N°. 11569 Donderdag 11 November, A0. 1897 $3ze (Courant wordt dagelijks, met uitsondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nomnier bestaat uit TWEE Bladen. VOORSTELLING tEIDSCHEN SCHOUWBURG Leiden, 10 November. Feuilleton. Moeder en Dochter. PRUS DEZER COURANT: Toor Leiden per 3 maanden, 1.10. "Franco per post1.40. Afzonderlyko Nommers f 0.05. PRIJS DEB ADVERTENTIES; Van 1-8 regels f 1.05. Iedere regel meêr f 0.17J. ürootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. IN DEN voor onze Abonné's. Wy verwijzen onze lezers naar hetgeen de Hoor Róssing, de bekwame tooneelreceusent van liet „Nituws van den Dag", over de Voorstelling heoft geschreven. Onze lez.rs vinden dit in het Tweede Blad als Feuilleton. Morgen-avond wordt het Bewy§ afge drukt, waarop de kaarten worden afgegeven. De besproken plaatsen worden eveneens aan ons Bureel afgegeven. Het spreekt vanzelf, dat de afgifte geschiedt, zoolang er zitplaatsen beschikbaar ztfn. Tharg kunnen wy met zekerheid mtlden, dat heerën officieren der dienstdoende schiilterü alhier hun ontslag hebben ingediend. - Curatoren van het gymnasium berichten den gemeenteraad, dat dr. L. Punt, conrector aan het Gymnasium, zich tot herstel zijner gezonch id eenigen tijd naar het buitenland zal moeten begeven en voor den tijd van zes maanden, te rekoDen van af 15 November a. s., niet in staat zal zijn zijne betrekking waar te nemen. Ingevolge art. 16 van de Verordening van 5 Juni 1879 stellen curatoren voor, in overleg met den rector, voor dien tijd-tot leer aar in de oude talen te benoemei^dr^. R. Ivoop- mans van BookereDj^^RHW? tdfdfi^enfver goeding van f1000; - -v B. en Ws. kunnen zich hiermede vereenigen en stellen den gemeenteraad voor cienovereen- komstig te besluiten. De heeren P. Clos en Leembruggen, fabri kanten alhier, geven den gemeenteraad te kennen, dat het terrein, waarop hunne fabrieks gebouwen aan de Ververstraat No. 8 zijn gelegen, gedeeltelijk gemeentegrond is, en bij akte van 25 October 1855 door de gemeente Leiden aan de vroegere eigenaren de heeren Gelr. Ei ge man en Co. tegen betaling eener recognitie afgestaan, met recht tegen den penning twintig, dezen grond af te koopen; dat zij, door verbouwing aan dien grond een andere bestemming wenschende te geven, verzoeken bedoelden grond in eigendom aan hon af te staan. Na ingewonnen advies van de Commissie van Fabricage, bestaat bij B. en Ws. geen bezwaar den groni aan genoemde firma ia eigendom af te staan, ook het gratis in ge bruik afgestane berekend tegen denzelfden koopprijs per centiare als het overige deel, dus te zamen togen betaling van een koop prijs van f 219.80 en de kosten van over dracht. Door de Gedeputeerde Steten dezer provincie is aan B. en *Ws. teruggezonien de in de Raadszitting van 14 October j.l. vastgestelde verordening op de invordering van het recht voor het van gemeentewege do°n wegruimen van sneeuw en ijs van den openbaren weg en langs perceelen, met ver zoek bfi den Raad te willen bevorderen, dat deze alsnog worde aangevuld mot een artikel, luidende: „Blijft de belastingschuldige in ge breke het door hem verschuldigde te voldoen, dan is van toepassing het bepaalde bij de art. 258 en 262 der Gemeentewet." Hoezeer tegen de voorgestelde aanvulling der verorde ning bij B. en "Ws. volstrekt geen bezwaar bestond, hebben zy echter gemeend ter zake nader met de Gedeputeerde Staten in corres ponded ie te moeten treden, omdat in