BnrgerUjke Stand.
Fin Champagne
Böïff QUUQïS.
VERiÖüïI CHAMPAGNE,
byaooJore advertentie was achterwege gelaten.
Eh dit is een fout. De directie had gerust
Alters' verzoek, om niet te werken met
groote aanplakbiljetten, po-trettea, etc., in den
wind kuonen slaan. Dit verzoek, op zichzelf
reeds ni.t geheel verklaarbaar, daar toch
eenmaal het roeren der groote trom in
schouwburgzaken een gebruik is, dat door
htt publi k zonder weerzin wordt gedoogd,
mocht ten deele altbans opgevat worden als
eon beschei enheii, die desnoods ongehoor-
namhtiJ niet zeer boog zou opnemen.
In de tweede plaats mag de houding van
het pul li k op dat kritiek oogenblik zeer op
merkelijk g.'noemd worden. Het beeft ten
duidelijkste getoond, de onderneming der heeren
De Groot van den beginne af als een roeke-
l ;o:eo on daardoor laakbaren opzet to hebben
beschouwd.
Eaktlen zeggen, dat mon de prijzen niet had
BioiUa op rü*an; men betaalde in de stalles
vier gulden! Ik twijfel zeer, of daarin de
reden v.m h'-t fiasco moet worden gezocht.
Noen, Albers' medewerking ware gevraagd
voor een bijzonder concert in bet concert
gebouw, hadden velen met liefdo drie, vier,
vijf guld n voor een plaats neergelegd, zoo
go?d als voor buitenlandsche zangers en
zsngertssen, die al vaak de opgewekte ver
wachting hebben teleurgesteld.
Het ongeval worot nu scherpe stukken
in de dagbladen getuigen daarvan vrij al
gemeen aan don h er De Groot in persoon
geweten. Br is geschreven, dat onvoorzichtig
heid in dit geval zijn oorsprong vond in
c-golsmo cn onverschilligheid voor het lot
iergo::en, die do heer Do Groot ia do sociétaire
joreeniging opnam.
Daarmede is een zware beschuldigiog be
rekend.
Ie zij rechtvaar ig?
Het z\jn eiger.iyk slechts de leden van het
koer en van het orkest, die door het lot der
vereoniging tot armoede vervallen zijn, juist
omdat zij niet onder de sociétaires werden
opgenomen. En dit immers wist niet de heer
Be Groot ailetn, maar wisten alle sociétaires,
met name de solisten. De lijdensgeschiedenis
is er een van zes weken. In die zes weken
heeft, om eenigo voorbeelden te noemen, de
tenor De Busscher, een jongeling, die nimmer
to voren als lid van een operagezelschap de
planten betrad, een som tusschen de vier- en
vijfhonderd guldon ontvangen. Mevr. Dirx v.
<L "VVeghe en haar man, dio in de administra
tie werk en bezoldiging vond, maakten te
samen in cie zes weken de ronde som van
achthondcrl gulden.
Deze feiten spreken en doen zien, dat het
lot der koristen en orkestleden niet geheel
en al op rekening van den heer De Groot
mag worden gestel 1. Hem alleen treft nu
alle verwijt. Goed, bi) was de primus auctor
en ging -in zee met zulke ontoereikende
middelen, nut een zóó slecht orkest, met zóó
gebrekkig i requisieten ter monteering der op
te voeren op ra's, dat hij de mislukking der
onderneming had kunnen voorzien.
Kortzichtigheid dus is zijn fout geweest.
Twaalf jaren geleden durfde hjj een opera
«aderneming wagen met dezrifde gebrekkige
middelen. Het was ook toen jaren lang een
leven tusschen hangen en wurgen in den
Porkschouwburg. Maar het resultaat is toch
au het bestaan eener rationale opera, thans
oehter in andere handen welke zich schijnt
te kunnen handhaven, da?r zij, op het Leidsche
Pl-.iD, in popularit.it met idler jaar wint.
