(gtmrant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven» N°. 11595 Zaterdag 11 December. A°. mn FIUJS DEZES COUBANTi Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10> Franco per post 1.40 Afzonderlijke Nommere 0.05. PRIJS DEB ADVERTENTIES; Van 1 8 regola f 1.05. Iedere regel meer f 0-17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bet lncasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. OJHciëcle Kemnis^oviageu. JACHT. De CommÏBsari» der Koaiugin ia 4e grovincio Zuid-Holland, Gezien bet besluit van de Gedeputeerde Staten r»n den 29aten Novembir 1897, No. 10; Gilet op art. 11 der wet van den I3dea Juni 1857 (8tn&ttblad No. S7) Brengt t r kennis van balaDgbebbendeD, dat bij boveDgeaoc-md besluit vsn de Gedeputeeorde 8taten de jacbt op Hein w ld, roet uitzondering van die op houtsnippen, in dezo prozincie wordt gesloten op Zaterdag don 15den Januari 1893 mei zoneoo^ergaDg, terwyl het tcbieten van hoatsmpp^n geoorloofd blijfn tot 1 M-.i 1898, doch sllec-c door houders van groots jacb'ncicn, by jachten op echadelyk gedierte, waartoe, ingevolge de ajrlt. 16 of 26 der Jachtwet, conaont ol buitengewone machtiging ia verleen 1, blijvende het in art. 15, enb lett. g dier wet bedoeld jachtbedrijf, van het mogen van houtsnippon met laat-, war- of valllouwcn toegelaten tot en met den 18den Maart 1898. En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afg'koodigd cn aangeplikr, w.«r zulks te doen gebraikelgk is, alsmodo in hot Provinciaal blad en in de Nederlaodacbe Staatscourant worden geplaatst. 'a-Gravenhage, den 2Jen December 1897. De Commiesaria der Kon'ngin voornoemd, FOCK. Eurgeaeeiter en Wethouders van Leiden; Gelet op Artikel 15 der Hinderwet; Brengen bij deze ter algemeeue kenn a, dat door K. PAMJEIl, wonende alhier, beroep is a&ugeteckesd van bunno beslissing, dd. 29 November jl., waarbij aan do Firma P. CLOS LEEMBRUGGEN ver gunning werd verleend lot uitbreiding van bare fabriek aan de Ververstraat No. 8, door don bijbouw van oon machinekamer met stoommachine en ketel huis met ketel. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeoster. 9 Dtc. 1897. B. KIST, Secretaris. Leiden, 10 December. In de gisteren alhier gehouden gemeente raadszitting, Gie na de behandeling van hot éde punt der agenda ook werd bijgewoond door den heör Siogenbeok van Houkelozn, deed de Voorzitter mededoeling van o. m. de vol gende ingekomen stukken. Verzj k van H. PolvJiet om terugbetaling van plaatselijke directe belasting, dienst 1897. Bezwaarschriften van F. Otto, J. Boden- staff en A. B. Hofhuis tegen hun aanslag ia de pl directe belasting, dienst 1897. Verzoek van wed. Thyssen om afschrijving schoolgeld middelbaar onderwijs over de drie laatste kwartalen cursus 1897/98 voor haar pupil J. Sloot. Verzoek van h&t bestuur der afd. Leiden van don Alg. Ned. Typografenbond, om in de bestekken van de het volgend jaar te houden aanto tedmg van drukwerken voor de ge meente bepalingen op te nemen omtrent minimum loon on maximum-arbeidsduur. Verzoek van do gebr. Van Ulden, om te mogen mededingen naar het reinhouden van de aan Leiden toegevoegde gedeelten, welk verzoek behandeld werd bij punt 20 van do agenda, dat werd goedgekeurd, zooals het door B. en Ws. was voorgedragen. Medegedeeld werd, dat tot arbiter der ge- meento in zake hot geschil met het Kijk over de verpleegkoïten van stadszieke armen in hot Ziekenhuis der Rijksuniversiteit door burgemeoster en wethouders is aangewezen de heer mr. J. A. F. Coebergh, die deze taak hesft aanvaard. Nadat 4o. en 5o. der voorgestelde besluiten betreffende do beide rooimeesters, de heeren W. A. Van Lith en J. Filippo Hz. waren goedgekeurd, voerden de heeren Zilksen en P. Van Hoeken