N°. 11598
Maandag 13 ï>eceaxal>er.
A0. 1897
f <§eze (gouiant wordt dagelijks, met uitzondering
van don- en feestdagen, uitgegeven.
feuilleton.
Een ongelukkige jeugd.
PBUS DEZER COÜRANTi
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10#
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.06.
PRIJS DER ADVERTENTIES;
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Vpor het iccasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Derde Blad.
Voetbal.
Op verzoek der L'idsche cricket- en voet
bal- vareeniging „Ajax" heb ik de pon opge
nomen om u, Leidenareu, of liever gezegd
de lez' rassen en lezers van dit blad, op de
hoogte te brengen van het voetbalspal.
Voor ik echter begin over hot spel zooals
Let gespeeld moet worden, zal ik eorst trachten
0 verkeerde denkbeelden, die velen uwer
hebben over het spel, uit bet hoofd te pra.
to schrijven. Zooals ik zeer goed weet, spreekt
men mee; tal over het voetbalspel als een
bals-, been-, ribbe- en ik weet al niet wat
brekend spel. Deze denkbeelden hebt g\j vooral
gekregen öf omdat g\j het vers -bil ntetrkent
tU88chen het zoogenaamde association voetbal,
betw lk in Nederland gespeold wordt, en het
rugby voetbal, dat in Nederland niet gespeeld
wordt, öf omdat zelfi sommige scbrijvirs over
bet spol dit verschil niet kennen. Zoo kon
men in den laatsten tijd berichten lezen, dat
Lot voetbal in Amerika verooden is geworden.
Tij deze berichten hebben de meeste bladen
het woord rugby maar weggelaten omdat ze
Uat woord niet begrepen. Nu hoop ik, dat
velen uwer over het voetbal niet meer zullen
spreken als een hals-, been- rib'oe-, enz.
prekend spel. Of z{jt ge 't er niet mee eens,
^komt en overtuigt u dan.
Ik zal nu maar ovc-rgaan met u een kort
verslag te geven over het spel, zooals het
gespeeld moet worden.
Zooals velen van u reads zullen weten,
wordt het spel gespeeld op een grasveld,
dat afgebakend wordt door vlaggetjes of door
kalkstrepen en wel. zoo, dat het gebeel een
rechtho'k vormt. In h t midden dc-r beide
breedtelijnon bevinden zich de zoogenaamde
doelen (En^elscb: goals). Deze besta41 uit
twee verticale palen, van boven door ceri dwar.-
Jat verbonden. Zooais do naam aanduidt, woid;
het spel gespeeld met een bal (middellijn on
geveer 22 cMai9 vooral door de vosten in
beweging wordt gebracht. Eet doel is om
den bal door het vijandelijke doel te krijgen.
Heeft een van de partijen zoo'n feit volbracht,
dan krijgt ze een punt en die party, welke
het mey.te aantal punten behaalt, is de
wlnstor.
Ie Jero party behoort te bestaan uit elf per
sonen, die als volgt or=r het veld verdeeld
claan:
3
9
7
11
De 1, 2, 3, 4 en 5 z'Jn de voorwaa ts (Eng.
forwards). Dezo moeten trachten door vlug-
teil en samenspel de verdediging der tegen-
party te overrompelen en don bal dan door
het corl te schieten.
De 6, 7 en 8 heeten de middenspelera Eng.
half-backs). Dezo moeten de voorwaarts behulp
zaam zyn by het bestormen van het vflande-
ïyke doil, maar te geiykertyd moeten ze de
achterhoedespelers behulpzaam zyn by het
verdedigen van hun eigen coel. Op deze spelers
rust dus een zware taak.
9 en 10 z'ijn de acktirhoedesp.l rs. Dezen
moeten zich hoofdzakelijk bezighouden met
de verdediging en moeten door verre trappen
den bal telkens weer onder de voorwaarts
brengen.
Ten laatste nog 11, de doelverdediger.
Deze moet, zooals zyn naam aanduidt, he':
doel verdedigen. Hy heeft het voorrecht boven
de andere spelers, dat liy zyn handen vrij
mag gebruiken, terwyi het opzettelijk ge
bruiken van de handen voor de andere spelers
verboden is.
