N°. 11580. Woensdag 24 IVovember. A#. 1897 geze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Eerste IJ la tl. Feuilleton. LEIBSGH DA&BLAD. PBIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf MO. Franco per post 1,40. Afzonderlijke Nommere 7 V **1'* 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0. 17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit uominer bestaat uit TWEE Bladen. Leitien, 23 November. Heden is de tentoonstelling van Japansche kunst in ket Stedelijk Museum geopend. Zy blijft tot en met Dinsdag 7 December ter be zichtiging. Voor hot mcerendeel bestaat zij uit teeke- niDgan op zij.le, K kemono's, enz. Er zijn een paar afbeeldingen van Aïno's, de oude bewoners van Japan, die ter jacht en op de vischvangst gaan, uitvoerig gepenseelde teekeningen van vogels en 1 ndschappen, terwijl een groote optocht vooral door den prachtigen kleurenryk dom boeit. In een kleine vitrine zijn bovendien eenige Japansche lakwerken en andere voorworpen bijeenge^ racht, oie getuigenis - afleggen van de groote zorg, die door cit volk aan derge lijke voorwerpen van huishoudelijk-n aard, als beurzen, portefeuilles, bonbonnières, mes senheften, enz., wordt besteed. Een interessant scherm, waarop meer dan 800 figuren voor komen, is in de vestibule opgesteld. Zesmalen reeds sac de werkliedenzang vereeniging „Kunst na Arbeid", welke den 8sten Januari a. s. den leeftijd van vier j.^ren hoopt te bereiken, een breede schaar belang stellend luisteren naar bttgsen zij op baar uitvoeringen als vruchten van studie na arbeid ten gehoore bracht. Met grond mocht dus verwacht worden, dat ook gisteravond we der, 'og gelegmheid van de zevende uit voering, velen zich naar „Hotel Du Nori" de placts dezer uitvoering zouden opmaken. En zoo geschiedde dan ook, met het gevolg, dat de zaA van dit Hot^l geheel gevuld ge raakte. Een prettig gezicht, zoo'n volle zaal, een bemoedigende aabSlik tevens voor de wer kende leden! Zesmalen reeds zagen de zangers, werkende leden dezer Vereeniging, hunne uitvoeringen met succes bekroond, m. a. w. mochten zjj de tevredenheid, zich uitende in herhaaldelijke levencige bijvalsbetuigingen, van hoorderessen en hoorders verwerven. En zoo ook was het nu tot ons genoegen we r. Zoowel vóór als na de pauze werden de zangnommers zóó ten gehoore gebracht, zóó beschaafd vooral en zóó zuiver van klank, dat hun vertolking ter.cht aanspraak mocht maken op goed- keuriog en tevredenheid. Niet het minst was dit bet geval met de zeven nummers, welke als eerste uitvoeringen op het geruischlooze programma voorkwamen. Bijzondere vermelding verdient o. idat van een der nummers („Stille", van C. M. Von We'oer) de Duitsche tekst werd gezongen, hetgeen in dezen kring niet afgekeurd be hoefje te wordtn, omdbt do uitspraak niets te wenschen overliet en ae vertaling in het Noderlandsch er op het programma was bijgevoegd. Een aangename afwisseling vormden de verdienstelijke violoncel-voordrachttn van den heer W. C. B. Brouwer, die met den heer J. H. Berkeljon, eerelid der Vereeniging - deze voor de piano begeleidiog zoo goed was welwillend op deze uitvoering mede te werken. Zy oogstten veel b|jval en wat zij ten gehoore brachten deed telkens naar meer verlangen, dat dan bereidwillig gegeven werd. Over 't geheel genomen en lettende op de omstandigheden, waaronder gestudeerd en op een uitvoering gezongen wordt, kan getuigd worden, dat ook deze uitvoering, weder goed geslaagd is. De naam dor Vereeniging en de eer der banier vóór een plantengroep in een hoek der zaal prijkende-zfin hoog gehouden; de directeur, de heer