In de maand December en, zoo noodig, Jana.iri a. s., zal te Leiden, to Utrecht, te Groningen en te Amsterdam gelegenheid worden gegeven tot het afleggen van de prac- tiache examens van apotheker. De dag van aanvang dier examens zal nader worden bekendgemaakt. Z0, di6 tot de examens wenschen te wor den toegelaten, moett n daarvan vóór 15 No vem- b:r a. 8. schriftelijk opgave doen aan den voorzitter der examen-commissie, en wel voor Leiden, bi) den hodgleeraar dr. H. P. "Wijs man, alhier; voor Utrectt, ty den hoogleeraar dr. H. Wefers B.ttink, aldaar; voor Gronin gen, by den hoogleeraar dr. J. W. Moll, aldaar, en voor Amsterdam, by den buiten gewonen hoogleraar "W. Stoeder, aldaar, met oveilegging van het getuigschrift, waaruit blgkt dat het theoretisch apothekers-examen met goed gevolg door hen is afgelegd of dat zij aan een Nelerlandsche Universiteit den graad van doctor in de artsentjbereidkunde hebben verkregen of tot de promotie in dat vak zijn toegelaten, alsmede van een ver klaring van een hier te lande bevoegd apotheker, dat zi) gedurende minstens twee jaren do uitoefening der artsenybEteidkunst onder de leiding van zulk een bevoegde ge volgd hebben. In den loop der maand December e. k. zal gelegenheid worden gegeven tot het afleggen der examens, ter ve rkrijging van een getuigschrift als vroedvrouw. Zfl zullen worden afgenomen te Amsterdam. Zö, die tot die exa eens wenschen te worden toegelaten, worden uitgenodigd daarvan vóór 15 November e. k. schriftelijke opgave te doen aan den inspecteur voor het geneeskundig Sta .tstoezlcht voor de provincie Noord Holland, dr. J. S. Dozy, te Amsterdam. Zij moeten den leeftijd van 18 jiren hebben bereikt. Tot directrice aan de kookschool te Haarlem is benoemd mejuffrouw N. Cariat, thans te Utrecht aan de kookschool als direc trice verbonden. Twee afgevaardigden van het hoofdbe stuur der Yereeniging voor Vrouwenkiesrecht gingen Zaterdag 2 Oct. ter audiëntie bi) dtn minister van binnenlandsche zaken, ten einde hem te raadplegen over het openstellen van de Rijks Hoogere Bnrg: rscholen voor meisjes, op dezelfde voorwaarden als voor jongens. Zooals bekend is, worden de meisjes op de B. H.-B. slechts toegelaten bij afzonderlijk ministorië 1 besluit, waardoor de opleiding der meisjes geheel afhankelijk is van de persoon Jijke opvattlog van den mnister. Wordt de staatsbegroting voor 1898 onveranderd aangenomen, dan zullen er voor taan slechts 15 ykkantoren zyn en de Qkdirecties Broda en Nijmegen, die sedert de invoering van het jjkwezen hebben bestaaD, worden opgeheven. Naar aanleiding van dit voornamen der Regeeriqg wordt een adres gericht aan de leden der Tweede Kamer, om hun te verzoeken, gevolg te geven aan het dringend verzoek der gemeenteraden en Kamers van Koophandel van Nijmegen en Breda, om de ijkkantoren aldaar niet op te beffen, De commissie, welke in opdracht heeft het samenstellen van een plan in zake de oprichting van een Gereformeerd Gymnasium in Zuid-Holland bestaat, behalve uit het voor- loopig comité, uit de heeren RuJolph te Leilen, Schippers te Vlaariingon, Siilevis Smit te Botterdam, Van Asch van Wyck te 's-Gravenhage, Van Velzen to Alfen en Yon fcriel Sasse te Wo.rden. Deze heeren zullen binnenkort vergaderen. De Commissaris der Koningin in Overjjsel heeft, met het oog op de vermeerderde in komsten der meeste gemeenten ten gevolge van de grootere ryksuitkeering, de aandacht der gemeentebesturen gevestigd op de sala rissen der veldwachters en politiebeambten, welke in sommige gemeenten onvoldoende zyn. De luit, ter zee 2de kl. A. F. J. Roms- winckel, behoorende tot de rol van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord en als oudste off gedet aan boord van Hr. Ma. schoener „Dol fijn," wordt met 8 dezer op non activiteit gesteld en vervangen door den luit. ter zee 2de kl. O. Van Lennep. De buitngewone adelborst by de Kon. Ned. marine reserve D. H. H. Broeckman, dienende aan boord van Hr. Ms. instructieschip „Gier," wordt met 13 dezer van die pliatsiDg ont heven, terwjjl de buitrngewone adelborst by gemelde reservo P. Scheltes met 6 dezer aan boord van genoemd instructieschip wordt geplaatst. Door het bestuur der Evangelische Unie is een open brief gericht tot de Ned.