N®. 1154T.'
Zaterdag 9 October#
1897
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegevens',
Leiden, 8 October.
Feuilleton.
Zonderlinge Avonturen.
M'lW
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maanden. j f I.IÖ5,
Franco per post. m 1.40/
Afzonderlfjte Nommera o.05.
PRIJS DER AlDYERTENTEÉN
Tan 1-6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17{. Grooterë
letters naar plaatsruimte.„Voor het incasseeren buiten de stad
wordt/"0.05 berekend.
Oiïiciëcl© ïïcunis^evïu^en»
Dlrcctc Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter algGmeene
kennis, dat aan don OntvaDger der Dir cte Belastingen
zijn ter kaod gestold de kohieren der BelastiDg op
bedrijfs- en aDdero inkomsten No. 7 van den dienet
1897/98, executoir verklaard den 6den Oct. jl., en
liorinncrt voorts don belanghebbenden aan hunno ver
plichting, om den aanslag op den bg de Wet be
paalden voet te voldoen.
Leiden, De Burgemeeeter voornoemd,
7 Oot. 1897. F. WAS.
Heden is het vyf en twintig jaar geleden,
dat prof. dr. C. P. Tielo benoemd werd tot
hoogleeraar aan het Remonstrantsch seminarie.
Dr. W. Pleyte, directeur van 's Ryks
Maseum van Oudheden alhier, heeft van den
heer Abeleven, medebeheerder van het stedelijk
museum te Nijmegen, een steenen bijlhamer
ter bepaling van de waarde ontvangen.
De bylhamer is 5an blauw graniet, met een
gat in het midden, om er een steel in te steken.
Het gat loopt ©enigszins ecbuins toe, aan het
nauwe eindje is een ijzeren stiftje ingelaten,
dat er in is vastgeroest.
De heer H. F. Boekholt, commies 1ste
klasse by het postkantoor te Leiden, wordt
met 15 October overgeplaatst naar het post
kantoor te 's-Hertogenbosch.
By koninklijk besluit is, met ingang van
4 November a. s., benosmd tot directeur van
het post- en telegraafkantoor te Voorschoten
de heer D. J. H. Van Tussenbroek, thans
commies der posterijen van de 2de klasse.
Beroepen is bij de Chr.-Geref. gem. te
Katwijk ds. J. Van den Berg, te S'iedrecht.
Het viertal ter beroeping van een prodikant
(hulpprediker) bij de Ned.-Herv. gem. teKage
luidt: G. C. Van Dam, te AarlanderveenG.
Teraay,Jte Amsterdam; W. Van Hafton, te
Vlaardingen en J. W. Niessink te Huisduinen.
Gisteravond zijn in het hotel „Den Ouden
Doelen" te 's-Gravenbago aangekomen prins
en prinses Koudachoff van St.-Peters'ourg. Zij
werden aan het station ontvangen door de
gezanten van Duitschland en van Spanje by
ons Hof.
Hr. Ms. gezant in Spanje, jhr. Van "Weede,
die met verlof te 's-Gravenhage was, is te
Madrid teruggekeerd.
De kapitein ter zee M. F. Tydeman en
de luitenant ter zee der 1ste klasse G. L. H.
Luyten zijn doer Z. M. den Koning van
Belgiö benoemd tot commandeur en ridder
van de Leopoldsorde.
Mr. D. Van Houten, te 's-Gravenhage,
heeft zich nader gewend tot den Raad dier
gemeente met het verzoek, dat de Raad voor
een electrische tram aan requestrant vergunning
▼erleene:
A. om voor het tracée Zeerust—Kurhaus ge
bruik te maken van electriciteit als drijfkracht
nadat de bestaande vergunning tot aanlegging
van deze lijn door requestrant zal zijn over-
-genomen;
B. voor zooveel noodig goed te keuren de over
dracht van de vergunniDg aan de H. IJ.-S -M.
verleend bij Raadsbesluit van 20 Mei 1894 door
de H. IJ.-S.-M. aan requestrant; en
C. tot aanleg en exploitatie van een electrische
tramlijn langs den strandweg van af de zuid
westelijke grena van het Kurhaus te Scheve-
ningen in noordelijke richting, tot aan het einde
van don Zeeboulevard, een en ander hetzij met»
hetzij zonder daarmede gepaard gaande verlich
ting van den strandmuur.
