BnrgerUjke Stand. Fin Champagne Böïff QUUQïS. VERiÖüïI CHAMPAGNE, byaooJore advertentie was achterwege gelaten. Eh dit is een fout. De directie had gerust Alters' verzoek, om niet te werken met groote aanplakbiljetten, po-trettea, etc., in den wind kuonen slaan. Dit verzoek, op zichzelf reeds ni.t geheel verklaarbaar, daar toch eenmaal het roeren der groote trom in schouwburgzaken een gebruik is, dat door htt publi k zonder weerzin wordt gedoogd, mocht ten deele altbans opgevat worden als eon beschei enheii, die desnoods ongehoor- namhtiJ niet zeer boog zou opnemen. In de tweede plaats mag de houding van het pul li k op dat kritiek oogenblik zeer op merkelijk g.'noemd worden. Het beeft ten duidelijkste getoond, de onderneming der heeren De Groot van den beginne af als een roeke- l ;o:eo on daardoor laakbaren opzet to hebben beschouwd. Eaktlen zeggen, dat mon de prijzen niet had BioiUa op rü*an; men betaalde in de stalles vier gulden! Ik twijfel zeer, of daarin de reden v.m h'-t fiasco moet worden gezocht. Noen, Albers' medewerking ware gevraagd voor een bijzonder concert in bet concert gebouw, hadden velen met liefdo drie, vier, vijf guld n voor een plaats neergelegd, zoo go?d als voor buitenlandsche zangers en zsngertssen, die al vaak de opgewekte ver wachting hebben teleurgesteld. Het ongeval worot nu scherpe stukken in de dagbladen getuigen daarvan vrij al gemeen aan don h er De Groot in persoon geweten. Br is geschreven, dat onvoorzichtig heid in dit geval zijn oorsprong vond in c-golsmo cn onverschilligheid voor het lot iergo::en, die do heer Do Groot ia do sociétaire joreeniging opnam. Daarmede is een zware beschuldigiog be rekend. Ie zij rechtvaar ig? Het z\jn eiger.iyk slechts de leden van het koer en van het orkest, die door het lot der vereoniging tot armoede vervallen zijn, juist omdat zij niet onder de sociétaires werden opgenomen. En dit immers wist niet de heer Be Groot ailetn, maar wisten alle sociétaires, met name de solisten. De lijdensgeschiedenis is er een van zes weken. In die zes weken heeft, om eenigo voorbeelden te noemen, de tenor De Busscher, een jongeling, die nimmer to voren als lid van een operagezelschap de planten betrad, een som tusschen de vier- en vijfhonderd guldon ontvangen. Mevr. Dirx v. <L "VVeghe en haar man, dio in de administra tie werk en bezoldiging vond, maakten te samen in cie zes weken de ronde som van achthondcrl gulden. Deze feiten spreken en doen zien, dat het lot der koristen en orkestleden niet geheel en al op rekening van den heer De Groot mag worden gestel 1. Hem alleen treft nu alle verwijt. Goed, bi) was de primus auctor en ging -in zee met zulke ontoereikende middelen, nut een zóó slecht orkest, met zóó gebrekkig i requisieten ter monteering der op te voeren op ra's, dat hij de mislukking der onderneming had kunnen voorzien. Kortzichtigheid dus is zijn fout geweest. Twaalf jaren geleden durfde hjj een opera «aderneming wagen met dezrifde gebrekkige middelen. Het was ook toen jaren lang een leven tusschen hangen en wurgen in den Porkschouwburg. Maar het resultaat is toch au het bestaan eener rationale opera, thans oehter in andere handen welke zich schijnt te kunnen handhaven, da?r zij, op het Leidsche Pl-.iD, in popularit.it met idler jaar wint. Twaalf jaren geleden