-Herv. Vrijzinnigen te Dordrecht, die een Remon- strantsche gemeente wenschen op te richten. De trief wijst er op, dat het zeer te betreuren zou zijn, zoo zö, die steunpilaren eener georganiseerde minderheid kondtn wezen, heen gingen. De nood te Dordrecht is nog niet dringend, men heeft meermalen getoond b|j stemmingen te kunnen winn:n, er is nog een vrijzinnig predikant. Verlaten van de Kerk do.t de krachten afbrokkelen en moet noodzakelijk schade doen aan het Vryzinnlg geloof. Donk niet om uzelf alleeu, maar denk ook om andoren. Do brief besluit met den wenscb, dat de plannen Diet mogen door gaan. To Amst rdam is overleden de historie- en genreschilder E. S. Witkamp, die den 13den Maart 1854- aldaar was geboren. Als pensionnaire van koning Willem III bezocht hij de Ryks Academie voor Beeldende Kunsten, waar hij onder de leiding stond van prof. Allebé. Hö wist reeds spoedig naam te maken door het schilderij, dat hy met Van der Waay te zamen gemaakt had, Alva's laatste rit", dat in het Panorama-gebouw te Amsterdam vele bezoekers trok. Voorts is Witkamp bekend door zijn fIn 't veld" (aardappelenrooister), dat in het Stede lijk Museum aldaar h.ngt. Een drietal jaren geleien werd Witkamp benoemd tot bewaarder van bet Museum Fodor. Verder was hy vertegenwoordigend lid van de Société des Aquarellistes do Bruxelles, lid van „Pulcbri Studio" en redacteur van „Eigen Haard". Ook aan de geïllustreerde uitgave van Schimmel's werken werkte bfy mede als illustrator. - Het stoomschip de „Kanzier", van Oost- Afrika naar Rotterdam en Hamburg, vertrok 1 October van Lissabon; de „Rotterdam" arriveerde 2 October van Rotterdam te Nieuw- Yo*k; de „Salak", van Rotterdam naar Java, passeerde 2 October Gibraltar; de „Spaara- dam" vertrok 2 October van Nieuw-York naar Rotterdam; de „Titan", van Amsterdam en Liverpool naar Batavia, vertrok 28 Septem ber van Jeddah; de „König" arriveerde 1 October van Hamburg en Rotterdam te Dur ban; de „Prins Hendrik", Tan Amsterdam naar Batavia, arriveerde 8 October te South ampton; de „Soenda" arriveerde 3 October van Batavia te Amsterdam; de „Prins Wil lem I", van Amsterdam naar Paramaribo, passeerde 1 October Dungeness. Uit de „Staatscourant". Ken. besluiten. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau J. C. Eger, leeraar aan het gymnasium te Stad-Doetinchem. Met ing;»ng van 27 Juli 1897, aan den met dien datum, op zijn verzoek, eervol uit zijne betrekking ontslagen minister van oorlog C. D. H. Schnei der, gep, luitenant-generaal, adjudant in buiten gewonen dienst van H. M. de Koningin, te 's-Gra- venhage, met instandhouding van het militair pen sioen van ƒ3000 's jaars, een tweede pensioen ver leend ten laste van den Staat, ten bedrage van 1000 's jaars, en genoemde gewezen minister hersteld in bet vollen genot van het voorschreven in stand gehouden militair peusiueD. Kostelooze verdediging. Het Bureau van Consultatie in strafzaken te 's-Gravenhage heeft, overeenkomstig de opdracht der balie, advies uitgebracht over de vraag of het denkbeeld om aan alle onver mogende personen beneden den leeftijd van 18 jaren, beklaagd ter zake van eenig misdrijf, kosteloos een verJediger toe te voegen, voor