1.20. VERGUNNING. Cognac f 1.05 f Punch 0.80 Jenever 0.73 Brandewijn 0.73 Ifaepeiien en ilolm's jf AANBESTEDING. VrJjdajj 11 Februari A". 1838 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven, Gemeubileerde Kamer SOEP. HOESTPASTILLES |/g tUün IJoogewoerd 1 RLE!\nZ, Bilartesteeg 2. Photograj>hie. WILLEM BONGENAAR, Verparhthg Bruggeldsn Spanjaardsbrug. Nv 11647. PRIJS DEZER COURANT: "Voor Leiden pof 3 maanden. f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommere0.06. PRIJS DER AD VERTENT IËN: Van 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer f 0.17}. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Tweede Blad. J)e z.iftk Dreyfus-Zola. Aan een medewerker van do „Tomps" ver klaarde Zola Maandag morgen, weinige oogen- blikken voordat by zich naar de gerechtszaal b§gaf, dat hy er geen oordeel over had, hoe het proces zon eindigen. „Ho3 de beslissing van de jury moge zyn, ik zal er roede tevreden zyn. Mijn geweten verwyt my niets, want dat heelt alleen myn gedrag bepaald, on ik plaats dat oordeel boven alle anderen. Vrijgesproken of veroordeeld, •wat doet hot er toe by het proces, het eenige proces, dat zkh rfspetlt voor het goweten der menschbeid. Wanneer myn veroordeeling het einde moet verhaasten van dat debat, waarin ik myn rust en myn eer beb cp't spel gezet, dan zou ik daaraan zektr do voorkeur geven boven een vry praak." De gevangenis zou ove igons zyn wykplaats zyn, waar by in de rust en de eenzaamheid den gestaakten arbeid zou kunnen hervatten. „Ik zal dus met volmaakte gemoedsrust voor de jury verschijnen. „Maar ik zal my verdedigen, omdat dio verdediging noodig is om voor do waarheid op te komen. „Ik sta volstrekt Diet in eenigen band met de familie Dreyfus. Ik heb nooit den heer M thieu Dreyfus geei n en ik ken mevrouw Dreyfus in 't gohoel niet. De ongelukkige vrouw van den veroordeelde van het Duivels eiland had meermalen getracht my te spreken, ongetwijfeld om my hare erkenteiykheid te betuigen voor de hulp, die ik verleend heb aan de zaak van haren man. Zy is zelfs naar mr. Labori gegaan op het uur, waarop zy wist dat Ik er was. Steeds hardnekkig beb ik ge weigerd eenig gesprek, met hiar ta hebben om myn volle vryheid van handelen te bewa ren. Ik heb het recht m0n onafhankelyküeid voor de jury te doen uitkomen, en ikzilhaar duidelyk doen zien, dat de eenige drijfveer, die my leidde, was myn overtuiging, dat er een ge~esbteiyke dwaling was begaan, en dat de styfhoofrigheii, waarmee men onge zind was haar te herstellen, de grootste gevaren meebracht zoowel voor de iadividueeie vryheid als voor de openbare vrijheden. „Ik hoop mijne rechtmatige vrees door de jury en de openbare tneening te doen deeien. Wat de schending van het recht betrelt, daar over bestaat geen verschil meer onder de mannen van rechtschapen karakter, die door den hartstocht niet zyn verblind. De erkenning van die rechtsscbennis zri uit de debatten vooitvloeien, die voor de jury van de S ine zullen worden gevoerd, en daaruit Z3l do revi >i» voortkomen. „Maar er is rog iets anders dan de schen ding van het recht, door den eersten kryga- raad van 1894 bedreveD. Er blyft nog over de zekerheid van de onschuld vau Droyfus. En die onschuld is in myn oogen zoo klaar als het zonlicht. Ik zal mijn bost doen ook dat aan myne rechters aan te toooen, en welke belemmeringen men aan myn