N°. 11801 Zaterdag IS December. A0. 1897 §,ese <€ourazit wordt dagelijks, met uitzondering van cZon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Een ongelukkige jeugd. PEL'S DEZEK CHIFRANT; Voor Leidon per 3 maanden.9 f l.lfo Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PEIJS DEE AEVEETENTIEN: Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiton do stad wordt 0.05 berekend. 99 Oillciëclo Keunïsgevlngnn. rurgemereier en Wethouders dor gemeente Leiden; Gelet op art. 10 der Verordeumg Tan 9 Mei 1895, hondende aanwijzing van de plaataoo, dagen en uren vcor de verschillende markten binnen de gemeente Leiden; Bre gen ter a'gemeene kennis, dat do w e o k- en botermarkten vrogens het invallon van den 25sten Dec mbor (Eorstou Kerstdag) op Zaterdag dit jsar zullen gehouden worden op Donderdag 28 December te voror. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 15 Dte. 1897. E. KIST, Secretaris. Leiden, 17 December. Men verzoekt ons nu de te deelen, dat de tweede Nutslezing, die a. s. Donderdag 23 December zou gehouden worden en waarin mr. Lamberts Hurrelbiinck, van Amsterdam, zou optreden, wegens verhindering van den spreker niet zal gehouden worden. De eerst volgende i's nu in Januari, waarin mej. E C. Knappert het woord voeren zaL Den lsten Januari 1898 worden er twintig jongens van de Kweekschool voor Zeevaart alhier ter verdere opleiding overgeplaatst op Hr. Ms. instructieschip „Admiraal Van "Wasse- naer", te Amsterdam. Zy zillion echter den 31sten December a. s. onder geleide ro9ds daarheen vertrekken. Geduren Je de 21e helft der maand Nov. zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de vol gende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: K. Jansen, mevr. K. Timmerman, mej. A. De Bruyn, Nahuis, J. G. v. Schaardenburg, Amsterdam; mevr. v. Es, mej. M. M. Smits, mej A, Korsraan, Fahnert, mej. C. Nilssoer, 's-Gravenhage; mevr. Berus, Hilversum; Blouw, "W. Bly, J. Jungerius, niet vermeld. Van Rynzaterwoude: H. Groeneveld, Alfen; mej. A. Poot, Cbarlois. Brielka rten: J. Rensenbrink, 's-Gravtn- hago; J. Paul, Ouderkerk a/d. IJselM. Woelons, Rotterdam; mej v. Ma.iren, Utrecht. Brieven, bestrid geweest naar het buiten land: J. Van Zijp, Padang; W. Jager, Batavia|; L. Rechter, Malmö; mej. L. M. Buddingb, Solo; J. F. Ypey, South-Dakota. De 2de luit.-kwaitm. G. F. Sloot, van h t 4de reg. inf. te Leiden, is van zyn deta cheering te 's Gravenfiago by den controleur van de inwendige administratie teruggekeerd en heeft zyn functiën by het regiment weder aanvaard. He Jon en Zaterdag worden by het 4de reg. inf., onder leiding van den regiments commandant, tactische oefeningen op de kaart gehouien, waaraan coor de hoofdofficieren, ook buiten de standplaats van den staf, zal worden deelgenomen. Men scbryft het volgende omtrent de nieuwe uniform der infanterie: Zooals bekend is, hö:ft de vorige minister van oorlog, kort vóór zyn aftreding, een koninklijk besluit uitgelokt, waarby de uniform der infanterie belangrijk gewyzigvl wtrd. Het mouwvest verviel, de korte jas werd het gewono kleedingstuk; de k»pot werd vervangen door een mantel, bestemd ora ni t als de kapot, dus als gewoon kleedingstuk, maar uitsluitend als overjas te worden ge dragen. Op het onpractische daarvan werd reeds herhaaldelyk gewezen. Ook uit een tactisch oogpunt blyken aan de nieuwe uniform groote bezwaren te zyn verbonden. De roode kragen blyken te duidelyk zicht baar te zyn; het maken van een sluippatrouille wordt byv. daardoor zeer