N°, 11833
$ese <§oviant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
PRÜS DEZES COCBAJBLi
Voor Leiden per 3 maanden.f 1.10»
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.06.
PRIJS DEB ADVERTENTIE»
Van 1-8 regetB f 1.06. Iédere regel méér f 0.17J. - Grootero
lettere near plaatsruimte. Voor het lncasseeren buiten de etad
wordt f 0.06 berekend.
ïiit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
L'erste Blad.
Leiden. 25 JanuarL
Door de kiesvereeniging .Vooruitgang",
alhier, is tot candidaat voor den gemeenteraad
gesteld do heer J. Mussart, letterzetter.
De kapt. O. J. A. Schwarz, van het 4de
reg. inf. te Delft, wordt te Leiden gedeta
cheerd tot het waarnemen der betrekking van
regiments adjudant.
De „Sts.-Ct." van heden bevat een
Koninklijk besluit van 8 Januari 1898, waarby
aan regenten van het geneeskundig gesticht
voor krankzinnigen te 's-Gravenhage ver
gunning wordt verleend, op het landgoed
„Or.u-Rosenburg", gemeente Loosduinen, een
gesticht voor krankzinnigen op te richten. Dit
zal één geheel uitmaken met het gesticht te
's Gravenhage.
Het besluit bepaalt tevens, dat in „Oud-
Rosenburg" niet meer dan 116 mannelijke
krankzinnigen mogen verpleegd worden.
By koninklijk besluit zyn benoemd tot
vertegenwoordigers der Regeering op het in
do maand April dezos jaars te Madrid te houden
negende Internationale CoDgres van hygiéne
en demographie: mr. W. A. baron Van
Vorschuer, te 's-Gravenhage, voorzitter van
de Centrale Commissie voor de Statistiek;
dr. G. Van Overboek de Meijer, te Utrecht,
hoogleeraar in de gezondheidsleer aan de
Rijks-universiteit aldaar; J F. W. Conrad, te
's-Gravi nhage, voorzitter van het Koninklijk
Instituut van ingenieurs; en dr. W. P. Ruyscb,
te 'a-Gravenfcago, adviseur voor de medische
en veterinaire politie by het Departement
van Binnenlandsche Zaken.
Mot leedwezen verneemt de anti rev.
„Nederlander", dat 03. N> De Jonge, £e Utrecht,
ernstig ongesteld is en zyn toestand groote
bezorgdheid baart.
Te Utrecht studeert op dit oogenblik,
zooals wy reeds vroeger hebben gemeld, een
jonge dame in de theologie. Naar aanleiding
van dit bericht meldt men aan de „Zwolsche
Ct.", dat deze vrouweiyko student, die op dit
gebied een première geeft, is mejuffrouw Van
H.ttinga Tromp. Het doel, om predikante te
worden, stelt zy zich echter niet voor,
wat z:-ker nog eenige bezwaren zou hebben,
maar zij weoscht toch goed beslagen ten ys
te komen als zy later optreedt als gods-
dienstonderwyzereB voor den Nederlandschen
Protestantenbond.
De luitenant ter zee der 2de klasse
A. C. Van Braam Houckgeest, uit Oost-Indiö
in Nederland teiuggekeerd, is op non-activiteit
gesteld.
De kapt. J. J. F. Schmitz, van het 3de
reg. inf. te Bergen-op-Zoom, zal binnenkort
den dienst met pensioen verlaten.
De officier van gezondheid lste klasse
Th. Koppe8chaar, dienende in O.-I., laatsteiyk
aan boord van de „Gedeh", zal wegens lang
durig verbiyf binnenkort in het vaderland
terugkeeren; ook de officier van gezondheid
2de klasse by de zeemacht C. Pino keert
wegens langdurig verbiyf in de tropen uit
Oost-Indiö terug.
Voor de officieren van de onbereden
wapens zal ook een mantel worden ingevoerd;
deze zal echter zoowel afzonderiyk als met
bestaande overjas (burnous) kunnen worden
gedragen. De overjas ondergaat daarby dus
geen verandering.
Het „Haagsche Dagblad" verneemt, dat
by het legerbestuur het voornemen bestaat,
aan de onderofficieren der infanterie en artillerie
overjassen te geven van fijn laken, evenals
door de onderofficieren der grenadiers en jagers
en door de vrywilligera van het reserve-kader
worden gedragen.
