N«. 11570
Vrijdag 13 November.
A0 1897
<§eze fiourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
VOORSTELLING
Leiden, 11 November.
Feuilleton.
Moeder en Dochter.
i»>
PBUS DEZEB C0ÜBANT;
Voor Loiden per 3 maanden. f f 1.10,
Franco per postj
Afzonderlijke Nommersg o.05.
PBUS DEB ADVEBTENTEËN;
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meêr f 0.17J. Grootero
letters naar plaatsruimte. - Vpor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
IN DUN
Leidsclien fechouwbiir!
In dit rummer vindt mtn het Bewijs,
waarop men als abonné van het Leidsch
Dagblad recht heeft tot het nemen van
hoGgsJens vier plaatsen, voor de voorstel
ling op Dinsdag 16 November a. s.
Uitdrukkelijk vermei Jen wy, dat dit recht
vervalt, wanneer er geen plaatsen meer
beschikbaar zijn.
Reeds van hedenavond zeven uren wordt
met do afpifte der toegangskaarten begonm n.
Da plaatsbespreking- ad JIO Cents
extra heeft ook aan ons Bureel plaats.
Voor een talrijk en zeer aandachtig gehoor
hield prof. Van der Burg, uit Dellt, in de
vergadering van Nijverheid van gisteravond
een ze r belangryko en boeiende voordracht
over de nieuwere snelpersen voor couranten
druk en de zetwerktuigen Ünotyp9 enmonoline
Da zetwerktuigen werden het eerst behandeld
en daartoe werd eerst nagegaan welken arbeid
een z tter verrichten moet en in hoeverre do
machines dezen arbeid kunnon nadoen en ver
beteren en, dan springt hierin vooral in 't cog,
dat, waar het zetten 8 a 10-maal sneller gaat
dan bij menscbeiyk werk, het distribueeren der
gebruikte typen door een machine omtrent
geen tijd vordert, daar, by eiken gezetten regel,
deze machine hot gebruikt 3 type opbergt.
Door de groote aan den wand opgehangen
schetsen der zetwerktuigen werd hunne wer
king door sprektr verklaard en aangetoond,
dat de linotype 96 typen heeft en de mono-
line slechts 8. Evenwel komen op olke type-
Staaf der laatste machine 12 verschillende
letters of teekens voor, die op eene der 12
verdiepingen, waaruit het staafje bestaat, plaats
vinden.
Het klavier eener zetmachine heeft groote
overeenkomst met dat eener schryfmachine,
de toetsen der linotype correapondeeren met
de in het magazijn aanwezige typen, terwijl
bij de monoline het magazyn slechts 8 com
partimenten bevat, zoodat, wanneer do toetsen
van hot klavier worden aangeslagen, door
het vooruitbrengen van een liniaal de val
lende staafjes in hun val gestuit worden en
alle op een gelijke lyn het, in de voorzyde
van hot staafje uitgeholde, lettertype brengen;
bevinden zich byv. op één staafje de letters
e 1 u w, enz., en wil men het woord leeuw
zetten, dan worden achtereenvolgens de
toetsen aangedrukt, waarop de gewenschte
letters voorkomen, en uit het magazyn com
partiment vallen achtereenvolgens 5 staafjes,
die door de vooruitgeschoven linialen op ver
schillende hoogten gesteld worden, zóó, dat
eene in de slede (waarin deze staafjes terecht
iikomen) uitgespeerde sleuf, het gezette woord
te lezen is.
Zoodra een regel göheel met staafjes gevuld
is, waarop lettertypen en spatiëering, dan
klinkt een bel; door het aanzetten van de
wigvormige spatiestaafjes wordt de witver-
deeling over den geheelen regel gelijkmatig
aangebracht; de gezétte regel schuift naar
links en in de gleuf wordt esn vloeibaar metaal
gespoten, dat na eer ige oogenblikken te voor-
scbyn komt als een en relief gegoten gezette
regel in spiegelschrift. Alle regels worden
achtereenvolgens in den zetvorm opgenomen
on opgesloten.
