N®. 11556.
"Woensdag 27 October.
A®. 1897
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 26 October.
F1 euilleton.
Zonderlinge Avonturen.
PRIJS DEZER COUBAJIT:
Voor Lolden per 3 maanden. r. f 1.10.
Franco per poet1.40.
Afzonderiyke Nommere t t 0.05.
PRIJS DEB ADVERTENTIEN:
Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17{. Grooterö
letters naar plaatsruimte. Voor het moasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Ofliciëele Kennisgevingen.
Vergadering van den Gemeenteraad yaa Leiden,
op Donderdag 28 Oct., dea namidlaga te één uur,
zoo noodig voortzetting van de Vergadering dedavouda.
Punten tor behandeling:
V. Beüediging en installatie van dr. P. J. Kaiser,
als lid van den Gemeenteraad.
2°. Benoeming van een derde onderwijzeres aan
de school 3de klasse No. 4. ('251)
3\ Idem van een tweeden onderwijzer aan de school
3de klasso No. 2. (250)
4°. Idem van een lid in de Commissie van aanslag,
bedoeld in art. 19 8 dor Wet van 2 October
1893 (Stsbl. No 149) tot beffing eener belasting
op bedrijfs- en andere inkomsten. (249)
5°. Idem van een plaatsvervangend lid in de sub
4 vermelde commissie, (249)
6°. Idem van een Wetho.uder.
7°. Voorstel tot onderbjindseb© verhuring van het
land nabij Endegeest, onder Oegstgeest. ('243)
8°. Verzoek van Mej. J. C. Schütt, om ontslag
als leeraros in de Handwerken aan de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes) (244)
9°. Voorstel tot. vaststelling van het schoolgeld
voor leerlingen van do Kweekschool vooronder-
wijzers, elders woonachtig. (245)
10". Rapport der ltnadscommissio in zake een
eventueelo onbewoonboarverklaring van per-
coelen in de Gekroonde Liefdepoort en in de
Heerenlaan. (246)
11°. Voorstel tot aankoop van de perceelen
Lokhorststraat Nos. 20 en 22. (252)
12°. Idem omtrent liet. aanbrengen van vlonders
in eenige lokalen der Hoogero Burgerschool
voor Jongens. (248)
13°. Idem omtrent de aanschaffing van eenige
tafels voor de Kweekschool voor onderwijzers.
14". tekening over 1896 van het R.-K. Wees- en
Oudeliedenhuis. (258)
15". Voorstel omtrent den aanleg van duinwater
kranen in enkele vertrekken van het Raadhuis
en in do Bank-van-Leening. (254)
16". Idem tot wijziging van de Verordeningen op
de heffing on inrordering van opcenten op
de Personeele Belasting, f257)
17\ Verzoek van A. flakkert, om vrijstelling van
schoolgeld Hoogere Burgerschool voor Jongens.
(256)
18°. Voorstel omtrent tijdelijke uitbreiding van het
hulppersoneel aan do Herhalingsschool afdee-
ling Jongens (255)
19°. Voorstel omtrent do oprichting, van een kegel
baan op het terrein van de Buitensociëteit
„Amicitia" en liet doen rocuen van eeuige
hoornen. (259)
20°. Eerste Suppletoir Kohier der Plaatselijke
Directe Belasting, dienst 1897. (253)
21°. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatse
lijke Directe Belasting, dien9t 1897. (260)
22". Begrooting van do Inkomsten en Uitgaven
der gemeente voor 1898. (230)
Eonigs dagen nadat de tentoonstelling van
kunstnaaldwerk zal z(jn gesloten, wordt er
in het Stedelijk Museum een expositie ge
opend van teekeningen, 6tsen en houtsneden,
door de artisten J. M. Graadt van Koggen,
W. F. A. Vaarzon Morel, J. G. Veldheer en
W. O. J. Nieuwenkamp vervaardigd.
Deze portefeuille, die voor het eerst te
Leiden geëxposeerd wordt, zal daarna io ver-
schillende plaatsen van ods land ter bezichti
ging worden gesteld. Vermoedelijk zal deze
tentoonstelling van 4 18 November geopend
blijven.
Blijkens bericht van den directeur der
Kweekschool voor Onderwijzers zjjn inder
tijd drie schooltafels No. 7 van do Kweekschool
naar do Hoogere Burgerschool verplaatst, aan
welke tafels thans op de Kweekschool behoefte
is, terwijl deze benoodigd blijven voor do
Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Er zullen
dus thans voor de Kweekschool drie school
tafels moeten worden aangeschaft, waarvan
de kosten ƒ48 bedragen.
