N°, 11635
Vrijdag *28 Januari,
A0. 1G
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
LEIDSCH
DA&BL
PBUS DEZER COUBANTl
Voor Leiden per 8 maanden. ••-•• r f 1.10.
Franco per post1.40.
AJzonderlyko Nommors0.06.
PRIJS DER ADVERTENTIE?'
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. - Grootere
lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt /"0.05 berekend.
Oi'fioiëele Kenoisgeringen*
De Burgomeeeter der gemeente Leiden;
Gezien het Koninklijk besluit van 8 Januari 1898
No. 61, waarbij het Kaadebeelnit tot niet-toelating
ale Eaadelid van den heer W. Fontein wordt ge
handhaafd.
Gelot op art. 8 van hot Koninklijk besluit van
8 Mei 1897, tot uitvoering van do art. 51, 54, 55,
68, 69, 72, 81, 91, 96 en 132 der Kieswet, ten op-
ziohte van de verkiezingen van leden der Provinoiale
8taten en van den Gemeenteraad;
Brengt ter algemeeno kennis, dat do verkiezing
(eandidaat-stelling) van eon lid van den Gemeente
raad in het 2de kiesdistrict, bevattende de wijken
II, Y, IX en XII en de stemdistrioten II, Y en VIII
door burgemeester en Wethouders is bepaald op
Dinsdag, den laten Februari a. s. en dat do
stemming, zoo die mocht noodig blijken, zal plaats
hebben op Vrjjdag don llden Februari en de
•ventneele herstemming op Dinsdag den 2 2 s t e n
Februari d. a. v.
Op den dag der verkiezing (1 Februari) kunnen
bij den Bnrgomeeeter ten Baadhnize van des voor-
middags negen tot des namiddags vier uren
opgaven van candidate» wordon ingeleverd.
Deze opgaven moeten inhouden de namen, de
voornamen en de woonplaatsen van do c&ndidaten
en onderteekend zijn door ten minste 28 kiezers,
bevoegd tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor
de inlevering go?ohiedt.
De inlevering der opgaven moet persoonlijk ge
schieden door één of meer porsonen, die dezo hebben
onderteekend, terwijl de tot invulling bestemde for
mulieren vdd deze opgaven kostoloos ter Secretarie
zijn verkrijgbaar gesteld tot en met den dag der
Verkiezing.
Leidoü, De Burgemees or voornoemd,
15 Jan. 1898. F. WA8.
Leiden, 27 Januari.
Hedenmorgen ontving de firma Blanken
berg Coalhier, een zeer vleiend schrijven
van het kabinet van H. M. de Koningin en
H. M. de Koningin-Regentes, waarin staat
vermeld, dat met zeer veel belangstelling
door elk onzer Vorstinnen een exemplaar
werd aanvaard van het Huldigingslied voor
Nederland, getoondiebt door J. Henri Berkeljon,
in hout gestoken door Willem C, Brouwor.
Ds. N M. De Ligt, predikant te Middelburg,
heeft bedankt voor het beroep naar de Ned.-
Herv. Gemeente alhier.
Beroepen is by de Ned.-Herv. Gem. te
Wezepe de heer P. J. Couvée, cand. te Leiden.
Ook de R.-K. kiesvt-reeniging stelde in
hare gisteravond gehouden vergadering tot
candidaat voor het lidmaatschap van den
gemeenteraad in district II dr. Th. G. Den
Houter, mede candidaat der anti revolution-
nairen.
Tot bestuursleden der vereeniging werden
gekozen: do heeren J. A. Bots, T. Steynman
en mr. P. J. M. Aalberae.
Do officier van administratie der 2do klasse
G. H. Hacnerema, gedetacheerd te Leiden,
wordt met 30 Januari a. s. op non activiteit
gesteld.
B\j koninkiyk besluit is aan J. Regtvoort,
te Zwammerdam, alsnog onder voorwaarden
vergunning verleend tot het uitoefenen van
den yzeren scheepsbouw op een open terrein
aldaar.