Inlusschen zyn de gebruikte typen een
weinig in de hoogte geschoven en worden,
daar zy aan de bovenzyde voorzien zyn van
haken, die voor elk der 8 typen van lengte
verschillen, door een vernuftig uitgedacht
raam van 8 trapsgewijs oploopende staafjes,
die in de haken giypen, gevat, de gezette
regel uit elkaar genomen en do typen naar
hare compartimenten gevoerd, de spatiestaafjes
natunryk naar hun eigen vertrek
Het zou ons te vc-r voeren in details het
gesprokene na to gaan en zonder toelichtende
schetsen zou dat voor een couranten-verslag
ook ondoeniyk zyn.
Na de pauze (die nog geen 10 minuten
duurde) werden de snelpersen besproken, die
van König-Bauer, en de Cox Duplex, ciein de
laatsto maanden „Het Vaderland" drukt. Deze
laatste heeft het voordeel dat zonder stereotypie
dus direct van de gezette vormen gedrukt
wordt, zoodat doze machine op de rotatie
persen een voorsprong heeft van 20 minuteD,
somtyd.s voldoende om aan spoor, boot of tram
op tyd te bezorgen. Voor hen, die incertyd
de rotatiepers van het „Loidsch Dagblad"
gezien hebben, was de verklaring van Prof.
v. d. Burg zeer welkom en werden daardoor de
uitvoerige teekeningen dubbel duidelyk.
Ten slotte werJ het principe van de vouw-
machine en de vei klaring van de wiskun
stige lyn, cjie daaraan ten grondslag ligt,
door model en consrrucue op ntt coru toege
licht en aan het slot der voordracht ook do
monoline zetmachine bezichtigd. Jammer, dat
door onvoldoenden toevoer van gas het stereo
type-metaal niet tot smelting kon komen,
zoodat men zich vergenoegen moest met het
zien zetten en distribueeren. Er waren even
wel modellen genoeg voorhanden van gezette
stukken, die een duidelyk beeld gaven van
'wat er zou gebeuren als de toestel compleet
werkte.
De monoline-fabriek van den heer Symons
te Rotterdam intusschen onzen dank voor de
bereidwilligheid, waarmede doze machine ter
beschikking aan het bestuur en den spreker
gesteld was.
Na warm applaus en plichtplegingen ging
de vergad ring te kwart over tienen uiteen.
Door het ministerie van koloniën is
aanbesteed de levering van. 5 perc. wollen
dekens, bestaande uit: lo. 4817 stuks, 2o.
5000 stuks, 3o. 4000 stuks, 4o. 5000 stuks
en 5o. 5000 stuks. Laagste inschr. voor de
perc. 1, 2 en 5 van „De Leidsche Dekenfabriek"
te Leiden 19718.49'/,, 21,050 en 18,250; -
voor perc. 3 van Gebr. Van Wyk en Co.,
te Leiaeo, 14,400, en voor perc, 4 van Jules
Regout en Co., to Maastricht, voor 16,400.
Door het provinciaal kerkbestuur van
Zeeland is tot de Evangeliebediening in de
Ned.-Herv. Kerk toegelaten de heer Th. H.
Ph. Van Papenrecht, theol. cand. aan de
universiteit te Leiden.
De commis8iön, in 1897/98 belast met
het afnemen van de practische examens van
apotheker, zullen zitting houden: te Leiden, op
10 Dec. a. s.; te Utrecht, op 9 December a. s.;
te Gro irjgen, op 13 December a. sen te
Amsterdam, op 9 Debember a. s. en volgende
dagen. (Sis.Cf.)
Bij het onderzoek van het hoofdstuk
Bianenlandsche Zaken der Staatsbegrooting
voor 1898 gaven in de afdeelingen der Tweede
Kamer de hooge, steeds stygende, en niette
min steeds onbevredigd latende kosten voor
het universitair onderwys wederom aanleiding
tot eene uiteenloopende gedachtenwisseling,
waarby opnieuw o. a. het denkbeeld werd
verdecigd om voor één universiteit, door veel
vuldigheid van leerstoelen en verbetering van
leermiddelen, naar het hoogste to streven,
terwijl men voor de beïdo overige zich zou
bepalen tot het minimum der wet.
Verder nog reikto de wensch van leden,
die er op aandrongen, óf één rijks universiteit
op te befFen, óf twee daarvan te herscheppen
tot faculteitsscholeD.
