N°. 11608
Dinsdag 28 December
PENIS DEZER COinUJfU
Voor Leidon per 3 maanden.
Franco per post
»e A
ft.m
1.40,
Afzonderlijke Nommere 0.06.
gourant wordt dagelijksmet uitzondering
mm igon- en feestdagen, uitgegeven*
PRIJS DEE ADVERTENTIES:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel méér f 0.17J. Grcotere
lettere naar plaatsruimte. Ypor hot incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend
Worden van af heden aangenomen ad 25
cents per advertentie voor het Leidsch Dag*
blad, dat op Oudejaarsavond verschijnt.
Buiten Leiden wonenden kunnen postwissel
zenden en de advertentie op het strookje
schrjjven.
Nieuwjaarswenschen, na Woensdag aan
geboden, worden berekend ad 50 Uents.
Leiden, 21 December.
Naar aanleiding van klachten van den
hoogleeraar-directeur der Sterrenwacht over
den ongumtigen toestand, waarin het dood-
loop-ride gedeelte der Vijfde Binnenvestgracbt
verkeert, waardoor de afsluiting door middel
van den aan het einde van die gracht staanden
muur geheel onvoldoende is, is het College
van Curatoren der Universiteit met B. en Ws.
in overleg getreden over de maatregelen, door
het Rjjk en door de Gemeente te nemen, om
aan die klachten te gemoet te komen.
Uit een door B. en Ws. ingesteld onder
zoek is hun gebleken, dat b\j lagen water-
Stand het terrein van de Sterrenwacht van
de zijde der Binnenvestgracht is te bereiken.
Bovendien verspreidt het doodlooponde ge
deelte van die gracht onaangename geuren,
die hinderlijk zijn voor het personeel, werk
zaam in het astrophotographisch gebouw, en
de gezondheid der bewoners van de gracht
en de hofjes aldaar kan benadeelen.
Blijkens een van Curatoren der Universiteit
ontvangen schrijven is dit college met B. en
Ws. van meening, dat deze zaak het best kan
worden opgilost door don muur aan bet einde
van de Binnenvestgracht te verplaatsen, waar
door het Rijk niet slechts terrein wint, doch
waardoor ook de veiligheid van het astropho
tographisch gebouw in veel gunstiger condi
tie komt.
Verder kan het doodloopende eind der gracht
gedempt worden, zoodat de nieuwe walmuur
ih het verlengde van het rechte gedeelte van
den bcstaanden komt te staan.
Op het door demping verkregen terrein zal
oen hek worden geplaatst, terwijl het ge
deelte gemeentegrond, ten zuiden van bet hek
liggende, kosteloos aan het Rijk kan worden
afgestaan.
De kosten van het afbreken en weder
opbouwen van den muur, van het plaatsen
van het hek en van het onderhoud van een
en ander zullen door het Rijk godragen wor
den, terwijl het billijk is, dat de gemeente
de normaliseering van het grachtje, het maken
van den nieuwen walmuur en het dempen
voor hare rekening neemt, omdat het maken
van deze werken grootendeela in het belang
der gemeente is.
Van het College van Curatoren der Rijks
universiteit hebben B. en Ws. bericht ont
vangen, dat de Regeering zich kan vereenigen
met de voorgestelde regeling bovenvermeld,
terwijl het B. en Ws. na overleg met de
Commissie van Fabricage voorkomt, dat het
van groot belang is, indien de ontworpen
regeling tot stand komt.
Na den Raad ten slotte te hebben medege
deeld, dat de kosten, voor zooverre zij door de
gemeente zullen betaald worden, op ongeveer
f 450 begroot worden, stellen B. en Ws. den
Raad voor, tot het doen uitvoeren van boven
bedoelde werken hun het noodige krediet te
verleenen, te verklaren, dat niet meer voor
den openbaren dienst bestemd is een gedeelte
van de 5de Binnenvestgracht, kadastraal be
kend gemeente Leiden, Sectie F. 838 en A.
429, beide gedeeltelijk, en dat gedeelte kosteloos
aan het Rjjk in eigendom over te dragen.
Ten gevolge van het besluit tot ophef
fing der betrekking van rooimeester met 1
Januari 1S98 en tot aanBtelliog van een inspec
teur der bouwpolitie, is het noodig geworden
in de betrekkelijke Verordeningen van den
Gemeenteraad „rooimeesters" te vervangen
door „Inspecteur der Bouwpolitie".
