N«. 11570 Vrijdag 13 November. A0 1897 <§eze fiourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. VOORSTELLING Leiden, 11 November. Feuilleton. Moeder en Dochter. i»> PBUS DEZEB C0ÜBANT; Voor Loiden per 3 maanden. f f 1.10, Franco per postj Afzonderlijke Nommersg o.05. PBUS DEB ADVEBTENTEËN; Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meêr f 0.17J. Grootero letters naar plaatsruimte. - Vpor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. IN DUN Leidsclien fechouwbiir! In dit rummer vindt mtn het Bewijs, waarop men als abonné van het Leidsch Dagblad recht heeft tot het nemen van hoGgsJens vier plaatsen, voor de voorstel ling op Dinsdag 16 November a. s. Uitdrukkelijk vermei Jen wy, dat dit recht vervalt, wanneer er geen plaatsen meer beschikbaar zijn. Reeds van hedenavond zeven uren wordt met do afpifte der toegangskaarten begonm n. Da plaatsbespreking- ad JIO Cents extra heeft ook aan ons Bureel plaats. Voor een talrijk en zeer aandachtig gehoor hield prof. Van der Burg, uit Dellt, in de vergadering van Nijverheid van gisteravond een ze r belangryko en boeiende voordracht over de nieuwere snelpersen voor couranten druk en de zetwerktuigen Ünotyp9 enmonoline Da zetwerktuigen werden het eerst behandeld en daartoe werd eerst nagegaan welken arbeid een z tter verrichten moet en in hoeverre do machines dezen arbeid kunnon nadoen en ver beteren en, dan springt hierin vooral in 't cog, dat, waar het zetten 8 a 10-maal sneller gaat dan bij menscbeiyk werk, het distribueeren der gebruikte typen door een machine omtrent geen tijd vordert, daar, by eiken gezetten regel, deze machine hot gebruikt 3 type opbergt. Door de groote aan den wand opgehangen schetsen der zetwerktuigen werd hunne wer king door sprektr verklaard en aangetoond, dat de linotype 96 typen heeft en de mono- line slechts 8. Evenwel komen op olke type- Staaf der laatste machine 12 verschillende letters of teekens voor, die op eene der 12 verdiepingen, waaruit het staafje bestaat, plaats vinden. Het klavier eener zetmachine heeft groote overeenkomst met dat eener schryfmachine, de toetsen der linotype correapondeeren met de in het magazijn aanwezige typen, terwijl bij de monoline het magazyn slechts 8 com partimenten bevat, zoodat, wanneer do toetsen van hot klavier worden aangeslagen, door het vooruitbrengen van een liniaal de val lende staafjes in hun val gestuit worden en alle op een gelijke lyn het, in de voorzyde van hot staafje uitgeholde, lettertype brengen; bevinden zich byv. op één staafje de letters e 1 u w, enz., en wil men het woord leeuw zetten, dan worden achtereenvolgens de toetsen aangedrukt, waarop de gewenschte letters voorkomen, en uit het magazyn com partiment vallen achtereenvolgens 5 staafjes, die door de vooruitgeschoven linialen op ver schillende hoogten gesteld worden, zóó, dat eene in de slede (waarin deze staafjes terecht iikomen) uitgespeerde sleuf, het gezette woord te lezen is. Zoodra een regel göheel met staafjes gevuld is, waarop lettertypen en spatiëering, dan klinkt een bel; door het aanzetten van de wigvormige spatiestaafjes wordt de witver- deeling over den geheelen regel gelijkmatig aangebracht; de gezétte regel schuift naar links en in de gleuf wordt esn vloeibaar metaal gespoten, dat na eer ige oogenblikken te voor- scbyn komt als een en relief gegoten gezette regel in spiegelschrift. Alle regels worden achtereenvolgens in den zetvorm opgenomen on opgesloten. Inlusschen zyn de gebruikte typen een weinig in de hoogte geschoven en worden, daar