Ofschoon tegenover deze regeering de be-
ginselquaestie opzetteiyk ter zyie latend,
protesteerden toch verscheidene leden met
nadruk tegen de bevoorrechting van bet open
baar boven het byzonder universitair onder-
wys, die huns inziens uit de wet op het
hooger onderwijs voortvloeit.
Van de zyde dar leden, die hier voor de
belangen van het byzonder onderwys opkwa
men, werd voorts nogv als wensch te kennen
gegeven, dat de mogelijkheid zou worden ge
opend, op particuliere kosten leerstoelen aan
de rijksuniversiteiten te stichten, evenals
zuixs mans gescmeuew a.an aan ue vueeiogimme.
faculteit der gemeenteiyke universiteit te
Amsterdam. Aan de hoogleeraren, die derge-
lyke leerstoelen bezetten, zouden geiyke rech
ten di:-nen te worden toegekend als aan de
hoogleeraren, benoemd door het ryk.
In eene afdeeling werd de wenschelykheid
btpleit, dat het doctoraat in de medicynen
verkrygfcaar zal zyn ook voor hen, die, na de
hoogere burgerschool doorloopen te hebben,
het universitair onderwys volgen.
Ter sprake kwamen maatregelen, te nemen
om het bezoek van onze universiteiten door
Zuid-Afrikaansche jongelieden verder te be
vorderen.
By de bespreking van de wyze, waarop
het beoogde doel zou kunnen worden bereikt,
werd in de eerste plaats genoemd het toe
laten tot ons universitair ondeiwys van de
jongelieden, die het matriculatie-examen aan
de Cape university te Kaapstad hebben af
gelegd.
In de tweede plaats betoogden sommige
leden, dat men met de wet van 1885 en de
ko:;inklyke besluiten, die daarvan reeds het
uitvloeisel zyn of zulkn worden, toch niet
voel verder zal komeD, zoolang niet ons
universitair onderwys zslfs in do behoefte
der toekomstige Zuid-Afrikaansche juristen
voorziet. Daartoe ware noodig de oprichting
van een afzonderiyk doctoraat in het oud-
Hollandsch recht.
Hoewel sympathie gevoelend voor de be
doeling, had een andere groep van leden toch
bedenking tegen voorstellen, die feitelijk zou
den neerkomen op het dienen van een practisch
belang van e6n ander volk. Zy wezen voorts
op de uiteenloopende rechtsvorming in de
onderscheidene Zuid-Afrikaansche Staten, ten
gevolge waarvan verschillende leerstoelen
noodig zouden zyn. Zy betwijfelden, of het
goed zou z(jn, op dozo wyz? to verlammen,
of althans te verzwakken, het ontluikende
streven der Zuid-Afrikaners om in eigen land
eene universiteit te stichten, die tot verhoo
ging van bet intellectueel peil en tevens tot
versterking van het Hollandsch element aldaar
een vrywat gezonder en doeltreffender middel
zou zyn.
Yan enkele zijden werd de wenschelykheid
betoogd van de afschaffing van het Grieksch
als verplicht leervak op de gymnasia.
Ten aanzien van het byzonder gymnasiaal
onderwys betoogden verscheiJ;.ne leden in
meer dan óéne afdeeling, dat, waar dit toe
neemt in kracht en betoekeni3, te meer op
den voorgiond treelt de eisch, om tegenover
dit onderwijs dezelfde rechtvaardigheid te be
trachten, welke tegenover het byzonder lager
onderwys reeds betracht wordt.
Afgezhn van dit financieels punt, zoo werd
verder gezegd, ligt in do wyze van afneming
der eindexamens voor de byzondere gymnasia
eene groote onbillijkheid.
Bezwarend achtten deze loden voorts, dat,
als gevolg van de geldende regeling ten aan
zien van de eindexamenSj de byzondere gym
nasia wel verplicht zyn de methoden en
leerboeken der openbare te volgen.
Onbillyk oindelyk werd genoemd het lage
.UOOiag iau Uv/O uiluui >«l u„.. v£>uwVu.w gjiu
n&sia, dat aan een wettc-lyk maximum van
100 is gebonden.
Het bedrag van het minerval kwam ook
nog uit meer algemeen oogpunt ter sprake.
Het wetteiyk maximum van f 100 werd door
vers:hillende leden te laag geacht, al liepen
de meer.ingen uiteen omtrent de wijze, waarop
daaraan te gemoet te komen ware.