bemoeilykt. H«eft men Duitschers tegenover zicb, dan zal het reeds op 300. meter afstand bezwaariyk gaan, vriend van vyand te onderscheiden. Het ergste evenwel nog is, dat door de nieuwe uniform de bepakking van den man verzwaart, terwyl tegenwoordig overal het streven is, deze te verlichten. Men verzekert dan ook, dat over het alge meen het oordeel omtrrnt de nieuwe unifoTm bij de compagnieën (ééa per divisie), waarby zy in beproeving werd gegeven, bepaald ongunstig is geweest. Zy is bovendien veel duurder. Dezer dagen circuleerde by de corpsen infanterie een raming te dien opzichte van don hoofdintendant. Volgens hem zal de i ieuwe uniform per jaar ongeveer f 71,000 meer kosten aan grond stoffen en aan maakloon en voor het koofd deksel, elk jaa^, byna f 27,000 méér worden gevorderd. In 't geberi komt dus de uniform- veran 'ering jaarlijks voortaan op f 98,000 meer te staan. Naar aanleiding van de voorstellen, die zyn ingekomen, om de positie van de fouriers te verbeteren, heeft de Minister van Oorlog bepaald, dat aan de comp.-commandanten ver gunning Zdl verleend wordc-n, hen van sommige practische diensten en theorie-lessen vry te stellen. Da lsto luit. G. Jansen, van het 3de reg. infanterie te Bergen op Zoom, heeft verzocht nitt in aanmerking te komon voor een detacheering by het Oost-Indische leg9r. De luit.-kol. E. D. H. Mac Lrod, van het reg. gren on jagers, wordt dozer dagen be- verderd tot kolonel. De majoor J. E. Van Eybergen, chef van den staf der 1ste div. inf. te 's-Gravenhage, wordt bevorderd tot luit.-kolonel. Voor f 90,000 is by aanbesteding aan een Berlijnscbe firma do meubileering van het in aanbouw zy'ndo badhotel te Zandvoort, dat ongeveer 125 logeerkamers zal bevatten, gegund. Do „Sts.-Ct." van heden bevat een koninklijk besluit, waarby de minister van financiën gemachtigd wordt tot de uitgifte van schatkistbiljetten en schatki3tpromessen tot een gezamenlyk bedrag van twaalf millioen gulden 12,000,000). De rente der schatkistbiljetten wordt, zoo lang daaromtrent ri t nader is beschikt, be paald op drie ten honderd in het jaar. Naar men verneemt, zullen mot ingang van 1 Januari a. s. belangrijke vereenvoudi gingen worden gebracht in de administratie op de Ryks-telegraaf kantoren. Op eDkrie groote kantoren werden daarmede reeds proeven genomen. Naar aanleiding van een schryven van Gedep. Staten, waarin betoogd wordt, dat hct, met het oog op de uitbreiding der werk zaamheden, wenecbeiyk is, het traktement van den gemeente secretaris te verhoogen, stellen B. en Ws. van Delft voor deze ver hooging op f 500 te stellen en het traktement alzoo te brengen cp ƒ3000. In e- ne plecht! ;e openbare zitting van de arrondissomcmts-rechtbank te Rotterdam zal Dinsdag 21 December a.s. geïnstalleerd worden als substituut officii van just tie mr. P. De Josselin de Jong, thans kantonrechter te Dokkum. Door B. en Ws. van Delft wordt aan den gemeenteraad voorgesteld het personeel der gemeen'e secretarie uit te breiden met een commies-redacteur, op een jaarwedde van ƒ700. Voor deze betrekking wordt voorgedragen mr. N. G. Van Taack Trakranen, te 's Graven- hagp, thans als volontair ter secretarie werkzaam. In een vergadering van buurtcommissies voor de kroningsfeesten te Rotterdam werd gisteravond medegedeeld, dat ruim honderd commissies besloten hebben by het bezoek van de Koninginnen feest te vieren en op den inhulöigingadag alleen kinderfeesten te organiseeren. Vier der commissies waren daar togen. Er werd lang beraadslaagd over de vraag