B. en W8. geven den gemeenteraad op
dien grond in overweging hun ter zake het
noodig krediet te verleenen, ten einde tot de
aanschaffing dier tafels te kunnen overgaan.
Te zijner tijd zal alsdan een voorstel worden
ingediend tot verhooging, voor zooveel noodig,
van het betrekkelijk artikel der begrooting.
Door den directeur der Hoogere Burger
school voor Jongens is aan B. en Ws. mede
gedeeld, dat het, met het oog op het groote
aantal leerlingen in de verschillende klassen,
voor de leeraren meer %en meer noodig is het
geheele lokaal gemakkelijk te overzien. Daar
voor is in de meeste lokalen een verheven
heid of vlonder noodig; tot proef zjjn er by
den aanvang van den cursus twee gemaakt,
die zeer goed aan het doel beantwoorden. De
directeur wenseht daarom op den ingeslagen
weg voort te gaan en heeft verzocht nog zes
vlonders te doen aanmaken. Uit een ingesteld
onderzoek is gebleken, dat de koeten van dit
werk ƒ78 zullen bedragen. Zich met dit voor
stel van den directeur vereenigende, geven
B. en Ws. den gemeenteraad in overweging
hun te machtigen tot het doen maken van
zes vlonders voor- dit doel over te gaan,
zullende ook hiervoor later een voorstel
worden ingediend tot verhooging, voor zooveel
noodig, van het betrekkeiyk artikel der be
grooting.
Den gemeenteraad deelen B. en Ws.
mede, dat wegens expiratie van den huurtijd,
moet worden overgegaan tot de verhuring
van de landerijen naby het krankzinnigen
gesticht „Endegeest", door de gemeente ia
den loop van 1897 aangekocht, te zamen
groot 17 HA. 62 A. 11 cA.
Döze landeryen zyn thans in twee partyen
verhuurd, eene party aan C. L. Yan der Wilk,
landbouwer te Oegstgeest, voor 1000 per
jaar, tot Kerstmis 1897, en eene party aan
Jac. De Groot, bouwman te Oegstgeest, voor
382.50 per jaar, tot 31 October a. 8. Deze
laatste huur is by den aankoop van de
betrekkeiyke perceelen land overgenomen.
Door genoemde huurders Yan der Wilk en
De Groot is aan het college van B. en Ws.
een aanbod gedaan om de genoemde perceelen
land van de gemeente te huren voor den tyd
van vyf jaren, ingaande met Kerstmis van
dit jaar, voor een jaariykschen huurprysvan
resp. 1000 en 382.50.
Yermits naar het oordeel van B. en Ws.
by eene openbare verhuring bezwaarlyk eene
hoogere som zou kunnen worden bedongen,
stellen zy don gemeenteraad voor, in dezen
niet tot eene openbare verhuring over te gaan,
maar de bedoelde landeryen, de eene ter
grootte van 13 HA. 11 A. 71 cA., waaronder
is begrepen een gedeelte, thans in gebruik by
het krankzinnigengesticht, te verhuren aan
Yan der Wilk, tegen een buurprys van 1000
per jaar, en de andere, ter grootte van 4 HA.
50 A. 40 cA., te verhuren aan Jac. De Groot,
tegen een huurprys van 382.50 per jaar,
beide voor den tyd van 5 jaren, ingaande
met Kerstmis van 1897, onder bepaliDg, dat
de gemeente bevoogd is de huur tusschen-
tyds geheel of gedeelteiyk te doen eindigen
of stukken uit het verhuurde te nemen, mits
daarvan ten minste zes maanden te voren
aan de huurders kennis gevende, in welk ge
val de huursom in evenredigheid zal worden
verminderd; voorts onder voorwaarde, dat
de gemeente buizen kan doen leggen in het
verhuurde, zonder dat de huurders deswege
eenige schadeloosstelling of vermindering van
huur kunnen doen gelden, en wyders onder
de gewone voorwaarden, ook thans in de
huurcontracten opgenomen.
Van der Wilk en De Groot voorn, hebben
zich bereid verklaard onder deze voorwaarden
de huur te aanvaarden.
