N®. 1154T.' Zaterdag 9 October# 1897 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegevens', Leiden, 8 October. Feuilleton. Zonderlinge Avonturen. M'lW PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maanden. j f I.IÖ5, Franco per post. m 1.40/ Afzonderlfjte Nommera o.05. PRIJS DER AlDYERTENTEÉN Tan 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17{. Grooterë letters naar plaatsruimte.„Voor het incasseeren buiten de stad wordt/"0.05 berekend. Oiïiciëcl© ïïcunis^evïu^en» Dlrcctc Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algGmeene kennis, dat aan don OntvaDger der Dir cte Belastingen zijn ter kaod gestold de kohieren der BelastiDg op bedrijfs- en aDdero inkomsten No. 7 van den dienet 1897/98, executoir verklaard den 6den Oct. jl., en liorinncrt voorts don belanghebbenden aan hunno ver plichting, om den aanslag op den bg de Wet be paalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemeeeter voornoemd, 7 Oot. 1897. F. WAS. Heden is het vyf en twintig jaar geleden, dat prof. dr. C. P. Tielo benoemd werd tot hoogleeraar aan het Remonstrantsch seminarie. Dr. W. Pleyte, directeur van 's Ryks Maseum van Oudheden alhier, heeft van den heer Abeleven, medebeheerder van het stedelijk museum te Nijmegen, een steenen bijlhamer ter bepaling van de waarde ontvangen. De bylhamer is 5an blauw graniet, met een gat in het midden, om er een steel in te steken. Het gat loopt ©enigszins ecbuins toe, aan het nauwe eindje is een ijzeren stiftje ingelaten, dat er in is vastgeroest. De heer H. F. Boekholt, commies 1ste klasse by het postkantoor te Leiden, wordt met 15 October overgeplaatst naar het post kantoor te 's-Hertogenbosch. By koninklijk besluit is, met ingang van 4 November a. s., benosmd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Voorschoten de heer D. J. H. Van Tussenbroek, thans commies der posterijen van de 2de klasse. Beroepen is bij de Chr.-Geref. gem. te Katwijk ds. J. Van den Berg, te S'iedrecht. Het viertal ter beroeping van een prodikant (hulpprediker) bij de Ned.-Herv. gem. teKage luidt: G. C. Van Dam, te AarlanderveenG. Teraay,Jte Amsterdam; W. Van Hafton, te Vlaardingen en J. W. Niessink te Huisduinen. Gisteravond zijn in het hotel „Den Ouden Doelen" te 's-Gravenbago aangekomen prins en prinses Koudachoff van St.-Peters'ourg. Zij werden aan het station ontvangen door de gezanten van Duitschland en van Spanje by ons Hof. Hr. Ms. gezant in Spanje, jhr. Van "Weede, die met verlof te 's-Gravenhage was, is te Madrid teruggekeerd. De kapitein ter zee M. F. Tydeman en de luitenant ter zee der 1ste klasse G. L. H. Luyten zijn doer Z. M. den Koning van Belgiö benoemd tot commandeur en ridder van de Leopoldsorde. Mr. D. Van Houten, te 's-Gravenhage, heeft zich nader gewend tot den Raad dier gemeente met het verzoek, dat de Raad voor een electrische tram aan requestrant vergunning ▼erleene: A. om voor het tracée Zeerust—Kurhaus ge bruik te maken van electriciteit als drijfkracht nadat de bestaande vergunning tot aanlegging van deze lijn door requestrant zal zijn over- -genomen; B. voor zooveel noodig goed te keuren de over dracht van de vergunniDg aan de H. IJ.-S -M. verleend bij Raadsbesluit van 20 Mei 1894 door de H. IJ.-S.