Oy donderdag, 's voorraiddags te if elf, /.ai ter* apenbar» .Raadsvergadering .•laats hebben. "Woensdag 12 Januari 1898, 's voormid dags te elf uren, zal ten Raadhuizo zitting worden gehouden voor de inschrijving van militis-plichtigen van de ingezeten jongelingen, geboren in 1879. Valkenburg: Hoe lang onze burgerlijke gemeente als zoodanig bestaat, is niet zoo gemakkelijk uit te maken, maar allerwaar schijnlijkst is het, dat ze zich tot op heden nooit heeft mogen verheugen in het bezit van een tigen Raadhuis. Reuwen lang reeds had ze daartoe in huur een localiteit in de herberg „Het AVapenvan Valkenburg." Dat lokaal diende zoowol voor secretarie als voor Raadzaal. Was er eenige corporati», welke eene vergadering wonscbte te beleggen, gewoonlijk werd dan ook van diezelfde gelegenheid gebruik gemaakt. Voorts beschikte men er ovir weinig ruimte, het arcbief was slecht bezorgd, in menig opzicht voldeed een en ander niet aan de meest be scheiden eischen. Door sterfgeval kwam men in don loop van dit jaar voor hst feit, dat de herberg, dus ook de Raadzaal, in andere handen zou over gaan, en nu nam de Raad het kloek besluit, om bet geheel te koopen, om zoo meester te zijn over het deel, waar bet gemeentebestuur zoo lang had gezeteld. En zoo geschiedde het. Plannen van ver bouwing werden opgemaakt, doch voldeden niet, waarom men besloot, het bestaande lokaal aan de herberg toe te voegen en een nieuw gebouw te stichten, dat onder leiding van den heer H. J. Jesse, architect te Leiden, na open bare inschrijving werd gebouwd door den heer A. Oosterlee alhier. Tegen November was ons Raadhuis klaar, dat door ieder wordt bewon derd als eon schoon geheel, dat architect en aannemer alle eer aandoet, en waarop wij met recht prat mogtn zijn als een sieraad voor ons dorp. Donderdag avond werd er de eerste raads vergadering gehouden. In zjjn openingswoord weoscfcte do burgemeester, de heer W. H. Van Oordt, de gemeente geluk met hare Dieuwe bezitting, constateerde met genoegen, dat alle besluiten aangaande koop en bouw met alge meens stemmen waren genomen, en sprak den wensch uit, dat in de fraaie raadzaal menig besluit zal worden genomen tot heil van de plaats onzer inwoning. De [wethouder Bol en do overige leden dankten op hunDo beurt den voorzitter voor zün krachtigo medewerking, waarop de ver- gaderiog gesloten werd, nadat enkele min belangrijke zaken waron behandeld en afge daan. Aan uiteengaan werd toen evenwel nog niet gedacht. De burgemeester toch had ge meend het belangrijk feit van den dag waardig te moeten vieren en boo J daarom don raadsleden en enkelen genoodigcfen een keurig souper aan. Zoo bleef men nog geruimen tijd zeer gezellig bijeen eu werd menig woord gesproken om uitdrukking te geven aan veler wenscben voor den groei on den bloei onzer kleine gemeente. Wassenaar: Door don burgemeester dezer gemeente zijn vanwege de „Vereeniging tot bescherming van Dieren" prijzen in geld toegekend voor de goede behandeling hunner trekhonden aan de volgende personen: J. W. Van den Berg, lste prijs f 8, W. Noordoven en Hilgeman, ieder een 2de prijs f 5. WaddiDgsveen: Da Nieuwjaarscollecte in de afgeloopen week heeft opgebracht do som van f 206.965. In de Vrijdag gehouden vergadering van het Leesgezelschap is tot voorzitter benoemd do heer J. C. v. d. Torren Kz. en tot bestuurs lid de heer A. v. Rooyen. Voorts werdon tot een commissio van reglementsherziening benoemd de heeren mr. I. Molenaar, dr. C. W. Corts en C. C. Rogt. Deze week heeft de damosvereeniging „Tatitha" hare jaarlyksche uitdeelirg van kleeding8tukken aan behoeftige ingezetenen gehouden. Woubrugge: De Vereeniging „Arbeid adelt" te Roelof-Arendsveen is thans weder begonnen met werkverschaffing aan diegenen, die daaraan het meest behoefte hebben, nu vooral voor de losse arbeiders aldaar de tuinderij werkzaamheden op veld en