Bij koninkiyk besluit van 20 Januari
1898 is bepaald, dat krachtens art. 125 der
wet op de nationale militie de miliciens-ver
lofgangers der lichting van 1895, die van de
regimenten huzaren zyn overgeplaatst by de
trein-afd elingen der regimenten veld-artillerie,
onder de wapenen worden geroepen, om in den
wapenhandel te worden geoefend gedurende
den tyd, hierna vermeld:
1/3 der lichting van 23 Februari tot en
met 16 Maart 1898;
1/8 der lichting van 17 Maart tot en met
7 April 1898;
1/3 der lichting van 13 April tot en met
4 Mei 1898.
De dirigeerend officier van gezondheid
der 2de klasse dr. H. J. Van Rbyn, uit Oost-
Indiö in Nederland teruggekeerd, is op non
activiteit gesteld.
De nieuw opgetreden hoofdredacteur van
het „Dagblad van Zuid-Holland en 's-Graven-
hage", mr. P. H. P. Van Marie, is als zoo
danig benoemd tot lid van het hoofdcomité
voor de inhuldigingsfeesten in Den Haag.
Aangenomen is het beroep naar de Ned.-
Herv. Gemeente van Woubrugge door ds.
A. C. La Grand, predikant te Hoenderloo.
Nu reeds wordt, volgens het „Vad.", in
opera-kringen te 's-Gravenhage verzekerd, dat
het volgend seizoen met 1 Sopt. zal worden
geopend, met het oog op de inhuldigings
feesten en den daarby te wachten toevloed
van vreemdelingen.
Na de vraag, of dienst by het reserve
kader een broeder recht op vrystelling van
de militie geeft wegens broederdienst, in toe
stemmenden zin is beslist, doet zich sinds de
instelling der marine-reserve dezelfde quaestie
ook daar voor.
Een lotoling geeft op als reden van vry-
stelling bruederdienst, ontleend aan den dienst
van een buitengewoon adelborst by de marine-
reserve.
Art. 51 der militiewet noemt onder de ge
vallen, die niet als broederdienst in aanmerking
komen, o. a. den dienst van adelborst of cadet
bij de zeo- of landmacht.
De belanghebbende meent, dat deze bepaling
niet slaat op zyn geval, omdat de dienst van
zijn broeder als buitengewoon adelborst niet
is dienst als adelborst in den zin van gemelde
wetsbepaling, waar het woord adelborst in
verband met de bepaling van art. 47 sub 5°
der militiewet niet anders kan worden op
gevat dan „adelborst op een van 's Ryks
militaire scholen."
De beslissing over deze nieuwe quaestie
zal wel in hoogste ressort worden gezocht.
Aan het eerste gastmaal, Dinsdag door
den minister van buitenlandsche zaken gegeven,
werd derigenomen door de leden der hofhou
ding en eenige hooggeplaatste autoriteiten.
De eerstvolgende diners zullen plaats hebben
4 en 8 Februari a. s.
De voorzitter van de Tweede Kamer zal
eerstdaags een diner aanbieden aan eenige
leden der koninklijke hofhouding en hooge
staatsambtenaren.
Te 'a-Gravenhage is aangekomen jhr. mr.
Yan Citters, gezantschapssecretaris by de
Nederlandsche legatie te Weenen.
De luit.-kol. J. J. G. Van Berkel, van
het reg. grenadiers en jagers, is geneeskundig
voor den militaire dienst afgekeurd. (Vad.)
De 1ste luit. L. J. R. Geene, sedert 10
Juli 1883 officier by de genie in Oost-Indiö,
thans met verlof, wegens langdurig verbiyf
Id de tropen, to 's-Hertogeubosch, is wegens
lichaamsgebreken voor den militairen dienst
afgekeurd.
De l8te luitenant J. P. Dumont, van het
2de reg. inf. te 's Bosch, die te rekenen op
1 Februari a.s. eervol wordt ontheven van
zyn detacheering by het 3de reg. vest. artillerie
te Gorkum, wordt dan werkzaam gesteld by
het vaste kader van het koloniaal werfdepot
te Harderwyk.
Ter gelegenheid van den verjaardag van
den keizer van Duitschland wapperde heden
de vlag van dat Ryk van het gebouw der
legatie te 's-Gravenhage.
Hare Majesteiten de Koninginnen en prin
ses Elisabeth woonden gisteravond in het
Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te
's-Gravenhage het vyfdeDiligeotia-Concert by,
waar als solisten optraden de zangeres mevr.
Ernesta Raick uit Brugge en de pianist Edouard
Risler uit Parys.
