MENGELWERK.
krek aan ruimte; de college lokalen z{jn over
vol; de gelegenheid tot practische oefening
ontbreekt; de laboratoriums moeten vergroot
®f liever vormeerderd worden.
Vermeerdering van onderwijzend personeel
fa een onafwijsbare eisch. Verscheidene
docenten zijn overladen met colleges, wat
het onderwijs schade doet, den docent de
onmisbare opgewektheid en frischheid ont
neemt, en niet voldoenden tijd tot studie
3 verlaat.
Sommige leervakken komen niet tot hun
recht; de techniek wordt zoo veelomvattend,
dat splitsing steeds meer noodig wordt.
Slechts één voorbeeld uit vele. Het studie
vak, dat onder den algemoönen naam van
.waterbouwkunde" op den rooster irykt,
wordt door twee hoogleeraren gedoceerd.
Minstens vier titularissen zijn noodig, om dit
vak. tot z;jn recht te brengen, te meer, nu
«én hunner met bet directoraat is bolast.
Virmeld moet worden, dat tot heden eai
electro-technisch laboratorium ontbreekt
De aanstaande electro-tecmieus kan zich
in het laatst dtr negentiende esuw in Neder
land nog niet olie lig theoretisch en practisch
bekwamen, t rwtyl de toepassingen der etec-
tiiciteit meer en meer het moderne leven
behstrschen.
Zeker pleit voor hst uitnemend theoretisch
onderwy?, dat verscheidene ingenieurs, die te
D I t hun opleiding Ontvingen, met goed ge-
do electro-techniek beoefenen.
Dit feit kan echter het verzuim van vorige
regeeringen niet verontschuldigen en mag
den minister van binnenUndache ziken niat
doen uitstelloD, wat oiuriddellyk bekoort te
geschieden.
Wol is op de Staats1begroeting voor 1S9S
een post gebracht tot aankoop van terrein
ter vestiging eener dergelijke inrichting, maar
dezo post moet verhoogd worden met een
Hink bedrsg, opdat het gebouw in den loop
van 189S kun worden aanbesteed.
Bovengenoemde voorzieningen en nog enkele
andere moeten onmiddellijk getroffen worden
in afwachting der laüg verbeide hervorming,
die ernstige voorbereiding en degelijk onder
soek vordert, opdat ze afdoende en volledig zy.
Een Terechtstelling.
Uit het FranscH van A. Dayol.
Dez9n morgen om tien uren is het vonnis
voltrokken aan Alvarez OJiva, den moordenaar
van den notaris Juan Xiraenes.
Als rechtgeaard toerist overal belang in
stellend, heb ik de executie bijgewoond op
enkele passen afstands van de plaats der
terechtstelling, de Puerta del Sof, te Madrid.
Alsof het een kerkelijk feest, een stieren
gevecht of een vorstelijk bezoek gold, zoo
vol waren de straten en zoo opgewekt was
de feestelijk gekleede menigte. Nog nooit
had ik de groote zwarte oogen der Spaansche
schoonen zoo zien schitteren als bij het voor
uitzicht op dit, naar hun raeening, waar
schijnlijk te zeldzaam schouwspel. Jn vroolijke
groepjes, druk pratend, liepen ze over de
Plaza del Airo Puro; neuriënd het laatste
straatdeuntje, elkander schertsend aanstootend
tofc ergernis der eerzame vruebtenventers, die
de trottoirs versperden met hun witte uien,
roode Spaansche pepers, grillig gevormde kale
bassen en eigenaardige eiervorraige vruchten
fan helder violet.
De „jeunesse dorée" der stad draafde op
vorige Andalusische paarden met den fraai
gebogen kop en de sierlijke beeneu, in kostbare
ijjkleeding door de straten, alsof 't een diva
gold, die ze straks zouden afhalon om in
triomf naar haar hotel to brengen.
Om negen uren verliet ik mijn kamer en
rojds was de hitte ondraaglijk. Te voet legde
ik bot eind af tot het plein, waarop de
terechtstelling zou plaats vinden.
Hoe meer ik de plaats naderde, dos te
voller waren de straten, die er heen leidden,
zoodat het eindelijk onmogelijk werd geregeld
den weg te vervolgen. Da drukte en hot
gedrang wekten giooto vroolijkheid bii de
jougdige Spaanschen, die lachend de grappige
opmerkingen der soldaten aanboorden. Helder
klonken hun gelach en uitroepon van gemaakte
boosheid, waarmee ze de vrijpostigheden
hunner aanvallers beantwoordden. Telkens
werden waaiers stukgetrapt en rolden élégante
kanten hoofddoksels op den grond, bedekt
met een dikke laag grjjs poederig stof.
