N#. 11533.
Donderdag 30 September.
A0. 1897
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van fan- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 29 September.
Feuilleton.
Het verdwaalde Eind.
LEIDSCH
PRUS DEZER COURAJIT: -
Voor Leiden per 3 maandenL10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommerso,05.
PRUS DER ADVEBTENTnSN
Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer C.17J. Grootero
letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Tweede Blad.
Olüoieele Kennisgevingen.
KENNISGEVING.
NATIONALE J1ILITIE.
Oproeping tot den werkeiyken dienst*
De Burgemeester der gemeente Leiden,
Gezien do circulaire van den heer Commiesaria
der Koningin in de provincie Zuid-Holland, van den
12den Augustus 11., Provinoiaal blad No. 45;
Brengt ter kennia van de na te noemen lotelingen
dezer gemoento, voor de lichting van dit Jaar, die
bij de bereden corpsen zijn iDgelgfd en, overeen
komstig art. 57, 2de lid, van het Koninklijk besluit
van 8 Mei 1862 (Staatsblad No. 46), na hunne
inlijving, tot nadere oproeping, met verlof zijn ge
zonden, dat zij op Vrgdag den lsten October aan
staande in werkelgken dienst zullen worden gesteld,
ten einde te worden gekleed en geoefend, als:
WILHELMUS FRANCI8CÜ8 VAN DEB KLIS,
lotingBu0. 108, ingedeeld bij het 8de regiment Hnzaren,
in garnizoen te Leiden;
JACOB RIETHOVEN, lotingen*. 155, PIET EB
GERARD VAN DER STEEN, lotingsn0. 195, en
QERARDUS VAN WIJK, lotingen0. 213, allen inge
deeld bij bet 2de regiment Huzaren, in garnizoen
te Haarlem;
dat mitsdien de bedoelde lotelingen bg deze onder
de wapenen worden geroepen, zullende zg zich
reobtstroeks Baar de voor ieder hnnner hierboven
aangewezen garnizoensplaatsen moeten begevon, onder
Torplichting wyders om te zorgen, dat zij aldaar op
gomolden dag, vóór vier uren dos namiddags, zullen
Zijn aangokomeu.
Leiden, Ito Burgemeester voornoemd,
18 Sept. 1897. P. WAS.
KENNISGEVING.
Loting voor de Nationale militie.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Brongen tor kennis van de belanghebbenden
dat de loting der in dit jaar voor de lichting van
1898 binnen deze gemeente voor de Nationale Militie
ingeschrevenen, alzoo voor hen, die geboren zjjn in
bot jaar 1878, zal geschieden in een der vertrekken
van het Bacdhuia alhier, ea wel;
op Vrgdag den 8sten October 1897,
voor de ingeschrevenen, wier gee'achtenamon, naar
alphabetieche volgorde, beginnen met de letters
A, B, C, D, E, F, Q, H, I, J en K tot en met
A. KOET;
en op Zaterdag den 9den Octobor 1897,
voor do ingwehrevenen, wier geslachtenamen, naar
gemelde volgorde, beginnen met de letters K van
af N. KOK, L, M, N, O, P, Q, R, 8, T, V, W,
X, Y en Z;
op beide dagen aanvangende des morgens te
b a 1 f ti e n;
voorts, dat tot het doen opmaken van do getuig
schriften, vermeld bij art. 68, ter bekoming van
vrijstelling wegoos brc ederdienst of op grond van
te zijn eenige wettige zoon (welke getuigschriften
worden afgegeven op de getuigenis van twee bg den
burgemeester bekende en te goeder naam en faam
itaande ingezetenen, die zich ieder voor de waarheid
van hot daarbij verklaarde, door mede onderteebening,
verantwoordelijk stollen), de ge'egenheid bestaat ter
Seoretario dezer gemeente, op werkdagen vaa Maandag
1 November a. e. tot en met Zaterdag 13 November
d. o. v., van des voormiddags tien tot dos namiddags
drie uren.
De vergaderingen van de „Vereeniging
tot bevordering der Bouwkunst" alhier, zullen
weder een aanvaug nemen op Donderdag 30
Sept. a. 6., des avonds te 8 uren. Als spreker
zal optreden de heer C. W. H. Verster, met
het onderwerp: „Een en ander over Ornament
in verband met de Natuur" (met lichtbeelden).