Ph. Rank AJzn., mag over hen, die hij leidde en gisteravond aan voerde, tevreden zijn, en hem mag dank ge bracht worden voor hetgeen hg deed om deze zevende uitvoering op deze wijze mogelijk te maken. „Kunst na Arbeid" ga voort op den weg, dien zij betreden heeft I Zij behoude haar eereplaats onder Leidens vele vereenigingen Voor hen, die er belang in stellen, zy ver meld, dat de hier bespeelde pianino was uit hst magazijn van de heeren gebroeders Berkeljon, zooals het programma ter kennis bracht; het was een mooi instrument: cit werd er niet by vermeld, al was het de waarheid. De uitvoering, tegen negen uren begonnen, eindigde ongeveer een halfuur vóór midder nacht met het geliefde, extra gegeven „O Pepita." Er heerschte in de zaal een goede atmosfeer, bepaald een niet te versmaden voorrecht. De Nederlandsche Journalistenkring heeft een comité benoemd voor de ontvangst van de buitenlandsche pers by de plechtige Inhuldiging van H. M. de Koningin. In dat comité hebben zitting de heeren dr. A. Kuyper, hoogleeraar, hoofdredacteur van „De Standaard", lid der Staten-Generaal, eerste voorzitter; D. A. Van Waalwijk, directeur van het „Nieuwsblad voor Nederland", tweede voorzitter; Jacques Deen, redacteur van de „Deli Courant", eerste secretaris, - welke drie heeren het Dagelijks:h Bestuur uitmakenW. M. Dor Kinderen, „N. Algemeen Effectenblad", penningmeester, en C. K Elout, redacteur „Algem. Handelsblad", tweede secretaris. Als eere-comité voor deze aangelegenheid zfin opgetreden: de heer jhr. mr. J. Roëll, oud-minister van buitenlandsche zaken, eere- vooratter, en voorts de heeren mr. C. Pyn- acker Hordyk, oud gouverneur-generaal van Ned.-In jië, lid der Staten-Generaal; jhr. mr. T. A. J Van Asch van Wyck, oud-gouverneur van Ned.-West Indië, lid der Staten Generaal; mr. S. A. Vening Meinesz, burgemeester van Amsterdam, lid der Staten-Generaal; mr. N. P. Van den Berg, president van de Neder landsche Bank; B. Heldring, directeur van de Nederlandsche Handel-maatschappyAug. M. J. Hendricks, president van de Kamer van Koophandel te Amsterdam; M. M. De Moncby, president van de Kamer van Koop handel te Rotterdammr. L. P. M. H. baron Michiels van Verduynen, Regeerings commis saris by de Parysche Tentoonstelling in 1900, lid der Staten Generaal; I. F. W. Conrad, oud hoofdinspecteur van den waterstaat, lid der Staten-Generaal; dr. H. J. A. M. Scbaep man, letterkundige, lid der Staten-Generaal; Joseph Israels, kunstschilder, H. W. Mesdag, kunstschilder; dr. P. J. H. Cuypers, architect; mgr. L C. L Eygenraam, hoofdredacteur van „De Tyd"; mr. R. Macalester Loup, hoofd redacteur van „Het Vaderland", en dr. J. Zaayer, hoofdredacteur van de „Nieuwe Rotter- damsche Courant." Hare Majesteit de Koningin-Regentes, vaia een en ander in kennis gesteld, heeft goed- gun8tigl(jk verklaard, de pogingen, die wordeo aangewend om by gelegenheid van do Inhul digingsplechtigheid van H. M. de Koningin aan de buitenlandsche pers een waardige ontvangst te bereiden, zeer te waardearju en toe te juichen; alsmede, dat het Hare Majesteit aangenaam zal zyn de werkzaamheden vooir dit doel, die van den Neöerlandschen Jour nalistenkring zullen uitgaan, voor zooveel ale zich daartoe de gelegenheid aanbiedt, te kunneo doen bevorderen. Een aanvrage om subsidie van RegeerïDgs- wege voor deze aangelegenheid is aan den minister van binnenlandsche zaken opgezonden- - De een en veertigste jaariykscbe verga dering der Vereenigiog voor Paedagogiek zal gehouden wordtn den 29sten December in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, te Utrecht. Er zal een