N». 11566 Maandag 8 November, A#. 1897 <§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering a- en feestdagen, uitgegeven. van Vierde Blad. Feuilleton. Moeder en Dochter. LEIDSCH DA&BLA PRIJS DEZER COURANTJ Voor Leiden per 3 maanden, f MOi Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER Ai) VERTENT LËN: Van 1-6 regels f 1 06. Iedere regel meer f 0.17J. Grootore lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de etad wordt 0.06 berekend. Tentooustelling van etsen, teekeuiugen, houtsneden, enz. van GRAADT VAN ROGGEN, VAARZOH MOREL, VELDHEER en NIEUWENKAMP, in de Lakenhal 3—17 November). II. Van Vaarzon Morel mogen als bekend wor den beschouwd de door dezen artist vervaar digde opmerkelijke litho's voor de albums, „bet Bloemencorso te Haarlem" en een „Hollandsche kermis". Da begaafde, veelzijdige Jan Veth heeft in „De Kroniek" van 10 October een kranig ge schreven critiek over dezen laatsten arbeid ge leverd, waarin hy openluik erkent, dat deze kermis eigenlijk „geen spekje naar Vaarzon Morei's bekje" bleek te zijn. „Bij Sint-Blanus, neen", aldus vervolgt de beer Veth, „laat u dcor deze looze fratsen geen eigen herinneringen en frisscbe indruk ken uitwisschen, want de geest van den helleman en van het hoofd van Jut, en de schiettent en de gerookte paling, en de levendige kappemaries, en de Turksche schop en de harae eieren en zuur, en het wassenbeeldenspel, en het ko khakken, en de boeren, burgers en buitenlui en zoowaar zelfs het onvermijdelijke draaiorgel zijn hier ver te zoeken, en het zou alevtl een-Holland- scbe kermis kunnen wezen? Maar de teeke naar is er niets minder om, wanneer juist dit zijn lijn niet bljjken mocht. Hy heeft nog wat anders in zyn mars, en door do rafels van zijn kermismantel heen komt telkens de werkelijke persoonlijkheid heenpiepen van een fijngevoelig, ietwat oroomerig kunstenaar, dien men misschien vooral sprookjes of idyllen aou willen zien illustreeren, <n cie al voor vast tusschen de ongedefinieerde bruten vsn zijn Franscbe saltimbanken en zyn bossende modistetjes en zyn mislukte lugubezighedens in, allerliefste kinderen uit zijn teekenpen laat loopen, die, al staan zy dan niet aan een na te wijzen werkelijkheid ontleend, er niet minder dubbeld-en-dwars-echt om zijn. En zijn niet-zoo positieve achtergronden zijn bijna allemaal mooi, en over het algemeen beschikt hy over een hand van telkenen en in 't bijzonder over een meesterschap in de raffinementen van de lithograpbie, die te over hem als een artist van beteekenis voor dén dag doen treden. En al wil deze kwansuis-Hollandsche kermi8 ons dan al niet best jolig of sinister maken, elke Haarlemmer behoeft nog geen Ostade en elke illustrator nog geen Steinlen te wezen, eD vooralsnog laat ik mij het genoegen niet rooven van het vaste vertrouwen, in den teekenaar van de enkele mooie figuur'jes, van de chaotische verschieten, en van menig bekoorlijk detail uit deze hybridische prenten, eenmaal een harmonisch uitgegroeid kunste naar te mogen begroeten." Behalve de bovenbedoelde steendrukken zijn nu in deLakenbal een vijftiental oorspronkelijke schetsen van Vaarzon Morel te zien, die etn overtuigend bewijs leveren van de habileteit, waarover deze schilder beschikt. Met eenige weinige trekken en een paar schelle kleuren geeft hy uitmuntend enkele typen weder, zooals die ons des daags op straat voorbijschuiven. Dienstmeisjes, deftige dames en burger vrouwtjes, sigaret-rookende „swell's" met leverkleurige kuitjassen, stoere sjouwers en sinistere bedelaars, nuffige bakvischjee, griset- tes en zonnige kindertjes, allen weet hJj te typeeren met een zeldzame „flair." En, al is er hier en daar even iets, dat aan de teekenstift van een Isaac Israels doet denken; en al valt er al eens een zweem van Petit Pierro's uitingen te onderkennen, er dient niet te worden voorbijgezien, dat de onderwerpen zelf by die overeenkomst een lang niet gemakkeiyk weg te cyferen