Naar aanleiding van het desbetreffende
verzoek van het bestuur der sociëteit „Ami
citia" alhier, deelen B. en Ws. den gemeente
raad mede, dat dezerzyds geen bezwaar bestaat
tegen de oprichting van een kegelbaan op het
terrein der Buitensociöteit en het doen rooien
van drie boomen aldaar.
Zy geven mitsdien in overweging het be
stuur van genoemde sociëteit voor zooveel
nooiig toestemming te verleenen tot oprich
ting van een kegelbaan op bedoeld terrein en
te besluiten tot het doen rooien van drie
boomen, staande op genoemd terrein, op de
overgelegde teekening aangegeven.
B. en Ws. geven den gemeenteraad in
overweging het schoolgeld voor de volgende
leerlingen der Kweekschool voor Ondorwyzers,
elders woonachtig, vast te stellen op het
hierna vermeld bedrag:
Petrus Antonius Kavelli, te 's-Gravenhage,
op 6 per kwartaal, op grond, dat de inkomsten
van zyn vader P. A. Kavelli f 1500
bedragen
Abraham Christiaan Smit, te Leiderdorp, op
4 per kwartaal, op grond, dat de inkomsten
van zyn vader W. F. Smit vermoedeiyk
ongeveer ƒ1000 bedragen;
Catriena Cornelia Maria Fortgens, te Hazers-
woude, op 2 per kwartaal voor het by wonen
van ééne les, op grond, dat het inkomen van
ha^r vader A. Fortgens valt tusschen 1000
en ƒ2000 'sjaars;
Margaretha Elizabeth Aartse, te Yoorscboten,
op ƒ2 per kwartaal voor het by wonen van
ééne les, aangezien het inkomen van haar
vader C. P. Aartse vermoedelijk valt tusschen
1000 en ƒ2000.
Yictorine Hymans, te 's-Gravenhage, op 2
per kwartaal voor het by wonen vanééneles,
op grond dat de inkomsten van hare moeder
de Wed. J. G. Hymans vallen tusschen
ƒ1000 en ƒ2000;
Cornelis Willem Paap, te Voorschoten, op
ƒ6 per kwartaal, daar het inkomen van zyn
vader C. A. Paap vermoedeiyk valt tusschen
ƒ1000 en ƒ2000;
M.tria Spruyt, te 's-Gravenhage, op ƒ1.25
per kwartaal voor het 'oywonen van ééne les,
op grond dat hare inkomsten 700 bedragen;
Willem Jiddo Taanman, te Rynsburg, op
4 per kwartaal op grond dat de inkomsten
van zyn vader C. Taanman vallen tusschen
ƒ600 en 1000;
Geert Torenbeek, te Voorschoten, op 1.25
per kwartaal voor bet bywonen van ééne
les, daar zyn inkomen valt tusschen ƒ600
en ƒ1000;
Cornelis Spoor, te Bodegraven, op ƒ6 per
kwartaal op grond dat het inkomen van zyn
vader R. Spoor ƒ1100 bedraagt,
en Paulina Johanna Hartog en J. W.
Hermsen, te Haarlemmermeer, C. Herrewyn
en A. Veefkind, te Leiderdorp, J. L. Yan
Leeuwen, te Zoeterwoude, Pister Schaap, te
Oegstgeest, Gerardus Johannes Smit, te Haar
lemmermeer, en Ellen Jacoba Stempels, te
's-Gravenhage, vry te stellen van de betaling
van schoolgeld, op grond dat hunne inkom
sten minder dan 600 bedragen.
Den 278ten November a. s. vertrekt per
particulier stoomschip „Burgemeester Den
Tex" van de Maatschappy „Nederland" naar
Oost-Indi§, een transport onderofficieren en
minderen der zeemacht, onder bevel van den
luitenant ter zee der 1ste klasse J. A. A. C.
Ridder Van Rappard en onder medegeleide
van de adelborsten der 1ste klasse M. W.
Schaly on R. P. C. Spengler. Dat transport
zal vermoedeiyk bestaan uit: één sergeant-
torpedist, 3 torpedisten lste of 2de klasse,
2 sergeanten der mariniers, 5 korporaals der
mariniers, 4 tamboers en 85 mariniers, totaal
100 koppen.
De heer H. C. Bayings, onderwyzer aan
de R.-K. burgerschool alhier, is benoemd aan
het gymnasium te Katwyk.
Do Fiansche mail, met berichten uit
Batavia, wordt hedenavond alhier verwacht.
