Woensdag 13 October.
A0. 1897
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
F'emlletoii.
Zonderlinge Avonturen.
N°. 11544
PiOJS DEZER COURANTj
Voor Leiden per 3 maanden, 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootera
lettors naar plaatsruimte. Vpor het incasseer en huiten de stad
wordt f 0.05 berckoncL
Oflieiëele Kenuisgeyingen.
Vorgadcriug van den Gemeenteraad van LeideD,
op Donderdag 14 Oct., dca nauaidlaga te twee nron.
Punten ter behandeling:
1°. Onderzoek van do geloofabrieven van het be
noemd lid ven den Gemeenteraad, Dr. P. J.
Kaieer.
2°. Benoeming van eeno dorde onderwijzeres aan
do MeieJeBBchool lete klasse. (229)
3°. Idem van den Directeur der Gemeente
werken (227)
4°. Verzoek van W. J. Tilauus, om tfragbetaling
van schoolgeld, lager onderwijs. (228)
B°. Idem Tan M j. M. A. P. Montagno, om ontslag
als derde onderwijzeres aan de Meisjesschool
lete klasse. (231)
C°. Voorstel tot vaststelling van gewijzigde verordo
ningea op ds heffing en invordering van oeno
b .'lasting voor plaateen op_ de onderscheidene
markten of elders. (131 cd 239)
7°. Idem tot vaststelling op de heffing eo invorde
ring van golden voor eneeuwopruiming van
gemeentewege. (235)
8°. Idem tot uitbreiding van hot Bedrijfsk&pitaa'
der Stedelijke Gasfabriek met f 9800, voor aanleg
van muntgasmeters. (28G;)
9°. Begroobing voor 189S voor do Btedelgko Werk
inrichting. (237)
10°. Voorstel omtrent de verhuring van hot perceel
Aalmarkt No. 6 ('33)
11°. Verzoek van den aannemer van den bouw van
het Krankzinnigengesticht om ontboffing van de
hem opgelegde boete. (240)
12°. Rekening dienst 1696 van het Roomach-Katholiek
Armbestnur. (232)
18°. Supploioiro staat van begrooting dienst 1897
van het Gereformeerd MiDne- of Arme Oude
Mannen- en Vrouwenhuis. (233)
Directe Belastingen.
Do Burgemeester van Leiden brengt ter algemoene
konnia, dat aan den OntvaDger der Dir. cte Belastingen
ie ter bawd gestold het kohier der Belasting op
bedrijfa- en andore inkomsten No. 8 van den dicDflt
'1897/98, executoir verklaard den 9don Oct. jl„ ou
Ler unert voorts den belanghebbenden aan hunno ver-
plichtiog, om den aanslag op den bij de Wet be
paalden voet te voldoen.
Leiden, Do Burgemeester voornoemd,
11 Oct. 1897. F. WAS.
Leideii, 12 October.
De afdeeling Leiden en Omstreken van
den Nederlandschen Roomsch-Ivatholieken
Volksbond, goedgekeurd by koninklijk besluit
van 17 Februari 1897, vierde gisteravond haar
derde jaarfeest. De Stadsz^al was benedenen
boven stampvol: er waren personen die be
rekenden, dat er wel meer dau 1300 m9nschen
in waren. Daarby werd er door het sterker
geslacht druk gerookt, zoodat de temperatuur
er eindelijk vry hoog gestegen was. Alles
wat maar eenigszine ventilatie kon bezorgen,
was opengezet. De inrichtingen daartoe aan
het tooneel echter waren door het scherm
gedeeltelijk geblindeerd, terwijl het overige
traliewerk door fraais plantengroepen onzicht
baar (ook onbruikbaar?) was gemaakt, te
midden waarvan de busten van H. M. de
Koningin en Z. H. Paus Leo prakten, aan de
andere zijde tevens de dit voorjaar aangeboden
banier. Ook attributon, op de Veroeniging
betrekking hebbende, waren aanwezig.
Het programma was zeer uitgebreid, bood
veel afwisseling en werd, met een pauze,
afgewerkt van halfaclit tot juist middernacht.
Vooral met het laatste gedeelte werd nogal
voortgang gomaakt.
Na een p.iar nummers door musici, onder
leiding van den heer Vendcrbos Jr., en liederen,
10)
„Wat zegt bi)?" vroeg Vargas, die geen
Engelsch verstond.
f. Hi) is gek - stapelgek!" antwoordde de
Altino.