factor uitmaken. Tusschen de ernstige, serieuze etsen van Graaot van RoggeD, en de luchtig opgeschreven krabbels van Vaarzon Morel bestaat een groot contrast. Doch de uitingen van beider persoonlijkheid wyzen ontegenzeglijk op het bestaan van twee verschillend aangelegde Datucen, maar ook zeer zeker op de aanwezigheid van twee artisten-temperamenton. {Wordt vervolgd.) Financiilele Kroniek. De fondsenmarkt bleef deze week van den eersten tot den laatsten dag in ongunstige stem ming verkeerenvoor geen enkelo afdeeling was eenige opgewektheid te bespeuren. Nieuw-York en Londen gaven aanhoudend gedrukto koersen en de Europeesche markten waren al oven weinig opgewekt, zoodat de gcheele fondsenmarkt onder geen gelukkig gesternte scheen te verloevon. De in do eer.sto maanden van dit jaar ingetreden verbetoring, welke zoowel voor Amerikaansche en industriöele waarden van groote beteekenis was, heeft voorliet oogenblik een Voldoend hoogte punt bereikt en oene reactie is nu het natuurlijke gevolg. De verkiezingsperiode te Nieuw-York is oorzaak geweest, dat de aandacht van de markt is afgeleid, terwijl de uitslag daarvan, waaruit bleek, dat de democratische partij groote vorde- riugen heeft gemaakt, geen gunstigen indruk heeft gemaakt. Voor de industiiëele markt, meer be paald de verschillende mijn- en petroleumondor- nemingen, is langzamerhand terughouding ont staan; men heeft er voorlóopig genoeg van. Voor de Pretroleum waarden blijft dan ook een merkbaar gedrukte stemming hcerscben. die zich hoofdzakelijk bij twee soorten openbaart, namelijk voor do in Rumenië gevestigde Maatschappijen (de Noderlandsche en de Neder l.-R iimeen- sclie), en voor de Koninklijke in Ned.-Indië. Wat nu de eerstgenoemde betreft, hieromtrent is onlangs genoegzaam gebleken, dat de toestand veel te wenschen overlaat en de daarop gevolgde koers daling was dan ook niet ongemotiveerd. Hot schijnt nu echter, dat de commissie, welko tot onderzoek naar do bezittingen der Maatschappij was vertrokken, met niet ongunstige resultaten is teruggekeerd, en hieraan is do verbetering der laatste dagen toe te schrijven. De daling uer Ned e r 1. - Rum e ensche wordt in verband gebracht met do teleurstellende be richten omtrent de eenmaal zoo hoog geschatte laag aardwas, waarvan de vermeendo waarde niet aan de verwachting" schijnt te beantwoorden. Aan deden Sumatra-Palembang hadden te lijden onder de aanbieding van een zeer belang rijken post op de markt, terwjjl de aandeelen der Koninklijke steeds aangeboden blijven onder de aanhoudende aanvallen, waaraan deze Maat schappij van speculatieve zijde is blootgesteld. Tabaks-waarden verkeerden over het alge meen in betere stemming, en is eenige verbooging aan te wijzen. Aandeelen D e 1 i ondervonden een niet onbolangrijk teruggang naar aanleiding van het aangekondigde interim dividend ad ƒ120. hetgeen by vergelijking van vroegere jaren zeer is tegengevallen. De nieuwe aandeelen Bosoeki waren eveneens lager in verband met de storting, welke daarop deze week moest plaats hebben, hetgeen ook geldt voor de aandeelen K o e t e i. Overigens komen de exploratie-maatschappijen meer en meer voor den dag en verschillende hunner zijn reeds tot stand gekomen, waarvoor men op de Hollandscho markt geen hulp heeft gezocht. Bet is zeker niet onmogelijk, dat de aandacht, wolke nu eindelijk aan de schatten, welke Indiö steeds is gezegd te bezitten, wordt geschon ken, tot verblijdende resultaten zal leiden. Voor de on d era emend en ia het te hopen! Hollandscbe en Europeesche staats fondsen bleven vrij vast, doch de handel daarin had al buitengewoon weinig to beduiden; deze afdeeling kenmeikto zich door groote verlatenheid. De vredesonderhandelingen tusschen Turkije en Griekenland duren nog steeds voort en zullen voorloopig nog wel niet tot een einde komen. Voor het oogenblik zijn echter de geruchten, betrokking hebbende op oorlogsschatting en be taling, tot zwijgen