zou niemand de poging des he.ren De Groot roekeloos of laakbaar genoemd hebben. Maar nu waren er gansch andere omstandigheden. De nationale opera, ontegenzeglijk door hem gesticht, had zich onder andere leiding verder ontwikkeld. Zoo werd het nu een daad van kortzichtigheid n a a 81 de opera op het Leidscbe Plein op nieuw aan te vangen met eerstbeginnenden, met dezelfde gebrekige middelen Van eertij .'s. Kortzichtigheid en onnadenkendheid waren het stellig; maar niet van hem alleen, ook van anderen, die met hem den toestand van het oogenblik kenden: de heer Schmier, de heer Floriesen, het echtpaar Dirx—v. d. Weghel De eenige, die voor het oogenblik niets verloren heeft bij den ondergang van het sociétaire gezelschap is de verhuurder van den Parkschouwburg. Eiken avond moesten de 200 gulden huur prompt worden neer geteld. Zij werden in ontvangst genomen door den administrateur of directeur van het „Paleis voor Volksvlijt", aan het hoofd waar van sedert enkele jaren als voorzitter van den raad van beheer mr. FJoris Adrianus Van Hall staat. HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: A. Van Geulk wedr. en L. De Ruiter wed. J. A. Goossen en E. Doeven. Gehuwd: L. W. Jutïermana en T. Comman deur. J. Van Pijpen en A. Verschoor. C. Sliggers en A. A. Zwemmer. D. Mans wedr. en C. C. M. Wüst wed. A. Den Ouden en A. Colijn. Bevallen: M. J. Van der Veldt geb. Rijkers D. A. Claij geb. Tensen D.W. N. Rits geb. Vastenhout Z. F. L. VV. Rothweiler gob. Van Noord Z. J. De Lange geb. De Vos Z. F. Kooraen geb. Van Elk Z. J. Onpelaar geb. Los Z. S. Bras geb. Jansen D. Al. Smit geb. Stander D. C._ Grosscurt geb. Eveleens D. A. Buiser geb. Van der Laarse Z. M. Hen vel geb. Groenendijk Z. F. Koomen geb. Van Elk levenl Z. A. C. Huizer geb. Griekspoor levenl. D. L. Kistemaker geb. Van Schouwen Z. A. Duivenvoorden geb. Van Gerven D. A. Endhoven geb. Do Regt D. T. Vastenhout geb. Zoet D. A. Middelkoop geb. Buis Z. Z. Twigt geb. Corneli33e L>. J. AI. Spruytenburg geb. Haring Z. H. P. Zandbergen geb. Ketjzers D. Overleden: G. Bakker 1 w. P. De Haas 76 j. A. C. Huizer geb. Griekspoor 28 j. P. Schutter geb. Kruithof 57 j. A. Beuningl8d. K. De Jong 5 m. W. 'louw 36 j. ZEGWAARD. Geboren: Arie Jacobus, Z. van J. Sonneveld en D. Van dor Enk. Antoniua Johannes Josephus, Z. van L. M. G. Van Well en E. G. D. Busemoijer. Bastiaantje, D. van J. Van Elleswijk en C. Van Ruitenburg. RJECL.AHE9, 9125 11 a 25 Cants per regel. AGUILAR, Breestraat No. 54. •©e©0®S©©33-£3O©3©S01V29©O33©39 tres bon Apéritif. AGVILASS, E&rccstraaf 54. Het nieuwe Fransche schandaal. Waarschijnlijk wordt geen rubriek in de dagbladen tegenwoordig moer gelezen dan die, waarin sprake is van de zaak-Dreyfus. Wat beteekenen, daarmede vergeleken, de be richten omtront vredesonderhandelingen, die nog aanhouden, de verzekeringen van Golu- chowski in de Hongaarsche delegatie, de circulaires van de Spaansche regoeiing, die met recht een weinig baDg is voor generaal Weyler? Wat zelfs de handelingen van onze volksvertegenwoordiging? Die belangstelling in do zaak-Dreyfus is zeer verklaarbaar. Zfl berust in do eerste plaats op een mcnscbelijk medegevoel. Hier is een man, die, rfcjk en in aanzien, een goede positie innemende, plot seling van die hoogte wordt nedergestort, ellendiger dan de