zy aan de bovenzyde voorzien zyn van haken, die voor elk der 8 typen van lengte verschillen, door een vernuftig uitgedacht raam van 8 trapsgewijs oploopende staafjes, die in de haken giypen, gevat, de gezette regel uit elkaar genomen en do typen naar hare compartimenten gevoerd, de spatiestaafjes natunryk naar hun eigen vertrek Het zou ons te vc-r voeren in details het gesprokene na to gaan en zonder toelichtende schetsen zou dat voor een couranten-verslag ook ondoeniyk zyn. Na de pauze (die nog geen 10 minuten duurde) werden de snelpersen besproken, die van König-Bauer, en de Cox Duplex, ciein de laatsto maanden „Het Vaderland" drukt. Deze laatste heeft het voordeel dat zonder stereotypie dus direct van de gezette vormen gedrukt wordt, zoodat doze machine op de rotatie persen een voorsprong heeft van 20 minuteD, somtyd.s voldoende om aan spoor, boot of tram op tyd te bezorgen. Voor hen, die incertyd de rotatiepers van het „Loidsch Dagblad" gezien hebben, was de verklaring van Prof. v. d. Burg zeer welkom en werden daardoor de uitvoerige teekeningen dubbel duidelyk. Ten slotte werJ het principe van de vouw- machine en de vei klaring van de wiskun stige lyn, cjie daaraan ten grondslag ligt, door model en consrrucue op ntt coru toege licht en aan het slot der voordracht ook do monoline zetmachine bezichtigd. Jammer, dat door onvoldoenden toevoer van gas het stereo type-metaal niet tot smelting kon komen, zoodat men zich vergenoegen moest met het zien zetten en distribueeren. Er waren even wel modellen genoeg voorhanden van gezette stukken, die een duidelyk beeld gaven van 'wat er zou gebeuren als de toestel compleet werkte. De monoline-fabriek van den heer Symons te Rotterdam intusschen onzen dank voor de bereidwilligheid, waarmede doze machine ter beschikking aan het bestuur en den spreker gesteld was. Na warm applaus en plichtplegingen ging de vergad ring te kwart over tienen uiteen. Door het ministerie van koloniën is aanbesteed de levering van. 5 perc. wollen dekens, bestaande uit: lo. 4817 stuks, 2o. 5000 stuks, 3o. 4000 stuks, 4o. 5000 stuks en 5o. 5000 stuks. Laagste inschr. voor de perc. 1, 2 en 5 van „De Leidsche Dekenfabriek" te Leiden 19718.49'/,, 21,050 en 18,250; - voor perc. 3 van Gebr. Van Wyk en Co., te Leiaeo, 14,400, en voor perc, 4 van Jules Regout en Co., to Maastricht, voor 16,400. Door het provinciaal kerkbestuur van Zeeland is tot de Evangeliebediening in de Ned.-Herv. Kerk toegelaten de heer Th. H. Ph. Van Papenrecht, theol. cand. aan de universiteit te Leiden. De commis8iön, in 1897/98 belast met het afnemen van de practische examens van apotheker, zullen zitting houden: te Leiden, op 10 Dec. a. s.; te Utrecht, op 9 December a. s.; te Gro irjgen, op 13 December a. sen te Amsterdam, op 9 Debember a. s. en volgende dagen. (Sis.Cf.) Bij het onderzoek van het hoofdstuk Bianenlandsche Zaken der Staatsbegrooting voor 1898 gaven in de afdeelingen der Tweede Kamer de hooge, steeds stygende, en niette min steeds onbevredigd latende kosten voor het universitair onderwys wederom aanleiding tot eene uiteenloopende gedachtenwisseling, waarby opnieuw o. a. het denkbeeld werd verdecigd om voor één universiteit, door veel vuldigheid van leerstoelen en verbetering van leermiddelen, naar het hoogste to streven, terwijl men voor de beïdo overige zich zou bepalen tot het minimum der wet. Verder nog reikto de wensch van leden, die er op aandrongen, óf één rijks universiteit op te befFen, óf twee daarvan te herscheppen tot faculteitsscholeD. Ofschoon