MENGELWERK. krek aan ruimte; de college lokalen z{jn over vol; de gelegenheid tot practische oefening ontbreekt; de laboratoriums moeten vergroot ®f liever vormeerderd worden. Vermeerdering van onderwijzend personeel fa een onafwijsbare eisch. Verscheidene docenten zijn overladen met colleges, wat het onderwijs schade doet, den docent de onmisbare opgewektheid en frischheid ont neemt, en niet voldoenden tijd tot studie 3 verlaat. Sommige leervakken komen niet tot hun recht; de techniek wordt zoo veelomvattend, dat splitsing steeds meer noodig wordt. Slechts één voorbeeld uit vele. Het studie vak, dat onder den algemoönen naam van .waterbouwkunde" op den rooster irykt, wordt door twee hoogleeraren gedoceerd. Minstens vier titularissen zijn noodig, om dit vak. tot z;jn recht te brengen, te meer, nu «én hunner met bet directoraat is bolast. Virmeld moet worden, dat tot heden eai electro-technisch laboratorium ontbreekt De aanstaande electro-tecmieus kan zich in het laatst dtr negentiende esuw in Neder land nog niet olie lig theoretisch en practisch bekwamen, t rwtyl de toepassingen der etec- tiiciteit meer en meer het moderne leven behstrschen. Zeker pleit voor hst uitnemend theoretisch onderwy?, dat verscheidene ingenieurs, die te D I t hun opleiding Ontvingen, met goed ge- do electro-techniek beoefenen. Dit feit kan echter het verzuim van vorige regeeringen niet verontschuldigen en mag den minister van binnenUndache ziken niat doen uitstelloD, wat oiuriddellyk bekoort te geschieden. Wol is op de Staats1begroeting voor 1S9S een post gebracht tot aankoop van terrein ter vestiging eener dergelijke inrichting, maar dezo post moet verhoogd worden met een Hink bedrsg, opdat het gebouw in den loop van 189S kun worden aanbesteed. Bovengenoemde voorzieningen en nog enkele andere moeten onmiddellijk getroffen worden in afwachting der laüg verbeide hervorming, die ernstige voorbereiding en degelijk onder soek vordert, opdat ze afdoende en volledig zy. Een Terechtstelling. Uit het FranscH van A. Dayol. Dez9n morgen om tien uren is het vonnis voltrokken aan Alvarez OJiva, den moordenaar van den notaris Juan Xiraenes. Als rechtgeaard toerist overal belang in stellend, heb ik de executie bijgewoond op enkele passen afstands van de plaats der terechtstelling, de Puerta del Sof, te Madrid. Alsof het een kerkelijk feest, een stieren gevecht of een vorstelijk bezoek gold, zoo vol waren de straten en zoo opgewekt was de feestelijk gekleede menigte. Nog nooit had ik de groote zwarte oogen der Spaansche schoonen zoo zien schitteren als bij het voor uitzicht op dit, naar hun raeening, waar schijnlijk te zeldzaam schouwspel. Jn vroolijke groepjes, druk pratend, liepen ze over de Plaza del Airo Puro; neuriënd het laatste straatdeuntje, elkander schertsend aanstootend tofc ergernis der eerzame vruebtenventers, die de trottoirs versperden met hun witte uien, roode Spaansche pepers, grillig gevormde kale bassen en eigenaardige eiervorraige vruchten fan helder violet. De „jeunesse dorée" der stad draafde op vorige Andalusische paarden met den fraai gebogen kop en de sierlijke beeneu, in kostbare ijjkleeding door de straten, alsof 't een diva gold, die ze straks zouden afhalon om in triomf naar haar hotel to brengen. Om negen uren verliet ik mijn kamer en rojds was de hitte ondraaglijk. Te voet legde ik bot eind af tot het plein, waarop de terechtstelling zou plaats vinden. Hoe meer ik de plaats naderde, dos te voller waren de straten, die er heen leidden, zoodat het eindelijk onmogelijk werd geregeld den weg te vervolgen. Da drukte en hot gedrang wekten giooto vroolijkheid bii de jougdige Spaanschen, die lachend de grappige opmerkingen der soldaten aanboorden. Helder klonken hun gelach en uitroepon van gemaakte boosheid, waarmee ze de vrijpostigheden hunner aanvallers beantwoordden. Telkens werden waaiers stukgetrapt en rolden élégante kanten hoofddoksels op den grond, bedekt met een dikke laag grjjs poederig stof. Eindelijk gelukte het my door langzaam voortschuive.