nog hot woord. Eerstgenoemde wees op den onwil der directie van do Paardentram, waarop do onder handelingen, om aan do Utrechtsche brug een wachtlokaal te plaatseD, zijn afgestuit; op do behoefte aan zulk een lokaal en verklaarde zijn stem gegeven te hebben, indien een voor stel was gedaan, om in die behoefte van ge meentewege te voorzien. De heer P. Van Hoeken vestigde de aandacht op den toestand van het plantsoentje bij de Morechpoort, waarin de Voorzitter verbetering toezegde. Vcor de behandeling van belastingreclames ging de Raad tot een gebeime zitting over. Ter beroeping van een prooikant bij de Ned.-Herv. Gemeente alhier, ter ver.ulling van de vacature, ontstaan door bet eervol emeritaat, aan dr. H. G. Hagen verleend, wordt hedenavond het zestal en de volgende week Vrijdag het drietal samengesteld. De Vereeniging voor Christelijke belangen alhier zal a. s. Maandagavond in d« zaal in het Noordeinde haar veertigjarig bestaan herdenken. Bjj die gelegenheid zullen als sprekers optreden de heeren prof. dr. J. H. Gunning, ds. G. J. De Hoest en ds. S. H. J. De Wolff, terwijl de Chr. zangvereeniging „Zingt den Heer" eenige liederen zal ton ge- hoore brengen. In de goed bezette kleine Nutszaal hield gisteravond ds. C. F. Gronameyer, van Ara sterdam, een lezing (de derdo der zes wintcr- lezingeD) over „Verdichte Reisverhalen." Na de opmerking, dat de lust tot reizen bijna zoo oud ii als het menschelyk geslacht, na gewezon t® hebben op de verschillendo dryfveeren tot reizen en op het luxe reizen, alsmede op htt verhalen van reizen cn bet to boek stollen er van, veelal gepaard gaande mot overdrijving, zoodat tal van reisverhalen sterk gekleurd tot ons komen, bepaal'e spr. zijn auditorium bjj do beschrijving en schrijvers van r. izen naar landen dor verbeelding. Als typen hiervan noemde hy o. a. in quality van „vader der leugenaars" Homerus met zjjn „Odyssee," waarin de bekende zwerf tochten, den schrijver der oudheid Herodotus, de sagen der S-racenen en der Kelten, de Parsifal", Cervantes' „Don Quichotte", den „Tólémaque" van Fénélon, zich aansluitende aan de „Odyssee", De Foe's „Robinson Crusoe" en de vele Robinsonades als gevolgen hier van, ademende den geoEt van Jean Jacques Rousseau, „Gulüvers Travels" door Swift, waarbij spr. uitvo rig stilstond, in 't voortij gaan Jules Verne's wonderreizen, de navolging van Gullivers reizen, nl. de „Onderaardsche Reis van KI. Klim", en de Reis van Bor.te- koe. Met den inhoud der beschrijvingen stelde hij ons in 't kort in kennis of verlevendigde de herinnering er aan, wijzende hij tevens op den tij 1, waarin, cn de omstandigheden en omgeving, te midden waarvan ze achter eenvolgens het licht zagen. Meer in het bijzonder stond spr. stil by een welbekende reis der verbeelding, welke dit goed beschouwd toch niet is, naar een land der verbeelding, dat echter in werkelijk heid bestaat: de „Pelgrimsreis" of „Eens Cbristons Reize" van John Bunyan. Ook uit dit beroemd geworden werk deelde ds. Gr. het een en ander mede; uit dit werk, dat, in snipperuren geschreven, aanvankelijk alleen populair was onder het volk en eerst in dezo oeuw door het beschaafdo publiek naar waarde wordt geschat, dank zij vooral Macaulay, die de kunstwaarde er van in het licht gesteld heeft. Spreker trok een Itfn tusschen het werk van den eenvoudige» ketellapper (Bunyan) en dat van den doftig- n dekon (Swift), waarbij hij het eerste (Eens Cbristens Reize) deed uit komen ah heller als glas voor hen, die met den Bijbel vertrouwd zijn, als vervullende met oprechte blijdschap, als bemoedigend, wijzende op de overwinning door de genade Gods, als zegen verspreidend; het tweede (Gullivers reizen) als: by de lezers achtereen volgens te