Een opmerkzaam toeschouwer zal midden
tuaschen de spelers nog oen persoon zien
staan, die nu on dan een fluitje doet weer
klinken Dezo persoon heet scheidsrechter en
is belast wet de goede regeling van het spel.
Verd.r zal cie opmerkzame toeschouwer ook
nog lang3 iedere lengtelgn een persoon zien
lo.'pen met twee vlaggeJjes in de har d. D.zen
zyn de z. g. grensrechters, die na -oeten
gaan of de bal uit het vdd is en door welke
party hy uit het veld is geraakt. De anderu
party mag den bal nu „ingooien."
Om nog i.ts tot de auidelykbeid van het
spel ty te dragen, zal ik r.og een paar regels
van het spel opnoemen.
lo. De beginschop. Do party, dia het „op
gooien" wint, mag kiezen öf den beginschop
öf htt doel.
Eet spel wordt begonnen met een begin
schop in het middelpunt van het terrein m
de lichting van het vyandelyke doel.
2o. Verwisseling van dool. De partyen ver
wisselen van doel na den rusttyd, die in h.t
midd n van den speeltijd wordt gehouden.
3o. Purtmaken. Een puut is gemaakt,"wan
neer de tal geheel en al door het doel is
g gaan, mits niet geworpen, geslagen of
godragen.
4o. Ingooien van de zjjgrens. Dit moet
geschieden, stilstaande, met de voeten op
de grenslijn, met den bal boven het hoofd en
met bule handen.
5o. Eoekscbop en schop uit het doel. In-
di n de bal achter de doellyn is geschopt
door eon van de spelero van de tegenpartij,
moet de bal van uit het doel geschopt worden.
Is het echter gebeurd door eon van de spelers,
wier dotllyn het is, dan zal een van de spelers
van do tegenpartij den bal uitschoppen van
het naastbyzynde hoekvlak.
6o. Ongeoorloofde handelwijzen.
Bet is verboden
Iemand opzettelijk te schoppen of te doen
vallen
den bal opzettelijk met de handen aan
te raken. (De doelverdediger alleen mag
dit do n).
7o. By overtreding van deze regels wordt
aan t'e tegenparty een vrye schop toegestaan.
Om den belangstellenden de data van de wed-
stry ien bekend te maken, zal gebruik gemaakt
worden van het „Leidsch Dagblad." A.
"Uit Transvaal.
V.
Da hoofdstad ligt tegen een berghelling
aan. Daardoor is het begaan der straten soms
moeiiyk. Ma r des te heerlijker glijdt dan ook
de slede over do gladde, ronde keitjes naar
omlaag. Die sleden hebben het uiterlijk van
koetsen, geplaatst op schenkels, en worden
getrokken door fijn gebouwde bruine ossen.
Af en toe ziet ge oen hand even do gordynen
ter zyde schuiven, om aan een paar donkere,
nieuwsgierige oogen de gelegenheid to geven
te zien wat of wie er' passeert. De huizen
zyn alle wit gepleisterd en schaars van
venstors voorzien, zeker, om de warmte zoo
min mogoiyk gelegenheid te geven met het
licht binnen te komen. Tevergeefs tracht de
voorbijgaande vreemdeling door een haastig
ingeworpen blik te ontdekken aan wie in de
geheimzinnige ruimte die helder lachende
vrouwenstem behoort. De nevels op de
kruinen der bergen hadden zich al meer en
meer verdikt tot regenwolkeneindelyk vielen
de lauwe droppelen omlaag. Onze gids raadde
ons daarom aan den tocht naar de bergkruin
te staken en andere schoonheden te gaan
bezichtigen. "Wy volgden zfjn raad, maar het
bleek naderhand, dat olko gids geen vertrouw
bare is en dat men altyd zyn „p3Soppens" klaar
moet hebben. Ey bracht ons door tal van
straten en prachtige tuinen naar oen groot huis,
waar hy zekör een goede bekende was, want
hy opende de d6ur en nooöigde ons uit hem
te volgen door de lange en kronkelende gan
gen, tot wo in een greote zaal kwamen, waar
eeniga muzikanten op vleten, mandolines,
guitaren, enz. een uitvoering van dansmuziek
gaven. Do meesten enzer maakten geen ge
bruik van de uitnoodiging om te dansen met
de daar aanwezige schoonen, en spoedig be
sloten we onzen gids-4e beduiden, dat wo
liever een ander gedeelte van Madeira zouden
gaan zien, al scheen dat ni6t overeen te komen
met de berekeningen van or.s.n gastheer.