akker gedaan raken. Voorloopig bestaan do werk zaamheden nifc het verwerken en vervoeren van ovei. .e specie of veenaarJe uit den Veender l'o.utr, onder deze gemeente, met toestemming van het Hoogheemraadschap van Rijnland en het Polderbestuur. De Rederijkorskamer „Ons Genoegen" gaf Donderdagavond haar 2de opeübare uitvoering. Dndanks het niet gunstige najaarsweder was ie zaal vrij gosd bezocht, Opgevoerd werden /Verloren, maar teruggevonden", blijspel in bedrijven, en het „Spreekuur van den Dok- er", kluchtspel in 1 bedrijf. Het laatste is vroeger eens door de Rede- tjkerakamer „Anna Van der Aar de Sterke" opgevoerd. Beide stukken worden heel goed ifgoepeeld, de beperkte krachton derdilettan- pn in aanmerking genomen. De uitvoering f bl(jk, dat de loden vlijtig |gestudeerd bad- n en dat beide stukjes bij het publiek in ien smaak vielen, was blijkbaar uit het pplaus, dat den dilettanten ten deel viel. Het amenzijn werd afgewisseld door eeDige num bers op de pianino en een dansje. De lste zitting van den Militieraad wordt oor belanghebbende lotolingen van de lichting £98 dezer gemeente gehouden te Leiden, hei Invalidenhuis, op Woansdag 15 oeember a. s., 's voormiddags 10'/4 uur. vït» (Jit de „Staatscourant", Bij lconiuklijk besluit is Henri Marius Elïsa Van den Brandeler, te Modjokerto, in Ned.-Jndië, met al zijn wettige, zoo mannelijke als vrouwelijke, afstammelingen in den Nederlandschen adel ver heven, inet de praedicaten van jonkheer en jonk vrouw. Benoemd tot notaris te Apeldoorn R. A. Van de Poll, thans notaris te Vaassen, en W. Visscher Gorter, caudidaat-notaiis te Apeldoorn. Benoemd bij bet wapen der infanterie: tot eersten luitenant, de tweedo luitenants M. L. Do Boer, K. W. De Bock, J. G. Lutz en G. J. D. Bauduin, allen van hot wapen, gedetacheerd bij het leger in Ned.-Indië; bij den staf van het wapen, tot luit.-kolonel de majoor W. J. Van der Hoeven, van dien staf, toegevoegd aan den inspecteur van het wapen bij bun tegenwoordig corps, tot eereten luit,, de tweede luitenants A. H. L. Stam, van het 8de, S. J. B. Maier eD U. H. Wyckhuyse, beiden van het 6do reg., zoomede F. G. Riesz, van hot instructie- bataljon. Bij het wapen der cavalerie, bij het 2de reg. huzaren, tot eorsten luitenant, de tweede luitenant P. H. A. Loopuyt, van het corps. bij hot 3do reg. huzaren, tot ritmeester, de eerste laitenant W. J. Tilanns, van bet corps. Bij het wapen der artilcrio: bij do lsto reg. vesting artillerie, tot lsten luitenant, do tweede luitenant W. De Waal, adjudant bij het corps; bij het 4de reg vesting-artillerie, tot kapitein, de eèrste-luitenaiit K. C. Ketner, van het 2do regiment vestingartillerie. Overgeplnats in zijnj rang, bij het wapen dor infanterie van het leger in Nederlandsch-lndië, de tweede-luitenant L. A. Bedot, van hot 3de regiment infanterie, en in rang en onderdoni van rang, bij het wapen der infantorie H. H. Hubenet, van het leger in Ned.-Indië, thans met verlof hier tc lande. Aan den eersten luitenant J. H. F. graaf Du Monceau, van den groeten staf, ordonnans-officier van H. M. de Koningin, vergunning verleend tot het aannemen en dragen van het ordeteeken der 4de klasse van den Witten Olifant van Siam, hem door Z. M. den Kouing van Siam geschonken. Aan de vrouwelijko klerk ter directie van de Rijkspostspaarbank te Amsterdam, J. A. Geill, op haar verzoek, als zoodanig eervol ontslagvcrleend. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Rij6en c. a., II. J. Hamer, ont vanger derzelfde "middelen te Tiol (buitenge meenten). Pensioen verleend aan J. M. Brouwers, ten be drage van f 342 'sjaars; A. M. Postmus, weduwe van den gewezen assistent ten postkantore te Harlingen, J. Lefèbre. 