Het stoomschip Br omo", van Java naar
Rotterdam, passeerde 24 Jan. Suez; de
„Drente", van Java naar Rotterdam, vertrok
24 Jan. van Port-Said; de „Prins van Oranje"
arriveerde 24/25 Jan. van Batavia te IJmuiden;
de „Gedé", van Rotterdam naar Bataviai
vertrok 24 Jan. van Perim.
Haarlemmermeer. In de Kruisvaart albier
tegenover H.H. 114 is verdronken gevonden
de vrouw van P. Mantel.
Zondag-morgen omstreeks negen uren
zyn te Haarlemmermeer op den Ringdyk naby
Lisse afgebrand 5 woniDgen, bewoond door
Lokkeveor (eigenaar), Mesman, Spoor, Steen
winkel on J. Kloot.
De huizen waren verzekerd voor/1400,de
inboedels niet. Oorzaak onbekend.
Toen de brandspuit uit het naburige Abbenes
tegenwoordig was, was alles reeds verbrand.
Leiderdorp. De Kiesvereeniging te Leider
dorp heeft tot candidaat voor het lidmaatschap
van den raad dezer gemeente gesteld den
heer S. J. Van der Stoel.
Op Woensdag 26 Januari a. 8. zal alhier
in het raadhuis des namiddags te twee uren,
gelegenheid worden gegeven tot kostelooze
inenting of herinenting.
Het aantal ingeschrevenen voor de natio
nale militie voor de lichting 1899 bedraagt
in deze gemeente 22.
Ingevolge de arbeidswet zyn gedurende
het jaar 1897 in deze gemeente afgegeven 49
arbeidskaarten, waarvan ultimo December nog
43 geldig waren.
Wassenaar. Op Vrydag 28 Januari a. 8.
zal dos voormiddags van 9 tot 10 uren de
galogenheid zyn opengesteld tot kostelooze
inenting en herinc-nting van de ingezetenen,
die zich daartoe aanmelden ten huize van den
heer A. Duetz.
Wouhrugge. Van de werf van mej. de
wed. J. Boot, alhier, werd gisteren met gunstig
gevolg to water gelaten het yzeren paviljoen*
tjalkscbip, groot 40 last, dat gebouwd ia
voor den heer G. Poelgeest, te Alfen. Na
afloop daarvan werd de kiel gelegd voor een
yzeren klipp9rschip, groot 125 last, voor den
heer A. Do Boer, te Rotterdam.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten. Benoemd tot leden der Staats
commissie, iDgesteld bij Koninklijk besluit van 21
April 1892, ten einde de Regeering van advies te
dienen omtrent de wettelijke regeling die, ten
aanzien van het waterstaatsbestuur boboorl to
worden gesteld, mr. E. Fokker, lid van de Tweede
Kamer, te 's-Gravenhage, en mr. B H. Pekelharing,
hoogleeraar aan de Polytechnische school te Delft.
Met ingang van 1 Mei 1898 aan J. C. Dirksen
A. Hollestolle, od hun verzoek, eervol ontslag ver
leend als opzienter lste klasse van den Rijks
waterstaat.
Pensioen verleend aan: J. lEngelbort, wed. C.
L. Vamjuaellielof Van Quaellie, commies2de klasse
bij 'sRijks belastingen, ƒ118; J. Pannenborg of
Pynenbug, wed. H. Zuiaweg of E. Zuidweg, rijks
veldwachter 3de klasse ƒ67C. H. Enters of C.
Enters, wed. W. Koster, conducteur dor brieven
malen lste klasse f 225; H. J. Van Esch, wed. A.
G. F. Es8er, conducteur der brievenmalen lste
klasse 225A. M. A. Slaghek, wed. mr. H. A.
Des Amorie van der Hoeven, lid van deü Raad
van State, f600; Pb. S. of S. Ph. Euders, wed.
M. J. Lens, leeraar in het handteekenen aan do
burgeravondschool te Utrecht ƒ300J. P. Van Vliet
of Van der Vliet, wed. H. Dijkhorst, bewaarder
2den rang in de strafgevangenis te's-Gravenhage
ƒ358; M. Gerardu, wed. C. Rsêmaekers. brieven
besteller f282J, A. en Th. H. fl. Knjnen,
kinderen uit het huwelijk van wijlen H. J. G.
Krjjnen, in leven commies lste kl. bij 'sRijks
belastingen, met wijlen C. Leurs ƒ134; J. L. Van
Huët, kind uit het huwelijk van wijlen A. Van Huët,
laatstelijk commies late kl. bij '3 Rijks belastingen,
met wijlen J. C. Van do Vijver ƒ62.