verwezenlijking vatbaar moet worden geacht. Naar de meeniog van het Bureau moet bovenstaande vraag bevestigend worden be antwoord. In de vergadering der Orde van Advocaten by den Hooien Raad van 25 Sept. jl. kwam het door het Bureau te dezer zake uitge bracht rapport in behandeling en werd na eenige oiscussie met eenparige stemmen aan genomen de volgende door den Raad van Toezicht en Discipline voorgestelde motie: „De orde, „kennis hebbende genomen van het belang rijk advies, door het bureau van consultatie in strafzaken uitgebracht over bovengenoemde vraag „Heeren adviseurs dank zeggende voor hun uitgebracht rapport en hare sympathie uit drukkende met de gedachte, dat beschermend worde opgetreden in het belang van kinderen, die van misdrijf worden verdacht; „Overwegende intusschen, dat de balie zich slechts kan belasten met de verdodiging, hoe breed ook opgovat, eene verdediging, die bovendien steeds vrijwillig zal moeten blijven; „dat evenwel ook naar het oordeel der heeren adviseurs, zoolang niet is opgericht eene vereeniging met een patronaat afdeeling in den geest der vereeniging „Pro Juventute" te Amsterdam, kinderverdediging vanwege de balie geen voldoende practische resultaten belooft op te leveren; spreekt de hoop uit, dat zulke vereeniging hier ter stede worde opgericht, en verklaart zich bereid om, zoodra deze zich zal hebben gevormd, voor zooveel mogelijk hare mede werking te verleenen om die vrijwillige ver dediging te regelen, niet twijfelende of een voldoend aantal leden zal eventueel bereid zijn zich vrijwillig te belasten met de taak, die dan van den advocaat zal worden verlangd." Banken-van-Leening. Ten vorigen jare is door den gemeenteraad van Arnhem het voorstel van den heer A. Moll tot opheffing der stedelijke bank van leening verworpen. Naar aanleiding van het destijds door den Raad kenbaar gemaakte verlangen tot wijziging in het reglement, is door de commissie een nieuw reglement op gesteld en aan den Raad ter goedkeuring gozonden. Het beoogt voornamelijk met vrucht den strijd tegen de stille pandjeshuizen te kunnen aanbinden. Terwijl nu voor panden van f 0.50 tot f 100 zestien procent 's jaars, voorpanden van meer dan f 100 twaalf procent moet betaald worden, wordt thans voorgesteld den interest te be palen op zes procent voor elk bedrag, behou dens herziening om de drie jaar. Het hooge percentage, tot nog toe geheveü, is, naar de commissie in de memorie van toelichting meedeelt, te wijten aan het koninklijk be sluit van 31 Oct. 1826, dat in de artikelen 18 sub 1 en 21 voorschrijft, dat uit de rente alleen alle gemaakte kosten moeten worden gevonden en dus het heffen van administra tiekosten verbiedt. De weekpanden en de kleine panden, die volkomen denzelfden administra tieven omslag vorderen als de overige panden, dragen, dank zö het systeem van renteheffing, als eenige vergoeding tot goedmaking der kosten, zoo goed als niets bij. Door zoodanige heffing ware het mogelijk den rentevoet te verlagen en dien meer in overeenstemming to brengen met hetgeen door het krediet zoekend publiek elders moet worden vergoed. Dit stelsel zal het voordeel opleveren: lo. dat men de zaak bij haar waren naam noemt en niet langer voor rente laat doorgaan wat feitelijk vergoeding voor administratiekosten heeten moet en 2o. dat niet langer door de grootere panden, en de panden die voor oen langer tijdsverloop beleend worden, een on evenredig hooge rente wordt betaald, waar door deze te veel bijdragen,cwat door de kleinere panden en de weekpanden te weinig wordt vergoed. Wie vreezen mocht, dat zoo doende de inbrengers, wier draagkracht de geringste is, het gelag moeten betaleD, ver liest uit het oog, dat het niet op den weg dor