De heer R. Rappard alhier, onlang6 ge
slaagd voor het examen als onderwijzer en
laatst werkzaam als zoodanig aan de openb.
lagere school onder leiding van het school
hoofd den heer Hockx alhier, is benoemd tot
tijdelijk onderwijzer aan een der o. 1. scholen
te Amersfoort.
In een vorig nommer hebben wfl reeds
uit de .Staatscourant" enkele van de na 1
October a. s. geldende bepaliDgen medegedeeld
betreffende het gebruik van den intercommu-
nalen telephoondienst.
Bij beschikking van den directeur-generaal
der posterijen en telegraphie zijn nu nadere
bepalingen vastgesteld, waarin wordt herin
nerd, dat door ieder, die zich bij een publieke
spreekcel voor den intercommunalen Rjjks-
telepboondienst aanmeldt, van den intercom
munalen telephoondienst, onder de by konink
lijk besluit vastgestelde voorwaarden, kan
worden gebruik gemaakt.
De geabonneerden van het plaatselijk tele-
phoonnet, die de bevoegdheid wenschen te
erlangen, om, van hunne woningen uit,
intercommunale verbindingen aan te vragen,
bebooren zich by den directeur van het
Rijkstelegraafkantoor ter plaatse, waar het
intercommunaal Rykstelephoonbureel geves
tigd is, aan te melden, een aanvraagbiljet te
onderteekenen, de vastgestelde som van ƒ5
in verhouding tot het nog loopende gedeolte
des jaars te betalen, en als depot voor kosten
der te voeren gesprekken eene som van ten
minste 10 te storten.
De geabonneerden, die de genoemde 5
per jaar niet hebben gestort en intercommu
naal wenschen te spreken, behooren zich by
den directeur aan te melden, bet aanvraag
biljet te onderteekenen en als depot voor de
kosten, verschuldigd by het gebruik van be
doelde telephoonlijnen, ten minste 5 te
storten.
Zy, die de boven bepaalde sommen hebben
gestort, zijn gehouden het depot terstond aan te
vullen, wanneer dit door kortingen wegens ge
voerde gesprekken tot uiterlijk ƒ1 is ver-
mindord.
Elk gesprek, aangevraagd uit een perceel,
bewoond door een geabonneerde van het ge
meentelijk telephoonnet, wordt geacht door
dien geabonneerde te zyn aangevraagd.
De belanghebbenden zullen steeds het recht
hebben hun depot, voor zoover dat na aftrek
der kortingen aanwezig is, op te vragen;
alsdan zal hun tegen inlevering der door het
Ryk verstrekte depot-quitantie het bedrag
worden uitgekeerd, dat, na aftrek der aan
het Ryk verschuldigde gelden, beschikbaar
is. Door dit terugvragen van het depot ver
valt de bevoegdheid tot het aanvragen van
verbinding over intercommunale telephoon-
Uinen uit ander* plaatsen dan de publieke
spreekcellen.
De directeur van het Rykstelegraafkantoor
alhier deelde in een advertentie reeds mede,
dat van heden af op zyn kantoor de gelegen
heid bestaat voor het onderteekenen van bil
jetten voor de aanvraag tot deelneming aan
het intercommunaal Rykstelepboonverkeer.
Aan het diner by Hare Majesteiten heb
ben Maandag deelgenomenbaron Yan Brienen
vau de Groote Lindt, lid van den Raad van
Yoogdy, E. baron Sweerts de Landas Wyborgb,
oud lid in den Raad van Indië, jbr. Yan der
Staal van Piershil, gezant van de Koningin
te KoD8tantinopol, en mevrouw Van der Staal.
Het vertrek van de Koninginnen naar Het
Loo is bepaald op Zaterdag ate circa
halftien.
De dienst, die de Koninginnen vergezelt,
bestaat uit: jhr. mr. Van Pabst van Binger-
den, kamerheer; jhr. Van Tets, adjudant, en
jhr. Van Suchtelen van de Haare, ordonnance-
officier.
Hare Majesteiten zullen Zaterdag 16 October
het diner der Provinciale Staten van Gelderland
te Arnhem bywonen.
Op 1 October treden do nieuwbenoemde
inspecteurs der posteryen en telegraphie,
Engelbregt, jhr. J. J. De Pesters, Yan Lidth
de Jeude en De Bloeme, reap. te 's-Graven-
hage, Zwolle, Leeuwarden en Groningen in
functie.
