11611
Vi'ijdag 31 T>eceml>ei*.
A0. 189/
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nonuncr bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Nieu wjaarswenschen,
Leiden. 30 December.
Feuilleton,
Zyn laatste wil.
LEIDSCH
M&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voer leiden per 3 maanden. rV-, f mo.
Franco per poeti 1.40.
t Afzonderlyko Nommers 4 j 0 06
PRIJS DER ADVERTENTIËN;
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Het Leidsch Dagblad ver
schijnt op Nieuwjaars
morgen.
In dat blad, hetwelk des morgens ongeveer
te haliacgcn wordt bezorgd, worden opge-
nomen do
die ons reeds in grooter getale dan vroeger
jaren zijn geworden.
Het spreekt vanzelf, dat, nu deze nieuw-
jaarswenschen op den morgen van Nieuw
jaarsdag onder de oogen onzer talrijke abonné's
komen, de waarde daarvan aanzienlijk wordt
verhoogd, te meer, daar het Dagblad dien
morgen geheel aan den Nieuwjaarsdag zal
.gewtf:! zijn; met een nieuwjaarsgroet, nieuw
jaars vei telling, enz., enz.
Men verzuime dus niet nog even een nieuw-
,jaarswensch met 59 cents te laten brengen,
'die tevens met vermelding van maat
schappelijke betrekking van den gelukwen-
8chende uitnemend als adreskaartje kan
dienen I
Tot Vrij dag-middag twee uren wordeti voor
dii blad adverfenllën aangenomen.
By beschikking van den Minister van
Binnrnlandsche Zaken zyn voor het tijdvak
van 1 Januari tot en met 31 December 1898,
beno9md tot assistent voor do botanie aan
de Ryks universiteit te Leiden, de heeren E.
D. Van Oort, D. G. J. Bolten en P. M. Keer,
alsmede tot assistent by dezelfde rijks
universiteit de heeren: in het ziekenhuis, A.
A. Ladage, B. P. B. Plantenga, dr. J. L.
Goemans, A. C. Wittenrood, G. J. Sc-boute;
voor de natuurkunde, dr. E. Vau Everdingen,
dr. J. E. Verschaffolt, dr. A. Lebret, Ch. M.
A. Hartman; voor do heelkunde, M. Rutgers;
voor phyriologi3, H. W. Blóte, H. K. De Haas;
voor de pathologische anatomie, W. A. Kuenen;
voor de pathologie en hygiëne, dr. J. E. G.
Van Emden; voor de scheikunde, F. A. H.
Schreinemakers, dr. E. A. Klobbie, P. J.
Montagne, dr H. J. Taverne; voor de botanie,
L Vuyckvoor de pharmacie, N. A. M. Sanders
voor de verloskundige en gynaecologische
kliniek en polikliniek, H. B. Semmelink en
tot prosectors by de ahatomie, C. L. Wyn
en G. A. Koeze.
Geslaagd ie voor het examen wiskunde
L. O. art. 65 mej. G. N. Bader, uit Leiden.
Boekhouden K XII. Geslaagd de heer J.
Vreugdenburg Jzn., uit Leiden.
D3 „Staats-Courant" van beden bevat
bot Kon. besluit van den 18den Dec. 1897,
houdende wyziging van het Koninklyk besluit
van lGSept 1895 (Staatsblad No; 161), waarby
aan h t bestuur der gemeente Leiden ver
gunning is verleend op hot landgoed „Ende
g^est," gemeente Oegstgeest, een gesticht
vcor krankzinnigen op te richten.
By koninkiyk besluit zyn ongegrond
verklaard do reclames van: den gepens.
korporaal-tamboer E. K. Reitb, te Leiden, en
den met rang van majoor gepens. kapitein
W. C. Plet, te Utrecht, beiden betreffende de
regeling van hun pensioenen; den gepasp.
milicien-sergeant A. Van der Neut, te Alfen
aan den Ryu, en den tydel. gepens. soldaat
F. N. Goossens, te Amsterdam, beiden be
treffende hunne aanspraken op pensioen.
De nieuwbenoemde generaal-majoors
jhr. H. Laman Trip, G. L. Langguth (Leiden) en
W. G. F. Snyders krygen resp. hun hoofd
kwartier te \s-Gravenhage, Arnhem en Breda.