of h t comité „Scbiedamschedyk", dat deze vergadoiiog uitschreef, verder met do leiding zal wordon belast, of dat een ander comité zal worden'benoemd. Deze vraag LI?ef onbeslist Over drn weken zil een nieuwe vergadering worden gehouden. Bótop. Vaii Heeckeren van Keil, minister- resident in Po:tugal, is van verlof hier te lande te Lissabon teruggekeerd. Te OsR werden oLlangs eenige personen dadelyk na hun eandidaatstriling tot leden van den gemeenteraad gekoz.n verklaaid, nadat een tweede candidatenlyst door den burgemeester was geweigerd op grond, dat onder de handteekeningen cr eenige voor kwamen van personen, ni t op de kiezerslijst vermeld, waardoor het aantal wtttige hand tekeningen minder zou bedragen dan ver- eischt werd. By koninkiyk besluit is echter, thans over eenkomstig do beslissing van GediputecrJe Staten van Noord Brabant, uitgemaakt, dat de omstandigheid, dat er handteekeningen op een candidat nlijst voorkomen van personen, die geen kiezer zyn, geen reden tot we'gering mag wezen, indien er maar genoeg hand teekeningen zyn. De burgemeester behoorde van bedoelde omstancigh id enkel mdoing te maken in het bewys van ontvangst, en overigens zou volgens bet koninkiyk besluit, die omstandigheid, in zeker geval, ir.gevolgo art. 151 der kieswet, slecbt6 grond kunnen opleveren tot een strafrechterlyke vtrvolgiog van beat, die de opgave iülsverde. Het stoomschip „Burgemeester Den Tex", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 15 Dec. van Suez; de „Herzog", van OostAfrika naar Rotterdam en Hamburg, vertrok 14 Dec. van Napels; de „Obdam" vertrok 16 Dec. van Rotterdam naar Nieuw York; de „Oranje- Nassau" arriveerde 15 Dec. van West Indië te Kieuw York. Stompwyk/Veur: De inschryving voor de nationale militie dezer gemeente van per sonen, geboren in 1879, zal plaats hebben iQ het Raadhuis te Leidschendamvoor de gemeente Veur op Maandag 17 Januari 1898 en voor de gemeente Stompwyk op Donderdag 20 Januari 1898. Valkenburg: Tot kerkvoogd der Ned.- Herv. Gemeente is herbenoemd de heer A. Notenboom, terwyl als notabel is herkozen de heer A. Oosterlee Jr. Ter-Aar: De visscher L. Van Tol befft zich per adres tot den Raad dezer gemeente gewend om een gedeelte vischwater (in hoofd zaak de Leidscho vaart) niet meer publiek, maar ondershands aan hem te ve'p'chten, tegen den prys wat dit water in de laatste jaren heeft opgebracht. Mocht hiertegen bezwaar lestaan on de voorkeur worden gegeven dit publiek te verpachten, dit dan voor langeren termyn te doen plaats hebben dan tot heden geschiedt. Hij is van meaning, dat, wil men met voordeel de visschery uitosfeneD, men bekend moet zyn met de breedte en diepte van het water, den loop der visch en paling en de sco t van want, welke men noodig beeft; om dat alles te weten te komen heeft men daar veilig een j'ar voor noodig en weet men dat alles, dan bestaat do kans, dat een ander het water weer pacht. Mocht ook de Raad hiermede zich niet kunnen vereenigeD, dan verzoekt by, dit by de virpachting van dat water als voorwaarde gesteld wordt de \isschery met do zegen te vtrbied^n, wat tot voordeel zou strekken van verhuurder en huurder. Hy verklaart, vo'gens eigen ervaring, dat dit water uitnemend geschikt is tot voortteling der visch c'oor de plantryke oevers en de gunsfigo ligging aan het Braassemermeer. Door het visschc-n met de zegen verjaagt men ce visch, vangt men groot en klein en maakt het water daarvoor totaal ongeschikt, wat hy met tal van voorbeellen aanhaalt en duiielyk maakt. Zevenhoven: Tot ouderling en diaken der Ned.