-M. aan requestrant; en C. tot aanleg en exploitatie van een electrische tramlijn langs den strandweg van af de zuid westelijke grena van het Kurhaus te Scheve- ningen in noordelijke richting, tot aan het einde van don Zeeboulevard, een en ander hetzij met» hetzij zonder daarmede gepaard gaande verlich ting van den strandmuur. In een adres, door de Delftsche gonees- kundigon aan mr. H. A. Van der Velde, lid der Tweede Kamer, en aan den Raad van Delft in afschrift gezonden, betreffende den toestand der grachten aldaar, wordt o. m. het volgende gezegd „Dat de toestand der wateren, die onze gekeele stad doorsnijden, eiken zomer afkeer wekkend is voor het oog niet alleen, maar ook voor de ademhalings-werktuigen dat uit alle grachten dag on nacht walgingwekkende dampen opstijgen. „Dat zulk een toestand voor de inwoners allerschadelijkst is. Door alle eeuwen heen werd het als een eerste gezondheidsvoorwaarde aangezien frissche lucht te kannen inademen. Aan dien eisch kan in onze stad gedurende een groot deel van het jaar niet worden voldaan. Weken achtereen moeten deuren en vensters zorgvuldig worden gesloten gehouden. Dat alles oefent op het gevoal van welzijn en op het weerstandsvermogen der inwoners tegen ziekte, enz., een zeer ongunstigen in- vlosd uit. Het zou dwaasheid zijn, op grond, dat geen bepaalde ziekte-vorm als direct gevolg der verpeste atmosfeer kan aange wezen worden, den fatalen invloed daarvan te ontkennen. „Dat met het oog op het feit, dat de be voegde autoriteiten tot nog toe onmachtig bleken den toestand voorgoed te verbeteren, het hun zeer gewenscht voorkomt, dat de zaak op de eene of andere wfjs in de Tweede Kamer ter sprake gebracht worde; zy zich te dien einde tot Uw edelgrootachtbare wenden en u machtiging geven van deze hunne ver klaring naar goedvinden gebruik te maken." In het „Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen" te Utrecht werd gisteren de jaarvergadering gehouden der Evangelische Unie. Uit het verslag van den secretaris bleek, dat de Unie thans 36 afdeelingen telt met ruim 1500 leden. De heeren ds. A. J. Adriani, te Warmenhuizen; dr. B. D. Eerdmans, te Midwoud; W. A. Van der Scheer, te Tiel; mr. H. Ph. De Kanter, te HaarlemR. Cremer, te Zuidborn; N. Kamp, te Zutfen; prof. dr. T. Cannegieter, te Utrecht; prof. dr. H. U. Meyboom, te Groningen, en dr. C. J. Niemeyer, te Tjalleberd, werden als bestuursleden her benoemd. Dr. C. Hille Ris Lambers leidde do vraag in: „Heeft de orthodoxie recht op het handhaven der belijdenis aan te dringen?" Spreker meende, dat orthodoxie en belijdenis met elkander in stryd zijn. Door de belijdenis mag geen knellende band worden aangelegd. Tot staving zijner beweringen werden door spr. verschillende schrijvers aangehaald. Een levendige discussie werd gevoerd. De vergadering ging in het algemeen met de door den spreker ontwikkelde stellingen mede. Dr. B. D. Eerdmans hield een referaat over de vraag: „Wat staat ons te doen na het verwerpen van het reglement voor de minderheden?" Na gedachtenwisseling over de te volgen gedragslijn, in verband met dit referaat, en na behandeling van eenige huishoudelijke onderwerpen, werd de vergadering gesloten. By het bezoek van Hare Majesteiten op 16 dezer te Arnhem zal de eerewacht te paard, die reeds dienst deed by het bezoek op 28 Aug., Hare Majesteiten begeleiden op Haren rit van het station naar de woning van den Commissaris dör Koningin en terug. President is graaf Gaspard Van Limburg Stirum. De minister van tinnenlandscbe zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat met 1 November a. s. te vervullen is de be trekking van leeraar in de natuuriyke historie aan de Ryks boogere burgerschool met 5-jarlgen cursus te 's Hertogenboscb. Jaarwodde 1500. Zy, die voor deze betrekking in aanmer king wenschen te komen, gelieven zich vóór 16 October a. s. aan te melden by den inspec teur van het middelbaar onderwys, dr. W. B. J. Van Eyk, te 's-Gravenhage. Sts.