ï op het plein to komen. Als een witte mast stak het schavot uit boven de joelende, elkander verdiiagendo menschen- menigto. Steeds meer naderde ik bet sombere ge vaarte, dat spookachtig dreigend uit de verte op de krioelende massa staarde. Op een voetbank, met een sneeuwwit laken bekleed, lag het halsijzer, waarmede de Ver oordeelde aan den schandpaal wordt bevestigd, glinsterend in do verzengende zonnestralen. Als een kroon van flikkerend staal stak dit scherp af tegen het matte wit, waarop straks de schuldige zou worden vastgobonden. Aan do 1 atsto toebereidselen scheen geen eind te kumen; ik had dus al den tijd om de plaats en de menschen, die er zich op bewogen, op mijn gemak waar te nemen. Vooral schepte ik er behagen io, de gezichts uitdrukking der toeschouwers nauwkeurig te be*tudeeren. De plek der terechtstelling, buiten de stad gelegen, is hoogor dan de omtrok; men heeft er een schoon uitzicht over de velden en voolt met verkwikking de koele, zuivere berglucht zich over het hoofd waaien. Hier en daar staat een enkel armoedig huisje, verder vertoonen zich kale bruingele vlakten en aan den horizon de blauwe bergen van Guadarrama. Voor den veroordeelde, die op dit liefelijk schouwspel zijn laatste blikken werpt, is het dubbel hard zoo uit het leven te moeten scheiden. Om het schavot geschaard stonden troepen militairen, niet minder dan zes detachementen van verschillende wapens: lanciers met hun koperen helmen, zwarte uniformen met wit afgozet en geel lederen versiersels; blauwe jagers, liniesoldaten en vrijwilligers kenbaar aan hun roode baret. Het trof mij dat ze allen, bijna zonder uitzondering, schoon gebouwd waren en een flink militair voorkomen hadden. „Wat of toch die schel mag beteekenen, dis ik nu reeds al o'ion tyd hoor?" vroeg ik aan mijn buurman, een ouden Navarreeschen boer. „Dat is de schel van den bedelmonnik,' antwoordde hy: .zie, daar komt by juis-. naderbij." Inderdaad baande zich zeer langzaam een weg door de opgepakte menigte een monnik met een roode kap op het hoofd. Om zyn hals was aan een koord een groeno kist be vestigd, waarop in groote, witte letters ge schilderd stond: Paz y caritad. Men offerde zyn penningske voor do zisl- rust van Alvarez Oliva.... Er komt beweging in de menigte, de sol daten maken ruimte en laten drie mannen doo-, die zich naar het schavot begeven. Een van hen beklimt het gevaarte, een klein, mager mannetje van ongeveer veertig jaar: de beul. Koortsachtig loopt hy daar op en neer, wachtend op zyn slachtoffer, het hoofd naar den grond gericht, de handen samengeklemd op den rug. Van ty'd tot tyd staat hy even stil om zich het voorhoofd af te wisschen. Met een wantrouwend oog ziet hy naar het moordtuig, alsof hy vreesde, dat er op het gewichtig oogenblik wel eens iets defect kon raken, waardoor het leven van den veroordeelde niet dadoiyk zou worden afgesneden. De ontelbare toeschouwers, daareven nog druk pratend en gesticuleerend, zyn stil ge worden; men hoort geen geluid. Het gelaat der meeste vrouwen is bleek en strak; mon voelt, dat een ontzettende ernst ieder heeft aangegrepen. Een dof geratel doet zich steeds duidelyker hooren, hot zyn de wielen van den dooden- wagen, die langzaam en hortend het logge gevaarte doen voortrollen. Voor het schavot wordt stilgehouden, de veroordeelde stapt met moeite