N#. 11533. Donderdag 30 September. A0. 1897 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van fan- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 29 September. Feuilleton. Het verdwaalde Eind. LEIDSCH PRUS DEZER COURAJIT: - Voor Leiden per 3 maandenL10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommerso,05. PRUS DER ADVEBTENTnSN Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer C.17J. Grootero letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Tweede Blad. Olüoieele Kennisgevingen. KENNISGEVING. NATIONALE J1ILITIE. Oproeping tot den werkeiyken dienst* De Burgemeester der gemeente Leiden, Gezien do circulaire van den heer Commiesaria der Koningin in de provincie Zuid-Holland, van den 12den Augustus 11., Provinoiaal blad No. 45; Brengt ter kennia van de na te noemen lotelingen dezer gemoento, voor de lichting van dit Jaar, die bij de bereden corpsen zijn iDgelgfd en, overeen komstig art. 57, 2de lid, van het Koninklijk besluit van 8 Mei 1862 (Staatsblad No. 46), na hunne inlijving, tot nadere oproeping, met verlof zijn ge zonden, dat zij op Vrgdag den lsten October aan staande in werkelgken dienst zullen worden gesteld, ten einde te worden gekleed en geoefend, als: WILHELMUS FRANCI8CÜ8 VAN DEB KLIS, lotingBu0. 108, ingedeeld bij het 8de regiment Hnzaren, in garnizoen te Leiden; JACOB RIETHOVEN, lotingen*. 155, PIET EB GERARD VAN DER STEEN, lotingsn0. 195, en QERARDUS VAN WIJK, lotingen0. 213, allen inge deeld bij bet 2de regiment Huzaren, in garnizoen te Haarlem; dat mitsdien de bedoelde lotelingen bg deze onder de wapenen worden geroepen, zullende zg zich reobtstroeks Baar de voor ieder hnnner hierboven aangewezen garnizoensplaatsen moeten begevon, onder Torplichting wyders om te zorgen, dat zij aldaar op gomolden dag, vóór vier uren dos namiddags, zullen Zijn aangokomeu. Leiden, Ito Burgemeester voornoemd, 18 Sept. 1897. P. WAS. KENNISGEVING. Loting voor de Nationale militie. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Brongen tor kennis van de belanghebbenden dat de loting der in dit jaar voor de lichting van 1898 binnen deze gemeente voor de Nationale Militie ingeschrevenen, alzoo voor hen, die geboren zjjn in bot jaar 1878, zal geschieden in een der vertrekken van het Bacdhuia alhier, ea wel; op Vrgdag den 8sten October 1897, voor de ingeschrevenen, wier gee'achtenamon, naar alphabetieche volgorde, beginnen met de letters A, B, C, D, E, F, Q, H, I, J en K tot en met A. KOET; en op Zaterdag den 9den Octobor 1897, voor do ingwehrevenen, wier geslachtenamen, naar gemelde volgorde, beginnen met de letters K van af N. KOK, L, M, N, O, P, Q, R, 8, T, V, W, X, Y en Z; op beide dagen aanvangende des morgens te b a 1 f ti e n; voorts, dat tot het doen opmaken van do getuig schriften, vermeld bij art. 68, ter bekoming van vrijstelling wegoos brc ederdienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon (welke getuigschriften worden afgegeven op de getuigenis van twee bg den burgemeester bekende en te goeder naam en faam itaande ingezetenen, die zich ieder voor de waarheid van hot daarbij verklaarde, door mede onderteebening, verantwoordelijk stollen), de ge'egenheid bestaat ter Seoretario dezer gemeente, op werkdagen vaa Maandag 1 November a. e. tot en met Zaterdag 13 November d. o. v., van des voormiddags tien tot dos namiddags drie uren. De vergaderingen van de „Vereeniging tot bevordering der Bouwkunst" alhier, zullen weder een aanvaug nemen op Donderdag 30 Sept. a. 6., des avonds te 8 uren. Als spreker zal optreden de heer C. W. H. Verster, met het onderwerp: „Een en ander over Ornament in verband met de Natuur" (met lichtbeelden). De