(£leze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. N°. 11602. Maandag; SO December. A°. 1897 PERSOVERZICHT. Een ongsiukkige jeugd. OPRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommersh 0.05. PRIJS DER ADVERTEJCTDEN: "Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17j. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0 05 berekend. Tweede Blad. Door den heer W. Van der Hoeven, die tijdelijk in de Veroenigde Saten vertoeft, wordt in het Sociaal Weekblad het een en ander geschreven over de opvoeding van meisjes en vrouwen in Noord-Amerika. Hii verkreeg den algemeenen indruk, dat aan die opvoeding aldaar veel zorg wordt besteed en dat er de overtuiging is gevestigd van de wenschelijkheid, de noodzakelijkheid, dat do vrouw in de gelegenheid gestald worde, haar geheole wezeh harmonisch te ontwikkolen. M;n wenscht recht te doen wedorvaren aan haar verstan leiyken aanleg, zoowel als haar specifiek vrouwelijke gaven, opdat zij het leven in alle volheid zal kunnen in zich voe len, on, wetende en begrijpende, haar kennis, haar oordeel en haar liefde zal kunnen omzet ten in een voor haarzelve en voor haar omge ving zegenrijke werkzaamheid. In Nederland wordt ook zoo gedacht door de besten en de meeat ontwikkelden, en zij z\jn ii die richting werkzaam. Maar het blijft nog te veel bij individueels ondernemingen in hot beling van de opvoeding der vrouw. AVei is waar h6bben veel individue9le pogin gen to zamea rosds veel tot stand gebracht, maar toch zou liet nog heel anders zijD, wan neer de Staat medewerkte in do ric iting, die door de voorgangers op dit gobied wordt aaniegevon zooals in de Veroenigde Staten het geval i*. Ook daar zijo de nieuwe ideeën omtrent de opvoeding der vrouw oorspronkoiyk van onkelen uitgegaan. Maar weldra hebben do staatsbesturen ingezien, dat het in toepassing- bréngen van die ideeöa een onschatbare zegen zou kunnen worden voor de goheelo natie, en zij hebben niet lang geaarzeld zich te doen \oo lichten door de aanvoerders op het gobied van" onderwas 6n socialen arbeid. Zoo werd negen jaren goleden een proef genomen mot het geren van kookondor- w jj 8 in de openbare scholen. Meer en meer is doze proefn3raing uitgebreid, en nu men overtuigd i?, dat deze maatregel in alle op zichten gunstig werkt, is door den Board of Education een tak van bet stadsbestuur in Nieuw York, vastgesteld, dat aan alle open bare scholen kooklessen zullen worden ge houden. (Deze regeling is meer een bekrach tiging van bestaande toestanden dan oen grondslag vcor niouwe, want in byna alle echolen zyn de klassen reeds in werking). Bij mijn bezoek aan een der openbare Bcholen van Nisuw-York, zoo schrijft de heer Van der Hoeven verder, werd ik in de kookles gobracht door hot hoofd dor school, Mr. Hyatt. Hij.boeft zijn beste krachten gegeven aan de verteteiing van het onderwijs en heeft zoo- doondo zijn school tot een van de model scholen gemaakt in de stad. In een afzonder lijk gebouwtje waren in een licht on luchtig vertrek een onderwijzeres met een klasse van ongeveer 15 mei-jes van 12 - 14 jaren bezig; n .11 -11» l lwr*^-rr-. 