Twaalf jaren geleden zou niemand de poging
des he.ren De Groot roekeloos of laakbaar
genoemd hebben. Maar nu waren er gansch
andere omstandigheden. De nationale opera,
ontegenzeglijk door hem gesticht, had zich
onder andere leiding verder ontwikkeld. Zoo
werd het nu een daad van kortzichtigheid
n a a 81 de opera op het Leidscbe Plein op
nieuw aan te vangen met eerstbeginnenden,
met dezelfde gebrekige middelen Van eertij .'s.
Kortzichtigheid en onnadenkendheid waren
het stellig; maar niet van hem alleen, ook
van anderen, die met hem den toestand van
het oogenblik kenden: de heer Schmier, de
heer Floriesen, het echtpaar Dirx—v. d. Weghel
De eenige, die voor het oogenblik niets
verloren heeft bij den ondergang van het
sociétaire gezelschap is de verhuurder van
den Parkschouwburg. Eiken avond moesten
de 200 gulden huur prompt worden neer
geteld. Zij werden in ontvangst genomen
door den administrateur of directeur van het
„Paleis voor Volksvlijt", aan het hoofd waar
van sedert enkele jaren als voorzitter van
den raad van beheer mr. FJoris Adrianus
Van Hall staat.
HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: A.
Van Geulk wedr. en L. De Ruiter wed. J. A.
Goossen en E. Doeven.
Gehuwd: L. W. Jutïermana en T. Comman
deur. J. Van Pijpen en A. Verschoor. C.
Sliggers en A. A. Zwemmer. D. Mans wedr. en
C. C. M. Wüst wed. A. Den Ouden en A.
Colijn.
Bevallen: M. J. Van der Veldt geb. Rijkers
D. A. Claij geb. Tensen D.W. N. Rits geb.
Vastenhout Z. F. L. VV. Rothweiler gob. Van
Noord Z. J. De Lange geb. De Vos Z. F.
Kooraen geb. Van Elk Z. J. Onpelaar geb.
Los Z. S. Bras geb. Jansen D. Al. Smit geb.
Stander D. C._ Grosscurt geb. Eveleens D.
A. Buiser geb. Van der Laarse Z. M. Hen vel
geb. Groenendijk Z. F. Koomen geb. Van Elk
levenl Z. A. C. Huizer geb. Griekspoor
levenl. D. L. Kistemaker geb. Van Schouwen
Z. A. Duivenvoorden geb. Van Gerven D.
A. Endhoven geb. Do Regt D. T. Vastenhout
geb. Zoet D. A. Middelkoop geb. Buis Z. Z.
Twigt geb. Corneli33e L>. J. AI. Spruytenburg
geb. Haring Z. H. P. Zandbergen geb. Ketjzers D.
Overleden: G. Bakker 1 w. P. De Haas
76 j. A. C. Huizer geb. Griekspoor 28 j. P.
Schutter geb. Kruithof 57 j. A. Beuningl8d.
K. De Jong 5 m. W. 'louw 36 j.
ZEGWAARD. Geboren: Arie Jacobus, Z. van
J. Sonneveld en D. Van dor Enk. Antoniua
Johannes Josephus, Z. van L. M. G. Van Well
en E. G. D. Busemoijer. Bastiaantje, D. van
J. Van Elleswijk en C. Van Ruitenburg.
RJECL.AHE9, 9125 11
a 25 Cants per regel.
AGUILAR, Breestraat No. 54.
•©e©0®S©©33-£3O©3©S01V29©O33©39
tres bon Apéritif.
AGVILASS, E&rccstraaf 54.
Het nieuwe Fransche schandaal.
Waarschijnlijk wordt geen rubriek in de
dagbladen tegenwoordig moer gelezen dan
die, waarin sprake is van de zaak-Dreyfus.
Wat beteekenen, daarmede vergeleken, de be
richten omtront vredesonderhandelingen, die
nog aanhouden, de verzekeringen van Golu-
chowski in de Hongaarsche delegatie, de
circulaires van de Spaansche regoeiing, die
met recht een weinig baDg is voor generaal
Weyler? Wat zelfs de handelingen van onze
volksvertegenwoordiging? Die belangstelling
in do zaak-Dreyfus is zeer verklaarbaar. Zfl
berust in do eerste plaats op een mcnscbelijk
medegevoel. Hier is een man, die, rfcjk en in
aanzien, een goede positie innemende, plot
seling van die hoogte wordt nedergestort,
ellendiger dan de ellendigste en zonder hoop.