„Wilt gij niot gaan zitten?" hernam de
gastheer. „Ik zal bellen en wijn on \js laten
brengen. Maar, wat ik zeggen wilde, gjj hebt
mij rog niet gozegö, wat gij hier komt doen.
Mijn geheugen is niot meer, wat hot geweest
is. Ik heb voel tegenslag gehad, veel
'tegenslag."
„Genoeg daarvan," viel Macklin hem In de
rede. „Met uw geheugen hebben wy niets te
maken. "Wij moeten uw geld hebben de
tweemaal honderd en vijftig duizend pond,
die gij de Kamchatka-Bank hebt afgestolen.
Indien gij uw huid wilt redden, moet gi)
maar gauw zeggen, waar het gold verborgen
is. Dien anderen onzin kunt gi) wel voor u
houden."
Do gewezen bankier kook hem aan met een
onnocz,len glimlach.
„Ah, dat is een vreemde geschiedenis. Alle
clubs zyn er vol van. Gij moet weten, ik
heb hst meegenomen naar Chili, om het voor
do Bink te beloggon. Op zekeren avond zat
ik in mijn kamer in de Caile do San-Pedro,
toen ewi man van een buitengewoon gunstig
voorkomen mij kwam bezoekon. „Manheer
Bradahaw," zoide hy, „het spyt my u te
waaraan ook eenige bekende heeren zangers
welwillend medewerkten, onder directie van
den hoar Bonten, was de bijeenkomst geopend
met oen kort woord van den president, den
hoer G. J. Bik, waarna er eveneens een kort
welkomstwoord werd gesproken door den
weleerw. heer pater H. A. Van Kessel,
geestelijk adviseur, die er op wees in welk
een bloeienden toestand, wegens het steeds
vooruitgaand ledental, de veroeniging ver
keerde, doch dat do verwachtingen omtrent
het eigen bondsgebouw nog niet verwezenlijkt
zijn geworden, waartoe nog meer steun
welken spr. inriep noodig ls, hetzij door deel
neming in een rentalooze leening, hetzij door
giften of het vermaken van legatan.
Het was er den geheelen avond voor de
feestgenooteu met hunne dames, w. o. ook
velen uit de omgeving van Leiden, heel ge
zellig wegens de voordrachten, Wflke er ge
houden werden, wegens de werkzaamheden
met degen, sabel en korten stok, van leden
der onder-afdeeling „Jeanne d'Arc", wegens
de verschillende ten gehoore gebrachte zang
nummers, wegens het door eenige leden op
gevoerde blijspel „Naar Canossal", met zang
in één bedrijf door Joh. Wagemans, dat bij
enkele momenten de geheele zaal deed scha
teren van het lachen, enz.; maar het was er
ook treffend door de beide tableaux: „Steeni-
ging van den H. Stephanus" en „de Heilige
"Willebrordus predikt onder de heidenen"
(patroon van den Ned. R.-K. Volksboad). Die
voorstellingen waren zeer schoon gearrangeerd
en vonden een ontzaglijken bijval. By de
laatste werd tevens door een erkend bekwamen
dilettant eon solo uit de Lt o-caritate gezongen.
Een voor het fonds „Hulp in nood" tot
ondersteuning van zieke leden gehouden
collecte bracht f 46 op.
Tot onderwijzer aan een Christelijke
school te 's-Gravenhage is benoemd de heer
G. A. Van den Berg, to Zoetermeer.
De.heer Von Weckberlin, buitengewoon
gezant en gevolmachtigd minister by de Ver-
eenigdo Staten van Amerika, thans mot verlof
in Den Haag, zal "Woensdag de terugreis naar
Washington aannemen.
Baron Gericke van Herwijnen, Hr. Ms.
gezant te Stockholm, is te 's-Gravenhage
aangekomen.
Naar de „Tel." verneemt, heeft dr. W.
C. A. baron Van Vredenburch, uitsluitend om
persoonlijke redenen, tcgon 1 Januari e. k.
eervol ontslag gevraagd als hoofd-redacteur
van het „Dagblad voor Zuid-Holland en 'a Gra-
venhage."
Zondag is te 's-Gravenhage overleden
mr. J. W. J. Baron De V03 van Steonwjjk.
