N°. 11801
Zaterdag IS December.
A0. 1897
§,ese <€ourazit wordt dagelijks, met uitzondering
van cZon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Een ongelukkige jeugd.
PEL'S DEZEK CHIFRANT;
Voor Leidon per 3 maanden.9 f l.lfo
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PEIJS DEE AEVEETENTIEN:
Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiton do stad
wordt 0.05 berekend.
99
Oillciëclo Keunïsgevlngnn.
rurgemereier en Wethouders dor gemeente Leiden;
Gelet op art. 10 der Verordeumg Tan 9 Mei 1895,
hondende aanwijzing van de plaataoo, dagen en uren
vcor de verschillende markten binnen de gemeente
Leiden;
Bre gen ter a'gemeene kennis, dat do w e o k- en
botermarkten vrogens het invallon van den
25sten Dec mbor (Eorstou Kerstdag) op Zaterdag
dit jsar zullen gehouden worden op Donderdag 28
December te voror.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
15 Dte. 1897. E. KIST, Secretaris.
Leiden, 17 December.
Men verzoekt ons nu de te deelen, dat de
tweede Nutslezing, die a. s. Donderdag 23
December zou gehouden worden en waarin
mr. Lamberts Hurrelbiinck, van Amsterdam,
zou optreden, wegens verhindering van den
spreker niet zal gehouden worden. De eerst
volgende i's nu in Januari, waarin mej. E C.
Knappert het woord voeren zaL
Den lsten Januari 1898 worden er twintig
jongens van de Kweekschool voor Zeevaart
alhier ter verdere opleiding overgeplaatst op
Hr. Ms. instructieschip „Admiraal Van "Wasse-
naer", te Amsterdam.
Zy zillion echter den 31sten December a. s.
onder geleide ro9ds daarheen vertrekken.
Geduren Je de 21e helft der maand Nov.
zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de vol
gende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
K. Jansen, mevr. K. Timmerman, mej. A.
De Bruyn, Nahuis, J. G. v. Schaardenburg,
Amsterdam; mevr. v. Es, mej. M. M. Smits,
mej A, Korsraan, Fahnert, mej. C. Nilssoer,
's-Gravenhage; mevr. Berus, Hilversum;
Blouw, "W. Bly, J. Jungerius, niet vermeld.
Van Rynzaterwoude: H. Groeneveld, Alfen;
mej. A. Poot, Cbarlois.
Brielka rten: J. Rensenbrink, 's-Gravtn-
hago; J. Paul, Ouderkerk a/d. IJselM.
Woelons, Rotterdam; mej v. Ma.iren, Utrecht.
Brieven, bestrid geweest naar het buiten
land: J. Van Zijp, Padang; W. Jager, Batavia|;
L. Rechter, Malmö; mej. L. M. Buddingb,
Solo; J. F. Ypey, South-Dakota.
De 2de luit.-kwaitm. G. F. Sloot, van
h t 4de reg. inf. te Leiden, is van zyn deta
cheering te 's Gravenfiago by den controleur
van de inwendige administratie teruggekeerd
en heeft zyn functiën by het regiment weder
aanvaard.
He Jon en Zaterdag worden by het 4de
reg. inf., onder leiding van den regiments
commandant, tactische oefeningen op de kaart
gehouien, waaraan coor de hoofdofficieren,
ook buiten de standplaats van den staf, zal
worden deelgenomen.
Men scbryft het volgende omtrent de
nieuwe uniform der infanterie:
Zooals bekend is, hö:ft de vorige minister
van oorlog, kort vóór zyn aftreding, een
koninklijk besluit uitgelokt, waarby de uniform
der infanterie belangrijk gewyzigvl wtrd.
Het mouwvest verviel, de korte jas werd
het gewono kleedingstuk; de k»pot werd
vervangen door een mantel, bestemd ora ni t
als de kapot, dus als gewoon kleedingstuk,
maar uitsluitend als overjas te worden ge
dragen.
Op het onpractische daarvan werd reeds
herhaaldelyk gewezen.
Ook uit een tactisch oogpunt blyken aan
de nieuwe uniform groote bezwaren te zyn
verbonden.
