N°. 11535.
A0. 1897
Qeze <gourant wordt dagelijks» met uitzondering
van (gon- en (feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Femlleton.
Zaterdag 3 October.
LEIDSCH
PEIJ8 DEZEB COURANTS
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENT IËN:
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Officieel© Kenuis^ovingen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien het adres van J. WARMENHOVEN, houdende
verzoek om vergunning tot oprichting van eene
bakkery in het perceel Pieterakerk-Koorsteog No. 10
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bfl deze kennis aan het publiek, dat ge
noemd verzoek met de belagen op de Secretarie
dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede, dat op
Donderdag 14 October a. 's 7oormiddags te elf uren,
op het Rea4hnis gelegenheid zal worden gegeven,
om bozwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
30 Sept. 189T. E. KIST, Secretaris.
Leiden, 1 October.
Op 8 October a. s. is de heer C. W.
Kouw, Heerenstraat, reeds 36 jaar in 'e Rijks
dienst, waarvan 15 jaar by den artillerie- en
constructie winkel te Delft als instructeur en
daarna als custos mechanicus aan het Natuur
kundig Laboratorium alhier.
Heden werden van de Kweekschool voor
Zeevaart alhier 103 jongens overgebracht
naar Hr. Ms. instructieschip „Admiraal Van
Wassenaar", te Amsterdam.
By min, beschikking zyn dr. J. C. J.
Bierens de Haan en dr. C. S. Lechner eervol
ontslagen als assistent in het ziekenhuis aan
d9 Ryks-universiteit te LeideD, en als zoo
danig voor het tydvak van 1 October tot en
met 31 December 1897 benoemd de heeren
A. A. Ladage en G. J. Scboute.
Benoemd zyn tot assist.nten aan 's Ryks
Veearts6ny8chool te Ut echt, voor het tyd
vak van 1 October 1897 tot en met 30 Sep
tember 1898, de veeartsen C. S. Jeronimus
11 Antwerpen, H. Markus te Arnhem, en J.
Van Zyverden, te Haarlemmermeer.
Evenals de luitenant Alma, van het 4de
bataljon, is ook de luitenant Kruyt, behoo-
rende tot het 2ae bat. van het 4de regiment
inf. nterio, alhier in garnizoen, aangewezen,
om, mot ingang van heden, een cursus te volgen
aan de Normaal-Schietschool te 's-Gravenhage.
Door de aangewezen detachementen van
leide bataljons van bet 4de reg. inf., alhier
in garnizoen, welke by mobilisatie van het
leger een bijzondere opdracht te vervullen
hebben, werd gisteren oen oefening in het
mobiliseeren gehouden.
Van de 127 tot nu toe alhier aasgeko
men studenten zyn er 53 in de rechten, 30
in de medicijnen, 16 in de theologie, 18 in
de pbilosophie, 11 in do lettoren ingeschreven.
Het aantal candidaat-leden van het Leidsch
Studentencorps bedraagt 90.
Gedurende de 1ste helft der maand Sept.
zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de vol
gende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
W. Verbrugge en Mevr. Rooze, Amsterdam;
v. d. B;icl Verster, Breda; J. J. Fles en
C. Segaar, Dordrecht, H. Boilerman, S. v. d.
Vten, Wed. S. Martens en Mej. Reekens,
's-Gravenhage; J. G. Mol, Haarlem; Mej. J.
v. d. Poel, Hazerswoude; M. Jansen, Leur;
Bamming, Rotterdam; Mej. G. Schmidt, L.
De Groot, niet vermeld.
Briefkaarten: W. Karspe, Amsterdam; F.
Rehl, Delfos en Fortman, 's-Gravenhage; F.
Berg, Utrecht.
Brieven, besteld geweest naar het buiten
landM. W. v. Dey8sel, Brussel; Mevr. E. P.
Dumas, Dinant; Ds. Knottenbelt, HallePerry
Co., Londen; Mevr. F. v. Heel, Singapore.