ver schillende verordeningen op de invordering van rechten hier ter stede en elders dusdanigo aanhaling van de betrekkelijke bepalingen der Gemeentewet niet voorkomt en die aanhaling dan ook overbodig kan worden geacht, ornaat die bepalingen uit den aard der zaak ook van toepassing zijn op de invordering van de bier bedoelde rechten. Gedeputeerde Staten hebben B. en Ws. daarop to kennen gegeven, dat zy, afgaande op de opgedane ondervinding, vreezen, dat de invorderingsverordening zonder de aangegeven bijvoeging by de Hoogo Regeering bezwaar zal ontmoeten en dit alsdan tot grooter ver traging zou leiden, dan bij oen aanvulling der verordening door den Gemeenteraad het geval zal zijn. B. en Ws. geven op dien grond in over weging aan do verordening op de invordering bovenbedoeld een nieuw artikel 4, als door Ged. Staten aangegeven, toe te voegen. Blijkens een overgelegd verzoekschrift van de heeren H. J. Sloots en J. G. Rietbergen wenschen dezen het open terrein,: gelegen vóór- de negen door hen op een terrein aan den Haarlemmerweg te bouwen woningen, kosteloos aan de gemeente af te staan, ten einde dat later tot openbare straat zal kunnen worden ingericht, en verzoeken zij dien grond voorloopig in gebruik te mogen houden, om aldaar een bestraat pad van 4 meter en tuintjes van 5 meter aan te loggen. Het komt B. en Ws., na overleg met de Commissie van Fabricage, voor, dat er geen bezwaren zijn om het aanbod aan te nemen en do gevraagde vergunning te verleenen. Bedoeld terrein reeds nu tot straat in te richten is h. i. niet noodig, omdat door den eigenaar van de verdere belendende perceelen alsnog geen aanvraag tot bouwen gedaan wordt. Terwijl nu in den regel door de gemeente geëischt dient te worden, dat de bouwonder nemers niet alleen den voor straat bestemden grond kosteloos afstaan, maar tevens de kosten van bestrating, eerste herstrating en iioleering geheel of grootendeels op zich nemen, komt het B. en Ws. in het onderhavige geval voor aan den gemeenteraad een afwijkend voorstel te moeten doen. Door den afstand toch van bedoelden grond worden immers de belendende terreinen voor bouwgrond geschikt, zonder dat alsnog van eenige vordering op den eigenaar van dien grond tot dueling in de kosten van straataanleg sprake kan zijn. B. en Ws. hebben gemeend de zaak het best te kunnen oplossen door van de tegenwoordige eigenaren, Sloots en Rietbergen, alleen afstand van den grond en aanleg van een straatje van 4 M. breedte te eischen, zich voorbehoudende, om met de eigenaren V3n de perceelen, die thans toe gankelijk gemaakt worden, een regeling te treffen omtrent hun aandeel in do te maken kosten van bestrating, zoodra dezen tot bouwen wenschen over te gaan. B. en Ws. geven derhalve in overweging: lo. het open terrein, thans gedeelte van No. 55 der kad. Sectie K, ter breedte van 9 meter, kosteloos voor de gemeente in eigen dom aan te nemen, en de kost'n, op de overdracht vallende, door adressanten te doen betalen. 