-Ct Do minister van marine heeft gisteren te Willemsoord de maritieme établissementen in oogen8chouw genomen on daarna de aldaar in dienst zynde pantserschepen bezocht. De VereeDiging van evangelisatio onder de militairen in Ned.-Indiö heeft van HH. MM. de Koningin en de Koningin-Regentes een gift van 250 ontvangen. Volgens verschillende Beriynsche bladen zyn door de hofopera aldaar onderhandelingen aangeknoopt met onzen landgenoot Ant. Van Rcoy, dia zich door de vertolking der Wotan- party dez9n zomer in korten tyd wereldberoemd heeft gemaakt; hoogstwaarschyniyk zullen die tot een gewenscht resultaat leiden. Het stoomschip „Koüiogin Wilhelmina", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 7 Oct. van Perim; de „Bundesrath", van Oost-Afrika naar Hamburg, via Nederland, arriveerde 7 Oct. te Aden; do „Amsterdam" arriveerde 6 Oct. van Amsterdam te Nieuw-York; de „Obdam", van Rotterdam naar Nieuw-York, vertrok 6 Oct. van Boulogne-sur-Mer; de „Reichstag", van Oost-Afrika naar Vlissingen en Hamburg, vertrok 5 Oct. van Napels; de „Salak", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 7 Oct. van Marseille; do „Soembing", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 7 Oct. van Port-Said. IJk en heryk. Bij besluit van den Minister van Waterstaat, Handol en Nijverheid is bepaald: lo. dat het goedkeuringsmerk, gedurende het jaar 1898 te bezigen, zal zijn: bij den ijk en den herijk van maten en gewich ten, de letter h in den gewonen schrijfvorm; bij den ijk en den herijk van gasmeters, de Koninklijke kroon; 2o. dat het merk van het ijkkantoor, waar de eerste stempeling heeft plaats gehad, voor de nagenoemde ijkkantoren bestaat uit het cijfer achter den naam van elk kantoor uitgedrukt: 's-Hertogenbosch 1. Breda 2. Arnhem 3. Nij megen 4. 's-Gravenhage 5. Rotterdam 6. Leiden 7. Dordrecht S. Amsterdam 9. Alkmaar 10. Mid delburg 12. Utrecht 14. Leeuwarden 15. Zwolle 16. Groningen 17. Assen 18. Maastricht 19. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Met ingang van 1 Nov. 1S97, benoemd tot directeur van het post- en telegraf- kantoor te Steenwijk, E. D. Rink, thans in gelijke betrekking te Zevenaar. Pensioen verleend aan W. I. R. A. G. Cramer van Baumgarten, gewezen bewaarder 2de klasse in de strafgevangenis te Breda, 118 'sjaars, en aan F. L. Bosma, gewezen zaalopziener in de Rijkswerkinrichting Veenhuizen No. 3, 125 'sjaars. TWEEDE KAHEB. Wetsoyitwerpen. Da Regeering heeft by de Kamer opnieuw ingediend de wetsontwerpen: lo. tot wyziging van het VlIIste hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1896; 2o. houdende be schikbaarstelling van gelden, wegens door het departement van oorlog gedane verstrek kingen voor den dienst van 1897. Geloofsbrieven. Ten gevolge van een drukfout is in het verslag der commissie, gisteren verschenen, tot onderzoek der geloofsbrieven van een lid der Kamer, gekozen in Amsterdam YI, een ondui- delykheid ontstaan. Het stembiljet, in stemdistrict No. 6 uitge bracht en dat de commissie als van onwaarde beschouwt, omdat het aan de achterzyde den naam Geertsema droeg, was aan de voorzyde voor den naam Geertsema zwart gemaakt en door het stembureau aan dien C3ndidaat toe gerekend, en niet, zooals in het verslag stond, aan den heer Heemskerk. Inlichtingen op het adres van J. J. Gorter ontslagen algemeen ontvanger van 's layids kas te Tjilaljap, houdende verzoek om her ziening van het besluit betreffende zijn oyitslag. De minister van koloniën heeft inlichtingen omtrent dat adres aan de Kamer verstrekt. Op 5 Sept. 1888 werd in de destyds onder requestrants