N». 11566
Maandag 8 November,
A#. 1897
<§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
a- en feestdagen, uitgegeven.
van
Vierde Blad.
Feuilleton.
Moeder en Dochter.
LEIDSCH
DA&BLA
PRIJS DEZER COURANTJ
Voor Leiden per 3 maanden, f MOi
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER Ai) VERTENT LËN:
Van 1-6 regels f 1 06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootore
lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de etad
wordt 0.06 berekend.
Tentooustelling van etsen, teekeuiugen,
houtsneden, enz.
van GRAADT VAN ROGGEN, VAARZOH
MOREL, VELDHEER en NIEUWENKAMP,
in de Lakenhal 3—17 November).
II.
Van Vaarzon Morel mogen als bekend wor
den beschouwd de door dezen artist vervaar
digde opmerkelijke litho's voor de albums,
„bet Bloemencorso te Haarlem" en een
„Hollandsche kermis".
Da begaafde, veelzijdige Jan Veth heeft in
„De Kroniek" van 10 October een kranig ge
schreven critiek over dezen laatsten arbeid ge
leverd, waarin hy openluik erkent, dat deze
kermis eigenlijk „geen spekje naar Vaarzon
Morei's bekje" bleek te zijn.
„Bij Sint-Blanus, neen", aldus vervolgt de
beer Veth, „laat u dcor deze looze fratsen
geen eigen herinneringen en frisscbe indruk
ken uitwisschen, want de geest van den
helleman en van het hoofd van Jut, en de
schiettent en de gerookte paling, en de
levendige kappemaries, en de Turksche
schop en de harae eieren en zuur, en het
wassenbeeldenspel, en het ko khakken, en
de boeren, burgers en buitenlui en zoowaar
zelfs het onvermijdelijke draaiorgel zijn hier
ver te zoeken, en het zou alevtl een-Holland-
scbe kermis kunnen wezen? Maar de teeke
naar is er niets minder om, wanneer juist dit
zijn lijn niet bljjken mocht. Hy heeft nog
wat anders in zyn mars, en door do rafels
van zijn kermismantel heen komt telkens de
werkelijke persoonlijkheid heenpiepen van een
fijngevoelig, ietwat oroomerig kunstenaar,
dien men misschien vooral sprookjes of idyllen
aou willen zien illustreeren, <n cie al voor
vast tusschen de ongedefinieerde bruten vsn
zijn Franscbe saltimbanken en zyn bossende
modistetjes en zyn mislukte lugubezighedens
in, allerliefste kinderen uit zijn teekenpen
laat loopen, die, al staan zy dan niet aan
een na te wijzen werkelijkheid ontleend, er
niet minder dubbeld-en-dwars-echt om zijn.
En zijn niet-zoo positieve achtergronden zijn
bijna allemaal mooi, en over het algemeen
beschikt hy over een hand van telkenen en
in 't bijzonder over een meesterschap in de
raffinementen van de lithograpbie, die te
over hem als een artist van beteekenis voor
dén dag doen treden.
En al wil deze kwansuis-Hollandsche kermi8
ons dan al niet best jolig of sinister maken,
elke Haarlemmer behoeft nog geen Ostade
en elke illustrator nog geen Steinlen te
wezen, eD vooralsnog laat ik mij het
genoegen niet rooven van het vaste vertrouwen,
in den teekenaar van de enkele mooie figuur'jes,
van de chaotische verschieten, en van menig
bekoorlijk detail uit deze hybridische prenten,
eenmaal een harmonisch uitgegroeid kunste
naar te mogen begroeten."
Behalve de bovenbedoelde steendrukken zijn
nu in deLakenbal een vijftiental oorspronkelijke
schetsen van Vaarzon Morel te zien, die etn
overtuigend bewijs leveren van de habileteit,
waarover deze schilder beschikt.
Met eenige weinige trekken en een paar
schelle kleuren geeft hy uitmuntend enkele
typen weder, zooals die ons des daags op
straat voorbijschuiven.