Ons aantal was echter zeker van invloed
op do behandeling, die we ondervonden. De
by de deuren geplaatste wachten van stevige,
doch altesbebalve eerlijk uitziende mannen,
lieten ons ongehinderd vertrekken. Wie weet,
hoevelen van de schoonen uit dat wonderiyke
huis in deemoedige houding absolutie zyn
gaan afsmeeken by hun biechtvader in het
lieve kerkje, dat we voorbijgingen! Zooals
altyd: waar men een kerk bouwt, de duivel
touwt er een tempeltje by. Vlak tegenover
de kerk was een winkel, waar tabak en wyn
verkocht werd. Daar zouden we de Madeira
gaan proeven. Bet bleek, dat men in Neder
land goödkooper terecht kan, doch wy dronken
nu de Madeira op Madeira en ingeschonken
door een echt Madeïriaan, die misschien wel
familie was van den man uit het wonder
volle huis.
Het werd zoowat tyd om naar boord terug
te keeren; wy spoedden ons naar de haven.
Tot myn schrik zio ik, dat myn bootnummer
alweer op hot strand getrokken is. Al myn
tochtgenooten vonden eon plaats in de voor
hen gereed liggende booten; ik blyf op den
hoogen wal staan. Het aantal booten, dat
nog af zal varen, wordt kleiner en kleiner.
Myn vrouw aan boord van het stoomschip,
ik op Madeira; zoo aanstonds gaat myn weder
helft naar Zuid-Afrika en iklaat me ijlings
langs een van den hoogen wal afhangenden
kettiDg in een boot glyden, die juist weer
koers Daar den etoomer zet. Ik had het ge
luk net het dozyn in het vaartuigje vol te
maken, al was er maar plaats voor zes. Twee
waren kennelyk op Madeira geweest, en rede
neerden zóó heftig, dat hunne gosticulatiën
veel van een vechtparty kregen. Ik zocht dan
ook een plaats by den achtersteven, waar een
uitstekend hout me te pas kon komen in geval
de boot mocht omslaan.
Gelukkig, wo kwamen zonder ongelukken
by het schip. Na een wonderiyke klimparty
over de lossende kolenschepen, die naast
onzen etoomer lagen, en langs de valreep,
kwam ik behouden aan boord. Uit een mand,
die ik ondanks alle wederwaardigheden nog
behouden had, kon ik myn vrouw eenige
vruchten van het eiland aanbieden. Binnen
weinig tyds waron nu allen, die niet op het
scbip behoorden, er van verwijderd, meestal
op niet al te vriendeiyke manier. Het anker
werd gewonden en de reis voortgezet. Het
weer bleef van toen af vry kalm. Nog lang
spraken we over het gesmaakte genot. Na
de vermoeienis van den dag rustten we heer-
ïyk. En nu brak er voor ons een tyd van
verveling en eentonigheid aan. Hst werd een
waar gevangenisleven, dat alleen draagiyk
was, omdat vre het ons vry willig opgelegd
hadden. Regelmatig volgden ontbyt, luncb,
Damiddag thee, dinner, supper elkaar op. Den
tyd, die overig was, brachten we lezende,
spelende of zingende door. Een paar vliegende
visschen mochten onze aandacht af en toe
eens trekken, of een voorbyvarend scbip ons
tooneD, dat we niet alleen op de wereld
waren, maar overigens was er geen afwis
seling. Alleen hot passeeren van Toneriffe
gaf ons nog eens gelegonheid do groot3chheid
der natuur te bewonderen. De warmte nam
steeds toe en was by het passeeren van de
linie bijna ondraaglijk. Meer zuidelijk daalde
de temperatuur weer allengs, doch het bleef
warmer dan wo mochten veronderstellen, dat
ze het in Holland hadden.