Eindelijk gelukte het my door langzaam
voortschuive.ï op het plein to komen. Als
een witte mast stak het schavot uit boven
de joelende, elkander verdiiagendo menschen-
menigto.
Steeds meer naderde ik bet sombere ge
vaarte, dat spookachtig dreigend uit de verte
op de krioelende massa staarde.
Op een voetbank, met een sneeuwwit laken
bekleed, lag het halsijzer, waarmede de Ver
oordeelde aan den schandpaal wordt bevestigd,
glinsterend in do verzengende zonnestralen.
Als een kroon van flikkerend staal stak dit
scherp af tegen het matte wit, waarop straks
de schuldige zou worden vastgobonden.
Aan do 1 atsto toebereidselen scheen geen
eind te kumen; ik had dus al den tijd om
de plaats en de menschen, die er zich op
bewogen, op mijn gemak waar te nemen.
Vooral schepte ik er behagen io, de gezichts
uitdrukking der toeschouwers nauwkeurig te
be*tudeeren.
De plek der terechtstelling, buiten de stad
gelegen, is hoogor dan de omtrok; men heeft
er een schoon uitzicht over de velden en
voolt met verkwikking de koele, zuivere
berglucht zich over het hoofd waaien. Hier
en daar staat een enkel armoedig huisje,
verder vertoonen zich kale bruingele vlakten
en aan den horizon de blauwe bergen van
Guadarrama. Voor den veroordeelde, die op
dit liefelijk schouwspel zijn laatste blikken
werpt, is het dubbel hard zoo uit het leven
te moeten scheiden.
Om het schavot geschaard stonden troepen
militairen, niet minder dan zes detachementen
van verschillende wapens: lanciers met hun
koperen helmen, zwarte uniformen met wit
afgozet en geel lederen versiersels; blauwe
jagers, liniesoldaten en vrijwilligers kenbaar
aan hun roode baret.
Het trof mij dat ze allen, bijna zonder
uitzondering, schoon gebouwd waren en een
flink militair voorkomen hadden.
„Wat of toch die schel mag beteekenen, dis
ik nu reeds al o'ion tyd hoor?" vroeg ik aan
mijn buurman, een ouden Navarreeschen boer.
„Dat is de schel van den bedelmonnik,'
antwoordde hy: .zie, daar komt by juis-.
naderbij."
Inderdaad baande zich zeer langzaam een
weg door de opgepakte menigte een monnik
met een roode kap op het hoofd. Om zyn
hals was aan een koord een groeno kist be
vestigd, waarop in groote, witte letters ge
schilderd stond: Paz y caritad.
Men offerde zyn penningske voor do zisl-
rust van Alvarez Oliva....
Er komt beweging in de menigte, de sol
daten maken ruimte en laten drie mannen
doo-, die zich naar het schavot begeven. Een
van hen beklimt het gevaarte, een klein,
mager mannetje van ongeveer veertig jaar:
de beul.
Koortsachtig loopt hy daar op en neer,
wachtend op zyn slachtoffer, het hoofd naar
den grond gericht, de handen samengeklemd
op den rug. Van ty'd tot tyd staat hy even
stil om zich het voorhoofd af te wisschen.
Met een wantrouwend oog ziet hy naar het
moordtuig, alsof hy vreesde, dat er op het
gewichtig oogenblik wel eens iets defect kon
raken, waardoor het leven van den veroordeelde
niet dadoiyk zou worden afgesneden.
De ontelbare toeschouwers, daareven nog
druk pratend en gesticuleerend, zyn stil ge
worden; men hoort geen geluid. Het gelaat
der meeste vrouwen is bleek en strak; mon
voelt, dat een ontzettende ernst ieder heeft
aangegrepen.
Een dof geratel doet zich steeds duidelyker
hooren, hot zyn de wielen van den dooden-
wagen, die langzaam en hortend het logge
gevaarte doen voortrollen. Voor het schavot
wordt stilgehouden, de veroordeelde stapt met
moeite uit en beklimt wankelend de twaalf
treden, zwaar leunend op den. arm van een
priester.