-Herv. Gemeente alhier zyn herkozen de hseren C. Muller en A. T. Kool. De collecte voor het huldeblijk aan H. M. de Koningin Regentes hoeft alhier opgebracht f 82.80. Zwammerdara: In de gisteravond ge houden oponbaro vergadering van het Nuts- departement trad mej. Knappert, uit Leiden, als spreekrier op. Uitgelokt wellicht door Int te Zwammerdam nog niet voorgekomen ver- schynsel, dat een dame een spreekbeurt zou vervullen, was een talrijke schare opgukomen, om baar aandacht te schenken aan hetgeen mej. Knappert voor een haar onbekend publiek zou ten beste geven. De voo zitter sprak dan ook een gepast woord van lof over zulk een trouwe opkomst, om daarna de geachte spreekster al aanstonds uit te noodigen haar voordracht te houden. Iu welgekozen woorden 1 idde zy haar onderwerp„De opvoe ing van jonge meisjes", in, met een geschiedkundige vorw..'zing naar hetgeen door een Fénélon, Rousseau on meer klassieke mannen over dit punt is gezegd of geschreven, om vervolgens in bijzonder heden te treden over hetgeen in de laatste jaren voor de opvoeding van joüge meisjes in het belang van 't algemeen gedaan is en wordt. In van overtuiging gloeiende woorden schetste do begaafde sproekster de vrouw der tookomst, zeer idealistisch op den voorgrond plaatsend de vorming van meisjes niet tot vrouw, niet tot lid der maatschappij, maar allereerst tot menscb, met een optimisme van 't zuiverste water veel heil verwachtend van Toynbe^werk, huishoud- en kookscholen, daarby zeer waarheidlievend aanstippende het tegenovergesteld succes, dat oen directrice van zulk een inrichting aanvankeiyk van haar leerlingen bad, ora ten slotte een op wekkend woord te spreken tot aanmoediging van hetgoen nog gedaan kanen mo.t morden, vooral tot verbetering der lotsomstan ig' eden van de meisjes der minder bevooirechte stacden der maatseiiappy. Na j.floop dankte de voorzitter de spreekster voor haro aangename en leorrijke voordracht, daaraan den wensch toevoegend, dat 'iu nut tige wenken, daarin vervat, door velen zullen ter harte geroren worden. Jammer, dat na ue pauze eon groot doel der loftoogezwaaiJe schare ni.t meer terug kwam; jammer: cn van de voordracht ön van de eer van het Zwaramerdamsch Nuts- publiek. Uit de „Staatscourant". Bij koninklijk besluit zijn met ingang vau 1 Jauuaii 1898 benoemd: tot schoolopziener in het arrondissement Zaandam mr. J. F. Uouwing, (o Amsterdam, inet gelijktijdige toekenning van eervol ontslag als schoolopziener in liet anundi9semont Medemhlik en tot schoolopziener in het arron dissement Medeinblik de heer J. Jelgnrhuts Swil- dens, te Amsterdam. Met ingang van denzelfden datum is aan mr. J. A. Van ïiiLo, fo Tiotierd.-i-n. eervol ontslag ver leend als schoolopziener in net an on dissentent Rotterdam (zuidelijk). Benoemd is tot substituut-officier van justitie hij de rechtbank te Alkmaar, mr. J. De Vr es van Doesburgh, thans»ambtenaar van het O- M. hij de kantongerechten, kantons No. 1 cii Schoonhoven, standplaats te Rotte dam; in wiens plaats is be noemd mr. J UanegnialV. kantonrechter-plaats vervanger, advocaat en piocureur to Rotteidam, tevens werkzaam hij den amblönaar van het O. M bij het eerste kantongerecht aldaar. Gemeenteraad va.ii Leiden. Zitting van gisternamiddaa te half vier. In deze vergadering, die veel belangstelling van de zyde van het publiek ondervond, waren sedrrt de vorige irgekomen eenige bezwaarschriften tegen aanslagen in do plaatselijke directe belasting c-n een