- De sergeant Hofstede, die by bet onlangs
gehouden overgangsexamen van bet 1ste naar
het 2de studiejaar van den cursus by het
4de reg. inf. slechts in één vak te kort schoot,
heeft met toestemming van den inspecteur
van het militair onderwys her-examen in dat
vak mogen afleggen, waaraan hy voldaan
heeft.
- By de Leidsche Spaarbank werd in de
maand September ingelegd f 56,041.33 en
terugi.btaald f 54,939.53, terwyi zyn afgegeven
88 nieuwe cn geheel afgelost 58 boekjes.
Het gezameniyk tegoed der 10,910 deel
hebbers bedroeg einde Sept. ƒ2,114,001.64.
- Hedenmiddag ontvingen wy de Indische
bladen, loopende tot 1 S.-pteraber.
- Aan het postkantoor Warmond werd
gedurende de maand September ingehgd
ƒ6464.75 en terugbetaal! f 1753.50.
Gedurende het 3de kwartaal werd ingelegd
f 13,580.70 en terugbetaald ƒ9185.65.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 738.
- Aan het Rykstelephoonkantoor te War
mond werden gedurende de maand Sept. be
handeld 138 telegrammen, waarvan er 75 aan
kwamen en 63 werden verzonden.
Gedurende het 3de kwartaal werden er 493
behandeld, tegen 402 in 1896 over hetzelfde
tydvak.
- Op 1 October is te Zwammerdam In
ver inding met Bodegraven een Rykstelegraaf-
kantoor, ingericht met telephoondienst, voor
het algemeen verkeer geopend.
De diensturen zyn geregeld als volgt: op
werkdagen, van 8 u. 50 m. tot 11 u. 50 m.
's voor-, 12 u. 60 m. tot 2 u. 50 m. en 5 u.
50 m. tot 7 u. 50 m. 's namiddags, op Zon
en feestdagen van 7 u. 50 m. tot 8 u 50 m.
voor- en 12 u. 50 m. tot 1 u. 50 m. 'snamiddags.
- Aangezien zich van tyd tot tyd weder
nieuwe klachten voordoen omtrent hot
salueeren door minderen van het leger van
onderofficieren on korporaals der schutterij
heeft de scbuttery-kaderbond in het „Militair
Weekblad" doen opnemen het welwillend
8cbryven, hetwelk door het hoofdbestuur in
1892 van den toenmaligen minister van oorlog
den heer Seyffardt werd ontvangen en lui
dende
„Naar aanleiding van den inhoud van uw
schreven, dd. 21 Augustus jlNo. 1257,
heb ik de eer u als myne meening te doen
kennen, dat de onderofficieren en mindere
militairen ran de landmacht verplicht zyn
aan het kader van de dienstdoende schuttery
de gebruikelyke eerbewijzen te geven, en
zulks zoo al niet op grond van uitdrukkelyke
wetteiyke bepalingen, dan toch met het oog
op juiste militaire begrippen, voor welktr
toepassing iedere militaire Autoriteit behoort
te waken.
Ik echt het, gelet op het vorenstaande,
niet noodig te dezen opzichte nader algemeene
voorschriften aan de autoriteiten der land
macht te geven.
Maar ingeval my door n bepaalde leiten,
met aanwyzing van plaatsen en van personen,
worden vermeld, waaruit mg blykt, dat in
stryd met vorenstaande verplichting wordt
gehandeld, zal ik niet nalaten deswege een
onderzoek te coen instellen en zoe noodig den
betrokken chefs met betrekking tot de onder-
werpelyko aangelegenheid bevelen te doen
toekomen."
De Tweede Kamer heeft gisteren benoemd
tot leden der Commissie voor de verzoek
schriften, de heeren: Smeenge, Smidt, Van
Stirurn, Van Basten Batenbnrg en 't Hooft;
tot rapporteurs over de Indische begrooting
voor 1898, de heeren VanStirum, Pynacker
Horiyk, Bahlmann, Verbey on Mackay.
Woensdag te elf uren sa! het onderzoek
der Staatsbegrooting in de afdeelingen plaats
hebben.