De roode kragen blyken te duidelyk zicht
baar te zyn; het maken van een sluippatrouille
wordt byv. daardoor zeer bemoeilykt. H«eft
men Duitschers tegenover zicb, dan zal het
reeds op 300. meter afstand bezwaariyk gaan,
vriend van vyand te onderscheiden.
Het ergste evenwel nog is, dat door de
nieuwe uniform de bepakking van den man
verzwaart, terwyl tegenwoordig overal het
streven is, deze te verlichten.
Men verzekert dan ook, dat over het alge
meen het oordeel omtrrnt de nieuwe unifoTm
bij de compagnieën (ééa per divisie), waarby
zy in beproeving werd gegeven, bepaald
ongunstig is geweest.
Zy is bovendien veel duurder. Dezer dagen
circuleerde by de corpsen infanterie een raming
te dien opzichte van don hoofdintendant.
Volgens hem zal de i ieuwe uniform per
jaar ongeveer f 71,000 meer kosten aan grond
stoffen en aan maakloon en voor het koofd
deksel, elk jaa^, byna f 27,000 méér worden
gevorderd. In 't geberi komt dus de uniform-
veran 'ering jaarlijks voortaan op f 98,000
meer te staan.
Naar aanleiding van de voorstellen, die
zyn ingekomen, om de positie van de fouriers
te verbeteren, heeft de Minister van Oorlog
bepaald, dat aan de comp.-commandanten ver
gunning Zdl verleend wordc-n, hen van sommige
practische diensten en theorie-lessen vry te
stellen.
Da lsto luit. G. Jansen, van het 3de reg.
infanterie te Bergen op Zoom, heeft verzocht
nitt in aanmerking te komon voor een
detacheering by het Oost-Indische leg9r.
De luit.-kol. E. D. H. Mac Lrod, van het
reg. gren on jagers, wordt dozer dagen be-
verderd tot kolonel.
De majoor J. E. Van Eybergen, chef van
den staf der 1ste div. inf. te 's-Gravenhage,
wordt bevorderd tot luit.-kolonel.
Voor f 90,000 is by aanbesteding aan
een Berlijnscbe firma do meubileering van
het in aanbouw zy'ndo badhotel te Zandvoort,
dat ongeveer 125 logeerkamers zal bevatten,
gegund.
Do „Sts.-Ct." van heden bevat een
koninklijk besluit, waarby de minister van
financiën gemachtigd wordt tot de uitgifte van
schatkistbiljetten en schatki3tpromessen tot
een gezamenlyk bedrag van twaalf millioen
gulden 12,000,000).
De rente der schatkistbiljetten wordt, zoo
lang daaromtrent ri t nader is beschikt, be
paald op drie ten honderd in het jaar.
Naar men verneemt, zullen mot ingang
van 1 Januari a. s. belangrijke vereenvoudi
gingen worden gebracht in de administratie
op de Ryks-telegraaf kantoren. Op eDkrie
groote kantoren werden daarmede reeds
proeven genomen.
Naar aanleiding van een schryven van
Gedep. Staten, waarin betoogd wordt, dat
hct, met het oog op de uitbreiding der werk
zaamheden, wenecbeiyk is, het traktement
van den gemeente secretaris te verhoogen,
stellen B. en Ws. van Delft voor deze ver
hooging op f 500 te stellen en het traktement
alzoo te brengen cp ƒ3000.
In e- ne plecht! ;e openbare zitting van
de arrondissomcmts-rechtbank te Rotterdam
zal Dinsdag 21 December a.s. geïnstalleerd
worden als substituut officii van just tie mr.
P. De Josselin de Jong, thans kantonrechter
te Dokkum.
Door B. en Ws. van Delft wordt aan
den gemeenteraad voorgesteld het personeel
der gemeen'e secretarie uit te breiden met
een commies-redacteur, op een jaarwedde
van ƒ700.
Voor deze betrekking wordt voorgedragen
mr. N. G. Van Taack Trakranen, te 's Graven-
hagp, thans als volontair ter secretarie
werkzaam.