heer R. Rappard alhier, onlang6 ge slaagd voor het examen als onderwijzer en laatst werkzaam als zoodanig aan de openb. lagere school onder leiding van het school hoofd den heer Hockx alhier, is benoemd tot tijdelijk onderwijzer aan een der o. 1. scholen te Amersfoort. In een vorig nommer hebben wfl reeds uit de .Staatscourant" enkele van de na 1 October a. s. geldende bepaliDgen medegedeeld betreffende het gebruik van den intercommu- nalen telephoondienst. Bij beschikking van den directeur-generaal der posterijen en telegraphie zijn nu nadere bepalingen vastgesteld, waarin wordt herin nerd, dat door ieder, die zich bij een publieke spreekcel voor den intercommunalen Rjjks- telepboondienst aanmeldt, van den intercom munalen telephoondienst, onder de by konink lijk besluit vastgestelde voorwaarden, kan worden gebruik gemaakt. De geabonneerden van het plaatselijk tele- phoonnet, die de bevoegdheid wenschen te erlangen, om, van hunne woningen uit, intercommunale verbindingen aan te vragen, bebooren zich by den directeur van het Rijkstelegraafkantoor ter plaatse, waar het intercommunaal Rykstelephoonbureel geves tigd is, aan te melden, een aanvraagbiljet te onderteekenen, de vastgestelde som van ƒ5 in verhouding tot het nog loopende gedeolte des jaars te betalen, en als depot voor kosten der te voeren gesprekken eene som van ten minste 10 te storten. De geabonneerden, die de genoemde 5 per jaar niet hebben gestort en intercommu naal wenschen te spreken, behooren zich by den directeur aan te melden, bet aanvraag biljet te onderteekenen en als depot voor de kosten, verschuldigd by het gebruik van be doelde telephoonlijnen, ten minste 5 te storten. Zy, die de boven bepaalde sommen hebben gestort, zijn gehouden het depot terstond aan te vullen, wanneer dit door kortingen wegens ge voerde gesprekken tot uiterlijk ƒ1 is ver- mindord. Elk gesprek, aangevraagd uit een perceel, bewoond door een geabonneerde van het ge meentelijk telephoonnet, wordt geacht door dien geabonneerde te zyn aangevraagd. De belanghebbenden zullen steeds het recht hebben hun depot, voor zoover dat na aftrek der kortingen aanwezig is, op te vragen; alsdan zal hun tegen inlevering der door het Ryk verstrekte depot-quitantie het bedrag worden uitgekeerd, dat, na aftrek der aan het Ryk verschuldigde gelden, beschikbaar is. Door dit terugvragen van het depot ver valt de bevoegdheid tot het aanvragen van verbinding over intercommunale telephoon- Uinen uit ander* plaatsen dan de publieke spreekcellen. De directeur van het Rykstelegraafkantoor alhier deelde in een advertentie reeds mede, dat van heden af op zyn kantoor de gelegen heid bestaat voor het onderteekenen van bil jetten voor de aanvraag tot deelneming aan het intercommunaal Rykstelepboonverkeer. Aan het diner by Hare Majesteiten heb ben Maandag deelgenomenbaron Yan Brienen vau de Groote Lindt, lid van den Raad van Yoogdy, E. baron Sweerts de Landas Wyborgb, oud lid in den Raad van Indië, jbr. Yan der Staal van Piershil, gezant van de Koningin te KoD8tantinopol, en mevrouw Van der Staal. Het vertrek van de Koninginnen naar Het Loo is bepaald op Zaterdag ate circa halftien. De dienst, die de Koninginnen vergezelt, bestaat uit: jhr. mr. Van Pabst van Binger- den, kamerheer; jhr. Van Tets, adjudant, en jhr. Van Suchtelen van de Haare, ordonnance- officier. Hare Majesteiten zullen Zaterdag 16 October het diner der Provinciale Staten van Gelderland te Arnhem bywonen. Op 1 October treden do nieuwbenoemde inspecteurs der posteryen en telegraphie, Engelbregt, jhr. J. J. De Pesters, Yan Lidth de Jeude en De Bloeme, reap. te 's-Graven- hage, Zwolle, Leeuwarden en Groningen