uit en beklimt wankelend de twaalf treden, zwaar leunend op den. arm van een priester. Een geestelijke, die voor hem de trap be stijgt, houdt hoog boven zyn hoofd een reus achtig crusifix en tevergeefs tracht de onge lukkige zyn versuften, dwaleaden bfik er op goricht te houden. Alvarez Oliva is nog geen vyf en twintig jaar en toch had men algemeen gedacht, dat hy vol moed den doodsweg zou betreden. De misdaad, door ham begaan, was met zooveel koalelojdigbeid ten uitvoer gebracht en zoo schrander berekend, dat men geen angst voor het onbekende by hem kon verwachten. En mon bedacht Diet, dat hot te veel was gt- eisebt van een man in de vollo kracht aar jeugd, die reeds acht en Veertig uur geledtn met zyn doodvonnis was in kennis gesteld en zich dus al dien tijd in het afriebttlyke dtr terechtstelling had kunnen verdiepen. Te midden der boetpsalmen en lykzang^n, voor hem opgezonden in de kapel dor govangtni -, had by zich voortdurend de vreeslijke voor stelling in den geest tot werkelijkheid ge maakt. Gedwongen te worden twee dagen en twee nachten lang het treurgezang der andeie ge vangenen te moeten aanhooren, smsekend om de rust van zyn eigen ziel, sch'ynt my toe een marteling zoo groot, dat men die niet meer in onze eeuw zou verwachten. Ik was op een paaltje geklommen, zoodat ik op het houten gevaarte kon zien, en met weerzin staarde ik op de slotscène van het drama. De ongelukkige stelde zichzelf ter beschik king van den beul. Deze liofc hem plaats nemen tegen den paal, waaraan by hem stevig vastbond. Vervolgens snoerde by hem de handen en voeten met touwen, alles mot een kalmte en een lang zaamheid als men alleen aantreft by den Spaanschen ambtenaar in de uitoefening van zya ambt Men hoorde nu oen vaag gemurmel opsty- gen uit de menschenmassa. Een der priesters bracht het kruisbeeld aan de lippen van den moordenaar, terwyi de andere hem ernstig toesprak. De vorcordoelde merkte blykbaar niets, zyn wasbleek gelaat sprak van doffe wan hoop on de oogen zagen zonder uitdrukking over de hoofden der menschenzee heen. Ik zag dat zyn he.Ie lichaam trilde, toen de beul hem het halsyzer aandeed; zyn mond trok zich samen als in hevige smart. Een wit lakeD, dat haastig over hem heen werd geworpen, onttrok den ongelukkige eensklaps aan myn blik. De beul bracht het moordtuig in bewoging, do wervelbeenderen van den hals kraakten, het lichaam trok krampachtig, de armen keerden zich buitenwaarts en de beonen namen een schuine richting aan. Alvarez Oliva was dood. De priesters zetten bin vierkante baretten af, als een laatste eer, den doode bewezen, en de beul trok het witte lake? weg. Het hoofd, daareven nog wit, was nu donkerblauw getint, de tong hing opgezwollen uit den mond en de met bloed beloopen oogen puilden uit hun kassen. De zwarte muts met het witte kruis was op den rechter schouder gezakt. De menigte ging zwygend uiteen, twee soldaten posteerden zich met geveld geweer aan den voet van het schavot, waar hot lyk tot 's avonds acht uron moest bly ven ten toongesteld. Dan zouden de klaagvrouwen komen, om het al weenend te begeleiden naar bet kerkhof der ter dood-voroordeelden. Muntgasmeters van J. MALDANT DUPOY Co., te Parys. Hoewel wy hier te lande, naar de ervaring leert, door den yver der hier gevestigde meterfabrikaatcn r.eds voor twee jaar in staat w. ran gestold tot de toepassing van muntgasmeters over te gaan, en sedert de ervaring in verschillende gemeenten duidelyk heeft geloard, dat deze muntmeters volkomen kan de eischen, zoowel der Nederiandsche gaspraktijk als der Nederiandsche ykwet vol- doeD, kan het myns iDziens de belangstelling der lezers van het Leidsch Dagblad trekken, door een afbeelding