Tevens wijzen B. en W6. op de wensche-
lijkheid, om, ten gevolge van de veranderde
benaming der betrekking van gemeente
architect, in de desbetreffende, door den
Raad vastgestelde Verordeningen het woord
„Gemeente Architect" te vervangen door
„Directeur dor Gemeentewerken".
Naar aanleiding van het desbetreffend
verzoek van de wed. P. Thijssen Marnstra
deelen B. en Ws. mede, dat Elizabeths Johanna
Sloot de Hoogere Burgerschool voor Meisjes
einde October jl. heeft verlaten en overgegaan
is op de Kweekschool voor Onderwijzers, daar
de omstandigheden het wenscheiyk maakten,
dat zij zoo spoedig mogelijk het examen voor
onderwijzeres zou trachten af te leggen.
Zy geven daarom in overweging aan adres
sante vrystelliog of terugbetaling te verleenen
van schoolgeld voor E. J. Sloot, over de laatste
drie kwartalen van d^n cursus 1897/189S.
Ter voorziening in de vacatures, die den
lsten Januari 1898 in de Plaatselijke School
commissie ontstaan, door de periodieke af
treding van de lieiren dr. C. L. Rümke,
dr. J. C. Kluyver, dr. H. G. Van de Sande
Bakhuyzon en dr. D. C. Hesseling, heeft ge
noemde Commissie den gemeenteraad de
volgende dubbeltallen voorgedragen:
Vacature-Rürnkedr. C. L. Rümke en dr.
W. De Jong.
Vacature-Van de Ssnde Bakhuyzen: dr. H.
G. Van de Sande Bakhuyzen en K. L. Van
Schouwenburg.
Vacature-Kluyverdr. J. C. Kluyver en
J. M. Obroen.
Vacatnre-Hosseling: dr. D. C. Hesseling en
dr. P. H. Damstó.
Den gemeenteraad deelen B. en Ws.
mede, dat blykens een ingesteld onderzoek
aangaande den toestand der Leiderdorpscbe
brug eenige versterking van brugliggers
noodzakelijk is, waarvan de kosten zyn geraamd
op ongevoer f 300.
Na overleg met de commissie van fabricage
geven zy mitsdien in overweging aan hun
college ter zake het ïoodige krediet te ver
leenen, ten einde tot de bovenbedooldo werk
zaamheden kunne worden overgegaan.
Heden is in het Stedeiyk Museum
(Lakenhal) de tentoonstelling van teekeningen
van Smyrna-tapijten, ontworpen door den
heer Colenbrander, eigendom der Amersfoort-
sche tapytfabriek te 's-Hage, in gereedheid
gebracht. Bovendien zendt genoemde fabriek
een viertal kleinere tapyten.
De tentoonstelling, welke morgen geopend
wordt, biyft een week ter bezichtiging.
Z. M. de Koning van Italië heeft den
heer mr. J. A. F. Coebergh, notaris alhier,
benoemd tot ridder in de orde van de Kroon
van Italië.
De hoer R. Rappard, van Lelden, benoemd
tot onderwyzsr aan de openbare lagaattócboolte
Leersum, heeft voor die benoeming"bedankt,
doch de benoeming tot onderwyzer te Zalk
aangenomen.
Benoemd is tot onderwijzer aan de school
te Urk de heer C. Hoogendoorn, onderwyzer
aan do Christelijke school te Hoofddorp, ge
meente Haarlemmermeer.
De openbare school op dat kleide eiland
heeft nu, den benoemde meegerekend, negen
onderwijzers.
Hsre Majesteiten de Koninginnen en
prinses Elisabeth van Waldeck Pyrmont
woonden op den eersten Kerstdag 's ochtends
de godsdienstoefening by in de Groote Kerk te
's-Gravenhage, waar ds. Knottnerus voorging.
Gistervoormiddag, Tweeden Kerstdag, woonde
H. M. de Koningin de godsdienstoefening in
de Groote Kerk by, waar do Hofprediker
ds. Van der Flier voorganger was.