voorschijn roepende een glimlach, een grimlach, afkeer en verontwaardiging; als duister: vermoeiend, den mensch beschouwend als eon wroed, zelfzuchtig dier, als vol sarcasme, geeselend hen, dis niet op schrijvers stand punt stondon, als, onafhankelijk van zijn wil, thans geworden tot een vermakelijk kinderboek en niets meor. Boekon. als dit werk v.;n Bunyan blijven, zei spr. ten slotte, leven. Boeken zoowel als liederen, waarin iets te vindon is van het Goidelyk leven, deelen hot lot niet van die, waarin daarvan niets wordt aangetroffenze vergaan niet, getuigen hot behandelde werk v. n Bunyan en Miltors „Poradise lost." Zulken boeken, zulken gedichten ziet men hun ouder dom nitt aan, ondanks de toespelingen op don tijd cn de omstandigheden, waarin ze ons verplaatsen. Zo zijn geslachten ten zegen, getuige nóg eens het meesterwerk, liet boek vol waarheid van John Bunyan. Jhr. rar. S. Laman Trip, do vroegere vice president van do rechtbank te 's-Graven- hage en laatstelijk president van de rechtbank te Zutfen, is gist rnamiddag plechtig geïnstal leerd als raadshe r in den Hoogen Raad der Nederlanden. Do plechtigheid werd bijgewoond door ver schillende leden van de rechterlijke macht en andere belangstellenden. Nadat de procureur-generaal, mr. Polis, den nieuwbenoemde gelukgewonscht en bel ge bruikelijke requisitoir genomen had, herinnerde de president van don Hoogon Raad, mr. Coninck Liefsting, aan do rechterlijke loop baan van den hoer Laman Trip tot dusver, waaiin hij ongetwijfeld reeeds vele practiscbe ervaringen zou hebben opgedaan, wdke hem in zijn nieuwe betrekking konden ten nutte komen. Met veel lof sprak mr. Coninck Liefsting over de bekwaamheden van den nieuwbenoemde. Gi.ttren is, naar men uit Den Haag meldt, aan het departemer.t van buitenlandscto zaken het tractaat geteekend tusschen Neder land en Frankrijk betreffende de betrekkingen tusschen beide landen in Tunis. Door H. M. de Ko: ingin Regentes is aan hot damescomité der „Werkverschaffing in eigen woning aan blinden en half-blinaen", (Vereeniging tot verbetering van het lot der blinden) te Amsterdam, een gift van f 100 geschonken. De bouw van het Geologisch-Mineralo- gisch Laboratorium te Groningen is aan den heer T. Y. Jelsma voor f 109,660 toegewezen. Bestuurderessen van de Vrije Vrouwen vereniging te Amsterdam hebben de Tweede Kamer verzocht gunstig te beschikken op het voorstel van den minister van linnenlandsche zaken tot uitbreiding van het aantal verpleeg sters in het Academisch Ziekenhuis to Leiden, en tevens daaraan toe te voegen zoodaüige bepalingen, dat voor den vervolge goen der by de verpleging dienstdoende zusters tegelijker tijd zal mogan belast worden met eenigen huishoudelijken arbeid, van welken aard ook. Voorts verzoeken zjj aan derijk6ziekenbuizen te verbinden een cursus, waardoor de leerling- verpleegsters na voldoend afgelegd examen kunnen halen het diploma van ziekenzuster. Bovendien geven zij in overweging de open - bare ziekenverpleging te brengen onder een rijkswet, zoodat ds ziekenhuizen, zoowel p rti- culiere als gemeentelijke, komen te staan onder ryk&to-zicht en zich hebben in te richten naar uniforme bepalingen, zoowel voor wat aangaat de patiënten al3 voor het corps, met de verpleging belast. Als voorzitter van het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't Algomeen is sedert 15 October opgetreden de heer P. H. Hugenholtz Jr. Ter vervanging dor heeren mr. R. Van de Werk en mr. H. L. Drucker, die in Juli als hoofdbestuurders moeten aftreden, z\jn onder scheidenlijk de volgende dubbeltallen opge maakt: mr. F. A. Eggers en F. Adama van Scbeltema, beiden te Amsterdam; dr. P. Van Geer, te Leiden, en mr. H. J. Van Leeuwen, te 