1111 21) Tegen h6t 6inde van den maaltijd hoorde men onder het vroolyk geklink der glazen, welke de gasten ter eere van den jachtkoning ledigden, den toon van een trompet. E: was oen ruiter, met 63n b3vel v^n den vorst, volgons hetwelk S.giemund zonder verwijl naar Frankrijk moest vertrekken, waar de jonge keizerin hem wachtte, om hom met $n gewichtige boodschap te belasten. r Deze keuze was te eervol, dan dat Sigis- mund er zich niet gevleid door zou gevoelen; daarenboven had hij, niettegenstaande den haat, welke hij gelijk alle Germaansche edelen tegen den overweldiger koesterde, een vurig vei langen om het schitterende hof, die be- roemdo leger; an voerders, enz. meer van nabij te zien. Hij ontving don koerier dus met vreugde on maakte aanstonds toebereidselen voor de reis. Henri scheen door dit nieuws ontsteld gehoel zijn vioolyklieid was verdwenen; nu moest ook hij vertrekken Blanche was bedroefd over hot vertrek haars broeders, maar de gedachte, dat Clara zich nu ook zou verwijderen, was voor haar een groote vergoeding. Zij schaamde zich, dat zij bijrover zoo verheugd was. Was het afscheid voor Blanche verzacht, zij toonden veel belangstelling in haar werk, en zagen er fleurig en vriendelijk uit. Het schriftelijk werk, het opschrijven van recepten en „algemeens regelen" was aan de les in het koken voorafgegaan. Mr. Hyatt liet my een groot boek zien, waarin van elk recept een afschrift was geplakt. Soms is naast oen les een teekening ter illustratie. Er is in het lokaal oen microscoop. Een van mijn stokpaardjes, zei Mr. Hyatt, is microscopisch werk. De vruchten plukken zyn leerlingen. Hy maakt secties van ver- achillendo graankorrels voor haar, toont haar schimmelplantjes, de weefsels van erwten en boonen, en de kiem daarin, enz. En daarvan rnoDten de meisjes teekeningen maken. Ik kon haast niet gelooven, dat die teekeniDgen door meisjes tussch6n twaalf en zestien jaar waren gemaakt, zóó zorgvuldig en m6t zooveel inzicht waren zy uitgevoerd. Ook de teekeningen op het bord waren uitstekend. Er wordt hier by het onderwijs veel waarde gehecht aan het teekeneu, niet zoozeer als vak op zichzelf, als wel tot beter begrip by andere vakken. Myn vraag, of een gowoon middelmatig begaafd schoolmeisje werkeiyk begrip heeft van hetgeen zy ziet door het microscoop, van de eenvoudige chemische proeven om d9 zuiverheid van levensmiddelen te onderzoeken, van hygiëne en voedingsleer, werd beslist bevestigend beantwoord. Trouwens, wat ik van het werk der meisjes zag, bewees dit ook. Do kooklessen zyn zóó ingericht, dat elk meisje één les heeft in do week. Mr. Hyatt vertelde nog, dat het onderwys tot zyn groote vreugdo zeer in den smaak der moeders schynt te vallen. Telkens wordt ham gezegd, dat de meisjes thuis zoo fleurig van de kookles vertellen, er plcizier in hebben wat mee te werken in de huishouding, en dit met overleg en handig doen. Dergëlyke maatregelen van staat en stad moedigen het particulier initiatief aan. Het is lang geen zeldzaamheid, dat iemand met een groot fortuin (en zy zyn talryk) een groot gedeelte van zyn geld gebruikt om oen school te slichten. En do onmotelyka fortuinen maken, dat zoo'n stichting op zeer groote schaal wordt ondernomen, en in allo perfectie wordt volbracht. De voornaamste inrichtingen, welke op deze wyze zyn tot stand gekomen, zyn zoowel vakscholen als z. g. high s c h o o 1 8, die eenigszins te vergelyken zyn met onza hoogere burgerscholen. Hot wordt als niet meer dan natuuriyk beschouwd, dat aan meisjes en vrouwen dezelfde gelegenheid tot vakopleiding wordt geboden, als aan jongens en mannen. Meisjes, die in de openbare scholen haar eerste opvoeding hebben genoten, waardoor een grondslag is gelegd voor een alzydige ontwikkeling, kuDnen, hetzij in groote inrich tingen of in de talryke minder groote byzon- dore scholen en cursussan, hotzy