H. M. de Koningin-Regentes en Hare zuster
woonden in de Duitsche kerk de voormiddag-
godsdienstoefening by onder gehoor van
ds. Quandt.
In den meest strengen eenvoud werd
Vrijdag op do begraafplaats Oud Eik en-Duinen,
te 's-Gravenhage, het stoffelijk overschot ter
aarde besteld van den hoer mr. C. W. E.
Vaillant, oud-president van het gerechtshof
te Amsterdam.
B. en Ws. van Delft hebben benoemd
tot ambtenaar 1ste kl. ter g6meonte-secretario,
met den titel van commies-redacteur, mr. N.
G. Van Taack Trakranen, te 's-Gravenhage.
Men ïnelat uit Rotterdam: Op initiatief
van den hoofdonderwyzer, den heer J. M.
Vos Mzn., waren in het gebouw „Caledonia"
een groot aantal onderwijzers en onderwijze-
rossen, zoomede hoofden van scholen, byeen
om afschoid te nemen van mr. J. A. Van
Gil8e, arrondi88ements-scboolopziener te Rot
terdam, dio wegens zfln benoeming tot hoofd
redacteur van de „Arnhomsche Courant" die
betrekking heeft neergelegd en Rotterdam
gaat verlaten.
Vergezeld van zyn huisgezin, werd de heer
Van Gil8e de stampvolle zaal binnengeleid,
alwaar onder meer tegenwoordig waren de
wethouder van onderwys, de -heer Drost,
de raadsleden der schoolcommissie, de districts
schoolopziener, mr. A. M. De Cock, ver
tegenwoordigers van onderwyzere-genoot-
schappen e. a.
De heer J. M. Vos Mzn. sprak de afscheids
rede uit, waarin hy hulde bracht aan de
arbeidzame loopbaan van mr. Van Gilse, voor
wien werken geen last, maar een lust was.
Spreker roamde de vriendschappelijke wyze,
waarop de heer Van Gilse steeds opgetreden
was, en zyn streven om de belangen van het
onderwys te behartigen. Hy hoopte, dat hy
in zyn nieuwen werkkring tot die pers zou
behooren, die ook aan tegenstanders het eere-
saluut brengt. Namens alle aanwezigen drukte
de heer Vos den volgenden wenech uit: „Hy,
aan Wiens zegen alles gelegen is, sterke u
en de uwen."
De wethouder de heer Drost stelde er
pry8 op in tegenwoordigheid van d6Z9 ver
gadering te zeggen, dat het gemeentebestuur
het vertrok van den heer Van Gilse ten
zeerste betreurt.
De heer Esmeyer, die sprak namens de
hoofden der openbare en byzondere scholen,
roemde de onpartydlgheid van den heer Van
Gilse, en de heer Frangois, lid der school
commissie, de degelyke adviezen van den heer
Van Gilse.
^Vervolgens werd door den beer Vos, namens
de gezamenlijke onderwyzers en onder
wijzeressen, een fraai album aangeboden m8t
gecalligrapbeordo opdracht, waarin vermeld
het 15-tal dienstjaren van den hoer Van Gilse
als arrondissements-schoolopziener te Rotter
dam „en als een blyk van hulde voor de
toewijding bij zyn ambt en zyn belangstelling
in het onderwijs betoond."
Het altum bevatte de namen der gevers
van een kostbare vaas mot de hand bewerkt
en gemodelleerd cn gevuld met palmen en
staande op een marmeren voetstuk.
Voorts werd oen fraaie ftfuteuil aangeboden
voor de studeerkamer cn een prachtig bloem
stuk aan mevrouw Van Gilse.
De heer Van Gilse dankte zichtbaar aan
gedaan in woorden, die getuigden van groote
dankbaarheid.
Mr. Ed. Jorissen, rechter in de Zuid-
Afrikaansehe Republiek, zal weder een bezoek
aan ons land brengen.
Dszer dagen wordt ZEA. te Rotterdam
verwacht.
By koninklijk besluit is op grond, dat
de burgemeester van Maasniel (L.) niet be
vo9gd was de candidaturen van de heeren
W. Neelen en G. Houx te weigeren, het
besluit van Godeputeorde Staten vernietigd,
waarby zy het besluit van den Raad tot niet-
toelating dor heeren Brommers en Trenken
te niet deden.