Met belangstelling volgden we de opgaven
van den afgelegden weg en de plaats, waar
we ons bevonden. Eiken dag werd dit op
twee plaatsen aangeplakt. Tegen den 20sten
dag kwam de kust in het gezicht. Zaterdags
avonds werden de ankers in de Tafelbaai
uitgeworpen, 's Middags was de havenpolitie
aan boord goweest en ook een ambtenaar van
het Nederlandsche consulaat, die de Hollan
ders waarschuwde met geen ander het scbip
to verlaten dan met hem, daor hy hun noo-
dige of gewenschte inlichliogen zou verschaf
fen. Die vriendelijkheid van den consul wekte
de afgunst van de Engelschen op. „Dat is
natuurlijk weer iets voor die Hollanders!"
hoorden we roepen. Het gaf ons weer nieu
wen moed, steun te vinden, waar we meenden
juist alleen te zullen staan. Eenigen waren
nieuwsgierig naar wal gegaan, om eens te
zien hoe Kaapstad er uitzag. "Wy genoten
een verrukkelijk gezicht op de stad aan den
voet van den trotschen Tafelberg. Ook de
kalme zee, bedekt met de velo voor anker
liggende schepen, leverde een heerlijk schouw
spel. Tögen den avond zag men in de baven
en in de stad elk oogenblik meer lichten
ver8cbyneD, totdat ze ontelbaar waren. Van
uit de verte hoorden wa de locomotief gillen
en den trein ratelen. Daar was weer al de
bedrijvigheid van een goed bovolkte stad. Wy
genoten van den rustigen avond. Eerst laat
in den nacht zochten we onze hutten op.
Gemengd Nieuws.
Door het eten van een vry groot»
hoeveelheid biltere amandelen overleed
het Binnengasthuis te Amsterdam een jong-
mensch, die daar eenige uren to voren ter
verpleging was opgenomen. Het bleek, dat
de vader van den jongen in zyn pakhuis
een hoeveelheid amandelen had gevonden
in oenige oude zakken, die daar reeds ge-
ruimen tyd gelegen hadden. Hy met zyn beide
zoons hadden daarvan gegeten, waarna alle
drie zich onwel hadden gevoeld.
De boterhandelaar Cornelis Van
der Spek, te Rotterdam, tegen wien de vorigo
week door den officier van justitie by de
rechtbank te Haarlem was gerequireerd f 200
boete, subs. 40 dagen, en plaatsing van het
vonnis in de „Nieuwe Rotterdamsche Courant",
de „Opr. Haarlemsche Courant" en „De
Telegraaf," wegens het teveren van margarine
in plaats van natuurboter, werd veroordeeld
conform den eisch van het O. M.
In het „P. v. J.schryft iemand:
„In procedures, aanhangig voor het ge
rechtshof te Amsterdam, is thans geen pleit
dag meer te bekomc-n vóórhalf October
1898, zegge een tijdsverloop van ruim tien
maanden. Het hof (civiele kamer) zit slechts
twee dagen per week en wenscht zelfs tus-
schen half Juni en 1 Juli niet te laten pleiten,
vermoedelijk, omdat anders in do vacantie-
maanden arrest moet worden gewezen 1
„Wie zal de doortastende man zyn, die
aan dergeiyke toestanden, liefst zoo spoedig
mogelijk, een einde maakt?"
Do verloting verbonden aan de
Nationale Tentoonstelling van Nyverheid en
Kunst, io den afgeloopen zomer te Dordrecht
gehouden, zal plaats hebben op 20 Decem
ber a. s.
In verband met dit uitstel zal het „Gedach
tenis-Album", dat door de pers zoo gunstig
beoordeeld werd, van nu af aan, zoolang de
voorraad strekt, allen verkoopers en depothou
ders van loten in voo raad worden gegeven,
om by elk lot een exemplaar cadeau te gevon.
Te Brussel is een dienstmeisje
krankzinnig geworden uit angst, omdat zy in
de courant had gelezen, dat de wereld in 1899
zou vergaan.