Dienstmeisjes, deftige dames en burger
vrouwtjes, sigaret-rookende „swell's" met
leverkleurige kuitjassen, stoere sjouwers en
sinistere bedelaars, nuffige bakvischjee, griset-
tes en zonnige kindertjes, allen weet hJj te
typeeren met een zeldzame „flair."
En, al is er hier en daar even iets, dat
aan de teekenstift van een Isaac Israels doet
denken; en al valt er al eens een zweem
van Petit Pierro's uitingen te onderkennen,
er dient niet te worden voorbijgezien, dat de
onderwerpen zelf by die overeenkomst een
lang niet gemakkeiyk weg te cyferen factor
uitmaken.
Tusschen de ernstige, serieuze etsen van
Graaot van RoggeD, en de luchtig opgeschreven
krabbels van Vaarzon Morel bestaat een groot
contrast.
Doch de uitingen van beider persoonlijkheid
wyzen ontegenzeglijk op het bestaan van
twee verschillend aangelegde Datucen, maar
ook zeer zeker op de aanwezigheid van twee
artisten-temperamenton. {Wordt vervolgd.)
Financiilele Kroniek.
De fondsenmarkt bleef deze week van den
eersten tot den laatsten dag in ongunstige stem
ming verkeerenvoor geen enkelo afdeeling was
eenige opgewektheid te bespeuren. Nieuw-York
en Londen gaven aanhoudend gedrukto koersen
en de Europeesche markten waren al oven weinig
opgewekt, zoodat de gcheele fondsenmarkt onder
geen gelukkig gesternte scheen te verloevon. De
in do eer.sto maanden van dit jaar ingetreden
verbetoring, welke zoowel voor Amerikaansche
en industriöele waarden van groote beteekenis
was, heeft voorliet oogenblik een Voldoend hoogte
punt bereikt en oene reactie is nu het natuurlijke
gevolg. De verkiezingsperiode te Nieuw-York is
oorzaak geweest, dat de aandacht van de markt
is afgeleid, terwijl de uitslag daarvan, waaruit
bleek, dat de democratische partij groote vorde-
riugen heeft gemaakt, geen gunstigen indruk heeft
gemaakt. Voor de industiiëele markt, meer be
paald de verschillende mijn- en petroleumondor-
nemingen, is langzamerhand terughouding ont
staan; men heeft er voorlóopig genoeg van. Voor
de Pretroleum waarden blijft dan ook een
merkbaar gedrukte stemming hcerscben. die zich
hoofdzakelijk bij twee soorten openbaart, namelijk
voor do in Rumenië gevestigde Maatschappijen (de
Noderlandsche en de Neder l.-R iimeen-
sclie), en voor de Koninklijke in Ned.-Indië. Wat
nu de eerstgenoemde betreft, hieromtrent is onlangs
genoegzaam gebleken, dat de toestand veel te
wenschen overlaat en de daarop gevolgde koers
daling was dan ook niet ongemotiveerd. Hot
schijnt nu echter, dat de commissie, welko tot
onderzoek naar do bezittingen der Maatschappij
was vertrokken, met niet ongunstige resultaten
is teruggekeerd, en hieraan is do verbetering der
laatste dagen toe te schrijven.
De daling uer Ned e r 1. - Rum e ensche wordt
in verband gebracht met do teleurstellende be
richten omtrent de eenmaal zoo hoog geschatte
laag aardwas, waarvan de vermeendo waarde niet
aan de verwachting" schijnt te beantwoorden. Aan
deden Sumatra-Palembang hadden te
lijden onder de aanbieding van een zeer belang
rijken post op de markt, terwjjl de aandeelen der
Koninklijke steeds aangeboden blijven onder
de aanhoudende aanvallen, waaraan deze Maat
schappij van speculatieve zijde is blootgesteld.