tegenover deze regeering de be- ginselquaestie opzetteiyk ter zyie latend, protesteerden toch verscheidene leden met nadruk tegen de bevoorrechting van bet open baar boven het byzonder universitair onder- wys, die huns inziens uit de wet op het hooger onderwijs voortvloeit. Van de zyde dar leden, die hier voor de belangen van het byzonder onderwys opkwa men, werd voorts nogv als wensch te kennen gegeven, dat de mogelijkheid zou worden ge opend, op particuliere kosten leerstoelen aan de rijksuniversiteiten te stichten, evenals zuixs mans gescmeuew a.an aan ue vueeiogimme. faculteit der gemeenteiyke universiteit te Amsterdam. Aan de hoogleeraren, die derge- lyke leerstoelen bezetten, zouden geiyke rech ten di:-nen te worden toegekend als aan de hoogleeraren, benoemd door het ryk. In eene afdeeling werd de wenschelykheid btpleit, dat het doctoraat in de medicynen verkrygfcaar zal zyn ook voor hen, die, na de hoogere burgerschool doorloopen te hebben, het universitair onderwys volgen. Ter sprake kwamen maatregelen, te nemen om het bezoek van onze universiteiten door Zuid-Afrikaansche jongelieden verder te be vorderen. By de bespreking van de wyze, waarop het beoogde doel zou kunnen worden bereikt, werd in de eerste plaats genoemd het toe laten tot ons universitair ondeiwys van de jongelieden, die het matriculatie-examen aan de Cape university te Kaapstad hebben af gelegd. In de tweede plaats betoogden sommige leden, dat men met de wet van 1885 en de ko:;inklyke besluiten, die daarvan reeds het uitvloeisel zyn of zulkn worden, toch niet voel verder zal komeD, zoolang niet ons universitair onderwys zslfs in do behoefte der toekomstige Zuid-Afrikaansche juristen voorziet. Daartoe ware noodig de oprichting van een afzonderiyk doctoraat in het oud- Hollandsch recht. Hoewel sympathie gevoelend voor de be doeling, had een andere groep van leden toch bedenking tegen voorstellen, die feitelijk zou den neerkomen op het dienen van een practisch belang van e6n ander volk. Zy wezen voorts op de uiteenloopende rechtsvorming in de onderscheidene Zuid-Afrikaansche Staten, ten gevolge waarvan verschillende leerstoelen noodig zouden zyn. Zy betwijfelden, of het goed zou z(jn, op dozo wyz? to verlammen, of althans te verzwakken, het ontluikende streven der Zuid-Afrikaners om in eigen land eene universiteit te stichten, die tot verhoo ging van bet intellectueel peil en tevens tot versterking van het Hollandsch element aldaar een vrywat gezonder en doeltreffender middel zou zyn. Yan enkele zijden werd de wenschelykheid betoogd van de afschaffing van het Grieksch als verplicht leervak op de gymnasia. Ten aanzien van het byzonder gymnasiaal onderwys betoogden verscheiJ;.ne leden in meer dan óéne afdeeling, dat, waar dit toe neemt in kracht en betoekeni3, te meer op den voorgiond treelt de eisch, om tegenover dit onderwijs dezelfde rechtvaardigheid te be trachten, welke tegenover het byzonder lager onderwys reeds betracht wordt. Afgezhn van dit financieels punt, zoo werd verder gezegd, ligt in do wyze van afneming der eindexamens voor de byzondere gymnasia eene groote onbillijkheid. Bezwarend achtten deze loden voorts, dat, als gevolg van de geldende regeling ten aan zien van de eindexamenSj de byzondere gym nasia wel verplicht zyn de methoden en leerboeken der openbare te volgen. Onbillyk oindelyk werd genoemd het lage .UOOiag iau Uv/O uiluui >«l u„.. v£>uwVu.w gjiu n&sia, dat aan een wettc-lyk maximum van 100 is gebonden. Het bedrag van het minerval kwam ook nog uit meer