gedachten wisseling plaats hebben over de volgende onderwerpen- H'.t determinisme, dat ontaardt in fatalisme, is vorderflyk voor de opvoeding, waar het echter ook rekening houdt met de vrijheid, die de mensch heeft, al is die relatief, daar kan het aan de opvoeding de beste ontwik keling geven. In te leiden door den heer C, A. C. Kruyder, te Deventer. Vereenvoudiging van spelling en verbuiging in betrekking tot het lager onderwys. In te Liden door den heer A. M. Kollewyn Nz., t© Amersfoort. De onrustbarende uitbreiding der school boeken-literatuur in de laatste jaren. In to leidon door den heer J. Scbreuder, te Rotterdam, naar de volgende stellingenlo. De sterke uitbreiding van het aantal schoolboeken in de laatste jaren wyst op een bekrompen opvatting van het begrip methode en benadeelt ons onderwys. 2o. Verscherping van de bepalingen in art. 21 der wet op het lager onderwys verdient geen aanbeveling. 3o. De Vereeniging voor Paedagogiok is het aangewezen lichaam om belanghebbenden omtrent de waarde dezer pers-producten in te lichten. Het bestuur der Vereeniging bestaat thans uit de heeren: H. Bouman, te Amsterdam, voorzitter; C. Van Riet, te Rotterdam, onder voorzitter; J. Tb. Schiphorst, te Helft, 1ste secretaris; A. M. Kollewyn Nz., te Amersfoort, 2de secretaris; J. Versluys, te Amsterdam, penningmeester; D. De Groot, te Utrecht,en C. A. C. Kruyder, te Deventer De zangwedstry Jen in het Paleis voor Volksvlyt te Amsterdam werden Zondag-avond besloten met den kamp in de 1ste afdeeling, waaraan 5 vereenigingen deelnamen, die vro ger een eereprys of eersten prys in een eerste afdeeling hadden behaald. Het waren: „De Vereenigde Zangers" (Amsterdam), met 104 zangers, de „Kon. Liedertafel Zang en Vriendschap" (Haarlem), met 117, de „Rotter- damsche Liedertafel" met 62, de „Kon. Zang- vereeniging Cecilia" (Den Haag) met 153, en „Crescendo" (Haarlem), met 168 zangers. De volle jury, 10 leden, met Peter Benoit, de elfde, als voorzitter, kende met algemeene stemmen den eersten prys, de gouden medaille en premie van f 250, toe aan „Cecilia", die onder haren directeur Richard Hol voordroeg „De Rots in Zee" van Hol en „Les Proscrits" van Gevaert; den tweeden prys aaD „Zang en Vriendschap" met 10 tegen 1 stem, met „Deus nostra spes" van Brandts Buys en „Germinal" van Riga; den derden prijs aan de „Rotterd. Liedertafel" met 9 tegen 2 stem men, met „Les martyrs aux Arènes" van dr. Rillé en „Lentelied" van Verhulst, en een diploma als vierden prys aan „De Vereenigde Zangers" De burgemeester en mevr. Vening Meinosz, die deze wedstryden hadden bygewoond, v. rlioteo hierop de zaal. Daarop volgde een alleronaangenaamst incident. Toen nl. in den eerewedstrjjd tusschen de vyf vereenigingen, die in de verschillende afdeelingen den eersten prys hadden behaald, „Orpheua" (Schiodam) en „Aurora" (Arnhem), „Cecilia" (Den Haag) als derde op de verhooging verscheen, ontstond er een groot rumoer van fluiten, sissen en schreeuwen op verschillende punten in de zaal. De leden der feestgevende vereeniging konden het kabaal niet bezweren. Ook aan het lid der jury Dan. De Lange, die te midden der zangers verscheen, gelukte dit niet. Hy noodigde ae ontevredenen met het oordeel der jury uit, zijn plaats aan de tafel in 't midden der zaal in te nemen, waarop bonderden stemmen „Ja, jariepen. Nogmaals deden verschillende leden van „Orpheon" en daarna nog de heer Roeschke, directeur van „Kunst en Oefening", vergeefsche pogingen om de orde te herstellen, wat eerst gelukte, toen een aantal politie agenten (in burger- Lleeaing) binnen kwamen en de heer