overheid ligt de weekpanden aan te moedigen, waarvan naar veler oordeel in den regel niet het beste gebruik wordt gemaakt. Het gevaar eener vernietiging dezer bepa lingen door de Regeering, acht de commissie niet ernstig te duchten. Een andere belangrijke wijziging, door de commissie voorgesteld, is, dat naast het hoofdkantoor hulpkantoren in de buitenwij ken kunnen worden geopend: het ligt in de bedoeling met éón hulpkantoor de proef te nemen. Verder wordt wenschelijk geacht in stede van twee derden voortaan desverlangd vier vijfden van de waarde van het pand te geven. Een der voornaamste oorzaken, zoo niet de voornaamste, zegt de memorie van toe lichting, waarom de pandjeshuizen met gun stig gevolg der stedelijke bank concurrentie aandoen, is naar de besliste meeüing van sommigen hierin gelegen, dat eerstgenoemde op een zelfde voorwerp meer geld kannen schieten dan deze laatste. Zij zijn daartoe in de gelegenheid, doordien zij kooplieden z\Jn en dus voor de gelegen heid tot afzet van verstane panden allerminst gelijk de stedelijke bank zijn aangewezen op de driemaandeiyksche publieke veilingen; doordien zij de gelegenheid tot lossing der inge brachte panden in den regel beperken tot drie maanden, waardoor de panden veel min der aan bederf onderhevig zyn, en bovendien het geschikte oogenblik of seizoen kan we den afgewacht om zich van een verstaan pand to ontdoen, en doordien zö naast het risico der mindergeldingen ook de kans der meerdergeldingen'iloopsn, terwyi de bank alleen de nadoelen lödt en de voordeelen haar ont gaan. Wedijveren is echter niet mogelijk; het eenige wat men doen kan, is de voorschot ten zoo na mogelijk aan de verkoopwaarde der panden te brengen. Uit de meordergel dingen bi) de driemaaudel'oksche verkoopin- gen blykt inderdaad, dat de beleeners by de bank op hun panden iiiefc verkrygen wat hun daarop veilig zou kunnen worden gegeven. Op de vaaag: moeten bonders van stille pandjeshuizen als inleggers worden geweer 1 en moeten weekpanden zooveel doenlyk wor den tegengehouden, antwoordt de commissie ontkennend. Het gebruik maken van tusschenp3rsonen kan ni9t worden verhinderd, terwijl het uit- vorschen van den naam des beleeners in be slisten strijd is met het karakter van de instelling. Weert de bank de weekpanden, dan komen deze eenvoudig den houders van pandjeshuizen ten goede. Omtrent de financieele gevolgen van de voorgestelde regeling waagt de commissie Diet een oordeel uit te spreken. De moord in de Schooterboschstraat te Rotterdam. Müller heeft, volgens den Berlijnschen cor respondent der fN. R. C.", twee jaar in prof. Arons' fabriek gewerkt; hij gedroeg zi h goed en werd gewaardeerd voor het fijnere werk aan de werktuigen voor electriciteits meting. Hij vertelde in de werkplaats, dat hij vroeger reeds in Holland gewerkt had. Zijn vader woont niet bij zijn schoondochter in, maar bezoekt haar toch nagenoeg eiken dag sedert de vlucht van zjjn zoon. De ver laten vrouw van den moordenaar heeft 't erg hard en verdient voor zich en haar zoontje den koet met naaien en kamerverhuren. Toen zU na het verdwijnen van haar man by de justitie aanklopte om echtscheiding te vragen, wilde men van haar weten waar haar man zich bevond, en daar zi) dit niet wist, liet zij de zaak op haar beloop. Zö is dus tot heden toe niet van b3ar man gescheiden. Een portret van Müller, door den Berlijn schen correspondent opgezonden, is doe ver schillende personen herkend als dat van den moordenaar. E°n berichtgever van het RotterJamsche blad had een onderhoud met den caféhouder J. A. Nieberg uit de Stadhuissteeg, die om trent den moordenaar bet volgende mede deelde „Müller heeft, toen ik nog geen café hield, ongeveer een jaar met de