in functie. Op dien datum vangen ook de werkzaam heden aan van de nieuwopgerichte inspectie der spoorweg-postkantoreD, onder leiding van den heer Menschaar. De beer J. Ten Cate, commies der po3teryen 1ste kL, treedt op als eerstaanwezend ambtenaar. De Tweede Kamer heeft tot leden der stenographische commissie benoemd de heeron De Savornin Lohman, Schaepman en Hartogh, laatstgenoemde ter vervanging van den heer De Beaufort, die geen lid der Kamer meer is. No. 22 van Ylaanderen's Nederlandsche Opera Gi s geeft een Hollandsche vertaling van Spinelli's 0 A bassa Porto" (Aan de benedenhaven) met het portret van Orelio. In de maand November a. s. bestaat voor twee burgergeneeskundigen (artsen), die voor den militairen geneeskundigen dienst physiek geschikt zyn, gelegenheid om te worden benoemd tot officier van gezondheid der 2de klasse by het personeel van den ge neeskundigen dienst der landmacht, onder het genot eener premie voor eens van 2500. De „StaatsCt." bevat verdere byzonderheden. De kolonel J. T. T. C. VaQ Dam van Isselt, commandant van het 8ste reg. inf., beeft van den minister van oorlog een speciale opdracht ontvangen in verband met de bewer king der wet op den persooniyken dienst plicht. (Vad.) Naar gemeld wordt, is het bedrag der leening, voorgesteld door Burg. en Weth. te Gouda, 79,000. Het besluit van den Raad der gemeente Doesburg, aangaande de aanvsarding van het legaat van mr. A. W. M. C. Verhuell, groot 77,500, ten behoeve van een vaste brug over den IJsel, is door Ged. Staten van Gel derland goedgekeurd. Yolgens „De Standaard" heeft de verschyning der heeren Troelstra en Yan Kol in de Tweede Kamer zoo op 't gezicht geen onaangenamen indruk gemaakt, al deden zy de beloften dan ook niet in rok en witte das, maar gekleed in gewoon fantasie kostuum. De heer Van Kol is van een zware, flinke gestalte, met een blozend gelaat en krachtig voorkomen, zoo niets van een socialist, geiyk die door spotbladen wordt afgebeeld. De heer Troelstra heeft een tengere gestalte, een bleek gelaat, precies het tegenbeeld van zyn partygenoot. Heel anders dan Domela Nieuwenhuis in 1888, poogden beide socialisten door hoffelyke buigingen voor den voorzitter en de leden een goeden indruk, dien van beschaafde en welopgevoede menschen, te maken. Dit viel dan ook in goede aarde. De heeren Rink, Drucker en Yerhey, na het einde der vergadering ook de voorzitter, kwamen hen verwelkomen, welk bewys van courtoisie blykbaar door beiden op boogen prys werd gesteld. Ze namen plaats aan de liukerzyde onder hunne partygenooten in de anti-kerkelyke party, en bleven onder de Millioenenrede van Pierson in de vergadering, nu -en dan een en ander van wat zy uit deze rede opvingen aanteekenende, terwyi de heer Troelstra naar de voorzitterstafel ging en daar een discours aanving met de heeren Smeenge, Smidt en anderen. - Men schryft aan het „Utr. Dbl.": Op a. 8. Donderdag 30 dezer zal de heer A. H. Van Thiel, de welbekende hoofdinspec teur der telegraphie, na vyf en veertig jaren aan dien tak van Staatsdienst gearbeid te hebben, het dienstterrein verlaten. En hoe heeft by gearbeid? Niet alleen zaken behandelde de heer Van Thiel. Hy ging ook, èn persooniyk, èn door middel van vele circulaires, l.idend, radend, vermanend, kortom in waarheid opvoedend onder zyne ambtenaren door, en verkreeg op die wyze eene inrichting en eeD personeel, zóó voor zyne taak berekend en zóó met zyn plichten en rechten bekend, dat de goede naam er van tot in het buitenland doordrong. Natuuriyk moet men van naby met den dienst bekend zyn om dit alle3 meer m byzon- derheden te apprecléeren. Maar de waardeering, vooral onder de