beheer staande landskas te Tji- latjap een tekort van circa ƒ5000 ontdekt onder omstandigheden, die aanleiding gaven requestrant in zyne functiën te schorsen en een gerechteiyk onderzoek te doen instellen. Wel werd by vonnis van den Raad van Justitie te Semarang, van 31 Maart 1890, bekrachtigd by arrest van het Hooggerechts hof van Nederlandsch-Indio van 30 April d.a.v., verklaard, dat er geen voldoende aanleiding bestond tot verdere vervolging van requestrant en dat geene termen tot zyne terechtstelling aanwezig waren, maar desniettemin werd by by gouvernementsbesluit van 27 Juni 1891 uit 's lands dienst ontslageD, omdat, „zooal in rechten het bewys niet geleverd is kunnen worden, dat (hy) aan zyne zorg toevertrouwde landsgelden heeft verduisterd, het te zynen aanzien gehouden onderzoek nochtans hoeft aangetoond, dat by ten aanzien van de admi nistratie en bewaring dier gelden aan schrome- lyke nalatigheid en verregaand plichtsverzuim zich heeft schuldig gemaakt." Er bleek, dat hy reeds in Juni 1888 wist, dat er een tekort van 2000 in 's lands kas bestond, welk tekort hy, toen een inspectie te verwachten was, trachtte te verbergen door ledige kisten te doen doorgaan voor gevuld met koper geld; eG dat by de kasopneming op 1 September ten aanzien van het tekort van circa f 5000 op geiyke wyze is to work gegaan. Blykens het administratieve onderzoek is requestrant niet te zuiveren van een zwaar vermoeden van schuld, althans ten aanzien van het eerste tekort, en heeft hy in 6lk geval zyne plichten op onverantwoordeiyka en onverschoonbare wyzo verzaakt door ver schillende werkzaamheden, aan het ontvangers ambt verbonden, alsmede de byhouding van aan hem opgedragen vendu administratiën ea de bewaring der daartoe behoorende gelden zonder eenige of althans noemenswaardig® contróle aan zyn Inlandschen schryver over te laten, zelfs toen hy reden had dien Inlander van oneerlykheid te verdenken. De Gouverneur Generaal heeft ook in het onderwerpelyk request geene termen gevonden om op de ten aanzien van Gorter genomeq. beslissing terug te komen. Commissie va» Rapporteurs. Tot rapporteurs voor he.t hoofdstuk buiten- landsche zaken zyn benoemd de heeren Yan den Borcb, Roessingh, Fokker, F. Van Bylandt en H. Van Asch van Wyk; voor justitie do heeren Smits van Oyen, Rinck, Smidt, Drucke{_ en Hartogh. Gcmengd Nieuws. Na een voorafgaande bespre king met het bestuur van de Veroeniging toe bevordering der Zondagsrust alhier, heeft het bestuur der Afdeeling Leiden van het „Alg. Ned. Werklieden-Verbond" besloten stappen to doen om tot de kennis te komen van do. grootte van het euvel, dat den werklieden hier ter stede de Zondagsrust nog onthouden wordt. Het bestuur der Afd. Leiden van het „Alg.' Ned. W.-V." heeft daarom esn gecombineerde bestuursvergadering uitgeschreven tegen a. si Dinsdagavond te halfnegen in het Nutsgebouw^ De serie mishandelingen, welko gisteren voor de Haagsche rechtbank werd behandeld, werd geopend mot een 71-jari^ havengaarder, aan den Benoordenhoutschen weg aldaar, die een 10-jarig knaapje, dat met een kameraadje aan den havenboom peuterde, met een stuk hout een gat in bet hoofd had gegooid. Voor dezen driftigen delinquent werd f 10 boete geëischt. Daarna kwam een Scheveninger, die op den 21sten Aug. te Scheveningen een be zoeker van een bierhuis na een twist, met een mes een snede over het gelaat had go*, geven. Voor hem werd 3 maanden gevorderd. Voor de afwisseling kwam daarna een juffrouw, die haar buurvrouw in de Raven- steynstraat het uitoefenen van een zeer winst gevend doch minder oirbaar beroep had, verweten, waaronder haar huishouden leed. Voor die juffrouw luidde de eisch 4 of 4 dagen en voor de juffrouw, die haar op volgde, omdat zy mede oan de scheldparty had deelgenomen, ƒ2 of 2 dagen. 