kennis te maken met een eemgszins anders ingerichten muntmeter, in Frankrijk in exploitatie gekomen. De hierby gevoegde figuren, waarin, jam- mor genoeg, 03r.e nadere aanwyring der onderdeelen door letters ontbreekt, maken eeno besobryving der werking bykans over bodig. Hot uitwendig aanzien van den meter verschilt nagenoeg niet met dat van den by ons bekende. De verzegeling van het geldbakje is eenig zins anders en de inrich ting der stortsltuf iets eenvoudiger, doch misschien tegen misbruiken minder veilig dan da o s lekende krukteweging. Nadat het geldstuk) 9 door de gleuf van het yzeren handvatsel is gegaan en tevens door een daarmede overeenkomende openiDg, die in den deksel van h< t kastje, dat de beweging bevat, is aangobr. cut, valt het verticaal tegen een der 10 tanden van het muntrad. Wanneer men dan het handvatsel draait in de richting dis het pyl je aangeeft, be schuit hkt geldstukje een cirkelboog en doet het muntrad e n tandje draaien, makende aldus 7,o dtr omwentel ng, waarna het langs de open ruimte in een ijzeren gel:kastje valt, dat meer dan 25t franken kan terv3tten. H t muntrad is gemeonschappeiyk ver bonden ir.o: een verticale schroef, dtze 1 mtste maakt eveneens 7,0 der omwenteling en zooals de figuur aanduidt, loopt op die schroef een schuin getand rcoertjdat dan tot eeno hoogte gelyk aan 10 van den scbroefomloop, stygt, en een klep, die den gasinlaat afsluit, tot dezelfde hoogte opheft. Het gas, dat door de inlaatkamer binnen gekomen is, kan dan een doortocht vinden in het voorste vierkant van den meter, na door de zy-openingen te zyn toegevloeid. Als de meter waterpas geplaatst is, heft do flotter, die juist werkt als in een gewonen meter, de flotterklep op. Naarmate het gas door den meter gaat, werkt een in de figuur niet zichtbaar rad, dat op de spil van den tamboer bevestigd is, op het onderste tandrad, in onze figuur buiten het muntka8tje afgebeeld, dat zijnerzyds weder het konisch raderstel doet draaien, dat op dezelfde as werkt. Het aantal tanden van dit rad is gelyk aan het aantal centimes, dat den prys per M\ bepaaft. Aldus verkrygt men een omwenteling van de horizontale schroef, die schroefvormig pakt in de tanden van het getande moerrad. De beweging van de trommel veroorzaakt dus de wenteling van dat moerrad, die lang zamerhand de verticale schroef doet dalen en de inlaatklep sluit, tenzy men, zoodra men door het minder worden van het licht gewaarschuwd wordt, andermaal een of meer geldstukjes in het toestel werpt. Ds verbinding tusschen de klep en de beweging wordt gevormd door een buigzaam membraan, evenals by de ons bekende munt meters. Ten einde het den verbruiker gemakkelijk te maken om ieder oogenblik te kunnen zien, hoeveel gas men vooruit betaald heeft, en dus al of niet opnieuw geldstukjes in het toestel moet werpen, heeft men aan de voor- zyde van het kastje een glaasje aangebracht. Voor deze opening verplaatst zich een cirkelvormig plaatje, half wit, half zwart; hit witte gedeelte biervan is verdeeld in 10 deelen, cie overeenkomen met 10 geldstakjes, die men vooruit in het toestel kan werpen. Als er geen vooruitbetaald gas meer aan wezig is, vertoont het zichtbare gedeelte zich geheel zwart; werpt men er geldstakjes in, dan verschijnt het witte gedeelte, en voor 10 stukjes b.v. zal het er juist uitzien als de figuur voorstelt, nl. geheel wit. Maar in dit laat&to geval is het geraden, er geen elfde geldstukje meer in ts werpen, want zoo dit eenmaal in de gleuf was, zou men door met geweld ta duwen, het werk kunnen bederven. Aan de kruk, die het plaatje verschuift, is by T een ho^kstukje verbondon, waartegen het staatje B stuit, zoodra 10 geldstukjes