gekomen, niets wordt daarom trent vernomen, dus zal ook de positie der Turksche schatkist er niet op zijn vooruitgegaan. Vreemde geruchten kunnen echter soms uit het Turkenland tot ons komen en nu wordt weer gemeld, dat do Sultan in den ministerraad het voornemen heeft te kennen gegeven, een nieuwe commissie van financiën te benoemen, om het tegen woordig beheer geheel onder nieuwe vormen te brengen. l-Ieel duidelijk is de bedoeling hiervan niet en zal misschien alleen doelen op eene verandering van ondergeschikte beteekenis in het ministerie van financiën. De aanu.iëjit waarmede de toestand der geldmiddelen van Portugal wordt gadegeslagen, wordt grooter en ernstiger. Door den financiëelen agont der regeering éijn in den laatsten tijd her haaldelijk pogingen aangewend om-door het slpiten- eener leening tijdelijk verlichting in den zorg- vollen toestand te brengen, doch overal heeft hij het hoofd gestootcn tegen de gesloton deuren der bankiershuizen. Zelfs door opneming-van tijdelijke losse voorschotten, du9vorineerdering van vlottende schuld, was het niet, mogelijk voldoende geld middelen te verkrijgen, en onder deze omstandig heden is het begrijpelijk, dat thans dringender dan ooit de vraag wordt gestold: Wat nu? Van versterking der inkomsten, waaromtrent reeds zoo dikwijls beloften zijn gedaan, valt weinig heil te verwachten, want niettegenstaande hc-t gesloten tabaksmonopolie en den kunstgreep, daar mede uitgehaald, door daarop nog een tweede leening te vcstigeu, benevens nog zoovele andere middeleu tot versteiking der inkomsten aangewend, is do toestand der schatkist steeds treuriger en zoigwekkender geworden. Het eenige, wat voor de fondsenhouders nog zou zyn weggelegd, en hierop wordt in den laatsten tijd de aandacht meer ge vestigd is een controle op de Staatsinkomsten en oen afzonderlijk beheer voor den dienst der schuld. Wel zal er nog heelwat moeten gebeuren alvorens do kans op een stap iu dien geest inaar eenigszins waarschijnlijk wordt, doch de tegen woordige ellendige toestand, waarin zich de geld middelen bevinden, zou wellicht aanleiding kunnen geven, dat in deze richting mot vrucht eenige pogingen werden in het werk gesteld. Zoowel het crcdiet van Portugal, als de positie der fondsen houders, zouden hierbij slecht9 winnen. De afrekening van het eindsaldo der Zweedseh- Noorweegsche spoor zal waarschijnlijk spoe dig plaats hebben en vermoedelijk Vu pet. bedragen. De Zuid-Amerikaansche marlet was weer zeer ongunstig gestemd. Mexicanen bleven den loop van het zilver getrouw volgen en verloren niet onbelangrijk in prijs. Obligatiën Venezuela waren eveneens flauwer, ten gevolge der berichten omtrent het uitbreken van een opstand. Hoewel nog slechts binnen beperkte grenzen, wordt toch gevreesd, dat zy spoedig op uitgebreide schaal tot uitbarsting zal komen. De politieke toestand van bet land moet reeds lang een dergelijk verloop hebben doen voorzien. De Braziliaansche regeering blijft niet stil zitten, al is het laatste aanbod door een EDgol- sche combinatie tot overneming der Staatsspoor wegen voorgoed van de lijst geschrapt. Nu de regeeriug bij het Congres geen steun vond en de voorgestelde regeeringsgarantie werd geweigerd' zal het scheepje in een geheel andere richting moeten worden gestuurd, om te kunnen landen. De onderhandelingen zullen zich nu moeten bepa len tot de verpachting der Staatsspoorwegen, waarbij de schatkist door jaarlyksche inkomsten hare positie zou kunnen versterken: de kans toch om een voorschot ineens van 5 millioen pond st. te verkrijgen, is verkeken. Omtreut de onderhan delingen, welke op den nieuwen grondslag zijn heropend, verneemt men, dat daarbij misschien de voorwaarde zal worden gesteld, dat de opbrengst, eventueel uit de verpachting voortvloeiende, uit sluitend voor den dienst der rentebetaling en amortisatie der buitcnlandcche schuld zal moeten worden aangewend. De Amerikaansche s p o o r w e g-m a