In eene afdeeling werd, onder instemming
van verschillende zyden, aangedrongen op meer
uniformiteit in de leerplannen der verschil
lende gymnasia.
Herhaald werd de oude aandrang op pen
sioen aan leeraren aan onverplichte gymnasia.
Door onderscheidene leden werd met nadruk
de wenschelykheid betoogd van de vestiging
van een leerstoel voor psychiatrie
te Leiden, nu die gemeente - naar men
met zekerheid meende te weten liet door
haar ingerichte nieuwe krankzinnigengesticht
onder zeer gunstige voorwaarden ter beschik
king van het onderwys zal willen stellen.
Vrij algemeen werd den minister dank
botuigd voor de correcte gedragslyn, terzake
van hetEthnographisch Museum ge
volgd. Mag binnenkort een definitief voorstel
worden te gemoet gezien? Do tegenwoordige
toestand is onhoudbaar en strekt tot nadeel
van de kostbare verzameling.
Op de bezetting van den leerstoel in de
psychiatrie te Utrecht werd aangedrongen.
De vestiging to Utrecht van een tweeden
le:rstoel in de geschiedenis werd door zeer
vele leden met nadruk bestreden en slechts
door enkele leden verdecigd.
Men vroeg naar 's ministers plannen met
de stichting voor nieuwe klinieken voor het
onderwys in de heelkunde, psychiatrie en
neurologie, alsmede over de verbetering der
klinieken voor inwendige geneeskunde, ver
loskunde en gynaecologie.
Gevraagd werd, of men thans spoedig de
aanbesteding van het nieuwe ziekenhuis te
Groningen mag to gemoet zien.
V,n verschillende zyden werd de wensch
te kennen gegeven, dat geen subsidie ten
behoeve van gymnasia zou worden gegeven,
waar geen toelating wordt verleend aan meisjes.
Hetzelfde geldt voor de hoogere burgerscholen.
Herhaald w.rd do oudo klacht, dat de ge-
meent-. n Amsterdam, Rotterdam en 's-Gra-
venhago voor h re gymnasia niet, gelyk andere
gemtentm, subsidie ontvangen.
Hieitegen werd aangevoerd, dat de bedoelde
subsidiën thans zeker niet noodig zyn, nu de
gemeenten Amsterdam en Rotterdam krach
tens de nieuwe wet aanzi.niyke uitkeeringen
uit de schatkist ontvangen, terwyl's-Graven-
hage, wegens zyn gunstige financiëele omstan
digheden, voor subsidie niet in aanmerking
komt.
De „Unie"-collecte heeft opgebracht te
Heemstede met Glip ƒ341.50, Je Bodegraven
met De Meye 194.70. Onder de collecte te
Heemstede zyn begroj^n ƒ10 van de Christe-
lyke Zangvereeniging en 5 van de Christe-
lyke Joagelingsvereeniging.
Te 's-Graveohage is in den ouderdom
van 75 jaar overleden generaal-majoor Wichera
en had een hoogst eervolle militaire loopbaan
achter zich.
In 1842 vertrok hy naar Indië, alwaar ky
drie jaren later, in 1845, tot 2den luitenant
werd benoemd en reeds in dien rang by dei*
generalen staf werd geplaatst, waarby by
bleef ook als 1ste luitenant en kapitein. Ir
18G2 benoemd tot majoor en in 1865 to*
luit.-kolonel, werd hy tevens militair comman
dant van de westerafdeeling van Borneo eü
daarna plaatselyk commandant te Batavia.
In 1872 bevorderd tot kolonel, trad hy
achtereenvolgens op als commandant der 3d?
milit. afieoliag op Java en als commandant
der 2da brigade by de tweede expeditie tegen
Atjeh in Sept. 1873. Vervolgens werd hem
het commandement opgedragen in de 3de
militaire afdeeling op Java en daarna in 1874
hét militaire commandement op Sumatra's
westkust en onderhoorigheden, tydelyk belast
met het militair gezag en tevens civiel be
velhebber te Atjeh.
In 1875 trad hy tydelyk op als chef der
afd. by het departement van oorlogin 1876
werd de generaal benoemd tot militair en
civiel bevelhebber te Atjeh.