4) Hy moest echter met de grootste omzich tigheid te werk gaan, want by wist, dat het genootschap (welks naam Brad shaw zooveel schrik had ingeboezemd) en waarvan hy een der uitvoerende leden was, hem met een wantrouwend oog beschouwde. En het land te verlaten langs een der gewone wegen zou alleen ten gevolge hebben, dat by by aankomst op do plaats zyner bestem ming vermoord werd. "Wat Bradshaw betreft, die ongelukkige was er inderdaad ellendig •aan t05. Hy durfde niet uitgaan, uit vrees van vermoord te worden, terwyi hem bin nenshuis hetaelfde lot wachtte. Hy was ont bloot van alles en der wanhoop ten prooi. ir. Juist een we6k na do gebeurtenissen, in let vorige hoofdstuk vermeld, gebeurde hot, dat Harcos Veneda langzaam de haven langs wandelde naar een afgelegen wyk der stad. Na eenigen tyd zoo voortgegaan te ztjD, bleef hy opoens staan en staarde in gedachten naar de zoe. Het had er allen schyn van, of er iets was, hetwelk zyn gaest drukte, enofhy voor de zaak, die hem zooveel hoofdbrekens kostte, maar geen voldoende oplossing kon vinden. Tweemaal hadden zyn lippen zich gewogen, alsof hy wilde beginnen te spreken, en tweemaal had hy met een driftige bewe ging zyn stok in d6n grond gestoken, maar de rimpels waren niet van zyn voorhoofd verdwenen. De waarheid was, dat hy zich in benarden toestand bevond, hetwelk zich ge- raakkelyk laat verklaren, wanneor ik u zeg, dat hy een oproeping had ontvangen om een vergadering by te wonen van het genootschap, ten einde te beraadslagen over de beste mid delen, waarmede men zich in bezit zou stellen van Bradshaws schat, en dat hy thans op weg was, om er gehoor aan te geven. Zyn diepe afgetrokkenheid vloeide voort uit de omstandigheid, dat hy er over peinsde, hoe het best in deze netelige zaak te han delen. Weldra echter scheen hij tot een be sluit te zyn gekomen, want hy richtte zich op uit zyn gebogen houding, trok zyn hoed recht, die een weinig scheef was gaan staan, en' zette zyn wandeling voort met het voor komen van iemand, die weet, wat hem te dooa staat. Terwyi hy daar zoo heenstapt, zullen vry de gelegenheid te baat nemen den lezer ©enigszins nader bekend te maken met den man, in wiens gezelschap wij waarschyniyk nog oenige duizenden myien reizen zullen. Hy is inderdaad een vreemd man, deze Marcos Veneda; een man met zooveel tegenstrydige eigenschappen, dat ik er aan twyfel, of zyn beste vriend hem naar den eisch zou kunnen beschiyron. Door do natuur, zoowel lichameiyk als geesteiyk, met groote voorrechten begif tigd, scheen hy door een zonderlinge werking van het noodlot steeds buiten staat te worden gesteld er een goed gebruik van te maken. Hy leefde in Chili zyn eigen leven, zonder zich veel mot andere menschon in te lateD, terwyi de inboorlingen hem haatten en zyn landgenooten hem nauwelyks duldden. Waar van hy bestond, want hy oefende geen vak uit en dreef geen handel wist niemand; hy pochte er op, nooit geld uit den vreemde ontvangen to hebben, en toch was het be kend, dat by geen middelen van zicbzelven bezat. Daarentegen had hy geen schulden en steeds genoeg te verteren, terwyi de weinigen, die wel eens by hem toegelaten waren, verzekerden, dat hy in een niet onaanzienlyke wyk der stad zeer goedo kamers bewoonde. Evenals de meesten in Chili in het jaar 1891, was hy gemengd geworden in don burgeroorlog, en hy wist, dat de politieke toestand van dien aard was, dat