verzoek van verschillende w. rklioden-vereenigirgen, om in de bestekken voor aan': esteringc-n van gemeentewei ken bepalingen op ta nemen be treffen Je een mi; imum-loon en een maximum- werktyd. Deze stukken werden gtronvoyeird naar B. en Ws,, ten fine van praoalvies. Het adres van het Bestuur der Afdeeling Leiden en Omstreken van de „Nedorlandscbe 20) Soms vroeg Sigismund, wanneer hy haar op weg ontmoette, evenals de landgraaf van Tburingen aan zyn echtgonoote, waarheen zy ging, en wat zy droeg als een dienstbode, on gaarn9 zou het jonge meisje hem geant woord hebben: „Het zyn rozen." Maar de jonge man had haar geheim begrepen, en zonder haar antwoord af te wachten, verwyderde hy zich glimlachend, de vingers op zyn lippen leggend. Onder de genoegens dor gasten van Rit- heim was er een, hetwelk voor Blanche een byzondere aar.trekkelykheid had: dat was het paardryden. Zy was in korten tyd een vol slagen paardrydster geworden; zy had, of liever Sigismund had het voor haar godaau, een paard vol vuur gekozen, maar leerzaam, en dit was spoedig gewend aan zyn berydster. Het jonge meisje kende geen grooter ge noegen dan in galop vooit te snellen door de bosschsn en velden, terwyl Elza, zoo heette het paard, zich ook scheen te verheugen in het genot, dat by haar verschafte. Tecla bield ook van paardryden, maar vreesachtiger dan Blanche, moest zy het mak9te paard hebben, en niet zonder vrees zag zij Elza met de snelheid van don wind Blanche voortdragen. Op een zekeren ochtend kwam Rupert in allerhaast op bet kasteel aan Sigismund ver tellen, dat men in het naburig bosch een prachtig hert gezien had. Binnen eenige oogonblikken had Henri iedereen in beweging gebracht en bereid gemaakt tot de jacht. De dames moesten van do party zyn, daar haar toejuiching het genot van den over winnaar zou verdubbelen. Zy namen het voorstel met bodschap aan, uitgezonderd Blanche, die voorwendsels zocht om er af te komen. Toen SigismuDd by baar aandrong, zeide zy vry moedig: „Sigismund, ik wilde u niet beleedigen, noch uw genoegen storen. Maar het ecbynt my zoo wreed toa! Het is een leerschool tot moorden." „Blanche, welk een overdryvingl Ik heb nooit geboord, dat ge zoo afkeerig waart van de jacht, en dan, meer dan eens hebt ge, als kind geiyk wy, Rupert op de jacht vergezeld." „Het is waar, Sigismundmaar ge herinnert u wel, hoe ik eens weende, toen hy een duif schoot? Ik geloof, dat myn hart zou bloeden, wanneer ik zulk een schoon en onschuldig dier als een hert zag doodeD." Zy eindigde, toen Clara do zaal binnentrad, geheel bereid om te vertrekken. Clara was gekleed in een ryk blauw fluweelen kostuum, met zilver bestikt, en dat de slankheid harer gestalte nog verhoogde; ongeduldig bewoog haar hand de ryzweep en zy riep uit: „Hoe nu, jagers, verbeuzelt gy den tyd mot praten, terwyl wy reeds te paard hadden moeten zitten?" Blanche wa3 verdwenen, zy kwam na eenigen tyd in jachtkostuum terug, en het geheele gezelschap was spoedig op weg. Terwyl het bosch weerklonk van het hoorngeschal, het geblaf der honden en. het geroep der jagers, onttrok Blanche zich aan de jacht, en in gepeins verzonken liet zy het paard bij toeval langs de met sneeuw be dekte struiken loopen. Dan ging zy den weg op, welke door het bosch naar Mondberg liep, en was weldra aan haar gedachten ont trokken door den aanblik, welken zy daar genoot. De boomen, van hun groen ontdaan, waren nu bedekt met sDeeuw, en de zon deed ze schitteren in hun witten tooi, als waren zy bezet met diamanten. Men