De gewone audiëntiën van de ministers van
financiën, oorlog en justitie zullen deze week niet
plaats hebbeD.
De minister van financiën maakt bekend, dat
het saldo van 's Rijks schatkist op den 22sten
dezer bedroog: bij de Nederlandsche Bank
6,370.387s en bjj de betaalmeesters ƒ1,994,370.88
te zamon f2,000,741.21'/».
Do niinister van buitenlandache zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat de Fransche
Regeering besloten heeft Hollandsche bolvormige
kaas (têtes de mort) voortaan toe te laten tegen
het recht op kaas „dit de Gruyère." Dat recht
zal mitsdien voortaan 12 franken per 100 kilo
gram bedragen.
Het Huldigingslied voor Nederland.
Huldigingslied voor Nederland
in 't jaar 1898, getoondicht door
J. Henri Berkeljon, in hout go-
stoken door Will. C. Brouwer,
gedrukt door de firma Batteljee
en Terpstra, uitgegeven door
Blankenberg en Co., te Leiden
(ƒ0.60).
Dit werk mag als een byzondere, hoogst-
artistieke uitgave worden begroet l
Met groote vaardigheid en enorme vastheid,
heeft Willem Brouwer met zyn buryn in het
hout gegroefd; serieus heeft by de contouren
van het sober-gehouden ontwerp, dat niettemin
ryk aan versieringsmotieven is, gevolgd, en
nergens valt weifeling te bespeuren, nergens
aarzeling of angstvalligheid waar te nemen.
Op het kaft prykt aan de onderzydo het
eenvoudige Nederlandsche wapen met den
Nassauschen leeuw, dat door twee bloemen
wordt geflankeerd, gedragen. CJit den wortel
ranken de verschillende gestengelde gesti
leerde paardebloemen op die het letterschrift,
als 't ware, omiyaten.
De achterzyde is met een houtblok bedrukt,
waarin do graveerstift het ryke motief van
den pauweveer uitspaarde, tot kader dienend
van de volgende woorden:
„Dit Huldigingslied is in hout gestoken
door my, Will. C. Brouwer en voleindigd op
Oudejaarsavond van het jaar 1897, gedrukt
door de firma Batteljee en Terpstra, uitge
geven door Blankenberg en Co. te Leiden
voor 0.60 Gld."
De tekst van het lied luidt als volgt:
Wees welkom f o Vorstinne, met echepter en met kroon,
Wees welkom, Koninginne, wees welkom op den troon.
O bloem van achttien jaren, gekweekt door Moeders
[hand,
Die God ons won bewaren tot heil van't Vaderland;
Wij blijven U beminnen, U blgv* ons hart verpand,
O dierbre Eoninginne, de trots van Nederlandl
En moest, wat God verhoede, uw weg langs doornen
[E**n,
Wij sullen U behoeden, wij blgren naast staan.
Wy wijden U ons leven met opgewekten zin,
Moog God zijn zegen geven aan Neerlands Koningin 1
Met groot geduld, en met een vastheid die
respectvol behoort te worden gesalueerd, zyn
op een viertal blades de balkeD, het noten
schrift on do woorden in hout gestoken, en
terecht is in 't ontwerp hier bindend verband
aangebracht tusschen de geschreven zangparty
ej 't accompagnement.
De hoer Brouwer heeft zich door dit werk
voor goed een eervolle plaats verzekerd onder
de xylografen van naam, terwyi door hem,
zoo juist het samengaan werd begrepen en
toegepast van wat de Engelscben zoo karak
teristiek weergeven in de woorden „Art and
Handicraft".
En, wat nu den componist, den heer Ber
keljon, aangaat, ik mag my helaas niet bevoegd
rekenen zyn arbeid te beoordeelen.
Doch ook hy kan worden geluk gewenscht
met het waardeerende oordeel van den heer
Henri Yöllmar, leeraar voor Koorzang aan de
Koninklijke Muziekschool te 's Gravenhage,
welke musicus hem schreef:
„Met genoegen maakte ik kennis met Uw
Huldigingslied en ik dank U er voor my de
gelegenheid daartoe gegeven te hebben. My
dunkt, het zal wel ingang vinden, daar de
melodie en harmonie welluidend en eenvoudig
is, hetgeen voor volkszangen altyd aanbevelend
is. Mag het succes Uwe verwachtingen be
vredigen en met vriendeiyko groeten teeken
ik mfi: Uw Dw. Henbi Völlmab,"
Dat de melodie populair worden zal is
byna aan geen twijfel meer onderhevig; op
straat hier ter stede wordt zy thans reeds
geneuried, gefloten en gezongen.