Er zal dus een nieuwe verkiezing moeten
plaats hebben.
De officier van gezondheid der 1ste klasse
dr. C. T. Humme, tydeiyk geplaatst in de
directie der marine te Hellevoetsluis als chef
van het hospitaal aldaar, wordt met den lsten
Februari 1898 op non-activiteit gesteld on
vervangen door den dirigeerenden officier van
gezondheid 2de klasse G. H. Klosser, thans
geplaatst by het hospitaal der marine to Wil
lemsoord.
Met gelijken datum wordt de officier van
gezondheid der 1ste klasse dr. M. J. Brandts
geplaatst by laatstgemeld hospitaal.
Da officier van gezondheid der lste klasse
H. Van dor Voo, geplaatst aan boord van
Hr. Ms. artillerie-instructiescbip „Bellona",
wordt met den löden Januari 1898 op non
activiteit gesteld en vervangen door den
officior van gezondheid der 2de klasse dr. F#'
W. Wissel, than9 mede geplaatst by het hos
pitaal der marine te Willemsoord.
Te Utrecht is overleden do hoer R
Mysberg, oud-luitenant-kolonel-commaDdanl
der d.d. schuttery aldaar.
Door den Minister van Oorlog is bepaald,
dat officieren, die in groot tenuo zyn gekleed
op grond van een door boogerhand of door
een daartoe bevoegde autoritoit gegeven bevel,
de sjerp moeten dragen, en dat officieren, die
in groot tenue gekleed zyn ter by woning
van particuliere plechtigheden, bijeenkomsten,
receptie, enz., derhalve uit eigen beweging,
de sjerp niet mogen dragen.
In den Westelyken gevel der O. L.
Vrouw Munsterkerk te Roermond is naast
den hoofdingang een granieten tafel aange
bracht ter grootte van e6n meter lengte en
vyftig centimeter hoogte, waarop in groote
letters het volgende te lezen staat:
1827 - 16 Mei - 1897.
Dankbare hulde aan den grooten
Bouwmeester, den Roermondenaar
Dr. P. J. H. Cuypers, Hersteller van dit
Godshuis, op dions 70sten geboortedag
door het gemeentebestuur van Roermond.
Naar aanleiding van het besluit v^n
Gedeputeerde Staten der provincie Zui I-Holland,
waarby da jaebt gesloten wordt op 15 Januari
a. 8., is door de Nederlsndsche jaebtvereeriging
„Nimrod" een request aan genoemd college
ingezonden, waarin aan H.H. Gedep. Staten
verzocht is, vooralsnog op hun genomen besluit
terug te komen.
Alk e made: De landbouwer Blonk, te
Nieuwo-Wc-tering, had te Langeraar hot
ongeluk, dat zyn rytuig in aanraking kwam
met dat van een landbouwer uit Nieuwveen,
waardoor dit laatste, waarin drie personen
waren, in het water terecht kwam. Door
spoedig toegeschoten hulp mocht het gelukken
menscben en paard ongedeerd uit hun koud
bad te bevrijden. Ook het rytuig had goen
schade geleden.
H i 11 e g o m Drie tot heden toe nog onbe
kende personen hebben getracht in te breken
op „Huize Weerestein", te Hillegom, althans
kraesen waren op do ruiten zichtbaar en een
looper stak in 't slot. Blykbaar hebben de
dieven op 't booren van gerucht het hazen
pad gekozen. Maar nu kwamen ze in minder
aangename aanraking met den nachtwacht
H., wien het, na een kleine schermutseling,
jammer genoeg, niet mocht gelukken ook
maar één van de daders to arrestseren.
L i s s e Alhier bestaat een fonds, dat ten
doel heeft aan werklieden in geval van ziekte
versterkende middelen te verstrekken. Nu
hebben eenige dames en heeren het plan
opgevat ten bate van dat fonds een soiree te
gevon op 7 Jan. Het programma belooft veel.
Het is van ganscher harte te hopen, dat het
publiek een dorgelyke zaak weet te waar-
deeren. Als men weet, dat een vorigen keer
ongeveer f 190 in dat fonds kon gestort wor
den, dan mag men verwachten, dat ook thans
weer do belangstelling groot zal zyn, wat
KEiRSTPÜIS.
