N°. 11580.
Woensdag 24 IVovember.
A#. 1897
geze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste IJ la tl.
Feuilleton.
LEIBSGH
DA&BLAD.
PBIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf MO.
Franco per post 1,40.
Afzonderlijke Nommere 7 V **1'* 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0. 17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit uominer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leitien, 23 November.
Heden is de tentoonstelling van Japansche
kunst in ket Stedelijk Museum geopend. Zy
blijft tot en met Dinsdag 7 December ter be
zichtiging.
Voor hot mcerendeel bestaat zij uit teeke-
niDgan op zij.le, K kemono's, enz. Er zijn een
paar afbeeldingen van Aïno's, de oude bewoners
van Japan, die ter jacht en op de vischvangst
gaan, uitvoerig gepenseelde teekeningen van
vogels en 1 ndschappen, terwijl een groote
optocht vooral door den prachtigen kleurenryk
dom boeit.
In een kleine vitrine zijn bovendien eenige
Japansche lakwerken en andere voorworpen
bijeenge^ racht, oie getuigenis - afleggen van
de groote zorg, die door cit volk aan derge
lijke voorwerpen van huishoudelijk-n aard,
als beurzen, portefeuilles, bonbonnières, mes
senheften, enz., wordt besteed. Een interessant
scherm, waarop meer dan 800 figuren voor
komen, is in de vestibule opgesteld.
Zesmalen reeds sac de werkliedenzang
vereeniging „Kunst na Arbeid", welke den
8sten Januari a. s. den leeftijd van vier j.^ren
hoopt te bereiken, een breede schaar belang
stellend luisteren naar bttgsen zij op baar
uitvoeringen als vruchten van studie na arbeid
ten gehoore bracht. Met grond mocht dus
verwacht worden, dat ook gisteravond we
der, 'og gelegmheid van de zevende uit
voering, velen zich naar „Hotel Du Nori"
de placts dezer uitvoering zouden opmaken.
En zoo geschiedde dan ook, met het gevolg,
dat de zaA van dit Hot^l geheel gevuld ge
raakte. Een prettig gezicht, zoo'n volle zaal,
een bemoedigende aabSlik tevens voor de wer
kende leden!
Zesmalen reeds zagen de zangers, werkende
leden dezer Vereeniging, hunne uitvoeringen
met succes bekroond, m. a. w. mochten zjj
de tevredenheid, zich uitende in herhaaldelijke
levencige bijvalsbetuigingen, van hoorderessen
en hoorders verwerven. En zoo ook was het
nu tot ons genoegen we r. Zoowel vóór als
na de pauze werden de zangnommers zóó
ten gehoore gebracht, zóó beschaafd vooral
en zóó zuiver van klank, dat hun vertolking
ter.cht aanspraak mocht maken op goed-
keuriog en tevredenheid. Niet het minst was
dit bet geval met de zeven nummers, welke
als eerste uitvoeringen op het geruischlooze
programma voorkwamen.
Bijzondere vermelding verdient o. idat van
een der nummers („Stille", van C. M. Von
We'oer) de Duitsche tekst werd gezongen,
hetgeen in dezen kring niet afgekeurd be
hoefje te wordtn, omdbt do uitspraak niets
te wenschen overliet en ae vertaling in het
Noderlandsch er op het programma was
bijgevoegd.
Een aangename afwisseling vormden de
verdienstelijke violoncel-voordrachttn van den
heer W. C. B. Brouwer, die met den heer
J. H. Berkeljon, eerelid der Vereeniging -
deze voor de piano begeleidiog zoo goed
was welwillend op deze uitvoering mede te
werken. Zy oogstten veel b|jval en wat zij
ten gehoore brachten deed telkens naar meer
verlangen, dat dan bereidwillig gegeven werd.
Over 't geheel genomen en lettende op de
omstandigheden, waaronder gestudeerd en op
een uitvoering gezongen wordt, kan getuigd
worden, dat ook deze uitvoering, weder goed
geslaagd is. De naam dor Vereeniging en de eer
der banier vóór een plantengroep in een
hoek der zaal prijkende-zfin hoog gehouden;
de directeur, de heer Ph. Rank AJzn., mag
over hen, die hij leidde en gisteravond aan
voerde, tevreden zijn, en hem mag dank ge
bracht worden voor hetgeen hg deed om deze
zevende uitvoering op deze wijze mogelijk
te maken.