oudere ambtenaren, is dan ook van dien aard, dat velen zich niet weerhouden konden, het plan te vormen, hem op 29 Sep tember een woord van dank en hulde te gaan toespreken, en de beste wenschen te uiten voor zyn toekomstig geluk. - Aan de „KölDische Zeitung" wordt uit Du8seldorf gemold: „Onlangs bevatten verscheidene bladen het bericht, dat de regeeringspresident alhier het verzoek om naturalisatie afwees van alle Nederlandsche onderdanen, die geen voldoende verdiensten, en ook geen vermogen bezaten. De minister van binnenlandsche zaken heeft thans in een bepaald geval beslist, dat voort aan uit maatschappelyke beweegredenen in den regel slechts dan een verzoek om naturalisa tie afgewezen zal worden, indien de gemeente, waar de aanvrager zich wil vestigen, tegen de naturalisatie verzet aanteekent, omdat er gevaar bestaat, dat de aanvrager of zyn gezin tot armoede zal vervallen, en dit verzet rechtmatig bevonden wordttenzy een staats belang er tegen opweegt." TWEEDE KADER. By het voortgezet debat over het ontwerp- adres van Antwoord op de Troonrede ver dedigde de heer Vermeulen de algemeene strekking van het ontwerp, met het oog op de korte kennismaking van Regeering en Kamer. De commissie is ook niet aanspra- keiyk voor de mededeelicgen der Re^eering. Het algemeen gejuich, nadat door de Regentes de Troonrede was uitgesproken, is bet beste antwoord op de rede geweest. Toejuichingen De Minister Pierson beriep zich op statis tieke gegevens en de mededeeliogen der Kamers van Koophandel, ten bewyze, dat scheepvaart, handel en nijverheid in 't algemem vooruit gaan, al zy het niet geheel. Principieels ver andering van het kiesrecht was van deze Rtgeering niet te wachten, na de pas gegeven uitbreiding en omdat dan juist gec-n sociale hervormingen zouden kunnen tot stand komen. In zake de StaatspeD9ionneering moet afge wacht worden het rapport der Commissie. Ook hy meende, dat ieder Nederlander do Regentes dankbaar moet zyn. De heer Van der Zwaag bleef by zyn ge voelen en beweerde, dat de statistieken niets beteekenen. De heer Staalman zou ook tegen stemmen en wilde, dat de Koningin in een omgeving van waarheid zou gebracht worden. De heer Kerdijk verklaarde mede te be treuren de verklaring van minister Pierson, dat in deze vierjarige periode geen princi- piêele wyziging van het kiesrecht i3 te wach ten. Hy zou by het begrootingsdebat daarop terugkomen. De algemeene strekking van het ontwerp werd aangenomen met 86 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de heeren Yan Kol, Troelstra, Nolting, Ketelaar, Staalman en Yan der Zwaag. By de derde paragraaf spoorde de heer Lieftinck krachtig aan tot verkryging van heropening der grenzen. Hy wenschte de Regeering meer moed toe dan haar voor gangster. De beer Van Kol betreurde diep, dat geen woord in de Troonrede voorkwam over de erbarmeiyke toestanden in Indië. Daarop en op den toestand in Atjeh zou hy by de Indische begrooting terugkomen. Minister Pierson beloofde, dat zooveel moge- ïyk hervormingen in Indië zouden worden aangebracht en de Atjeboorlog door hand having der tegenwoordige tactiek zou worden beëindigd. Die paragraaf en het geheele adres werd aangenomen met 83 tegen 6 stem men, dezelfde heeren, die tegen de algemeene strekking stemden. Daarna werd de vergadering gesloten. Uit <le „Staatscourant". Bij koninklijk besluit zijn benoemdtot ont vanger der registratie voor do gerechtelijke akten en der domeinen to Middelburg, J. D. Wetsels, thans ontvanger der registratie eu domeinen te Sliedrecht; tot bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen en ontvanger der registratie en domeinen te Deventer, B. Haga, thans