De tot commandant van het 1ste, 4de en
7de reg. inf. benoemde luitenant-kolonels E.
D. H. Mac-L°od, W. B. J. Duycker en P. R.
Goudschaal komen resp. te Assen, Leiden en
Amsterdam in garnizoen.
Hunne benoemingen komen voor in de
„Staatscourant" van heden.
Hedonnamiddag om halfvyf zullen Hare
Majesteiten audiëntie verleenen aan eenige
militaire en civiele heeren.
In de gisteren gehouden Raadsvergade
ring te Zandvoort, werd o. m. mededeeling
gedaan van e?n ingekomen adres vaa de
heeren D. E. L. Van den Arend en J. A. G.
Van der Stour te Haarlem, waarin door hen
werd bericht dat de concessie-aanvrage van
28 Mei 1897 voor den aanleg en het in
exploitatie brengen van een electrischen tram
weg van Haarlem naar Zandvoort wordt inge
trokken.
Den lsten Januari hoopt mr. A. D. De
Vries, die jaren lang asn het „Dagblad van
Zuid-Holland en 's-Gravenhage" verbonden is
geweest, zyn 25-jarige loopbaan als journalist
te herdenken.
In 1873 richtte by het weekblad „De Am-
stelbode" op, dat later in handen van wyien
pastoor Brouwers is overgegaan.
Mr. De Vries was laatstelijk correspondent
van het „H.. Dagblad" te Parijs.
Sedert jaren tooneelverslaggever, schreef hy
„In en om den Schouwburg".
De heer J. M. De Sonnaville, wethouder
te Alkmaar, is door den koning van Italië
benoemd tot ridder in de orde van de Kroon.
De gemengde commissie voor de steno-
graphie uit de beide Kamers der Staten-
Generaal heeft tot stenograaf aangesteld den
heer J. R. Verhey, volontair by de steno-
graphische inrichting.
In de vergadering van de anti-revolution-
naire kiesvereeniging „Nederland en Oranje"
werd na langdurige beraadslagingen verwor
pen met 32 stemmen tegen 24 en 6 ont
houdingen een voorstel van het bestuur tot het
b.noemen van een Commissie van Bystand.
Bsnoomd werd tot bestuurslid der vereeniging
do heer J. Byieveld.
In het begin der maand Februari a. s. zal
in dezen kring als spreker optreden jhr. mr.
T. A. Van Asch van Wyck, lid van de Eerste
Kamer.
De luit.-kolonel G. Van Essen, van het
5de reg. inf., zal binnenkort den dionst met
pensioen verlaten.
By kon. besluit is voor de nieuwbenoemde
generaals een overgang3uniform vastgesteld.
Deze is in hoofdzaak geiyk aaD die van de
kolonels der infanterie, doch met 4 sterren
op den kraag en geborduurde sterren op de
mouwen. De nieuwe uniform voor de opper-
officieren zal binnenkort definitief worden
vastgesteld.
De off. van gez. 1ste kl. by de zeemacht
dr. D. P. Van Nouhuys keert, wegens langdurig
verblyf in de tropen, uit Oost-Indië naar
Nederland terug.
De Haarlemscbe Gemeenteraad heeft in
beginsel concessie verleend aan de heeren
Anderhoggen en Neumeyer, te Amsterdam,
voor een electrische tram HaarlemAmster
dam, die haar eindpunten heeft in de Raad
huisstraat te Amsterdam en aan den Kleinen
Houtweg te Haarlem.
Niet aangenomen werd de som van 5000,
welke door deze concessionarissen was aan
geboden te storten in de gemeentekas, wanneer
hun vóór 1 Jan, 1898 de concessie werd verleend.
Op voorstel van den heer Tjeenk Willink
besloot -de Raad, te bepalen, dat niet binnen
een jaar na dagteekening van de definitieve
concessievoorwaarden maar binnen een
jaar na dagteekening van dit besluit (en alzoo
vóór 1899) aan de werken binnen de gemeente
Haarlem zoodanig begin v n uitvoering zal
zyn gegeven, dat de voltooiing der lyh, naar
het oordeel van B. en Ws., binnen een redeiyk
tydsbestek als verzekerd mag worden aange
merkt.
Hr. Ms. instructieschip „Nautilus", onder
bevel van den kapitein-luitenant ter zee A.
Seret, is 29 dezer van Cadix vertrokken, ter
voortzetting van den oefeningstocht.
