N*. 11558. "Vrijdag 29 October. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van fan- en feestdagen, uitgegeven. Dit Hommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. XJdel- Quartet. Leiden, 28 October. F'eo.illeton. Zonderlinge Avonturen. 18&. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. w 1.10. Franco per poatl!«o! Alzonderlyke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 regels f 1.C6. Iedere regel meer 0.17J. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0 05 berekend. Het concert blfjft vastgesteld op aanstaan den Maan dag 1 November, des avonds te acht uren. Geen andere biljetten zijn geldig dan die, door hot Leidsch Dogblad uitgegeten. „Bewijzen", waarop aan ons Bureel kaarten a 50 cents konden worden gehaald, worden des avonds aan de zaal niet in ontvangst genomen. De toegangsprijs is dan één gulden. OfGcïëclo Kcnnisgovingon. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, late alinea, der wet van den 2den Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van bot toezicht bij bet oprichten van inriciuingeD, welke gevaar, echade of hinder kunnen veroorzaken Brengen bij deze ter algemcene kennis, dat door ben vergunning is v.rleend aan P. M. BERGEItS en rechtverkrijgenden tot het oprichten van cete slachter ij cn rookerrj in bet perceel St.-Aagten- elraat No. 30. Burgemeester en Wotbouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 26 Oct. 1897. E. KIST. Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gozien de adroesen van de firma P. CLOS LEEMBRUGGEN, houdende verzoek om vergunning tot uitbreiding van bare fabrieken aan de Langegraeht No. 5 eu Ververstraat No. 8; Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Geven b$ deze kennis aan bet publiek, dat ge- Doemde verzoeken met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter vieio gelogd z\in; alsmede, dat op Woensdag 10 Nov. a.e., 's voormiddagB te elf uren, op bot Raadhuis gelegenheid zal worden gegovoa, om bezwaroi togen die verzoeken in te breBgen. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Leiden, F. WAS, Burgemeester. 27 Oct. 1897. E. KIST, Stcretaris. Naar wy vernemen, zyn door den heer kantonrechter alhier benoemd in de commissie van aanslag voor de belasting op bedryfs- en andere inkomsten, voor de gemeente Leiden: tot lid: de heer J. J. Hasselbach, lid van den Raad der gemeente Leiden en bouw kundige, wenende te Leiden; tot plaatsvervangend lidde heer J. J. Van Masyk Huyser van Reenen, oud lid van den Raad van L iden en wijnhandelaar te Leiden voor de gemeenten Sassenheim, Lisse, Hille- gom, Noordwyk, Noordwykerhout, Voorbout, Katwyk, Ryosburg, Valkenburgen Wassenaar: tot lid: de heer A. Van Rhyn, voorzitter van de Kamer van Koophandel en commissaris der ReederiJ „Katwijk", wonende te Katwijk aan Zee; tot plaatsvervangend liide heer R. Ouwe hand, aannemer en reeder, wonende te Katwijk; voer de gemeenten Leiderdorp, Zoeterwoude, Oegstgeest, Warmond en Voorschoten: tot lid: de heer J. De Graaf, landbouwer, wonende te Leiderdorp, en tot plaatsvervangend lid: de heer H. G. Van Sillevoldt, gepensionneerd ingenieur, wonende te Oegstgeest. De Engelsche klokkenspelers gaven gister- namiddag in de Stadszaal een uitvoering voor kinderen, welke zeer g09d bezocht was, de jeugdigen van jart n gedurende een uur kostelijk amuseerde en hun Iovöds gelegenheid bood uit volle borst welbekende liederen aan te heffen („Wilhelmus" en „Een vaste burcht"). Ook gisteravond waren de groote zaal en het balkon flink