De ontslapene, die behoorde tot een oud
Drentsch geslacht hy werd ir. 1827 to De
Wijk geboren had zich in de residentie
gevestigd, nadat h\j in Maart 1878 gekozen
was tot lil van do Tweede Kamer voor het
hoofdkiesdistrict Winschoten ten gevolge van
de wet houdende herziening van de kiestabel.
Hy bleef vertegenwoordiger van dat district
tot de ontbinding van de Kamer in Maart
1888 toen hy zich niet herkiesbaar stelde.
Wanneer baron De Vos van Steenwyk i
moeten storen, maar ik ben bier gekomen
om een spelletje kaart met u to spelen om
dat geld." Ik had er natuurlijk niets tegen.
Wy gingc-n zitten en hij won. Ik heb hem
all03 gegeven, wat er nog van de 250,000
pond overgebleven was. Het was een mooie
inzet, niet waar
„Gy liegt!" kry8chte de Albino, op hem
toevliegende en hem by de keel grijpende.
„Maak dat anderen wijs. Gy deDkt zeker
met botteriken te doen te hebben. Waar is
het? Zeg het my, of ik verworg til"
„Ik verzeker u, dat ik de waarheid heb ge
sproken", zeide de ongelukkige bankier, half
dood van schrik. „Ik wil u zelfs zyn naam
wel zeggen."
Do Albino trok zyn hand terug.
„Nu, hoe heet hy? Gauw wat."
„Laat my even donken. De naam begint,
geloof ik, met een V Veneda, of zoo iets?
Wacht, ik kan het u met zekerheid zeggen,
want hier heb ik zyn zakdoek, dien ik na
zyn vertrek op den grond gevonden heb. M.
Ver.eda. Hy was een heel fatsoeniyk man en
kon onderhoudend praten.
„Onzin! Ik geloof er niets van. Zoo iets
zou hy niet durven doen. Maar, Marcos Veneda,
indien het waar mocht wezen, zult gy in uw
leven nooit iets gedaan hebben, waar gy
zooveel berouw over zult gevoelen."
Daarna vertelde by het gebeurde in het
Spaansch aan Vargas, die zich in zyn woede
allerb6lacheiykst aanstelde. Hy danste in
het rond en vloekte, rukte zich do haren
uit eD knarste op de tanden als een be
zetene.
de Kamer het woord voerde, liepen zyne
puntige adviezen gewooniyk over aangelegen
heden van den landbouw, waarvan hy, ook
als groot grondeigenaar, de belangen en be
hoeften goed kende. Hy behoorde tot de ge
avanceerd liberale party.
Zyn stoffelyk overschot zal a. s. Woensdag
van Den Haag naar Zwolle worden over
gebracht, ten einde aldaar in het familiegraf
te worden bygezet.
De president van den Hoogen Raad der
Nederlanden, mr. F. B. Coninck Liefsting,
Zcl morgeü, Woensdag, den leden en den
ambtenaren van het openbaar ministerie by
het hoogste rechtscollege in het Hotel „Den
Ouden Doelen" een diner aanbieden.
Oüder de genooiigden behooren ook de
minister van justitie, eonige andere ministers
en leden der rechterlyke macht.
Da extra trein, waarmede H.H M.M.
Zaterdag a. s. van het Loo naar Arnhem ver
trekken, zal te 1 u. 22 min aldaar aankomen.
H.H. M.M. vertrekken uit Arnhem om half-
tien; aankomst 'tLoo 10 u. 34. min.
HH. MM. zullen tydens haar .verbiyf te
Arnhem gecomplimenteerd worden door de
militaire autoriteiten en de officieren van het
garnizoen aldaar, de officieren der Schuttert),
een 50-tal burgermeesters, een 5-tal dyk-
graven, een 60 tal andere civiele autoriteiten,
45 colleges en een 50-tal particulieren.
Men is te Arnhem voornemens, wanneer
de Koninginnen na haar bezoek paleiswaarts
keeren, in die straten, waar Hare Majesteiten
des avonds doorrydöD, voor i edere woning
eon persoon met een brandenden fakkel te
plaatsen. In andere landen wordt het vaak
gedaan.