Do kolonel J. C. Van Schermbeek, com
mandant van het 6de reg. inf. te Breda, zal,
naar wy vernemen, binnenkort den dienst
met pensioen verlaten. v NR. C.)
Do oud-tooneelspoler L. J. Veltman, te
Amsterdam, vierde gisteren zyn 8Östen ver
jaardag.
De „Sts.-Ot." van heden bevat het ver
slag van den heer Taco Mesdag, kunstschilder
te Scheveningen, RegeeriDgscommissaris der
Nederlandsche afdeeling voor Schoone Kunsten
ter wereldtentoonstelling te Brussel in 1897.
Te Dordrecht is overleden de etser en
genreschilder Carel Frederik Bendorp, in 1819
aldaar geboren.
Het stoomschip „Agamemnon" van Am
sterdam en Liverpool naar Java, arriveerde
29 Dec. te Port-Said; de „Titan," van Batavia
naar Amsterdam passeerde 28 Dec. Sagrès;
de Kaiser" vertrok 28 Dec. van Durban naar
Vlissingen en Hamburg; de „Kanzier", van
Oost-Afrika naar Vlissingen en Hamburg, ver
trok 28 Dec. van Napels; de „Lombok", van
Amsterdam naar Batavia, vertrok 30 Dec. van
Suez; de „Prinses Amalia", van Amsterdam
naar B itavia, vertrok 29 Dec. van Suez; de
„Prins Willem IV" arriveerde 29 Dec. van
W.-Indië te Nieuw-York.
H i 11 e g o m Gisteravond werd in het
kerkgebouw der Hervormde Gemeente alhier
het Kerstfeest voor ruim tweehonderd kinde
ren der Zondagsschool op hoogst waardige
wyze gevierd. In het midden der kerk was
een prachtige Kerstboom opgericht. Door ds.
Van Veen werd een toepasselijk Kerstverhaal
gedaan, hetwelk door de kinderen, zoo ook
door een groot aantal belangstellenden, met
aandacht werd aangehoord. De kinderen zon
gen by tusschenpoozen eenige Kerstliederen.
Met het oog op het groot aantal kinderen
kon de uitreiking der geschenken en versna
peringen evenwel dien avond niet plaats
hebben en werden ds kleinen uitgenoodigd
den- volgenden avond terug te komen.
Het mond- en klauwzeer onder het vee
van den landbouwer W. J. Van Dril kan als
geweken worden beschouwd.
Noordwyk: Nader werd ons omtrent
de brandende schuit gemeld, dat omstreeks
negen uren de bewoners van Noordwyk aan
Zee werden opgeschrikt door het luiden der
brandklok. Door tot nog toe onbekende oorzaak
stond een bomschuit van den reeder E. Smit
in brand, welke was ontstaan in het voorste
gedeelte van de schuit, wat dan ook geheel
uitbrandde.
Spoedig waren de bewoners met de brand
spuit aanwezig en wisten zy door flink op te
treden den brand binnen korten tyd meestor
te worden.
De schade is nogal aanzienlijk, daar ook
touwwerk verbrand is. Niets was verzekerd.
Wy herinneren by deze onze lezers, dat
het postkantoor op Nieuwjaarsdag op dezelfde
uren als op w'erkdagen opengesteld zal zyn.
Zwammerdara: Naar wy vernemen,
hebben zich bier eenige heeren vereenigd met
het doel om weder eens een tooneeluitvoering
te geven, waartoe zy zich de welwillende
medewerking van eenige dames zullen trachten
te verzekeren.
Wy wenschen den heeren een welslagen
op hunne pogingen toe, en de nieuwe ver
eeniging een lmg bestaan!„Maar waar
van?" zou „De Schoolmeester van Bawel"
vragen
Tot postbode, voor de bestelling der
Damme-buurt, is met ingang van 16 Januari
a. s. benoamd J. Vry, alhier.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten. Aan mr. A. M. Van Stipriaan
Luïscius. op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
als lid en voorzitter van het college van regenten
over de gevangenissen te 's-Gravenhage, onder dank
betuiging voor de iu die betrekking bewezen dien
sten en benoemd tot voorzitter van voormeld col
lege mr. Pb. W. Yan Heusde, lid van bet college,
en tot lid jhr. mr. J. F. Schuurbeqae Boeije. rechter
in de arr.-rechtbank te 's-Gravenhage.