in de col leges van stad of staat, onbelemmerd verder werken aan haar ontwikkeling, in welke ricbtiDg zy maar W6nschen. De vrouw in Amerika heeft veel voorrech ten; zij heeft het groote voorrecht, zich ge- c'e vreugde van den terugkeer werd baar vergald door hetzelfde gevool van jaloerschheid, dat in haar hart ontwaakte, niettegenstaande baar edele pogingen. Sigismund nam den terugweg langs het kasteel Rollingen, toefde daar eenigen tyd en bracht de bewoners naar Ritheim. Blanche vergeleek deze terugkomst met die van het vorige jaar, waarin haar broeder, allo ooggetuigen ontvluchtend, de eerste uren aan haar alleen had willen wyden. Maar toch toonde hy zich zoo taeder, zoo vol genegenheid voor haar, dat deze sombere wolk spoedig verdreven was. Hy liet Henri on Clara by Tecla, die zeer gelukkig was hen weer te zien, en ging in d9 schaduw der kastanjes, die in blo asem stonden, aan de zyde van Blanche zitten. „Zie, zusje," zeide hy, „hoe alles sinds myn vertrek veranderd is. Onze bosschen, welke toen eenzaam en verlaten waren, zyn nu groen en bevolkt met vogels, die door hun gezang onze komst begroeten. Zy zyn onze oude vrienden, niet waar Blanche, en zy heeten ons welkom. En gy, hebt gy uw vriond niets te zeggen na zulk een lange afwezigheid?" „"Wat zal ik u zeggen, Sigismund, dat ge rog niet weet?" antwoordde zy, de oogen tot hem oprichtend; „weet ge dan niet, dat uw terugkomst my gelukkig maakt? Ja, zoo volmaakt gelukkig, dat ik niet kan gelooven, dat er grooter geluk op aarde bestaat." Sigismund zag haar glimlachend aan; zy sloeg de oogen neder en hy glimlachte weder. „En Tecla?" zoo vervolgde hy, „zy scheen heel vry te kunnen ontwikkelen, en alle gelegenheden voor zich te zien opengesteld, om zicbzelve te vormen tot een nut.ig, werk zaam lid der maatscbappy. Er is echter een groot gevaar verbonden aan de voorrechten, welke de Amerikaaosche vrouw geniet; de ontaardiDg nl. van het huisgezin. Het verlangen naar vryheid en onafhankelykheid brengt veel vrouwen er toe, óf de zorg voor een huishouden niet op zich te nemen, óf, als zy al een huishouden heb ben, het te verwaarloozeu. De eersten wen- scheu zich niet a3n banden te leggen, en de anderen vinden de zorg voor haar huis en haar gezin lastig; zy geven de voorkeur aan het wonen met man en kinderen in een reeks van min of meer weelderige vertrokken van een „apartment hot9l", zoodat de zorg voor haar gezin alleen bestaat in de zorg voor de kleeren, en zy verder al hun tyd kunnen geven aan ontspanning, haar eigen ontwikke ling-en misschien ook aan werk buitenshuis. Deze beschouwing is van de directrice van het departement voor huishoudkunde in Pratt- Institute. Er is by te voegen, dat dit een gevaar is, niet alleen voor de vrouwen zelf, hetis een gevaar voor de geheeie natie. Daarom moet dan ook het Amerikaansche jonge meisje te gelyk met liefde voor vryheid en onafhankelykheid, liefde leeren gevoelen voor het huisgezin en leeren inzien, dat een vrouw het volledigst, hot zuiverst baar roe ping vervult, wanneer zy de spil is van een gelukkig, werkzaam gezin. Het is de taak van het onderwys in huis houdkunde, de zedolyke en sociale betoekenis te doen uitkomen van de goede zorg voor woning en gezin, en alle huishoudolijk werk, dat nu dikwyls onnoodig sloof- en zwoeg- werk is, te verheffen tot intelligenten arbeid. Zoodoende zullen de huishoudscholen aan de jonge vrouw leeren, hoe zy de ziel kan worden van een gelukkig gezin en dus, boe zy b&t schoonste deel harer roeping als vrouw kan vervullen en haar omgeving en do natie tot-zegen zyn. R. voor I."