algemeen oogpunt ter sprake. Het wetteiyk maximum van f 100 werd door vers:hillende leden te laag geacht, al liepen de meer.ingen uiteen omtrent de wijze, waarop daaraan te gemoet te komen ware. In eene afdeeling werd, onder instemming van verschillende zyden, aangedrongen op meer uniformiteit in de leerplannen der verschil lende gymnasia. Herhaald werd de oude aandrang op pen sioen aan leeraren aan onverplichte gymnasia. Door onderscheidene leden werd met nadruk de wenschelykheid betoogd van de vestiging van een leerstoel voor psychiatrie te Leiden, nu die gemeente - naar men met zekerheid meende te weten liet door haar ingerichte nieuwe krankzinnigengesticht onder zeer gunstige voorwaarden ter beschik king van het onderwys zal willen stellen. Vrij algemeen werd den minister dank botuigd voor de correcte gedragslyn, terzake van hetEthnographisch Museum ge volgd. Mag binnenkort een definitief voorstel worden te gemoet gezien? Do tegenwoordige toestand is onhoudbaar en strekt tot nadeel van de kostbare verzameling. Op de bezetting van den leerstoel in de psychiatrie te Utrecht werd aangedrongen. De vestiging to Utrecht van een tweeden le:rstoel in de geschiedenis werd door zeer vele leden met nadruk bestreden en slechts door enkele leden verdecigd. Men vroeg naar 's ministers plannen met de stichting voor nieuwe klinieken voor het onderwys in de heelkunde, psychiatrie en neurologie, alsmede over de verbetering der klinieken voor inwendige geneeskunde, ver loskunde en gynaecologie. Gevraagd werd, of men thans spoedig de aanbesteding van het nieuwe ziekenhuis te Groningen mag to gemoet zien. V,n verschillende zyden werd de wensch te kennen gegeven, dat geen subsidie ten behoeve van gymnasia zou worden gegeven, waar geen toelating wordt verleend aan meisjes. Hetzelfde geldt voor de hoogere burgerscholen. Herhaald w.rd do oudo klacht, dat de ge- meent-. n Amsterdam, Rotterdam en 's-Gra- venhago voor h re gymnasia niet, gelyk andere gemtentm, subsidie ontvangen. Hieitegen werd aangevoerd, dat de bedoelde subsidiën thans zeker niet noodig zyn, nu de gemeenten Amsterdam en Rotterdam krach tens de nieuwe wet aanzi.niyke uitkeeringen uit de schatkist ontvangen, terwyl's-Graven- hage, wegens zyn gunstige financiëele omstan digheden, voor subsidie niet in aanmerking komt. De „Unie"-collecte heeft opgebracht te Heemstede met Glip ƒ341.50, Je Bodegraven met De Meye 194.70. Onder de collecte te Heemstede zyn begroj^n ƒ10 van de Christe- lyke Zangvereeniging en 5 van de Christe- lyke Joagelingsvereeniging. Te 's-Graveohage is in den ouderdom van 75 jaar overleden generaal-majoor Wichera en had een hoogst eervolle militaire loopbaan achter zich. In 1842 vertrok hy naar Indië, alwaar ky drie jaren later, in 1845, tot 2den luitenant werd benoemd en reeds in dien rang by dei* generalen staf werd geplaatst, waarby by bleef ook als 1ste luitenant en kapitein. Ir 18G2 benoemd tot majoor en in 1865 to* luit.-kolonel, werd hy tevens militair comman dant van de westerafdeeling van Borneo eü daarna plaatselyk commandant te Batavia. In 1872 bevorderd tot kolonel, trad hy achtereenvolgens op als commandant der 3d? milit. afieoliag op Java en als commandant der 2da brigade by de tweede expeditie tegen Atjeh in Sept. 1873. Vervolgens werd hem het commandement opgedragen in de 3de militaire afdeeling op Java en daarna in 1874 hét militaire commandement op Sumatra's westkust en onderhoorigheden, tydelyk belast met het militair gezag en tevens civiel be velhebber te Atjeh. In 1875 trad hy