's-Hertogenboscb. In de gisteren gel ouden algemeene ver gadering van den Hoogen Raad is benoemd tot lid v.n het bureau van consultatie mr. M. De Prato. Op de voordracht, daartoe inge diend door den raad van toezicht en discipline, stonden: lo. mr. M. Do Pinto; 2o. mr. J. M. Hijmans. Dr. G. A. F. Mohngraaff, buitengewoon hoogleeraar in de geologie, mineralogie, paleon- to'ogie en kristallographie aan do universiteit te Amsterdam, heeft eervol ontslag aange vraagd. De jaargang 1898 van den „Almanach de Gotha" bevat een artistiek uitgevoerd en zeer gelijkend portret (borstbeeld) van H. M. Koningin Wilhelmina in het toilet van de b&konde jongst in den handel gebrachte photo- graphio van H. M. Waar dezo uitgave tevens bevat de beelte nis van H. M. Koningin Victoria van Engeland, maakt de redactie van den Almanak, in de voorrede, een vergelijking tusschen beide Vorstinnen, tusschen wie het analogisch ver band bestaat, dat beiden tot den Troon werden geroepen by ontstentenis van e.n mannek ken troonopvolger, maar van wis de eene op hoogen leeftijd mag terugzien op de langste achtereenvolgende regeering, welke haar land gekend heeft, terwijl Koningin Wilhelmina zich gereed maakt Haar bewind te aanvaarden. Het stoomschip „Amsterdam," van Rot terdam naar Nieuw-York, passeerde 9 Dec. Bevezicr; de „P.ins Maurits," van Paramaribo naar Amsterdam, vertrok S Dsc. van Havre; de „Burgemeester Den Tex," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 9 Dec. van Genua; clo „Mashona," van Amsterdam naar Kaapstad, arriveerde 8 Dec. to Lonien; de „Reicb3tag" arriveerde 8 Dec. van Hamburg en Amsterdam te Mozambique. Benthuizen: Ds herbenoemde kerkvoogd L. Noordam en de herbenoemde notabelen J. Bogaards en S. Van den Berg hebben zich hunne herbenoeming daten welgevallen. Hi 11 eg om: De arbtijèr J. C. H., alhier, kwam gistermorgen tot de ontdekking, dat ten zi-nen nadeele circa l1/, H.L. aardappel n uit een nabij zijn wonirtg gtlegén winterkuil waren ontvreemd, wtarvan kennis is gegeven aan de politie. De inschrijving door do nationale militie in deze gemeente van de mannelijke ingezetenen, die geboren zijn in htt jaar 1879, zal plaats hebben ten Raadh-uize deztr gemeente op Woensdag 5 Januari a. s. Voorschoten: Da zangvereeniging „St.- Cecilia" van den Ned. R.-K. Volksboid alhier, gaf by gelegenheid van haar tweejarig bestaan aan haren directeur, den heer C. A. Bonten, gediplomeerd muziekonderwijzer te Leiden, ten geschenke een prachtigen dirigeerstok, met zilver gemor.teerd en voorzien van de inscriptie: „Uit dankbaarheid aan haron cirec- leur C. A. Bonten, Voorschoten, 8 December 1897. De Zangvereöniging „St.-Cecilia". - Bij monde van den voorzitter, den heer W. C. Lingerak, werd het geschenk met een korte toespraak den directeur ter hand gesteld, waarbij bij hem de verzekering gaf, dat de leden hem hoogachtten, zijn lessen op prijs stelden en de blo i van de Ver<!oni^ing voor namelijk aan bem te danken was. Het wa3 dan ook de wenscb van do Vereeniging, hein nog lang aan htt hoofd te mogen zien staan. De heer BonteD, gevoelig voor de verrassing, beantwoordde met een hartelijk woord "an dank, tevens de verzekering gevende, niets onbeproefd te zullen laton, om den bloei van de Vereeniging te blijven bevorderen. De 3-October-Yereeniging hield gisteravond is de kleine bovenzaal d^-r Stadszail hare algemeene leden-vergadering, de z. g. December-vergadering. Na opening door den prosident, den heer N. Brouwer, las de secretaris, de heer F. Drie3sen, de notulen der z. g. Mei vergadeii: g, welke werden goedgekeurd, waarna oe ver kiezing plaats bad van bestuursleden ter ver vulling van twee vacatures, ten gevolge van de, volgens reglement, aftreding der heeren S. B. Vos en N. Brouwer, die oven wel her kiesbaar waron. Op de door het bestuur voorgodragen dubbel tallen waren geplaatst1ste vacature de heeren S. B. Vos en M. Cahea 2ie vacature de heeren N. Brouwer en C. J. Leende; tz. Een onyeiukkige jeugd. 