Benoemd tot notaris binnen bot arondissement
's-Gravenhage, ter standplaats do gemeente Delft,
J. Eelman, caud.-notaris te Hillegoui.
Met ingang van 1 Januari 1898, benoemd tot
directeur van en leeraar aan de Rijks hoogere
burgerschool te Assen, dr. A. Van Hasselt, thans
leeraar aan die school. (Herplaatsing wegens mis
stelling in de „Sts.-Ct".)
Pensioen verleend aanA. J. Klaasson, zich
noemende Leeuw, wed. G. J. Sevenhuysen, ont
vanger der loodsgelden, 304; J. G. Van Ileems-
peek, wed. C. F. Mulder, deurwaarder bij 's Rijks
belastingen, ƒ225; M. O. G. Ploum, wed. H. C.
Berger, ontvanger der dir. bel. enz., /GOO; J. W.
Kramer, wed. J. W. Ditmaar, besteller bij 's Rijks
telegraaf, y200; A. M. Heemskerk, wed. mr. J.
Heemskerk, lid van don Raad van State, ƒ600J.
Dekker, wed E. J. Teunissen, schrijver lsto kl by
de pyrotechnische werkplaatsen te Delft, ƒ250W.
G. G. De Vries, wed. J. Stoutjesdijk, brievenbesteller
ƒ240; B. Trost, wed. J. Mokers, commies-ontv. bij
'sRijks belastingen, f 282; D. E. Bongers, wed. J.
Kautz, apotheker bij 's Rijks werkinrichtingen te
Veenhuizen, ƒ750; G. Radcmaker, wed G. Alders,,
brievengaarder 200J. C. Brumund, wed. mr. P.
A. Van Buttingba Withers, substituut-officier van
justitie bij de arrondissementsrechtbank te 's-Gra
venhage ƒ960; C. P. Stoutjesdijk, kind uit bet
huwelijk van wijlen den brievenbesteller J.
Stoutjesdijk, laatstelijk echtgenoot van \V. G. G.
De Vries, met wijlen J. Hameluxen, 07; M. M.
Baart de la Faille, wed. mr. A.J. E. Jolles, advocaat-
generaal bij het gorechtahof to Amsterdam, 600
EERSTE KAÜIER.
By de gisternamiddag voortgezette behan
deling der Indische begrooting kwam de
Minister van Koloniën op tegen het bestem
pelen der Hindoes als heidenen. De zendeling
Wynveldt heeft zich niet gehouden aan de
gestelde voorwaarden en overdryft in zyn
beweringen omtrent de nadeelige werking van
het optreden der autoriteiten.
Door voortdurende uitbreiding van het corps
marechaussee zal de troepenmacht op Atjeh
langzamerhand ingekrompen kunnen worden.
Uitvoerig betoogde hy de wenschelykheid
van de bestuursveatiging op Nieuw Guinea,
in het belang van de bevolking en ter nakoming
onzer internationale verplichtingen. De zaak
is eenvoudig en voldoende voorbereid.
Hy kan niet beloven schorsing van den
koffieverkoop te Batavia. Hy deelde mede, dat
by den koffieverkoop hier te lande voor 1898
en 1899 meer gelykmatig zal verdeekn en
daarom in Januari niet 36,000, maar 30,000
picols hier te lande zal laten veilen.
Aangenomen werden verschillende hoofd
stukken der Indische begrooting, zoomede het
wetsontwerp tot invoering der opiumregie op
Java, Madura en Lombok, dit laatste ontwerp
nadat de Minister verklaard had de onicoge-
lykheid tot inwilliging van den wenscb van
den heer Van der Biesen om het opium
gebruik te verbieden.
Weduwen- en Weezen-pensioenfonds van
burgerlijke Ambtenaren.
Blykens het Eindverslag sloten zich som
mige leden aan by htt gevoelen van den heer
Veegens, in de Tweede Kamer ontwikkeld, en
verklaarden zich te vereenigen met diens
denkbeeld, om by pensionnoeiing ook de
onderwyz9rs, zoowel die van het openbaar
als die van het byzonder onderwys, daarin te
doen deelen.
Internationaal privaatrecht.