tydelyk op als chef der afd. by het departement van oorlogin 1876 werd de generaal benoemd tot militair en civiel bevelhebber te Atjeh. Den 4den April 1879 volgde zyn eervol Zy setae had immers die misleiding, dat zy een gelukkige vrouw geweest was, begonnen, gevoed, lot een macht laten aangroeien. Hoe bitter smaakte de vrucht 1 Heette dat een rechtvaardige vergelding? Mocht een goede daad zich aldus straf fen En tochZy had den man niet bemind, wien zy voor het geheele leven de hand gereikt had. Nu werd hy door zyn kind gewioken. Na de crisis nam de ziekte onverwacht een gunstig verloop. Deze zwakke gestellen, meenden de geneesheeren, verdragen zulk een omwenteling in het zenuwstelsel dikwyls veel gemakkelyker dan monschen met de sterkste zenuwen, maar om zich niet vroegtydig te verbruiken, hebben zy kalmte, zachte behan deling en aansiorking noodig. Zóó ongeveer spraken de geneesheeren hun oordeel uit, zonder er by te bedenken, welken plicht zy daarmee de moeder oplegden. Het eerste woord, dat Emma weer by volle kennis sprak, sneed haar door het hart. .Niet waar, lieve moeder," zeide zij, nog zeer zwak, en haar hand aan de lippen brengend, „het was immer3 slechts een booze droom?" „Het was oen droom," antwoordde de arme vrouw gelaten. Haar oogen werden vochtig, maar zy drong de tranen terug. Emma mocht haar niet zien lyden. En eenigo dagen later, toen de beterschap snelle vorderingen gemaakt had, vroeg de zieke: „Vertrekken wy spoedig vaD hier, moeder?" „Zoodra je toestand het veroorlooft.". „O, ik zal my zeer haasten om gezond te worden, als ik weet, dat ik daardoor ons vertrek bespoedigen kan."' „Maar waarom wilt ge toch zoo met alle geweld weg?" Zy sloeg de oogen neer en glimlachte, „'t Is een zeer kinderachtige vrees," ant woordde zy, „maar ik kan ze niet kwijt raken. Ik ben altyd bang, dat de man, die daar boven in het eenzame huis woont, macht over ons heeft en opnieuw onzen vrede ver storen kan. Wy moeten heel ver weg van hem, opdat wy hem nimmer weer ontmoeten." „Als ge hem echter eens wildet kennen, zooals hy is zoo goed en trouw In de oogen van het jonge meisje vlamden terstond weer die ónrustige lichtjes op, die haar angst te kennen gaven. „Neen, zeg dat niet," hernam zy„hy heeft ons van vaders hart willen losscheuren, en by is zeker boos op ons, omdat het hem niet gelukt Is. Laten wy spoedig naar het vaderland terugkeeren, heel spoedig." Later, op een morgen, toen Emma ont waakte, zag zy haar moeder op den stoel by haar bed zitten en weenen. Zy richtte zich op, sloeg den arm om baar hals en zeide: „Waarom weent ge, mooder? Hadt ge mis schien toch gelukkiger kunnen zyn, als ik gestorven was? Waarom heeft onze Lieve Heer my dan laten leven?'' „Neen, neen!" riep Elise verrast, „dat zjjn geen goede, brave gedachten, liei kind. Wat God doet, is welgedaan, en ik dank Hem. AUeeD, 't is ons menigmaal treurig om het hart, wanneer wy aan overwonnen leed denken, en dan stroomen de tranen zonder ophouden. Zy drogen ook weder." Emma kuste haar moeders oogen. Zy was nu na de ziekte veel zachtaardiger, veel teederder od aanhankeiyker geworden. „Ja, wy hebben veel leed ondervonden," zeide zy, „maar daaruit zal vreugde voor ons ontstaan, wanneer het ons een hand wordt, die ons onafscheideiyk vereenigt. Weet gy, hoe ik 't my heb voorgesteld? Wy biyven altyd by elkaar moeder en dochter levenslang. Ik heb my een gelofte gedaan, dat ik nooit van u scheid, dat ik geen mensch wil toe- bebooren dan u. Die gelofte zal ik houden." De moeder wilde antwoorden, doch