Dikwyis sloeg Dreher tegen den muur, zoodat
de hand en de arm hem pijn deden. Daarby
viel het tem op, dat zyn hoofd helder was
en zeer goed kon denken, m2ar de boenen
waren niet stevig. Na korten tyd bereikte
hy den wal - zoo heette het openbare paik-
en ging achter het struikgewas op een bank
zitten, die in bet duister stond. Hier moest
Hallmeyer voorby. Met zekere verlichting,
*pls na een groote doorgestane inspanning,
ÏJiet by zich met een zucht op de bank neer-
vallen en wachtte op zyn vyand. Hit sneeuwde
hog altyd. De vlokken vielen dicht op hem
neer, maar hy verroerde zich niet, scheen
het in 't geheel niet meer te bemerken.
Eensklaps hoorde hy een zachten, sluipenden
tred achter zich. Het was hem, aleof iemand
hem van achter wilde overvallen. Dat moest
Hallmeyer zyn I Hy wilde opspringen en zich
op hem werpen, maar de leden waren hem
zoo styf als lood, en nog eer hy een beweging
kon maken, zat de groote, sterke man op
hem, drukte zyn borst samen, zoodat hy
slechts reutelend kon ademen, en trachtte
hem met de handen te wurgen. Hy schreeuwde
van schrik, greep bliksemsnel naar zyn meB,
maakte een vlugge beweging: het mee trof
den aanvaller diep in het hart.
Vry' adem balend stond hy op. Hallmeyer
lag als oen klomp vleesch voor hsm in de
sneeuw, die op eon plaats rood gekleurd werd.
Haastig boog hy zich tot hem neer. De man
was dood en hy zijn moordenaar.
Een raztnde angst greep hem aan. Voort!
was zyn eerste gedachte. Vluchten, zoo ver
zyn voet6n hem kondon dragen. Ale men hem
arrosteerde, was hy verloren en met hem
zyn vrouw en zya kinderen, zyn kleine, lieve
jongens. De kinderen van een moordenaar!
Zouden zy ciot gebrandmerkt door de werold
gaan? Wie zou ooit iets van hen willen
weten? Weg dusl Hij mocht zich niet laten
arresteeren l
Nog een oogenblik luisterde hy. De storm
scheen eenigszins bedaard te zyn.
„Hierheen, hierheen!" hoorde hy eeDsklaps
iemand roepen; „volgt het spoor in de sneeuw I
Wy moeten hem direct hebben. Gauw, opdat
hy niet ontsnapt l"
Daar waren ze al, zyn vervolgers, en waar
heen hy zich ook mocht wendeD, zyn voet
stappen in de sneeuw moesten hem verraden.
Nochtans zette by bet op een loopen, alsof
de storm hem droeg.
„Moordenaar! Moordenaarl" huilde het om
hem heen. Waren dat zyn vervolgers, of blies
de storm het hem in de ooren? Ze waren
vlak achter hem. Hy hoorde hun voetstappen.
Als een vervolgd wild, in doodsangst, hygend
snelde hy voort, - instinctmatig naar zyn
woning.
Badende in zweet bereikte hy eindeiyk zyn
huis. Terwyi hy den sleutel uithaalde, om
de deur te openen, luisterde hy weer een
oogenblik in de stille straat. Er was geen
geluid te hooren; de eneeuw viel steeds
dichter en dekte medelydend het spoor, dat
yn voeten achtergelaten haddeD, weer dicht.
Binnen weinige minuten zou alles met sneeuw
bedekt en hy in veiligheid zijn. Niemand zou
weten, wie den moord in het park begaan
had alleen hy.
Een rilling voer hem door het lichaam;
haastig trad hy het huis binnen en stormde
de trap op. By de deur zyner woonkamer
ble9i hy weer verrast staan. Door het sleutel
gat viel een lichtstraal en kinderstemmen
zongen daarbinnen:
„Stille Nacht, heilige Nacht,
Alles schlaft, einsam wacht
Nur das traute, bochheilige Paar,
Das im Stalle zu Bethlehem war
Bei dem himmlischen Kind."
Waren dat zyn kinderen, die daar zongen?
En van waar kwam het licht, dat hy op de
straat niet bsmerkt had? Hyzelf had toch
voor niets, voor niets gezorgd.