Tabaks-waarden verkeerden over het alge
meen in betere stemming, en is eenige verbooging
aan te wijzen. Aandeelen D e 1 i ondervonden een
niet onbolangrijk teruggang naar aanleiding van
het aangekondigde interim dividend ad ƒ120.
hetgeen by vergelijking van vroegere jaren zeer
is tegengevallen. De nieuwe aandeelen Bosoeki
waren eveneens lager in verband met de storting,
welke daarop deze week moest plaats hebben,
hetgeen ook geldt voor de aandeelen K o e t e i.
Overigens komen de exploratie-maatschappijen
meer en meer voor den dag en verschillende
hunner zijn reeds tot stand gekomen, waarvoor
men op de Hollandscho markt geen hulp heeft
gezocht. Bet is zeker niet onmogelijk, dat de
aandacht, wolke nu eindelijk aan de schatten, welke
Indiö steeds is gezegd te bezitten, wordt geschon
ken, tot verblijdende resultaten zal leiden. Voor
de on d era emend en ia het te hopen!
Hollandscbe en Europeesche staats
fondsen bleven vrij vast, doch de handel daarin
had al buitengewoon weinig to beduiden; deze
afdeeling kenmeikto zich door groote verlatenheid.
De vredesonderhandelingen tusschen Turkije en
Griekenland duren nog steeds voort en zullen
voorloopig nog wel niet tot een einde komen.
Voor het oogenblik zijn echter de geruchten,
betrokking hebbende op oorlogsschatting en be
taling, tot zwijgen gekomen, niets wordt daarom
trent vernomen, dus zal ook de positie der Turksche
schatkist er niet op zijn vooruitgegaan. Vreemde
geruchten kunnen echter soms uit het Turkenland
tot ons komen en nu wordt weer gemeld, dat do
Sultan in den ministerraad het voornemen heeft
te kennen gegeven, een nieuwe commissie van
financiën te benoemen, om het tegen woordig beheer
geheel onder nieuwe vormen te brengen. l-Ieel
duidelijk is de bedoeling hiervan niet en zal
misschien alleen doelen op eene verandering van
ondergeschikte beteekenis in het ministerie van
financiën. De aanu.iëjit waarmede de toestand der
geldmiddelen van Portugal wordt gadegeslagen,
wordt grooter en ernstiger. Door den financiëelen
agont der regeering éijn in den laatsten tijd her
haaldelijk pogingen aangewend om-door het slpiten-
eener leening tijdelijk verlichting in den zorg-
vollen toestand te brengen, doch overal heeft hij
het hoofd gestootcn tegen de gesloton deuren der
bankiershuizen. Zelfs door opneming-van tijdelijke
losse voorschotten, du9vorineerdering van vlottende
schuld, was het niet, mogelijk voldoende geld
middelen te verkrijgen, en onder deze omstandig
heden is het begrijpelijk, dat thans dringender dan
ooit de vraag wordt gestold: Wat nu?
Van versterking der inkomsten, waaromtrent
reeds zoo dikwijls beloften zijn gedaan, valt weinig
heil te verwachten, want niettegenstaande hc-t
gesloten tabaksmonopolie en den kunstgreep, daar
mede uitgehaald, door daarop nog een tweede
leening te vcstigeu, benevens nog zoovele andere
middeleu tot versteiking der inkomsten aangewend,
is do toestand der schatkist steeds treuriger en
zoigwekkender geworden. Het eenige, wat voor de
fondsenhouders nog zou zyn weggelegd, en hierop
wordt in den laatsten tijd de aandacht meer ge
vestigd is een controle op de Staatsinkomsten
en oen afzonderlijk beheer voor den dienst der
schuld. Wel zal er nog heelwat moeten gebeuren
alvorens do kans op een stap iu dien geest inaar
eenigszins waarschijnlijk wordt, doch de tegen
woordige ellendige toestand, waarin zich de geld
middelen bevinden, zou wellicht aanleiding kunnen
geven, dat in deze richting mot vrucht eenige
pogingen werden in het werk gesteld. Zoowel het
crcdiet van Portugal, als de positie der fondsen
houders, zouden hierbij slecht9 winnen.