„Kunst na Arbeid" ga voort op den weg,
dien zij betreden heeft I Zij behoude haar
eereplaats onder Leidens vele vereenigingen
Voor hen, die er belang in stellen, zy ver
meld, dat de hier bespeelde pianino was uit
hst magazijn van de heeren gebroeders
Berkeljon, zooals het programma ter kennis
bracht; het was een mooi instrument: cit
werd er niet by vermeld, al was het de
waarheid.
De uitvoering, tegen negen uren begonnen,
eindigde ongeveer een halfuur vóór midder
nacht met het geliefde, extra gegeven „O
Pepita."
Er heerschte in de zaal een goede atmosfeer,
bepaald een niet te versmaden voorrecht.
De Nederlandsche Journalistenkring heeft
een comité benoemd voor de ontvangst van
de buitenlandsche pers by de plechtige
Inhuldiging van H. M. de Koningin.
In dat comité hebben zitting de heeren
dr. A. Kuyper, hoogleeraar, hoofdredacteur
van „De Standaard", lid der Staten-Generaal,
eerste voorzitter; D. A. Van Waalwijk,
directeur van het „Nieuwsblad voor Nederland",
tweede voorzitter; Jacques Deen, redacteur
van de „Deli Courant", eerste secretaris, -
welke drie heeren het Dagelijks:h Bestuur
uitmakenW. M. Dor Kinderen, „N.
Algemeen Effectenblad", penningmeester, en
C. K Elout, redacteur „Algem. Handelsblad",
tweede secretaris.
Als eere-comité voor deze aangelegenheid
zfin opgetreden: de heer jhr. mr. J. Roëll,
oud-minister van buitenlandsche zaken, eere-
vooratter, en voorts de heeren mr. C. Pyn-
acker Hordyk, oud gouverneur-generaal van
Ned.-In jië, lid der Staten-Generaal; jhr. mr.
T. A. J Van Asch van Wyck, oud-gouverneur
van Ned.-West Indië, lid der Staten Generaal;
mr. S. A. Vening Meinesz, burgemeester van
Amsterdam, lid der Staten-Generaal; mr. N.
P. Van den Berg, president van de Neder
landsche Bank; B. Heldring, directeur van
de Nederlandsche Handel-maatschappyAug.
M. J. Hendricks, president van de Kamer
van Koophandel te Amsterdam; M. M. De
Moncby, president van de Kamer van Koop
handel te Rotterdammr. L. P. M. H. baron
Michiels van Verduynen, Regeerings commis
saris by de Parysche Tentoonstelling in 1900,
lid der Staten Generaal; I. F. W. Conrad,
oud hoofdinspecteur van den waterstaat, lid
der Staten-Generaal; dr. H. J. A. M. Scbaep
man, letterkundige, lid der Staten-Generaal;
Joseph Israels, kunstschilder, H. W. Mesdag,
kunstschilder; dr. P. J. H. Cuypers, architect;
mgr. L C. L Eygenraam, hoofdredacteur van
„De Tyd"; mr. R. Macalester Loup, hoofd
redacteur van „Het Vaderland", en dr. J.
Zaayer, hoofdredacteur van de „Nieuwe Rotter-
damsche Courant."
Hare Majesteit de Koningin-Regentes, vaia
een en ander in kennis gesteld, heeft goed-
gun8tigl(jk verklaard, de pogingen, die wordeo
aangewend om by gelegenheid van do Inhul
digingsplechtigheid van H. M. de Koningin
aan de buitenlandsche pers een waardige
ontvangst te bereiden, zeer te waardearju en
toe te juichen; alsmede, dat het Hare Majesteit
aangenaam zal zyn de werkzaamheden vooir
dit doel, die van den Neöerlandschen Jour
nalistenkring zullen uitgaan, voor zooveel ale
zich daartoe de gelegenheid aanbiedt, te kunneo
doen bevorderen.