Voorzichtig en zacht lichtte hy de deur-
klink een weinig op en keek nieuwsgierig
naar binnen. Inderdaad, daar stond op de tafel
een denneboom, op wiens takken een aantal
Keratlichtjes een stralend en tevenB verwar
mend licht verspreidden. Vergulde appelen en
noten blonken in dit schynsel, en een fijne,
aangename dennegeur beersebta in de kamer.
Om de tafel stonden zyn drie jongene, klapten
vergenoegd in de handen en zengen jubelend
het oude Kerstlied.
Eensklaps ontstelde by hevig. Met een stap
was hy in de kamer en staarde op een man,
die by het veneter stond, zyn vrouw in den
arm hield en tevreden glimlachend naar de
kinderen keek. Was, wat hy daar zag, werke-
lykheid, of bedroog hem een hersenschim? Hy
zag zicbzelven. De maD, die daar op zyn plaats
stond, was hy; het waren zyn kleereD, zyn
bewegingen en zyn manieren, zelfs zyn plaats,
waar by gewoon was te staan. Als door den
donder getroffen staarde Dreher bet spook
aan en een rilling ging hem door het lichaam;
op zyn voorhoofd parelde koud zweet.
„Wie wie ben jy?" vroeg by onzeker. Hy
verwonderde zicbzelven over den klank zyner
stem. Dat was niet meer zyn stem.
Zyn geest zag hem van het hoofd tot de
voeten aan en zeide daarop met een stem,
die precies zoo klonk als de zyne vroeger:
„Met uw verlof; hier is het aan my te vragen,
wie gy zyt. Wat zoekt gy hier?"
„Ik ben bier in myn huisantwoordde hy
ontstemd en betastte zyn hoofd, alsof hy zich
tot zichzelven wilde brengen.
Zyn evenbeeld zag hem weer van hoven tot
onder aan en zeide toen verachteiyk: „Gy?
Dat ontbrak er nog maar aaD. Hier is geen
tehuis voor zulke lieden als gy zyt. Neem u
in acbtl De eerste politieagent, die hier voor-
bygaat, neemt u mee. Maak dus liever, dat gy
verder komt, on blameer ons niet eerst."
Dreher keek in 't rond. Dat waren zyD
moubelen, zyn kamer, zijn vrouw, zyn kin
deren. En daar stond hy zelf. Het begon bem
te duizelen. Hy dreigde gek te worden. Wie
was hy dan, als die daar August Dreher, de
man zyner vrouw, de vader zyner kinderen was
„Suzanna," smeekte hy eindelyk, „jy kent
my toch; ben ik niet je man?"
„Gy myn man?" antwoordde zyn vrouw
verschrikt. „Ge zyt krankzinnig. Myn man is
een brave werkman, die voor zich en zyn
gezin zorgt en zwoegt, maar geen dronkaard
zooals gy, wien de drank en de lediggang
nog in de gevangenis zuilen brengen."
Daarmede omhelsde zij zyn dubbelganger
en zag hemzelven angstig van ter zyde aan,
alsof zy bang voor hem was.
August Dreher begon steeds meer aan zich
zelven te twyfe'en. Hy begon te gelooveD,
dat by werksiyk niet meer August Dreher
was; dat daarentegen hy, dien hy voor zyn
geest gehouden had, zun beter ik was, de
man, die hy eigeniyk moest zyn. Maar hy
kon het zonderlinge feit niet op natuurlyke
wyze verklaren. Nooit bad hy in een boek of
in een courant zulk een geschiedenis goiezen.
„Karei", begon hy na een kleine pauze nog
eenmaal, maar zyn stem kienk verschrikkelyk,
zoodat hy er zelf bang voor werd. „Karei,
Frits, Max, jullie kent my toch! Heb ik jullie
niet dikwyis op myn knieën geschommeld?
Heb ik geen fluiten voor jullie gemaakt en
zeepbellen laten opstygen? Ben ik niet je
vader?"
Maar de kinderen schreeuwden verschrikt,
vluchtten voor hem en verborgen zich achter
zyn dubbelganger.
„Daar moet een eind aan komen l" zeide
deze. „Ge zyt blykbaar dronken. Hier hebt
gy een Koretgavo en ga nu heen en stoor
ons feest niet langer.",
(Sof vobjt.)