De Lange du met ontruiming van de zaal door de politie dreigde. De waardige Richard Hol en zyn keur bende hadden zich door dit schandaal, dat overigens de verontwaardiging van de over- groote meerderheid der aanwezigen opwekte, zoodat dames hem met zakdoeken toewuifden en luide riepen „Leve Cecilia 1" niet laten over bluffen. Toen de kalmte was teruggekeerd, zongen zy weder even flink en krachtig alsof er niets was gebeurd. Schoon klonk weder „Les Proscrits", door de groote, stampvolle zaal, en weder met algemeene stemmen kende de jury haar den verguld-zilveren palmtak met eere-medaille toe. „Orpheus" van Schiedam verwierf den tweeden prys, een kunstvoorwerp met eere medaille, met 6 tegen 5 stemmen, die aldus verd-eld waren: 2 op „Aurora" (Arnhem), 2 op „Arion" (Leiden) en 1 op „Kromraenie's Mannenkoor." Tot voorzitter der hoofdcommissie voor het huldebiyk aan de Koningin Regentes ia gekozen mr. S. A. Vening Meinesz, burge meester van Amsterdam In de vacature door het overlyden van mr J. Heemskerk Az. is mr. Th. Heemskerk, vroeger lid der Tweede Kamer, benoemd tot lid der hoofdcommissie, uit hoogachtiog voor wylen den overleden voorzitter mr. J. Heemskerk Azn. De toestand van professor Van Hamel te Amsterdam was gisteravond bevredigend. De operatie heeft nog niet plaats gevonden. Gisterochtend werd door den zeereerw. H. J. Kleve, beschermheer van den „R. K. Volksbond", de eerste steen gelegd voor het nieuwe bondsgebouw der afd. Amersfoort. Dj gemeenteraad van Deventer besloot den prys van het gas voor muntgasmeters in Januari te verlagen tot op G'/a cent de stère. Z. D. H. de bisschop van Haarlem heeft gisteren de kapel van het seminaria te War mond plechtig geconsacreerd. Het Hoogwaar dig Kapittel was zoo goed als voltallig en een groot aantal priesters uit het dekenaat was aanwezig. Te geiyk werd het seminaiie, onlangs aanmerkelyk veranderd en vergroot, ingez gu-nd. Het nieuw aangebouwde, ryk opgetrokken voorstuk maakt een grootscben indruk tn voldoet aan alle eischon. De „Sts.-Ct." van heden bevat een koninklyk besluit, waarby, met intrekking van hot koninklyk besluit van 23 Februari 1890, byzondere voorwaarden worden vast gesteld voor benoembaarheid tot ing-nieur voor bet vak van scheepsbouw by hut marine établissement te Soerabaia, en ragelen be treffende de uitzending van persoDe 1 voor die betrekking uit Nederland. De minister van justitie heeft zich gisteren ter audiëntie naar Het Loo begeven. Mr. S. Muller Hzn., lid van den Raad van Rotterdam, die in de Raadsvergadering, waar voor de tweede mail gestemd werd over het amendement-Da Klerk om het mini mum salaris van brug- «.n sluiswachters te brengen op f 500, wegens ongesteldheid fce laat kwam, zoo lat andermaal de stemmen staakten en het voortel geacht moest wor den te zyn vurworpeo, l:63ft nu aan len heer D. De Klerk eei som geils aangeboden voor bedoelde brug- en sluiswachters. De hd-.r De Klerk, hoewel de goede bedoeling van den heer Muller erkennende^ heeft aie som niet willen aanvaarden. Hy is voornemens, indien niet burgemeester en wethouders zeiven op de zaak terugkomen, by de eerstvolgende begrooting andermaal zyn voorstel by den Raad in te dienen. (N. R. Ct De „Haagsche Kronieker" van de „N. Gron. Ct." schryft o. a. het volgende: Het gorucht moet de ronde hebben gedaan, dat het „D.gblad van Zull-Holl nd en 's-Gravcnhage" met 1 Jan. e. k. zou ophouien te verschynen. Eeriyk gezegd had ik daarvan niets vernomen wel is 't een publiek geheim, dat de zak n niet al te best vlotten en men ontziglyke moeite heeft om een nieuwen hoofdredacteur en een commissaris te vinden; doch het „Dagblad" heeft zelf, door mede te doelen, dat 't ook na 1 Jan. nog wordt uit gegeven, hut publiek tot het bosef gebracht, Moeder en Dochter. 