Een aanvrage om subsidie van RegeerïDgs-
wege voor deze aangelegenheid is aan den
minister van binnenlandsche zaken opgezonden-
- De een en veertigste jaariykscbe verga
dering der Vereenigiog voor Paedagogiek zal
gehouden wordtn den 29sten December in
het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen,
te Utrecht. Er zal een gedachten wisseling
plaats hebben over de volgende onderwerpen-
H'.t determinisme, dat ontaardt in fatalisme,
is vorderflyk voor de opvoeding, waar het
echter ook rekening houdt met de vrijheid,
die de mensch heeft, al is die relatief, daar
kan het aan de opvoeding de beste ontwik
keling geven. In te leiden door den heer C,
A. C. Kruyder, te Deventer.
Vereenvoudiging van spelling en verbuiging
in betrekking tot het lager onderwys. In te
Liden door den heer A. M. Kollewyn Nz., t©
Amersfoort.
De onrustbarende uitbreiding der school
boeken-literatuur in de laatste jaren. In to
leidon door den heer J. Scbreuder, te Rotterdam,
naar de volgende stellingenlo. De sterke
uitbreiding van het aantal schoolboeken in de
laatste jaren wyst op een bekrompen opvatting
van het begrip methode en benadeelt ons
onderwys. 2o. Verscherping van de bepalingen
in art. 21 der wet op het lager onderwys
verdient geen aanbeveling. 3o. De Vereeniging
voor Paedagogiok is het aangewezen lichaam
om belanghebbenden omtrent de waarde dezer
pers-producten in te lichten.
Het bestuur der Vereeniging bestaat thans
uit de heeren: H. Bouman, te Amsterdam,
voorzitter; C. Van Riet, te Rotterdam, onder
voorzitter; J. Tb. Schiphorst, te Helft, 1ste
secretaris; A. M. Kollewyn Nz., te Amersfoort,
2de secretaris; J. Versluys, te Amsterdam,
penningmeester; D. De Groot, te Utrecht,en
C. A. C. Kruyder, te Deventer
De zangwedstry Jen in het Paleis voor
Volksvlyt te Amsterdam werden Zondag-avond
besloten met den kamp in de 1ste afdeeling,
waaraan 5 vereenigingen deelnamen, die
vro ger een eereprys of eersten prys in een
eerste afdeeling hadden behaald. Het waren:
„De Vereenigde Zangers" (Amsterdam), met
104 zangers, de „Kon. Liedertafel Zang en
Vriendschap" (Haarlem), met 117, de „Rotter-
damsche Liedertafel" met 62, de „Kon. Zang-
vereeniging Cecilia" (Den Haag) met 153, en
„Crescendo" (Haarlem), met 168 zangers.
De volle jury, 10 leden, met Peter Benoit,
de elfde, als voorzitter, kende met algemeene
stemmen den eersten prys, de gouden medaille
en premie van f 250, toe aan „Cecilia", die
onder haren directeur Richard Hol voordroeg
„De Rots in Zee" van Hol en „Les Proscrits"
van Gevaert; den tweeden prys aaD „Zang
en Vriendschap" met 10 tegen 1 stem, met
„Deus nostra spes" van Brandts Buys en
„Germinal" van Riga; den derden prijs aan
de „Rotterd. Liedertafel" met 9 tegen 2 stem
men, met „Les martyrs aux Arènes" van dr.
Rillé en „Lentelied" van Verhulst, en een
diploma als vierden prys aan „De Vereenigde
Zangers"
De burgemeester en mevr. Vening Meinosz,
die deze wedstryden hadden bygewoond,
v. rlioteo hierop de zaal.
Daarop volgde een alleronaangenaamst
incident.
Toen nl. in den eerewedstrjjd tusschen de
vyf vereenigingen, die in de verschillende
afdeelingen den eersten prys hadden behaald,
„Orpheua" (Schiodam) en „Aurora" (Arnhem),
„Cecilia" (Den Haag) als derde op de verhooging
verscheen, ontstond er een groot rumoer van
fluiten, sissen en schreeuwen op verschillende
punten in de zaal. De leden der feestgevende
vereeniging konden het kabaal niet bezweren.
Ook aan het lid der jury Dan. De Lange, die
te midden der zangers verscheen, gelukte dit
niet. Hy noodigde ae ontevredenen met het
oordeel der jury uit, zijn plaats aan de tafel
in 't midden der zaal in te nemen, waarop
bonderden stemmen „Ja, jariepen. Nogmaals
deden verschillende leden van „Orpheon" en
daarna nog de heer Roeschke, directeur van
„Kunst en Oefening", vergeefsche pogingen
om de orde te herstellen, wat eerst gelukte,
toen een aantal politie agenten (in burger-
Lleeaing) binnen kwamen en de heer De Lange
du met ontruiming van de zaal door de politie
dreigde.