ellendigste en zonder hoop. Zelfs als hc-t voldingend bewijs van verraad gel9vard ware, zou deze tegenstelling or.s het verplegen van den zieke bijstand te ver- feenen. Hot was voor haar een ongehoopte vreugde, zoo te rechter tijd aan te komen en getuige van do plechtige handeling te kun nen zijn. Aan het ziekbed zonk zij neder en kuste des schilders hand. „Kunt gij me vergeven?" stamelde zij, diep bewogen. HÖ streelde haar zijdeachtig haar en her haalde telkens: „M\jn lief, goed kind...." Toen de huwelijksplechtigheid voorbij was wendde Elise, nadat zi) haar echtgenoot lang omarmd gehouden had, zich tot Emma en flaieterde haar toe„Nu ben ik gebonden en fü zijt vrij." Zy wilde antwoorden, maar Werner, die de zacht gesproken woorden verstaan had, bief de handen op en wenkte haar en Robert to3 nader te tredon. „Vrij," zeide by, „om u te kunnen verbinden voor htt gansche leven. Legt voor mij in doz9 ernstige stonde de heilige belofte af, elkander met lichaam en ziel te willen toebehooren, voor altijd 1 Wat elkaar bemint, moet éón worden uit twee. Leert van ons, wat het leven armzalig maakt, door onvervulde wen- sehen 1 Wel kent de liefde geen to laat, doch baar gelukkigst lot is vroeg verconigen en lang behouden. TJ wordt het door den algooden Hemel geschonken; zyt dankbaar!" Hij legde hun handen inéén en zonk toen weer, afgemat, in de kussens achterover. Zij bogen zich tot hem neder, om hem op het voorhoofd te kussen, en daarbij raakten hun wangen elkander. Hij sloeg den arm om haar middel en trok haar tot zich; zij liet het zonder tegenstreven toe. Zoo stonden zij een wijle naast den zieke, dio vriendelijk tot hen opzag. Toen viel Emma haar moeder, die inmiddels de groep genaderd was, om den bals en riep: „Moeder.,,, hy wil het, dat wö gelukkig worden 1" De komende nacht was slocht; detoestaud van den zioko wokte de grooUte bezorgdheid. Da geneoshear, die 's avonds gekomen en niot weer vertrokken was, verbeelde don vrienden niet, [dat dit lovon misschien nog slechts by uren t6lde. Zy bartidden zich op den treurig- aten afloop voor. Maar een dier wonderbaarlijke wendingen, die tusschenbeide by zware ziokten ook dö bekwaamste geneeskundigen in verbazing brengen, vct toonde zich ook bier den volgen den dag. Het was alsof het bevrijde gerroed alle kwalen des lichaams beteugelde. De koort3 had haar toppunt bereikt en nam nu snel af. Na eenige dageu konden de doctoren de ge ruststellende verzekering geven, dat men op een spoedig herstel mocht hopen. Na twee weken kon het vervoer naar Interlaken plaats hebben. Daar maakte hot herstel van den zieke snelle vorderingen. Den herfst en den winter brachten de echtelingen in Italië door. Emma vergezelde hen, lerwiJl Robert naar bet vaderland terugkeerde, om daar voor de stichting zijner nieuwe, eigen huishouding te zorgen. De bouw van het hospitaal werd opgege ven, maar Elise vermaakte, met volkomen toestemming harer dochter, in haar testament een zeer aanzienlijk deel van haar vermogen aan haar vaderstad voor hetzelfde liefdadige doel. Naar alle verwachting zullen er nog vele jaren verloopen voor het eenmaal na haar dood geopend zal moeten worden; de armen zullen haar een lang leven toewenschen. In het voorjaar heeft het jonge paar zijn bruiloft gevierd. De schoonste zomermaand brachten zy