Zelfs als hc-t voldingend bewijs van verraad
gel9vard ware, zou deze tegenstelling or.s
het verplegen van den zieke bijstand te ver-
feenen. Hot was voor haar een ongehoopte
vreugde, zoo te rechter tijd aan te komen en
getuige van do plechtige handeling te kun
nen zijn.
Aan het ziekbed zonk zij neder en kuste
des schilders hand.
„Kunt gij me vergeven?" stamelde zij, diep
bewogen.
HÖ streelde haar zijdeachtig haar en her
haalde telkens: „M\jn lief, goed kind...."
Toen de huwelijksplechtigheid voorbij was
wendde Elise, nadat zi) haar echtgenoot lang
omarmd gehouden had, zich tot Emma en
flaieterde haar toe„Nu ben ik gebonden en
fü zijt vrij."
Zy wilde antwoorden, maar Werner, die
de zacht gesproken woorden verstaan had,
bief de handen op en wenkte haar en Robert
to3 nader te tredon.
„Vrij," zeide by, „om u te kunnen verbinden
voor htt gansche leven. Legt voor mij in doz9
ernstige stonde de heilige belofte af, elkander
met lichaam en ziel te willen toebehooren,
voor altijd 1 Wat elkaar bemint, moet éón
worden uit twee. Leert van ons, wat het
leven armzalig maakt, door onvervulde wen-
sehen 1 Wel kent de liefde geen to laat, doch
baar gelukkigst lot is vroeg verconigen en
lang behouden. TJ wordt het door den algooden
Hemel geschonken; zyt dankbaar!"
Hij legde hun handen inéén en zonk toen
weer, afgemat, in de kussens achterover. Zij
bogen zich tot hem neder, om hem op het
voorhoofd te kussen, en daarbij raakten hun
wangen elkander. Hij sloeg den arm om haar
middel en trok haar tot zich; zij liet het
zonder tegenstreven toe. Zoo stonden zij een
wijle naast den zieke, dio vriendelijk tot hen
opzag. Toen viel Emma haar moeder, die
inmiddels de groep genaderd was, om den
bals en riep: „Moeder.,,, hy wil het, dat
wö gelukkig worden 1"
De komende nacht was slocht; detoestaud
van den zioko wokte de grooUte bezorgdheid.
Da geneoshear, die 's avonds gekomen en niot
weer vertrokken was, verbeelde don vrienden
niet, [dat dit lovon misschien nog slechts by
uren t6lde. Zy bartidden zich op den treurig-
aten afloop voor.
Maar een dier wonderbaarlijke wendingen,
die tusschenbeide by zware ziokten ook dö
bekwaamste geneeskundigen in verbazing
brengen, vct toonde zich ook bier den volgen
den dag. Het was alsof het bevrijde gerroed
alle kwalen des lichaams beteugelde. De koort3
had haar toppunt bereikt en nam nu snel af.
Na eenige dageu konden de doctoren de ge
ruststellende verzekering geven, dat men op
een spoedig herstel mocht hopen.
Na twee weken kon het vervoer naar
Interlaken plaats hebben. Daar maakte hot
herstel van den zieke snelle vorderingen. Den
herfst en den winter brachten de echtelingen
in Italië door. Emma vergezelde hen, lerwiJl
Robert naar bet vaderland terugkeerde, om
daar voor de stichting zijner nieuwe, eigen
huishouding te zorgen.
De bouw van het hospitaal werd opgege
ven, maar Elise vermaakte, met volkomen
toestemming harer dochter, in haar testament
een zeer aanzienlijk deel van haar vermogen
aan haar vaderstad voor hetzelfde liefdadige
doel. Naar alle verwachting zullen er nog
vele jaren verloopen voor het eenmaal na
haar dood geopend zal moeten worden; de
armen zullen haar een lang leven toewenschen.