Ik hoop ten slotte dat velen met my zich
in deze uitgave hartelyk zullen verheugen.
Zy toont dat door samenwerking van goede
krachten bier ter stede ook heel wat moois
kan worden tot stand gebracht, en dat het
goei begrip der xylografie en drukkunst in
de stad der Elseviers nog by lange na niet
te loor is gegaan. Moge op den Huldigingsdag
heel Nederland dezen zoo by uitstek nationalen
xmg, met geestdrift aanheffen l
Leden, 24 Jan. 1898. C. Vebsteb.
(Er is een schooluitgave van dit lied uitge
komen die ƒ0.10 per exemplaar kost; per
100 ex. 2, per 500 ex. 8, per 1000 ex. 15.)
Gemengd Nieuws.
Het vier-en-twintigste jaar-
feest der tabakverwerkorsvereeniging „Hulp
door Vriendschap" weri gisteravond gevierd
in de daartoe zeer geschikte, door een plan
tengroep, waaitus8chen het vaandel esn plaats
had bekomen, feestelyk getooide zaal van
„Hotel du Nord", aan de Steenstraat.
Zooals te doen gebruikeiyk is, werd de
eigeüiyke feestviering voorafgegaan door het
officiëele gedeelte, allereerst door de openings
rede van den prsident, den heer J. J. Zand
vliet, die allen een hartelyk welkom toeriep
en mededeelde, dat de Vereeniging in b.sS
eorste gedeelto des jaars ve?i zieken telde,
zoodat men reels bsng werd, dat het jaarfeest
zou kosèn te vervallen, welke bange ver
wachting gelukkig echter niet is vervuld,
daar later hot aantal zieken geringer was.
Voorts bracht hy zyn dankbaarheid in woor
den ten opzichte van allen, die iets deden
ten goede der Vereeniging, zoo ook van zyn
medebeetuurJers. Hy hoopte, na de vermol
ding, dat de Vereeniging 116 leden telt, dat
hy van die bestuurders by de nadering van
het zilveren feest dezelfde hulp mocht onder
vinden, en besloot met den wensch, dat men
thans een genoegiyken avond zou doorbrengen.
Alsnu was de penningmeester, de heer M.
J. F. Meiners, aan hot woord, om verslag
uit te brengen omtrent den toestand der
Vereeniging, waaruit bleek, dat het saldo der
Vereenigingskas op 31 Dec. 1896 bedroeg
513.38 en in 1897 inkwam aan contributie
ƒ612.10 en aan buitengewone inkomsten
150.48, samen 762.58, makende dus met de
513.381275.96. De uitgaven aan ziekengeld
beliepen 227.10, aan buitengewone posten
ƒ498 285, totaal 725.38s. Saldo op 31 Dec.
1897 550.57*.
Er z'yn 116 loden en 10 donateurs; 110
leden zyn gerechtigden in de Stuiverskaa.
Het saldo dizer kas was op 31 Dec.
1896337.87. Aan contributie kwam in
291.10, makende dus met het saldo f 628.97.
Aan ziekengeli werd uitgekeord 150.20, aan
buitengewone uitgaven 161.01, totaal ƒ311.21.
Saldo alzoo op 31 Dec. 1897 317.76.
Met het weduwenfonds was het gesteld als
volgt: Kassaldo op 31 Dec. 1896 70. Aan
contributie kwam in een bedrag Yan 61 23,
buitengewoon ƒ1.47; totaal der inkomsten
ƒ62.70. Hierby het saldo, wordt ƒ132.70.
Uitgegeven werd 25 17. Over alzoo op 31
Doe. 1897: 107.53.
Op gisteravond bedroeg het saldo, na aftrek
van alle onkosten, ook die der feestviering,
230, wat de gewone, en 195, wat
de Stuiverskas betrof; samen aldus 425.
Deelen we bier nog mede, dat door den
voorzitter was kennis gegeven van de ont
vangst van een scbryven van de Leidsche ver
eeniging „Schoolkindervoeding" om een gave
te vragen, en dat de door den president aan
bevolen inzameling voor die Vere3niging
opbracht 6.945.
Nu kon men zich aan het feestvieren be-
geveü, luisteren naar do muziek, zelf zingen
en hooren en zien zingen, voordragen en
tooneolspelen door het vaudeville- en operetten-
gezelschap onder directie van den heer S. H.