De verkiezing (candidaatstelling) voor een
lid der Tweede Kamer (vacature Stoffel) te
Deventer is bepaald op Dinsdag 8 Febr.; do
stemming op 15 Febr. en de herstemming,
zoo noodig, op 22 Febr.
Mr. A. F. X. Luyben, te 's-Hertogen-
bosch, Staatsraad in buitengewonen dienst,
oud-minister, oud-Kamerlid, oud-kantonrechter,
oud-burgemeester, oud raadsheer in het Ge
rechtshof enz. vierde Woensdag 26 Jan. onder
zeer vele blijken van belangstelling zyn 80sten
verjaardag.
Het stoomschip „Admiral", van Oost-
Afrika naar VlissiDgen en Hamburg, passeerde
26 Jan. Dover; de „Prins Alexander", van
Batavia naar Amsterdam, passeerde 26 Jan.
Gibraltar; de „Burgemeester Den Tex" vertrok
26 Jan. van Batavia naar Amsterdam; de
„Prinses Marié", van Amsterdam naar Batavia,
arriveerde 26 Jan. te Port-Said.
Warmond. De bevolking alhier bestond
op 31 December 1896 uit 1573 zielen. Geboren
werden in 1897 20 p. van het na. en 28 van
het vr. geslacht. Overleden 16 m. en 18 vr.,
te zamen 34. Gekomen met getuigschrift van
woonplaatsvorandering 93 m. en 58 vr., te
zamen 151. Vertrokken met getuigschrift van
woonplaatsverandering 79 m. en 62 vr., te
zamen 141.
Gesloten werden 12 huwelyken en levenloos
aangegevon 2. Alzoo bestond de bevolking
in deze gemeente op 31 December 1897 uit
1597 zielen.
Te Warmond bestaat het getal inge
schrevenen voor de nat. militie lichting 1899
uit 19 personen.
Vergadering yan Nijverheid.
In de gisteravond in het Nutsgebouw ge
houden huiahoudeiyke vergadering werd, na
eenige mededeelingen van het bestuur, de
rekening van den penniogmeester van 1897
nagezien door de heeren Kapteyn en Wilhelm,
terwijl door laatstgenoemde daarover werd
gerapporteerd. Zyn conclusie strekto tot goed
keuring, waartoe zonder stemming besloten
werd. De staat der geldmiddelen bleek gunstig
te zyn.
Tot bestuursleden werden gekozen de heer
M. H. Van Waveren, die, als eerst dezen zomer,
ter vervanging van den naar elders voltrok
ken heer De Sturler, benoemd zynde, herkies
baar was, en de heer Felix Drhssen ter
vervanging van den heer Karei Van Wensen,
wien door den voorzitter warme dank gebracht
werd voor zyn werkzaamheden als bestuurs
lid. De benoemde heeren lieten zich de keuze
welgevallen.
Na behandeling van een circulaire van het
hoofdbestuur werd de vergadering geschorst,
om die te hervatten iD do benedenzaal, waar
een grootsr aantal leden en geïntroduceerden
zich vereenigd had, om de voordracht te hoo-
ren van den heer C. J. Van Lookeren Cam
pagne, leeraar aan de Rykslandbouwschool te
Wageningen, die zou spreken over Indigo.
Na een korte toelichting over het voorkomen
dor indigoplant in de natuur en het vertoonen
van gedroogde planten, in de Landbouwschool
gekweekt, werd het model eenor indigofabriek,
op Java door een Chinees vervaardigd, verklaard.
De afgesneden indigostengels worden ter
lengte van l'/j Meter in bossen gebonden en
in schuinen stand in cementen bakken, fermen-
teerbakken, ter diepte van 1.25 M., opgestapeld
en door rottan opgesloten, oplat ze, wanneer
het water in de bakken 6troomt, onderge
dompeld biyven. Oneigenlyk worden deze
bakken fermenteerbakken genoemd, omdat er
geeno gisting plaats heeft (wel in Engelsch-
Indtè waar de operatie langer duurt), daar de
stengels slechts gemiddeld ll/2 uur met het
water in aanraking blijven. De duur hangt
af van de temperatuur van het water. Hoe
hooger deze is, hoe vlugger de vloeistof wordt
afgetapt in d9 lager gelegen klopbakken wordt
warm water gebruikt, dan geschiedt het. af
tappen reeds binnen 3-3'/a uur.