De leden van de PhilhannoDische Kapel
te Sche/eningen hadden zich, nadat officieus
de benoeming van hun 1-ider, prof Mann-
stadt, tot ridder in de orde van Oranje Nassau
bekend geworden was, verstaan om den ge-
vierden dirigent hiermede hunne ingenomen
heid te betuigen. Toen de directeur Woensdag
avond de zaal binnentrad op weg mar zyn
lessenaar, werd hy door bet muziekcorps met
fanfares begroet, die by het talryke publiek
oen echo vonden in een daverend applaus.
Als advocaat by den Hoogen Raad is
beëedigd Mr. C. O. Segers.
Benoemd is tot surnumerair der poste
ryen en telegrapbie de heer IJ. Bakker, te
Hillegom.
By bet onderwys in de ziektekundige
ontleedkunde van den hoogleeraar dr. C. H.
Kuhn L.Hzn. aan de universiteit te Am
sterdam is voor het studiejaar 1897/98 be
noemd tot assistent dr. F. L. Driessen.
De heer Van Kol bracht deze week in
de Tweede Kamer den Atjeh-oorlog ter sprake,
maar slechts terloops. Ook mevrouw Van Kol
heeft er iets meer van gezegd, en wel in
„De Vrouw" Zy deelt nl. mede, dat haar
echtgenoot in de Kamer spoedig dien oorlog
ter sprake zal brengen en op het beëindigen
or van zal aandringen. „Niet een plotseling
en ondoordacht afcommandeeren van den
oorlog wil hy eischen, maar het samenstellen
oener commissie van mannen van verschil
lende richting, bekend als eerlijk en onpartydig,
om te beraadslagen over de beste wyze van
doen in deze."
Mevrouw Van Kol wekt nu deNederlandsche
vrouwen op deze poging te steunen. Zy stelt
voor op lysten handteekeniogen te verzamelen
onder dezen korten eisch: „"Wy, vrouwen
van Nederland, wenschen een einde te zien
gemaakt aan den Atjeh-oorlog 1"
Dat is bondig. De dames hebben het maar
voor het zeggen.
De Koninginnen brachten gisternamiddag
een bezoek aan Haarlem.
Op het perron van het station werden de
hooge bezoeksters ontvangen door den burge
meester, jhr. Boreel van Hogelanden, en den
secretaris, mr. Rasch.
H. M. de Koningin was gekleed in een
japon van blauwe gebrocheerde zyde, met
witten mantel en een hoed met witte en
blauwe veeren.
H. M. de Koningin Regentes was geheel
in het zwart.
De Vorstinnen waren vergezeld van een
klein gevolg, van vi*r personen, bestaande
uit de baronessen Rengers en Van Ittersum,
den adjudant Groveetins en den ordonnance-
officier Six.
Door de versierde restauratiezaal werden
HH. MM. naar de gereedstaande rytuigen
geleid. Het talryke publiek op het Stationsplein
juichte de Vorstinnen geestdriftvol toe, die
gebruik maakten van een rytuig van mevr
Van Lennep, geb. Deutz van Assendelft, dame
du palais, te Heemstede. De burgemeester
reed in zyn door hemzelven bestuurd rytuig
vooruit.
Langs de Kruisstraat, Barteljorisstraat en
Groote Houtstraat ging de stoet regelrecht
naar het Koloniaal Museum in den Hout.
De directeur van het Museum, de heer F. W.
Van Eeden, en zyn adjunct, dr. M. Gresboff,
leidden HH. MM. rond.
In de met groen en palmen versierde ves
tibule boden de kleinkinderen des directeurs den
hoogen bezoeksters bouquetten aan. In de kamer
der verzameling insecten, enz. werd de entomo
loog van het Museum, de heer H. Veen, voor
gesteld. In de bibliotheek weiden zy ontvan
gen door mej P. C. Ltndo en werden ook
de dames Moll en Hoevenaar, werkzaam aan
het bureau, en mej Harkman, voorgesteld.