In een adres, door de Delftsche gonees-
kundigon aan mr. H. A. Van der Velde, lid
der Tweede Kamer, en aan den Raad van
Delft in afschrift gezonden, betreffende den
toestand der grachten aldaar, wordt o. m.
het volgende gezegd
„Dat de toestand der wateren, die onze
gekeele stad doorsnijden, eiken zomer afkeer
wekkend is voor het oog niet alleen, maar
ook voor de ademhalings-werktuigen dat uit
alle grachten dag on nacht walgingwekkende
dampen opstijgen.
„Dat zulk een toestand voor de inwoners
allerschadelijkst is. Door alle eeuwen heen
werd het als een eerste gezondheidsvoorwaarde
aangezien frissche lucht te kannen inademen.
Aan dien eisch kan in onze stad gedurende
een groot deel van het jaar niet worden
voldaan. Weken achtereen moeten deuren en
vensters zorgvuldig worden gesloten gehouden.
Dat alles oefent op het gevoal van welzijn
en op het weerstandsvermogen der inwoners
tegen ziekte, enz., een zeer ongunstigen in-
vlosd uit. Het zou dwaasheid zijn, op grond,
dat geen bepaalde ziekte-vorm als direct
gevolg der verpeste atmosfeer kan aange
wezen worden, den fatalen invloed daarvan
te ontkennen.
„Dat met het oog op het feit, dat de be
voegde autoriteiten tot nog toe onmachtig
bleken den toestand voorgoed te verbeteren,
het hun zeer gewenscht voorkomt, dat de
zaak op de eene of andere wfjs in de Tweede
Kamer ter sprake gebracht worde; zy zich
te dien einde tot Uw edelgrootachtbare wenden
en u machtiging geven van deze hunne ver
klaring naar goedvinden gebruik te maken."
In het „Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen" te Utrecht werd gisteren de
jaarvergadering gehouden der Evangelische
Unie.
Uit het verslag van den secretaris bleek,
dat de Unie thans 36 afdeelingen telt met
ruim 1500 leden. De heeren ds. A. J. Adriani,
te Warmenhuizen; dr. B. D. Eerdmans, te
Midwoud; W. A. Van der Scheer, te Tiel;
mr. H. Ph. De Kanter, te HaarlemR. Cremer,
te Zuidborn; N. Kamp, te Zutfen; prof. dr.
T. Cannegieter, te Utrecht; prof. dr. H. U.
Meyboom, te Groningen, en dr. C. J. Niemeyer,
te Tjalleberd, werden als bestuursleden her
benoemd. Dr. C. Hille Ris Lambers leidde do
vraag in: „Heeft de orthodoxie recht op het
handhaven der belijdenis aan te dringen?"
Spreker meende, dat orthodoxie en belijdenis
met elkander in stryd zijn. Door de belijdenis
mag geen knellende band worden aangelegd.
Tot staving zijner beweringen werden door
spr. verschillende schrijvers aangehaald. Een
levendige discussie werd gevoerd.
De vergadering ging in het algemeen met
de door den spreker ontwikkelde stellingen
mede.
Dr. B. D. Eerdmans hield een referaat
over de vraag: „Wat staat ons te doen na
het verwerpen van het reglement voor de
minderheden?"
Na gedachtenwisseling over de te volgen
gedragslijn, in verband met dit referaat, en
na behandeling van eenige huishoudelijke
onderwerpen, werd de vergadering gesloten.
By het bezoek van Hare Majesteiten op
16 dezer te Arnhem zal de eerewacht te
paard, die reeds dienst deed by het bezoek
op 28 Aug., Hare Majesteiten begeleiden op
Haren rit van het station naar de woning
van den Commissaris dör Koningin en terug.
President is graaf Gaspard Van Limburg
Stirum.
De minister van tinnenlandscbe zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
met 1 November a. s. te vervullen is de be
trekking van leeraar in de natuuriyke historie
aan de Ryks boogere burgerschool met 5-jarlgen
cursus te 's Hertogenboscb. Jaarwodde 1500.
Zy, die voor deze betrekking in aanmer
king wenschen te komen, gelieven zich vóór
16 October a. s. aan te melden by den inspec
teur van het middelbaar onderwys, dr. W.
B. J. Van Eyk, te 's-Gravenhage. Sts.-Ct
Do minister van marine heeft gisteren
te Willemsoord de maritieme établissementen
in oogen8chouw genomen on daarna de aldaar
in dienst zynde pantserschepen bezocht.