De waardige Richard Hol en zyn keur
bende hadden zich door dit schandaal, dat
overigens de verontwaardiging van de over-
groote meerderheid der aanwezigen opwekte,
zoodat dames hem met zakdoeken toewuifden
en luide riepen „Leve Cecilia 1" niet laten over
bluffen. Toen de kalmte was teruggekeerd,
zongen zy weder even flink en krachtig alsof
er niets was gebeurd. Schoon klonk weder
„Les Proscrits", door de groote, stampvolle
zaal, en weder met algemeene stemmen kende
de jury haar den verguld-zilveren palmtak
met eere-medaille toe.
„Orpheus" van Schiedam verwierf den
tweeden prys, een kunstvoorwerp met eere
medaille, met 6 tegen 5 stemmen, die aldus
verd-eld waren: 2 op „Aurora" (Arnhem),
2 op „Arion" (Leiden) en 1 op „Kromraenie's
Mannenkoor."
Tot voorzitter der hoofdcommissie voor
het huldebiyk aan de Koningin Regentes ia
gekozen mr. S. A. Vening Meinesz, burge
meester van Amsterdam In de vacature door
het overlyden van mr J. Heemskerk Az. is
mr. Th. Heemskerk, vroeger lid der Tweede
Kamer, benoemd tot lid der hoofdcommissie,
uit hoogachtiog voor wylen den overleden
voorzitter mr. J. Heemskerk Azn.
De toestand van professor Van Hamel
te Amsterdam was gisteravond bevredigend.
De operatie heeft nog niet plaats gevonden.
Gisterochtend werd door den zeereerw.
H. J. Kleve, beschermheer van den „R. K.
Volksbond", de eerste steen gelegd voor het
nieuwe bondsgebouw der afd. Amersfoort.
Dj gemeenteraad van Deventer besloot
den prys van het gas voor muntgasmeters
in Januari te verlagen tot op G'/a cent de stère.
Z. D. H. de bisschop van Haarlem heeft
gisteren de kapel van het seminaria te War
mond plechtig geconsacreerd. Het Hoogwaar
dig Kapittel was zoo goed als voltallig en
een groot aantal priesters uit het dekenaat
was aanwezig. Te geiyk werd het seminaiie,
onlangs aanmerkelyk veranderd en vergroot,
ingez gu-nd. Het nieuw aangebouwde, ryk
opgetrokken voorstuk maakt een grootscben
indruk tn voldoet aan alle eischon.
De „Sts.-Ct." van heden bevat een
koninklyk besluit, waarby, met intrekking
van hot koninklyk besluit van 23 Februari
1890, byzondere voorwaarden worden vast
gesteld voor benoembaarheid tot ing-nieur
voor bet vak van scheepsbouw by hut marine
établissement te Soerabaia, en ragelen be
treffende de uitzending van persoDe 1 voor die
betrekking uit Nederland.
De minister van justitie heeft zich gisteren
ter audiëntie naar Het Loo begeven.
Mr. S. Muller Hzn., lid van den Raad
van Rotterdam, die in de Raadsvergadering,
waar voor de tweede mail gestemd werd
over het amendement-Da Klerk om het mini
mum salaris van brug- «.n sluiswachters te
brengen op f 500, wegens ongesteldheid fce
laat kwam, zoo lat andermaal de stemmen
staakten en het voortel geacht moest wor
den te zyn vurworpeo, l:63ft nu aan len heer
D. De Klerk eei som geils aangeboden voor
bedoelde brug- en sluiswachters. De hd-.r De
Klerk, hoewel de goede bedoeling van den
heer Muller erkennende^ heeft aie som niet
willen aanvaarden. Hy is voornemens, indien
niet burgemeester en wethouders zeiven op
de zaak terugkomen, by de eerstvolgende
begrooting andermaal zyn voorstel by den
Raad in te dienen. (N. R. Ct
De „Haagsche Kronieker" van de „N.
Gron. Ct." schryft o. a. het volgende:
Het gorucht moet de ronde hebben gedaan,
dat het „D.gblad van Zull-Holl nd en
's-Gravcnhage" met 1 Jan. e. k. zou ophouien
te verschynen. Eeriyk gezegd had ik daarvan
niets vernomen wel is 't een publiek geheim,
dat de zak n niet al te best vlotten en men
ontziglyke moeite heeft om een nieuwen
hoofdredacteur en een commissaris te vinden;
doch het „Dagblad" heeft zelf, door mede te
doelen, dat 't ook na 1 Jan. nog wordt uit
gegeven, hut publiek tot het bosef gebracht,
Moeder en Dochter.