Een geestelijke, die voor hem de trap be
stijgt, houdt hoog boven zyn hoofd een reus
achtig crusifix en tevergeefs tracht de onge
lukkige zyn versuften, dwaleaden bfik er op
goricht te houden.
Alvarez Oliva is nog geen vyf en twintig
jaar en toch had men algemeen gedacht, dat
hy vol moed den doodsweg zou betreden. De
misdaad, door ham begaan, was met zooveel
koalelojdigbeid ten uitvoer gebracht en zoo
schrander berekend, dat men geen angst voor
het onbekende by hem kon verwachten. En
mon bedacht Diet, dat hot te veel was gt-
eisebt van een man in de vollo kracht aar
jeugd, die reeds acht en Veertig uur geledtn
met zyn doodvonnis was in kennis gesteld
en zich dus al dien tijd in het afriebttlyke
dtr terechtstelling had kunnen verdiepen. Te
midden der boetpsalmen en lykzang^n, voor
hem opgezonden in de kapel dor govangtni -,
had by zich voortdurend de vreeslijke voor
stelling in den geest tot werkelijkheid ge
maakt.
Gedwongen te worden twee dagen en twee
nachten lang het treurgezang der andeie ge
vangenen te moeten aanhooren, smsekend
om de rust van zyn eigen ziel, sch'ynt my
toe een marteling zoo groot, dat men die niet
meer in onze eeuw zou verwachten.
Ik was op een paaltje geklommen, zoodat
ik op het houten gevaarte kon zien, en met
weerzin staarde ik op de slotscène van het
drama.
De ongelukkige stelde zichzelf ter beschik
king van den beul.
Deze liofc hem plaats nemen tegen den paal,
waaraan by hem stevig vastbond. Vervolgens
snoerde by hem de handen en voeten met
touwen, alles mot een kalmte en een lang
zaamheid als men alleen aantreft by den
Spaanschen ambtenaar in de uitoefening van
zya ambt
Men hoorde nu oen vaag gemurmel opsty-
gen uit de menschenmassa.
Een der priesters bracht het kruisbeeld aan
de lippen van den moordenaar, terwyi de
andere hem ernstig toesprak.
De vorcordoelde merkte blykbaar niets,
zyn wasbleek gelaat sprak van doffe wan
hoop on de oogen zagen zonder uitdrukking
over de hoofden der menschenzee heen.
Ik zag dat zyn he.Ie lichaam trilde, toen
de beul hem het halsyzer aandeed; zyn mond
trok zich samen als in hevige smart. Een
wit lakeD, dat haastig over hem heen werd
geworpen, onttrok den ongelukkige eensklaps
aan myn blik.
De beul bracht het moordtuig in bewoging,
do wervelbeenderen van den hals kraakten,
het lichaam trok krampachtig, de armen
keerden zich buitenwaarts en de beonen
namen een schuine richting aan.
Alvarez Oliva was dood. De priesters zetten
bin vierkante baretten af, als een laatste
eer, den doode bewezen, en de beul trok het
witte lake? weg.
Het hoofd, daareven nog wit, was nu
donkerblauw getint, de tong hing opgezwollen
uit den mond en de met bloed beloopen
oogen puilden uit hun kassen. De zwarte
muts met het witte kruis was op den rechter
schouder gezakt.
De menigte ging zwygend uiteen, twee
soldaten posteerden zich met geveld geweer
aan den voet van het schavot, waar hot lyk
tot 's avonds acht uron moest bly ven ten
toongesteld. Dan zouden de klaagvrouwen
komen, om het al weenend te begeleiden naar
bet kerkhof der ter dood-voroordeelden.
Muntgasmeters
van J. MALDANT DUPOY Co., te Parys.
Hoewel wy hier te lande, naar de ervaring
leert, door den yver der hier gevestigde
meterfabrikaatcn r.eds voor twee jaar in
staat w. ran gestold tot de toepassing van
muntgasmeters over te gaan, en sedert de
ervaring in verschillende gemeenten duidelyk
heeft geloard, dat deze muntmeters volkomen
kan de eischen, zoowel der Nederiandsche
gaspraktijk als der Nederiandsche ykwet vol-
doeD, kan het myns iDziens de belangstelling
der lezers van het Leidsch Dagblad trekken,
door een afbeelding kennis te maken met
een eemgszins anders ingerichten muntmeter,
in Frankrijk in exploitatie gekomen.