De VereeDiging van evangelisatio onder
de militairen in Ned.-Indiö heeft van HH. MM.
de Koningin en de Koningin-Regentes een gift
van 250 ontvangen.
Volgens verschillende Beriynsche bladen
zyn door de hofopera aldaar onderhandelingen
aangeknoopt met onzen landgenoot Ant. Van
Rcoy, dia zich door de vertolking der Wotan-
party dez9n zomer in korten tyd wereldberoemd
heeft gemaakt; hoogstwaarschyniyk zullen die
tot een gewenscht resultaat leiden.
Het stoomschip „Koüiogin Wilhelmina",
van Batavia naar Amsterdam, vertrok 7 Oct.
van Perim; de „Bundesrath", van Oost-Afrika
naar Hamburg, via Nederland, arriveerde 7
Oct. te Aden; do „Amsterdam" arriveerde 6
Oct. van Amsterdam te Nieuw-York; de
„Obdam", van Rotterdam naar Nieuw-York,
vertrok 6 Oct. van Boulogne-sur-Mer; de
„Reichstag", van Oost-Afrika naar Vlissingen
en Hamburg, vertrok 5 Oct. van Napels; de
„Salak", van Rotterdam naar Batavia, vertrok
7 Oct. van Marseille; do „Soembing", van
Batavia naar Rotterdam, vertrok 7 Oct. van
Port-Said.
IJk en heryk.
Bij besluit van den Minister van Waterstaat,
Handol en Nijverheid is bepaald:
lo. dat het goedkeuringsmerk, gedurende het
jaar 1898 te bezigen, zal zijn:
bij den ijk en den herijk van maten en gewich
ten, de letter h in den gewonen schrijfvorm;
bij den ijk en den herijk van gasmeters, de
Koninklijke kroon;
2o. dat het merk van het ijkkantoor, waar de
eerste stempeling heeft plaats gehad, voor de
nagenoemde ijkkantoren bestaat uit het cijfer
achter den naam van elk kantoor uitgedrukt:
's-Hertogenbosch 1. Breda 2. Arnhem 3. Nij
megen 4. 's-Gravenhage 5. Rotterdam 6. Leiden
7. Dordrecht S. Amsterdam 9. Alkmaar 10. Mid
delburg 12. Utrecht 14. Leeuwarden 15. Zwolle 16.
Groningen 17. Assen 18. Maastricht 19.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten. Met ingang van 1 Nov. 1S97,
benoemd tot directeur van het post- en telegraf-
kantoor te Steenwijk, E. D. Rink, thans in gelijke
betrekking te Zevenaar.
Pensioen verleend aan W. I. R. A. G. Cramer
van Baumgarten, gewezen bewaarder 2de klasse
in de strafgevangenis te Breda, 118 'sjaars, en
aan F. L. Bosma, gewezen zaalopziener in de
Rijkswerkinrichting Veenhuizen No. 3, 125 'sjaars.
TWEEDE KAHEB.
Wetsoyitwerpen.
Da Regeering heeft by de Kamer opnieuw
ingediend de wetsontwerpen: lo. tot wyziging
van het VlIIste hoofdstuk der Staatsbegrooting
voor het dienstjaar 1896; 2o. houdende be
schikbaarstelling van gelden, wegens door
het departement van oorlog gedane verstrek
kingen voor den dienst van 1897.
Geloofsbrieven.
Ten gevolge van een drukfout is in het
verslag der commissie, gisteren verschenen, tot
onderzoek der geloofsbrieven van een lid der
Kamer, gekozen in Amsterdam YI, een ondui-
delykheid ontstaan.
Het stembiljet, in stemdistrict No. 6 uitge
bracht en dat de commissie als van onwaarde
beschouwt, omdat het aan de achterzyde den
naam Geertsema droeg, was aan de voorzyde
voor den naam Geertsema zwart gemaakt en
door het stembureau aan dien C3ndidaat toe
gerekend, en niet, zooals in het verslag stond,
aan den heer Heemskerk.
Inlichtingen op het adres van J. J. Gorter
ontslagen algemeen ontvanger van 's layids
kas te Tjilaljap, houdende verzoek om her
ziening van het besluit betreffende zijn oyitslag.
De minister van koloniën heeft inlichtingen
omtrent dat adres aan de Kamer verstrekt.