Naar aanleiding van het bericht, als zou
cr. De Visser zich by de z. g. Lohman club
hebben aangesloten, schrijft bedoeld Kamerlid
aan „Het Ned. Dagbl.":
„Het komt my voor, dat de phantasie in
sommige Haagsche kringen groote kracht
ontwikkelt. Want, terwyl my verleden week
werd gevraagd, of het gerucht waar was, dat
ik my by de liberale party had aangesloten,
word ik nu ingedeeld by de Lohmannianen.
Voor myn govoel zyn die berichten, welke
hierop neerkomen, dat ik my zou hebben laten
inlyven by een der partyen, die juist myne
verkiezing hebben getracht te verhinderen,
eenvoudig een „canard." Maar omdat deze
of gene er geloof aan zou kunnen hechton,
verklaar ik hier oponiyk die geruchten voor
onwaar."
Naar men verneemt, is het Udel quartet
uitgenoodigd a. s. Vrydagavond op een parti
culiere soiróe by den Ooatenrykschen gbZint
te 's-Gravenhage op to treden.
Htt componeeren van de Inhuldigings-
cantate, tekst van prof. Beets, is opgedragen
aan Bernard Zwoers.
Volgens de „Haarl. Ct." is de toestand
van den zanger Q. Zalsman, van wiens ziekte
we dezer dagen melding maakten, thans
vooruitgaande.
Op de Wereldtentoonstelling te Brussel
zyn in de afdeeling bouwkunst toegekend de
vclgendo onderscheidingen
„Houd op met die gekheid 1" zeide de
Albino.
„Er is geen tyd te verliezen. Wy mosten
hot huis onderzoeken en indien wy niets
vinden, zoo spoedig mogelijk Veneda nazetten.
Thans begryp ik, waarom hy wilde, dat wy
den ouden dwaas sparen zouden. Wy zijn
beetgenomen en op een leeiyke manier."
Zonder verdere woordonwisseling gingen
zy aan het werk. Zy hadden zich de moeite
evenwel kunnen besparen: de schat was
verdwenen. De woede van den Albino was onbe
schrijflijk; hy zwoer wraak tegen don ver
rader, in zulke taal, dat zelfs Vargas ervoor
terugdeinsde. Opeens dachten zy aan den
bankier. Hy was nergens te zien. Gebruik
makende van hun afwezigheid in een andere
kamer, was hy stilletjes het huis uitgegaaD.
„Laat hem maar loopen," zeide Macklin.
„Hy kan ons toch niet meer van nut zyn. Wy
moeten alle man byeenroepan om Veneda
op te sporen. Zoo wy hem niet vinden,
dan .1"
V.
Het was omstreeks zeven uren, toen Veneda
het verbrande huis verliet, waar bybynadsn
dood had gevonden, en om halfacht was hy
gereed om Chili vaarwel te zoggen. Hoewel
by zich niet ontveinsde, dat zyn onderneming
met groote rrooilykheJen zou gepaard gaan,
dacht hy er toch aan, deze nog te verzwaren
door Juanita mede te nemen. Hy wist wel,
dat de tegenwoordigheid eoner vrouw hem
zoor in zyn vryheid zou belommeren en mis
schien zyn eigen veiligheid in gevaar stellen,
Een eere-diploma aan den heer J. Mutters
Jr. te 's-Gravenhage; gouden medailles aan
de heerenC. B. Posthumus Meyjes, J. Van
Straaten, G. Van Arkel te Amsterdam en J.
Verheul Dzn. te Rotterdam; zilveren medail
les aau de heeren: H. P. Berlage Nzn., W.
Hamer, Paul De Jong en W. Kromhout Czn.
te Amsterdam en E. F. Eoble te 's Graven-
bage. (Boutok. Wbft)
Sarah Bernhardt, die Zaterdagavond te
Gro ingen optreedt, wordt daar 's middags
door de studenten-tooneelvereeniging met het
Senaatsrytuig van 't station gehaald.
De commissie in zake de herstemming
te Sneek, die tot Vrydagavond laat vergaderde,
komt heden opnieuw byeen.
Te Apeldoorn is in den leeftyd van ruim
65 jaren overladen de heer J. F. Hans, gep.
kolonel van het Indisch leger, ridder der
Mil. Willemsorde.
Te Frankfort a/M. overleed de 2de luit. by
het lsto reg. huzaren C. F. R. baron Van
Hardenbroek.