In het voorjaar heeft het jonge paar zijn
bruiloft gevierd. De schoonste zomermaand
brachten zy in het stille Rauschen door, dat
hun geluk grondvestte. Max Werner en Elise
evenwel woonden in de eenzame villa aan
het Thuner meer, die naar Roberts aan
wijzingen bewoonbaar en gezellig inge
richt was.
Zy gevoelden er zich nitt eenzaam in.
treffen en ontroeren. Maar nu wordt getwyfeld
aan de dengdeiykheil van het bewys on een
m&n van oer als Scheurer-Kestner houdt de
onschuld vol van den ex-kapitein. Alleen het
denkbeeld, dat by, onschuldig zyndo, zoo
vreeselyk ïyden moet, vervult ons van ont
zetting. Dit is een tragedie, in het volle
licht van de negentiende eeuw, geiyk het
noodlotsgeloof dor ouden nooit vreeseljjker
heeft verdicht. Zelfs voor den verrader is de
straf, waartoe Dreyfus veroordeeld werd, een
wreede; men zou honderdmaa1 oen dood
verkiezen boven deze schande en leze ver
schrikkelijke verlatenheid van Duivelseiland.
Maar als do veroordeelde nu eens onschuldig
lydt? Als hy een martelaar is van de militaire
rechtspraak, een zoenoffer voor de fouten en
misschien de misdaden, door anderen begaan
Dit Loo:»-tragische van de zaak verklaart
reeds do algomeene belangstelling in de be
richten omtrent Dreyfus.
Maar daar komt lets by. Totdat de geachte
senator, dio den moed heeft gehad een
schynbaar verloren zaak weer aan de orde te
stellen, zyn papieren, zyn bewyzen zal
hebben gepubliceerd, beweegt men zich byna
uitsluitend op bet terrein van de gissingen.
Wabrheit und Dichtung zyn hier zoo door
elkander gemengd en de dosi9 Wahrheit is
zooveel kleiner dan die der Dichtung, dat het
steeds moeilyker wordt critisk te oefenen op
de uiteenloopende, tegenstrijdige berichten.
Van die omstandigheid maakt de Fransche
pers e9n ruim gebruik. Daar niemand toch
de ware waarheid weet, komt het er niet op
aan, wat men zegt. De phantasle heefc vry
spel, waar alle controle ontbreekt.
In afwachting van wat het onderzoek der
tegen majoor Esterhazy ingebrachte beschul
diging aan den dag zal brengen, waarmede
nog wel eenige tyd verloopen zal, wordt de
aandacht door incidenten van allerzonderling-
sten aard bezig gehouden.
O. a. wordt, gelük men weet, van een
officier, vroeger by den generolen staf ge
plaatst, maar sedert naar Tunis verplaatst,
de naam genoemd; de luitenantkolonel
Picquart Is door majoor Esterhazy beschul
digd, door de familio Dreyfus te zyn omge
kocht ora valsche Btukken te vervaardigen,
ten einde hem (Esterhazy) in 't verderf te
storten; zyn intriges zyn echter door de
geheimzinnige „gesluierde dame" van de
middernachtelijke rendez vous, die aan Ester
hazy verschenen Ï8 op de hoogten van Mont-
m&rtra by de kerk van het Sacré Coeur, om
hem te waarschuwen tegen do listen zijner
vyandon, verraden. Aan den anderen kant is
het spoor van die geheimzinnige dame nage
gaan en do „Croix", aan welker bureel zy
ook een bezoek bracht, heeft ontdekt, dat dit
spoor 1 idt naar een wersld, die ds Franschen
als de „demi-monde" plegen aan te duiJtn.
Het zyn stichtejyke dingen, waarmee de
openbare meoning in- Paiys en „Paris
e'est toute la France" - zich tegenwoordig
onledig houdt! Een correspondent van da
„Vos9i8cbe Zeitung" schrijft naar aanleiding
daarvan
„Et moet thans all sen maar worden afgewacht
dat aan den beschuldigden majoor de gelegen
heid gegeven wordt zich te verdedigen en dat
zyn aanklagers worden genoodzaakt met hunne
bewyzen voor den dag te komen. Dat te beletten,
daartoe is de regeering niet sterk genoeg meer.