gedachte in den weg zal 1 gtren, de waai heil zal vol doende vrij worden om in hunne gerustheid te gaan verontrusten hen, di9 haar thans even goed weten als ik, en dat zyn er velen. Ik koestor een stellig vertrouwen, dat ik eindeiyk slagen zal." Op den derden dag van het proces begon men reels om acht uren gistermorgen queue te maken voor het Paleis van Justitie, hoewel de politie commissaris Monquin het publiek waarschuwde, dat er slechts 30 personen in de zaal mocht»-n komen. De lile verminderde ovtnwol nist coor deze mededeelirg. Sommige nieuwsgierigen bleven wachten op de Place Dauphin en den boulevard du Palais. De agenten deden hen doorloopen. Binnen bet paleis waren krachtige maatregelen ge troffen om een herh.ling van de incidenten van Dinsdag te vermeden. De dienst was versterkt coor een compagnie van de repu- blikeiasche garde. Er waren nieuwe voorzorgs maatregelen genomen om gedrang in de gangen te vermyden. E n dubbele omheioiag was opgesteld ter hoogte van de galery St. Louis om den toegang voor den magUtraat en de gezwo renen vry to houden. In weerwil van die voorzorgen werden de gangen propvol. Alls loegaDgen van de gehoorzaal werden alzoo bewaakt door municipale garden en afJeeUngscommissarissen. Er werd hevig op da deur gebeukt door het publiek, dat buiten stoud en ongeduldig werd. Eet binnenkomen van de officieren, die voor de tweede maal waren gedagvaard, waaronder Du Paty de Clam, verwekte een oorverdcovend tumult. Onder de officieren, oie in uniform ver schenen, morkte men op generad Qonse, commandant Esterhazy, commandant Ravary, d'Ormeschville, griffier Vallecalle; de officieren werden op bet plein bogroat met kreten „Leve het Uger!" Zola kwam, vergezeld van zyn vrienden, om 11 u. 45 m. door poort No. 14 Quai des Orfèvres tinnen en bereikte de zittingszaal door den ingang van het hof van appèl voor correctioaeele zaken. De heer Clémenceiu vraagt aan het Hof hem akte le geven, dab na de opening der zitting vele nog niet gehoorde getuigen zich in de zaal bevinden, waaronder Boisdeffre en majoor Du Paty du Clam. De heer Labor! neemt conclusies over de onderscheiding, gemaakt door den president betreffende do verklaringen van mevr. Dreyfus. Het Hof zal hierover beslissen na de schorsing der zitting. Daarna protesteert Labor! tegen het incident met de documenten. De heer Labori staat er op, de gedaagde ta ontheffen van de veraotwoordoiykhéid t-n aanzien der toezending vau documenten en brochures aan de juryleden. Hy protesteert tegen de ovordryving der dagbladen betreffende de Dins lag gehouden betoogingen tegen Zola. Doktor Socqiut, aangew-zen voor het onder zoek der zieke getuigen, verklaart, dat mejuf frouw Cominques en mevrouw Dj Boulancey niet kunnen terechynen wagens haren gezond heidstoestand. Als generaal Boisdeffre voorgeroepen wordt, wordt de aandacht der aanwezigen ton zeerste gespannen. Labori wyst er hem met nadruk op, dat hy verantvoordeiyk ambtenaar is en voor da justitie zich niet kan beroepen op ambtsgeheim. Boisdeffre antwoordt, dat het staatsgeheim met het ambtsgeheim samenvalt. „I/c heb den meesten eerbied voor de justitie, dat bevestig ik ten stelligste voor de gezworenenmaar voor mij is hel staatsgeheim, dal men mij vraagt te onthullenambtsgeheim". Hy gaat dan voort met zyn antwoord aan Labori en zegt, dat hy niet weet of Picquart