bewaarder van de hypothoken, het kadaster en de scheepsbewijzen te Sneok- Aan den heer C. J. W. Braess, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van consul der Nederlanden te Hiogo (Kobe). De waar neming van het consulaat aldaar is opgedragen aan den heer T. Wassiliew. De kapitein ter zee W, J Derx, met ingang van 16 October a. 9., gedetachoerd bij het departement 3) Het is huiveringwekkend te bedenken welk een ontzettend langzamen dood deze arme man gestorven is. Daar hy geheel alleen woonde, werd zyn lyk eerst weken later ge vonden. Een ander treurig voorval was voor twee jaren gebeurd. Het was op den morgen van Kerstmis, toen eenige reizigers diep in het bo3ch een man op den grond zagen ligsen. Toen de lieden naderden, vloog een schaar kraaien en gieren kryschend omhoog. De arme man ademde nog, maar zyn beide oogen waren door de roofvogels uitgepikt en zyn lichaam was geheel bedekt met mieren en andere insecten uit het boscb. Hy bad geen kleeren aan, want een „verbuschte" werpt, zooals do ervaring leert, altyd zyn kleedingstukken weg, wanneer zyn ïyden ondraagiyk wordt. De struiken en boomen rondom hem heen boden echter een eigenaardig schouwspel aan. Op den eenen tak hing zyn horloge en ket ting, op een andoren een beurs met geld, op een derden een medaillon met photographie en vorder pakjes met zilveren en gouden muntstukken, alsof do beklagenswaardige in zyn doodswaanzin door do gedachte werd beheerscht, dat hy een kerstboom moest ver sieren. "Wij kwamen eindeiyk by de woning van Conelly. Zyn vrouw was alleen. Zy ontving ons zwygend, maar baar bleek, door smart en angst verwrongen gelaat was welspreken der dan woorden hadden kunnen zyn. Het was te laat geworden, om nog dien zelfden avond onzen onderzoekingstocht te kunnen beginnen. Er werd dus vuur aange legd onder de boomen en daarby het avond maal gebruikt. Den nacht brachten wy, daar de beperkte ruimte van Conelly's huis niet toeliet zoovele gasten te herbergen, op de medegebrachte dekens onder den vryen hemel door. Wyi de lucht na zonsondergang in waar heid veel fri8scher en zachter is dan op den dag zelf, heeft zulk een kampeeren volstrekt niets aangenaams. Conelly was des nachts, na een lang, ver moeiend, vruchteloos zoeken, weer naar huis teruggekeerd. Hy begroette ons den volgenden morgen en zeide, geheel terneergeslagen, dat hy alle hoop opgegeven had, om zyn lieveling levend te zullen weerzien. „Het kind is nu twee nachten en byna twee dagen zonder spys en drank in het bosch. Wanneer het niet door ontbering bezweken is, dan hebben de dingo's (wilde honden) het zeker van kant gemaakt," zeide hy, terwyi een diepe smart over zyn harde trekken verspreid lag. „Een laid „Kuuil" de kreet, dien men elkander in het bosch toeroept, richtte onze opmerkzaamheid naar een grooten, alleen staanden Eucalyptu8boom. Wy zagen Jimmy met beide handen levendige gebaren maken. Hy was by het eerste aanbreken van den dag stil opgesprongen van zyn leger en was met zyn navorscbingen begonnen. Hy was in steecis grooter wordende kringen rondom het huis gewandeld en aan zyn scherpe oogen was ook het kleinste teeken niet ont gaan. Naar zijn bewegingen te oordeelen, moest hy wat gewichtigs gevonden hebben. Wy snelden naar hem toe. „Picaninny him sit here," riep Jimmy ons in zyn gebroken Engelsch toe. „Hier heeft het kind gezeten," wilde by zeggen. En by bad gelyk. Onder een hoop ecalyptusbladeren stak het einde van een kunsteloos byeengevoegden kettiDg uit, zooals de kinderen van alle hemelstreken gewoon zyn uit bladeren te vlechten, terwyl de bladeren als ringen te zamen gerold en deze weer tot een ketting aan elkander ge hecht