In de klopbakken wordt de daarin gebrachte
gele vloeistof door scheppers (die door water
kracht ronddraaien) opgenomen; komen ze
in horizontalen stand, dan gieten ze het sap
uit, zoodat het met de lucht in aanraking
komt en wordt geoxydeerd; deze oxydatie
wordt op sommige fabrieken bevorderd door
toevoeging van ammonia; het oxydatieproces
duurt ongeveer 3 uur, en wordt de vloeistof
dan een nacht in rust gelaten om den vol
genden morgen te worden afgetapt in weder
lager gelegen bassins, waar op filtreerdoek
de vaste stoffen achterbiyven en de geklaarde
indigo houdende vloeistof wordt opgevangen,
om naar de eigenlijke fabriek te worden
ingedampt, met zwavelzuur behandeld, ge-
wasschen, ten tweeden male ingedampt, geperst
tot eene massa ter consistentie van witte
zeep, gesneden met 6en houten mes, geperst
als de bekende blokken, gedroogd en met
een borstel gepoiyst.
Het procédé van verven werd even aange
roerd en meer aandacht gewyd aan de kunst
matige indigo, zooals deze door do Badische
anilin- en sodafabrik te Ludwigshafen als
indigo rein in den handel wordt gebracht.
Deze Bynthesische, opgebouwde, indigo heeft
dezelfde samenstelling als de natuurlyke indigo
en dit werd door zeer eenvoudige proeven
ten duidelijkste aangetoond, zoodat de bewe
rirg, als zoude het product d r Badische
plantenindigo zyn, gelogenstraft w-rd. De be
reiding der kunstmatige indigo is, g> lukkig
zeide spreker, beperkt, zoodat men in de
eerste tyden geen vree3 behoeft te hebben,
dat de plantenindigo zal verdrongen workn.
Na een vraag van den voorzitter betreffende
do toevoeging van ammonia, ter bespoediging
der oxydatie, beantwoord te hebben, waai uit
bleek, dat spreker het niet geheel mogelyk
acht dit au fond te verklaren, waaron by
dit slechts geconstateerd heeft zonder in
weidsche theoretische beschouwingen te ver
vallen, was de heer De Loos de tolk der ver
gadering, o a uit haar naam en uit dien van
de vele met de indigo ververy geïnteresseerde
aanwezigen den heer Campagne dank te zeggen
voor diens heldere en belangryke voordracht,
met welke woorden hot geheele auditorium
door handgeklap instemming betuigde.
EERSTE HAMER.
By de algemeens beschouwingen over de
Staatsbegrooting voor 1898 dankte de Minister
van financiën voor de instemming, waarmede
het optreden van dit kabinet is begroet. Hy
verzekert, dat do Regeering ten opzichte van
bet werkplan, dat zy haar zelve gesteld heeft,
éénstemmig is, en daarop komt 't z. i. aan.
Dit kabinet is anti-clericaal in zoover als 't
gekant is tegen kerkelyke overheerscbing.
Maar dit kabinet eerbiedigt ieders godsdienstigo
gezindheid.
Door invo?ring van persoonlyken dienstplicht
gaat niet een van de vrijheden van het
Nederlandsche volk verloren, maar een van
de p r i v i 1 e g i d, dat niet mag worden
gehandhaafd.
By den leerplicht zal vooral het relatieve
schoolverzuim worden bestreden.
Uit financieel oogpunt is afschaffing van
alle tollen onmogoiyk. By partiêele afschaf
fing zal op alle belangen wordon geltt.
Hy bestrydt de meening, als zou protectie
een middel tot bevordering van werkverschaf
fing zijn.
Hy dankt de Kamer, dat het marine-debat
tot later verschoven is.
De Regeering is niet blind voor de gevaren
van verkeerde ontwikkeling der sociale politiek.
Naar aanleiding van de rede van den heer
Godin De Beaufort merkt de Minister ten slotte
op, dat het voor het Kabinet niet in de eerstf
plaats de vraag moet zyn: Wat moet ik doen
om een meerderheid te krygen? Maar: Wat ia
myn plicht te doen?
Na korte replieken werd het algemeen debat
gesloten.
Gemengd Nieuws.
Aan het telephoonnet alhier
z(jn aangesloten onder No. 317 de heer C. A.
Périn, café-restaurant „De Vogolentuin", Sta
tionsweg; onder No. 318 de heeren Visser
Zoon, Lange Mare.