Op dien datum vangen ook de werkzaam
heden aan van de nieuwopgerichte inspectie
der spoorweg-postkantoreD, onder leiding van
den heer Menschaar. De beer J. Ten Cate,
commies der po3teryen 1ste kL, treedt op als
eerstaanwezend ambtenaar.
De Tweede Kamer heeft tot leden der
stenographische commissie benoemd de heeron
De Savornin Lohman, Schaepman en Hartogh,
laatstgenoemde ter vervanging van den heer
De Beaufort, die geen lid der Kamer meer is.
No. 22 van Ylaanderen's Nederlandsche
Opera Gi s geeft een Hollandsche vertaling
van Spinelli's 0 A bassa Porto" (Aan de
benedenhaven) met het portret van Orelio.
In de maand November a. s. bestaat
voor twee burgergeneeskundigen (artsen), die
voor den militairen geneeskundigen dienst
physiek geschikt zyn, gelegenheid om te
worden benoemd tot officier van gezondheid
der 2de klasse by het personeel van den ge
neeskundigen dienst der landmacht, onder het
genot eener premie voor eens van 2500.
De „StaatsCt." bevat verdere byzonderheden.
De kolonel J. T. T. C. VaQ Dam van
Isselt, commandant van het 8ste reg. inf.,
beeft van den minister van oorlog een speciale
opdracht ontvangen in verband met de bewer
king der wet op den persooniyken dienst
plicht. (Vad.)
Naar gemeld wordt, is het bedrag der
leening, voorgesteld door Burg. en Weth. te
Gouda, 79,000.
Het besluit van den Raad der gemeente
Doesburg, aangaande de aanvsarding van het
legaat van mr. A. W. M. C. Verhuell, groot
77,500, ten behoeve van een vaste brug
over den IJsel, is door Ged. Staten van Gel
derland goedgekeurd.
Yolgens „De Standaard" heeft de
verschyning der heeren Troelstra en Yan Kol
in de Tweede Kamer zoo op 't gezicht geen
onaangenamen indruk gemaakt, al deden zy
de beloften dan ook niet in rok en witte das,
maar gekleed in gewoon fantasie kostuum.
De heer Van Kol is van een zware, flinke
gestalte, met een blozend gelaat en krachtig
voorkomen, zoo niets van een socialist,
geiyk die door spotbladen wordt afgebeeld.
De heer Troelstra heeft een tengere gestalte,
een bleek gelaat, precies het tegenbeeld van
zyn partygenoot. Heel anders dan Domela
Nieuwenhuis in 1888, poogden beide socialisten
door hoffelyke buigingen voor den voorzitter
en de leden een goeden indruk, dien van
beschaafde en welopgevoede menschen, te
maken. Dit viel dan ook in goede aarde. De
heeren Rink, Drucker en Yerhey, na het
einde der vergadering ook de voorzitter,
kwamen hen verwelkomen, welk bewys van
courtoisie blykbaar door beiden op boogen
prys werd gesteld.
Ze namen plaats aan de liukerzyde onder
hunne partygenooten in de anti-kerkelyke
party, en bleven onder de Millioenenrede van
Pierson in de vergadering, nu -en dan een en
ander van wat zy uit deze rede opvingen
aanteekenende, terwyi de heer Troelstra naar
de voorzitterstafel ging en daar een discours
aanving met de heeren Smeenge, Smidt en
anderen.
- Men schryft aan het „Utr. Dbl.":
Op a. 8. Donderdag 30 dezer zal de heer
A. H. Van Thiel, de welbekende hoofdinspec
teur der telegraphie, na vyf en veertig jaren
aan dien tak van Staatsdienst gearbeid te
hebben, het dienstterrein verlaten.
En hoe heeft by gearbeid?
Niet alleen zaken behandelde de heer Van
Thiel. Hy ging ook, èn persooniyk, èn door
middel van vele circulaires, l.idend, radend,
vermanend, kortom in waarheid opvoedend
onder zyne ambtenaren door, en verkreeg op
die wyze eene inrichting en eeD personeel,
zóó voor zyne taak berekend en zóó met zyn
plichten en rechten bekend, dat de goede
naam er van tot in het buitenland doordrong.
