoudend, krabde zy hem met
de nagels het gezicht open.
Zachtjje maakte hy zich los en haar op
een afstind houdend, zeide hy:
„Laat dat, ik heb hem gedood, daarom
gaat Messaoud naar de gevangenis, zoo wil
het Allah."
Zonder tegenstreven liet hy zich wegvoeren
door de inmiddels gewaarschuwde politie
agenten.
William is dood.
Messaoud, tot tien jaren dwangarbeid ver
oordeeld, denkt onder don zwaren arbeid steeds
terug aan styn zonnig vaderland, met z'dn
blauwen hemel, gloeiend zand en flikkerende
sterren, zyn vaderland, dat hy nooit zal
wederzien.
HET PBOCES-ZOLA.
Mr. Laborl, Zola'3 advocaat.
Mr. Perieux, Mr. Vaughan,
ultgevor dor adm. dor „Auroro".
„Aurore".
Uit de zittingzaal: de advocaat Labori is aan het woord:
„De waarhtid, welke wy u wenschen te bewyzen, leden van de jury, is zoo verschrikkelijk,
dat ztl haar niet willen laten uitkomen. Welnu, indien bet noodig is, zal ik dit alleen be
proeven. Indien ik daarin niet slaag, zal degeen, die in do gevangenis zit, daar biy ven, waar
D\j jfekoroen is door een wet, alléén voor hem gemaakt."
Persoverzicht.
Dr. A. W. Bronsveld verheugt zich in de
Februaii-Kroniek der Stemmen voor Waarheid
m Vnede dat het Kabinet, by monde van
den heer Pierson, in de Eerste Kamer nog eens
duidelijk heeft gqzpgö, dat hetgeon voorstellen
denkt te doen tot uitbreiding van
het kiesrecht.
Die verklaring der Regeering zal misschien
niet vriendeiyk worden opgenomen door „dat
navelvlek-acbtig verschynsel aan onzen poli-
ti k»n hemel, dat men noemt de groep-
Kerdyk."
Da schryver, eenige regelen aan die groep
wijdende, botreutt het, „dat de wyze, waarop
de Kamer is samengesteld, een aan hun klein
aantal ongeëvenreoigde macht verzekert aan
de geavaoceerden, of radicaal-getinte liberalen."
In dit verband bespreekt de schryver de
positie van het Kabinet. Do onrustbarende
bulletins, die over -zyn zwakte worden uitge
geven, acht dr. Bronsveld tendentieus,
ingegeven door politieke oogmerken. Toch
acht ook by den toestand eenigszins précair.
Vooral ducht hy een triple-alliantie van anti
revolutionairen, roomschen en radicalen, die
dan het Kabinet zou ten val brengen. Hy
hoopt nog, dat de heeren Kerdyk, Drucker,
Veogens c. s. odb land niet aan de regeering-
looshrid, die daaruit zou voortvloeien, zullen
overleveren.
„Mocht hetgeen wy ten diepste betreuren
zouden, een criBis worden uitgelokt, dan
hopen wy met al de kracht, die in ons is,
gelyk in het vorige jaar, togen Rome en zyn
medestanders op te treden."
De schryver hoopt dit dan met meer nadruk
te doen dan waarmede onlangs de christelyk-
historischen te Rotterdam optraden. De houding
der chri9t.-hist. organen by die gelegenheid
die zich óf onthièlden óf den heer Moes zwak
en laat steunden wordt door den schryver
gegispt.
„De toestand des lands is nog dezelfde als
in Juni; zelfs nog kritieker. Het ministerie kan
niet één stem missen. Hoe kan een christelyk-
historisch man, als hy in deze omstandig
heden kiezen moet tusschen een liberaal als
den heer Mees, en zulk een soldenier van
Rome en van dr. Kuyper als de heer mr.
Titus Van Asch van Wyck, nog een oogen
blik aarzelen?"
De schryver bestrydt voorts op de bekende
gronden den aandrang van den heer Reekers
in de Eerste Kamer tot verzwakking der waar
borgen voor de burgeriyke voltrekking van
het huweiyk.
In De Huisvrouw wordt nog eens krachtig
aangedrongen op het toevoegen van
vrouwen aan de inspecteurs van
den arbeid. Het blad beveelt den tegen
standers aan, nu en dan eens kennis te nemen
van de verslagen, door de inspectrices v„n
den arbeid in Engeland geregeld uitgebracht.
Daar is by voorbeeld nu weder het rapport
van miss Irwin, een dezer inspectrices, waarin
het een en ander wordt medegedeeld over de
toastanden onder de ongelukkige wezens, die
in Engeland een bestaan moeten vinden in
do huisindustrie.
Zulke toestanden, zegt het blad, worden
door de inspectrices in haar verslagen openbaar
gemaakt, om er de aandacht op te vestigeD,
in de verwachting er verbetering in te brengen.