in het stille Rauschen door, dat hun geluk grondvestte. Max Werner en Elise evenwel woonden in de eenzame villa aan het Thuner meer, die naar Roberts aan wijzingen bewoonbaar en gezellig inge richt was. Zy gevoelden er zich nitt eenzaam in. treffen en ontroeren. Maar nu wordt getwyfeld aan de dengdeiykheil van het bewys on een m&n van oer als Scheurer-Kestner houdt de onschuld vol van den ex-kapitein. Alleen het denkbeeld, dat by, onschuldig zyndo, zoo vreeselyk ïyden moet, vervult ons van ont zetting. Dit is een tragedie, in het volle licht van de negentiende eeuw, geiyk het noodlotsgeloof dor ouden nooit vreeseljjker heeft verdicht. Zelfs voor den verrader is de straf, waartoe Dreyfus veroordeeld werd, een wreede; men zou honderdmaa1 oen dood verkiezen boven deze schande en leze ver schrikkelijke verlatenheid van Duivelseiland. Maar als do veroordeelde nu eens onschuldig lydt? Als hy een martelaar is van de militaire rechtspraak, een zoenoffer voor de fouten en misschien de misdaden, door anderen begaan Dit Loo:»-tragische van de zaak verklaart reeds do algomeene belangstelling in de be richten omtrent Dreyfus. Maar daar komt lets by. Totdat de geachte senator, dio den moed heeft gehad een schynbaar verloren zaak weer aan de orde te stellen, zyn papieren, zyn bewyzen zal hebben gepubliceerd, beweegt men zich byna uitsluitend op bet terrein van de gissingen. Wabrheit und Dichtung zyn hier zoo door elkander gemengd en de dosi9 Wahrheit is zooveel kleiner dan die der Dichtung, dat het steeds moeilyker wordt critisk te oefenen op de uiteenloopende, tegenstrijdige berichten. Van die omstandigheid maakt de Fransche pers e9n ruim gebruik. Daar niemand toch de ware waarheid weet, komt het er niet op aan, wat men zegt. De phantasle heefc vry spel, waar alle controle ontbreekt. In afwachting van wat het onderzoek der tegen majoor Esterhazy ingebrachte beschul diging aan den dag zal brengen, waarmede nog wel eenige tyd verloopen zal, wordt de aandacht door incidenten van allerzonderling- sten aard bezig gehouden. O. a. wordt, gelük men weet, van een officier, vroeger by den generolen staf ge plaatst, maar sedert naar Tunis verplaatst, de naam genoemd; de luitenantkolonel Picquart Is door majoor Esterhazy beschul digd, door de familio Dreyfus te zyn omge kocht ora valsche Btukken te vervaardigen, ten einde hem (Esterhazy) in 't verderf te storten; zyn intriges zyn echter door de geheimzinnige „gesluierde dame" van de middernachtelijke rendez vous, die aan Ester hazy verschenen Ï8 op de hoogten van Mont- m&rtra by de kerk van het Sacré Coeur, om hem te waarschuwen tegen do listen zijner vyandon, verraden. Aan den anderen kant is het spoor van die geheimzinnige dame nage gaan en do „Croix", aan welker bureel zy ook een bezoek bracht, heeft ontdekt, dat dit spoor 1 idt naar een wersld, die ds Franschen als de „demi-monde" plegen aan te duiJtn. Het zyn stichtejyke dingen, waarmee de openbare meoning in- Paiys en „Paris e'est toute la France" - zich tegenwoordig onledig houdt! Een correspondent van da „Vos9i8cbe Zeitung" schrijft naar aanleiding daarvan „Et moet thans all sen maar worden afgewacht dat aan den beschuldigden majoor de gelegen heid gegeven wordt zich te verdedigen en dat zyn aanklagers worden genoodzaakt met hunne bewyzen