— Ons oorlam zou dr. "Woltjer genoemd zyn^egt De Standaarden verder: is bet niet om zich aan te ergeren? Natuuriyk was gezegd: ons ooilam, rogal met de toevoeging van: „het ooilam van N a t h a n", er by. We begrepen dit ni9t, toen we het in De Telegraaf lazen, maar, eylacie, onze eigen ver slaggever schreef het evenzoo. Wel een bewys, hoe onhoudbaar de tos stand op do p e r s t r i b u n e in de Tweede Kamer is. Tien, twaalf intelligente koppen, die als over een belt ing in de Kamer gluren, stellig twintig meter van de overzy af, en dan nog vlak onder do volkstribune; wat altoos geraas geefr. Is het toch niet een eisch van onze demo cratische ontwikkeling, dat eindelijk ook aan dezen misstand eens een einde kome? VoDr de buitenlandsche pers is nu aller belangstelling warm. Maar wordt het niet hoog tyd, dat ook ook tevreden. Zeg my, Blanche, hebt ge veel verdriet gehad van onze afwezigheid?' „Ja, ja, Sigismund. Alle vroolykheid scheen met u van ons geliefd Ritheim vervlogen te zyn. Ik stelde alles in het werk om do treurigheid, dio over ons hing, te verjagen, maar ik moet bekennen, dat Tecla my daar weinig in hielp; zy bleef koel en stilzwijgend gedurende geheole uren en dagen. Ik vrees haar vriendschap verloren te hebben, Sigis mund, on ik trachtte my to herinneren, wat ik legen haar misdaan had, maar tevergeefs 1 Ach, ongetwijfeld heeft Clara myn plaats in haar hart ingenomen. Blanche zwoeg, maar kon haar tranen niet bedwingen. Sigismund vatte vriondschappeiyk haar hand. „Ween niet, zuslief," zeide by, „wees er van overtuigd, dat alles wel weder goed zal worden en dat wij u altyd zullen beminnen." Eenige dagen later kwam graaf Otto na een tameiyk lange afwezigheid op het kasteel Ritheim terug. Den volgenden dag zocht Henri Von Rollingen hem in zyn kamer op en bleef er langen tyd met hem alleen. Men had dien geheelen dag en den avond te voren bemerkt, dat de jonge man ni.t alleen nadenkend scheen, wat reeds vreemd genoeg was, maar zelfs geen woord sprak. Tante Gertrudis was in slaap gevallen; dat was daar het gevolg van. Maar van den anderen kant verlist Clara Aline en Tecla niet, ja, was zoo lief mogeiyk voor haar. Op het einde van zyn lang onderhoud met Henri liet Otto Allna en Tecla roepen. Men schudde ia het salon hot hoofd en de dames voor de binnenlandsche pers, althans in den boezem der volksvertegenwoordiging, op een wyze èn barer èn den Staten-Generaal waardig gezorgd worde? Over deze fout sprekende, zegt Eet Centrum De Standaard, blykbaar opgeschrikt door deze fout, wyt haar aan de ongeschikte plaats der verslaggevers in do Kamer en dringt op een betere aan, waar men de sprekers goed booren kam De quaestie schynt hiermede echter niet opgelost. Men kan een woord ook wel een3 niet booren, als men het Diet b e g r y p t. Maar dat het op de perstribune wel gehoord is, bewyzen de verslagen van verschillende bladen, die weinige uren na de zitting reed3 uitkwamen, en waaiin met het woord ooi- 1 a m niet de grappige vergissing is gemaakt. Noemt men deze in ernst op, dan zou ook de vraag kunnen worden gedaan, of de reeds berhaaldeiyk gebleken achteruitgang van de Bybelkennis onder ons beschaafd publiek thans niet door de journalistiek met een nieuw be wys is gestaafd? Want wie goed Hollandsch heeft geleerd en in zyn leertyd ook maar oenmail de By- belsche geschiedenis heeft gelezen, k a n in het