betrekkingen onder hield met de gesluierde dame. Hy we t niet hoe het stuk, dat Esterhazy ter hand ia ge steld. uit het ministerie i3 gekomon. Labori vraagt welk denkbeeld den geest van Picquart dan bezighield en in de war bracht? De ger eraal zegt dat hy niet kan antwoorden zonder te spreken over de zaak Dreyfus. By het verhoor van Boisdeffre vroeg de advocaat Labori welk document Esterhazy aan den minister van oorlog deel toekomen, vóór dat hy voor den krijgsraad verscheen. Boia- deffre zegt hiervan niets te weten, evenmin als van de gesluierde dame, ondanks het ingesteld onderzoek. Op de vraag van Labori betreffende de be schuldigingen tegen Picquart ingebracht, zegt by dat deze betrekking hebben op dienstzaken, voornamelijk wegeus de mededeeling der brie ven van generaal Qonse. De minister belastte Picquart met eötrzen- ding; hy was niet in ongenade gevallen, doch hy werd door een idéé fixe gokweld. Verder zeide generaal Eoisdeffre, dat de onbescheidenheden, door anderen begaan, cok door majoor Pauffen St.-Maurel, ook gestraft z\jn, de laatst9 met 30 dagen arrest, terwijl de majoor geschrapt in uit de lyst der candi- daten voor het Legioen van Eer. De officieren van don gen pralen staf, die zoo heftig worden aangevallen, zijn brave lieden, die hun geheelen plicht doen en slechts óën zorg hebben: het belang van het vaderland! Levendige toejuichingen). Generaal De Boisdeffre zegt rog het volgende: „Men hoeft kolonel Ficquart de opdracht gegeven om alles te doen om meer zekerheid te krygen in zyn verdenking jegens Est6rnazy, maar wegens de verkregen rc6ultatcn hebben wy hem verzocht zich verier nist met tie zaak in to laten. Voor mij is de schuld van Dreyfus zeker. Myn overtuiging is in dit opzicht onwankelbaar (bsweging) en zfi is gegrond op de fe.ten van het proces en op het vonnis, waaraan ik my onderwerp met den eerbied, dien de geheele wereld aan een vonnis verschuldigd i3. Er zijn boomdien andere feilen vóór en na de uitspraak aan het licht gekomm, die mijn volstrekte overtuiging nog versterken (levendige ontroering. Beweging). Mr. Litori dient conclusiön in betreffende de conclusiën, waarop generaal De Boisdeffre niet geantwoord heefc. Gen raai Qonse wordt thans opgeroepen. Deze weigert te antwoorden. Op de rr>ag van mr. Labori welk stuk Esterhazy aan generaal Billot hoeft overhan digd, verklaart by: „Ik weiger te antwoorden op alle vragen, aio mij gesteld zullen worden" en eenigszins scherper voegt by er by: „Mr. Labori tracht my in een valstrik te lokkeD." Daze woord9n verwekken een zeer hevig incident. Mr. Labori spreekt generaal Gonsakrachli? toe en verzo9kt den advocaat generaal om bescherming. Deze verroert zich riet. Labori herhaalt daarop zyn verzoek uit naam van de geheele balie. De advocaten roepen „Ja!" Het publi.k mengt zich in de betoojlngeri, er ontstaat eon allerhevigst rumoer. De president laat de zaal ontruimen. By de hervatting der zitting heeft generaal Qonse zijn plaats weer ingenomen. De advocaat- generaal vermaant den getuige, zeggende: „Het Hof zri my veroorloven een pa^r xser korte opmerkingen te maken. Do getuige heeft daareven ongetwyfeld moor gezegd dan hy bedeelde. Het bewys daarvoor is voor my de bereidwilligheid, waarmede generaal Gonse gehoor heeft gegeven aan de roepstem des verdedigers. „Wat ray betreft, ik heb gemeend niet te moeten voldoen