Een groot aantal leden der Eerste Kamer
betuigden hun ingenomenheid met het tractaat
tot het vaststellen van gemeenschappelyke
regelen ten aanzien van sommige onderwerpen
van internationaal privaatrecht. Uit eene door
het afdeelingsverslag uitgelokto nota blykt,
dat do Regeoring reeds werkzaam is om dezen
eersten stap tot verkryging van eenheid van
regeling van het internationaal privaatrecht,
door meerdere in de gewenschte richting te
doen volgen en dat reeds in bewerking zyn
de nadere voorstellen tot wyziging van be
palingen van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering die het uitvloeisel zullen zyn
4)
Maar al wat hy deed was tevergeefs; zijn
■wryvingen baatten niet, geen enkele druppel
van don opwekkenden drank gleed door de
op elkander geklemde tanden. Het hart had
opgehouden te kloppen. De dood was gekomen,
snel, onverwachts byna, gelyk dat dikwijls
gobeurt na een langdurige, sleepende ziekte,
on het lichaam werd reeds koud, toen Paul
eindeiyk na een half uur van wanhopige
inspanning tot het inzicht kwam van de nood
lottige waarheid.
Thans bevond by zich alleen, alleen met
het lyk van den onbekende, wiens laatsten
snik hy had opgevangen. Hy week terug tot
don uitersten hoek van den waggon, en het
hoofd steunende op de handen, trachtte hy na
te denken. Het klamme zweet brak hem uit;
bij beefde aan al zyn leden door de geweldige
ontroering, waaraan hy ten prooi was. Alles
was zoo snel, zoo vreemd in zyn werk gegaan,
dat hy gehe9l door zyn ontsteltenis was over
meesterd en zich afvroeg, of het ongeluk wel
inderdaad gebeurd was, of by misschien niet
weldra als uit een akelige nachtmerrie zou
ontwaken. Hy hief het hoofd op en zyn blik
ontroostte twee glazige, wyd opengesperde
oogen, welke op hem gevestigd waren.
Huiverend stond hy op, om ze te sluiten.
Vervolgens herstelde hy de wanorde in de
kleeding, legde de armen over de borst en
plaatste het lyk zóó, dat het niet kon vallen,
terwijl hy het half met een reisdeken bedekte.
Het gelaat van den doode was thans geheel
ontspannen; zyn trekken, niet meer door
het ïyden verwrongen, waren nu veel regel
matiger en vertoonden een zachte, jeugdige,
byna kinderlyke uitdrukking.
„Arme jongenzeide Paul. „Arme jongen!"
En hy ging naar zyn plaats terug, diep in
gepeinzen verzonken. Zyn ontroering had
plaats gemaakt voor een diepe neerslachtigheid.
Hy kon zich maar niet voorstellen, hoe het
zich had toegedragen, dat die vreemdeling
daar in zyn armen was komen sterven, en
by morde tegen den ongelooflyken samenloop
van omstandigheden, tegen het lot, dat zyn
tot dusver zoo rustig, zoo zorgvuldig afge
bakend leven op zulk een droevige wyze
verstoord had. Lang nog zou dat smarteiyk
tooneel hem voor den geest staan; dagen
zou hy noodig hebben eer by van den schrik
was hersteld, en zyn terugkeer te Parys,
welke hem elk voorjaar zooveel genoegen
baarde, had thans veel van het bekooriyke
voor hem verloren. Desniettemin verlangde
hy naar het einde der reis. Nooit nog had
hem een nacht zoo bang toegeschenen.
Elk oogenblik keek hy op zyn horloge, en
de minuten geleken hem uren. Met koortsachtig
ongeduld zag hy uit naar den tyd, dat hy
verlost zou worden uit deze gevangenis,
welke tegeiykertyd een graf was; dat hy
weer in de open lucht zou zyn, op vasten
grond, in het gezelschap der levenden. Hy
had het raampje neergelaten; de wind, die
hem in het gezicht sneed, deed hem goed.
Hy boog uit het portier en blikte doelloos in
de duisternis, om niet genoodzaakt te zyn
den doode te zien, die daar by hem uitge
strekt lag. Eindeiyk ontwaarde hy in de verte
een gryze streep aan de zwarte lucht; de
dag zou weldra aanbreken.
Lichtvlekken, welke achtereenvolgens groo
ter en menigvuldiger werdeD, kondigden de
nabyheid aan van dorpen, steden, van de
groote stad. Het doel van de reis wa9 bereikt.