redeverband van den heerKuyper nooit hot woord oorlam hebben verstaan. Groote talenten soms op allerlei gobied ooilammetjes in de taal 1 In Vragen van den Dag vinden wy een belangwekkend opstel van den heer G. A. Varech, getiteld: „Iets over kunstlicht in verband met onze gezond hoi a." Na de verschillende kunstlichtbronnen: oloctiiciteit, gas, petro leum en kaarseD, te hebben nagegaan met het oog op lichtsterkte, brandgevaar, hygiëne, rangschikt de scbryver in zyn slotwoerd die vier uit een hygiënisch oogpunt in deze volg orde: „1. „Electrisch liebt", als zijnde het meest volkomen. Daarvan is het booglicht meer aangewezen' vcor de verlichting van groole ruimten en wel door er een indirecte verlich ting mee tot stand te brengem Gloeilicbt is moer speciaal geschikt voor kleiner ruimten en woonvertrekken. „2. „Petroleum." Vcor het gebruik in wonia- gon staat het tegenwoordig, dank zy de ge perfectioneerde lampen, boven gaslicht, en, by aanwending ia groote gebouwen, daar minstens mee gelyk. „3. „Gaslicht." Dit dient in particuliere woningen zoo min mogelyk gebruikt te worden. Al k*n 't aan de eischen van ons oog voldoen, u.thoofde der groote gevaren, die er in het algemeen aan verbonden zyD, mag 't uit een hygiënisch oogpunt niet anders dan afgekeurd worden. Is het, op andere gronden, niet ge heel en al te verwerpen men diende 't enkel in groote en hooge ruimten aan te wenden. „4. „Kaarsiicht" is absoluut te verwerpen." Aangaard) het adr.s van magazynhoudera en winkeliers aan de Kalverstraat Nieu- glimlachtoo, uitgezonderd de goede tante Gertrudis, di9 op gloeiende kolen scheen te zitten on eindeiyk heenging. Daar kwam graaf Ton Ritheim het salon binnen met Tecla aan do band en stelde haar plechtig aan het gezelschap voor als de verloofde van Henri, baron Yon Rollingen. Sigismund, die weinig over die eer scheen na te denken, stiet een vreugdekreet uit en wierp zich in de arruon van zyn vriend, dion hy nu zyn broeder noemde. Blanche liep ook toe op Tecla, maar Clara en Gertrudis om heisden de nieuw verloofde en aan heur ge sprek schoon geen einde te zullen komen. Eindeiyk gelukte het Blanche haar te naderen en de teedero kussen, welke zy ont ving, bewezen haar, dat de vriendschap hunner kinderjaren, al was er ook een tydelyke verflauwing in geweest, niet uit gedoofd was in het hart van Tecla. Iederoen wenschte don jongelieden geluk. Blanche vluchtte, om zich aan die drukte te onttrekken, in een scort van kamertje, ge maakt volgens de Engelsche wyze in het salon zelf, door een scherm, met bloemen en planten versierd. Dikwyls trok zy zich hier terug, wanneer zy zich te moede gevoelde van de drukke conversatie. In dat hoekje, waar het betrek- keiyk rustig was, was Blanche metzichzelve en genoot m6t geluk eenige oogenblikken van kalmte en rust. Tegen het geopende venster geleund, smaakte zy eerst de heeriykheid van dien schoonen avond. De laatste stralen van de ondergaande zon wierpen nog een prachtigen wendjjk, Damstraat en Reguliersbreestraat te Amsterdam, gericht tot den gemeenteraad, waaiin zy vorklaren met leedwezen te hebben kennis genomen van de discussion en het besluit van den Raad betreffende htt venten door schandaalcolportours, is Eet Nieuws tan den Dag benieuwd wat de Raad hieiop zal antwoorden. En al neemt het blad den tooi', die in het adres heerscht, niet in bescherming, het constateert tocb, dat er oen storend element in onze samenleving is, dat zyn weerga zoekt in alle beschaafde en onbe