Op Zondag 21 November 11. onder
vond een drietal wielryders moeilijkheden
te Sassenheim, toen zy aldaar met hun rywio-
leu passeerden, terwyl de kerk uitging ca
Zyn laatste wil.
„Verschoon mij," sprak da notaris, „maar ik
heb vergeten u nog één bijzonderheid mode
te doelen.
Hy had niets vergeten, maar hjj had nage
dacht. Paul's medewerking scheen hem ge-
vrenscht tos voor hetgeen hü op het oog had.
„Laatst," zoo ging hy voort, „heeft me
juffrouw Lafougerale my verzocht, baar een
dienst te bewijzen van nogal kieschan aard.
Ik aa-zelde min of moer aan haar verzoek
gevolg te geven. Maar - in aanmerking ge
nomen de belangstelling, welke zij my inboe
zemt een belangstelling, die nog is toege
nomen na hetgeen gy my verteld hebt; verder
bedenkend, dat ik haar vader cn haar broeder
heb gekend ea zpzelve my haar zaken in
handen heeft gegeven, gelcof ik aan haar,
overigens volkomen gewettigd, verlangen te
moeten volloon. Zy heelt my gevraagd haar
in verbinding te stellen met den oom en de
tante, die zy nog van vaderszijde heeft."
„Met mynheer en mevrouw Ambroultl" riep
Paul verschrikt uit.
De notaris glimlachte.
„Indien hun karakter niet orgsympa
thiek is," zeide hy, „hun fatsoen laat niets
te wenschen over. Juffrouw Lafougeraio heeft
daarby geen andere bloedverwanten en kan
alleen van hen den zedelyken steun verwach
ten. waaraan zij onder haar omstandigheden
behoefte heeft. Wat zou er van een jong meisje
op haar leeftyd worden, indien zy de wereld
inging zonder een thuis, zonder iemand, die
haar kon beschormen?"
Paul had de zaak nooit onder dat licht
beschouwd. Hy had geoordeeld van zyn eigen
st.iDdpunt, als man, en er niet aan gedacht,
dat de onafhankelijkheid, welke voor hem het
hoogste goed is, voor de vrouw somtyds gelyk
kan staan met algeheele verlatenheid, een
oorzaak kan wezen van gevaar, verdacht
making en verdrietoiykheden van allerlei aard.
Hy wist niet, wat te antwoorden aan den
notaris, die, volgens hem, de zaken te zwaar
opvatte, maar wien hy toch in zyn hart gelyk
moest geven. Hy bepaalde er zich dus toe
even het hoofd te buigen.
„Eon toenadering met de familie Ambroult
zou dus wenscheiyk zyn; gy komt daarin
met my in mooning overeen. Het moeiiyke
is maar, die toenadering te verkrygeD. Hoewel
zy hun niet tot last zal verstrekken, geloof
ik toch niet, dat mynheer en mevrouw erg
ingenomen zullen zyn met die nicht, die hen
daar zoo onverwachts komt overvallen."
„Hoe.1"
Paul koek den notaris met verbazing aan.
Dat de Ambroulte niet in den smaak zouden
vallen van Frangolse, kon hij zich voorstellen,
maar dat het lieve, bokoorlyke schepseltje zou
mishagen aan die beide oude lieden, daar kon
hy geen begrip van krygen.
„Versta my wèl," hervatte de notaris; „deze
twyfel wil niet zeggen, dat ik ook maar in
het minst ongunstig zou denken over me
juffrouw De Lafougeraie. Ik ben overtuigd,
dat in geval mijnheer en mevrouw Ambroult
haar verstooten, zulks Z3l z\jn, wyi zy haar
niet kennen en geen gelegenheid hebben
gehad, om haar uitmuntende hoedanigheden
op prys te stellen."
„Men moet hun die gelegenheid verschaf
fen," zeide Paul. „Vóór er iets besloten wordt,
is het noodig, dat zy eerst hun nicht zien!"
„Dat is myn meening ook," antwoordde
de notaris met het zelfvoldane lachje van
iemand, die zyn oogmerk bereikt heeft. „Maar
daar zy een onderhoud mot haar zouden
weigereD, indien ik dat voorstelde, ware het
beter, dat de ontmoeting by toevalof
by verrassing plaats had, op een onzydig
gebied hier byvoorbeeld."