De afrekening van het eindsaldo der Zweedseh-
Noorweegsche spoor zal waarschijnlijk spoe
dig plaats hebben en vermoedelijk Vu pet. bedragen.
De Zuid-Amerikaansche marlet was weer zeer
ongunstig gestemd. Mexicanen bleven den
loop van het zilver getrouw volgen en verloren
niet onbelangrijk in prijs. Obligatiën Venezuela
waren eveneens flauwer, ten gevolge der berichten
omtrent het uitbreken van een opstand. Hoewel
nog slechts binnen beperkte grenzen, wordt toch
gevreesd, dat zy spoedig op uitgebreide schaal
tot uitbarsting zal komen. De politieke toestand
van bet land moet reeds lang een dergelijk verloop
hebben doen voorzien.
De Braziliaansche regeering blijft niet stil
zitten, al is het laatste aanbod door een EDgol-
sche combinatie tot overneming der Staatsspoor
wegen voorgoed van de lijst geschrapt. Nu de
regeeriug bij het Congres geen steun vond en de
voorgestelde regeeringsgarantie werd geweigerd'
zal het scheepje in een geheel andere richting
moeten worden gestuurd, om te kunnen landen.
De onderhandelingen zullen zich nu moeten bepa
len tot de verpachting der Staatsspoorwegen,
waarbij de schatkist door jaarlyksche inkomsten
hare positie zou kunnen versterken: de kans toch
om een voorschot ineens van 5 millioen pond st.
te verkrijgen, is verkeken. Omtreut de onderhan
delingen, welke op den nieuwen grondslag zijn
heropend, verneemt men, dat daarbij misschien de
voorwaarde zal worden gesteld, dat de opbrengst,
eventueel uit de verpachting voortvloeiende, uit
sluitend voor den dienst der rentebetaling en
amortisatie der buitcnlandcche schuld zal moeten
worden aangewend.
De Amerikaansche s p o o r w e g-m a r k t
verkeerde meest in dalende richting; voor de
meeste soorten is eenige afbrokkeling aan te
wijzon. De Cnion-Pacifi c aangelegenheid ia
gelukkig tot een goed einde gebracht, de verkoöp
der lijn heeft plaats gehad zonder dat zich inci
denten hebben voorgedaan. De regeering heeft
haar zin en het reorganisatie-comité zal. ondanks
do lioogere som. welko... het publiek ten-slotte
betaalt, zich niet over den afloop behoeven te be
klagen. Nu rest nog dèYegeling vaö den Kansas-
Pa c i f i c-Spoorwcg, een ondei deel van den Union-
P.. waarop door de Vereenigde Staten eveneens een
bedrag is voorgescho'en, in hoofdsom bedragende
£,300,000 - dollars, en voor opgeloopen renten.
6,61.9,000, te zamen ruim 12,900,000 doll. Ook hier
zou de regeering gaarne-een bepaalde som ver
zekerd zien. en zoo dit niet mocht gelukken, tot
inkoop der lijn overgaan, doch dit dreigement
heeft al heel weinig waarde. Het is bekend ge
noeg, dat de regeering met den Kansas-Pacific op
zichzelf heel weinig kan uitvoeren en daarom zal
zij mot het voorschrijven van wetten wel wat
voorzichtiger zijn. De hekkon zijn than9 verhangen.
Bij den Union-P. was het de regeering, die de
macht in handen had, bij den Kansas-P. is het
thans hot comité, hetwelk tegenover de regeering
een flinken troef kan uitspelen. Op een concurree-
rend bod behoeft de regeering niet te rekenen,
want niemand zal deze nalatenschap wenschen te
aanvaarden. De Kansas-Pacific heeft als zelfstan
dige lijn heel weinig beteekenis, wél als schakel
van den Union-Pacific. Deze laatste heeft het nu
geheel in de hand om óf den Kansas-P. in het
vervoer te doen deelen, öf hem daarvan geheel
uit te sluiten, waartoe do Union gemakkelijk kan
overgaan door het aanleggen eener gelijkloopende
l(jn, zonder dan zelf den noodigen uitweg te moeten
missen. De regeering wordt dus nu voor het feit
gesteld van dadelyk, wanneer de Kansa9-Pacific
in haar bezit mocht zijn gekomen, een concurree-
rende lijn aangelegd te zien, welke het vervoer
van den Union zal overnemen en daardoor den
Kansas-P. nagenoeg waardeloos te maken. Amerika
toonde grooten kooplust voor Oregon-Short-
L i u e-P.-bonds, waartoe de hoogst bevredigende
ontvangsten der Oregon Railway Navig. Co.
zeker aanleiding gaven.