zou gemeend hebben in een feeënpaleis te zyn. De sneeuw kraakte onder den stap van Elza, en af en toe hoorde Blanche het gekras van een raaf of bet vreesachtig loopen van een of ander stuk wild, ontsteld door bet naderen van het paard; maar dit was dan ook het eeniga geluid, dat de stilte van het woud verbrak. De beek, welke in de kloof rolde, deed zelfs haar geruisch niet meer hooren, gevangen als zy was onder een dikke yskorst. Blanche sloeg toen het kleine voetpad in, dat er langs liep, en kwam zoo in het dal aan den oever van den vy ver der waterleliën. Deze plek was meestal het doal harer wandelingen. Nauweiyks was zy er gekomen, of zy hoorde, dat het gewoel van de jacht dichter by kwam. Het gewonde en uitgeputte hert kwam b|j de wilgen en keerde zich daar dreigend tot do bonden, die het hygend ver volgden. De honden wierpen zich op het beest; met zyn gewei stelde het verscheidene zyner vyanden buiten gevecht. Maar de strijd was ongelijk: het he:t moest voor de over macht zwichten, het word door de honden verscheurdBlanche wendde de oogen van dit wreode schouwspel af. Men hoorde het hallali, Sigismund snolde het eerst toe om het beest te dooden. „Daar, op die plaats!" zeide Blanche, „dat moest de schuilplaats van het beest zyn!" En door een speling barer verbeelding scheen het haar toe, alsof zy daar zelve gewond was, en alsof Sigismund haar het hart ging doorboren. „Genade! genade!" riep zy onwillekeurig, het wapen op eenigen afstand van zich ziende blinken. En den teugel wendend, snelde zy in galop heen. Maar in het vuur van de jacht bad Sigis mund, zeker van de overwinning, haar niet gehoord; hy stiet het mes in de zyde van het arme hert, wiens laatste noodkreten nog het oor en het hart van Blanche bereikten. De jonge jager sneed to n het beest den rechterpoot af, en zich oprichtend, zocht hy met het oog Blanche, om haar die bloedende tropee aan te bieden. Hy zag slechts de witto voder van haar hoed, en spoedig niets meer; zich vervolgons met een weinig spyt omwendend, zag hy Tecla, Henri en Clara, die kwamen toeloopen. „Bravo l" riep Henri, „een dapper soldaat en echt jager. Hoera voor Sigismund!" Deze naderde Clara, boog diep voor haar en bood haar den liertepcot aan. Zy nam hem, blozend van genoegen, en de stoc-t richtte zich wecor naar het kasteel. Blanche, die had halt gehouden aan het begin van het bosch, had zich omgekeird en alles gezien: Rupert liep vooraan mtt den kop van het hert, dan volgde Sigismund, de jachtkoning, tusschen Tecla en Clara. Zy volgden een weg tusschen twee heggen. Blanche zag, hoe .Sigismund zich tot Clara boog, om te praten met zyn aardige geze lin. By het zien hiervan, gevoelde Blaocbo gloeiende Iranen ia de oogen opwbllen: het scherpe gif der jaloezie was haar in de aderon gedrongen. Het arme kind, ontsteld, dat zij zulke gevoelens had, deed een krachtige poging: haar zuivere on verheven ziel her stelde zich weder, een vurig gebed, gepaard aan een uiterste vorlegenheid, verjoeg het monster. Toen zy eindelijk kalm was, keerde zy naar het slot terug, aan de koude van den winter den tyd latend, de sporen der tranen uit te wisschen en haar gloeiend voorhoofd te verkoelen. By haar aankomst was Blanche zichzelve weder meester geworden: zy sprak met Henri en Sigismund over de koude, welke haar be vangen had, en was Z6lfs beminneiyk xoor do jeugdige freule Von RollingoD, witr zege vierend gelaat haar echter tot den grond hsars harten deed ïyden. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1