Natuuriyk moet men van naby met den
dienst bekend zyn om dit alle3 meer m byzon-
derheden te apprecléeren. Maar de waardeering,
vooral onder de oudere ambtenaren, is dan ook
van dien aard, dat velen zich niet weerhouden
konden, het plan te vormen, hem op 29 Sep
tember een woord van dank en hulde te gaan
toespreken, en de beste wenschen te uiten
voor zyn toekomstig geluk.
- Aan de „KölDische Zeitung" wordt uit
Du8seldorf gemold:
„Onlangs bevatten verscheidene bladen het
bericht, dat de regeeringspresident alhier het
verzoek om naturalisatie afwees van alle
Nederlandsche onderdanen, die geen voldoende
verdiensten, en ook geen vermogen bezaten.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
thans in een bepaald geval beslist, dat voort
aan uit maatschappelyke beweegredenen in den
regel slechts dan een verzoek om naturalisa
tie afgewezen zal worden, indien de gemeente,
waar de aanvrager zich wil vestigen, tegen
de naturalisatie verzet aanteekent, omdat er
gevaar bestaat, dat de aanvrager of zyn gezin
tot armoede zal vervallen, en dit verzet
rechtmatig bevonden wordttenzy een staats
belang er tegen opweegt."
TWEEDE KADER.
By het voortgezet debat over het ontwerp-
adres van Antwoord op de Troonrede ver
dedigde de heer Vermeulen de algemeene
strekking van het ontwerp, met het oog op
de korte kennismaking van Regeering en
Kamer. De commissie is ook niet aanspra-
keiyk voor de mededeelicgen der Re^eering.
Het algemeen gejuich, nadat door de Regentes
de Troonrede was uitgesproken, is bet beste
antwoord op de rede geweest. Toejuichingen
De Minister Pierson beriep zich op statis
tieke gegevens en de mededeeliogen der Kamers
van Koophandel, ten bewyze, dat scheepvaart,
handel en nijverheid in 't algemem vooruit
gaan, al zy het niet geheel. Principieels ver
andering van het kiesrecht was van deze
Rtgeering niet te wachten, na de pas gegeven
uitbreiding en omdat dan juist gec-n sociale
hervormingen zouden kunnen tot stand komen.
In zake de StaatspeD9ionneering moet afge
wacht worden het rapport der Commissie.
Ook hy meende, dat ieder Nederlander do
Regentes dankbaar moet zyn.
De heer Van der Zwaag bleef by zyn ge
voelen en beweerde, dat de statistieken niets
beteekenen.
De heer Staalman zou ook tegen stemmen
en wilde, dat de Koningin in een omgeving
van waarheid zou gebracht worden.
De heer Kerdijk verklaarde mede te be
treuren de verklaring van minister Pierson,
dat in deze vierjarige periode geen princi-
piêele wyziging van het kiesrecht i3 te wach
ten. Hy zou by het begrootingsdebat daarop
terugkomen.
De algemeene strekking van het
ontwerp werd aangenomen met 86 tegen
6 stemmen.
Tegen stemden de heeren Yan Kol, Troelstra,
Nolting, Ketelaar, Staalman en Yan der Zwaag.
By de derde paragraaf spoorde de heer
Lieftinck krachtig aan tot verkryging van
heropening der grenzen. Hy wenschte de
Regeering meer moed toe dan haar voor
gangster.
De beer Van Kol betreurde diep, dat geen
woord in de Troonrede voorkwam over de
erbarmeiyke toestanden in Indië. Daarop en
op den toestand in Atjeh zou hy by de Indische
begrooting terugkomen.
Minister Pierson beloofde, dat zooveel moge-
ïyk hervormingen in Indië zouden worden
aangebracht en de Atjeboorlog door hand
having der tegenwoordige tactiek zou worden
beëindigd.
Die paragraaf en het geheele adres
werd aangenomen met 83 tegen 6 stem
men, dezelfde heeren, die tegen de algemeene
strekking stemden.
Daarna werd de vergadering gesloten.
Uit <le „Staatscourant".
Bij koninklijk besluit zijn benoemdtot ont
vanger der registratie voor do gerechtelijke akten
en der domeinen to Middelburg, J. D. Wetsels,
thans ontvanger der registratie eu domeinen te
Sliedrecht; tot bewaarder van de hypotheken, het
kadaster en de scheepsbewijzen en ontvanger der
registratie en domeinen te Deventer, B. Haga,
thans bewaarder van de hypothoken, het kadaster
en de scheepsbewijzen te Sneok-
Aan den heer C. J. W. Braess, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van
consul der Nederlanden te Hiogo (Kobe). De waar
neming van het consulaat aldaar is opgedragen
aan den heer T. Wassiliew.