De dalende beweging der spoorwegmarkt nam
heden, vooral te Nieuw-York, een grooten omvang
aan, ten gevolge van een op de Beurs aldaar
plotseling ontstane vrees voor een oorlog tusschen
Amerika en Spanje. Misschien moet deze bewe
ging wel weer onder do rubriek der „specula
tieve" worden gerangschikt, want voor zoover uit
de laatste telegrammen is ua te gaan, getuigt de
houding van Amerika tegenover Cuba eer van
tegemoetkomendon geest, en schijnt er op het
oogenblik voor een oorlogsuitbarsting al heel wei
nig kans te bestaan. In ieder geval is het raad
zaam de Nieuw-Yorkschc beweging niet dadelijk
als ernstig op te vatten. Iiijnlandsche Bank.
Gr ementrtl IV i e n ~vv
Naar wjj vernemen, is de straf
van degradatie, in de maand Augustus door
den commandant van het 4de regiment infan
terie opgelegd aan den fourier Yan Gelder,
van d t regiment, door het Hoog Militair
Gerechtshof geroyeerd en buiten werking
gesteld.
Het Hof nam by zyne beschikking aan, dat
de regiments commandant, op grond van eene
hoogerhandsche aanschryviug van het jaar
1885, niet anders heeft kannen handelenmaar
dat door de strafoplegging, die in hoofizaak
eene overtreoing betrof, waarvoor do fourier
reeds door den Kifigsraad was gestraft, die
militair ten onrechte tweemaal voor hetzelfde
feit straf onderging.
Wy hopen en vertrouwen, dat het tegen-
woorcige legerbestuur do tovenbedo?lde aan
schrijving spoedig zal intrekken.
In ons nummer van heden
doch niet in de exemplaren door de post
bezorgd, ligt een prospectus der bekende
firma I. Hurwitz, te Maast.'icht, Groote Straat
31, van nieuwe bureau- en patentartikelen,
waarop wij onze lezers opmerkzaam maken.
Naar alle waarschyniykheid is
de persoon, die onder den naam van graaf
De Breteuil te 's-Gravenhage een voornaam
magazijnhouder en andere personen oplichtte
voor kkinoodiën en gi l sommen, in handen
der politie te Londen. Daar is nl. dezer dagen
iemand ter zake van diefstal tot dria jaren
gevangenisstraf veroordeeld, wiens signalement
overeenkomt met dat van den pseudo-graaf
De Breteuil. De Londensche politie heeft zyn
portret naar Den Haag gezonden en de slacht
offers van 's mans schurkenstreken, aan wie
dit portret werd vertoond, hebben daarin allen
den sluwen oplichter herkend. (D.)
Een brutale straatroof bad
gistermiddag in de drukke Spuistraat te
's-Gravenhage plaats. Op een gegeven oogen
blik rukte een opgeschoten jongen een tasc je,
dat aan den arm van een Indische dame
hing en waarin een vry belangryke sorn was
geborgen, van den ketting, waaraan dit tascbje
bevestigJ was, en zette het daarmede op een
loopen. Op aanwyzing van eenige getuigen
van het voorval werd de knaap, die inmiddels
het tascbje bad weggeworpen, op het Hofspui
door de politie aangehouden en overgebracht
naar het politiebureel aan de Haven. Hy
ontkende alle schuld.