Hare kleine kunstgrepen zyn versleten. Zy
most de op nbare behandeling in de nisuwe
strafzaak inleiden, en zoo zal er misschien
eindeiyk licht in de kunstmatige duisternis
dringen. Het meest juist komt het my voor,
dat de toestand geschetst wordt door den
socialist Górault Richard, die in de „Petite
République" schryft: „Men zal my de gedachte
ni.t uit het hoofd praten, dat de Dreyfus-
zaak nu eerst begint. Daar zyn onderlagen
van onreinheden, die, wanneer zy aan den
dag komen, in hst ganscbe land zulk een
afschuw zuilen verwekkeo, dat de knotsslag,
waarvan Bi l ri gesproken heeft, hem en nog
menig ander zou kunnen vermorzelen."
Majoor Fornizetti, die, volgens de „Jour",
nu hy ontslagen i3 als directeur van de mili
taire gevangenis te Chercbe Midi, onthullingen
zal doen, en aan wiens byzondere bewaking
Dreyfus was toevertrouwd, houdt in een brief
aan de „Figaro" zyn geloof aan de onschuld
van Dreyfus vol.
Hy vertelt o. a., dat Dreyfus den i5aen
October in arrest werd gebracht. Hot bevel
tot inhechtenisneming wrs gedagt9ekend op
den 14den, hetgeen bewyst dat tot de arrestatie
besloten was voordat men den beschuldigde
had gehoord en zelfs buiten medeweten van
den gouverneur van Parys, generaal Saussier,
die haar eer6t een dag later vornam. Tusschen
18 en 24 October kwam een hoofdofficier
tweemaal den kapitein ondervragen. By zyn
eerste bezoek vroeg deze den majoor Forni
zetti of by niet geruiscblooB de cel van den
beschuldigde kon binnentreden met een pro
jectielamp in de hand, om het gelaat van
Dreyfus plotseling sterk te kunnen verlichten.
Hy wilde den kapit.in by verrassing door de
mand doen vallen. Majoor Fornizetti ant
woordde ontkennend, waarop het verhoor zon
der dergelyke tooneelvertooningen plaats had.
Er werden Dreyfus herhaaldelyk zinnen
gedicteerd, om een proeve van zyn schrift te
krygeo. De gevangene verkeerde evenwel in
zeer groote opgewondenheid. Hy had geen
oogenblik rust. Als hy zich, gebee gekleed,
op zyn leger wierp om te slapen, kwelden
hem booze droomen. Hy kon niets gebruiken
dan wat bouillon en wyn met suiker.
De instructie was langdurig en zorgvuldig
en zoolang zy duurde geloofde Dreyfus zoo
weinig aan zyn in-beschuldiging-Btelling —en
nog sniDder aan zyn veroordeeling - dat hy
herhaaldelyk, zeido: „Welke vergoeding zal
ik vragen? Ik zal naar het kruis so'liciteeren
en myn ontslag nemen. Dat bob ik ook
gezegd aan majoor Du Paty (de officier, dio
belast was met de instructie), dij het in zyn
rapport aan het ministerie beoft vet meld. Hy
heeft geen onkel bewys tegen my kunnen
optoekenen, want bewyttn kunnen er niet
zyn, evenmin als de rapportour, die in zyn
rapport slechts op aanwijzingen en onderstel
lingen afgaat; zonder iets teprecieeeren of iets
te rerkiaren."
Eenige oogenbllkken véér zyn verschijnen
voor zyn rechters zeide Dreyfus:
„Ik hoop, dat er aan myn martelaarschap
een einde zal komen en dat ik weldra weer in de
armen van de mynen zal zyo."
Ongelukkig moest het anders zijn. Na de uit
spraak werd Dreyfus tegen midd?rnacht haar
zyne kamer teruggebracht, waar ik, zoo schryft
majoor Forzinetti, hem opwachtte. Toen by
my zag, riep hy snikkonde uit: „Myneenige
misdaad is, dat ik als Jood geboren ben.