voor den dag te komen. Dat te beletten, daartoe is de regeering niet sterk genoeg meer. Hare kleine kunstgrepen zyn versleten. Zy most de op nbare behandeling in de nisuwe strafzaak inleiden, en zoo zal er misschien eindeiyk licht in de kunstmatige duisternis dringen. Het meest juist komt het my voor, dat de toestand geschetst wordt door den socialist Górault Richard, die in de „Petite République" schryft: „Men zal my de gedachte ni.t uit het hoofd praten, dat de Dreyfus- zaak nu eerst begint. Daar zyn onderlagen van onreinheden, die, wanneer zy aan den dag komen, in hst ganscbe land zulk een afschuw zuilen verwekkeo, dat de knotsslag, waarvan Bi l ri gesproken heeft, hem en nog menig ander zou kunnen vermorzelen." Majoor Fornizetti, die, volgens de „Jour", nu hy ontslagen i3 als directeur van de mili taire gevangenis te Chercbe Midi, onthullingen zal doen, en aan wiens byzondere bewaking Dreyfus was toevertrouwd, houdt in een brief aan de „Figaro" zyn geloof aan de onschuld van Dreyfus vol. Hy vertelt o. a., dat Dreyfus den i5aen October in arrest werd gebracht. Hot bevel tot inhechtenisneming wrs gedagt9ekend op den 14den, hetgeen bewyst dat tot de arrestatie besloten was voordat men den beschuldigde had gehoord en zelfs buiten medeweten van den gouverneur van Parys, generaal Saussier, die haar eer6t een dag later vornam. Tusschen 18 en 24 October kwam een hoofdofficier tweemaal den kapitein ondervragen. By zyn eerste bezoek vroeg deze den majoor Forni zetti of by niet geruiscblooB de cel van den beschuldigde kon binnentreden met een pro jectielamp in de hand, om het gelaat van Dreyfus plotseling sterk te kunnen verlichten. Hy wilde den kapit.in by verrassing door de mand doen vallen. Majoor Fornizetti ant woordde ontkennend, waarop het verhoor zon der dergelyke tooneelvertooningen plaats had. Er werden Dreyfus herhaaldelyk zinnen gedicteerd, om een proeve van zyn schrift te krygeo. De gevangene verkeerde evenwel in zeer groote opgewondenheid. Hy had geen oogenblik rust. Als hy zich, gebee gekleed, op zyn leger wierp om te slapen, kwelden hem booze droomen. Hy kon niets gebruiken dan wat bouillon en wyn met suiker. De instructie was langdurig en zorgvuldig en zoolang zy duurde geloofde Dreyfus zoo weinig aan zyn in-beschuldiging-Btelling —en nog sniDder aan zyn veroordeeling - dat hy herhaaldelyk, zeido: „Welke vergoeding zal ik vragen? Ik zal naar het kruis so'liciteeren en myn ontslag nemen. Dat bob ik ook gezegd aan majoor Du Paty (de officier, dio belast was met de instructie), dij het in zyn rapport aan het ministerie beoft vet meld. Hy heeft geen onkel bewys tegen my kunnen optoekenen, want bewyttn kunnen er niet zyn, evenmin als de rapportour, die in zyn rapport slechts op aanwijzingen en onderstel lingen afgaat; zonder iets teprecieeeren of iets te rerkiaren." Eenige oogenbllkken véér zyn verschijnen voor zyn rechters zeide Dreyfus: „Ik hoop, dat er aan myn martelaarschap een einde zal komen en dat ik weldra weer in de armen van de mynen zal zyo." Ongelukkig moest het anders zijn. Na de uit spraak werd Dreyfus tegen midd?rnacht haar zyne kamer teruggebracht, waar ik, zoo schryft majoor Forzinetti, hem opwachtte. Toen by my zag, riep hy snikkonde uit: „Myneenige misdaad is, dat ik als Jood geboren ben. Daartoe