4)
Achter haar liep een jongen, die een breed
vlechtwerk van wilgeteenen, waarin zich vis-
schen bevonden, op het hoofd in evenwicht
hield. Zy keken even naar de reizigers om,
zonder hen ovenwei aan te sprekon, en ver
dwenen achter het huis, waar zy waar-
schyniyk behoorden.
Onder vroolyk gelach ging het haastig
bergaf. De twee personen op de steenen bank
hadden intusschen rteis afgesproken, dat men
te wator naar de stad zou terugkeeren. Geen
windje deed de oppervlakte van het meer
rimpelen. Niet ver beneden hen, aan den
oever, lagen bootjes. Binnen weinige minuten
waren zy bereikt.
Do advocaat liet de roeiriemen niet lang
aan den schipper over; bij wilde hem bewyzen,
dat by „van het water ook iets verstond."
En terwyl men nu zoo in de lichte toot over
het zachte water heengleed, een roodgouden
voor achterlatend, en met wellustig behagen
de vochtig koele lucht inademde en naar de
lichtende bergtoppen opzag, waar de schaduw
lijnen al hooger en hooger tegen opstegen,
begon de een na den ander iets te neuriën.
De tonen vielen samen en zonder vooraf
spraak werd een bekende melodie hoorbaar.
Daarby rezen en daalden de roeiriemen in
d9 maat.
Boven, achter de vensters der eenzame
villa liet zich een lichtscbynsel bespeuren.
Emma, die zich tegen den schouder harer
moeder geleund had, beefde als van schrik.
Gaarne had zo thans haar visitekaartje weer
in bet étui gehad.
II.
De schilder was uit de bergen teruggekeerd,
niet lang nadat zyn oude huishoudster met
den mondvoorraad voor de eerstvolgende dagen
was aangekomen en een haardvuur aangelegd
had, om een sober avondmaal te bereiden.
Een knaap, in de kleeding van een Alpen
herder, droeg zijn teekenplank en de schil
dersdoos. „Gy moogt het morgen vroeg weer
ophalen," zei hy by het afscheid tot hem.
„Ik ben met jelui Liti en haar prachtig kalfje
nog lang niet gereed, 'k Heb nog minetens
drie dagen werk. En je zusjes lange vlechten
en roode wangen mo6ten ook op het stuk
zeg het haar maart"
Hy was buit n blyven staan, terwyl do
knaap zich van zyn bagage ontdeed, nam den
breedgeranden strooien bo3d af en droogde het
hooge, kale voorhoofd. Voor zoover men in
de schemering onderscheiden kon, was hy
een man van tusschen de veertig en vyftig
jaren, beenig en gespierd; een borstelige en
daarby ongelyk geknipte baard omiystte zyn
kin; de donkere oogen lagen diep onder de
naar voren gewelfde voorhoofdsbeenderen.
Hy liep om het huis heen, klopte aan het
venster der keuken en riep naar binnen:
„Ik ben terug, Ursula I Is myn soep haast
klaar T'
„Dadelijk, mijnheer Werner," wa3 het ant
woord. Het vuur vlamde helder op.
De schilder stak een sigaar aan, leunde
met den schouder tegen den post der open
huisdeur en beschouwde het meer. Juist liet
zich van daar de melodie van de Loreley
hooren. Medelydend haalde hy de schouders
op. „Gelukkige menschen," mompelde hy,
„die niet weten, wat het beteekenen moet,
dat zy treurig zyn. Zy verwonderen zich over
hun treurigheid en zingen ze weg. Wanneer
de golven schipper en boot verzwolgen bebben,
dan wordt het hun weer licht om het hart.
Zy letalen hun veergeld en stappen ver
genoegd verder. Dwaas volkje L"
Ursula riep bem om te komen eten. Hy
gebruikte zyn sober maal met goeden eetlust
en begaf zich weldra ter ruste.
Den volgenden morgen was Werner vroeg
op en werkte yverig aan de schildery op den
ezel. „Toch ontbreekt nog de juiste trek van
vroolykheid," sprak hy, „dien zoo iets hebben
moet. Grimassen, grimassen! Licht en schaduw
doen het niet alleen, en het „trouw naar de
natuur" evenmin. Als.... ja, alsl Och, het
zal ook zóó zyn kooper wel vinden. Weg er
mee, zoodra de kleuren droog zynl Robert
heeft geld noodig."