De hierby gevoegde figuren, waarin, jam-
mor genoeg, 03r.e nadere aanwyring der
onderdeelen door letters ontbreekt, maken
eeno besobryving der werking bykans over
bodig. Hot uitwendig aanzien van den
meter verschilt nagenoeg niet met dat van
den by ons bekende. De verzegeling van het
geldbakje is eenig zins anders en de inrich
ting der stortsltuf iets eenvoudiger, doch
misschien tegen misbruiken minder veilig dan
da o s lekende krukteweging.
Nadat het geldstuk) 9 door de gleuf van
het yzeren handvatsel is gegaan en tevens
door een daarmede overeenkomende openiDg,
die in den deksel van h< t kastje, dat de
beweging bevat, is aangobr. cut, valt het
verticaal tegen een der 10 tanden van het
muntrad.
Wanneer men dan het handvatsel draait
in de richting dis het pyl je aangeeft, be
schuit hkt geldstukje een cirkelboog en doet
het muntrad e n tandje draaien, makende
aldus 7,o dtr omwentel ng, waarna het langs
de open ruimte in een ijzeren gel:kastje
valt, dat meer dan 25t franken kan terv3tten.
H t muntrad is gemeonschappeiyk ver
bonden ir.o: een verticale schroef, dtze 1 mtste
maakt eveneens 7,0 der omwenteling en zooals
de figuur aanduidt, loopt op die schroef een
schuin getand rcoertjdat dan tot eeno hoogte
gelyk aan 10 van den scbroefomloop, stygt,
en een klep, die den gasinlaat afsluit, tot
dezelfde hoogte opheft.
Het gas, dat door de inlaatkamer binnen
gekomen is, kan dan een doortocht vinden
in het voorste vierkant van den meter, na
door de zy-openingen te zyn toegevloeid.
Als de meter waterpas geplaatst is, heft
do flotter, die juist werkt als in een gewonen
meter, de flotterklep op.
Naarmate het gas door den meter gaat,
werkt een in de figuur niet zichtbaar rad, dat
op de spil van den tamboer bevestigd is, op
het onderste tandrad, in onze figuur buiten
het muntka8tje afgebeeld, dat zijnerzyds weder
het konisch raderstel doet draaien, dat op
dezelfde as werkt. Het aantal tanden van dit
rad is gelyk aan het aantal centimes, dat den
prys per M\ bepaaft.
Aldus verkrygt men een omwenteling van
de horizontale schroef, die schroefvormig pakt
in de tanden van het getande moerrad.
De beweging van de trommel veroorzaakt
dus de wenteling van dat moerrad, die lang
zamerhand de verticale schroef doet dalen
en de inlaatklep sluit, tenzy men, zoodra
men door het minder worden van het licht
gewaarschuwd wordt, andermaal een of meer
geldstukjes in het toestel werpt.
Ds verbinding tusschen de klep en de
beweging wordt gevormd door een buigzaam
membraan, evenals by de ons bekende munt
meters.
Ten einde het den verbruiker gemakkelijk te
maken om ieder oogenblik te kunnen zien,
hoeveel gas men vooruit betaald heeft, en
dus al of niet opnieuw geldstukjes in het
toestel moet werpen, heeft men aan de voor-
zyde van het kastje een glaasje aangebracht.
Voor deze opening verplaatst zich een
cirkelvormig plaatje, half wit, half zwart;
hit witte gedeelte biervan is verdeeld in 10
deelen, cie overeenkomen met 10 geldstakjes,
die men vooruit in het toestel kan werpen.
Als er geen vooruitbetaald gas meer aan
wezig is, vertoont het zichtbare gedeelte zich
geheel zwart; werpt men er geldstakjes in,
dan verschijnt het witte gedeelte, en voor 10
stukjes b.v. zal het er juist uitzien als de
figuur voorstelt, nl. geheel wit.
Maar in dit laat&to geval is het geraden,
er geen elfde geldstukje meer in ts werpen,
want zoo dit eenmaal in de gleuf was, zou
men door met geweld ta duwen, het werk
kunnen bederven.
Aan de kruk, die het plaatje verschuift, is
by T een ho^kstukje verbondon, waartegen
het staatje B stuit, zoodra 10 geldstukjes zyn
gestort. Dit staafje is stevig verbonden aan
den muntsleufdrager, die dus niet g6noeg
terug kan geschoven worden om samen te
vallen met de sleuf in het deksel van de
muntdoos, zoo lat geen olfde munt kan door-
vallen.