Het was de uitdrukkelijke wenscb geweest
van Hare Majesteiten, dat tydens Haar bez;ek
niemand dan de heer Van Eeden daar aan
wezig zou zyn.
Van de verdere plannen der Vorstinnen wist
men niets. Wel werd er gemompeld van een
bezoek aan het Stedelyk Museum op het Stad
huis en van een kykje in Teylers schilderytn
kabinet, maar het eerste was niet zeker en het
tweede minder dan dat. Intussclien wachtte,
nadat do Koninginnen het museum waren
binnengegaan, in de heedyke omgeving een
menschtn-maBsa van duizenden op Haren
terugkeer. Daartusschen stond een lange file
van equipages en huur-ry tuigen. Ook het bordes
van het Paviljoen boven den ingang van het
Museum was vol menschen.
Wel werd hun geduld op een zware proef
gc-steld, want Hare Majesteiten bleven uren
lang binnen - maar in stede van te vermin
deren, groeide de schare steeds aan, en toen
ten slotte de Koninginnen te vyf uren weder
te voorschyn kwamen en in de rytuigen
stapten, juichten duizenden Haar met geest
drift toe.
De kleine stoet, nu gevolgd door een landauer
waarin verslaggevers der pers gezeteD waren,
keerde langs denzelfden weg, dien zy des
middags gekomen was, naar de Groote Markt
terug. En langs de Dreef, op het Houtplein
en de geheele Groote Houtstraat verdrong
zich een dicht opeengepakte menigte, die den
Vorstinnen by het voorbygaan een jubelenden
groet bracht.
Het was toen tien minuten over vy ven en
eerst 5.42 zou de speciale trein Hare Majes
teiten naar Den Haag terugbrengen. Thans
werd nog een kort bezoek gebracht aan het
Stedelyk Museum. In de groote zaal waren
de wethouders verzameld en tal van ambte
naren der gemeente. In 't Museum, waar be
halve 't g3volg niemand dan de Koninginnen
aanwezig waren, werden de honneurs waar
genomen door drie commissarissen, de heeren
S. J. graaf Van Limburg Stirum, C. J. Gonnet
en J. H. Scholten.
Het was balfzes, toen de Koninginnen zich,
wederom door een dichte, jubelende menigte
langs de met vlaggen kwistig versierde
Barteljorisstraat, Kruisstraat en Kruisweg
naar 't station begaven. Hier doed Haar de
burgemeester wederom uitgeleide en, terwyi
de Koningin een talryk op het perron ver
zameld publiek minzaam groette, sprak de
Regentes Hare ingenomenheid uit met de
vriendeiyke ontvangst, die der Koningin en
Haarzelve van de zyde van Haarlems burgery
was ten deel gevallen.
- Harer Majesteits minister-resident te
Bucharest, baron Gevers, is gisteravond in
da residentie aangekomen en in het „Hötel
des Indes" afgestapt.
- H M. de Koningin maakte gistermorgen
een rytorr met de prinsesjes Von Wied.
- Woensdag dineerde de vorstelyke familie
Von Wied by Hare Majesteiten ten Hove.
- By de vorstelyke familie Von Wied in
het Paviljoen to Schevenlngen had gisteren
een déjeuner plaats, waaraan door den Duit-
schen gezant en eonige hofdignitarissen met
dames werd deelgenomen.
Gistermiddag ontving de prinses theebezoek.
- Het examen van hen, die wenschen to
worden toegelaten tot de verbintenis als vrij
williger voor het reservekader by het wapen
der genie van de 1ste en 2de categorie, m
art. 4 van bet koninfciyk besluit van 7 Juni
1897 No. 31 vermeld, zal dit jaar plaats hebben
op 22 November a. s., en zoo noodig op een
of meer volgende dagen.
De aanmelding voor het examen moet plaatr
1 hebben vóór 22 October a. s., by deE com
mandeerenden officier van het corps genie
troepen te Utrecht.
Voor verdere byzonderheden zie men do
#Staat8-Courant" No. 229.