Daartoe heeft een leven van arbeid my ge
bracht. Waarom ben ik touh naar de krijgs
school gegaan? Waarom heb ik myn ontslag
niet genomen, zooais do mfinen zoo vurig
wenschten
Zyn wanhoop was zóó groot, dat ik, ecne
noodlottige ontknoopiog vrsezende, in waak
zaamheid moest verdubbelt».
Den volgenden dag kwam zyn verdediger
hem bezosken. Mr. Dsmange spreidde, toen
hy in de kamer kwam, de armen uit en
zeide, nat van tranen, kom aan zyne borat
drukkende, tot hem:
„Kapitein, gy zyt het slachtoffer van een
der vreeseiykete gerechtelijke dwalingen van
deze eeuw,"
Majoor Forzinetti aarzelt niet, op grond
van zyne ervaring in den omgang met ge
vangen* n openlyk te verklaren, dat er eene
verschrikkeljjke dwaling Is begaan. Hy heoft
dan ook nooit kapitein Dreyfus beschouwd
als een verrader aan zyn land eo zijn uniform.
Van den beginne af heelt hy dat gezegd en
tegeuover velen herhaald; ook aan de reges-
ring was zyne zi9nswyse aiot onbekend. Hy
eindigt zyn relaas alius:
„Een hooggeplaatst staatsman, cie nog deel
uitmaakt van het parlour n', maar dien ik
niet mag noemen, heelt geze^a: HetDr*yfus-
proces is eeu anti semiatiach proce9, waarop
eene poütiake misdaad ia g-ènt.
Ik hen ook van die mee-nmg. Goto God,
dat de dag kom©, waarop dio ongelukkige,
dio op een rots ligt te zieltogen, zal worden
gerehabiliteerd voor d» eer van y-yoe familie,
zyno kindoren en ook van hot legjf."
Volgens de „Figaro" zal kolonel Picquart
zich heden te Tunis inschepen, en Zaterdag
te Parys aankomen, om gehoord te worden.
Kolonel Picquart heeft in tusschen aan een
verslaggever gezegd, dat hy nirts zou los
laten voerdat do minister van oorlog hem ge
machtigd bad te spreken. Hy laakte het In
graaf Esterhazy Z9er, dat deze zich van de
pers heeft beoiend, te meer, daar hij ook den
naam van een anderen officier hoeft genoemd.
Zoo schynt de militaire overheid er ook over
te denken, als ten minste waar is wat de „Gau-
lois" vertelt, dat de majoor met zestig dagen
arrest zal gestraft worden wegens het doen
van mededelingen aan de pers. De straf zal
echter eerst ingaan aa afloop van de enquête.
Verder woTdt nog bericht, dat Scheuror-
Kestnor zyn dossier zal paböceeren. Hiertegen
over staat de mededeeling van da „Echo de
Pari3," dat de senator en Matbieu Dreyfus,
broeder van den veroordeelde, hun stukken
aan generaal Pellieux, dis zyn onderzoek in
de zaak Esterhazy voortzet, ter hand hebben
gesteld.
Over de familie-betrekking van majoor
Walsin Esterhazy met hot bekende Hongaar
scbe vorstengeslacht van dien naam, schryft
het „FTemdenblatt":
Graaf Walsin-Estortazy beeft niets gemeens
met het Hongaarsche geslacht; hy komt ook
in den Gotbaschen almanak niet voor.
Eeïst weinige dagen geleden zeide een te
Wernen wonend lid van de Hongaarsche
familie Esterhazy, toen er sprake was van de
Fransche Esterhazys: „Wy kenDen dezen tak
in 't geheel niethy moet reeds lang geleden
zich in Frankrijk gevestigd hebben".
De Fransche EsfcerhazyB stammen van eene
gravin Esterhazy af, die omstreeks honderd
jaran geleden buiten echt een zoon haddeze
is de stamvader van dit geslacht, dat den
graventitel en een deel van het wapen der
Esterhazys aannam, nameljjk den gekroonden
leeuw, die op eene kroon itaat; in den rechter
klauw houdt de leeuw een Hongaarsche
sabel, in den linker drie bloemen.