Boesnach, van Rotterdam.
Het mag gezegd worden, dat dit gezc-lschap
van dames en heeren zich uitstekend kweet
van zijn taak: het bood veel en veel afwisse
ling aan en werkte vldg. Niet, dat het zoo
Feuilloton.
Zyn laatste wil.
42)
Maar dat gehikte hom niet. Terwyl zyn
afgemat lichaam byna gevoelloos daar neder-
lag, doorleefde zyn geost, aan een koorts
achtige opgewondenheid ton prooi, opnieuw
alia toonealen der laatst verloopen uren, on
in zyn hoofd verdrongen zich allerlei herin-
noringen, denkbeelden, plannen, vizioeneD,
welke aldra als een nachtmerrie op hem
werkten. Met de schaduwbeelden van den
droom vermengden zich de voorvallen der
werkelykbeid, en in wilde verwarring, door
elkander krioelende als tooverkollen in een
heksendans, zag hy Sancho, Manuel, den
Hongaar, de boomen langs den weg, de oude
Sourine, het struikelende paard, de kleine
Aurora, den bediende mot het verbaasde
gezicht, die do plaats aanveegde. Onverstaan
bare woorden klonken hem in het oor, de
zonderlingste gebaren en houdingen joegen
hem schrik aan.
Uit dien warklomp echter kwam één ge
daante levendig, natuuriyk, duideiyk afge-
teekend te voorschyn: die van Fran<;oise met
haar innigen blik en zachten glimlach, geiyk
zy gestaan had op den drempel der armeiyke
woningéén enkele waarheid bleef hem helder
voor den geest: dat het jonge meisje was
gered, gered door hem, en telkens, wanneer
dit beeld oprees in zyn gedachte, had hy een
oogenblik van kalmte in zyn slaap, voelde
hy als een verfrisschend koeltje over zyn
brandend voorhoofd gaan. Hy sliep aldus
verscheiden uren, en zyn droomgezichten
waren nog niet verdwenen, toen hy langzaam
ontwaakte. Hy meende buiten een gemompel
van stommen te hooren, dat allengs aan
groeide tot het heftiger geluid van een twist.
Die stemmen naderden, nog altyd verward.
Een deur werd geopend, voetstappen deden
den vloer der kamer kraken. Met moeite sloeg
hy de oogen op. In de zachte schemering,
welke door de gesloten zonneblinden viel,
ontwaarde hy een groote schaduw, die over
zyn bed was gebogen, zyn bewegingen be
spiedde, zyn ontwaken afwachtte. Die reus
achtige gestalte, die twee vurige oogen, hy
herkende ze, zelfs eer hy zyn volle bewustzyn
terug had gekregen.
„Manuel 1" mompelde hy,
„Ja. Ik kon ni9t langer wachten 1" Die
stem en de hevige pijn, welke hy gevoelde,
zoodra hy beweging maakte, deden Paul
geheel wakker worden en brachten hem
tevens al de gebeurtenissen van den nacht
weder te binnen.
„Wat wilt gy?" vroeg hy, zich met moeite
op zyn elleboog half overeind richtend.
„Gy raadt het niet?"
„Neen."
Manuels gelaat, dat sedert den vorigen dag
tien jaar ouder scheen geworden, nam een
sombere, byna wanhopige uitdrukking aan
en de armen uitstrekkend met een zeker
theatraal vertoon, dat hem echter te natuuriyk
afging, om belacheiyk te zyn, zeide hy:
„Mynheer De Rouverand, woet gy niet, of
zyt gy bet vergeten, dat zondor myn tus-
schenkomst deze nacht uw laatste zou zyn
geweest?"
Opeens stond het gebeurde Paul wederom
helder voor den geest.
„Zyt gy het, die Sancho ontwapend hebt7"
riep hy uit.
„Dat ben ik! En er steekt moer verdienste
in hetgeen ik gedaan heb dan men meenen
zou, omdat ik wist, dat gy het waart, wiens
leven ik verdedigde".
„Uw wyze om de zaken voor te stellen
is niet zeer vleiend voor my; desniettemin
dank ik u", antwoordde Paul min of meer
onthutst.
„Ik heb uw dank niet noodig. Gy kunt u
gemakkelyk van uw schuld kwyten. Zeg my,
in ruil voor den u bewezen dienst, alleen maar
wat ik noodig heb te weten".
„En wat is dat dan?"