Door den beeldhouwer Charles Yan Wyk,
te 's Gravenhage, werd in opdracht der firma
Van Hasselt Co. aldaar een buste vervaar
digd van H. M. de Koningin. Op verzoek van
genoemde firma en van den heer Yan Wyk
heeft H. M. den beeldhouwer op het Loo
enkele oogenblikken de gelegenheid gegeven
aan zyn werk naar het leven de laatste hand
te leggeD.
Ter audiëntie by H. M. zijn gisteren
naar bet Loo vertrokken de ministers van
justitie en van koloniëD.
De Oostenrijkscli-Hongaarsche gezant,
graaf Ocolocsanyi is van buitenlandsch ver
lof te 's-Gravenbage teruggeke°rd, laatsteiyk
vertrokken uit Luxemburg, by het Hof alwaar
hy mede zyn functie vervult.
Baron Gevers, minister resident te
Bucharest, die een gedeelte van zyn verloftyd
te Londen doorbracht, is ia de residentie
teruggekeerd.
De heer T. Slagter heeft eervol ontslag
gevraagd als burgemeester der gemeente
Berkhout.
De gemeenteraad van Deventer heeft
besloten een memoriepost op de begrooting te
brengen voor presentiegeld voor de leden.
Te Haarlem wenseht de commissie van
financiën uit den gemeenteraad ingevolge
de wet van 24 Mei 1S97, waarby alle plaatse
lijke verordeningen op de heffing van opcenten
op de Personeele Belasting met 1 Januari
a. s. vervallen met de heffing van die ver
ordening voort te gaan, met dien verstande,
dat het getal opcenten op 80 gebracht werdt,
waarvan 50 te heffen van de hoofdsom der
aanslagen van hen, voor wie de belastbare
huurwaarde meer dan 100, doch niet meer
dan 200 bedraagt, en het getal van 80
opcenten bereikt wordt uiterlijk bij do aan
slagen van hen, voor wie de belastbare huur
waarde 500 bedraagt. Voorgesteld worJt,
die grens te bepalen op 450.
De commissie berekent de totale opbrengst
volgens de heffing op ruim 133,000, t rwyi
zy verwacht, dat in de eerstvolgende jaren
geen hoogere opcenten geheven behoeven to
worden.
Wegens plaatsgebrek op de perstribune
in de vergaderzaal der Tweede Kamer is, ten
behoeve van de plaats verzocht hebbende
verslaggevers van volksbladen, een gsdoolte
van de gereserveerde tribune afgezonderd en
van schrijflessenaars voorzien.
In plaats van don heer A. H. Yan Thiel,
hoofdinspecteur der telegraphie, is tot lid der
oorloga telegraaf-commissie aangewezen dp
heer A Kruijt, inspecteur der telegraphio in
Algemeenen Dienst.
Getrouw aan de gedane belofte, komen
B. en Ws. van Utrecht thans, na de goed
keuring der straatgeldbelasting, met een
nader voorstel omtrent de regeling eer financiën.
Hieruit blykt, dat het voorstel van B. en Ws t
om het aantal opcenten van de personeele
belasting niet hooger te doen klimmen dan
70 (met een progressie van 50 tot dat aantal),
by de commissie van fioanciën g^en onver-
doelde instemming heeft gevonden. De minder
heid der commissie wenschte de klasse, dia
het hoogst is aangeslagen, namelijk 70 opcen
ten, nog te splitsen in twee klassen, ten
einde het aantal opcenten voor de hoogst
aangeslagenen op 74 of 75 te bopalen. Hier
door zou een bedrag worden verkregen van
ruim ƒ176,000 of ongevoor zooveel 3ls de
evenredige heffing van 68 opcenten opbracht.
B. en Ws. biyven echter by hun oorspron
kelijk voorstel. De opbrengst zal dan ongeveer
ƒ169,000 zyn, in welk k'einer bedrag B. en
Ws. echter geen bezwaar zien, omdat de uit-
keering van het Ryk aanmerkelijk hooger zal
zyn dan verwacht werd. Wordt de opbrengst
der opcenten 33,000 lagi,r begroot, dan moet
het eyfer der plaatselijke cirecte belasting
naar het inkomen met 17,000 wordeD
verlaagd. Met het oog op de verhoogde
Ryksuitkeering stellen Burg. on Weths.
voor, het cyfer der inkomstenbelasting met
ƒ25,000 te verminderen. Verhooging van het
percentage van 3 op 3'/4 pCt. is dan niet
noodig.