aan het verzoek van mr. Labori." De deken van de orde van advocaten zegt te vertrouwen, dat het Hof zich door andere inzichten zal laten leiden en te hopen, dat generaal Gonse, als hy weder het woord neemt, andere woorden zal doen booron: „hetgeen ik u, als hoofd der orde van advocaten, namens deze orde, verzoek." Generaal Gonso verklaart, dat hy inderdaad meer gezegd heeft dan hy bedo 1de. De deken neemt met deze verklaring ge nosgen en ook mr. Liboii betuigt zyn volle tevredenheid. Hiermede i* bet incident gesloten. Generaal Gonso verklaart de beteekenis van zyn brieven aan kolonel Picquart. „Picquart had my mondeling als schryver van het borderel majoor Esterhazy aangewezen. Ik heb hem toen gezegd, dat hy, indien by een verrad-.r op het spoor was, licht moest brengen en de officieren opsporen, die het cempromitteerende stuk hadden kunnen afge ven. In dezen geeet mojst hy de waarheid op sporen. Ik zeide hem voorzichtig te zyn, want ik wilde Esterhazy gevangen doen nemen. Ik heb den kolonel niet gemachtigd myn brieven bökend te maken". Deze verklaring geeft aanleiding tot een levendige discussie. De heer Gubelin spreekt van vervalscblogen. Mr. Clémenceiu verzoekt overlegging der stukken. Na generaal Gonse wordt majoor Lauth van het 28 to regiment dragonders geboord. Deze verklaart met betrekking tot het tele gram, dat kolonel Picquart hem verzocht te pbotographeeren on cmrby de sporen van scheuren te doen verdwijnen, dat by dit Toor- stel niet beschouwde als eeD te bedry ven ver- valschi g. Eerst later is dat denkbeeld by hem opgekomen. Toen hy kolonel Picquart deed opmerken, dat do verandering aan hot stuk alle waarde zoude ontnemtn, antwoorödD de kolonel hem, dat hy een verkl ring zou kunnen geven omtr.-nt d9 herko nst, w.iatop by (getuige) hernam„Neen, Ik zal geen ver klaring afleggen omtrent het schrift van een persoon, dien gij kent en dion ik niet ken." Kolonel Heny (Henry?) wordt tbans opge roepen, maar m^n rntwoordt, dat by so ort Dinsdag mot een zending is belast Mr. Labori: „Zil hy ió,r trrugko nee voor dat het proc63 afgoioopan is Naar aarlei iing van de verklarinvan m3joor Gribelin, archivaris aan het ministerie van oorio/, w^r t mr. Levlois met dtz n pc- tuigo geconfronteerd. Generaal Mercier verklaart, dat hy gpen kennis draagt van het rappoit van majoor Ravary en evenmin van oen vr-jsprekend stuk. Mr. Labori vraagt hem verder: „Is or aan den krijgsraad van 1S94, buiten den beschul digde en zfio verdodiger om, een gehtim stuk medegedeeld?" Merrier: „Deze vraag heeft betrekking op de zaak-Dreyfus en h.t bosluit van Lot Hof laat my niet toe daarover ti sprek n. Ver- trouwelyke stukken zyn oik mij M-t tekend. Wat betreft de onbeschGiienh oen by ce ge vangenneming van kapitein Dreyfus, dozo werden buiten het ministerie van oorlog om begaan." Op hot aandringen van mr. Óléuiei.cjau uit generaal Merci, r de onderstelling, dat de onbescheidenheden wel van do zy.Jo der familie Droyfu-j gekomen konden zyn. Mr. Labori komt op de mededoriing van het gehtime stuk teiug: „Men heeft gozogd, dat generaal Merr.ier zelt orkond heeft, dat aan den k'ygsraad een geheim stuk was over gelegd Merrier ro pt uit: „Pardon, dat is niet waar!" (To»jui hingen). Labori dringt aan en vraagt: „Is tr orit ean geheim stuk geweest of niet? Ik v rklaar, dat er een was." Mortier: „Ik antwoord nist op de eersto vraag ea evenmin op de tweede." Als mr. Labori niettemia blyft aandringen, ro?pt generaal M rcirr ton slotte uit: „Daar gy mij mijn eerewoord als. soldaat vraagt, zeg ik u, dat hy een veir-dtr was en rechtvaardig en wettig gevonnist U." (Toe juichingen) Labori blyft by de vraag: Is er al of i iet een geheim stuk? Merrier: „Daarop behoef ik ni.