zyn gestort. Dit staafje is stevig verbonden aan den muntsleufdrager, die dus niet g6noeg terug kan geschoven worden om samen te vallen met de sleuf in het deksel van de muntdoos, zoo lat geen olfde munt kan door- vallen. LeidenC. J. P. Kampers, Qas- en Electrolechnicus. INGEZONDEN. By den aanvang van dezen zomer werd aan vele onzer ingezetenen een bilj6t toegezonden, dat een eenigszins dreigend voorkomen had en met een gevoel van schrik en van wan trouwen werd bekeken. Geen wonder ook, want het woord „Belasting" stond er in duidelyke letters boven gedrukt endatwoard heeft nu eenmaal geen aangenamen klank; wyst het Belastingbiljet daarenboven, zooals in dit geval, op een nieuwe jaarlyksche hef- fiDg, dan most het wel de uitwerking hebben van zelfs den meest gewilligen belastingbe taler den schrik om 't hart te doen slaan en de verzuchting te doen slaken: Wat nu weer! Maar dat gevoel van schrik, van opkomend verzet week spoedig by verdere kennisma king met den brief, waar de uitdrukking: geheel vrijwillige bydrageD, het oog trof, waar men zag, dat er noch van deurwaardersaan maning, noch van eenige straf bepaling sprake was, maar alleen van harteiykon dank aan den goedgunstigen betaler. Met een welwillenden glimlach, misschien wel met een goedkeurend knikje, werd de brief ter zyde gelegd en menigeen nam zich voor ter rechter tyd en op de rechte wyze er op te antwoorden. Dat het in vele gevallen zoo gegaan is, bleek uit de greotere en kleinere bydragen, die inkwamen, en daaronder zelfs van personen, die zichzelvon het genot van een uitstapje moesten ontzeggen, maar niettemin gaarne toonden wat over te hebben voor het goede doel, dat Reisbelasting beoogt. In het geheel werd ontvangen een som van ƒ244 en.... een ooilam. Hoe dat schaapje onder de giften verzeild geraakte Mooht hier of daar zulk een loffelgk en zeer gowaardeerd voornemen door do drukten van hot dagelykech leven niet ten uitvoer zijn gekomen, dan bestaat altijd nog de gelegenheid, dat verzuim te herstellen; voor die gevallen znllon de ontvangkan toren geopend hlyven, Twee onbekenden kregen den aardigen inval R.-B. een schoone kans te geven in Fortuna'6 hand: zy zonden aan het Leidsche Comité elf loten in de Landbouwtentoonstel ling, dezen zomer te 's-Hage gehouden, en het lam viel als prys op een der nummers. Het dier liet zich willig verkoopen en voor de opbrengst kon zeker weer aan een persoon, voor wien buitenlucht medicyn was, eon paar weken het genot daarvan worden geschonken. Waar het Leidsche Comité dus een vr(j aardig bedrag aan het Hoofdbestuur te Utrecht kon overmaken, mocht het zich in staat zien gosteld aan vier personen uit onz9 stid een herstellingskuur in gezonde buitenlucht te verschaffen. Een man, brievenbesteller die door ver zwakking na doorgestane ziekte, gevaar liep zyn betrekking té moeten opgeven, bracht vier wokón in Apeldoorn door en kwam terug als een ander monscb: met lust kon hy zyn werk weer opvatten. Een meisje, dat door bloedarmoede steals achteruit ging en in een toestand van lu.te- loosheid was vervallen, heeft zes weken op „Heideheuvol" doorgebracht. Met een geheel ander uitzien kwam zy terug, vertelde, dat zy 9 pond was aangekomen en goed had leeren eten. Een dienstmeisje, dat door zwakte vreesde het dienen niet te kunnen volhouden, was vier weken op „Rustoord" en kwam terug met ronde wangen en gezonde kleur, zonder de afmattende pynen in hoofd en rug. Een naaister, die door ziekte en overspan ning in een toestand van slapte en zenuw achtigheid was gekomen, kon vier weken ia do inrichting van dr. v. d. Burg, te Laag- Soeren, worden opgenomen; door rust en buitenlucht en het gobruik van baden ver