heeft een leven van arbeid my ge bracht. Waarom ben ik touh naar de krijgs school gegaan? Waarom heb ik myn ontslag niet genomen, zooais do mfinen zoo vurig wenschten Zyn wanhoop was zóó groot, dat ik, ecne noodlottige ontknoopiog vrsezende, in waak zaamheid moest verdubbelt». Den volgenden dag kwam zyn verdediger hem bezosken. Mr. Dsmange spreidde, toen hy in de kamer kwam, de armen uit en zeide, nat van tranen, kom aan zyne borat drukkende, tot hem: „Kapitein, gy zyt het slachtoffer van een der vreeseiykete gerechtelijke dwalingen van deze eeuw," Majoor Forzinetti aarzelt niet, op grond van zyne ervaring in den omgang met ge vangen* n openlyk te verklaren, dat er eene verschrikkeljjke dwaling Is begaan. Hy heoft dan ook nooit kapitein Dreyfus beschouwd als een verrader aan zyn land eo zijn uniform. Van den beginne af heelt hy dat gezegd en tegeuover velen herhaald; ook aan de reges- ring was zyne zi9nswyse aiot onbekend. Hy eindigt zyn relaas alius: „Een hooggeplaatst staatsman, cie nog deel uitmaakt van het parlour n', maar dien ik niet mag noemen, heelt geze^a: HetDr*yfus- proces is eeu anti semiatiach proce9, waarop eene poütiake misdaad ia g-ènt. Ik hen ook van die mee-nmg. Goto God, dat de dag kom©, waarop dio ongelukkige, dio op een rots ligt te zieltogen, zal worden gerehabiliteerd voor d» eer van y-yoe familie, zyno kindoren en ook van hot legjf." Volgens de „Figaro" zal kolonel Picquart zich heden te Tunis inschepen, en Zaterdag te Parys aankomen, om gehoord te worden. Kolonel Picquart heeft in tusschen aan een verslaggever gezegd, dat hy nirts zou los laten voerdat do minister van oorlog hem ge machtigd bad te spreken. Hy laakte het In graaf Esterhazy Z9er, dat deze zich van de pers heeft beoiend, te meer, daar hij ook den naam van een anderen officier hoeft genoemd. Zoo schynt de militaire overheid er ook over te denken, als ten minste waar is wat de „Gau- lois" vertelt, dat de majoor met zestig dagen arrest zal gestraft worden wegens het doen van mededelingen aan de pers. De straf zal echter eerst ingaan aa afloop van de enquête. Verder woTdt nog bericht, dat Scheuror- Kestnor zyn dossier zal paböceeren. Hiertegen over staat de mededeeling van da „Echo de Pari3," dat de senator en Matbieu Dreyfus, broeder van den veroordeelde, hun stukken aan generaal Pellieux, dis zyn onderzoek in de zaak Esterhazy voortzet, ter hand hebben gesteld. Over de familie-betrekking van majoor Walsin Esterhazy met hot bekende Hongaar scbe vorstengeslacht van dien naam, schryft het „FTemdenblatt": Graaf Walsin-Estortazy beeft niets gemeens met het Hongaarsche geslacht; hy komt ook in den Gotbaschen almanak niet voor. Eeïst weinige dagen geleden zeide een te Wernen wonend lid van de Hongaarsche familie Esterhazy, toen er sprake was van de Fransche Esterhazys: „Wy kenDen dezen tak in 't geheel niethy moet reeds lang geleden zich in Frankrijk gevestigd hebben". De Fransche EsfcerhazyB stammen van eene gravin Esterhazy af, die omstreeks honderd jaran geleden buiten echt een zoon haddeze is de stamvader van dit geslacht, dat den graventitel en een deel van het wapen der Esterhazys aannam, nameljjk den gekroonden leeuw, die op eene kroon itaat; in den rechter klauw houdt de leeuw een Hongaarsche sabel, in den linker drie bloemen. Majoor