2o. aan adressanten vergunning te ver leenen om: a. een strook grond ter breedte van 5 M. tot wederopz^ggens in gebruik te nemen, tot het aanleggen van tuintjes, onder voorwaarde, dat do deswege door do gemeente verschul digde grondbelasting door hen worio terug betaald; b. het pad ter breedte van 4 meter te be straten, mits zij dat doen op hunne kosten en onder goedkeuring van Burg. en Weths. Ter vervulling van de vacature, ontstaan ten gevolge van de benoeming van den heer W. J. Jong tot 2den onderwijzer aan de Jon gensschool 2do klasse, is de volgende voor dracht opgemaakt ter benoeming van een derden onderwijzer aan de school der 3de klasje no. 2, als: lo. Ji M. Koolhaas, 2o. Y. Van Lis3a en 3o. mej. S. C. Hanselaar, allen aan de betrokken school in tijdelijke betrek king werkzaam. Den gemeenteraad deelen B. en Ws. mede, dat het noodig wordt geacht gasleiding aan te brengen in het schoolgebouw aan de Heerenstraat en in de woning van het hoofd der school. De kosten daarvan zijn geraamd wat het woonhuis betreft op f 50, waarondor geen ornamenten of andere toestellen zijn begrepen, terwijl die van den aanleg van het schoollokaal zijn geraamd op ongoveer f 60. De kosten van dit lokaal zijn betrekkelijk hoog, omdat het gelegen is in het achter gedeelte van hot gebouw en de stamleiding zoodanig moet worden genomen, dat even tueel meerdere lokalen zonder verzwaring der leiding kunnen worden aangesloten. B. en Ws. geven mitsdien in overweging hun het noodig krediet te verleenen, ten einde tot bedoelden gasaanieg te kunnen overgaan. In de gisteravond gehouden zitting van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, albier, voorgezeten door dtn heer P. L. C. Driessen, werd het nieuwbenoemde lid der Kamer, de heer M. H. Van Waveren, geïnstalleerd en nam deze zitting. Bij de Kamer was ingekomen oen schryven van Burg. en Weths. t9n gelei Je van een missive van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, die ten einde de oplichting van een of meer Kamers van Arbeid in deze gemeente voor te bereideD, do vo'g^nde vragen stelt: lo. Is in uw gemeente do behoefte gebleken om voor één of meer bedreven een Kamer van Arbeid op te richten, en is een behoorlijke samenstelling daarvan mogelijk; en by toe stemmende beantwoording: 2o. Welk todrljf of welke bedrijven zullen in die Kamer vertegenwoordigd moeten zyn? 3e. Zouden de eventueel in uwe gemeente op te richten Kamer of Kamers van Arbeid zich naar me r naburige gemeenten behooren uit te strekkin? 4o. Hoeveel leden zouden in die Kamer of Kamers zitting moeten nemen? Naar aanbiding van dit verzoek besloot de Kamer te antwoorden: Wat betreft de vraag gesteld sub 1, dat reeds nu was gebleken van de behoefte in het algemeen van de oprichting van Kamers van Arbeid, te meer voor een gemeente als Leiden met hare talrijke fabrieken en dien tengevolge van hare meerdere kans van colis- sie tusschen arbeiders en werkgevers; dat ongeacht daaruit op zichzelven niet reeds zou volgen de behoefte aan die Kamers reeds onafhankelijk van de wet van 2 Mei 1897 op de Kamers van Arbeid, is opgericht een arbeidsraad voor het bouwvak, waarvan de werkkring reeds tot gunstige uitkomsten heeft geleid; dat de Kamer dus onverdeeld de 1ste vraag bevestigend beantwoordt, de samenstelling volkomen mogolyk acht on het aantal Ktmers van Arbeid op 4 zou wenschen gesteld te zien. Wat betrefc de vraag gesteld sub. 2: dat de Kamera van Arbeid wenscbelyk worden geacht voor a. de bouwvakken; b. productie van de voedingsmiddelen; c. de wol- en katoennijverheid, alles in den meest ruimen zin, en wat de onderdooien betreft meer bijzonder zooveel mogelijk met name aangewezen; en d. voor alle die vakken van nijverheid, hierboven sub a, b en c niet bepaaldelijk opge noemd. Wat betreft de vraag gestold sub 3: dat de Kamer van Koophandel van oordeel is, dat het wellicht overweging Verdient om by Leiden te voegen