33)
Hy mocht zich als erfgenaam beschouwen
en maakte daarom ook geen bezwaar, in
het atelier en de slaapkamer van den schilder
opruiming te houden en diens papieren te
doorzoeken. Daaronder vond hy een soort van
laatste wilsbeschikking in een open brief aan
zyn neef. In dat schryven stond vermeld,
dat de scbildery op den ezel aan Elise Van
Maren toebehoorde en dat het medaillonpor-
tr .t in de tafellade onder den spiegel hem in
het graf moest worden meegegeven.
By dit modaillonportrct stroomden weer
overvloedige tranen. Op den achterkant was
van de hand des schilders dat bekende vers
uit Uhlands „Dochtertje der Gastvrouw" ge
schreven
„U beminde ik steeds, u bemin ik r.og thans,
En zal u beminnen in eeuwigheid."
De datum van zyn sterfdag stond er onder:
by had het hem zoo dierbare portret vóór
zijn laatsten tocht nog beschouwd en, door
een voorgevoel van zyn naderend einde ge
dreven, dit afscheid genomen.
Ook Emma's visitekaartje was bewaard
gebleven.
„Laten wy het portret in het meer doen
zinken 1" bepaalde Eliso. „Het was zyn laatste
wil, dat het hem in het graf zou worden
meegegeven. Het meer, waarop wij het ge
1'kkigste uur van ons leven doorbrachten,
is zyn graf geworden. Dit opschrift getuigt,
dat hy my sinds dat oogenblik betreurd heelt
als een overleden geliefde."
Tegen den avond, doch vroeger dan by
verwacht werd, kwam de kleinzoon der oude
Ursula van de bergen af, waar hy met den
zoon van een der Alpenherders diens vee
gehoed had. Hy kwam buiten adem aan-
loopen, vtrtelde zyn grootmoeder een lange
geschiedenis, dia door haar in spanning werd
aangehoord, doch waarvan de vreemden wegens
het Zwitseische dialect geen woord verslonden.
Dj oude scheen onrustig, hoorde hem nader
uit, schudde bedenkeiyk het hoofd en over
legde wat zy doën zou. Eindelyk wendde zy
zich tot de dame en haar geleider. „Ik sla
er geen geloof aan," zeide zy; „'t is Z9ker
weer dwaze praat, maar weten moet mevrouw
het toch, en mynheer ook."
„Wat is er te doen?" vroeg Robert.
„Ik ben een oude vrouw," ging Ursula
voort, „en heb altyd hier aan het meer ge
woond. Nu is het menigmaal voorgekomen,
dat er een bootje omgesL gen en de opvarende
verdwenen is, omdat het meer de verdron
kenen niet teruggeeft. Dan beweerde men
achterna telkens, dat men hem hier of daar
gezien had; dat werd rondom naverteld, maar
wanneer men behoorlyk nasporingen deed,
was het niets."
Mevrouw Yan Maren werd opmerkzaam.
„En ook nu spreekt men.... Zeg ons alles 1"
„Myn kleinzoon hoedt het vee by eon boer,
dien mynheer Werner aikwyls bezocht heeft
om da3r te teekenen, en zyn zoon heeft per
8ooniyk wel schilderdoos en scherm voor hem
gedragen. De knapen zyn samen op de weide
geweest; cnderwyl is de hoer thuisgekomen
en heeft hun allerlei verteld. Hy had namelyk
een vreemden heer over den Singris en den
Beatusberg gebracht. Kort vóór Neuhaus heeft
by zyn afscheid gekregen en den gemakke-
lyker weg langs den oever van het meer voor
den terugweg ingeslagen, maar te voren zich
in een herberg opgehouden, waar veel visscher3
en schippers komen. Daar werd over de schade
gesproken, die de laatste storm heeft aange
richt, en zoo heeft er ook een gezegd, dat
niet ver van daar een doodzieke man lag, dien
zy uit het water hadden opgevischt; maar
zy wisten niet, wie hy was, want hy kon
geen woord uitbrengen. Intusschen was ook
iemand van Neuhaus gekomen, die door d©
stoomboot van Thun daar aan land werd
gezet; die had gezegd, dat hy overal naar
een verongelukten schilder moest informeeren,
en nu hadden zy het dadelijk by elkaar gepast,
dat die persoon üe zieke wel kon zyn. De
boer is toen naar huis gesneld od heeft myn
kleinzoon opgedragen het my mede te deelen.