9) Zij moesten eerst een groot boscb door om er to komen, on torwyl de paardeD van gravin Von Ritheim hier langzaam doortrokken, dankto Clutildo in haar hart do Voorzienig heid, die haar op zulk een onverwachte manier geholpen had. Aan het einde van het bosch gekomen, liet de gravin het rytuig by oen hui d. t er bescheiden, maar vroolyk on gezollig uitzag, stilstaan en sprak tot Cio'.ilde „Ik ben verplicht u hier te laten, mevrouw myn jachtopziener, een goed en vriendelijk man, zal u de ga&tviyheid schenken, wolko ik u 6p dit Gogcnblik niet kan verschaffen. Nog dezen avond verwacht ik myn oudsten zoon, die juist gehuwd is en zun jonge vrouw on haar ouders medebrengt. U zoudt niet de kalmte en de rust by my vinden, welke u z)Gzecr nooJig hebt. Ik zal u aan Rupert en z n zuster Lona voorstellen, die u met vreugde zulitn ontvangen en alb diensten zullen bewijzen, welke u noociig hebt." Binnentredend troffen zij Lena aan, die by den ha^rd zat le naaien. Het zag er zoo gezellig uit, dat men er met vreugde vertoefde. Dit was ook de indruk, welken die kamer op de arme bannelinge maakte, en zy stond in gepeins, terwyl de gravin met Lena sprak en haar bescherme lingen onder haa: hoede stelde. Toen de gravin zich verwyderd had, werden Clotilde en Blanche, die by hot vuur zaten, spoedig vertrouwd met heur goedo gastvrouw. Lena had geaurondo eemgen tijd met de gravio in Frankryk gewoond; zy drukte zich in het Fransch tamelyk goed uit. Het was een grooto vreugde voor de bannelinge, in haar moedertaal to kunnen spreken. De goed heid en de voorkomende zorgen van Lena bewogen haar tot tranen; het scheen haar een droom toe, van de groot6te ellende, waarin zy geleefd had, plotseling gekomen te z\jn in die atmosfeer van rust en welvaart, en zy zag voortdurend haar dochtertje aan, dat, op een kle n stoeltje gezeten, de kat op den schoot genomen had en haar aaide als een oude bekende. Rseds waren weder de rozen op haar wangen en de glimlach op haar mond gekomen, haar scboone bruine oogen, waarin de tranen nauwelyks waren opgedroogd, dwaal den met nieuwsgierigheid rond, totdat zij wederkeerden op Lena, wisr lieflyk gelaat aanstonds haar vertrouwen had gewonnen. Deze bereidde nu het avondmaal voor de twee zwervelingen, immer vriendeiyke woorden sprekend, nu eens tot de moeder, dan we^r tot het kind. Weldra kwam Rupert thuis, en in weinige woorden vertelde Lena bem, wie de twee gasten waren. Ook hy heette haar hartelijk welkom en scheen blyde haar gasttryheid te kunnen bewyzen. Die twee edele harion wilden zolfs niet luisteren naar do woorden van dankbaarheid en zochten op alle wyzen de ongelukkigen te troosten en de dagen van zorgen en tranen te doen vergeten. Na het avondeten van Lena eer aangedaan te hebben, trok Clotilde zich met Blanche terug. Haar kamer op de bovenverdieping was wel klein, maar zeer helder, zooals het geheele huis, en gemeubileerd met denzelfden eenvoud. Yoor het bed hingen gordynen met grysblauwe franje, en de lakens, welke over het bed lagen, getuigden, boe Lena alles net en smaakvol wilde hebbeneen groote tafel, antieke stoelen, twee platen, enz. Zóó was de meubileering van het kamertje, waarin Clotilde een vreedzame rust ging smakeD, welke door het geraas dtr stad niet zou verstoord worden. Met welke tranen van vrougde en dank baarheid dankte zij, met Blanche by haar zindelyk bed neergeknield, God l Met welk een vuur smeekte zü Hem, de bedroven fouten te vergeven en beloofde