Werner dacht aao den zoon van zyn zuster,
dien hy ondersteunde.
Toen hy daarna vóór den spiegel toilet
maakte, het spaarzame haar boven het
beenderige voorhoofd glad streek en den
woesten baard kamde, viel zyn blik tosvallig
op het kistje en zyn papieren inhoud. Hij
nam het bovenste blaadje er uit en las„Hugo
Helderiop, advocaat en procureur, bedankt
voor het onverwachte kunstgenot." Werner
bewoog in verbazing het hoofd heen en weer,
en zyn mond vertrok zich tot een sarcastisch
glimlachje. „Hugo Heldering? Ik herinner my
niet Maar 't is om het even; by heeft
myn atelier met zyn tegenwoordigheid vereerd
en behoefte gevoeld een spoor van zyn
bestaan achter te laten. Wat zie ïkl? Ook
een s.eriyk visitekaartje."
Do schilder nam het op en ontstelde. „Van
Maren?" Hy liet zyn hand over oogen en
voorhoofd glyden en zag weer naar het
kaartje. „Van Maren - bet staat er. Maar
niet Elisabeth Van Maren Emma. Mis
schien Hy haalde dieper adem, „mis
schien haar dochter. De jaren vervliegen ras,
als men ze niet telt. Haar dochter! Ik kan
ze my maar niet voorstellen als moeder
van een volwassen dochter. Elise dat
jeugdige gezichtje die sierlyke gestalte
Werner schudde het hoofd; zyn blik viel in
den spiegel. „Maar die daar - die ziet er
tegenwoordig ook anders uit. Het voorhoofd
kaal, de huid vaalHy opende mot een
sleutel de lade der tafel en nam or een portret
in medaillonvorm uit. „D a t konden zy me
niet ontnemen, dat was myn kunstenaars
eigendom. Zoo zag ik je en zoo zult go
in myn herinnering leven tot aan het einde
myner dagen."
Hy blikte met de uitdrukking der leven
digste innigheid op het portret. De rimpels
op zyn voorhoofd verdwenen, het gelaat werd
zachtzinnig en vriendelyk. Nu hield hy het
visitekaartje met de sieriyk gedrukte hand
teekening naast het medaillon, alsof hy beide
vergelyken wilde, glimlachte en schudde weer
het hoofd. Eon zucht steeg uit zyn borst op.
„Waartoe dat alles waartoe? 't Is immers
alles voorby, sinds lang voorby Hot komt nim
mer weder. Indien haar moeder werkelijk
maar neenDeze hier ls het toch niet. De
vrouw van een.... wat weet ik er van?
De moeder dezer jonge dame, die haar kaartje
aan my
Zyn gedachtengang scheen gestoord te
worden. „Aan my," herhaalde hy als terloops
en op geheel anderen toon. Hy hield portret
en kaartje in de handen en schreed in de
kamer op en neor. „Waarom liet zy dit
kaartje voor my achter? Wist zy...?" Zou
haar moeder haar gez9gd hebben...?" Maar
hoe kon haar moeder myn verblyf to weten
komen? Niemand kent my bier, niemand
weet.... Onmogelyk, geheel onmogelyk l.
Een toevallige overeenkomst van namen
andera niets!"
Werner sloot het portret weer weg. Het
blaadje met het potloodscbrift trok thans
meer zyn opmerkzaamheid dan te voren,
„Mr. IlelderiDg die heeft haar in ieder
geval hierheen vergezeld. Misschien haar
verlooideWat gaat het mü aan*
Nieuwsgierige toeristen, die bierheen dwaal-,
den, en
Ursula kwam molden, dat de kleine herders
jongen reeds op hem wachtte.
„Is er gisteren iemand hier geweest?*
vroeg by.
Wordt vervolgd).