Het plan kwam Paul goed voor; toch
meende hy nag een bedenking te moeten
opperen.
„Mevrouw Ambroult zal zich inhaarzieke-
ïyken toestand niet gemakkeiyk hierheen
kunnen begeven," zeide hy.
„Dit zal haar wel doen komen, al was zy
nog tienmaal zoo ziek."
Mynheer Choulin was voor zyn schryftafel
gaan zitten en had eenige regelen op een stuk
papier gekrabbeld. Hy reikte het over aan
Paul, die las:
„Mevrouw!
Ik heb U te spreken over een ge
wichtige zaak, bij welker behandeling
Uw tegenwoordigheid van het grootste
belang is. Doe my de eer, Maandag aan
staande om drie uren met mynheer
Ambroult op myn kantoor te komen."
„Zy zullen er stipt op tyd zyn," ver
zekerde de notaris. „Thans zal ik juffrouw
Do Lafoil&eraie waarschuwen, en dan biyft
er my niets over dan u to verzoeken insgeiyks
tegenwoordig te zyn."
„Ik!" ri°p Paul uit.
De band, die reeds verbroken scheen, werd
wederom aaneengekecht. Het wederzien, waar
naar hy straks verlangd had, was mogelijk,
waarschyniyk geworden, en hy zou gaarne
dadeiyk met vreugde de uitnoodiging aan
genomen hebben. Toch meende hy voor den
vorm nog een tegenwerping te moeten maken.
„Ik weet niet, ofzou mijn tegen
woordigheid niet hinderiyk of ten minste
nutteloos zyn?"
De notaris maakte een einde aan zyn
onzekerheid.
„Uw bystand, mynheer, schynt my integen
deel onmisbaar. Gy alleen kunt spreken in
naam van Jean De Lafougeraio en zeggen,
dat hy het meisje als z(jn zuster heeft erkend,
hetwelk een omstandigheid is van groot
gewicht in het voordeel onzer zaak. En
verder: in den stryd, welke er zeker zal
moeten geleverd worden en waarin juffrouw
De Lafougeraie een beroep zal doen op het
hart harer bloedverwanten en ik door rede-
noeren hun verstand zal zien te winnen, zult
gy werken op hun eigenliefde, de zwakke
zijde van de meeste menschen. Vry van elk
persoonlyk belang; niet genoodzaakt iemand
te ontzien, zal het u geoorloofd zyn ronduit
op te komen voor uw meoning, welke die is
van het publiek. Gy zult de wereld voor
stellen, ons aller meesteres, voor wie allen
beven, mynheer en mevrouw Ambroult niet
uitgezonderd. Misschien zullen zy, uit vreee
van in opspraak te komeD, toestaan wat zy
zouden weigeren aan het gezond verstand,
aan de billijkheid, aan het gevoel van bloed
verwantschap. Gy ziet dus, mynheer, dat uw
aanwezigheid verre van nutteloos is."
Paul liet zich overtuigen, beloofde op het
gestelde uur te komen en nam voor de tweede
maal afscheid van mynheer Choulin.
Werkeiyk, die notaris was een alleraardigst
men8ch en zijn kantoor oen heel prettig
vertrek 1 Langzaam ging Paul de trap af, do
straat op en wandelde, in plaats van oen
rytuig te nemen, het trottoir langs, recht
vooruit, den geest verloren in allerlei droome-
ryen, waarin de meest verschillende personen
en zaken zich door elkander mengden:
mynheer Ambroult met zyn kleine, tranende
oogjes, mevrouw Ambroult in haar rolstoel,
mynheer Choulin, Jean De Lafougeraie, do
berinnering aan gebeurtenissen uit het ver
leden, gissingen betreffende de toekomst. Hy
wist zelf byna Diet, waar hy heenging, totdat
by reeds verscheiden straten was door-
geloopen en een hoogen muur voor zich zag,
waarboven de toppen van eenige boomon
uitstaken. Daarna bleef hy even staan voor
een wyde koetspoort, die zorgvuldig was
gesloten. Het kwam niet by hem op aan die
deur aan te kloppen, maar by vond er een
Z9ker genoegen in met er naar te kyken en
by zicbzelven te zeggen:
„Dat is het gebouw. Hier woont zyi" En
dadeiyk daarop voegde hy er by*.
„Maandag zal ik haar terugzien."
(Wordt vervolgd^