33) Hy mocht zich als erfgenaam beschouwen en maakte daarom ook geen bezwaar, in het atelier en de slaapkamer van den schilder opruiming te houden en diens papieren te doorzoeken. Daaronder vond hy een soort van laatste wilsbeschikking in een open brief aan zyn neef. In dat schryven stond vermeld, dat de scbildery op den ezel aan Elise Van Maren toebehoorde en dat het medaillonpor- tr .t in de tafellade onder den spiegel hem in het graf moest worden meegegeven. By dit modaillonportrct stroomden weer overvloedige tranen. Op den achterkant was van de hand des schilders dat bekende vers uit Uhlands „Dochtertje der Gastvrouw" ge schreven „U beminde ik steeds, u bemin ik r.og thans, En zal u beminnen in eeuwigheid." De datum van zyn sterfdag stond er onder: by had het hem zoo dierbare portret vóór zijn laatsten tocht nog beschouwd en, door een voorgevoel van zyn naderend einde ge dreven, dit afscheid genomen. Ook Emma's visitekaartje was bewaard gebleven. „Laten wy het portret in het meer doen zinken 1" bepaalde Eliso. „Het was zyn laatste wil, dat het hem in het graf zou worden meegegeven. Het meer, waarop wij het ge 1'kkigste uur van ons leven doorbrachten, is zyn graf geworden. Dit opschrift getuigt, dat hy my sinds dat oogenblik betreurd heelt als een overleden geliefde." Tegen den avond, doch vroeger dan by verwacht werd, kwam de kleinzoon der oude Ursula van de bergen af, waar hy met den zoon van een der Alpenherders diens vee gehoed had. Hy kwam buiten adem aan- loopen, vtrtelde zyn grootmoeder een lange geschiedenis, dia door haar in spanning werd aangehoord, doch waarvan de vreemden wegens het Zwitseische dialect geen woord verslonden. Dj oude scheen onrustig, hoorde hem nader uit, schudde bedenkeiyk het hoofd en over legde wat zy doën zou. Eindelyk wendde zy zich tot de dame en haar geleider. „Ik sla er geen geloof aan," zeide zy; „'t is Z9ker weer dwaze praat, maar weten moet mevrouw het toch, en mynheer ook." „Wat is er te doen?" vroeg Robert. „Ik ben een oude vrouw," ging Ursula voort, „en heb altyd hier aan het meer ge woond. Nu is het menigmaal voorgekomen, dat er een bootje omgesL gen en de opvarende verdwenen is, omdat het meer de verdron kenen niet teruggeeft. Dan beweerde men achterna telkens, dat men hem hier of daar gezien had; dat werd rondom naverteld, maar wanneer men behoorlyk nasporingen deed, was het niets." Mevrouw Yan Maren werd opmerkzaam. „En ook nu spreekt men.... Zeg ons alles 1" „Myn kleinzoon hoedt het vee by eon boer, dien mynheer Werner aikwyls bezocht heeft om da3r te teekenen, en zyn zoon heeft per 8ooniyk wel schilderdoos en scherm voor hem gedragen. De knapen zyn samen op de weide geweest; cnderwyl is de hoer thuisgekomen en heeft hun allerlei verteld. Hy had namelyk een vreemden heer over den Singris en den Beatusberg gebracht. Kort vóór Neuhaus heeft by zyn afscheid gekregen en den gemakke- lyker weg langs den oever van het meer voor den terugweg ingeslagen, maar te voren zich in een herberg opgehouden, waar veel visscher3 en schippers komen. Daar werd over de schade gesproken, die de laatste storm heeft aange richt, en zoo heeft er ook een gezegd, dat niet ver van daar een doodzieke man lag, dien zy uit het water hadden opgevischt; maar zy wisten niet, wie hy was, want hy kon geen woord uitbrengen. Intusschen was ook iemand van Neuhaus gekomen, die door d© stoomboot van Thun daar aan land werd gezet; die