117 'sjaars. Aan mr, C. L. M- E. J. F. baron Speijart van den Woerden, op zijn daartoe gedaau verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van regenton over het huis van bewaring te Roer mond, onder dankbetuiging voor de in die betrek king bewozen diensten, en benoemd tot lid van voormeld college van rogenten mr. A. M. Plcyte, officier van justitie bjj de arr.-rechtbank aldaar. Aan jhr. mr. D. G. Van Teylingen, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van regenten over de gevange nissen te 's-Gravenhago, onder dankbetuiging voor do in die betrekking bewezen diensten, en benoemd tot lid van voormeld college van regenten mr. A. Van Lner, raadsheer in het gerechtshof aldaar. Aan den majoor A. J. Go vers Leuven van het 3de reg. infanterie, hoofdofficier van het reser vekader, vergunning verleend tot het aannemen en het dragen der ordetoekenen van officier voor het Legioen van Eer, hem door den president der Fransche Republiek geschonken. Bij Koninklijk besluit zijn jhr. Carel Pieter Johannes Van La wiek, te Teteriugen, jhr. Herman Jacob Van Lawick, te Priuscnhage, jhr. mr. Adolf Charles Marie Van Lawick, to Breda, jhr. mr. Victor Van Lawick, to Brussel, en jhr. Prosper Henri Julius Van Lawick, te Balang-Bendo, afdee- ling Sidhoardjo, residentie Soerabaia, eiland Java met al hunne wettige, zoo mannelijke als vrou welijke, afstammelingen erkend aJs gerechtigd tot het voeren van de vanouds in hun geslacht gevoerde titels van baron en barones. Min. b e s c h i k k i n g e n. Aan J. Roosjen, te Utrecht, op zijn verzoek, met ingang van 1 januari 1898, eervol ontslag verleend als tijdelijk amanuensis aan 's Rijks Veeartsenijschool aldaar. Aan dr. G. C. Nrjhoff, te Amsterdam, op zijn verzoek, met ingang van 1 Januari 1898, eervol ontslag vorleend als lecraar in do verloskunde aan 's Rijks kweekschool voor vroedvrouwen aldaar. T W E E R E HA DB ER. Hoofdstuk Binnonlandache Zaken. Bij de afdeeling Hooger Onderwijs betoogt de heer De Savornin Lokman, in het belang van de zelfstandige ontwikkeling, de nood zakelijkheid van het maken van de drie Rijks universiteiten tot zelfstandige stichtingen, ge doteerd door het Rijk met een vaste som, tot ongeveer hetzelfde bedrag al3 tegenwoordig, en met een curatorium onder beheer van de provinciale besturen. Hy betreurt het voorts, dat door de liberalen zoo weinig is gedaan voor Let bijzonder hooger onderwijs, en hy critisoert de antwoorden van den minister, o. a. ten aanzien van do klachten, dat by de eind-examens der gymnaBia do leerlingen vooraf bekend zyn met de vragen, die hun zullen worden voorgelegd. De heer Eoerls dringt er op aan, dat in de Staatscommissie voor het examen van „extra neï" voor 't vervolg voor de helft leeraren van het bijzonder onderwijs zitting krygen, om zoodoende 't bezwaar weg te nomen, dat vele candidaten voor geheel vreemde exami natoren komen te staan. Hy wenscht ook verandering in het leerplan der gymnasia ten aanzien van het onderricht in do Grieksche taal. De heer Vermeulen klaagt ook over de tegenwoordige samenstelling van de examen commissie, welke in het nadeel i3 van de leer lingen der byzondere gymnasia. Hy wenscht deze leerlingen in het vervolg door leeraren van byzondere gymnasia te doen examineeren, onder toezicht der gecommitteerden, om op deze wyze gelijkheid voor alle candidaten te verkrijgen. Hy juicht toe het plan van den minister, om het Grieksch als verplicht leervak aan de gymnasia te doen vervallen. Ook het Latyn zal z. i. moeten beperkt worden. De heer Kuyper sluit zich aan by de klach ten over de gymnasiale examens. Verkeerd is het, dat de wet het geheele examen legt in handen van leeraren en de toelating in handen van gecommitteerden. Hy bestreed het schrappen van het Grieksch. Verder be toogde hy de noodzakelykheid, dat de Over heid in den stryd tusschen Openbaring en Rede zich abstineere en niet haar gezag in de schaal legge om anderen te verdrukken. De Voorzitter verzocht den spreker zich tot de begrooting te beperken. De heer Kuyper vraagt dezelfde vrijheid voor zich als aan de sociaal-democraten is toegekend. De VoorzUler miskent die vrijheid niet, maar vraagt te komen tot do toepassing dor be ginselen op het gebied vanj het hooger onderwijs. De heer Kuyper: De toepassing kan niet juist zyn, als de praemisse niet zuiver is uiteengezet. De Voorzitter verzoekt hem alleen zich te herinneren, dat wy hooger onderwij? behan delen. De heer Kuyper verzekert dat hem dit geen oogonblik uit de gedachten Is. Hy treedt nu in uitvoerige beschouwingen, om te betoogen, dat aan de academie de heeren der overzyde (de liberalen) het hoogste woord hebben on meenen de wetenschap in pacht te hebben, zelfs zóó, dat men sprekers partij minacht als onkundigen, als ongeletterden. Toen spr. student was, werd hom door een hoogleeraar toegevoegd: „Jy bent de domste jongen aan de academie die op twee beenen loopt!" Het heeft spr. geprikkeld tot studie, maar by constateert den smaad, dien men zijne party toevoegt. Niet alleen neemt de over zyde alles van or 8 weg, het geld en de hoog leeraren, en ten slotte weigert men ons: eigen oordeel over het bigen byzonder hooger onderwys. Spr. ontwikkelt de eischen van zyn richting: verhooging van het minerval aan de openbaro gymnasia, toekenning van f 100 ongeveer voor iedoien geslaagden leerling van byzonder hooger onderwys en billyke behandeling by examens, Want thans wordt de leerling van het byzonder onderwys vrywel als do arme Lazarus behandeld. By zulke gematigde eischen past geen afwijzing, wil de overzyde don vroegeren afgekeurden geesto lykon dwang bestendigen. Komt do sociale rechtvaardigheid alleen te pas by materiëele eischen, dan ook waar het geldt de hoogste geestelijke belangeD. De heer Rocssingh vraagt vermeerdering van gelegenheid om beurzen te verwerven. De heer Smidt wenscht opneming van beide categorieën leeraren van gymnasia in het pensioenfonds. De Minister van binnenlandsche zaken ver heugde zich, dat men niet verwachtte dat by als Minister vQn beginsel veranderd was. Zal hy 'nu tegenover andere leden dat standpunt verdedigen? Konden zy verwachten, dat hy na hen geboerd te hebben tot andere over tuiging zou zijn gekomen? Maar als do heer Kuyper de zaken voor stelt alsof de Minister universiteiten en hoog- leerareu neemt en de rechterzyde laat tegen spartelen, dan moet hy ten sterkste daartegen protesteren. Hy ontkent, dat aan de academiën mannen van ééne richting werden benoemd. Prof. "W oil jar zou, ware hy niet boogleeraar aan de Vrye ÜDiversit9it, ongetwyfeld aan een Rijksuniversiteit worden benoemd. De Minister zal getlurendo zyn bewind streven alle eanzydigheid te vermijden. Wy zoudon al onze beginselen verloochenen en weinig gevoelen voor ware ontwikkeling der wetenschap, al3 wy er naar streefden mannen van éóne richting te benoemen. Zou de heer Kuyper zelf niet door allen als professor gi- wenscht worden, al werd by in zyn jongens tijd wel eens dom genoemd Zoudt ge meenen, dat de natie maar in twee helften is verdeeld? Bestond er niot stryd tusschen de beginse len zelfs der vrye universiteiten onderling? Maar daarby, de wet van 1889 is aangeno men nadat do rechtorzydo verzekerd heeft, dat men geen subsidie zou vragen voor het byzonder, middelbaar en hooger onderwys. Ten aanzien van de wenschen van dr. Kuyper verwyst do minister naar de toegezegde wets wijziging, er byvoegende, dat ook by voor ziening in de bestaande onbilly'kheid voor do leerlingen van het byzonder hooger onderwys by gymnasiale examens noodig acht. Hy helt over tot het geven van bevo gdheid tot proportioneele verhooging van het minerval. Subsidiëering van leerlingen van het byzonder onderwys kan hy echter niet toezeggen. Maatregelen zullen genomen worden om te voorkomen, dat het examenwerk vooraf be kend is. De zaak-Roessingh zal hy overwegen. Do quaestie der opneming van leeraren