bezet, niettegenstaande de Sleutrl tad reeds meermal-n en zelfs nog niet zoo heel lang geleden de eer van een bozoek der English Royal Handbell Ringers genoot. Iets nieuws omtrent hen valt er oan ook nist mee te deuion, behoudens, dat de vijf heeren thans optraden in middeleeuwsch kostuum. Evenals voorhe.n vielen ook nu weer den uitvoerenden, die mtt bun carillon van 131 welluidende klokken, onder leiding van hun direct r«r Duncan S. Miller, muziek van verschillend karakter voordioegen, levendige bijvalób-tnigin/en ten deel. De muziek van den directeur met de Canadeosche sle iebellen, waarmee hij o. a. het „Wilhelmus" ten geboore bracht, was ook thans e n succesnummer. Van de muziek, te voorschijn gebracht door het Resonating Dulciphonium, gaat minder bekori' g uit: ze is min of moer ee. tonig. Toch werd er den directeur tevredenheid over betuigd door luiden h\jval. De zang was evenwel vtrre van buiten gewoon; waar deze echter met mimiek of lachen gepaard ging, veroorzaakte hy vetl opgewektheid. Men was te kwartier voor tienen (kw.rtier voor aceten was er aangevangen) zeer voldaan over het aangebodene, zoowel over de gewone als over de extra-nummera. Onder het talrijke gehoor bevonden zich ook, onder gbleide, do leeilingen van het Instituut te Noordwyk Pinnen, die in rijtuigen den tocht naar en van Leilen deden. Naar aanleiding der openbare aanbeste ding van een 8ston October jl. zijn de navol gende leveringen voor de zeemacht te Leiden opgedragen, als volgt: De levering van groenten by aardappelen en soepgroenten gedurende het jaar 1898, en van aardappelen over bet tijdvak van 1 Januari t/m. ultimo Juni 1893 aan den heer M. Boon; de levering van versch spek gedurende het jaar 189S aan den heer D. Saris; de levering van rundvet aan den heer M. Marsman. Naar aanleiding van het genomen besluit op de bakkersgezellen-vergadering te 's Gra- venhage, om den 17den Januari den nacht arbeid in de bakkerijen af te schaffen, was gisteren een bijeenkomst btlegd van bakkers patroons en directeuren van broodfabrieken. Met algemeene stemmen werd het besluit genomen en ondtrteekend door de aanwezigen lo. Zich te verklaren tegen het afschaffen van nachtarbeid in broodfabrieken en bakke rijen te 's-Gravenhage; 2o. inwilliging van eventueele verzoeken om over te gaan tot zoodanige afschaffing te beschouwen als eene handeling in strijd met het gevoelen dezer vergadering. Met de nachtboot „Prins Hendrik", der Maatschappij „Zeeland", kwam gisterochtend van Londen te Vlissingen aan prinses Victoria van Sleeswyk Holstein, die met den aan- sluitenden sneltrein hare reis naar Keulen voortzette. Bfl de gisteren te Rotterdam gehouden verkiezing voor den gemeenteraad zijn uit- getracht in district I (vacature-Van Raalte) 1264 geloige stemmen, waarvan 677 op den heer J. M. Voorhoeve (antir.) en 587 op den heer G. A. Ten Houten (liberaal), zoodot gekozen is de heer J. M. Voorhoeve. In het Vde district (vacature-Van Heukelom) zijn uitgebracht 1462 geldige stemmen, waar van 268 op den he3r mr. S. J. L. Van Aal- ton Jr. (lib.), 546 op den heer G. H. Hintzen (lib.) *-n 648 op dr. W. B. Van Staveren (an lie?.), zoodat er herstemming moet plaats heoben tusschen de heeren W. B. Van Sta- veien en G. H. Hintzen. De correspondent van hot „Hbl." teekent hierbij het volgende aan: Deze uitslag geeft tot enkele opmerkingen aanleiding, in de eerste plaats deze, dat de k ezsrs op het oogenblik dm gang naar de slembus moade zijn, wat blijkt uit de vor- baz-nd trage opkomst, en