vermoorde vrouw by mij op de Veemarkt gewoond. Wö werden bevriend en toen ik het café aan de Stadhuis- steeg begon, was |h\j tot aan zijn arrestatie een bijna dagelyksch bezoeker. Ook de ver moorde vrouw kwam meermalen by my en mijne vrouw op bezoek. Het laatst zag ik hen op den avond van den moord; toen ver lieten beiden omstreeks 8 uur myne inrichting. Nimmer heb ik geweten, dat zy nirt gehuwd waren. Hy noemde haar gewooniyk Grete en zy hem Gus of Gustave; een enkele maal ook wel myn man. „Omtrent zyn verleden vertelde Müller my, dat hy te Beriyn gehuwd was, toen een hor logemakersaffaire had overgenomen, welke zaak, die, toen hy ze overnam reeds yerloopen was, zoo slecht ging, dat by haar opruimde. Hy was toen nog 1000 mark ryk cn had in overleg met zyn vrouw besloten naar Hol land te gaan en te trachten daar als mecha' ikor work te vinden. Zoo reisden beiden in het begin van 1896 of ei .de 1895 all.reeral naar Amsterdam, waar z\j aanvankeiyk in een loge ment hun intreknamen Dit kwam hem echter te duur uit, waaron zy kort daarop bet logement verlieten en een woning huurden. In Amster dam geen werk kunnende vinden, trokken beiden naar hier, waarjhy er in slaagde ty den heer Fehr geplaatst te wor.en. Eenige malen kwam het voor, dat Müller niet ruim by kas was en ik hem tydeiyk met geld steunde." Sprekende met een der bovenbewoners van het huis aan de Schooterboschstraat, vernam de berichtgever nog, dat de vermoorde vronw zich had uitgelaten te Beriyn een zuster te hebben. Het blad verneemt verder, dat de vermoorde vrouw, in overeenstemming met het signale ment, dat de Berlynsche correspondent van Margaretha Hannemann opgaf, blauwe oogen bad. Het lyk van de vermoorde is opgegraven het gelaat Is gephotographeerd. Het haar is niet blond, maar donkerbruin. De woning in de Schooterboschstraat No. 18, waar Müller met de vermoorde vrouw woondo, is ontruimd. De zich daarin bevindende goederen zyn geïnventariseerd en ter beschik king der justitie opgeslagen. In hetzelfde gebouw te Beriyn, waar de vrouw van den moordenaar haar woniDg heeft, is ook thans nog, een verdieping hooger, het werkman-gezin Hannemann gevestigd, waar van de oudste dochter Margaretbe tegen Kerstmis 1895 te gelyk met Müller spoorloos uit Beriyn verdween. In de armoeaige woning huizen de sterk aan longziekte lydende oude vader Hannemann met zyn vrouw, een ongeveer twintigjarige dochter en een negen tienjarige zoon. Vrouw Hannemann, hevig weenend over het moordbericht uit Rotterdam, verzekerde den correspondent van de „N. R. C." Zaterdag, dat haar dochter Margarethe blond was, maar een donkere blondine, met donkerkleurige wenkbrauwen en blauwe oogen. Zy was het eenige lid der familie, die blond was; al de andoren waren bruin van haer. Ter identifieering zendt de corres pondent de laatste pbotognphie aan Marga retbe, welke de ouders nog in hun bezit hebben, aan de redactie. „Moet men onzekere geruchten gelooven," zegt hy, „dan heeft Müller tegenover Marga- rtthe Hannemann aanvankeiyk gedaaD, of hy met zyn vrouw niet werkeiyk getrouwd was, wellicht om het knappe meieje daardoor gemakktiyker het hoofd op hol te brengen. „Van vrouw Müller ontving ik de volgende verklaring: Haar eigen naam is Agnes Schmidt. Zy is negen jaar geleden te Ber iyn met haar man gehuwd, die toén ongeveer 23 ja%r oud was. Elf maanden na het huwe- ïyk, t^rwyl vrouw Agnes Müller, geb. Schmidt, bevallen was van een zoon ie H a n s heet), ontvlood haar man op zekeren dag in het geheim uit zyn failliete winkelzaak, welke voorn imelyk uit d© geiioge middelen zy'Der vrouw was opgezet. Müller ging er ook toen reeds van door zonder zyn vrouw van te voren of naderhand het minste van zich te laten hooren; hy