waren. Hier was dus de eerste proeve van Jimmy's wonderbare bekwaamheid. Dit was echter □iet alles. Het kind was biykbaar in zyn spelen verdiept, gedachteDloos in het bosch gegaan, want Jimmy volgde een voor ons vol komen onzichtbaar, voor hem echter duideiyk spoor en nam van tyd tot tyd triomfeerend een blad op, in welks boveneinde zich een kleine spleet bevond. „Picaninny lose leaf" (kind verloor een blad) zeide hy, daarby glimlachend. En weder moeeten wy hem gelyk geven. De kleine had onder het verder wandelen een gedeelte van den ketting verscheurd en ver strooid, en de bladeren, die met den steel aan het benedeneind, door een spleet in het boveneind van een ander blad gestoken waren, hadden zich weer opgerold. Jimmy bevond zich nn in groote opge wondenheid. Hy kon nu niet meer ophouden en gebruikte, terwyl hy verder wandelde, zyn ontbyt, een weinig brood met vleesch. Wy volgden dit voorbeeld en gingen evenals de ganzen achter elkander aan, den leelyken man achterna. De paarden en het zwaar bepakte kameel werden ons op een afstand nagebracht. Onze richting was naar het westen. Hoe verder westwaarts men komt, des te eenzamer en onherbergzamer wordt de land streek. De talloozo papegaaien zyn verdwenen en geen enkel geluid van vogels is meer te vernemen. Het gras wordt steeds spaarzamer en verdwynt hier en daar geheel. Men kan zien, dat de grond hier op verre na zoo goed niet is als op den grooten „Rud," want de beroemde, zoozeer gezochte „roode aarde" vindt men hier slechts op enkele plekken. Voor den kolonist echter bestaat weinig gelegenheid om te kiezen. Hy moet nemen, wat hy krygen kan. Zelfs de boomen scbynen een minder gezond voorkomen te krygen; hun stammen zyn knoestig en zwart en de takken haDgen slap, sap- en krachteloos naar beneden. De naakte bodem zag er helder-geel uit in de gloeiende hitte en van tyd tot tyd ver hieven zich dikke stofwolken en joegen over het land heen. Overal deze onveranderiyke boschgeeichten, dezelfde verbrande gele aarde, met hier en daar roode plekken, die er als bloedvlekken uitzagen, dezelfde herhaling van verkommerde en verdroogde boomen. „Hoe in alle wereld kan het mogeiyk zyn, dat menschen hier nog hun levensonderhoud vinden?" vroeg een van allen. Het antwoord daarop was het dikwyis gehoorde, laconieke „wool" (schapenwol). „Ja, maar waar voeden. zich de schapen dan hier mede hier ie immers geen gras?" „De zaak is niet geheel en al zoo erg als men denken zou," zeide onze gastheer. „Het bosch is geen open boek, dat door ieder vreemde kan worden gelezen. Op dit oogen- blik houdt de natuur wel is waar haar hulp bronnen verborgen, maar laat eerst eens een weinig regen komen, dan zult ge verbaasd zyn, hoe de woestyn als door toovery Ineen vruchtbaar Kanaan wordt veranderd. En dan weten de geduldige schapen zich ook Dog ln den slechten tyd te schikken Wy waren ongeveer vjjftien Engelsche myien ver gegaan en nog altyd volgde Jimmy langzaam, maar zeker het onzichtbare spoor. Een uit den weg gerold steentje, een eigen aardig neergeworpen blad en de minste verandering op den weg spraken een voor hem duidelyke taal. - Zorgvuldig rondziende, ging hy stap voor stap verder. Zyn oogen waren overal. Zyn gehoor, ja zelfs zyn reuk scheen een gewichtige rol by zyn onderzoek te spelen. Al zjjneterk ontwikkeld waarneraingstalent wa3 In volle werkzaamheid. De hitte werd langzamerhand oodraagiyk. Gy, lieve lezer in Europa, die goo dikwyis in den zomer over „tropische hitte" klaagt, gy vermoedt niet, tot welk een ontzettende hoogte het kwikzilver gednrendo den langen AustralischQn zomer stflgen kan. fWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 5