In een vergadering van buurtcommissies
voor de kroningsfeesten te Rotterdam werd
gisteravond medegedeeld, dat ruim honderd
commissies besloten hebben by het bezoek
van de Koninginnen feest te vieren en op
den inhulöigingadag alleen kinderfeesten te
organiseeren. Vier der commissies waren daar
togen. Er werd lang beraadslaagd over de
vraag of h t comité „Scbiedamschedyk", dat
deze vergadoiiog uitschreef, verder met do
leiding zal wordon belast, of dat een ander
comité zal worden'benoemd. Deze vraag LI?ef
onbeslist Over drn weken zil een nieuwe
vergadering worden gehouden.
Bótop. Vaii Heeckeren van Keil, minister-
resident in Po:tugal, is van verlof hier te
lande te Lissabon teruggekeerd.
Te OsR werden oLlangs eenige personen
dadelyk na hun eandidaatstriling tot leden
van den gemeenteraad gekoz.n verklaaid,
nadat een tweede candidatenlyst door den
burgemeester was geweigerd op grond, dat
onder de handteekeningen cr eenige voor
kwamen van personen, ni t op de kiezerslijst
vermeld, waardoor het aantal wtttige hand
tekeningen minder zou bedragen dan ver-
eischt werd.
By koninkiyk besluit is echter, thans over
eenkomstig do beslissing van GediputecrJe
Staten van Noord Brabant, uitgemaakt, dat
de omstandigheid, dat er handteekeningen op
een candidat nlijst voorkomen van personen,
die geen kiezer zyn, geen reden tot we'gering
mag wezen, indien er maar genoeg hand
teekeningen zyn. De burgemeester behoorde
van bedoelde omstancigh id enkel mdoing
te maken in het bewys van ontvangst, en
overigens zou volgens bet koninkiyk besluit,
die omstandigheid, in zeker geval, ir.gevolgo
art. 151 der kieswet, slecbt6 grond kunnen
opleveren tot een strafrechterlyke vtrvolgiog
van beat, die de opgave iülsverde.
Het stoomschip „Burgemeester Den Tex",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 15 Dec.
van Suez; de „Herzog", van OostAfrika naar
Rotterdam en Hamburg, vertrok 14 Dec. van
Napels; de „Obdam" vertrok 16 Dec. van
Rotterdam naar Nieuw York; de „Oranje-
Nassau" arriveerde 15 Dec. van West Indië
te Kieuw York.
Stompwyk/Veur: De inschryving voor
de nationale militie dezer gemeente van per
sonen, geboren in 1879, zal plaats hebben
iQ het Raadhuis te Leidschendamvoor de
gemeente Veur op Maandag 17 Januari
1898 en voor de gemeente Stompwyk
op Donderdag 20 Januari 1898.
Valkenburg: Tot kerkvoogd der Ned.-
Herv. Gemeente is herbenoemd de heer A.
Notenboom, terwyl als notabel is herkozen
de heer A. Oosterlee Jr.
Ter-Aar: De visscher L. Van Tol befft
zich per adres tot den Raad dezer gemeente
gewend om een gedeelte vischwater (in hoofd
zaak de Leidscho vaart) niet meer publiek,
maar ondershands aan hem te ve'p'chten,
tegen den prys wat dit water in de laatste
jaren heeft opgebracht. Mocht hiertegen
bezwaar lestaan on de voorkeur worden
gegeven dit publiek te verpachten, dit dan
voor langeren termyn te doen plaats hebben
dan tot heden geschiedt. Hij is van meaning,
dat, wil men met voordeel de visschery
uitosfeneD, men bekend moet zyn met de
breedte en diepte van het water, den loop
der visch en paling en de sco t van want,
welke men noodig beeft; om dat alles te
weten te komen heeft men daar veilig een
j'ar voor noodig en weet men dat alles, dan
bestaat do kans, dat een ander het water
weer pacht. Mocht ook de Raad hiermede
zich niet kunnen vereenigeD, dan verzoekt
by, dit by de virpachting van dat water
als voorwaarde gesteld wordt de \isschery
met do zegen te vtrbied^n, wat tot voordeel
zou strekken van verhuurder en huurder.
Hy verklaart, vo'gens eigen ervaring, dat dit
water uitnemend geschikt is tot voortteling
der visch c'oor de plantryke oevers en de
gunsfigo ligging aan het Braassemermeer.
Door het visschc-n met de zegen verjaagt
men ce visch, vangt men groot en klein en
maakt het water daarvoor totaal ongeschikt,
wat hy met tal van voorbeellen aanhaalt en
duiielyk maakt.