Veel daarvan is in de laatste jaren door
enquêtes aan het licht gekomen; de iospec-
trices beyveren zich, door de uitkomsten dezer
enquêtes voortdurend aan t9 vullen, de aan
dacht levendig te houden.
In de Haagsche Courant lezen we onder
bet hoofd Socialen bet volgende:
Het is een bekend feit, dat het gros van
het Nederlandsche volk, en daaronder zelfs
zg. beschaafden, de beteekenis van de woor
den „sociaal", „socialist" en „sociaal-democraat"
niet kent en dus ook niet uit elkaar houdt,
en zoo de taalkundige dwaasheid in de wereld
bracht om „sociaal-democraten" eenvoudig „so
cialen" te noemen, ja zelfs een burgemeester
bü een enquête verklaarde, „dat er by hem
geen sociale toestanden bestonden"!
Alsof niet ieder mensch uitgezonderd
de kluizenaar, die zich van de samenleving
(„societas") afzondert „sociaal" ware!
Maar het wil er by de massa nu eenmaal
niet in. Dat een majoor en een sergeant-
majoor twee zeer verschillende personen zyn,
dat weet iedereen; maar dit ook toe te pas
sen op „sociaal" en „sociaal-democraat", dat
is, naar het schynt, al te veel gevergd van
het begrip.
Zóó ver echter gaat dat onverstand, dat
thans de „Oranjebond van Orde" zich verplicht
heeft geacht, uit het hoofd van zyn orgaan
het woord „sociaal-economisch" te schrappen
en daarvoor in de plaats te zetten: „gewyd
aan de bestryding der (lees: van de) sociaal
democratie"! I
Dit geschiedde echter verklaart de redac
teur niet omdat het blad een agressief en
meer mijitant karakter gaat aannemen, maar
omdat „er nog altyd menschen zyn, die socia
lisme en sociaal-democratie met elkaar ver
eenzelvigen" en dus zelfs oen „socialen"
Oranjebond van sociaal-democrati9 verdachten 11
De redactie betreurt het, dit misverstand
niet te kunnen opheffen, omdat zegt zy
„onze heerlyke, ryke moedertaal, helaas, voor
beide, in aard en wezen zoo geheel verschil
lende tegenvoeters slechts één woord heeft:
socialisme, een vreemd woord nog wel,
dat ieder verstaat, ofschoon de massa het
misverstaat."
„Wy staan machteloos gaat zy voort
tegenover do hardnekkigheid van een burger
recht verkregen hebbend wanbegrip"
De Arnhemsche Courant te3kent by die mee-
deehng van de Oranjebor.dsredactio intus-
schen aan:
„Laf, kleingeestig en onwetenschappeiyk is
het, dat de redactie zóó ver gaat, om de
sociaal-democratische beginselen te durven
aanduiden als socialistisch „in de slechte be
teekenis van het woord". Moet dan waariyk
een tydschrift als dit het domme wanbe
grip biyven voeden, dat de wetenechap-
peiyke Bociaal-democratie dezalfde
is als die, wolk9 zich in vergaderingen slechts
uit in holle phrases, of volksoploopen, steen
worpen en brandstichting haar beBte argu
menten acht?"
AARLANDERVEEN. Bevallen: M. J. Bout
hoorn geb. Lainoree Z. A. Den Brave geb. Val
Leeuwen Z.
Gehuwd: G. Jongeleen, jm. 22 j. enJ. K. Vau
den Akker jd. 24 j.
ALFEN. Bovallon: G. De Grauw geb. Ravens-
berg D. A. Rijnsburger geb. Van 'tWoutZ.
A. Butterman geb. Oudshoorn Z. R. Bijlsma
geb. Willemaen D.
Overleden: J. A. Nagtegaal Z. 10 j. G>-
J. Wiegman Z. 5 m.
BODEGRAVEN. Bova 11 en: H. M. Okkerse
geb. Niouwenhnizen Z. A. Verdoyn gob. Van
am Z. M. J Berkelaar gob. Van Leenwen Z. -
D. v. Dam geb. Verdouw Z.
Overleden: P. Loos, gehuwd met L. Boen
69 j. G. Groeneveld 62 j.
Gehuwd: T. J. P. 'l'oor jm. 38 j. «n H. Dé
Ryk jd. 30 j.
BOSKOOP. Bevallen: IBerkelaar goK
Segers Z. J. Spruit gob. Van Dam Z. M. G
v. d. -Stam geb Romein Z.
Overleden: M. Van Kleef lj. A. Buur
man 3 m.
LEIDERDORP. Geboren: Willem, Z. van C.
Hillebrand en J. Nagtegaal.
SASSENHE1M. Geboren: Pioter Jobannes,
Z. v. C. Kroon en A. Blonk Maria Wilhelrnina,
D. v. J. Franken en .T. Vermolen.
Overleden: J. Nieuwenhuis, 20 d.