had gezegd, dat hy overal naar een verongelukten schilder moest informeeren, en nu hadden zy het dadelijk by elkaar gepast, dat die persoon üe zieke wel kon zyn. De boer is toen naar huis gesneld od heeft myn kleinzoon opgedragen het my mede te deelen. Maar het is zeker weer dwaze praat: wien het meer eenmaal heeft, dien geeft het niet terug." Hoe rustig de oude dit ook verhaalde, toch werd mevrouw Van Maren daardoor in koorts achtige opgewondenheid gebracht. „Duizend maal moge zulk een gerucht liegen", sprak zy met bevende stem, „éénmaal kan het toch gegrond zijn. Onraogeiyk is zulk een redding ni9t, en waarom zou Werner...." Zy kon niet verder spreken en brak in een kramp achtig snikken uit Robert Harder bood terstond aan met den kleinzoon der oude Ursula den boer te gaan halen, om hem nader te kunnen uitvorschen. Na twee uren kwamen zy, door den boer vergezeld, terug. Hy wist natuuriyk niet veel meer dan hetgeen hy reeds aan de knapen had medegedeeld, maar hy verklaarde zich bereid de heeren en de dame naar de herberg te brengen en hen by hun verdere nasporingen te helpen. „Ik zou reeds zelf den zieke opgezocht hebben," eindigde hy, „maar men zei, dat ze niemand by hem wilden toe laten." Men begaf zich nu terstond naar Thun. De raadsheer had ook reeds van zyn bode uit 'Neuhaus een briefje met het voorloopige bericht ontvangen en zond hun iemand te gemoet. Tot aller leedwezen vertrok er geen stoomboot meer; men moest dus besluiten, om het meer heen te ryden De heeren verzochten mevrouw Yan Maren achter te blijven en af te wachten, tot er iets zekers zou blyken; zy was er niet toe te bewegen. „Als hy het werkelijk was," zeide zy, „en ik had hem nog levend kunnen aantreffen Neen, neen! Ik moet naar hem toe." Het was nacht geworden, toen men in Neuhaus aankwam. Toch werd de weg zonder toeven voortgezet, de hérberg aan het meer en volgens de aldaar verkregen inlichtingen de vi8scherswoning opgezocht, waarin, een half uur verder, de zieke zich bevinden zou. Zy ontmqetten een geestelyke en ondervroe gen hem. Hy bevestigde de tyding en voegde er by, dat de menscken hem gebaald hadden om den stervende den laatsten troost te brengen; maar hy scheen reeds het bewust- zyn verloren te hebben. „Aan den geneesheer beeft hut volk waar- scbynlyk weer het laatst gedacht," bromde de raadsheer. Zy haastten zich verder te komen. Achter de vensters van bet huisje was slechts een mat lichtschynsel te bemerken. Door eenig' mannen- en vrouwenstemmen werd een geer' teiyk lied gezongen, wellicht do lykzang, Doo» angst voortgedreven, snelde Elise, allen voor uit, de kamer in. Hot gezang verstomde eensklaps. De lieden die in de nabyheid van de bedstede lagen neer geknield, stonden op en keken verwonderd naar de dame, die terstond den kandelaar var de tafel nam en met haastige schreden naar het bed snelde. „Maxi" kreet zy en zonk naast de sponde neder. Het was geen doode, die door dezen kreet ten leven moest worden opgewekt. Werner ademde nog, doch onrustig en onregelmatig geiyk een stervende. Nu scheen het geluid van een geliefde stem zyn inwendig oor to bereiken; hy schrikte op en opende de zware oogleden. Robert bad de kaars snel uit Eiise's hand genomen en lichtte van het voeteneinde by. Zy richtte zich met alle inspanning aan I de beddeplank op en boog zich over den zieke. Hy herkende haar; over het marmerbleeke gezicht verspreidde zich een vriendelyke glim- j lach. De lippen bewogen zich bevend, Elise I meende haar naam te verstaan. Daarop scheen by weder in te sluimeren. I Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1