die omliggende gemeenten, waarvan onlangs een gedeelte is geannexeerd, ten ge volge waarvan dan mag worden verwacht, dat ook de landbouw op de een of andere wyze in de Kamer van Arbeid zoude worden ver tegenwoordigd. Wat betreft de vraag gesteld sub 4: Naar het gevoelen van de Kamer van Kooph. zou een aantal van 8 leden in Iedere Kamer van Arbeid voldoende kunnen worden geacht. Ten opzichte van eene circulaire van de Nederlandsche Kamer van Koophandel te Londen, waarbij inlichtingen worden verzocht omtrent de maatregelen, welke zouden kunnen worden getroffen, om verbetering te brengen in het vervoer en den opslag van HollaDdsche boter op de LondGnscbe markt, werd besloten dit onderwerp nader aan de orde te stellen, nadat alvorens ter zake een deskundig praeadvi?s van een vertrouwbaar en bekend landbouwkundige zou zijn ingewonnen. De minister van merino, vergez-ld door kolonel Vogel, heeft heden een bezoek ga- bracht aan de fabriek van verduurzaamde levensmiddelen der heeren Tie'.eman en Dro3 alhier, alsmede aan de Kweekechool voor Zeevaart en de Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij. Zyne Excellentie bezichtigde met de meeste belangstelling deze geheelo fabriek ei betuigde ingenomenheid met den steeds toenemenden bloei der inrichting. Het tweede concert der Dames-Zang- vereeniging „Renata" zal in de eerste helft van December in den foyer der Stadszaal plaats hebben. Behalve een instrumentaal solist, zal mevr. A. Oldenbcoin Lütkeman (sopraan uit Amsterdam) hare medewerking verleenen. Koorwerken zullen worden uitgevoerd van Rheinberger, Chaminude, Lacome, Hofmann, Tetterode en Völlmar. Aan den Raad van 's-Gravenhage is voor gesteld om aan te koopen eenige perceelen en perceels gedoelteD, gelegen ten Z.W. van den Drog^rsdlik te Scheveningen, in verband met den voorgenomsn aanleg van eeD weg tusschen de Duinstraat en de Prins-Willemstraat door het zoogenaamde Bauschz'nburg. Tegelykertyd ia voor dat doel een som van f 13,000 op do nieuwe gemeentebegroting aangevraagd, te dekken uit leening. By hot 4de reg. inf. te Leiden is thans weder een reserve onderofficier voor den tyd van 5 weken onder de wapenen gekomen, om zich te bekwamen voor het vaandrigs-examen. De 2de luit. kwartiermeester G. F. Sloot, van het 4<Jo reg. inf. te Leiden, die tydelyk gedetacheerd was te 's-Gravenhage aan het bureau van inwendige administratie, keeitop 15 November naar zyn corps terug. Ds. A. L. Ruys, te Strooskerke, zal 5 December intrede doen by de Geref. Gemeente te Ooltgenspl.i3t, na bevestigd te zyn door ds, R. J. W. Rudolph, te Leidon. Do Tweede Kamer der Staten-Generaal hervatte gisternamiddag te 3 uren hare werk zaamheden. Onder de ingekomen stukken behoorden de reeds rondgedeelde wetsontwerpen en dia tot vaststelling van de begrooting van Curasao voor 1898 en tot regeling der vergelding van tydelyke diensten met pensioen. De geloofsbrieven van den heer Kool voor Enkhuizen werden commissoriaal gemaakt. Tot toelating werd besloten. De heer Kool nam, na de belofteD te hebben afgelegd, zitting. Er zyn twee nadere adressen, waaronder een van Cnosse, ingekomen ter zake van de verkiezing te Snoek. Zy zullen, na onderzoek door de commissie, ter griffie worden gelogd ter inzage van de leden. De dagorde voor het afdeelingsondorzoek van heden is vastgesteld zooals reeds werd gemeld en voor de openbare vergadering van Donderdag zyn aan de orde gesteld het nader verslag over de geloofsbrieven van den heer Van Gilse, de interpellatie van den heer v. d. Velde over dtn toestand der openbare wateren te Delft en eenige conclusiën van verslager over regeeringsbescbeiden. 