jammer genoeg worden de moest laksen weer gevonden onder de liotralen, wat u t het resultaat in het be slist vrijzinnige vijfde district genoegzaam valt op te móken. In de tweede plaats i3 thans opnieuw? be wezen, dat het eerste district voor de liberale party als verloren moet worden beschouwd, zoodat in de overige islricten verdubbelde yver dient ten toon gespreid te worden. In de derde plaats is do uitslag in het vyfde district voor de kiesvereeniging „Rotter dam" een les, die niet uit haar geheugen zal gaan. Zy requireorde cit district voor zich, in de meeoiog, dat het grootste aantal daar wonende liberalen aan baar zyde stond. Thans is aan het licht getracht, dat zy nog niet eens de helft der sterkte van „Vooruitgang" heeft en dat dus haar onwil om de liberalen onder óén banier te vereenigen, slechts leiden kan tot overwinningen voor de tegenparty. Tbans dient zy al haar krachten in het vuur te brengen tot het ondersteunen des heeren Hir-tzen. Geschiedt zulks, en er ls geen roden voor twyfelen, dan mag de verkiezing van den heer Hintzen als verzekerd worden be schouwd. In de gisteren gehouden vergadering van den gemeenteraad te Delft werd het voor-t 1 tot heffing van 80 opcenten op de personoele belasting met algemeene stemmen goedgekeurd. Goxigekeuri werden de voor stellen tot wyziging der verordening tot hef fing der plaatseiyke belasting naar het inko men ea de verordening voor bet bezoeken van het gemeentemuseum. Het voorstel van den heer De Kiyn om een adres te richten in zake het stinkend grachtwater, werd ver worpen. De begrooting van ontvangsten en uitgaven der gemeente, dimst 1898, werd vastgesteld tot een bedrag van ƒ794,586.12 met een som van f 4288.77 voor onvoorziene uitgaven. De gehecle gemeentebegrooting te Haar lem Is gisteren in vier uur afgehandeld. Bs- langryke bezwaren waren dan ook niet door de afdeelir.gen ingebracht. Na de pauze werd een aanval gedaan rp den post Belooningen en Eerebiyken, 750, die gewoonlijk elk jaar door het anti-revolutionnaire raadslid, den heer J. Klein, onderhanden genomen wordt. Ditmaal was het mr. Van der Merscb, die de afschaf fing betoogde. Ten slotte werd overeengeko men, dat het advies van de comm. v. toezicht op het lager oaderwys zou worden gevraagd. Het subsidie van de school voor kunst- nyverheid was mede een punt, dat nogal discussie uitlokte. Besloten werd het te be palen op 2500, d. i. 500 meer dan het tot dusver bedroeg. De school had 3000 gevraagd, maar de Raad achtte die verhooging niet vol doende toegelicht, en toen ook de hotr Van Lennep, directeur van de Maatschappij van Nyverheid, verklaarde als Raadslid geen vry- heid te govorien zulk een som te verleonen, was het lot der aanvrage beslist. Het subsidie aan het Koloniaal Museum, dat B. en Ws. hadden voorgesteld te verminderen van 1000 op 300, bleef op eerstgenoemd cyfer gehand haafd. Bijkans aan het einde van de vergadeiiDg kwam de heer Van der Mersch met een belangryk voorstel, nl. om do schoolgelden aan do burgerscholen gelijk te maken n cie te bepalen op f 25 voor een leerling, ƒ20 voor twee en 15 voor drie leerlingen uit hetzelfde gezin. In een volgende vtrga lering zal dat voorstel behandeld worden. Met algemeene stemmen werd de begrooting goedgekeurd. Zy wyst op e*n goeden toestand van Haarlems financiën. Tt rwyi bet percentage van den hoofdelyken omslag onveranderd is gebleven, zyn de opcenten op de persoaeele belasting (vroeger 90, ja zelfs 100) gedaald tot hoogstens 80. Gistermorgen te 10 uren werJ de alge meene vergaderiög van den Nederlandschen Protestantenbond te Middelburg voortgezet. AlLroerst was aaD de orde een voorstel om in te stellen etn9 commissie voor wykver- pleging, ingediend door het hoofdbe-tuur en door eene daartoe benoemde commissie urgent verklaard. Het doel van het voorstel, om de commissie voor Maatschappelijke Belangen te ontheffen van de wijkverpleging, die eene afzonderlyke behartiging vereischt, vond alge meen by val en het voorstel van bet hoofd bestuur werd dan ook, na eenige bespreking, ovtr het vast te stellen reglement, door de vergadering aaogenomen. Hierna sprak de heer J. Van Loenen Martinet over de uitör iling van het weekblad „De Hervorming." De voorzitter, prof. Oort, zou het wensche- ïyk achten, dat de hteren Groenowegen en Knappert een gedetailleerd voorstel deden aan het hoofdbestuur, t^r behandeling in het volgend jaar, waarna de beer Vau Loenen Martinet den wensch uitspreekt, om samen te komen en te spreken over „De Hervorming" met de heeren Groonewegen en Knappert. Tot leden van het hoofdbestuur werden gekozen de heeren S. Lulofs te Deventer en G. Clockener Biousson te 's Gravenhage. Het tweede punt van besjreking: „De Protestantenbond en de behoafte der tno iernen aan gemeentevorming", werd ingi-leii door dr. J. Van den Bergb, te Zwolle. Nadat verschillende sprekeis het woord hadden gevoerd, constateerde dr. J. Vau dun Bergh, dat tegen zyne inleidit g niets gezegd is. De heer A. Van der Heide deelt een en ander mede over het plan der commissi9 voor Maatschappelijke Belangen tot inst-.Iling eener enquête naar volkslectuur. De vragen doen zich voor of zulk een enquêto wenschelyk c-n mogelyk is. Wenschelyk zeker, als men be denkt welke onzad-lyke lectuur onder hot volk verspreid wordt, waarvan spreker voor bedden noemt. In dit opzicht zeide spr. - kuenen wy van de rochtzinnigen veel leeren, die hun lectuur onder het volk weten te verspreiden^ Wat het volk leest, i6 do moeite waard tr onderzoeken. Of die enquête mogdyk is, ie een andere vraag. Overal zou men inlichtingen moeten inwinnen; zonder veler modewerking kan het niet. De voorzitter verklaarde namens het hoofd bestuur, dat dit gaarne het plan der enquête zal afwachten, om er een oordeel over uit ta spreken. De vergadering betuigde door applaus baar ingenomenheid met het plan. Met het hoofdbestuur waren ter vergadering aanwezig 63 afgevaardigden en 29 correspon denten en leden. Diar alleen de afdeeling Arnhem zich aan bood voor de algemeene vergadering van het volgeni jaar, werd dit aanbod aangenomen. Met eea woord van dank aan de afgetreden hoofdbestuurders werd de vergadering gesloten Het bestuur van de Nederlandsch-Zuid- Afrikaanscbe Vereeniging heeft zich tot den minister van binnenlandsche zaken gericht, met het verzoek, dat door den minister een sinds lang gewensebte wyziging worde aan gebracht in de ïy'st der buitenlandsche ge tuigschriften, voorkomende in het koninkiyk besluit van 30 Juli 1886 (Staatsblad No. 125). De bepalingen van dat koninklijk be.sluit zyn er, ongelukkigerwyze, allerminst op bo rekend om de Zuid-Afrikaansche studeoteD do studie in Nederland te doen verkiezen boven die in Engeland of Schotland. Terwyl zy daar in den regel worden toegelaten op vertoon van het diploma der „matriculation- examination", eischt het koninkiyk besluit het diploma van de veel zwaardere „interme diate-examination", en daarenboven een bewyr dat de candidaat by dit examen èn in het Latyn èn in het Grieksch voldaan beeft. Deze