r k t verkeerde meest in dalende richting; voor de meeste soorten is eenige afbrokkeling aan te wijzon. De Cnion-Pacifi c aangelegenheid ia gelukkig tot een goed einde gebracht, de verkoöp der lijn heeft plaats gehad zonder dat zich inci denten hebben voorgedaan. De regeering heeft haar zin en het reorganisatie-comité zal. ondanks do lioogere som. welko... het publiek ten-slotte betaalt, zich niet over den afloop behoeven te be klagen. Nu rest nog dèYegeling vaö den Kansas- Pa c i f i c-Spoorwcg, een ondei deel van den Union- P.. waarop door de Vereenigde Staten eveneens een bedrag is voorgescho'en, in hoofdsom bedragende £,300,000 - dollars, en voor opgeloopen renten. 6,61.9,000, te zamen ruim 12,900,000 doll. Ook hier zou de regeering gaarne-een bepaalde som ver zekerd zien. en zoo dit niet mocht gelukken, tot inkoop der lijn overgaan, doch dit dreigement heeft al heel weinig waarde. Het is bekend ge noeg, dat de regeering met den Kansas-Pacific op zichzelf heel weinig kan uitvoeren en daarom zal zij mot het voorschrijven van wetten wel wat voorzichtiger zijn. De hekkon zijn than9 verhangen. Bij den Union-P. was het de regeering, die de macht in handen had, bij den Kansas-P. is het thans hot comité, hetwelk tegenover de regeering een flinken troef kan uitspelen. Op een concurree- rend bod behoeft de regeering niet te rekenen, want niemand zal deze nalatenschap wenschen te aanvaarden. De Kansas-Pacific heeft als zelfstan dige lijn heel weinig beteekenis, wél als schakel van den Union-Pacific. Deze laatste heeft het nu geheel in de hand om óf den Kansas-P. in het vervoer te doen deelen, öf hem daarvan geheel uit te sluiten, waartoe do Union gemakkelijk kan overgaan door het aanleggen eener gelijkloopende l(jn, zonder dan zelf den noodigen uitweg te moeten missen. De regeering wordt dus nu voor het feit gesteld van dadelyk, wanneer de Kansa9-Pacific in haar bezit mocht zijn gekomen, een concurree- rende lijn aangelegd te zien, welke het vervoer van den Union zal overnemen en daardoor den Kansas-P. nagenoeg waardeloos te maken. Amerika toonde grooten kooplust voor Oregon-Short- L i u e-P.-bonds, waartoe de hoogst bevredigende ontvangsten der Oregon Railway Navig. Co. zeker aanleiding gaven. De dalende beweging der spoorwegmarkt nam heden, vooral te Nieuw-York, een grooten omvang aan, ten gevolge van een op de Beurs aldaar plotseling ontstane vrees voor een oorlog tusschen Amerika en Spanje. Misschien moet deze bewe ging wel weer onder do rubriek der „specula tieve" worden gerangschikt, want voor zoover uit de laatste telegrammen is ua te gaan, getuigt de houding van Amerika tegenover Cuba eer van tegemoetkomendon geest, en schijnt er op het oogenblik voor een oorlogsuitbarsting al heel wei nig kans te bestaan. In ieder geval is het raad zaam de Nieuw-Yorkschc beweging niet dadelijk als ernstig op te vatten. Iiijnlandsche Bank. Gr ementrtl IV i e n ~vv Naar wjj vernemen, is de straf van degradatie, in de maand Augustus door den commandant van het 4de regiment infan terie opgelegd aan den fourier Yan Gelder, van d t regiment, door het Hoog Militair Gerechtshof geroyeerd en buiten werking gesteld. Het Hof nam by zyne beschikking aan, dat de regiments commandant, op grond van eene hoogerhandsche aanschryviug van het jaar 1885, niet anders heeft kannen handelenmaar dat door de strafoplegging, die in hoofizaak eene overtreoing betrof, waarvoor do fourier reeds door den Kifigsraad was gestraft, die militair ten onrechte tweemaal voor hetzelfde feit straf onderging. Wy hopen en vertrouwen, dat het tegen- woorcige legerbestuur do tovenbedo?lde aan schrijving spoedig zal intrekken. In ons nummer van heden doch niet in de exemplaren door de post bezorgd, ligt een prospectus der bekende firma I. Hurwitz, te Maast.'icht, Groote Straat 31, van nieuwe bureau- en patentartikelen, waarop wij onze lezers opmerkzaam maken. Naar alle waarschyniykheid is de