- Te Nymogen heeft de 75-jarige mère
Xaveria Kramer den dag herdacht, waarop
zy vóór 50 jaar in het klooster der Urselinen
te Dorsten trad. Zy wa6 eene dergonen, die
in 1875, tyiens den Culturkampf, uit Duitsch-
land werden verbannen. Zy nam de wyk
naar Nymegen.
Mère Xaveria wydt zich, evenals haar mede
klooster-zustors, aan het onderwijs en de
opvoeding der jonge dames in het zeer druk
bezocht pensionaat, zoodat zy algemeen be
kend is.
Buitengewoon talryk waren de bewyzen
van achting en belangstelling van heinde en
ver, welke de oude dame ten deel vielen.
In deu Sneltrein.
i)
Toen het gerucht van een aanstaand hu-
weiyk van Valentin Sancerre zich in onze
sociëteit verspreidde, kwam er geen eind aan
de uitroepen van verbazing, waarmede het
begroet werd. Wat, hyi Die verstokte oude
vryerl die sceptische Paryzenaar, dio alle
gedachten aan een huiselQken haard ver van
zich wierp, de vroolyke snuiter, die honderd
maal gezworen had, Bdat hij zich nooit zou
laten vangen," kortom, die Valentin zou in bet
huwelyksbootje stappen I En wie was de ge
lukkige? Een weduwe I Erger dan datiemand
uit de provincieI We begrepen er niets vanl
De eerste maal, dat ik hem tegenkwam,
haastte ik my om hem aan te spreken en
er hem eens over te onderhouden.
Ik heb nu geen tyd," zeide hy my.
„tot over myn ooren zit ik ia de besognes,
ik kom van het stadhuis en ben op weg
naar Stern, den graveur, die in de passage
van het Panorama woont, om communicatie-
brieven te bestellen.Maar als je wilt, ga
dan zoo ver mede."
Heel gaarne I" antwoordde ik.
Wy waren toen ongeveer voor de Madeleine
en vervolgden arm in arm onzen weg langs
de boulevards.
De geschiedenis is zeer eenvoudig," zeide
iny Valentin, „en uiterst gewoon, maar wilt
ge er gaarne alles van weten.dan onder
werp ik my.
In Februari, moet je dan weten, ging ik
naar Nizza om de carnavalsfeesten by te
wonen, 's Nachts reizen vind ik verfoeilyk.
Ik vertrok dus 's morgens met den trein van
8.55 en hoopte te 6 minuten over twaalven
'8 nachts te Marseille aan te komen. Een dag
wilde ik doorbrengen in Marseille, waar myn
goede vrienden Rombaud, uit de straat Saint-
Ferréol, my met het ontbyt zouden wachten
den volgenden morgeji zou ik naar Nizza
vertrekken, alwaar ik dan 's middags om twee
uren dacht aan te komen.
Aan het Lyonsche station stonden de
menschen gepakt als haringen. Dank zy de
spreekwoordeiyke welwillendheid van den sta
tionschef, den beer Frégnoul, kon ik in een
coupé een heel goede plaats krygen. Behalve
ik was er nog een andere reiziger in de
coupé, een gedecoreerde meneer met een
streng gelaat en een uiteriyk alsof hy admi
nistrateur wae; zyn bagage bestond alleen
uit een portefeuille. Waarschyniyk zou Ik niet
lang van zyn gezelschap profiteeren, en dan
zou ik alleen zitten. Geheel alleen.De
eenige manier om een spoortreinreis draagiyk
te maken.
Iedereen was gezeten, de trein zou dadeiyk
vertrekken, toen er vlak by het portier een
twistgesprek ontstond.
Neen, mynheer! duizendmaal neen!
zeide een zeer frissche vrouwenstem met een
onmiskenbaar zuideiyk accent; „ik heb een
coupé-lit besteld, ik moet een coupé lit hebben."
Maar, mevrouw, er is er geenl"
U hadt, ingevolge myn Bchryven, daar
zorg voor moeten dragen."
Wy hebben geen brief ontvangon, me
vrouw."