10) Zy verzamelde al haar krachten en snelde over de weide weg. Zonder om te zien liep zy don berg af, tot zy den straatweg be reikte. Haar borst hygde, maar zonder op te houden vervolgde zy haar weg. Wie haar zag, moest donkeD, dat zfi vluchtte. In de stad eerst matigde zy een weinig haar schreden. In haar woning aangekomeD, ylde zy dadelyk naar haar kamer en sloot de deur achter zich toe. De -hevige tranenvloed, die haar overviel, bracht slechts uitputting, maar geen verlichtiug teweeg. Toen baar moeder thuiskwam en aan de deur luisterde, hoorde zy haar dochter zacht SDikken. Zy wilde naar haar toe gaan, doch ke i de deur nht openen. Zy klopte, maar kreeg geen antwoord. Werner wachtte in het paviljoen. Elise verzocht hem voor heden afscheid te nemen. Emma scheen zeer ontsteld te zyuzy, Elise, zou toch gean rust hebben dan ia do onmid dellijke nabyheid van haar kind. Het was ook heter, meende zy, dat Emma eerst van haar vernam, wat er voorgevallen was, of althans da noodigste omstandigheden. „Ik vree?," voegde zy er by, „dat zy te vroeg heeft ontdekt, wat haar eerst na be- hoorlyke voorbereiding onthuld had moeten worden." Hy kon niet begrypen, welke vrees men daarby kon koesteren. Men behoefde immers slechts één woord te spreken I Hy zou het liefst met Elise in een bootje hebben willen stappen, om met haar op bet meer te gaan roeien. Met haar alleen in den stillen maneschyn op het water I Dat had hy maar aldoor overdacht op zyn wandeling langs den oever en misschien ook wel tegenover haar uitgesproken. Nu moest hy zich al dadelyk op den eersten dag van zyn jong levensgeluk een afwyzlng laten welgevallen. „Ik heb plichten," zeide zy, toen hy aarzelde; „als ik u zal toebehooren, moet ge ze mee over nemen." „Ik wil immers ook een liefhebbend vader voor baar wezen?" hernam hy. „Maar waarom kan zy niet blyde zyn met de blyden? Zeg haar „Goeden nacht, liefste, en kom morgen vro3g! Ik hoop, dat dan alles in orde.is." „Wat zou dan niet in orde,Jannen zyn?" „Ga maar! Ge begrypt het ,toch niet." Zy vergezelde hom door den tuin, drukte zyn hand en riep hem nog van de trap af een laatst vaarwel na. Elise bracht een zeer onruetigen nacht door. Zy had weder en nog eens aan Emma's deur geklopttevergeefs. Ze werd niet geopend. Zy gaf het nu op, haar dochter dezen avond nog te spreken, maar zy besloot wakker te blyven, als by een zieke. Stceils luisterde zy van tyd tot tyd weer aan de deur, met het oor aan het sleutelgat. Lang nog list het zachte snikken zich hooren. Toen werd het stil daarbinnen. Maar tegen den morgen, mis schien na een korten slaap, werd het klagend geluid duidelyk hoorbaar. De beangste moeder meende nu niet langer te mogen talmen. Zy verlangde binnengelaten te worden. Totn ook daarop geen antwoord volgde, dreigde zy de deur te doen opensteken. Nu vtrnam zy slepende schredende sleutel werd omge draaid. Toen zy bmnentrad, wendde Emma zich met een lichten kreet af, wierp zich weder op het bed en drukte haar geziebt in de kussens. De bezorgde moeder ging tot haar, zette zich op den kant der legerstede en raakte zacht Emma's schouder aan. „Wat is er met je gebeurd, kiud?" vroeg zy. Het schreien weid heviger. „Zeg my alles, myn kind, wat je in zulk een ongewone gemoedsbeweging heeft ge bracht,... het zal je dan zeker lichter om het, hart worden." Emma volhardde in haar zwygon. „Stoft ge geen vertrouwen ia my, ow moeder?" „Hebrrik daftuog een moeder?'