Op 5 Sept. 1888 werd in de destyds onder
requestrants beheer staande landskas te Tji-
latjap een tekort van circa ƒ5000 ontdekt
onder omstandigheden, die aanleiding gaven
requestrant in zyne functiën te schorsen en
een gerechteiyk onderzoek te doen instellen.
Wel werd by vonnis van den Raad van
Justitie te Semarang, van 31 Maart 1890,
bekrachtigd by arrest van het Hooggerechts
hof van Nederlandsch-Indio van 30 April d.a.v.,
verklaard, dat er geen voldoende aanleiding
bestond tot verdere vervolging van requestrant
en dat geene termen tot zyne terechtstelling
aanwezig waren, maar desniettemin werd by
by gouvernementsbesluit van 27 Juni 1891
uit 's lands dienst ontslageD, omdat, „zooal
in rechten het bewys niet geleverd is kunnen
worden, dat (hy) aan zyne zorg toevertrouwde
landsgelden heeft verduisterd, het te zynen
aanzien gehouden onderzoek nochtans hoeft
aangetoond, dat by ten aanzien van de admi
nistratie en bewaring dier gelden aan schrome-
lyke nalatigheid en verregaand plichtsverzuim
zich heeft schuldig gemaakt."
Er bleek, dat hy reeds in Juni 1888 wist,
dat er een tekort van 2000 in 's lands kas
bestond, welk tekort hy, toen een inspectie
te verwachten was, trachtte te verbergen door
ledige kisten te doen doorgaan voor gevuld
met koper geld; eG dat by de kasopneming
op 1 September ten aanzien van het tekort
van circa f 5000 op geiyke wyze is to work
gegaan.
Blykens het administratieve onderzoek is
requestrant niet te zuiveren van een zwaar
vermoeden van schuld, althans ten aanzien
van het eerste tekort, en heeft hy in 6lk
geval zyne plichten op onverantwoordeiyka
en onverschoonbare wyzo verzaakt door ver
schillende werkzaamheden, aan het ontvangers
ambt verbonden, alsmede de byhouding van
aan hem opgedragen vendu administratiën ea
de bewaring der daartoe behoorende gelden
zonder eenige of althans noemenswaardig®
contróle aan zyn Inlandschen schryver over
te laten, zelfs toen hy reden had dien Inlander
van oneerlykheid te verdenken.
De Gouverneur Generaal heeft ook in het
onderwerpelyk request geene termen gevonden
om op de ten aanzien van Gorter genomeq.
beslissing terug te komen.
Commissie va» Rapporteurs.
Tot rapporteurs voor he.t hoofdstuk buiten-
landsche zaken zyn benoemd de heeren Yan
den Borcb, Roessingh, Fokker, F. Van Bylandt
en H. Van Asch van Wyk; voor justitie do
heeren Smits van Oyen, Rinck, Smidt, Drucke{_
en Hartogh.
Gcmengd Nieuws.
Na een voorafgaande bespre
king met het bestuur van de Veroeniging toe
bevordering der Zondagsrust alhier, heeft het
bestuur der Afdeeling Leiden van het „Alg.
Ned. Werklieden-Verbond" besloten stappen to
doen om tot de kennis te komen van do.
grootte van het euvel, dat den werklieden
hier ter stede de Zondagsrust nog onthouden
wordt.
Het bestuur der Afd. Leiden van het „Alg.'
Ned. W.-V." heeft daarom esn gecombineerde
bestuursvergadering uitgeschreven tegen a. si
Dinsdagavond te halfnegen in het Nutsgebouw^
De serie mishandelingen, welko
gisteren voor de Haagsche rechtbank werd
behandeld, werd geopend mot een 71-jari^
havengaarder, aan den Benoordenhoutschen
weg aldaar, die een 10-jarig knaapje, dat
met een kameraadje aan den havenboom
peuterde, met een stuk hout een gat in bet
hoofd had gegooid.
Voor dezen driftigen delinquent werd f 10
boete geëischt.
Daarna kwam een Scheveninger, die op
den 21sten Aug. te Scheveningen een be
zoeker van een bierhuis na een twist, met
een mes een snede over het gelaat had go*,
geven.
Voor hem werd 3 maanden gevorderd.
Voor de afwisseling kwam daarna een
juffrouw, die haar buurvrouw in de Raven-
steynstraat het uitoefenen van een zeer winst
gevend doch minder oirbaar beroep had,
verweten, waaronder haar huishouden leed.