STOMPWIJK. Bevallen: A. Schrader, geb.
Lelieveld D.
VEUR. Overleden: L. Zandbergen m. 31 j.,
echtg. van M. v. d. Togt.
ZOETERWOUDE. Johanna Maiia, D. v. J. Van
Konijnenburg en G. Rijnsburger. Cornelia
Nicolaas, Z. v. A. Spoelstra en S. Van Os.
Adriana, D. v. G. Vei dogaal en P. Van Haaster.
Gehuwd: J. Iteeu wijk" jm. 29 j., won. alhier, eu
C. v. tl. Poel jd. £2 j., won. to Aalsmeer.
HAMERS WUUDE. Be v allenK. Van Klavoren
geb. Groen Z. J. C'. Van Wijk geb. Schouten D.
E. Schoondorwoerd geb. Verbrj, Z. N. Ruis geb.
Van Hoon 1>.A. Qua! ra geb. Vah Dam Z. E. M.
Looraans geb. Janmaat L>. G. Van Beek geb.
Van Dam D. T. Mcnscb geb. Veen levonl. D.
overleden: a. v. d. Toorn gehuwd met -A.
Lutmors, 63 j.
Gohuwd: W. J. H. Lamers jm. 34 j. on A. v.
d. Kolk 29 j. J. Rietveld, jm. 31 j. en M. C.
Sntjd^eest 27 j
KOUDEKERK Bevallen: N. Braafc geb.
Dorrepaal D. J. C. Do Groot geb. Sprokkrieft Z.
NIEUWKOOP. Bevallen: A. Verw;ey /geb.
Ahlers Z. M. De Jong geb. Bader Z. G.
Meyer geb. Veelenturf D. C. Van den Bosch
geb. Hogendoorn Z.
Overleden: Vormey, echtg. van W. Van-dei
Voorn 73 j.
OU DStlOORN. Bevallen: G. Den Hertog geb,
Van Houselt Z. J. Den Hertog gob. Dom Tl oTtog
D. C. Redegeld geb. Van Capel, Z. E. Tuyn
geb. Van Szius Z.
Overleden: W. Van Keyst 78 j.
Vervolg der Advertentiëu.
De bekende en onbekende
Schuldeischers van do onder
het voorredht van Boedel
beschrijving aanvaarde nalatenschap van
JAN TAN STIJN, in leven Manufacturer,
gewoond hebbende en overleden teWaTmond
27 Mei 1897, worden opgeroepen oip op
Slaandag 21 Februari 1998, des
dags lO uren, te vtrschynen ten kantore van
den Notaris J. F. S. FRIJLINCK, te Warmond,'
ten einde aan te hoor en de Rekening en
Terantwoordlog welke namens de benefi
ciaire erfgenamen zal worden gedaan.
1164 13
Dengenen, die iets te-vor
deren hebben ran of ver
schuldigd zyn aan do na
latenschap van den Heer JACOBUS
9IËIJER, in leven Timmerman, gewoond
hebben ie en overleden te Leiden den 6den
December 1897, wordt verzocht daarvan vóór
1 Haart a. s. opgave of betallug te doen
ten Kantore van Notaris J. F. MEINERS,
Noordeinde 22, te Leiden. 992 IC
TArts,
Breestraat 40,
heeft van af heden zijn spreekuur
van IS—X uur, tevens voor Kin.
derziel£ten. 1038 10
Hlnadr appels
van Br. BE VRIJ,
Hét krach tigét wer
kend middel tegen
Malaria (birmen-
koortsen), algemeen^
zwakte, bloodarrnoeV
de en bleekzucht. -
Vraagt ovtr. 1 de
verzegelde flacons a f 1. voorzien van
novensstaand fabrieksmerk. Men lette daarop.
By overmaking van een postwissel a 1.15
volgt franco toezending door de Chemische.
Fabriek van 5 15
H. NANNING, Ben Haag.
Notaris VAN GREUNINGEN,
tr Odde Wetering,
zal op Trj)dag 18 Februari 1998, ty
Opbod, en op Trydag 25 Februari 1899»
by afslag, telkens 's voorm. te 11 uren, iohefc
Notarisbuis aan Den Burg, te Leiden, publiek
doen veilen en vorkoopen:
Twee perccclen uitmuntend
allergunstigst liggende nab(] de Kwaak aan
de Haarlemmertrekvaart, in den Broekpolder,
onder Oegstgeesf,
ter Kadastrale grootte van S hectaren, 06 aren,'
30 centiaren.
Te veilen in 2 perceelen. Breeder bj)
biljetten omschreven.
De perceelen z{|n uitnemend geschikt voor
een op te richten fabriek of voor bloembollefl
cultuur.
Te aanvaarden bf) de betaling der koop'
penningen op 1 April 1898. 1188