Majoor Walsin-Esterhaxy is getrouwd met
de gravin Nettencourt, een dame van ouden
Lotharingschen adeL flü leeft er echter ge
scheiden van. Hy heeft ook nog een brosder,
die prefect geweest is en te Bordeaux woont.
Vo'gens de „Rappel" zyn de ministers htt
onder elkander niet eens over de houding,
welke in de zaak-Dreyfus moet worden aan
genomen.
De „Iutransigeant" en de „Jour" hebben
in bet wilde geschryf over de zaak-Dreyfus een
Fran8ch officier,Wachter geheeten, beschuldigd
van 8pionnoering. Volgens de „Débats" heeft
luitenant-kolonel Wachter tegen beide bladen
een aanklacht wegens laster ingediend.
KOLONIËN.
BATAVIA, 22-26 October.
iTJSI.
Aan van den gouverneur van Atjeh en
Onderhoorigheden ontvangen telegrammen
wordt door de „Java Ct." van 22 October
het volgonde ontleend:
Na zekerheid verkregen te hebben, dat de
vyandelyke benden allen het terrein tusschen
Lepong en Lohong verlaten hadden, is in
verband met de slechte weersgesteldheid,
waardoor de voorziening bezwarend was, het
bivak Lamtih-Zuid opgebroken; de troepen
koerden 16 en 17 dezar te Kotta Radja terug.
Ook de post te Siroen is opgeheven.
Nja Mamat Perlak bevindt zich met een
vry talryke bende nog in de bovenomstreken
van EdL By Tongkoe Tjihik Perlah werd er
op aangedrongen hem onscbadeiyk te maken."
De verbonden oeleëbalangs van Telok
Setnawe, Bajoe, Tjoendn, Nisam, Sawang en
Gloempang Doea hebben de kwaadwilligen
uit hunne stelling naby Blang LaDtjang ver
jaagd en naar de Boven-Boeloestreken ver
dreven.
Do gouverneur is 18 dezer van Edi te
Kotta Radja teruggekeerd.
In den nacht van 19 op 20 dezer overvielen
marechaussees van Samahani twee wacht
posten van T. Ali Baid in het gobergto ten
Zuidwesten van Mampreh, waarby een vyand,
vermoedeiyk een P«»nglima, werd neergelegd
en een zeer goed achterlaadgeweer met blanke
wapens werden buitgemaakt.
Den 20sten rukten 's avonds om tien uren,
onder aanvoering van den commandant van
Indrapoeri, twee compagnieën uit naar den
bovenloop der Kemiroe by Siroen (op de
overzichtskaart van Groot-Atjeh ten onrechte
Handarioeng genaamd), waar een bende van
Tengkoa di Bo?soö overvallen werd.
De vyand liet dertien dooden achter, waar
onder vermoedeiyk het hoofd der bende
zoomede negen goede achterlaadgeweren, zes
goede voorlaadgeweren en een revolver, be
nevens blanke wapens, munitie en een zestal
patroontasschen.
Aan onze zyde werden geen verliezen ge
leden.
Op 20 dezer overleed aan zyn op 16 Mei
jl. in Glelëng bekomen verwonding de Euro-
peesche fuselier Teloeke.
- De „Java Ct." van 26 October meldt: 23
dezer rukte van Tjotmantjang e;n colonne uit,
door het gebergte, naar Kota Ba Theuë en
omstreken, om vyandelyke benden, die zich
daar verzameld hadden, op te zoeken. De vijand
werd aangetroffen en verdreven.
By den terugmarsch viel de vyand in een
hinderlaag en liet zeven dooden, benevens een
goed achterlaadgeweer en blaake wapens,
achter.
Aan onze zydo werden gewond, niet levens
gevaarlijk: de Europeesche fuselier Van
Hapert en licht: de inlandsche sergeant
Jahoedasole on de inlandsche fuselier Tanggi
Adoe.