Den 4den April 1879 volgde zyn eervol
Zy setae had immers die misleiding, dat
zy een gelukkige vrouw geweest was,
begonnen, gevoed, lot een macht laten
aangroeien. Hoe bitter smaakte de vrucht 1
Heette dat een rechtvaardige vergelding?
Mocht een goede daad zich aldus straf
fen En tochZy had den man niet
bemind, wien zy voor het geheele leven de
hand gereikt had. Nu werd hy door zyn kind
gewioken.
Na de crisis nam de ziekte onverwacht een
gunstig verloop. Deze zwakke gestellen,
meenden de geneesheeren, verdragen zulk een
omwenteling in het zenuwstelsel dikwyls veel
gemakkelyker dan monschen met de sterkste
zenuwen, maar om zich niet vroegtydig te
verbruiken, hebben zy kalmte, zachte behan
deling en aansiorking noodig. Zóó ongeveer
spraken de geneesheeren hun oordeel uit,
zonder er by te bedenken, welken plicht zy
daarmee de moeder oplegden.
Het eerste woord, dat Emma weer by
volle kennis sprak, sneed haar door het hart.
.Niet waar, lieve moeder," zeide zij, nog zeer
zwak, en haar hand aan de lippen brengend,
„het was immer3 slechts een booze droom?"
„Het was oen droom," antwoordde de arme
vrouw gelaten. Haar oogen werden vochtig,
maar zy drong de tranen terug. Emma mocht
haar niet zien lyden.
En eenigo dagen later, toen de beterschap
snelle vorderingen gemaakt had, vroeg de
zieke: „Vertrekken wy spoedig vaD hier,
moeder?"
„Zoodra je toestand het veroorlooft.".
„O, ik zal my zeer haasten om gezond te
worden, als ik weet, dat ik daardoor ons
vertrek bespoedigen kan."'
„Maar waarom wilt ge toch zoo met alle
geweld weg?"
Zy sloeg de oogen neer en glimlachte,
„'t Is een zeer kinderachtige vrees," ant
woordde zy, „maar ik kan ze niet kwijt
raken. Ik ben altyd bang, dat de man, die
daar boven in het eenzame huis woont, macht
over ons heeft en opnieuw onzen vrede ver
storen kan. Wy moeten heel ver weg van
hem, opdat wy hem nimmer weer ontmoeten."
„Als ge hem echter eens wildet kennen,
zooals hy is zoo goed en trouw
In de oogen van het jonge meisje vlamden
terstond weer die ónrustige lichtjes op, die
haar angst te kennen gaven. „Neen, zeg dat
niet," hernam zy„hy heeft ons van vaders
hart willen losscheuren, en by is zeker boos
op ons, omdat het hem niet gelukt Is. Laten
wy spoedig naar het vaderland terugkeeren,
heel spoedig."
Later, op een morgen, toen Emma ont
waakte, zag zy haar moeder op den stoel by
haar bed zitten en weenen. Zy richtte zich
op, sloeg den arm om baar hals en zeide:
„Waarom weent ge, mooder? Hadt ge mis
schien toch gelukkiger kunnen zyn, als ik
gestorven was? Waarom heeft onze Lieve
Heer my dan laten leven?''
„Neen, neen!" riep Elise verrast, „dat zjjn
geen goede, brave gedachten, liei kind. Wat
God doet, is welgedaan, en ik dank Hem.
AUeeD, 't is ons menigmaal treurig om het
hart, wanneer wy aan overwonnen leed
denken, en dan stroomen de tranen zonder
ophouden. Zy drogen ook weder."
Emma kuste haar moeders oogen. Zy was
nu na de ziekte veel zachtaardiger, veel
teederder od aanhankeiyker geworden. „Ja,
wy hebben veel leed ondervonden," zeide zy,
„maar daaruit zal vreugde voor ons ontstaan,
wanneer het ons een hand wordt, die ons
onafscheideiyk vereenigt. Weet gy, hoe ik
't my heb voorgesteld? Wy biyven altyd by
elkaar moeder en dochter levenslang.
Ik heb my een gelofte gedaan, dat ik nooit
van u scheid, dat ik geen mensch wil toe-
bebooren dan u. Die gelofte zal ik houden."
De moeder wilde antwoorden, doch Emma
sloot haar den mond met kussen.