Maar het is zeker weer dwaze praat: wien
het meer eenmaal heeft, dien geeft het niet
terug."
Hoe rustig de oude dit ook verhaalde, toch
werd mevrouw Van Maren daardoor in koorts
achtige opgewondenheid gebracht. „Duizend
maal moge zulk een gerucht liegen", sprak
zy met bevende stem, „éénmaal kan het toch
gegrond zijn. Onraogeiyk is zulk een redding
ni9t, en waarom zou Werner...." Zy kon
niet verder spreken en brak in een kramp
achtig snikken uit
Robert Harder bood terstond aan met den
kleinzoon der oude Ursula den boer te gaan
halen, om hem nader te kunnen uitvorschen.
Na twee uren kwamen zy, door den boer
vergezeld, terug. Hy wist natuuriyk niet veel
meer dan hetgeen hy reeds aan de knapen
had medegedeeld, maar hy verklaarde zich
bereid de heeren en de dame naar de herberg
te brengen en hen by hun verdere nasporingen
te helpen. „Ik zou reeds zelf den zieke
opgezocht hebben," eindigde hy, „maar men
zei, dat ze niemand by hem wilden toe
laten."
Men begaf zich nu terstond naar Thun. De
raadsheer had ook reeds van zyn bode uit
'Neuhaus een briefje met het voorloopige bericht
ontvangen en zond hun iemand te gemoet.
Tot aller leedwezen vertrok er geen stoomboot
meer; men moest dus besluiten, om het meer
heen te ryden De heeren verzochten mevrouw
Yan Maren achter te blijven en af te wachten,
tot er iets zekers zou blyken; zy was er
niet toe te bewegen.
„Als hy het werkelijk was," zeide zy, „en
ik had hem nog levend kunnen aantreffen
Neen, neen! Ik moet naar hem toe."
Het was nacht geworden, toen men in
Neuhaus aankwam. Toch werd de weg zonder
toeven voortgezet, de hérberg aan het meer
en volgens de aldaar verkregen inlichtingen
de vi8scherswoning opgezocht, waarin, een
half uur verder, de zieke zich bevinden zou.
Zy ontmqetten een geestelyke en ondervroe
gen hem. Hy bevestigde de tyding en voegde
er by, dat de menscken hem gebaald hadden
om den stervende den laatsten troost te
brengen; maar hy scheen reeds het bewust-
zyn verloren te hebben.
„Aan den geneesheer beeft hut volk waar-
scbynlyk weer het laatst gedacht," bromde
de raadsheer.
Zy haastten zich verder te komen. Achter
de vensters van bet huisje was slechts een
mat lichtschynsel te bemerken. Door eenig'
mannen- en vrouwenstemmen werd een geer'
teiyk lied gezongen, wellicht do lykzang, Doo»
angst voortgedreven, snelde Elise, allen voor
uit, de kamer in.
Hot gezang verstomde eensklaps. De lieden
die in de nabyheid van de bedstede lagen neer
geknield, stonden op en keken verwonderd
naar de dame, die terstond den kandelaar var
de tafel nam en met haastige schreden naar
het bed snelde.
„Maxi" kreet zy en zonk naast de sponde
neder.
Het was geen doode, die door dezen kreet
ten leven moest worden opgewekt. Werner
ademde nog, doch onrustig en onregelmatig
geiyk een stervende. Nu scheen het geluid
van een geliefde stem zyn inwendig oor to
bereiken; hy schrikte op en opende de zware
oogleden. Robert bad de kaars snel uit Eiise's
hand genomen en lichtte van het voeteneinde
by. Zy richtte zich met alle inspanning aan
I de beddeplank op en boog zich over den zieke.
Hy herkende haar; over het marmerbleeke
gezicht verspreidde zich een vriendelyke glim-
j lach. De lippen bewogen zich bevend, Elise
I meende haar naam te verstaan. Daarop scheen
by weder in te sluimeren.
I Slot volgt.)