-i to ant woorden." (Beweging van verschillende zy:en.) Da zitting werJ -geschorst tot kwartier over viereD. (Zie vervolg Eerste Blad.) Xoord-Zuid-Hollundschc Stoomtramweg» Maatschappij Ifaarleiu—Lelden. Opbrengat in J&naarL 1897. 1898. Verschik Reizigersf 63C1.571 f 5978.51'* f GlC.Ol Goederen. lOGf.lS1 771.18 B 294.9C6 Diversen672 C5 479.96 92.10 Te zamen .f 6998.S1 f 7229.G45 f 230.83* Vorigemnanden Tot. opbrengst 6998.81 f 7229.G4S+/" 230.83* Per dag-kilom. f 8.0Ö3 f 8.329 -t- f u.260 Vervolg der Advcrtentiën. mc-t SlaapLanacr TE nacge- bodes. Te bsvragen onder No. 1092 a-n h9t Bur. van dit Blad. 6 Krachtige Soep a 20 €19. per porilo, benevens diners van af 80 Cts., wordön dagelyks aan buis bezorgd. Adres: Laagebrug 6.1. 9606 6 algemeen erkend al« beste middel by Moest en Verkoudheid. "Hei is o.u siymoplossend en verzachtend middel by uitnemendheid. Verkrijgbaar by do meeste Apothekers en Drogisten. Prysper flesclije 2 O Ce» tg. Alleen echt io Q flescbjes, vocr- zi.-n van eliquefc, waarop do handteke ning van - A SCGL'I, 9953 18 Zeist, HJlöVv.ivyj.rie^. Ter overneming gevraagd: een Café met Vergunning, hetwelk een go-:d bestaan oplevert. Bewtfzen van soliditeit moetin wordon getoond. Brieven franco, met volledige inlichtingen van stand, huur, ovtrnemingssorr, enz., aan J. VINK, Boekh., EondrdchtsstraatöO. Rotterdam. 1108 9 Br. BIC VRIJ. PER DOOS SO CT3. BIJ 53a 8 Op ¥r(|dag 11 Fehruarf, des voor- middags te 11 uren, zal in het Café Pi».t-. rs kerkgracht No. 18 werden A.AM3E8TEEJ5: Het verbouwen van het door brand beschadigde perceel aan de Pieterskerkgracht Ho. 8, te Leiden. 1027 17 Bestek in to-.kering tijgen ter inzage en overnam, is voornoami C,Vó. Aanwijzing in loco zal g.»gev n worlon Wocnslag 9 Fabruaii, dea voormiddags te 11 uren. W. A. VAN LITH, Architect. 33^£OE;X>3SÏ:g.S, gebruikt voor Uwe kinderen nooit anders dan Zij is de zachtste en zuiverste zeep voor de huid. Beetclt by Uwen WINKELIER! Keurige Kinderboeken Cadeau in ruil voor de omslagen Zenit ze franco als Irief aan het 654 40 HOOFDDEPÖT, Amslcl 140, Aatfcrdan, 130. 1. tT"1 t—i 12 Album-Portretten ƒ3.— 6 „2.- Wet Procfportrct vooraf. Aanbevelend, Apotlielier.r tlij li KL Telcphooan. 308. Het Atelier is geopend van 9 uren tot donker. 514 12 ie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN zullen op Waan «Sas; 551 frVbrieari 18S8, des middags te twaalf uren, ton Raadhuize aldaar, eerst by opbod, daorna by afslag, in het openbaar VEBPiCBTËN: 1°. do invordering der hrcggeldcn san de 7>ijt» of Spanfaardsbrag nabij Lelden, voor den tyd van 3 jaren (1 Mei 1898 30 April 1901). 2°. dc lavorderiag der tolgelden aan het ZijlheS* ea ran bet faagtoon Songs dcc XyJ, voor deo tyd van 5 jaren (1 M i 1398-30 April 1903). De voorwaarden liggen ter lezing ten Raad- huize, Financiéole Aftieeling, eiken werkdag de verpachting voorafgaande, van dos morgens- 9 tct des namiddags 4 uren. 1010 23

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1898 | | pagina 5