was spoorloos verdwenen. Vrouw Müller moest zich toen uit haar behooftigen toestand er langzaam bovenop werken. Toen haar dit allengs gelukt was, meldde Müller zich na een afwezigheid van drie en een half jaar berouwvol weder by zyn familie aan en ging opnieuw, gelyk reeds bericht werd, met zyn vrouw leven. Deze kreeg ia dien tyd een erfenisje van ongeveer 1600 mark, in staats fondsen belegd, welke in het huis bewaard werden. „Toen nu twee jaar geleden by de groote Berlynsche October-verhuizing de Müllers en de Hannemanns in hetzelfde huis kwamen te wonen, klampte Müller het jonge meisje Hannemann als minnaar aan, by gelegenheid, dat zyn vrouw vyf weken uit de stad moest. Na haar terugkeer zette Müller achter haar rug de liefdesverhouding voort en nam op zekeren avond de vlucht, nadat hy, onder het voorwendsel zich onwel te gevoelen, zyn vrouw en kind alleen naar den circus gestuurd had. Voor zyn vlucht nam by het aan zyn vrouw toebehoorende erfenisje van 1500 a 1600 Mark uit de linnenkast, waar zy bewaard werden, zoodat het arme mensch opnieuw door haar ten tweeden male spoorloos ver dwenen man van haar beetje have en goed beroofd was. „Müllers zestigjarige vader is opzichter by den spoorweg naar Potsdam. Müllers moeder, geb. Josefln© Schwahn, leeft nog; zy is zeventig jaar en een zeer wakkere en gezonde vrouw. De ouders wonen in een der beambten woning gebouwen van den spoorweg, te B rlyn. De moordenaar maakte reeds voor zyn hu- weiyk, kort nadat zön leertyd om was, lang durige omzwervingen en trok daarby, naar men meent, ook Frankryk door." Omtrent Müller's verbiyf te Amsterdam meldt men aan de „N. R. C." van daar het volgende: Een onderzoek door ons ingesteld by de bewoners van het perceel Gerard-Doustraat No. 32, heeft het volgende aan het Jicht gebracht, waarvan een en ander geheel strookt met het van andere zydeD reeds medegedeelde. Müller hunrde in het einde der maand Januari 1896 de voorkamer der bewoonster van de eerste verdieping, na eerst eenige dagen in een logement en vervolgens korten tyd ergens en pension gewoond te hebben. Hy was volgens de juffrouw, die hem de kamer in de Gerard-Doustraat verhuurde, een man van midaeloare lengte met blond haar, blonden knevel en blozend uiteriyk en naar schatting ruim dertig jaar oud. Hy bewoonde de kamer met een jonge vrouw van 20 of 22 jaar, die by als zyn echtgenoote voorstelde, niet groot van gestalte, met donker haar en bruine oogen, blozend en vrooiyk van aard, Zy waren zonder eenig huisraad, alleen met wat ïyfgood, gekomen en moesten zich, daar de vrouw zelve voor den kost wil le zorgen, eenig keukeDgerei aanschaffen. Müller sprak zeer goed Hollandsch, maar de vronw alleen Duit8cb, zoodat de kamerverhuurster gedurende hun kort verbiyf te Amsterdam weinig van hen vernam. In het eind van Maart vertrokken de twee naar Rotterdam. De juffrouw kon alleen dit vertellen: dat Müller horlogemaker van beroep was en van Beriyn naar Amsterdam was gekomen om werk te zoeken; dat by vaak over het be ginnen van een eigen horlogewinkei te Am sterdam sprak: dat hy menigmaal op adver- tentiên schreef, waarin werk wérd aangeboden, dat by prompt de kamerhuur, 4 gld. 