laatste eisch is ook daarom lastig, omdat het Grieksch by het bedoeld examen een faculta tief vak is. Geen wonder, dat nagenoeg alle Zuid-Afri kanen, ook na de uitvaardiging van h6t koninkiyk besluit van 1886, naar Engeland of Schotland ter studie zyn biyvon gaan, of wel indien zy buiten Groot-Bntannië wil den studeeren zich wendden tot oe Duitscho hoogescholen, waar men hen ook gaarne met het diploma vau het matrlculatie-examen tot 37) „Hoe het komt weet ik niet", hervatte by na een poos; „maar ik ben al myn leven een verschoppeling geweest. Na myn eersten mis stap heb ik er mij nimmer weer bovenop kunnen werken. Ik ben al dieper en dieper gedaald, tot ik Engeland moest verlaten en in den vreemde een leven leiden, hötwelk er niet naar was om my beter te maken." Geen van beiden gevoelden wy thans lust, het gesprek nog voort te zetten. Ik hielp hem het zich zoo gemakkelijk mogelyk te maken en zocht toen myn eigen leger op aan d9n andeien kaDt van het vuur. Het duurde lang, eer ik den slaap kon vatten. Het verleden, myn leven in Engeland en vcoral de herinnering aan Maud hielden myn ge dachten bezig. Ik stelde my voor, wat ik bad kunnen zyn met een vrouw als zfj aan myn zyde en met overkropt gemoed fluisterde ik in de stilto van den nacht: „O, Maud, Maud! Mocht ik nog eens die gelukkige dagen kunnen terugroepen Den volgenden morgen zag ik, dat Yeneda in het geheel niet geslapen had. Zyn toestand was zoodaDig verergerd, dat my de boop op zyn herstel begaf. Hy leed verschrikkelijk en ik was niet in staat hem eenige verlichting aan te brengen. De Maleier had de gelegen heid waargenomen om een goed heenkomen ,te zoeken en zijn boot was nog slechts een stip aan den gozichteinder. Ik waa dus met myn armen vriend alleen. Yan tyd tot tyd overvielen hem vlagen van ylhoofdigheid. Hy verbeeldde zich in Chili te zyn en hield drukke gesprekken in de Spaansche taal met on zichtbare persen m. Herhaaldelyk beklom ik de hoogte om te zien, of ik geen zeil kon bespeuren, maar niets vertoonde zich dan de blauwe water vlakte, enkele eilanden, die er links en rechts van ons boven uitstaken ea de lange lyn van Sumatra's kust, welke zich naar het wosten uitstrekte. Tegen den middag verkeerde Veneda weer iD een buitengewoon opgewonden toestand. Hy uitte allerlei onsamenhangende woorden, terwyl zyn oogen schitterden met onnatuur- lyken gloed. Dit duurde ongeveer twee uren, waarna hy in een diepen slaap viel, uit welken hy zichtbaar verzwakt ontwaakte. Hy was tbans volkomen by kennis, maar zyn stem klonk zoo zacht, dat ik hom nauwelijks ver staan kon. „Ramsay," zeide hy'. „Ik weet er alles van. Het is gedaan met my. Het komt myzelf vreemd voor, beste jongen; doch Marcos Ve neda heeft zijn rol uitgespeeld." Ik knielde by hem neer en wilde zyn hoofd wat oplichten. Hy beduidde my echter dit niet te doen. „Ik zal niet veel meer kunnon spreken," hernam hy nog zachter dan daareven. „Voel om myn hals; daar zult gij een medaillon vinden het boruchte medaillon. Neem het er af." Ik deed zulks en legde het in zyn hand. „Gy zyt heel g09d voor my geweest, Rim- say. Gy zyt myn vriend, de eenige, dien ik misschien op de wereld gehad heb. Ik wil u myn dankbaarheid toonen. Neem dit medail lon, het is alles, wat ik u kan nalaten, maar die anderen weten het, het is de sleutel tot myn fortuin." Hy hield op, om tot adem te komen. „Ga, zoodra gy hier weg kunt, regelrecht naar Londen, en open het, wanneer gy d^ar een maand geweest zfjt. Gy moet my uw woord geven, het niet vroeger