van gemeentelijke gymnasia in bet pensioenfonds wordt onderzocht. De minister verwacht, dat de uitslag gunstig zal zyn. De heer Kuyper wil wel gelooven, dat de minister prof. Woltjer zou willen benoemen. Ook het ooilam zou dus weggenomen moeten worden. Maar al3 een vacature kwam in het staatsrecht, zou de minister dan een anti rev. professor benoemen? De Minister: Als hij de bekwaamste voor- gedragene was, zou ik hem zeker niet pas- 8oeren. De heer Kuyper: Juist, daar komt weer de zaak, wy zyn altoos de domstenl By art. 80 (personeel te Leiden) uit de heer Eeldt zyn dank voor de poging, om het levens lot der verpleegsters in het ziekenhuis te Leiden te verbeteren. Hij hoopt, dat die maatregel doeltreffend blijken en elders in particuliere en gemeenteiyke inrichtingen na volging vinden zal, want de toestand is er verre van „couleur de rose". De heer Drucker dringt aan op een leer stoel voor de psychiatrie by een onzer uni versiteiten; voor de wetenschap en voor de maatschappy ie dit noodzakelyk. De wet schryft het voor en nu kan te Leiden op zeer eenvoudige wyze worden voorzien in deze regeling; er zyn onderhandelingen voor ge opend en nu dringt spr. er op aan, dat, zoo- dra een oplossing is verkregen, de minister een voorstel zal doen om de regeling nog dit jaar tot stand te brengen. De Minister zal den wenk ter harte nemen. Artt. 80—83 worden goedgekeurd. Zitting van heden. Per Telegraaf.) Staatabegroot ing van Binnenl.Zaken. By hot hoofdstuk Hooger Onderwys lichtte de heer Kuyper toe het amendement van hem en 4 leden tot weigering der aanvrage voor een 2den boogleeraar in de geschiedenis aan de universiteit te Utrecht op grond dat het aantal profossoron Diet moet vermeerderd worden en de hoogleeraren ia Latyn en Grieksch voor oude geschiedenis aan te wijzen. De Minister Borgesius achtte voldoend onderwijs in de geschiedenis aan de Univer siteit te Utrecht door 1 hoogleeraar onmo- gelyk en betoogde dat het amondement be lichaamt des heeren Kuypers stelsel om, met inrichting eener volledige faculteit aan ééne, de overige academiën tot zuivere vakscholen te vervormen. De oude geschie denis kan niet wordon opgedragen aan de hoogleeraren in de oude talen. De Minister, overigens in de behoeften van het ooderwy3 zuinigheid betrachtende, verzotte zich echter tegen dit amendement tot slooping van het hooger-onderwijs-gebouw. De heer Kerdijk, drie rijks- on één ge meentelijke universiteiten voor ons land te veel achtend, vooral uit financiöel oogpunt, wenscht in afwachting van eon reorganisatie in den zin van inkrimping, geen nieuwe gelden toe te staan en heeft overwegende bedenking tegen den post. Namens de rapporteurs adviseerde de heer Vermeulen tot aanneming van het amen dement. De heer Van Kamébeek verdedigde de nood zakelykheid van een tweeden hoogleeraar in belang van ons nationaal onderwys. De Minister betreurde des heeren Kerdyks houding, maar staat in zake zyn wenschen ter zake van het hooger onderwys geheel tegen over zijn politieken geestverwant. Ook de heer Drucker was voor het amen dement, maar wil daardoor Diet geacht wor den te tornen aan het hooger onderwys, waarvoor ook hy 4 universiteiten finantiëel en intellectueel te groot acht. Hy gaf in bedenking den post voorloopig terug te nemen. Door handhaving van de post werd over het amendoment gestemd, dat aangenomen werd met 50 tegen 34 stemmen. By de behandeling van het middelbaar onderwys herhaalde de minister de belofte spoedig een voorstel in te dienen tot be noeming van een inspecteur voor het ambachts- onderwys en regeling van leeraartraktementen. Spoedige voorziening in de behoeften van de Polytechnische School werd door den minister toegezegd. „Sompre Crescendo." Gisteravond had in de Stadszaal het eerste invitatie-concert van „Sempre Crescendo" plaats. H^t is wellicht boud zoo maar te spreken van