In de maand September zyn by het
Koloniaal Werfdepot aangonomen 119 per
sonen, als: 84 Nederlanders, 20 Duitsc'ners,
11 Belgen, 2 Zwitsers, 1 Luxemburger on 1
Oostonryker, en werden 37 onderofficieren
en minaeren van de verschillende corpsen
overgenomen, zoodat do werving 156 man
bedroeg, aan wie aan handgelden f 29,070 is
uitbetaald.
Het stoomschip „Fort Salisbury," van
Amsterdam en Londen naar Kaapstad, pas
seerde 9 Oct. Portland; de „Herzog", van
Hamburg en Amsterdam Daar Oost-Afrika,
arriveerde 10 Oct. te Adende Java", van
Amsterdam naar Batavia, passeerde 10 Oct.
Dungeness; de „KoDingin Wilhelmina", van
Batavia naar Amsterdam, arriveerde 11 Oct.
te Suez; de „Merapi", van Rotterdam naar
Batavia, arriveerde 10 Oct. te Southampton;
de „Prins Alexandc-r", van Batavia naar
Amsterdam, passeerde 11 Oct Ouessact; do
„Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia,
vertrok 11 Oct. van Perim; de „Piinaes
Sophie" arriveerde 11 Oct. van Amsterdam te
Bitavia; de „Prins van Oranje", van Amster
dam naar Batavia, vertrok 10 Oct. van Suez;
de „Werkendam", van Amsterdam naar Nieuw-
"?ork, passeerde 11 Oct. Lizard; do „Aga
memnon" vertrok 5 Oct. van Batavia Daar
Amsterdam.
Roelof-Arendsveen: Aan het postkan
toor alhier en de daaronder ressorteerende
hulpkantoren werd gedurende het 3de kwar
taal van 1897 ingelegd f 31,709.57 en terug
betaald f 8335.83.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 107.
„Tooneelspelers thuis."
Er is oen tyd geweest, waarin een tooneel-
kunstenaar door het groote publiek beschouwd
werd als een zonderlinge speling der natuur,
als eene afwyking van hot genus „homo
sapiens"; een tyd, tosn een acteur eensdeels
werd aangestaard en nagekeken met een
maar aan den andc-ren kant zag hy geen
middel om zich van haar te ontslaan, en daar
zjj een groot gedeelte van zyn geheim kende,
zou het dwaasheid zyn geweest, haar achter
te laten om zich by zyn vijanden te voegeD,
die hem ongetwyfeld uit Chili zouden nazet
ten. Lang6 een omweg en met de grootste
omzichtigheid sloeg hy derhalve den weg in
naar haar woning en toen hy daar was aan
gekomen, keek hy eerst naar alle kanton om
zich heen, vóór hij de plaats overstapte en
aanklopte. Juanita zelf opende de deur. Zoodra
zy zag, wie haar bezoeker was, heette zy
hem verheugd welkom on noodigde hem uit
binnen te komen.
„Marcos," Z9ide zy, haar gevouwen handen
tot hem opheffende. „Gy meent het dus?Gy
wilt my mee laten gaan?"
„Dacht gy dan, dat ik myn belofte zou bre
ken?" vroeg hy wrevelig. „Waarom zyt gy
niet gereed? Elke seconde is kostbaar. Het
schip kan ieder oogenblik vertrekken."
„Wacht een minuut en ik zal by u terug
zyn, tón minuut slechts."
Zij vorliet do kamer en een poos lang
bleef hy alleen, bezig roet zyn eigon gedach
ten. Eindo!yk ging fro deur open en trad er
een man de kamer binnen, op gdyko wijze als
hij gekleed. Met een blik op Veneda, die by het
venster stend, sprak by op ncrschen toon:
„Wat hebt gy hier to doen, sonor?"
„Ik wacht oen vriendin."
„De sonora Juanita wellicht."
„Misschien."
„Dan kunt gy lang wachten, want zy is
vertrokken."
kwaiyk verborgen bewondering en oen heimeiyk
verlangen om eens door te dringen in de ver
borgenheden van het private leven van zoo'n
wonderraensch; anderdeels met eene zekere
huivering ontweken als het type van een
lichtmis of als iemand, wiens nabyheid ge-
vaariyk of besmetteiyk zou kunnen werken.
De tooneelwereld vormde toen een wereldje
op zichzelf, waarin slechts een heel enkele
bevoorrechte vermocht een blik te slaan, of
waarin, volgens eene andere opvattiog, slechts
een ontaard menschenkind belang kon stellen.