De trein stond nog nauwelyks stil, of Paul
sprong op het perron en wachtte, voor zyn
rytuig staande, op de komst der autoriteiten,
die hy door een beambte had laten waar
schuwen. Weldra kwamen de onderchef, een
geneesheer, de commissaris van politie aan
snellen, en achter hen Jozef, die nog van
niets wist, maar wien deze drukte en be-
wegiDg verdacht voorkwamen. Hy naderde,
luisterde naar het verhaal van zyn meester
en zette een donker gezicht, daar hy onge-
twyfeld de zaak als zeer „abnormaal" be
schouwde. Het woord „abnormaal" had in
den mond van Jozef een beteekenis van hoogen
ernst. Het drukte wantrouwen, vrees uit, een
diepen afkeer van alles, wat niet volgens de
regelen was van het gewone, dagelyksche
leven, wat zich voordeed als iets onbekends,
iets onvoorziens, iets gevaarlyks derhalve.
De commissaris zette zyn gelaat ook al in
een strenge plooi. Hy zeide in het eerst niets,
liet den ander uitspreken en nam toen eindeiyk
het woord.
„Gy kunt dus geen nadere Inlichtingen
geven?" vroeg hy aan Paul, toen deze ge
ëindigd had.
„Dat is alles, waarvan ik getuige ben ge
weest."
„Die heer was u onbekend?"
„Volstrekt onbekend."
Men was in den waggon gestegen. De
dokter overtuigde zich, dat de vreemdeling
overleden was, de commissaris onderzocht
nauwlettend de plaatseiyke gesteldheid. Onder
dat alles was er tamelyk veel tyd verloopen.
Allengs hadden de overige reizigers zich ver-
wyderd en Paul, die uitgeput was van ver
moeidheid en met ongeduld naar huis ver
langde, strekte de hand uit naar zyn valies
en maakte aanstalten om te vertrekken.
„Niets aanraken," sprak de commissaris,
op korten, bevelenden^ toon.
„Maar dat is myn goed."
„'tDoet er niets toe. WU moeten een pro
ces-verbaal opmaken."
„Goed, dan zal ik het laten halen 1"
Hy maakte een beweging om heen te gaan.
De commissaris hield hem tegen.
„Wees zoo goed te biyven, mynheer."
„Waarom?"
„Gy moet uw verklaring afleggen."
„Dat heb ik réeds gedaan."
„Dat is niet genoeg. Wy moeten het ver
hoor weer beginnen, er aanteekening van hou
den en enkele punten toelichten."
„Goed; dan maar dadeiyki"
„Er zyn eerst nog eenige andere formali
teiten to vervullen."
„Dan zal ik terugkomen."
„Wy kunnen u niet laten vertrekken."
xf „Welzoo l" riep Paul, die driftig werd.
„Ben ik uw gevangene en verdenkt gy my
misschien, dien armen jongen man vermoord
te hebben?"
De commissaris zag hem van uit de hoogte
aan, als om te kennen te geven, dat de
justitie geen onderscheid van personen maakt
en dat men zich niet zou ontzien hom to
verdenken, indien er raogeiykheid toe geweest
ware. Maar die mogelykheid bestond niet
en de politieman moest met eenige spyt
toegeven.
„De dokter heeft den natuurlyken dood
vastgesteld."
Uit gebrek aan beter bespaarde hy Paul
geen van al die lange formaliteiten, welkt
schynen te zyn uitgevonden om den een
nutteloos werk te geven en den ander last
te veroorzaken.
Paul wist, dat tegenstreven niet baten zou,
en gewillig volgde hy den commissaris en de
draagbaar, waarop eenige spoorwegbeambten
het lyk hadden neergelegd. Het licht van den
aanbrekenden dag deed het schynsel der
gasvlammen reeds verflauwen.
Alles was rustig, byna stil in do uit
gestrekte ruimte van het station. Er was op
dat oogenblik geen enkele trein, die vertrok
of aaDkwam. De bestellers, minder talryk dan
op andere uren, rustten tegen hun ledige
wagens. De sombere stoet ging voorby zonder
veel opmerkzaamheid te trekken.
Men trad een bureau binnen en legde de
baar op een groote, zwarthouten tafel. Alle
gezaghebbende personen van het station waren
hier vereenigd. Witte petten, gouden boord
sels bewogen zich in het vertrek.
(Wordt vervolgd.)