Zevenhoven: Tot ouderling en diaken
der Ned.-Herv. Gemeente alhier zyn herkozen
de hseren C. Muller en A. T. Kool.
De collecte voor het huldeblijk aan H. M.
de Koningin Regentes hoeft alhier opgebracht
f 82.80.
Zwammerdara: In de gisteravond ge
houden oponbaro vergadering van het Nuts-
departement trad mej. Knappert, uit Leiden,
als spreekrier op. Uitgelokt wellicht door Int
te Zwammerdam nog niet voorgekomen ver-
schynsel, dat een dame een spreekbeurt zou
vervullen, was een talrijke schare opgukomen,
om baar aandacht te schenken aan hetgeen
mej. Knappert voor een haar onbekend publiek
zou ten beste geven.
De voo zitter sprak dan ook een gepast
woord van lof over zulk een trouwe opkomst,
om daarna de geachte spreekster al aanstonds
uit te noodigen haar voordracht te houden.
Iu welgekozen woorden 1 idde zy haar
onderwerp„De opvoe ing van jonge meisjes",
in, met een geschiedkundige vorw..'zing naar
hetgeen door een Fénélon, Rousseau on meer
klassieke mannen over dit punt is gezegd
of geschreven, om vervolgens in bijzonder
heden te treden over hetgeen in de laatste
jaren voor de opvoeding van joüge meisjes
in het belang van 't algemeen gedaan is en
wordt.
In van overtuiging gloeiende woorden
schetste do begaafde sproekster de vrouw der
tookomst, zeer idealistisch op den voorgrond
plaatsend de vorming van meisjes niet tot
vrouw, niet tot lid der maatschappij, maar
allereerst tot menscb, met een optimisme van
't zuiverste water veel heil verwachtend van
Toynbe^werk, huishoud- en kookscholen,
daarby zeer waarheidlievend aanstippende het
tegenovergesteld succes, dat oen directrice
van zulk een inrichting aanvankeiyk van
haar leerlingen bad, ora ten slotte een op
wekkend woord te spreken tot aanmoediging
van hetgoen nog gedaan kanen mo.t morden,
vooral tot verbetering der lotsomstan ig' eden
van de meisjes der minder bevooirechte
stacden der maatseiiappy.
Na j.floop dankte de voorzitter de spreekster
voor haro aangename en leorrijke voordracht,
daaraan den wensch toevoegend, dat 'iu nut
tige wenken, daarin vervat, door velen zullen
ter harte geroren worden.
Jammer, dat na ue pauze eon groot doel
der loftoogezwaaiJe schare ni.t meer terug
kwam; jammer: cn van de voordracht ön
van de eer van het Zwaramerdamsch Nuts-
publiek.
Uit de „Staatscourant".
Bij koninklijk besluit zijn met ingang vau 1
Jauuaii 1898 benoemd: tot schoolopziener in het
arrondissement Zaandam mr. J. F. Uouwing, (o
Amsterdam, inet gelijktijdige toekenning van eervol
ontslag als schoolopziener in liet anundi9semont
Medemhlik en tot schoolopziener in het arron
dissement Medeinblik de heer J. Jelgnrhuts Swil-
dens, te Amsterdam.
Met ingang van denzelfden datum is aan mr. J.
A. Van ïiiLo, fo Tiotierd.-i-n. eervol ontslag ver
leend als schoolopziener in net an on dissentent
Rotterdam (zuidelijk).
Benoemd is tot substituut-officier van justitie hij
de rechtbank te Alkmaar, mr. J. De Vr es van
Doesburgh, thans»ambtenaar van het O- M. hij de
kantongerechten, kantons No. 1 cii Schoonhoven,
standplaats te Rotte dam; in wiens plaats is be
noemd mr. J UanegnialV. kantonrechter-plaats
vervanger, advocaat en piocureur to Rotteidam,
tevens werkzaam hij den amblönaar van het O. M
bij het eerste kantongerecht aldaar.
Gemeenteraad va.ii Leiden.
Zitting van gisternamiddaa te half vier.