Walsin-Esterhaxy is getrouwd met de gravin Nettencourt, een dame van ouden Lotharingschen adeL flü leeft er echter ge scheiden van. Hy heeft ook nog een brosder, die prefect geweest is en te Bordeaux woont. Vo'gens de „Rappel" zyn de ministers htt onder elkander niet eens over de houding, welke in de zaak-Dreyfus moet worden aan genomen. De „Iutransigeant" en de „Jour" hebben in bet wilde geschryf over de zaak-Dreyfus een Fran8ch officier,Wachter geheeten, beschuldigd van 8pionnoering. Volgens de „Débats" heeft luitenant-kolonel Wachter tegen beide bladen een aanklacht wegens laster ingediend. KOLONIËN. BATAVIA, 22-26 October. iTJSI. Aan van den gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden ontvangen telegrammen wordt door de „Java Ct." van 22 October het volgonde ontleend: Na zekerheid verkregen te hebben, dat de vyandelyke benden allen het terrein tusschen Lepong en Lohong verlaten hadden, is in verband met de slechte weersgesteldheid, waardoor de voorziening bezwarend was, het bivak Lamtih-Zuid opgebroken; de troepen koerden 16 en 17 dezar te Kotta Radja terug. Ook de post te Siroen is opgeheven. Nja Mamat Perlak bevindt zich met een vry talryke bende nog in de bovenomstreken van EdL By Tongkoe Tjihik Perlah werd er op aangedrongen hem onscbadeiyk te maken." De verbonden oeleëbalangs van Telok Setnawe, Bajoe, Tjoendn, Nisam, Sawang en Gloempang Doea hebben de kwaadwilligen uit hunne stelling naby Blang LaDtjang ver jaagd en naar de Boven-Boeloestreken ver dreven. Do gouverneur is 18 dezer van Edi te Kotta Radja teruggekeerd. In den nacht van 19 op 20 dezer overvielen marechaussees van Samahani twee wacht posten van T. Ali Baid in het gobergto ten Zuidwesten van Mampreh, waarby een vyand, vermoedeiyk een P«»nglima, werd neergelegd en een zeer goed achterlaadgeweer met blanke wapens werden buitgemaakt. Den 20sten rukten 's avonds om tien uren, onder aanvoering van den commandant van Indrapoeri, twee compagnieën uit naar den bovenloop der Kemiroe by Siroen (op de overzichtskaart van Groot-Atjeh ten onrechte Handarioeng genaamd), waar een bende van Tengkoa di Bo?soö overvallen werd. De vyand liet dertien dooden achter, waar onder vermoedeiyk het hoofd der bende zoomede negen goede achterlaadgeweren, zes goede voorlaadgeweren en een revolver, be nevens blanke wapens, munitie en een zestal patroontasschen. Aan onze zyde werden geen verliezen ge leden. Op 20 dezer overleed aan zyn op 16 Mei jl. in Glelëng bekomen verwonding de Euro- peesche fuselier Teloeke. - De „Java Ct." van 26 October meldt: 23 dezer rukte van Tjotmantjang e;n colonne uit, door het gebergte, naar Kota Ba Theuë en omstreken, om vyandelyke benden, die zich daar verzameld hadden, op te zoeken. De vijand werd aangetroffen en verdreven. By den terugmarsch viel de vyand in een hinderlaag en liet zeven dooden, benevens een goed achterlaadgeweer en blaake wapens, achter. Aan onze zydo werden gewond, niet levens gevaarlijk: de Europeesche fuselier Van Hapert en licht: de inlandsche sergeant Jahoedasole on de inlandsche fuselier Tanggi Adoe. Volgens den Atjeh-correspondent van het „Soerab. Handelsblad"is er een bloedprys van 20,000 dollars op het hoofd van ToekooJ Oemar gesteld, maar durft niemand öiem verdienen. C Te Lohong wordt een bivouak gebouwd voor een bataljonzoodra dit gereed ea betrokken is, wordt de bezetting van Lepong teruggebracht tot een compagnie, en die van Loknga tot 50 bajonetten. Het geheel komt dan onder bevel van den luitenant-kolonel Willems, Door den gouverneur goneiaal van Nod.