„Neen, zeg er niets tegen," smeekte zy,
„het maakt my zoo gelukkig, u te kunnen
bewyzen, hoe weinig al het andere my is en
hoezeer ik u liefheb. Gy biyft by my, en
ik biyf by u. Wattwee menschen voor elkander
zyn kunnen, dat zullen wy trachten ons
leven lang voor elkander te wezen. Wij worden
te zamen oud en grys, en misschien voegt
de goede God nog by h6t leven der vrome
weduwe de jaren, die zy op het oude vry-
stertje vóór heeft, en wy sluiten tegoiyker-
tyd de oogen. Tot dat oogenblik echter zullen
i wy werkzaam zyn tot heil der menschhoid.
Men noemt ons ryk. Des te beter, indien wy
j het werkeiyk zyn; wy zullen dan minder
beperkt wezen in onze wenschen voor anderen
en dageiyks onze vreugde kunnen vermeer
deren. Als wy oen groot ziekenhuis stichten
en het aan diakonessen toevertrouwen, zullen
dan niet duizenden, di9 daarin vermindering
hunner smarten of genezing vinden, ons
zegenen? Wanneer wy dan werkzaam z(jn
met de trouwe verpleegsters en mettertyd
zeiven waardig gekeurd worden haar naam
te deelen en ons haar zusteren te noemen,
wat ontbreekt ons dan nog, moeder? Zeg
my: zoo zal het zynl en ik ben weldra vol
komen gezond."
Elise streek over haar blond, als zyde zoo
zacht haar, terwyl zy het hoofdje aan haar
borst drukte en aldus Emma belette naar
haar op te zien. Op het gelaat der moeder
lag een trek van hardheid en strengheid, die
het iets schrikinboezemende gaf. De groote
oogen staarden recht voor zich uit in de vei te;
het voorhoofd was gerimpeld en om de
lippen speelde een bittere grimlach. „Het zal
zoo zyn!" antwoordde zy langzaam en
plechtig. „Mogo het je nooit berouwen die
gelofte te hebben afgelegi! Bedenk het wel:
wanneer thans achter my de poort dichtvalt,
sluit zy zich voor immor, en gy zult 't by
my moeten volhouden, hoe vurig ge ook naar
de vryheid moogt verlangen, want jegens
u z e 1 v e zult ge uw woord moeten houden.
Heden voelt ge zoo, en morgen misschien
„Nooit, nooit andorsl" verzekerde Emma
met dwependen yver. „Ik wilde, dat het een
offer was, dat ik u te brengen haddan zou
l ik gelooven uw liefde te kunnen verdienen.
Nu ontvang ik slechts, wat my voor myn
gansche leven gelukkig maakt. Geloof myi"
„Het zal zoo zyn!" herhaalde de moeder,
zoog met de lip den traan op, die van de
wimper losliet en over de wang vloeide,
kleedde Emma aan en leidde haar in de kamer
op on neer. Zy had nu reeds geen vreemde
hulp meer noodig, meende de herstellende, zóó
krachtig voelde zij zich geworden.
Uit de vensters had men geen uitzicht oj
den tuin. Wanneer Werner daar dikwyl'
urenlang op de geliefde wachtte, behoefd»
hy dus geen vrees te koesteren door Emm?
gezien te worden. Hy troostte zich er mede,
dat de ziekte „alle ongezonde sappen er ui:',
zou dry ven," die thans „de neiging van he»
lieve kind tot zwaarmoedige dwepery voed
den." Zoo lang er levensgevaar aanwezig
was, maakte ook hy zich op zyn onrustige
wyze over de zieke bekommerd en trad voor
haar gaarne by Elise op den achtergrond. Hoe
meer vorderingen echter de beterschap maakte,
des te ongeduldiger verlangde zyn liefde nu
ook haar recht. Hy richtte zich langzamer
hand in het paviljoen zeer hulselyk in, stelde
er een ezel op en schilderde, om „de uren
tussch n de minuten, die Elise hem schonk,
aan te vullen." Het was hem geheel onver
klaarbaar, dat zy van dag tot dag, in plaats
van vrooiykor, steeds droefgee3tiger werd en
zyn dringende vragen, hoe de naaste toekomst
er uit zou zion, met opzet ontweek.
Wordt vervolgd).