By oen twist tusschen twee jonge
mannen te Parys gaf de een den ander, zekeren
Jean Lavessière, zulk een vuistslag in 't gelaat
dit hy dood neerviel.
li»
Dio sticom, welke c'oor de groene relden
rolde, was dan oor haar de Loire "Weldra
veranderde het zacut gtkUter, dat zy meende
te booroo, in lang geklaagDan liet zy
bet hoofd in haar handen zinken en huiverde
-zy. Maar eenaklapB sloegen zich twee lieve
iarmpj.s om haar hals met teederen druk,
on kinderlyke kussen bedekten haar bleek
'.voorhoofd.
„Hama," sprak san melodieus stemmetje,
^waarom weent u?"
„H.t is niets, myn kind, ik had verdriet,
«aar nu niet meer, nu ge my gekust hebt."
„Ach, lieve mama, indien ik u daarmede
kart troosten, laat my u dan nog eens kussen
Het lieve kind groeide op en werd met
don dag krachtiger en aardrger; zy groeide
geiyk do bloemen, welke zy beminde, te
midden der bouwvallen en in de schaduw
dor bosschen.
De schoone streek vervulde haar met
Undtlijken en poitischen geur, het kind had de
ton en do opwekkende berglucht noodrg. By
aet eerste morgenkrieken kon men haar zien,
wandelend op de voetpaden van het woud,
'«dauwde bloemen plukkend, luisterend naar
den morgenzang der vogelen, nu eens in
e-relscrrap viz Rupert, den houtvester, dia
baar bemiade alsof zy zyn dochter was, dan
weder met ce oude Suzanne of met haar
klei idychter.
Welk een vreugde ook voor Blanche, een
hoeveelheid gras mede te brengen en het de
geit te voeren, met het beest over de bergen
te loopen, spottend met gevaren en vrees,
dikwyis met grooten angst van de arme oude 1
Mevrouw De Saint Furay, wier gezondheid
immer wankelend wae, vergezelde haar dochter
weinig op die lange wandelingen, maar zy
was ten opzichte van haar kind niet in het
minste ongerust; zy wist, dat in de streek
de naam van haar beschermster het voorwerp
van achting en genegenheid de veiligste
waarborg wa9. En daarby, Rupert had baar
beloofd over Blanche te zullen waken.
Ongeveer op een halve myl afstands van
het dorp stond een eenvoudig huis, verborgen
onder de schaduw der boomen, aan den voet
van een rots, welke ook met groote ruïnes
gekroond was. Maar daar was één toren
overeind blyven staan, om te getuigen van
den luist9r der oude bezitting; hot overige
was slechts een vormlooze massa.
Evenals het kasteel van Ritheim was ook
het nederige huis in het dal zeer goed bekend
by de hulpbehoevenden; het werd bewoond
door twee oude, ongehuwde dames, de eenige
overlevenden van het edele ge-dacht, dat
eertyds in dat oude kasteel geregeerd had.
De machtige familie Von Ahricg, eens zoo
dikwyis in oorlog met de graven Von Rit-
heim, was nu geslonken tot die twee dames,
die in godsvruchten weldadigheid wedyverden
met baar etlo'.e buurvrouw. Son-.tyds ont
moette Blanche de beide zusters in het bosch,
dat Ahring van R.theim scheidt; zj) waren
dan gekleed in rouwgewaad met den uitersten
eenvoud, op weg om do armen te bezoeken
of de zieken te verplegon; een welwillende
glimlach temperde hetgeen haar gelaat strengs
kon hebben. De goedheid, welke op hun gelaat
geteekend lag, had weldra het kind aan
getrokken, dat zy gaarne aanspraken en
liefkoosden, wanneer zy het op haar weg
o.-.tmoctten.
Blanche had op heur verzoek van Clotilda
toestemming verkregen, om tusschenbeide de
eenzaamheid der oude dames eonigszins te
komen opvrooiykeD, en Blanche logde dat
bezoek altyd met vreugde af.