Voor die juffrouw luidde de eisch 4 of
4 dagen en voor de juffrouw, die haar op
volgde, omdat zy mede oan de scheldparty
had deelgenomen, ƒ2 of 2 dagen.
4)
Hy moest echter met de grootste omzich
tigheid te werk gaan, want by wist,
dat het genootschap (welks naam Brad
shaw zooveel schrik had ingeboezemd) en
waarvan hy een der uitvoerende leden was,
hem met een wantrouwend oog beschouwde.
En het land te verlaten langs een der gewone
wegen zou alleen ten gevolge hebben, dat
by by aankomst op do plaats zyner bestem
ming vermoord werd. "Wat Bradshaw betreft,
die ongelukkige was er inderdaad ellendig
•aan t05. Hy durfde niet uitgaan, uit vrees
van vermoord te worden, terwyi hem bin
nenshuis hetaelfde lot wachtte. Hy was ont
bloot van alles en der wanhoop ten prooi.
ir.
Juist een we6k na do gebeurtenissen, in
let vorige hoofdstuk vermeld, gebeurde hot,
dat Harcos Veneda langzaam de haven langs
wandelde naar een afgelegen wyk der stad.
Na eenigen tyd zoo voortgegaan te ztjD, bleef
hy opoens staan en staarde in gedachten naar
de zoe. Het had er allen schyn van, of er
iets was, hetwelk zyn gaest drukte, enofhy
voor de zaak, die hem zooveel hoofdbrekens
kostte, maar geen voldoende oplossing kon
vinden. Tweemaal hadden zyn lippen zich
gewogen, alsof hy wilde beginnen te spreken,
en tweemaal had hy met een driftige bewe
ging zyn stok in d6n grond gestoken, maar
de rimpels waren niet van zyn voorhoofd
verdwenen. De waarheid was, dat hy zich in
benarden toestand bevond, hetwelk zich ge-
raakkelyk laat verklaren, wanneor ik u zeg,
dat hy een oproeping had ontvangen om een
vergadering by te wonen van het genootschap,
ten einde te beraadslagen over de beste mid
delen, waarmede men zich in bezit zou stellen
van Bradshaws schat, en dat hy thans op
weg was, om er gehoor aan te geven.
Zyn diepe afgetrokkenheid vloeide voort
uit de omstandigheid, dat hy er over peinsde,
hoe het best in deze netelige zaak te han
delen. Weldra echter scheen hij tot een be
sluit te zyn gekomen, want hy richtte zich
op uit zyn gebogen houding, trok zyn hoed
recht, die een weinig scheef was gaan staan,
en' zette zyn wandeling voort met het voor
komen van iemand, die weet, wat hem te
dooa staat.
Terwyi hy daar zoo heenstapt, zullen vry
de gelegenheid te baat nemen den lezer
©enigszins nader bekend te maken met den
man, in wiens gezelschap wij waarschyniyk
nog oenige duizenden myien reizen zullen.
Hy is inderdaad een vreemd man, deze Marcos
Veneda; een man met zooveel tegenstrydige
eigenschappen, dat ik er aan twyfel, of zyn
beste vriend hem naar den eisch zou kunnen
beschiyron. Door do natuur, zoowel lichameiyk
als geesteiyk, met groote voorrechten begif
tigd, scheen hy door een zonderlinge werking
van het noodlot steeds buiten staat te worden
gesteld er een goed gebruik van te maken.
Hy leefde in Chili zyn eigen leven, zonder
zich veel mot andere menschon in te lateD,
terwyi de inboorlingen hem haatten en zyn
landgenooten hem nauwelyks duldden. Waar
van hy bestond, want hy oefende geen
vak uit en dreef geen handel wist niemand;
hy pochte er op, nooit geld uit den vreemde
ontvangen to hebben, en toch was het be
kend, dat by geen middelen van zicbzelven
bezat. Daarentegen had hy geen schulden
en steeds genoeg te verteren, terwyi de
weinigen, die wel eens by hem toegelaten
waren, verzekerden, dat hy in een niet
onaanzienlyke wyk der stad zeer goedo kamers
bewoonde.