een eerste invitatie-concert, alsof het zeker ware, dat er nog een tweede vol gen zal. Verleden jaar toch is „Sempre" hier slechts tweemaal opgetreden en heeft het zyn derde concert ia Den Haag gogeven, maar wy ver trouwen, dat het bestuur na de toen opgedane ervaring de oude traditie wel weder in eere zal herstellen. Moge het Haagsche publiek onver schillig zyn voor een „Sempra"-concert, het Leidsche zal men zeker niet van ondankbaar heid kunnen beschuldigen, od, al was het gisteravond niet zoo overvol, als wy het wel eens by gelegenheid van een invitatie-concert hebben gezien, toch bood de zaal weder denzelfden vroolyken blik aan, die juist voor „Sempre" zoo karakteristiek is. H-it orkest had weder do gewone samen stelling: leden van „S.-C." en eenige musici voor de strykinstrumenten en de blazers van het Utrocbtsche orkest Wat echter in lang niet is voorgekomen, is, dat de pauken niet door een dilettant zyn geslagen. Is er niemand onder de pianospelende studenten, die lust heeft het paukenspel eens ernstig te gaan beoefenen, d. w. z. niet zoo maar eens wat irommelen op een pauke, maar zich de moeite geven de fijne techniek meester te worden en vooral ook zelf te leeren stemmen, zonder dat Bleeksteyn er aan te pas moet komen? Zou er misschien by één der jongeren, die wy by het slagwerk zagen dienst doen, ook een heriditaire aanleg voor het pauken spel bestaan? Het is werkoiyk een zeer dankbaar instrument. De paukonist is de rechterban! van den dirigent; hy draagt de verantwoordelykheid voor den rhytmus in het orkest. Bovondien staat hy hoog, kan over alle spelers heenzien en heeft doorgaans genoeg maten rust om de dames in de zaal eens te kunnen opnemen. Wat wil men nog meer? Ook by de andere instrumenten misten wy een aantal bekende gezichten en, wanneer de bezetting desniettemin even sterk is gebleven (behalve by de alten, die nogal waren opge- dund), dan moeten wy daaruit de gevolg trekking maken, dat „S.-C." ditmaal onder hot eerste jaar een goeden oogst heeft gehad, iets, waarmede wy het ons zoo sympathieke gezelschap van harte gelukwenschen. In het Utrecht8ch contingent troffen wy een nieuwen lsten fluitist en dito hoboïst aan. Vooral de eerste schynt ons een goede aan winst, en zeer verdiend waren dan ook de toejuichingen, die hem ten deel vielen na zyn solo in hot Menuet uit Bizet's tweede suite „l'Arlésienne". Mooi hebben wy de suite niet kunnen vinden en o. i. staat zy verre achter by de eerste suite, die „S C." bier reeds tweemaal met groot succes ten gehoore heeft gebracht De Pastorale en het Mennet vonden wy nog de beste gedeelten: die passage in het Menuet, waar de fagot den solofiuitlst beant woordt, vonden wy zeer mooi. Minder mooi klonk ons in de Pastorale het bespelen van de strykinstrumenten met het hout van den atrykstok. Welk effect moet daar nu eigenlijk mede bereikt worden? Het Intermezzo liet ons vrywel koud en eindigde op eene wel wat al te banale wyze, doch wat ons be paal i tegenstond was de Farandolla. Eerst wordt in een snel tempo het heerlyke thema ingezet, waarmede de eerste suite begint. Dan maakt het plaats voor een soort galop, die ons eerst sterk aan de Zampa ouvoiture deed denken, daarna even aan Liszt, om dan te eindigen met een groot, hard en scherp klin kend Miserable, waaroy de eerste melodie in h6t koper optreedt en de andere instrumen- ten den galop spelen, een ensemble, dat o. i. alle schoonheidsgevoel met voeten treedt. Over de uitvoering echter niets dan lof. Gottfried Mann was nog geheel de oude en het orkest gaf blyk zyne bedoelingen te vat ten. Hetzelfde gunstige oordeel spreken wy uit in betrekking tot de uitvoering van Bruch's Loreley-ouverture, die wy mst zeer veel genoegen hoorden. Het mooie voorspel van het 5de bedryf van Reinecke's „Köoig Manfred" en de bekende Hongaarsche marsch naar de bewerking van Berlioz stonden in uitvoering wel wat by de beide eerste num mers ten achter, maar als „S.