„Gy wilt my niet begrypen", hernam Manuel
op bitteren toon. „Gy wantrouwt mygy
wilt my myn minderheid doen gevoelen, my
noodzaken om my tot smeeken te verlagen.
Dat is wreed, dat is laf! Maar wat komt het
er op aan? Ik moet dat verdragen ovenals
al het andere. Al moest ik mij op de knieën
voor u werpen, ik zou het doeD, zoo gy my
slechts wildet bevryden van dien angst, vaè
die wroeging, welke my sedert gisteren geen
rust laten; my slechts wildet verzekeren,dat
zy in veiligheid is, dat zy niet behoeft te
ïyden voor myn zwakheid, myn krankzinnig
heid!"
„Stel u daaromtrent gerustI Zy is vrg en,
hoop ik, buiten het bereik harer vyandtf}."
De trekken van Manuel verhelderden, doch
werden dadelyk daarop weder met een donker
waa3 overtogen.
„En gy zyt het," mompelde hy, „die by
haar de plaats hebt ingenomen, die ik ledig
had gelaten! Aan u heeft zy zich toever
trouwd; aan u, een vreemdeling, een onbe
kende byna?"
Hy ademde diep en zwaar en kruiste de
armen over de borst, als om de gramschap
te onderdrukken, die opwelde in zyn binnenste.
Zyn ontroering was zóó hevig, dat Paul mede-
ïyden met hem kreeg.
„Ik mag haar vreemd zyo," sprak hy op
zichten toon, „toch weet ik, welken eerbied
ik haar verschuldigd ben, en ik hoop, my
haar vertrouwen waardig te hebben getoond.
Ik durf u plechtig verzekeren, dat ik haar
gevolgd ben zonder haar te naderen; haar
heb verlaten, zonder haar zelfs te hebben
toegesproken."
„Gy hebt gehandeld als een man van eer,"
bracht Manuel er met moeite uit.
Eenige oogenblikken zweeg hy, terwyl hy
met groote stappen de kamer op en neer liep;
daarna wendde hy zich weder tot Paul en
hernam, nu veel bedaarder dan daareven:
„Ik geloof niet, dat men haar vervolgen
zaL Sancho ligt te bed met een gebroken rib
on een ontwrichten arm en het vooruitzicht,
dat ik hem het hoofd zal inslaan, zoo hy zich
niet stilhoudt. Myn moeder zal ook niet veel
beweging maken, daar zy de aandacht der
politie niet op ons wil vestigen. Maar welk
gebruik zal Framboise van haar vryheid maken,
wanneer zy eenmaal meesteres over zichzelve
zal zjjn Waar zal zy heengaan O, ik zoek uw
vertrouwen niet te winnen; ik heb het recht
verloren dat te vragen. Ik wilde alleen maar
weten, of ik haar van verre, zonder flat z\j er
iets van vermoedt, nog van dienst kan zyn."
„Ik ben evenmin als gy op de hoogio van
de plannen van mejuffrouw De Lafougeroie/
Manuel keek vreemd op, en met kracht zy»
hand op die van Paul leggend, sprak hy
„Gy kent haar naam! Gy roemt haar bi*
dien naam, welke tusscben haar en my eer
nieuwen afgrond graaft. G(j zyt van baar lan#
gy behoort tot haar volk. Zy kan u achten, it
u gelooren. Wat gebeurd is, moest gebeurenj
Waarom tracht gy er een geheim van te
maken, my te misleiden? Waarom zegt gy my
niet dad9iyk, dat zy bemind zal zyn, geëerd en
gelukkig? Dat zou beter zyn voor ons beiden,
want, ziet gy, die woorden alleen kunnen my
beletteD, u of myzelven te dooden!"
Manuels oogen fonkelden; een siddering
voer hem door de leden. Zyn hartstocht scheen
hem geheel overmeesterd te hebbenmet zyn
sterke vingers drukte hy don pols van zyn
toehoorder byna te pletter. Weldra echter liet
by Paul's arm los; zyn trekken plooiden zich
tot een smartolyke uitdrukking en met de
hand zich het klamme voorhoofd afvegend,
hervatte hy op ontroerden toon
„Ik weet niet wat ik zeg, en toch ben ik
helder van hoofd dezen morgen. Daarom is het,
dat ik zooveel lyd! Over een uur zal ik myn
kalmte terug hebben gekregendan zal ik my
niets meer herinneren! Ik zal dronken zyn
dronken geiyk ik het nog nooit geweest ben
Wordt vervolgd.)
Woensdag SO Januari. ft», )898
IDSCH ÉÜtDAGBLA