beterde haar toestand aanmerkeiyk. Wyzen zulke resultaten niet op het groote nut en de heilzame werking van Reisbelasting? Yele aanvragen moesten helaas op zyde gelegl of tot een volgend jaar verwezen uit gebrek aan middelen. Uit Utrecht kwam telkens het bericht.: Stuurt geen aanvragen meer, maar geld, geld; er zyn zoovelen, die geholp n rcO;ten worden. En dus besluiten wy dit praatje, dat een woord van heel hartelyken dank bevat aaa zoovelen, die niet toveige.fs een beroep lieten doen op hunne offervaardigheid, met nog eens een blijvende en zeer dringende aanbevoling van de Leidsche Reisbelasting. Alle bydragen, groote, maar ook kleine, zelfs do kleinste, zyn steeds welkom. Elke gulden vertegen woordigt een dag van heilzaam genot, dat werkeiyk geen weelde is. W. d'AumerieHubkecht. C. RÜMKE-KIPS. L. Hubrecht. CORRESPONDENTIE. - Nogmaals h- rl alen wy ons verzoek om in het vervolg verschoond te biyven van de toezending van ingezonden stukken, welke ook tor plaatsing aan andore bladen zyn aangeboden. KOLONIËN. BATAVIA, 30 Sept.-5 0:to:er. Uit Nederland wordt aan het „Tat. Nbl.'* „van in den regel goed onderri hte zyde" geschreven, dat de in den laatst en tyd be treffende den toestand van hot corps gonie- officieren geschreven artikelen in hooge mate de aandacht van het ministerie van kobnièn hebben getrokken, dat do heer Cremer reeds een deskundige heeft geraadpleegd, en dat binnenkort de Indische regeering wel zal gepolst worden over de beste wijze, waarop aan gegronde grieven kan worden te gemoet gekomen. Door den gouverneur-generaal van Nod. IndiÖ zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: Met ingang van 6 October 1397 tot ingenieur late kl. bij het kadaster de ambtenaar op non-activiteit W. Van der Rest, laatstelijk ingenieur 2de kl., thans belast met de functiën van secretaris der commissie voor de vaststelling der verpondingswaarde van onroerende goederen. Bij de Staatsspoorwegen op Java: Gedetacheerd: Bij de afdeeling spoor en tramwegen en stoomwezen van het departement der Burg. Openb. Weiken de ingenieur lsle kL R. P. O. D. Wijnmalen. Bepaald: Dat de l9to commies J. M. Waller Diemont bij de westerlijnen geplaatst blijft. Overgeplaatst: Van de wester- naar df oosterliinen de 2do commies J A. L. Leidèlmcyen. DEPARTEMENT VAN OORLOG Ontslagen* Op verzoek met ingang van 2 October 1897, eervoi uit Hr. Ms. militairen dienst de off. van gez. 2de kl A. H. Vorstman. Verlengd: Met een maand het verleend verlof naar Malang wegens ziekte van den 2den luit. bij het 13de bat. inf. J. V. L. Oppermann. Geplaatst: Bij het corps genietroepen te Magelang, de 2de luit. der genie van verlof uv Neaerland teruggekeerd. W. H. JJioolen. DEPARTEMENT VAN MARINE. Overgei plaatst: Van het pantserdek9chip „Kon. Wilhol- mina" op het wachtschip .Bromo'de adjunct-od mimstrateur P M. Scbreuders; van het wachtschip .Gedeh" op het fregat „De Ruyter" de adelborsten 1ste kl. A. F. L. Troll, C. R. T. Tollenaar, J. D. Evers en G. M. Schaeffer. Opgave van passsagiers, van Batavia vertrokken per S3. „Burgemeester Den Tex" naar Genua en Amsterdam: de hoeren F. Exhauzier, IJ. F. R. HellemJoorn, S. De Kanter, moj. A. De Kanter, de heer H. JI. Kunst met echtg. en 1 kind, gepens. inspecteur van het ijkwezen O. Venemu met echtg., eervol ontsl. ingen. 1ste kl. chef van den kadastratéh dienst A. W. Van Bergon met echtg., mej. Van Bergen, de heer Van Bergen, de milit. apotheken lste kl. J. De Jong, de heer IJzerman, de Duitschq consul generaal dr. H. Gabriel met echtg 3 kind. en juffrouw, de heer H. C. J. Strcngnacrts, de lste machinist Liedel, Hr. Ms. militairen en schepelingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 6