-C." het nooit minder doet, dan kunnen wy nog ze6r tevre den zyn. De marsch had met wat meer opge wektheid kunnen gespeeld zyn. De begeleidingen zonder fcwyfel wel de raoeilykste taak voor een orkest, cok omdat ze doorgaans niet lang te voren kunnen worden ingestudeerd waren weder het zwakke punt, hoewel wy het orkest gaarne pryzen voor de goede begeleiding, die het na een ODzekeren inzet aan den violon cellist liet te beurt vallen. De zangeres werd echter èn in de Aria uit het 2de bedryf van „Samson et Dalila" èn in Mann's Pastorale zoo nu en dan overstemd. Misschien echter ook waren hare stemmiddelen hier en daar wat te gering. Het is echter heelwat moei lijker een aria vóór het orkest te ziDgen dan op hot tooneel met het ryk geïnstrumenteerde orkest beneden. Mej. Brigitte Timmermans uit Amsterdam beschikt over een zuiver en zeer innemend mezzo-sopraan-geluid. In het „Vieille Chanson" van Bizet vonden wy haar uitstekend, en zoowel in de aria als in „Si tu m'aimais" van L. Denza' dat zy toegaf, was zeer veel schoons. Wat meerder warmte van voordracht zou haar echter nog wel te stade komen. Chaminade's „Ritournelle" noch Mann's „Pastorale Op. 90 No. 5" konden ons als composities byzonder behagen. Dit geldt niet van MaDn's andere compo sitie, het bekende „Andante voor Violoncel", opgedragen aan Lcoriides Van Praag. Dat blyft toch altyd oven mooi; daarin heeft Mann zich als een diepvoelend comjomst doen kennen! Met de uitvoering hiervan waren wy minder tevreden: het orkest was te hard en de solist veel te forsch en scherp. "Wy geven de voorkeur aan de innige, weeke voordracht, die Van Praag indertyd aan dit juweeltje liet te beurt vallen. Ook de „Berceuse" van Godard, die toege^ geven werd, had wat weeker gekund. De „Sérénade" van Victor Herbert, dat ods even aan Moszkowski deed denken en „Scherzospic- cato" van onzen oud-stadgenoot Daniël Van Goens, waren echter byzonder mooi en wy vergeven den speler gaarne een klein onge lukje aan het slot van het laatste stuk. In het lste concert van De Swert (waarom „concertstuk?") deed de heer Jacques Van Lier, de solo-violoncellist van het Pbilharraonisch orkest uit Beriyn, zich van zyn allerbeste zyde kennen: het was schitterend! Op zulk een landgenoot mag Nederland trotsch zyn en wy twyfelen geen oogenblik aan de grooto toekomst, voor den heer Van Lier weggelegd. Na afloop van zyn concert werd de solist met een krans nagezeten en ook mej. Tim mermans werden bloomen aangeboden. Onze eindindruk? Dat wy genoten heb ben ook al hadden wy liever een symphonïe van Haydn dan de suite van Bizet gehoord en daarom onzen hartelyken dank aan be stuur, directeur en orkest'. Gemengd Nieuws. Evenals te Leiden, had ook te Amsterdam en te Rotterdam gisteravond een vry hevige sneeuwstorm plaats, die geruimen tyd aanhield. Ontvreemd is uit de goederenloods van het station der Holl. IJzeren Spoorweg- Maats. te Voorschoten een pakket, inhoudende 4 paren zilveren groentenlepels, afkomstig uit de fabriek der Firma v. K. en Z., aldaar, en ter gezameniyke waarde van ong. 100. Men schryft uit Uitgeest: Eergis teravond is in de Stierp, op de Lange Meer, een schip gezonken tengevolge van een hevigen rukwind. De opvarenden, een schipper en zyn knecht, die den ganschen nacht In den mast hadden doorgebracht, zyn gisterochtend gered. In zake den brand in de Staal- straat te Amsterdam vernam de rechtbank aldaar gisteren nog uit don mond van ge tuigen, dat v. d. Dool in den nacht der ont ploffing omstreeks één uur in het bierhuis „De groote slok" in de Amstelstraat is ge weest; dat de inboedel van Te Boekhorst voor /*3000 verzekerd was; dat v. d. Dool en Exter in den vooravond in de tappery van Te Boekhorst gozi9n zyn door een be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 2