Evenals de meesten in Chili in het jaar
1891, was hy gemengd geworden in don
burgeroorlog, en hy wist, dat de politieke
toestand van dien aard was, dat de volgende
vier en twintig uren van zeer veel invloed
op zyn lot kofidtn zyn. Zooals ik gezegd feeb,
6cheen Marcos Veneda zyn besluit genomen
te hebben, geiyk men zou kunnen opmaken
uit de geheele houding van zyn lichaam, toen
by zyn wandeling hervatte. Ook kon men in
zyn gelaat iets tartends, iets uitdagends
bespeuren, hetwelk vyf minuten van te
voren *iet was waar te nemen. De „Calle
de Vietoria" ingeslagen zynde, bevond by zich
weldra voor een hooge, nauwe poort, voorzien
van een stevig yzeren bek, voor hetwelk hy
staan bleef. Hy scheen er over te denken,
of hy zou binnentreden of niet. Eindelyk
klopte hy op het hek. Het werd dadeiyk
geopend door een ouden man, die een lantaarn
droeg en uitriep;
„Quieén esté abi?" (Wie is daar?)
Na zyn naam opgegeven te hebben, werd
hij op een binnenplaats gelaten, waartoe het
hek toegang verleonde. Halverwege gekomen,
wendde Veneda zich tot zijn geleider.
„Wacht even, Domingo," zeide by; „wie
komen er van avond?"
„Pablos Vargas, José Nunez en de Engelsch-
man John .Macklin, senor."
„Alle drie? Good. Ga maar voort."
Zy naderden een kleine deur ter linkerzijde
van de plaats, door welker reten een helder
licht naar buiten stroomde. Van binnen hoorde
men een dof geluid van stemmen, dat dadelyk
ophield, toen de oude man op hot paneel
klopte. Hot volgende oogenblik bevond Veneda
zich in de kamer, waar hy de hand bovon
de oogen bield, om ze te beschutten tegen het
scherpe lioht vaa een gewoee yzeren lamp,
die tegen den muur bing. Het was slechts
een klein vertrek, zonder eenig ander huisraad
een ruwe tafel en een paar stoelen, en vuil
in de hoogste mate.
De drie manDen schenen Veneda's komst
verwacht te hebben. Uit hun houding echt-er
was het niet op te maken, of zy zich over
zijn verschyning ergerden of verheugden.
Hoowel zy aan het hoofd stonden van het
genootschap, dat Bradshaw zooveel angst had
aangejaagd, waren zy, met één uitzondering,
geen buit9ngowono lieden. Pablos Vargas en
José Nunez waron inboorlingen van hot land,
behoorende tot de middelklasse. Doch de
Engelschman John Macklin was eon in het
oog vallend® persoonlykheid. Hy behoorde tot
die wonderiykó menachensoort, welke men
kent onder den naam van Albino's, en had heC
kleinste lichaam en het grootste hoofd, da^
men zich voor kan stellenzijn armen waren
gelijk aan die van een aap, zóó lang, dat hy,
rechtop staande, met de vingers beneden,
zyn knieën kon reiken. Zyn gelaatskleur was;
zoo teer als die van een rozeknop; zyn oogen,
waren rood, geiyk die van een wit konyn,'
en zyn haar was niets anders dan een,
verwarde massa van de allerfynste witto
vloszyde.
Zyn stem klonk buitengewoon hoog ea
scherp en wanneer hy opgewonden was, had
hy de gewoonte, al de geledingen zyner?
vingers één voor één te doen kraken, iets,
dat een alierzonderlingsten indruk op da
bystanders maakte. Veneda keek van den oen
naar den ander, vóór hy het woord nam, doch.
zyn blik rustte het langst op het gelaat vai\
den Aibmo en tot dezm richtte hy ook vooi>
namelijk zyn groet.
„Wel," zoo begon hy eindelyk; „gy z\jh
lastig, mynhcor do voorzitter, om er maai;
*niot meer van te zeggen. Wat is de rodea
van deze ontydige vergadering? Ikbaddezeg,
avond zaken van meer belang."
„Gy schijnt altydving Nunez aan.'
„Wees zoo goed u stil te houden," zeide^
de Albino met spottende beleefdheid. Ont^
geachte vriend kan z\Jn tyd beter gebruikep,
Ziet gy niet, dat hy haast heeft de beraad»
slaging by den president te gaan by wonen?
Ho, ho! Senor Veneda; my kugt gy nie^
bedriegen; beproef het dus rüaar niet."
Wordt vervolgd.)