zy Hem een nieuw leven in het nieuwe vaderland te zullen begin nen! Met welk een godvruchtige dankbaarheid bad zy Hom vrouwe Von Ritheim voor haar goedheid, Rupert en Lena voor hun edel moedigheid en zorgen, welke haar hart zoo goed hadden gedaan, te beloonenl Toen Clotilda na een lange nachtrust ont waakte, was haar eerste gedachte weder een dankzegging; zij stond zachtjes op, terwyl het kind nog sliep, zötte zich aan het venster neder en wachtte tot het wakker werd. Van uit dat venster, mot de kleine groen achtige ruitjes, zag zy een prachtig landschap. Hier lag op een helling een moestuin, daar een groot meer, waarover nog een blauw achtige damp bing. Rechts een hooge en boschryke berg, welks top door de wolken scheen te dringen; links eon andere berg, rotsachtig en doorploegd met diepe kloveD. Ginds in het dal stroomde eon riviertje en scheen te spelen door do weiden, welke reeds door de eerste ademtochten van de lente een groenachtige kleur verkregen hadden. Olmen en populieren groeiden hier en daar langs haar oevers on beloofden een frissche schaduw voor den zomer. In de verte zag men de witte huizen van het dorp koket staan langs de helling van den houvol; daarachter verhief zich trotach een grooto rots, welko het dorp met zyn val scheen te bedreigen, en op die rots zelf stond de ruïne van den ouden burcht van Ritheim. Sinds Jang reeds hadden de edelen den burcht verlaten, en do sierlyke torens van het nieuwe slot dienden niet meer om daaruit den vyand te beschieten, maar men leefde er in do kalmte en de genoegens van den overvlood. Terwyl Clotilde dat landschap bezag, deed een vreugdekreet haar het hoofd omwonden. Het Was Blanche, die zonder geraas te maken uit bed was gestapt eu op haar beurt de hooge bergen en de schoone vallei bewon derde. Welk een verschil mtt het kltine, bedompte plaatsje, waar liet eenige venster van haar woning te Mondberg op uitkwam! Het kind klapte van verrukking in de handen. „O, mama, wat ben ik blyde," zeide zy; „wat zullen wy druk wandelingen maken in die bosschen, in die velden. „Kyk eens, het regent niet meer, de zon zal den leelyken winter verjagen; u moet niet moer weenen en u zult niet meer koud zyn. O, mama, wat is God toch goedl" „Ja, myn kind, Hy is goed! Hy heeft medelyden met ons gehad en on3 gehol pen op het oogenblik, dat de ncoi het driogendst was." Terwyl Blanche in haar vreugde in den omtrek speeldo met d« duiven of den jacht hond van Rupert, ondervroeg Clotilde, met Lena alleen by het vuur gezeten, deze ovei haar weldoenster; haar gastviouw, die veel van de odele dame hield, schopte er behagen in, haar in byzonderheden hjt loven van do gravin to verhalen. Vrouwe Von Ritheim stamde af uit eei beroemde Hongaarsche familie. Zy had ge schitterd onder de schoonsten on edelsten aan hot hof van M-ria Theresia. Zy was in haar kinderjaren de vriendin geweest van de ongelukkigo Marie Antoinette. Later, toon zy gehuwd was met graaf Von Ritheim, die een hoegen rang in het Oostc-nrijksche leger innam, was zy op de goederen van haar echtgenoot gaan wonen. Het was een vrouw uit één stuk, gozond va» hart en hoofd. Zy wydde zich geheel aan de zorg voor haar kinderen en baar huis. Op die manier van do wereldsche genoogens verwyderd, aan haar overpeinzing overgelaten, had zy langzamorhand een diepen en innigen godsdienstzin vei kregen, welko zich uitte in wei ken van liefdadigheid, ledereen kende alzoo en eerde de gravin, maar ook iedereen vreesde haar, want het moet gezegd worden: zy had nog niet geheel en al z?ker overmatig bewustzyn van haar waardigheid kunnen afleggen. Zy wist het en deed menige poging om nedorig van harte te worden. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1