Een vreemd gezelschap voor zulk een jong
kind, die gryze dames, reeds ten gravo.nygendt
Toch was niets liever dan de genegenheid
van d.e- kleine voor haar oude vriendionon.
Zy zou dio vreedzame bezoeken niet hebben
willen ruilen voor den aangenaamsten omgang
met kinderen van tiaar leeftyd, en een nieuwe
jeugd scheen te dilngen in hen, die door de
kleine bemind werden.
En dan, zun zy niet immer jong, die, in
onschuld en eenvoud lovend, dagelijks met de
natuur en haar Schepper vtrkceren? Bewa
ren zy niet de friscbheid van geest en de
edelmoedige neigingen huns harten, zy, die
nog niat verwoest zyn door do ondeugd en
hun evenmensch niet beboeren te vreezen of
ts haten?
Blanche hield dus van de oude grootmoe
der, van haar vertelseltjes en sprookjes; zy
hield van Lena, die haar altyd zoo hartclyk
ontving, en vooral van Rupert, dio haar mode-
nam naar het bosch, jonge vogels voor baar
dresseerde en altyd weder nieuwe, bekoor-
iyko plekjes ontdekte, welke het kind met
vreugderoepen begroette.
Rupert haalde de schouders op voor de
verhalen van Suzanne, welke, zooals hy zeide,
oude-vrouwen-praatjes waren, maar hy kon
geschiedenissen verhalen, die echt gebeurd
waren.
Hy verwonderde er zich over, dat men aan
waternimfen kon gelooven; hy, die zoo dik
wyis viechte op ieder uur van den dag en
van den nacht, by, die zoo dikwyis op den
Ryn gevaren had, had er nog nooit een
gezien. Maar hy had zeer goed gehoord,
en Lena kon het bevestigen dat een
oud uurwerk, hetwelk geheel gebroken was
en sinds lange jaren onbeweeglyk in een hoek
had gelegen, eensklaps midden in den nacht,
zonder dat iemand het aanraakte, begon te
slaan.
Dat uur was het laatste goweest van gravin
Yon Ritbeim, schoonmoeder van do tegen
woordige gravin.
Dan had by nog, en wel zeer dikwyis, ge
zien, dat te middernacht twee zwarte ge
daanten ronddwaalden op het kerkhof van
Ritheim, rondom de kerk
By de dames Yon Ahring vond Blanche
andere, verhevener vermaken. Die edele dames
hadden in haar jeugd zeer veel gereisd; de
studie was haar grootste genoegen goweest
en in haar bescheiden woDing hadden zy
Bchatten verzameld, waarmede bet baar be
haagde, het jenge begrip van bot kind, dat
door hot toeval of liever door de Voorzionig-
heid tot haar geleid was, om heur ouderdom
ts vervrooiyken, te verryken. Eenige der tal-
ryke boekeD, welke het genoegen vormdon
der oude dames, werden Blanche ter hand
gesteld, en weldra schepte zy niet minder
behagen in die boeken.
Maar toch hield zy meer van de pbantastische
verhalon van Suzanno en Rupert dan van de
geschiedenislessen en dergelyken. De poözie
veiplaalste haar jeugdige verbeeldmg in een
betooverond land en dikwyis trachtten de
dames Yon Abring haar terug te brengen
tot het werkelyko leven, maar bet gelukte
haar niet.
Sigismund en Tecla vergezelden Blanche
dikwyis op haat lange wandeltochten. Ook
zy hielden van Rupert en schepten er ver-
maak in, met hem de schilderachtige plekjea
van bet bosch te bezoekenmaar terwyi
Blanche stoutmoedig de gevaarlyko rotspunten
beklom, zette Tecla zich liever neder in de
schaduw van het bosch of by een beekje en
Bchouwde dan naar haar gezellin zonder lust
te gevoelen haar voorbeeld te volgen. Wan
neer Suzanne den jongen meisjes phantaalische
verhalen deed, beefde en verbleekte Tecla,
terwyi Blanche ber-.id scheen de heldin van
die twyfelachtige verhalen te worden. Toch
had Blancho een geveelig hart, maar ai)
gevoelde niet dien kinderlyken angst.
f Wordt vervolgd.)