Volgens den Atjeh-correspondent van het
„Soerab. Handelsblad"is er een bloedprys
van 20,000 dollars op het hoofd van ToekooJ
Oemar gesteld, maar durft niemand öiem
verdienen. C
Te Lohong wordt een bivouak gebouwd voor
een bataljonzoodra dit gereed ea betrokken is,
wordt de bezetting van Lepong teruggebracht
tot een compagnie, en die van Loknga tot 50
bajonetten. Het geheel komt dan onder bevel
van den luitenant-kolonel Willems,
Door den gouverneur goneiaal van Nod.-Indiö
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Benoe md: Tot
griffier van den residentieraad te Soerakarta, de
ambtenaar ter beschikking van den voorzitter van
den landraad te Soerabaia, mr. E. H. Th. Mens
Fiers Smeding.
Bepaald: Dat de ter beschikking van den
voorzitter der landraden te Banjoeraoe en Tjilatjap
(BaDjoemas) gestelde ambtenaar mr. Ch. M. Van
Troostenbarg de Bruyn, in stede van uitsluitend
bij eerstgenoemde rechtbank, belast zal worden
met güfherswerkzaaraheden hg de beide landraden.
Ingetrokken: De benoeming van J. Van
Aalst, lsto commies bij de exploitatie van staats
spoorwegen op Java, tot magazijnmeester der 1ste
klasse bij dien dienBt.
Bij de exploitatie van Staatsspoorwegen op Java.
Benoemd: Tot magazijnmeester der eerste
klasse, de eerste commies J. P. Gray; tot Isteü.
commies, J. Van Aalst voornoemd.
Bij het kadaster in Ned.-lndie.
Verplaatst: Van de kadastrale metingen,
in de residentie Soerakarta naar het kadastraal
bureau te Cheribon de adjunct-landmeter der 3de
kl. F. J. A. Kouchenius;
van het katastraal-bureau te Cheribon naar dq
kadastrale metingen in de residentie Soerakarta,
de adjunct-landmeter der 3de klasse II. Bokhorst.
DEPARTEMENT VAN OORLOG.Ontslagen:
Op verzoek eervol uit flr. Ma. militairen dienst,
de 1ste luit. der genie L. H. Van 't Sant, met
vergunning, om de aan dien rang verbonden
activiteits-uniform te blijven dragen.
Van A-tj eh worden afgelost: De kapt.'
der inf. J. N. C. baron Van Heerdt, do lste luit.-adfli
der inf. W. A. Eerold, de lste luit. der inf. w.f
Beijerinck, H. J. Voskuil en J. Van dor Weijdenjj
de 2de lait. der inf. H. L. H. baron Van Issel-
muden; do lste luit.-kwm. "W. F. K. Keuzenkamp;
de oif. van gez. 2de kl. G. J. Wijchgel; genoemde
officieren zullen de bestemming volgen, die hun
door hun wapen- of dienst-cbeï zal worden aan
gewezen.
Overgeplaatst: Bij de 2de comp. art. (2de
veldbatterij) te Banjoe-Biroe do lste luit. bij de
18de comp. art. (lsto bergbatterij) te Batavia, J.
C. P. W. A. Steenlcamp; bij de 18de comp. art.
(lste bergbatterij) to Batavia de lste luit. bjj de lsto
comp. art. (lste velilbatterij) te Batavia, G. C. A.
Dijk; bij het lste depot-bat. de lste luit. der,
int. bij het garn.-bat. der Oostkust van Sum. geöv,
van Medan naar Batavia, J. Wolf.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Overgaf
plaatst: Van Hr. Ms. fregat Atjeh" naar HrJ
Ms. wachtschip „Gedeh", onder intrekking zijnen
tgdelijke detacbeering aan boord Hr. Ms. flottielje-.,
vaartuig ,Java", do officier van gezondheid der 2do
klasse F. M. R. Schmitz.
Bij bet marine-établissement te Soerabaia:
Benoemd: Tot hoofdopziener voor het vak'
van scheepsbouw, J. De Ba9, thans tijdelijk belast
met de waarneming dier betrekking
tot baastimmerraan tevens modelmaker, J. JuDg-}
backer, thans tijdelijk belast met de waarneming'
dier betrekking.
CORRESPONDENTIE. Ingezondenstuk*
ken of mededeelingen, waarvan de inzendent,
hun naam niet aan de Redactie bekend makel?
worden ongeplaatst ter zyde gelegd.