de volgende vier en twintig uren van zeer veel invloed op zyn lot kofidtn zyn. Zooals ik gezegd feeb, 6cheen Marcos Veneda zyn besluit genomen te hebben, geiyk men zou kunnen opmaken uit de geheele houding van zyn lichaam, toen by zyn wandeling hervatte. Ook kon men in zyn gelaat iets tartends, iets uitdagends bespeuren, hetwelk vyf minuten van te voren *iet was waar te nemen. De „Calle de Vietoria" ingeslagen zynde, bevond by zich weldra voor een hooge, nauwe poort, voorzien van een stevig yzeren bek, voor hetwelk hy staan bleef. Hy scheen er over te denken, of hy zou binnentreden of niet. Eindelyk klopte hy op het hek. Het werd dadeiyk geopend door een ouden man, die een lantaarn droeg en uitriep; „Quieén esté abi?" (Wie is daar?) Na zyn naam opgegeven te hebben, werd hij op een binnenplaats gelaten, waartoe het hek toegang verleonde. Halverwege gekomen, wendde Veneda zich tot zijn geleider. „Wacht even, Domingo," zeide by; „wie komen er van avond?" „Pablos Vargas, José Nunez en de Engelsch- man John .Macklin, senor." „Alle drie? Good. Ga maar voort." Zy naderden een kleine deur ter linkerzijde van de plaats, door welker reten een helder licht naar buiten stroomde. Van binnen hoorde men een dof geluid van stemmen, dat dadelyk ophield, toen de oude man op hot paneel klopte. Hot volgende oogenblik bevond Veneda zich in de kamer, waar hy de hand bovon de oogen bield, om ze te beschutten tegen het scherpe lioht vaa een gewoee yzeren lamp, die tegen den muur bing. Het was slechts een klein vertrek, zonder eenig ander huisraad een ruwe tafel en een paar stoelen, en vuil in de hoogste mate. De drie manDen schenen Veneda's komst verwacht te hebben. Uit hun houding echt-er was het niet op te maken, of zy zich over zijn verschyning ergerden of verheugden. Hoowel zy aan het hoofd stonden van het genootschap, dat Bradshaw zooveel angst had aangejaagd, waren zy, met één uitzondering, geen buit9ngowono lieden. Pablos Vargas en José Nunez waron inboorlingen van hot land, behoorende tot de middelklasse. Doch de Engelschman John Macklin was eon in het oog vallend® persoonlykheid. Hy behoorde tot die wonderiykó menachensoort, welke men kent onder den naam van Albino's, en had heC kleinste lichaam en het grootste hoofd, da^ men zich voor kan stellenzijn armen waren gelijk aan die van een aap, zóó lang, dat hy, rechtop staande, met de vingers beneden, zyn knieën kon reiken. Zyn gelaatskleur was; zoo teer als die van een rozeknop; zyn oogen, waren rood, geiyk die van een wit konyn,' en zyn haar was niets anders dan een, verwarde massa van de allerfynste witto vloszyde. Zyn stem klonk buitengewoon hoog ea scherp en wanneer hy opgewonden was, had hy de gewoonte, al de geledingen zyner? vingers één voor één te doen kraken, iets, dat een alierzonderlingsten indruk op da bystanders maakte. Veneda keek van den oen naar den ander, vóór hy het woord nam, doch. zyn blik rustte het langst op het gelaat vai\ den Aibmo en tot dezm richtte hy ook vooi> namelijk zyn groet. „Wel," zoo begon hy eindelyk; „gy z\jh lastig, mynhcor do voorzitter, om er maai; *niot meer van te zeggen. Wat is de rodea van deze ontydige vergadering? Ikbaddezeg, avond zaken van meer belang." „Gy schijnt altydving Nunez aan.' „Wees zoo goed u stil te houden," zeide^ de Albino met spottende beleefdheid. Ont^ geachte vriend kan z\Jn tyd beter gebruikep, Ziet gy niet, dat hy haast heeft de beraad» slaging by den president te gaan by wonen? Ho, ho! Senor Veneda; my kugt gy nie^ bedriegen; beproef het dus rüaar niet." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1