LeidenC. J. P. Kampers,
Qas- en Electrolechnicus.
INGEZONDEN.
By den aanvang van dezen zomer werd aan
vele onzer ingezetenen een bilj6t toegezonden,
dat een eenigszins dreigend voorkomen had
en met een gevoel van schrik en van wan
trouwen werd bekeken. Geen wonder ook,
want het woord „Belasting" stond er in
duidelyke letters boven gedrukt endatwoard
heeft nu eenmaal geen aangenamen klank;
wyst het Belastingbiljet daarenboven, zooals
in dit geval, op een nieuwe jaarlyksche hef-
fiDg, dan most het wel de uitwerking hebben
van zelfs den meest gewilligen belastingbe
taler den schrik om 't hart te doen slaan en
de verzuchting te doen slaken: Wat nu weer!
Maar dat gevoel van schrik, van opkomend
verzet week spoedig by verdere kennisma
king met den brief, waar de uitdrukking:
geheel vrijwillige bydrageD, het oog trof, waar
men zag, dat er noch van deurwaardersaan
maning, noch van eenige straf bepaling sprake
was, maar alleen van harteiykon dank aan
den goedgunstigen betaler.
Met een welwillenden glimlach, misschien
wel met een goedkeurend knikje, werd de
brief ter zyde gelegd en menigeen nam zich
voor ter rechter tyd en op de rechte wyze
er op te antwoorden.
Dat het in vele gevallen zoo gegaan is,
bleek uit de greotere en kleinere bydragen,
die inkwamen, en daaronder zelfs van personen,
die zichzelvon het genot van een uitstapje
moesten ontzeggen, maar niettemin gaarne
toonden wat over te hebben voor het goede
doel, dat Reisbelasting beoogt. In het geheel
werd ontvangen een som van ƒ244 en....
een ooilam.
Hoe dat schaapje onder de giften verzeild
geraakte
Mooht hier of daar zulk een loffelgk en zeer
gowaardeerd voornemen door do drukten van hot
dagelykech leven niet ten uitvoer zijn gekomen, dan
bestaat altijd nog de gelegenheid, dat verzuim te
herstellen; voor die gevallen znllon de ontvangkan
toren geopend hlyven,
Twee onbekenden kregen den aardigen
inval R.-B. een schoone kans te geven in
Fortuna'6 hand: zy zonden aan het Leidsche
Comité elf loten in de Landbouwtentoonstel
ling, dezen zomer te 's-Hage gehouden, en
het lam viel als prys op een der nummers.
Het dier liet zich willig verkoopen en voor
de opbrengst kon zeker weer aan een persoon,
voor wien buitenlucht medicyn was, eon paar
weken het genot daarvan worden geschonken.
Waar het Leidsche Comité dus een vr(j
aardig bedrag aan het Hoofdbestuur te Utrecht
kon overmaken, mocht het zich in staat
zien gosteld aan vier personen uit onz9 stid
een herstellingskuur in gezonde buitenlucht
te verschaffen.
Een man, brievenbesteller die door ver
zwakking na doorgestane ziekte, gevaar liep
zyn betrekking té moeten opgeven, bracht
vier wokón in Apeldoorn door en kwam terug
als een ander monscb: met lust kon hy zyn
werk weer opvatten.
Een meisje, dat door bloedarmoede steals
achteruit ging en in een toestand van lu.te-
loosheid was vervallen, heeft zes weken op
„Heideheuvol" doorgebracht. Met een geheel
ander uitzien kwam zy terug, vertelde, dat
zy 9 pond was aangekomen en goed had
leeren eten.
Een dienstmeisje, dat door zwakte vreesde
het dienen niet te kunnen volhouden, was
vier weken op „Rustoord" en kwam terug
met ronde wangen en gezonde kleur, zonder
de afmattende pynen in hoofd en rug.
Een naaister, die door ziekte en overspan
ning in een toestand van slapte en zenuw
achtigheid was gekomen, kon vier weken ia
do inrichting van dr. v. d. Burg, te Laag-
Soeren, worden opgenomen; door rust en
buitenlucht en het gobruik van baden ver
beterde haar toestand aanmerkeiyk.
Wyzen zulke resultaten niet op het groote
nut en de heilzame werking van Reisbelasting?