In deze vergadering, die veel belangstelling
van de zyde van het publiek ondervond,
waren sedrrt de vorige irgekomen eenige
bezwaarschriften tegen aanslagen in do
plaatselijke directe belasting c-n een verzoek
van verschillende w. rklioden-vereenigirgen,
om in de bestekken voor aan': esteringc-n van
gemeentewei ken bepalingen op ta nemen be
treffen Je een mi; imum-loon en een maximum-
werktyd. Deze stukken werden gtronvoyeird
naar B. en Ws,, ten fine van praoalvies.
Het adres van het Bestuur der Afdeeling
Leiden en Omstreken van de „Nedorlandscbe
20)
Soms vroeg Sigismund, wanneer hy haar
op weg ontmoette, evenals de landgraaf van
Tburingen aan zyn echtgonoote, waarheen
zy ging, en wat zy droeg als een dienstbode,
on gaarn9 zou het jonge meisje hem geant
woord hebben:
„Het zyn rozen."
Maar de jonge man had haar geheim
begrepen, en zonder haar antwoord af te
wachten, verwyderde hy zich glimlachend,
de vingers op zyn lippen leggend.
Onder de genoegens dor gasten van Rit-
heim was er een, hetwelk voor Blanche een
byzondere aar.trekkelykheid had: dat was het
paardryden. Zy was in korten tyd een vol
slagen paardrydster geworden; zy had, of
liever Sigismund had het voor haar godaau,
een paard vol vuur gekozen, maar leerzaam,
en dit was spoedig gewend aan zyn berydster.
Het jonge meisje kende geen grooter ge
noegen dan in galop vooit te snellen door de
bosschsn en velden, terwyl Elza, zoo heette
het paard, zich ook scheen te verheugen in
het genot, dat by haar verschafte.
Tecla bield ook van paardryden, maar
vreesachtiger dan Blanche, moest zy het
mak9te paard hebben, en niet zonder vrees
zag zij Elza met de snelheid van don wind
Blanche voortdragen.
Op een zekeren ochtend kwam Rupert in
allerhaast op bet kasteel aan Sigismund ver
tellen, dat men in het naburig bosch een
prachtig hert gezien had. Binnen eenige
oogonblikken had Henri iedereen in beweging
gebracht en bereid gemaakt tot de jacht.
De dames moesten van do party zyn, daar
haar toejuiching het genot van den over
winnaar zou verdubbelen. Zy namen het
voorstel met bodschap aan, uitgezonderd
Blanche, die voorwendsels zocht om er af te
komen.
Toen SigismuDd by baar aandrong, zeide
zy vry moedig:
„Sigismund, ik wilde u niet beleedigen,
noch uw genoegen storen. Maar het ecbynt
my zoo wreed toa! Het is een leerschool tot
moorden."
„Blanche, welk een overdryvingl Ik heb
nooit geboord, dat ge zoo afkeerig waart van
de jacht, en dan, meer dan eens hebt ge, als
kind geiyk wy, Rupert op de jacht vergezeld."
„Het is waar, Sigismundmaar ge herinnert
u wel, hoe ik eens weende, toen hy een duif
schoot? Ik geloof, dat myn hart zou bloeden,
wanneer ik zulk een schoon en onschuldig
dier als een hert zag doodeD."
Zy eindigde, toen Clara do zaal binnentrad,
geheel bereid om te vertrekken. Clara was
gekleed in een ryk blauw fluweelen kostuum,
met zilver bestikt, en dat de slankheid harer
gestalte nog verhoogde; ongeduldig bewoog
haar hand de ryzweep en zy riep uit:
„Hoe nu, jagers, verbeuzelt gy den tyd
mot praten, terwyl wy reeds te paard hadden
moeten zitten?"
Blanche wa3 verdwenen, zy kwam na
eenigen tyd in jachtkostuum terug, en het
geheele gezelschap was spoedig op weg.
Terwyl het bosch weerklonk van het
hoorngeschal, het geblaf der honden en. het
geroep der jagers, onttrok Blanche zich aan
de jacht, en in gepeins verzonken liet zy het
paard bij toeval langs de met sneeuw be
dekte struiken loopen. Dan ging zy den weg
op, welke door het bosch naar Mondberg
liep, en was weldra aan haar gedachten ont
trokken door den aanblik, welken zy daar
genoot. De boomen, van hun groen ontdaan,
waren nu bedekt met sDeeuw, en de zon
deed ze schitteren in hun witten tooi, als
waren zy bezet met diamanten. Men zou
gemeend hebben in een feeënpaleis te zyn.