persoon, die onder den naam van graaf De Breteuil te 's-Gravenhage een voornaam magazijnhouder en andere personen oplichtte voor kkinoodiën en gi l sommen, in handen der politie te Londen. Daar is nl. dezer dagen iemand ter zake van diefstal tot dria jaren gevangenisstraf veroordeeld, wiens signalement overeenkomt met dat van den pseudo-graaf De Breteuil. De Londensche politie heeft zyn portret naar Den Haag gezonden en de slacht offers van 's mans schurkenstreken, aan wie dit portret werd vertoond, hebben daarin allen den sluwen oplichter herkend. (D.) Een brutale straatroof bad gistermiddag in de drukke Spuistraat te 's-Gravenhage plaats. Op een gegeven oogen blik rukte een opgeschoten jongen een tasc je, dat aan den arm van een Indische dame hing en waarin een vry belangryke sorn was geborgen, van den ketting, waaraan dit tascbje bevestigJ was, en zette het daarmede op een loopen. Op aanwyzing van eenige getuigen van het voorval werd de knaap, die inmiddels het tascbje bad weggeworpen, op het Hofspui door de politie aangehouden en overgebracht naar het politiebureel aan de Haven. Hy ontkende alle schuld. 4) Achter haar liep een jongen, die een breed vlechtwerk van wilgeteenen, waarin zich vis- schen bevonden, op het hoofd in evenwicht hield. Zy keken even naar de reizigers om, zonder hen ovenwei aan te sprekon, en ver dwenen achter het huis, waar zy waar- schyniyk behoorden. Onder vroolyk gelach ging het haastig bergaf. De twee personen op de steenen bank hadden intusschen rteis afgesproken, dat men te wator naar de stad zou terugkeeren. Geen windje deed de oppervlakte van het meer rimpelen. Niet ver beneden hen, aan den oever, lagen bootjes. Binnen weinige minuten waren zy bereikt. Do advocaat liet de roeiriemen niet lang aan den schipper over; bij wilde hem bewyzen, dat by „van het water ook iets verstond." En terwyl men nu zoo in de lichte toot over het zachte water heengleed, een roodgouden voor achterlatend, en met wellustig behagen de vochtig koele lucht inademde en naar de lichtende bergtoppen opzag, waar de schaduw lijnen al hooger en hooger tegen opstegen, begon de een na den ander iets te neuriën. De tonen vielen samen en zonder vooraf spraak werd een bekende melodie hoorbaar. Daarby rezen en daalden de roeiriemen in d9 maat. Boven, achter de vensters der eenzame villa liet zich een lichtscbynsel bespeuren. Emma, die zich tegen den schouder harer moeder geleund had, beefde als van schrik. Gaarne had zo thans haar visitekaartje weer in bet étui gehad. II. De schilder was uit de bergen teruggekeerd, niet lang nadat zyn oude huishoudster met den mondvoorraad voor de eerstvolgende dagen was aangekomen en een haardvuur aangelegd had, om een sober avondmaal te bereiden. Een knaap, in de kleeding van een Alpen herder, droeg zijn teekenplank en de schil dersdoos. „Gy moogt het morgen vroeg weer ophalen," zei hy by het afscheid tot hem. „Ik ben met jelui Liti en haar prachtig kalfje nog lang niet gereed, 'k Heb nog minetens drie dagen werk. En je zusjes lange vlechten en roode wangen mo6ten ook op het stuk zeg het haar maart" Hy was buit n blyven staan, terwyl do knaap zich van zyn bagage ontdeed, nam den breedgeranden strooien bo3d af en droogde het hooge, kale voorhoofd. Voor zoover men in de schemering onderscheiden kon, was hy een man van tusschen de veertig en vyftig jaren, beenig en gespierd; een borstelige en daarby ongelyk geknipte baard omiystte zyn kin; de donkere oogen lagen diep onder de naar voren gewelfde voorhoofdsbeenderen. Hy liep om het huis heen, klopte aan het venster der keuken en riep naar binnen: „Ik ben terug, Ursula I Is myn soep haast klaar T' „Dadelijk, mijnheer Werner," wa3 het ant woord. Het vuur vlamde helder op. De schilder stak een sigaar aan, leunde met den schouder tegen den post der open huisdeur en beschouwde het meer. Juist liet zich van daar de melodie van de Loreley hooren. Medelydend haalde hy de schouders