De kapitein ter zee W, J Derx, met ingang van
16 October a. 9., gedetachoerd bij het departement
3)
Het is huiveringwekkend te bedenken
welk een ontzettend langzamen dood deze
arme man gestorven is. Daar hy geheel alleen
woonde, werd zyn lyk eerst weken later ge
vonden.
Een ander treurig voorval was voor twee
jaren gebeurd. Het was op den morgen van
Kerstmis, toen eenige reizigers diep in het
bo3ch een man op den grond zagen ligsen.
Toen de lieden naderden, vloog een schaar
kraaien en gieren kryschend omhoog. De arme
man ademde nog, maar zyn beide oogen waren
door de roofvogels uitgepikt en zyn lichaam
was geheel bedekt met mieren en andere
insecten uit het boscb. Hy bad geen kleeren
aan, want een „verbuschte" werpt, zooals do
ervaring leert, altyd zyn kleedingstukken
weg, wanneer zyn ïyden ondraagiyk wordt.
De struiken en boomen rondom hem heen
boden echter een eigenaardig schouwspel aan.
Op den eenen tak hing zyn horloge en ket
ting, op een andoren een beurs met geld, op
een derden een medaillon met photographie
en vorder pakjes met zilveren en gouden
muntstukken, alsof do beklagenswaardige in
zyn doodswaanzin door do gedachte werd
beheerscht, dat hy een kerstboom moest ver
sieren.
"Wij kwamen eindeiyk by de woning van
Conelly. Zyn vrouw was alleen. Zy ontving
ons zwygend, maar baar bleek, door smart
en angst verwrongen gelaat was welspreken
der dan woorden hadden kunnen zyn.
Het was te laat geworden, om nog dien
zelfden avond onzen onderzoekingstocht te
kunnen beginnen. Er werd dus vuur aange
legd onder de boomen en daarby het avond
maal gebruikt. Den nacht brachten wy, daar
de beperkte ruimte van Conelly's huis niet
toeliet zoovele gasten te herbergen, op de
medegebrachte dekens onder den vryen hemel
door. Wyi de lucht na zonsondergang in waar
heid veel fri8scher en zachter is dan op den
dag zelf, heeft zulk een kampeeren volstrekt
niets aangenaams.
Conelly was des nachts, na een lang, ver
moeiend, vruchteloos zoeken, weer naar huis
teruggekeerd. Hy begroette ons den volgenden
morgen en zeide, geheel terneergeslagen, dat
hy alle hoop opgegeven had, om zyn lieveling
levend te zullen weerzien.
„Het kind is nu twee nachten en byna
twee dagen zonder spys en drank in het
bosch. Wanneer het niet door ontbering
bezweken is, dan hebben de dingo's (wilde
honden) het zeker van kant gemaakt," zeide
hy, terwyi een diepe smart over zyn harde
trekken verspreid lag.
„Een laid „Kuuil" de kreet, dien men
elkander in het bosch toeroept, richtte onze
opmerkzaamheid naar een grooten, alleen
staanden Eucalyptu8boom. Wy zagen Jimmy
met beide handen levendige gebaren maken.
Hy was by het eerste aanbreken van den
dag stil opgesprongen van zyn leger en was
met zyn navorscbingen begonnen.
Hy was in steecis grooter wordende kringen
rondom het huis gewandeld en aan zyn scherpe
oogen was ook het kleinste teeken niet ont
gaan. Naar zijn bewegingen te oordeelen,
moest hy wat gewichtigs gevonden hebben.
Wy snelden naar hem toe. „Picaninny him
sit here," riep Jimmy ons in zyn gebroken
Engelsch toe. „Hier heeft het kind gezeten,"
wilde by zeggen. En by bad gelyk. Onder
een hoop ecalyptusbladeren stak het einde
van een kunsteloos byeengevoegden kettiDg
uit, zooals de kinderen van alle hemelstreken
gewoon zyn uit bladeren te vlechten, terwyl
de bladeren als ringen te zamen gerold en
deze weer tot een ketting aan elkander ge
hecht waren.