Laat dan een wagen aanhaken."
Onmogelijk I het voorgeschreven aan
tal hebben wy al bereikt - komaan, haast u,
de trein moet vertrekkon."
Ik moet toch een plaatB hebben."
En ik bied u er twee aan in deze
coupé."
Daar?"
Ja, daarl"
Een klein bruin hoofd vertoonde zich aan
het portier, doch trok zich dadeiyk verschrikt
terug.
Daar zitten twee heeren!"
Welnu, mevrouw, ik kan n toch geen
coupé voor u alleen geven!"
Hot zy zoo - dan vertrek ik niet"
Zooals u wilt! De trein gaat wegt
ik geef het sein!"
Wacht even, mynheer, wacht even. Ik
moet noodzakeiyk vertrekken en daar my
niets anders overbiyft dan deze coupé maar
aan bet eerstvolgend station kryg ik een
slaapwagenl"
Ja, mevrouw, jawel, mevrouw
Gy zult er om telegrapheeren
Ja, mevrouw, jawel, mevrouw....1'
Gy belooft het my?"
Ja stellig 1"
Zeer zeker?"
Ja ja duizendmaal
Het portier ging opon; het kleine bruine
boofd kwam naar binnen, Legeiykertyd met
een hoop pakjes en taschjes; een schril ge
fluit weerklonk.
Wy waren onderweg.
De administrateur stond zeer galant op en
ging naast my zitten, om een geheelen kant
van het rytuig voor de nieuw aangekomene
vry te laten.
Zonder ons met een blik te verwaardigen,
rood van woede, met haar coiffure eenig3zins
in de war, schikte zy haar pakjes in het
netwerk en rondom zich heen met een haast,
aan alle lieden eigen, die eenige saaie uren
in een waggon moeten doorbrengen. Er waren
een tascb, twee tasscben, drie taescben en
eenige reisdekens.
Haar handelingen bespiedde ik steels-
gewyze. En lk herzeg „met vreugde." Want
inderdaad is het toch prettiger met een knappe
vrouw te reizen dan met een ouden, gebrilden
Engelschman.
„Het was zeer koud. De met sneeuw bedekte
landstreek, die door de zon flauwtjes werd
beschenen, scheen aan weerszyden van den
wagen te ontvlieden.
De reizigster, tot aan haar kin in baar
reisdekens gebuid, keek onophoudeiyk door
het linksche vensterde administrateur haalde
uit zyn portefeuille groote gele, groene,
blauwe bedrukte papieren, die hy zeer aan
dachtig scheen na to lezen; wat my aanging,
op myn gemak gezeten met myn voeten op
de waterstoof, begon ik den stapel aan het
station gekochte couranten te doorsnuffelen
om den tyd te dooien.
„21 Minuten over elven, Larochel"
De trein staat stil. Do administreerende
mynheer rangschikt zyn papieren, staat op,
groet en verlaat den trein. Nauweiyks is hfl
uitgestapt, of hy wordt verwelkomd door den
stationschef, die hem „Mynheer de Inspecteur",
betitelt.
Do reizigster gaat voor het portier staan.
Mynbeer de stationschef 1"
Mevrouw 1"
Men heeft u zeker van uit Parys om
een slaap-compartiment getelegrapheerd."
Zeker, mevrouw ik heb het telegram
overgedragen."
Wat! overgedragen men zal my dus
niet dadeiyk dat slaap-compartiment geven?"
Onmogeiyk, mevrouw Wy hebben hiec
geen rytuigenTe Lyon zult u het pas
kunnen krygen."
Te Lyonhoe laat?"
Om 5.45, mevrouw."
Dus nog een gansche dagl.... Maar,'
mynheer, ik kan tot zoo laat hier niet in dis
coupé blyven Dat is onmogeiyk De
wil niet
Wees voorzichtig, mevrouw, de trein
vertrekt."
En de trein vertrok.
Zy kroop weer in haar boek, woedend,
en nam niet de minste notitie van my, terwyi
ik myn tiende courant begon te lezen.
Slot volgt J