's weeks, betaalde en met zyne vrouw of beminde in de beste harmonie leefde. Zy stoeiden veel met elkaar, schertsend alsof zy pas getrouwd waren. Gedurende hun verbiyf te Amsterdam kwamen er nooit brieven uit het buitenland en kwam ook niemand hen bezoeken. In de maand Maart begaf Müller zich naar Rotter dam om werk te zoeken of uit te zien naar eene gelegenheid om daar een horlogewinkel te beginnen. Dientengevolge bleef de vrouw veertien dagen lang alleen in de Gerard-Dou straat. Intusschen had Müller te Rotterdam inderdaad werk gevonden by een bejaarden horlogemaker en reedB eene woning gehuurd in het perceel No. 14 op de Nieuwe Vee markt Derwaarts vertrokken man en vrouw in het einde der maand Maart. Do juffrouw in de Gerard-Dou-straat ver klaarde, den man nooit onder invloed van zenuwsaandoening of ook maar iets vreemds aan hem gezien te hebben. Hy was huissiyk en opgewekt en weltevreden met de vrouw, die hem near de oogen keek. Onderscheidene vragen werden gesteld om de identiteit van den huurder der kamer en den moordenaar te kunnen vaststellen. De juffrouw was niet in het bezit van portretteD, heeft Dooit acht geslagen op de merkletters in het lyfgo d van Müller's vrouw of bominde, hoorde haar en Müller elkander nooit anders toespreken dan met „man" en „vrouw", zoodat z'ö noch met den voornaam van den man noch met den voor- of achternaam der vrouw bekend werd, en ook bezit zy geen enkel gescbnft of ander aandenken van hen. Gemengd Nieuws. Uit Leiden wordt aan „De Werk mansbode" geschreven: Aan de werklieden der Kon. Nederl. Goud- en Zilverfabriek te Voorschoten is medegedeeld, dat de loonen met 1 Jan. 1898 een belangryke verlaging zouden ondergaan, ten gevolge der concur rentie. De maakloonen zouden met '/3 wor den verminderd. Voor de stukwerkers moet deze verlaging van zeer veel beteekenis zyi. Men meldt uit L e i d s c h e n d a m: Op een hoeve, toebehoorende en bewoond door den heer P. Van Wyk, te Wilsveen, onder de gemeente Stompwyk, naby L°idachendam, is eene brongasverlichting tot stand gebracht, voor zoover bekend, de eerste inrichting van dien aard in de provincie Zuid-Holland. Nadat de beer Van Wyk zich van de aan wezigheid van brandbaar gas in den bodem rondom zijn hoeve had overtuigd, word advies ingewonnen van den heer R. Nomen, te Beemster, met wien de heer Van Wyk verschillende, aldaar in werking zynde bron gasinstallaties heeft bezichtigd. Op het advies van den heer Nomen werd de proef genomen en het werk met zulk een gunstigen uitslag bekroond, dat een ieder thans met verbazing aanschouwt, hoe overvloedig de boerdery zichzelf van licht en ook van warmte voorziet. Niet minder dan 12 gasgloeilichteD, over de verschillende kamers en stallen verdeeld, en bovendien nog de noodige vlammen voor eep kookfornuis worden door den gashouder voort durend constant onderhouden. Alle pefcrolewn lampen, kookkachels, kookpannen, enz. nyu dan ook aan kant gezet. Toen hedenmorgen J. De Bruin, uit Stompwyk, met zyn paard en melkwagen op weg naar huis was, liep er even buiten het dorp Zoeterwoude een wiel van z(n brik. Ofschoon er geen peraooniyke ongelukken by plaats gehad hebben, kon hy toch niat voor komen, dat zyn medepassagier onverdacht op den grond terechtkwam. Officiëele taaL In een brief aan den gemeenteraad schryven B. en Ws. van 's Gravenhage, dat zy iemand tor benoe ming by het Middelbaar ODderwys voordragen, „na verhoor van den inspecteur." Onder toeloop van vele nieuws- gierigen werd Zaterdagmiddag te 's Graven hage tusschen twee politieag- nten geboeid naar het commissariaat aan de Nieuwe Haven ge bracht een als heer gekleed persoon, die aan den Bezuidenhoutschen weg o: heeterdaad zou zyn betrapt op diefstal van een rijwiel. De landauer met spar. paarden, zynde de hoofdprys der landbouw-tentoonsteJ- ling te 's-Gravenhage, is ten deel gevallen aan den zoon v den landbouwer Groenenboom, te Oud-Cru i.gemeente Rotterdam. Het ongeluk, den luit. Singels onlangs te 's-Gravenhage op het concours hippique overkomen, heeft ernstiger gevolgea gehad dan men aanvankelijk vermoedde. De toestand is wel niet verontrustend, doch nog oen geruimen tyd gedwongen rust zal hy zich moeten getroosten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 2