* kwam er eindolyk snikkend uit, met een smartelijke uitdrukking in de stem. „Waarom twyfelt ge daaraan?" Wederom bleef het antwoord uit. „Als ge u verkeerd behandeld waant, kind, is het dan niet beter je hart te openen dan je zoo onverstanaig aan het verdriet over te geven? Waarover voelt go u bezwaard?" „Ach! men kan zich er volstrekt niet in denkeD, laat staan nog verder denken." Elise trachtte haar op te beuren. „Zie mg aan!" zeide zij. „Ben ik niet altyd een goede en trouwe moeder voor je geweest Kunt ge dat nu zoo ineens vergeten zyn?" Emma hield baar handen vóór de oogen gedrukt; tusschen de fijne vingertjes vloeiden de tranen door. „Ik kan u niet aanzien," riep zy, „ik zie altyd iemand naast u Zy schudde zicb, als rilde ze van koorts. Niet zonder tegenstreven liet zy haar hoofdje tegen de moederlyke borst rusten. „Ik vermoedde het ware," nam de moeder na con korte stilte weder het woord. „Het heeft je gisteren doen schrikken my en den schilder Wernerzoo na verbonden te zien. Ik bon aan myn dochter een verklaring schuldig. Eigenlijk moest die niet meer noodig zyn. Weinig minuten vóór uw binnentreden hadden wy een overeenkomst gesloten wy haddon ons verloofd." „Enwat moet daarvan worden?" „Ge vraagt zonderling, kind." „Ik vraag slechts, opdat ge zietdat hetheelemaal onmogeiyk is." „Wat zou onmogeiyk zyn?" „Moedert En myn vader?" „Werner zal je beminnen als een tweede vader." Emma maakte zich met een hartstochtelyke beweging los en richtte zich op. „Maar ik w i 1 geen tweeden vader hebben," riep zy uit, „ik kan geen tweeden vader hebben hy zal mij niet beminnen, want ik ik ik haat hem „Ge zult or kalm on verstandiger over leeren denken." „Nooit, nooit, nooit! Moeder.... als dat gebeurtik hoop, dat ik het niet mag beleven. Maar als ik niet spoedig sterf, ik zou van u moeten scheiden en hem ergens in den vreemde afwachten. „Ikik zou u niet meer als myn moeder kunnen eeren en liefhebben." Mevrouw Van Maren zag somber vóór zich neer. „Dat zyn zeer onverstandige uitdrukkingen, myn kind," zeide zy. „Met verdriet bomerk ik, dat ge uw gevoel overspant en u daardoor de verzoening met een gebeurtenis verzwaart, die u voorzeker in oen vriendelyker licht verscliynen zou, als geniet alleen aan uzelf geliefdot te denkon. Het geluk uwer moeder „Denk ik aan myzelve?" viel het meisje snikkend in de rede. „Neen, neen, neen! Aan myn vader denk ikaan myn vader! En aan dien moest ook gy denken, moeder! Uw geluk! Kunt gy gelukkig zyn, als gy de plaats, die hy in uw hart bekleedt, aan een anderen man afstaat? Kunt gy gelukkig zyn, als gy zyn aandenken niet trouw bewaart? Weet gy dan niet, dat de dood de menschen niet scheidt, dat hy in den Hemel leeft en u in liefde verbeidt? Moeder, moeder!" Elise glimlachte. „Hy is daarboveD, myn liöf, vroom kind. Vreugde en leed der aarde bekommeron hem niet meer." Emma schudde afwerend met het hoofd. „Kunt ge hem in u laten sterveD, mama?" Zy wierp zich onstuimig aan de borst barer moeder en hield baar krampachtig met haar armen omvat, als kon zy zóó haar vlucht verhinderen. Mevrouw Van Maren beant woordde haar liefkoozingeD, maar niet op dezelfde hartstochtelyke wyze; zy wilde slechts kalmeeren, geruststellen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1