Een tooneelspeler of -speelster kennen, met
hem of haar omgaan, het was voor sommigen
iets verbazend interessants, dat buiten het
alledaagsch bereik viel, voor anderen een
gruwel, die tegen het fatsoen en de goede
zeden streed. De kunstenaars stonden buiten
„de werela", buiton de zoogenaamde „fat-
soenlyke kringen".
Die tyden zyn gelukkig voorby. Een tooneel
speler is gebleken oen mensch te zyn als een
ander, oie zicb, gewooniyk althans, van zyoa
omgeving slechts onderscheidt doordat hy
wat of veel hoogor staat (wy spreken natuurlyk.
slechts van ware artisten); een mensch met
eene roeping, met idealen, met kennis, met
wils- en werkkracht, met weerstandsvermogen
en geduld, met moed eindeiyk en talent. En
dit is nog slechts oen begin van wat een
mensch z^ker noodig heeft, om zich op den
duur, ten minste in ons land, aan de kunst
te blyven wyaen.
Nu staan de kunstenaars dus niet meer
buiten de wereld; wie wel eens achter de
schermen gekeken heeft, gevoelt eerbied voor
wat daar gewerkt en gestreden wordt; wie
de kunst en den kunstenaar begrypt, koestert
sympathie voor die omgeving, waarin zooveel
moeiten en bezwaren te overwinnen zyn.
Maar hoe zjjn nu diezelfde tooneelspelers
ddar, waar ze juist geon tooneelspelers, waar
ze uitsluitend mensch zyn? Waar ze althans
geen tooneelspelers behoeven te zyn? Of zou
dat een ondenkbaar iets wezen? Voor den
waren artist zeker.
De waarachtige kunstenaar is thuis, dadr,
waar hy vry en rustig zichzelf leeft, nóg
meer artist dan daarbuiten in en onder het
publiek. Thuis arbeiit de kunstenaar, ook de
tooneelspeler het best; wat het publiek van
hem ziet, is slechts de vrucht van den ernstigen
arbeid in stilte en rustige eenzaamheid. Op
de vraag: „Wat doet een tooneelspeler eigen-
ïyk, als hy thuis is?" zouden wy dan ook
zonder aarzelen antwoorden: „Hy werkt, hy
studeert, en hard ook". (Wy spreken natuur
lyk nog altyd van de ware artiston). Of er
dan in dat leven thuis genoeg belangryks
voor de buitenwereld ligt, of er genoeg bui
tengewoons en bezienswaardigs in schuilt om
het nog voor te stellen als een afgesloten
kring, die slechts voor ingewyden toeganke-
ïyk is, dat is een tweede vraag, die wy
minstens mot een twyfelend schouderophalen
zouden willen ontvangen.
Edgard Hoyer heeft klaarblykelyk gevonden
van wol en dus over die wereld een stuk in
vyf bedryven geschreven. Of Hoyer alle of
de meeste Deensche tooneelspelers in hun
Veneda kon oen uitroep van verbazing niet
onderdrukken. Hij wist niet, wat hy er van
denken moest.
„Vertrokken 1" riep hy uit. „Wat bedoelt
gy? Waar ia zy heengegaan?"
„Ik weet het niet," antwoordde de andere,
de schouders ophaJendo. „Gy begrypt, dat is
haar eigen zaak, niet de myne."
Met een paar stappen stond Veneda naast
hem en hield hem den loop van een revolver
tegen net hoofd.
„Hoer eens, viiendlief! Om zekere redenen
wensch ik in dit huis geon beweging te
maken, maar als gy my niet alles zegt, wat
gy weet, zweer ik, u op de plaats dood te
zullen schieten. Dat is toch duideiyk genoog
gesproken, niet waar?"
Do man zweeg oen oogenblik lang, W3arna
er een zenuwachtig lachje onder den broed-
goraoden hoed klonk.
„Mareoa, denkt gy, dat ik goed genoeg
vermomd ben?"
Het was Juanita.
Veneda kon nauwelijks van zyn verbazing
bekomen, doch de tyd drong on hij trok haar
naar de deur, zoggc-ndo:
„Het is buitengewoon. Niemand zou u ia
deze kleeding herkennen. Maar nu spoedig
naar da haven, of het zal to laat zyul"
{Wordt vervolgd.)