De minister van oorlog heeft openlijk
zyne byzondere tevredenheid betuigd aan den
kapiten G. A. Jong, van het 3de regiment
veld-artillerie, ter zake, dat hy, op 18 Augustus
11. omstreeks 93/4 uur in den voormiddag
met eene battery den spoorweg-overgang aan
den weg Wargashuizeden Loverschen molen
passeerende, door zyn kalm en beleidvol en
energiek optreden den op dat oogenblik reeds
zeer naby zijnden sneltrein Amsterdam
Brussel aan een groot gevaar heeft doen
ontkomen; onder bepaling voorts, dat van
deze tovredenheidsbetuiging aanteekening zal
worden gehouden in de bevorderingslyst
betreffende genoemden officier.
32)
Voor zoover ik zien kon, werden zy in dat
gedeelte van het gebouw, waar ik was opge
sloten, niet met eenige werkzaamheid belast,
hoewel ik geloof, dat de anderen onder j
geleide naar buiten gingen om de straten te 1
vegen, hout te hakken, het plantsoen in
orde to houden en soortgelyke bezigheden
te verricht.n. Even voor zeven uren werd
ons een sober maal opgedischt en tegelykertjjd
kwam Veneda by my. Ik maakte plaats voor
hem op de bank naast my, terwyi ik brandde
van nieuwsgierigheid om meer te hooren over
hetgeen ons beiden zoo na aan het hart lag.
„Luister eens," zeide ik; „myn hoofd is
geheel in de war met denken. Gy moet my
toestaan u nog met eenige vragen lastig
te vallen, want er is altyd nog iets, dat ik
niet begryp."
„Begin maar," antwoordde by. „Wat wenseht
gjj te weten?"
„Wel, in de eerste plaats hoe gy het hebt
aangelegd om te sterven en weer levend te
worden, zonder dat men het bedrog bemerkte.
Juanita heeft my verteld, dat zy u koud en
styf in uw hut heeft zien liggen."
„Dat is zoo. Maar ik speelde comedie. Het
was het eenige middel, om de zwarigheid op
te lossen en van haar ontslagen te worden."
pDus was de kapitein in het geheim en
zyn minder goede gezindheid jegens u slechts
voorgewend?"
„Zeker! Doch hy was een schraapzuchtige
kerel, die Boulger, en het kostte my honderd
pond, om hem tot myn plan over te halen.
Toen ging het gemakkelijk genoeg. Nadat wy
Tahiti achter ons hadden, kwam er een lee-
lijke ziekte aan boord, waaraan een paar
matrozen en de stuurman bezweken. Nu zag
ik de kans schoon. Ik hield my, of ik ook
aangetast was. De kapitein speelde zyn rol
uitstekend; hy liet Juanita niet by my toe
uit vrees voor besmetting en den nacht daarop
stierf ik. Den volgenden dag werd een kist
met een stuk lood er in op Vanua Lava
begraven, terwyi ik veilig zat verborgen
in de kajuit van den kapitein, tot wy
Thursday-Island bereikten. Zy bleef daar
om op een gelegenheid te wachten terug
te kunnen keeren, ten einde het medaillon
te zoekeD."
„En gy?"
„Ik vond plaats op een stoomboot, welke
dezen kant uitging. Van Batavia zou ik naar
Engeland koers zetten, maar het ongeluk
wilde, dat ik twist kreeg met een officier,
waarby ik een weinig haastig met myn
revolver voor den dag kwam. Ik werd aan
gehouden en zoo kwam ik hier. Wilt gy nog
meer weten?"
„Nog iets. Hoe zyt gy van plan ten op
zichte van uw vrouw te handelen?"
„Myn vrouw? Wie is dat? Ik heb de eer
niet de dame te kennen."
„Maar Juanita dan?"
Veneda liet een langgerekt gefluit hooren.
„Wilt gy soms zeggen, dat zy zich by u
voorgedaan heeft als myn vrouw?"
„Ja. Is dat dan niet waar?"
„Volstrekt niet, manlief; zy heeft u by den
neus gehad."
„O, wat een samenweefsel van leugens en
bedrog l"
Veneda sloeg geen acht op deze laatste
woorden, doch staarde naar de blauwe lucht
boven ons. Eensklaps sprong hy op.
„Ramsay", zeide hy. „Er moge van komen
wat wil: ik moet hier uit en gy moet my
helpen."
„Hoe kan ik dat? Ik bon er eveD slecht
aan toe als gy zelf."