-Indiö zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Benoe md: Tot griffier van den residentieraad te Soerakarta, de ambtenaar ter beschikking van den voorzitter van den landraad te Soerabaia, mr. E. H. Th. Mens Fiers Smeding. Bepaald: Dat de ter beschikking van den voorzitter der landraden te Banjoeraoe en Tjilatjap (BaDjoemas) gestelde ambtenaar mr. Ch. M. Van Troostenbarg de Bruyn, in stede van uitsluitend bij eerstgenoemde rechtbank, belast zal worden met güfherswerkzaaraheden hg de beide landraden. Ingetrokken: De benoeming van J. Van Aalst, lsto commies bij de exploitatie van staats spoorwegen op Java, tot magazijnmeester der 1ste klasse bij dien dienBt. Bij de exploitatie van Staatsspoorwegen op Java. Benoemd: Tot magazijnmeester der eerste klasse, de eerste commies J. P. Gray; tot Isteü. commies, J. Van Aalst voornoemd. Bij het kadaster in Ned.-lndie. Verplaatst: Van de kadastrale metingen, in de residentie Soerakarta naar het kadastraal bureau te Cheribon de adjunct-landmeter der 3de kl. F. J. A. Kouchenius; van het katastraal-bureau te Cheribon naar dq kadastrale metingen in de residentie Soerakarta, de adjunct-landmeter der 3de klasse II. Bokhorst. DEPARTEMENT VAN OORLOG.Ontslagen: Op verzoek eervol uit flr. Ma. militairen dienst, de 1ste luit. der genie L. H. Van 't Sant, met vergunning, om de aan dien rang verbonden activiteits-uniform te blijven dragen. Van A-tj eh worden afgelost: De kapt.' der inf. J. N. C. baron Van Heerdt, do lste luit.-adfli der inf. W. A. Eerold, de lste luit. der inf. w.f Beijerinck, H. J. Voskuil en J. Van dor Weijdenjj de 2de lait. der inf. H. L. H. baron Van Issel- muden; do lste luit.-kwm. "W. F. K. Keuzenkamp; de oif. van gez. 2de kl. G. J. Wijchgel; genoemde officieren zullen de bestemming volgen, die hun door hun wapen- of dienst-cbeï zal worden aan gewezen. Overgeplaatst: Bij de 2de comp. art. (2de veldbatterij) te Banjoe-Biroe do lste luit. bij de 18de comp. art. (lsto bergbatterij) te Batavia, J. C. P. W. A. Steenlcamp; bij de 18de comp. art. (lste bergbatterij) to Batavia de lste luit. bjj de lsto comp. art. (lste velilbatterij) te Batavia, G. C. A. Dijk; bij het lste depot-bat. de lste luit. der, int. bij het garn.-bat. der Oostkust van Sum. geöv, van Medan naar Batavia, J. Wolf. DEPARTEMENT VAN MARINE. Overgaf plaatst: Van Hr. Ms. fregat Atjeh" naar HrJ Ms. wachtschip „Gedeh", onder intrekking zijnen tgdelijke detacbeering aan boord Hr. Ms. flottielje-., vaartuig ,Java", do officier van gezondheid der 2do klasse F. M. R. Schmitz. Bij bet marine-établissement te Soerabaia: Benoemd: Tot hoofdopziener voor het vak' van scheepsbouw, J. De Ba9, thans tijdelijk belast met de waarneming dier betrekking tot baastimmerraan tevens modelmaker, J. JuDg-} backer, thans tijdelijk belast met de waarneming' dier betrekking. CORRESPONDENTIE. Ingezondenstuk* ken of mededeelingen, waarvan de inzendent, hun naam niet aan de Redactie bekend makel? worden ongeplaatst ter zyde gelegd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 6