te zullen aoen; daar heb ik myn redenen voor." Ik gaf hem de gevraagde b9lofte en hy ging voort. „Gy zult in het medaillon een smal strookje papier vindeD, waarop een naam en een adres zijn geschreven. Begeef u naar den persooü, die er op staat aangewezen, laat hem het papiertje zien en vraag hem twee maal honderd duizend pond. Als hy dat bewijs in handen heeft, zal hy u betalen, zonder u iets te vragen. En moogt gy gelukkiger zyn met het geld, dan ik in myn leven geweest ben. Zorg vooral John Macklin uit den weg te blijven, want indien hy gewaar wordt, dat gy het medaillon in uw bezit hebt, zal hy niet rusten vóór by het u afhandig heelt gemaakt." „Maar is er niets, dat ik voor u dosn kan?" vroeg ik, denkende, dat hy misschien wel een groet had over te brengen naar bet land, waarvan ik blykbaar zooveel hield. Hy schudde slechts het hoofd en ze iJe, dat er daar ginder niemand was, die er belang in stelde, of hy leefde of dood was. Hierna bleef hy een lange poos zwygen, totdat ik er aan begon te twyfelen, of het einde niet reeds gekomen was. Ten laatste echter zeide hy, zonder de oogen te openen en met gebroken stom: „Kleine Maud zy was de eenige van de geheele familie, die my niet haatte. Ik zou zoo gaarne willen, dat zy ook genot had van dat geld. Ramsay, ik weet, dat gy baar nog lief hebt, gy moet haar huwen." „Het is te laat", kreunde ik. „Te laat!" „NeeD, neenl Ik heb een voorgevoel, dat zy uw vrouw nog worden zal. Beproef het. Belooft gy het my?" „Ja." Eenige minuten lang was er niets hoorbaar dan het knappen van het vuur en het suizen van den wind door de boomen. Eensklaps gebeurde er iets wonderiyk3. Hy hief het hoofd op en deed zyn oogen, welke tot nu toe gesloten waren geweest, wyd opon, terwijl hy eenigo woorden sprak met een stem, die my helder en welluidend in de ocren klonk. „Hoogedelgestrenge Heer", zeide hy; „ik heb niets tot myn verdediging aan te voeren. Ik beveel my alleen aan in de genade van bet Hof." Toen loosde hy een zucht en liet het hoofd achterover vallen. Marcos Veneda was dood! XVIII. Lang bleef ik aan Veneda's zyae neergeknield i liggen, in droevige gepeinzen verzonken, waar j ik my eindelijk slechts met moeite aan onttrok. Ik moest beweging hebben om het akelige van myn toestand minder te gevoelen. Snel liep ik voort, de heldere zonnestralen drongen door het dichte gebladerte en ver lichtten het pad, dat ik my door het bout baande, maar behalve deze omstandigheid ko- niets myn aandacht trekken. Het verschrik keiyke van myn lot drukte als een zwaw last op myn borst. Daar stond ik, zoo dacht ik by royzelven, het eenige levende wezel op dit eiland, myn makker was dood, my*. uitzicht op redding zoo verre als ooit ver wyderd en myn voorraad voedsel nog slechf voor een paar maaltyden voldoende. Zoo dwaalde ik van het bosch naar he strand en van daar weer naar de vlakte en de plaats, waar het lyk van mijn armen viiend lag. Thans hoopte ik kracht genoeg to hebben om de treurige taak te vervallen, welke vóór my lag. Met niets dan myn mes en myn handen, om het werk uit te voeren begon ik een graf te graven. Hot was eo. moeiiyke arbeid en het was byna donker toen ik er mede gereed kwam. Nu moest ik het lichaam naar zyn laatste rustplaats brengen, iets, waartegen ik het meest van alles opzag. Ik onderdrukte evenwol met geweld myn tegenzin, nam het lyk in my* armen, legde het in de groeve en bedekt, het mot bet zeildoek, waarvan wy van t vor°n hadden gemaakt f Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1