De sneeuw kraakte onder den stap van Elza,
en af en toe hoorde Blanche het gekras van
een raaf of bet vreesachtig loopen van een
of ander stuk wild, ontsteld door bet naderen
van het paard; maar dit was dan ook het
eeniga geluid, dat de stilte van het woud
verbrak. De beek, welke in de kloof rolde,
deed zelfs haar geruisch niet meer hooren,
gevangen als zy was onder een dikke yskorst.
Blanche sloeg toen het kleine voetpad in,
dat er langs liep, en kwam zoo in het dal
aan den oever van den vy ver der waterleliën.
Deze plek was meestal het doal harer
wandelingen.
Nauweiyks was zy er gekomen, of zy
hoorde, dat het gewoel van de jacht dichter
by kwam. Het gewonde en uitgeputte hert
kwam b|j de wilgen en keerde zich daar
dreigend tot do bonden, die het hygend ver
volgden. De honden wierpen zich op het
beest; met zyn gewei stelde het verscheidene
zyner vyanden buiten gevecht. Maar de strijd
was ongelijk: het he:t moest voor de over
macht zwichten, het word door de honden
verscheurdBlanche wendde de oogen
van dit wreode schouwspel af. Men hoorde
het hallali, Sigismund snolde het eerst toe
om het beest te dooden.
„Daar, op die plaats!" zeide Blanche, „dat
moest de schuilplaats van het beest zyn!"
En door een speling barer verbeelding
scheen het haar toe, alsof zy daar zelve
gewond was, en alsof Sigismund haar het
hart ging doorboren.
„Genade! genade!" riep zy onwillekeurig,
het wapen op eenigen afstand van zich
ziende blinken. En den teugel wendend,
snelde zy in galop heen.
Maar in het vuur van de jacht bad Sigis
mund, zeker van de overwinning, haar niet
gehoord; hy stiet het mes in de zyde van
het arme hert, wiens laatste noodkreten nog
het oor en het hart van Blanche bereikten.
De jonge jager sneed to n het beest den
rechterpoot af, en zich oprichtend, zocht hy
met het oog Blanche, om haar die bloedende
tropee aan te bieden.
Hy zag slechts de witto voder van haar
hoed, en spoedig niets meer; zich vervolgons
met een weinig spyt omwendend, zag hy
Tecla, Henri en Clara, die kwamen toeloopen.
„Bravo l" riep Henri, „een dapper soldaat
en echt jager. Hoera voor Sigismund!"
Deze naderde Clara, boog diep voor haar en
bood haar den liertepcot aan. Zy nam hem,
blozend van genoegen, en de stoc-t richtte
zich wecor naar het kasteel.
Blanche, die had halt gehouden aan het
begin van het bosch, had zich omgekeird en
alles gezien: Rupert liep vooraan mtt den
kop van het hert, dan volgde Sigismund, de
jachtkoning, tusschen Tecla en Clara. Zy
volgden een weg tusschen twee heggen.
Blanche zag, hoe .Sigismund zich tot Clara
boog, om te praten met zyn aardige geze lin.
By het zien hiervan, gevoelde Blaocbo
gloeiende Iranen ia de oogen opwbllen: het
scherpe gif der jaloezie was haar in de aderon
gedrongen. Het arme kind, ontsteld, dat zij
zulke gevoelens had, deed een krachtige
poging: haar zuivere on verheven ziel her
stelde zich weder, een vurig gebed, gepaard
aan een uiterste vorlegenheid, verjoeg het
monster.
Toen zy eindelijk kalm was, keerde zy
naar het slot terug, aan de koude van den
winter den tyd latend, de sporen der tranen
uit te wisschen en haar gloeiend voorhoofd
te verkoelen.
By haar aankomst was Blanche zichzelve
weder meester geworden: zy sprak met Henri
en Sigismund over de koude, welke haar be
vangen had, en was Z6lfs beminneiyk xoor
do jeugdige freule Von RollingoD, witr zege
vierend gelaat haar echter tot den grond
hsars harten deed ïyden.
{Wordt vervolgd.)