schaafde deelen onzer globe. Met drukpersvryheid heeft dit naar de ge- wone-menschen opvatting niemendal te maken. Geen gewoon mensch in of buiten ons land zal zeggen, dat in Nederland de pers aan banden gelegd is, wannotr een paar monscben niet meer luidkeels mogen opdreunen welke akeligheden uit het intieme leven van mede burgers te lezen staan in dit of dat blad. Wyze'iven, ons land ons niet kunnende denken zonder drukpersvryheid, ook niat. Door politie-tusschenkomst wordt ook ge zorgd, dat men geen onhebbelykheden van por8producten ziet, on nu is de vraag of 'fc niet mogelyk is te zorgen, dat men ook niet zekere onhebbelykheden hoort. En al is h9t niet gemakkelyk, er moot iets gedaan worden, meent Eet Nieuws. Het kwaad is er niet eer, dat, volgens een gezegende Datuurwet, zichzelf wel dooden zal; bot uitventen van personalia zal zyn prikkel blyven behouden. Daarmede blyft de to recht op de kaak gestelde gruwelyko overlast be staan. Wanneer nu vele medeburgers op goede gronden, geest lyke zoowel als stoffelyke, daartegen protest aanteekenen, lette men Diet op den vorm, maar vrago zich af of men ook hier bezig is te bestendigendat het hoogste recht het hoogste onrecht is. In ons allen leeft de oveituiging, dat er iets onbeho.wiyks op straat geschiedt, iets, waar tegen niemand zich wapenen kan, en in zoo'n geval gaat men naar de overheid om hulp. Die overheid helpt niet als ze kan, maar ze helpt. De minister van waterstaat heeft mede gedeeld, dat by don Raad van State ter overweging aanhangig is een wetsontwerp tot regeling van het optreden als schipper op koopvaard ij schepen en het aan boord daarvan in dienst hebben van stuur lieden en machinisten. "Waarschyniyk strekt dit wetsontwerp om te gemoet te komen aan den herbaalden aandrang by de Regeering om van do gezag voerders op zeeschepen en tot zekere hoogte ook van de stuurlieden en machinisten to eischen, dat z(j in bet bezit zyn van een bewys van bekwaamheid, door een ryks- esamencommissie afgegeven. Nog zeer onlangs heelt de Vereeniging voor do Zeevaart te Rotterdam een adres in dien geest aan den minister van waterstaat gezonden. Dat adres sloot zich aan by een, door 392 zeevarenden tot do Regoering gericht, en by tal van adresson van Kamers van Koophandel, waaiin hetzelfde werd gevraagd. En in o ver glans over do aarde, de seringen stuurden haar een heerlyken geur toe; een fontein deed in do nabyheid te midden van een grasperk haar geklater booren en ia het naburige woud hief de nachtegaal het avond lied aan. Overal vreugde, geluk, hoop in de natuur evenals in het prachtige salon; maar waarom waren dan de oogen van Blanche door tranen bevochtigd? Plotseling greep een hand de hare en 63n bekende en geliefde stem fluisterde: „Waar denkt ge aan, zuslief?" „O, Sigismund," zeide Blanche verlegen, „aan wie an.ers zou ik kunnen denken dan aan onze Tecla?" „En doet haar geluk u tranen storten?" vroeg Sigismund, haar nador beschouwend en haar verplichtend het gelaat tot hem te wonden. „Sigismund," antwoordde zy, „wy zullen haar verliezen! Dan zal ik alleen zyn!" „Alleen? Eu de gezel uwer kinderjaren? Rekent ge dien niet mede?" „SigismundOok gy misschien." „Zie, Blanche, hoe allen stralen van geluk, zelfs de goede tante Gertrudis, die twintig jaar jonger schynt." „Ja, en zie Clara, zy verlaat onze zuster niet meer: haar zuster!" zeide Blanche met een zucht; „hoe schoon is zy, niet waar, Sigismund?" Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 5