„Neen, dat geloof ik nietl Het zou my zelfs
niet verwonderen, zoo gy van avond nog in
vryheid werdt gesteld."
„Hoe denkt gy dat zoo?"
„Dat komt er niet op aan. Wacht en zie.
Maar als gy hier weggaat, wilt gy my dan
beloven, my te helpen?"
„Indien ik ontslagen word, kan ik onzen
consul mededeelen, dat gy hier zyt en
„Neen, neeD, dat gaat niet. De consul zal
inlichtingen omtrent my moeten inwinnen en
zoo zal de zaak besproken worden en den Al
bino ter ooren komen. Die zou een aardig
sommetje over hebben om gewaar te worden,
waar ik my bevind."
„Alweder iets, dat ik niet begryp. Nu gy
nog leeft en in het bezit zyt van uw geld,
waar hebben zy thans dat medaillon nog voor
noodig? Zy kunnen zich toch meester maken
van het goud, dat gy begraven hebt.''
„Begraven? Het goud?'{
„Ja, dat gy van uw laatste erfenis ontvingt,
toen gy in San-FraDcisco waart."
„Ha, hal Dat hebben zy u ook al op de
mouw gespeld. Ik heb nooit 6en erfenis gehad."
Daarop verhaalde ik hem, wat Juanita my
omtrent dat geld had medegedeeld. Hij lachte,
dat hy schaterde, klopte my op den schouder
en zeide:
„Help my hier maar uit en gy zult zien,
wat voor een man ik ben. Gy kunt verzekerd
wezen, met geen ondankbare te doen te hebben."
„Als ik vry kom, beloof ik u myn best
voor u te zullen doen", gaf ik hem ten ant
woord. „Maar op welke wyze wilt gy het
aanleggen om te ontsnappen? Het zou niet
kwaad zyn, al dadeiyk een plan daarvoor
te maken."
„Kom maar eens mee, dan zal ik u zeggen,
hoe ik er over denk."
Wy staken de plaats over en Veneda kwam
met zyn idee voor den dag.
„Gy ziet dien muur daar?" zeide hy.
Ik knikte.
„Nu, aan den anderen kant bevindt zicb,
naar ik van de lieden hier gehoord heb, een
weg en verder ligt er een rystveld. Des nachts
gaat er elke tien minuten e9n schildwacht het
geheele gebouw rond en gedurende dien
korten tusschentyd moeten wy ons plan zien
uit te voeren."
„Doch hoe denkt gy er over te komen?"
vroeg ik, naar den muur kykende, die my te
hoog voorkwam om hom te kunnen beklimmen.
„Heel gemakkeiyk," antwoordde myn on
verschrokken metgezel, „indien gy maar letter-
ïyk alles doet, wat ik u zal zoggen.''
„Dat beloof ik u."
„Nu, in de eerste plaats koopt gy in oen
der winkels in de stad een zestig voet lang,
sterk touw. Dan wacht gij tot middernacht.
Gy huurt een karretje met een sterken
Maleischen jongon als koetsier en laat u naar
gindscho zijde van dezen muur brengen. Zoodra
gy daar zijt aangekomen en niet vóór dea
tyd, zegt gy tot uw metgezel, maar
spreekt gy Maleisch?"
„Neen, ongelukkig niet."
„Dat is jammer, doch er is niets aan ta
doen."
Hy dacht een oogenblik na, nam toen een
stukje papier en schreef er met een potlood
eonige woorden op.
„Hier zyn twee volzinnen," zeide hy en hy
las ze mij voor, om my de juiste uitspraak
te doen hooren. „De eene beteek ent „Naar
do gevangenis", de andere „Ik zal u tien
gulden geven." Zeg ze my eens na."
Ik deed het, tot het my verveelde.
„Nu zal het wel gaan," sprak hy. „Gy
zult u wel verstaanbaar kunnen maken."
„En als ik nu bij den muur kom, wat moet
ik dan doen?" vroeg ik.
„Dan werpt gy het ééne eind van het touw
over den mnur. Ik zal het om myn middel
vastmaken, waarna gy en do jongon my naar
boven moeten trekkon. Het zal een lastig werk
zyn, doch gy zult het wel klaarspelen."
„En indien de schildwacht onderwyi komt?'l
„Wel, in dat geval moet gy maar zien, hoe
te handelen. Ik zou u echter aanradon hel
zóó in te richten, dat bü u misloopt."
{Wordt vervolgd.)