Hier was dus de eerste proeve van Jimmy's
wonderbare bekwaamheid. Dit was echter
□iet alles. Het kind was biykbaar in zyn
spelen verdiept, gedachteDloos in het bosch
gegaan, want Jimmy volgde een voor ons vol
komen onzichtbaar, voor hem echter duideiyk
spoor en nam van tyd tot tyd triomfeerend
een blad op, in welks boveneinde zich een kleine
spleet bevond. „Picaninny lose leaf" (kind
verloor een blad) zeide hy, daarby glimlachend.
En weder moeeten wy hem gelyk geven. De
kleine had onder het verder wandelen een
gedeelte van den ketting verscheurd en ver
strooid, en de bladeren, die met den steel
aan het benedeneind, door een spleet in het
boveneind van een ander blad gestoken waren,
hadden zich weer opgerold.
Jimmy bevond zich nn in groote opge
wondenheid. Hy kon nu niet meer ophouden
en gebruikte, terwyl hy verder wandelde, zyn
ontbyt, een weinig brood met vleesch. Wy
volgden dit voorbeeld en gingen evenals de
ganzen achter elkander aan, den leelyken man
achterna. De paarden en het zwaar bepakte
kameel werden ons op een afstand nagebracht.
Onze richting was naar het westen.
Hoe verder westwaarts men komt, des te
eenzamer en onherbergzamer wordt de land
streek. De talloozo papegaaien zyn verdwenen
en geen enkel geluid van vogels is meer te
vernemen. Het gras wordt steeds spaarzamer
en verdwynt hier en daar geheel. Men kan
zien, dat de grond hier op verre na zoo goed
niet is als op den grooten „Rud," want de
beroemde, zoozeer gezochte „roode aarde"
vindt men hier slechts op enkele plekken.
Voor den kolonist echter bestaat weinig
gelegenheid om te kiezen. Hy moet nemen,
wat hy krygen kan. Zelfs de boomen scbynen
een minder gezond voorkomen te krygen;
hun stammen zyn knoestig en zwart en de
takken haDgen slap, sap- en krachteloos naar
beneden.
De naakte bodem zag er helder-geel uit in
de gloeiende hitte en van tyd tot tyd ver
hieven zich dikke stofwolken en joegen over
het land heen. Overal deze onveranderiyke
boschgeeichten, dezelfde verbrande gele aarde,
met hier en daar roode plekken, die er als
bloedvlekken uitzagen, dezelfde herhaling van
verkommerde en verdroogde boomen.
„Hoe in alle wereld kan het mogeiyk zyn,
dat menschen hier nog hun levensonderhoud
vinden?" vroeg een van allen. Het antwoord
daarop was het dikwyis gehoorde, laconieke
„wool" (schapenwol). „Ja, maar waar voeden.
zich de schapen dan hier mede hier ie
immers geen gras?"
„De zaak is niet geheel en al zoo erg als
men denken zou," zeide onze gastheer. „Het
bosch is geen open boek, dat door ieder
vreemde kan worden gelezen. Op dit oogen-
blik houdt de natuur wel is waar haar hulp
bronnen verborgen, maar laat eerst eens een
weinig regen komen, dan zult ge verbaasd
zyn, hoe de woestyn als door toovery Ineen
vruchtbaar Kanaan wordt veranderd. En dan
weten de geduldige schapen zich ook Dog ln
den slechten tyd te schikken
Wy waren ongeveer vjjftien Engelsche
myien ver gegaan en nog altyd volgde Jimmy
langzaam, maar zeker het onzichtbare spoor.
Een uit den weg gerold steentje, een eigen
aardig neergeworpen blad en de minste
verandering op den weg spraken een voor
hem duidelyke taal. -
Zorgvuldig rondziende, ging hy stap voor
stap verder. Zyn oogen waren overal. Zyn
gehoor, ja zelfs zyn reuk scheen een gewichtige
rol by zyn onderzoek te spelen. Al zjjneterk
ontwikkeld waarneraingstalent wa3 In volle
werkzaamheid.
De hitte werd langzamerhand oodraagiyk.
Gy, lieve lezer in Europa, die goo dikwyis
in den zomer over „tropische hitte" klaagt,
gy vermoedt niet, tot welk een ontzettende
hoogte het kwikzilver gednrendo den langen
AustralischQn zomer stflgen kan.
fWordt vervolgd).