Yele aanvragen moesten helaas op zyde
gelegl of tot een volgend jaar verwezen uit
gebrek aan middelen. Uit Utrecht kwam
telkens het bericht.: Stuurt geen aanvragen
meer, maar geld, geld; er zyn zoovelen, die
geholp n rcO;ten worden.
En dus besluiten wy dit praatje, dat een
woord van heel hartelyken dank bevat aaa
zoovelen, die niet toveige.fs een beroep lieten
doen op hunne offervaardigheid, met nog eens
een blijvende en zeer dringende aanbevoling
van de Leidsche Reisbelasting. Alle bydragen,
groote, maar ook kleine, zelfs do kleinste,
zyn steeds welkom. Elke gulden vertegen
woordigt een dag van heilzaam genot, dat
werkeiyk geen weelde is.
W. d'AumerieHubkecht.
C. RÜMKE-KIPS.
L. Hubrecht.
CORRESPONDENTIE. - Nogmaals h- rl alen
wy ons verzoek om in het vervolg verschoond
te biyven van de toezending van ingezonden
stukken, welke ook tor plaatsing aan andore
bladen zyn aangeboden.
KOLONIËN.
BATAVIA, 30 Sept.-5 0:to:er.
Uit Nederland wordt aan het „Tat. Nbl.'*
„van in den regel goed onderri hte zyde"
geschreven, dat de in den laatst en tyd be
treffende den toestand van hot corps gonie-
officieren geschreven artikelen in hooge mate
de aandacht van het ministerie van kobnièn
hebben getrokken, dat do heer Cremer reeds
een deskundige heeft geraadpleegd, en dat
binnenkort de Indische regeering wel zal
gepolst worden over de beste wijze, waarop
aan gegronde grieven kan worden te gemoet
gekomen.
Door den gouverneur-generaal van Nod. IndiÖ
zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: Met
ingang van 6 October 1397 tot ingenieur late kl.
bij het kadaster de ambtenaar op non-activiteit W.
Van der Rest, laatstelijk ingenieur 2de kl., thans
belast met de functiën van secretaris der commissie
voor de vaststelling der verpondingswaarde van
onroerende goederen.
Bij de Staatsspoorwegen op Java:
Gedetacheerd: Bij de afdeeling spoor en
tramwegen en stoomwezen van het departement
der Burg. Openb. Weiken de ingenieur lsle kL
R. P. O. D. Wijnmalen.
Bepaald: Dat de l9to commies J. M. Waller
Diemont bij de westerlijnen geplaatst blijft.
Overgeplaatst: Van de wester- naar df
oosterliinen de 2do commies J A. L. Leidèlmcyen.
DEPARTEMENT VAN OORLOG Ontslagen*
Op verzoek met ingang van 2 October 1897, eervoi
uit Hr. Ms. militairen dienst de off. van gez. 2de kl
A. H. Vorstman.
Verlengd: Met een maand het verleend
verlof naar Malang wegens ziekte van den 2den
luit. bij het 13de bat. inf. J. V. L. Oppermann.
Geplaatst: Bij het corps genietroepen te
Magelang, de 2de luit. der genie van verlof uv
Neaerland teruggekeerd. W. H. JJioolen.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Overgei
plaatst: Van het pantserdek9chip „Kon. Wilhol-
mina" op het wachtschip .Bromo'de adjunct-od
mimstrateur P M. Scbreuders;
van het wachtschip .Gedeh" op het fregat
„De Ruyter" de adelborsten 1ste kl. A. F. L.
Troll, C. R. T. Tollenaar, J. D. Evers en G. M.
Schaeffer.
Opgave van passsagiers, van Batavia vertrokken
per S3. „Burgemeester Den Tex" naar Genua en
Amsterdam: de hoeren F. Exhauzier, IJ. F. R.
HellemJoorn, S. De Kanter, moj. A. De Kanter,
de heer H. JI. Kunst met echtg. en 1 kind, gepens.
inspecteur van het ijkwezen O. Venemu met echtg.,
eervol ontsl. ingen. 1ste kl. chef van den kadastratéh
dienst A. W. Van Bergon met echtg., mej. Van
Bergen, de heer Van Bergen, de milit. apotheken
lste kl. J. De Jong, de heer IJzerman, de Duitschq
consul generaal dr. H. Gabriel met echtg 3 kind.
en juffrouw, de heer H. C. J. Strcngnacrts, de
lste machinist Liedel, Hr. Ms. militairen en
schepelingen.