op. „Gelukkige menschen," mompelde hy, „die niet weten, wat het beteekenen moet, dat zy treurig zyn. Zy verwonderen zich over hun treurigheid en zingen ze weg. Wanneer de golven schipper en boot verzwolgen bebben, dan wordt het hun weer licht om het hart. Zy letalen hun veergeld en stappen ver genoegd verder. Dwaas volkje L" Ursula riep bem om te komen eten. Hy gebruikte zyn sober maal met goeden eetlust en begaf zich weldra ter ruste. Den volgenden morgen was Werner vroeg op en werkte yverig aan de schildery op den ezel. „Toch ontbreekt nog de juiste trek van vroolykheid," sprak hy, „dien zoo iets hebben moet. Grimassen, grimassen! Licht en schaduw doen het niet alleen, en het „trouw naar de natuur" evenmin. Als.... ja, alsl Och, het zal ook zóó zyn kooper wel vinden. Weg er mee, zoodra de kleuren droog zynl Robert heeft geld noodig." Werner dacht aao den zoon van zyn zuster, dien hy ondersteunde. Toen hy daarna vóór den spiegel toilet maakte, het spaarzame haar boven het beenderige voorhoofd glad streek en den woesten baard kamde, viel zyn blik tosvallig op het kistje en zyn papieren inhoud. Hij nam het bovenste blaadje er uit en las„Hugo Helderiop, advocaat en procureur, bedankt voor het onverwachte kunstgenot." Werner bewoog in verbazing het hoofd heen en weer, en zyn mond vertrok zich tot een sarcastisch glimlachje. „Hugo Heldering? Ik herinner my niet Maar 't is om het even; by heeft myn atelier met zyn tegenwoordigheid vereerd en behoefte gevoeld een spoor van zyn bestaan achter te laten. Wat zie ïkl? Ook een s.eriyk visitekaartje." Do schilder nam het op en ontstelde. „Van Maren?" Hy liet zyn hand over oogen en voorhoofd glyden en zag weer naar het kaartje. „Van Maren - bet staat er. Maar niet Elisabeth Van Maren Emma. Mis schien Hy haalde dieper adem, „mis schien haar dochter. De jaren vervliegen ras, als men ze niet telt. Haar dochter! Ik kan ze my maar niet voorstellen als moeder van een volwassen dochter. Elise dat jeugdige gezichtje die sierlyke gestalte Werner schudde het hoofd; zyn blik viel in den spiegel. „Maar die daar - die ziet er tegenwoordig ook anders uit. Het voorhoofd kaal, de huid vaalHy opende mot een sleutel de lade der tafel en nam or een portret in medaillonvorm uit. „D a t konden zy me niet ontnemen, dat was myn kunstenaars eigendom. Zoo zag ik je en zoo zult go in myn herinnering leven tot aan het einde myner dagen." Hy blikte met de uitdrukking der leven digste innigheid op het portret. De rimpels op zyn voorhoofd verdwenen, het gelaat werd zachtzinnig en vriendelyk. Nu hield hy het visitekaartje met de sieriyk gedrukte hand teekening naast het medaillon, alsof hy beide vergelyken wilde, glimlachte en schudde weer het hoofd. Eon zucht steeg uit zyn borst op. „Waartoe dat alles waartoe? 't Is immers alles voorby, sinds lang voorby Hot komt nim mer weder. Indien haar moeder werkelijk maar neenDeze hier ls het toch niet. De vrouw van een.... wat weet ik er van? De moeder dezer jonge dame, die haar kaartje aan my Zyn gedachtengang scheen gestoord te worden. „Aan my," herhaalde hy als terloops en op geheel anderen toon. Hy hield portret en kaartje in de handen en schreed in de kamer op en neor. „Waarom liet zy dit kaartje voor my achter? Wist zy...?" Zou haar moeder haar gez9gd hebben...?" Maar hoe kon haar moeder myn verblyf to weten komen? Niemand kent my bier, niemand weet.... Onmogelyk, geheel onmogelyk l. Een toevallige overeenkomst van namen andera niets!" Werner sloot het portret weer weg. Het blaadje met het potloodscbrift trok thans meer zyn opmerkzaamheid dan te voren, „Mr. IlelderiDg die heeft haar in ieder geval hierheen vergezeld. Misschien haar verlooideWat gaat het mü aan* Nieuwsgierige toeristen, die bierheen dwaal-, den, en Ursula kwam molden, dat de kleine herders jongen reeds op hem wachtte. „Is er gisteren iemand hier geweest?* vroeg by. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 13