Emma sloot haar den mond met kussen. „Neen, zeg er niets tegen," smeekte zy, „het maakt my zoo gelukkig, u te kunnen bewyzen, hoe weinig al het andere my is en hoezeer ik u liefheb. Gy biyft by my, en ik biyf by u. Wattwee menschen voor elkander zyn kunnen, dat zullen wy trachten ons leven lang voor elkander te wezen. Wij worden te zamen oud en grys, en misschien voegt de goede God nog by h6t leven der vrome weduwe de jaren, die zy op het oude vry- stertje vóór heeft, en wy sluiten tegoiyker- tyd de oogen. Tot dat oogenblik echter zullen i wy werkzaam zyn tot heil der menschhoid. Men noemt ons ryk. Des te beter, indien wy j het werkeiyk zyn; wy zullen dan minder beperkt wezen in onze wenschen voor anderen en dageiyks onze vreugde kunnen vermeer deren. Als wy oen groot ziekenhuis stichten en het aan diakonessen toevertrouwen, zullen dan niet duizenden, di9 daarin vermindering hunner smarten of genezing vinden, ons zegenen? Wanneer wy dan werkzaam z(jn met de trouwe verpleegsters en mettertyd zeiven waardig gekeurd worden haar naam te deelen en ons haar zusteren te noemen, wat ontbreekt ons dan nog, moeder? Zeg my: zoo zal het zynl en ik ben weldra vol komen gezond." Elise streek over haar blond, als zyde zoo zacht haar, terwyl zy het hoofdje aan haar borst drukte en aldus Emma belette naar haar op te zien. Op het gelaat der moeder lag een trek van hardheid en strengheid, die het iets schrikinboezemende gaf. De groote oogen staarden recht voor zich uit in de vei te; het voorhoofd was gerimpeld en om de lippen speelde een bittere grimlach. „Het zal zoo zyn!" antwoordde zy langzaam en plechtig. „Mogo het je nooit berouwen die gelofte te hebben afgelegi! Bedenk het wel: wanneer thans achter my de poort dichtvalt, sluit zy zich voor immor, en gy zult 't by my moeten volhouden, hoe vurig ge ook naar de vryheid moogt verlangen, want jegens u z e 1 v e zult ge uw woord moeten houden. Heden voelt ge zoo, en morgen misschien „Nooit, nooit andorsl" verzekerde Emma met dwependen yver. „Ik wilde, dat het een offer was, dat ik u te brengen haddan zou l ik gelooven uw liefde te kunnen verdienen. Nu ontvang ik slechts, wat my voor myn gansche leven gelukkig maakt. Geloof myi" „Het zal zoo zyn!" herhaalde de moeder, zoog met de lip den traan op, die van de wimper losliet en over de wang vloeide, kleedde Emma aan en leidde haar in de kamer op on neer. Zy had nu reeds geen vreemde hulp meer noodig, meende de herstellende, zóó krachtig voelde zij zich geworden. Uit de vensters had men geen uitzicht oj den tuin. Wanneer Werner daar dikwyl' urenlang op de geliefde wachtte, behoefd» hy dus geen vrees te koesteren door Emm? gezien te worden. Hy troostte zich er mede, dat de ziekte „alle ongezonde sappen er ui:', zou dry ven," die thans „de neiging van he» lieve kind tot zwaarmoedige dwepery voed den." Zoo lang er levensgevaar aanwezig was, maakte ook hy zich op zyn onrustige wyze over de zieke bekommerd en trad voor haar gaarne by Elise op den achtergrond. Hoe meer vorderingen echter de beterschap maakte, des te ongeduldiger verlangde zyn liefde nu ook haar recht. Hy richtte zich langzamer hand in het paviljoen zeer hulselyk in, stelde er een ezel op en schilderde, om „de uren tussch n de minuten, die Elise hem schonk, aan te vullen." Het was hem geheel onver klaarbaar, dat zy van dag tot dag, in plaats van vrooiykor, steeds droefgee3tiger werd en zyn dringende vragen, hoe de naaste toekomst er uit zou zion, met opzet ontweek. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1