m iiii
CIJFER: 2 THOMSON'S THEE.
m k
iii
:X
MENGELWERK.
opzicht althans voor geen moeilijkheden zou
den staan, in verband met de zucht naar be
zuiniging van de militaire uitgaven.
Het pad was geëffend voor de ministers
der militaire departementen in een te ver
wachten clericaal Kabinet; zoowel voor de
marinekruisers als voor de Amsterdamsche
forten was by de begrooting voor 1897 slechts
een eerste termen toegestaan, de volksver
tegenwoordiging was dus voor 1898 aan een
tweeden termijn gebondeD, en wat de schepen
betreft ook aan een derden termijn voor
1899. Het samengaan der clericale partijen
was dus op militair gebied reeds in December
1896 deugdelijk voorbereid wat de materiëele
zijde der quaestie betreft, doch ook het
samengaan wat do personeele zijde van het
vraagstuk aangaat, werd nog vóór de verkie
zingen in het voorjaar van 1897 in orde
gemaakt."
Merkwaardig noemt de schrijver hoe in
Dc(n) Standaard het in een hoek dringen van
het defensie-vraagstuk werd verdedigd met
het beweren, dat dit vraagstuk oog niet rijp
was vcor oplossing.
„Toch moet dat blad erkennen, dat de
voorstanders van het volksleger, of liever van
een legerstelsel dat de oefeningen inkrimpt,
met bet exclusieve sfcslsel van beroeps
officieren breekt en de weerkracht uit veel
breeder rijen van het volk wil doen opkomen,
deze laatste tien jaar veld wonnen.
Eon merkwaardige erkentenis van het
hoofdorgaan der anti-revolutionnairo party
een party, welke zoo fanatiek de legerwet-
Bergansius verdedigde, een legerwet, die aller
minst een volksleger schiep; een party, die
zoo heftig alle pogingen der regeering van
18911894 bestreed om door de proef te
laten uitmaken of de eerste oefeningstyd
voor de miliciens der troepen te vost niet
kon worden verkort en tevens om door het
meer en meer uitbreiden dor vrijwillige oefe
ningen in den wapenhandel de volksweer
baarheid te ootwikkelen en te verhoogen.
Doch or meest toch een voorwendsel worden
gezocht, en het werd blijkens het voorgaande
ook gevonden, om den persoonlijken dienst
plicht voorloopig te laten rusten".
Maar, zegt de heer S., er werd, by het
zooken naar een voorwendsel, vergeten, dat de
invoering van den persooniyken dienstplicht
de moreele zyde der zaak zelfs buiten rekening
gelaten niet slechts dringend noodig is
voor de kadervorming, doch ook, dat de be
zwaren, aan die invoering verbondeD, ve9l
kleiner dan vroeger zyn geworden, o. a. door
de instelling van het reservekader; en dat het
buitendien zeer gewenscht is, dat beginsel
niet langer te mengen in den stryd over de
voor ons vaderland meest geschikte wijze
van vorming der levende strydkrachten in
algemeenen zin, doch in een afzonderlijke
wet zoo spoedig dooniyk te belichamen.
Daar in alle programma's der verschillende
anti-clericale partyen de persoonlyke dienst
plicht een zeer voorname plaats innam,
terwijl de anti-revolutionnaire party in be
ginsel er volstrekt niet tegen is, ja zelfs ver
heugd moot zyn als die twistappel tusschen
hen en de katholieken van de baan komt,
zoo verwacht de schrijver, dat dit vraagstuk
al zeer spoedig aan de orde zal worden ge
steld.
Dat de invoering van den persoonlijken dienst
plicht in onze tegenwoordige militiewet, ge
heel buiten verband met de organisatie onzer
weerkrachten, zoowel doode als leven ie,
niet slechts dringend noodig is, noch than3
ook, veel beter dan voorhoen, mogelyk i3
geworden, wordt in een volgend artikel in
het liebt gesteld. In het Overzicht van a. s.
Woensdagavond deelen wy den hoofdinhoud
daarvan mede.
RECLAMES, 988 2
a 25 Cents per regei.
SCHAAKRUBRIEIv. Maandag 20 September 1897.
Redactie: L. S.-V. „Mobpuy". Adres: «F. F. 8. JESSEB, Woordeinde 18»
Schaaknieuws.
Berlyn: Het staat nu vast, dat de volgende meesters aan het aanstaand tornoo1
aldaar zullen meespelen: S. Alapin (St.-Petersburg), Adolf Albin (Weenen), C. v. Barddsb^n
(Berlyn), J. H. Blackburn9 (Londen), A. Bum (Liverpool), H. Caro (Londen), R. Charousek
(Buda-Pestb), W. Cohen (Bariyn), B. EngJisch (Weenen), D. Janowski (Parys), G. Marco
(Weenen), J. Metzer (Kiel), E. ScbifTirs (St.-Petersburg), K. Scblecbter (Weenen), A. Scbott
lander (Breslau), H. Suchting (Brackrade), R. Teichmann (Londen), M. Tschigorm (St. Peters-
burg), S. Winawer (Warschau) en A. Zinkl (Znaim).
Hastings: Janowski gaf 25 Aug. ren sumultaan-voorstelling te Hastings. Hjj speelde
13 partyen in 3'/a uur en won hiervan 26, remise 4 en verloor 3 partijen.
Schaakpartij No. 40, gespeeld September *97.
d 4 Opening.
Ir. C. J. Str. t. Liorcb. I Jhr. II.
J. H. 1 Str. r. L.
Wit. Zwart.
d 4 1 d5
L f 4 2 c 5
L b 88 T b 8
c 4 4 e 6
D a 4 -f- 6
Met dezen zet wint wit
wel is waar een pion, doch
als zwart na 6 Da7: Dc7
gespedd had, was het voor
deel aan zyne zijde geweest.
6 L d 7
D a 76 cd4:?
Veel beter ware D c 7. Nu
kan wit kalm Dd4: spelen.
Pd 2? 7
Beter wa3 D d 4
7 e 5
f4 8 D c 71
Dreigend L c 5.
P b 3 I 9
Een goestige metbode om
Lc5 te verhinderen.
9 d c 4
Tel 10 L b 4 4-
Ed 1 11
Beter dan K f 2, waarop
volgt 9 4, g 3, e3-K Kg2,
L c 6 -f- en cb3:
11 c 3
bc3: 12 d c 3
a 3 I 13 D d6 -+-?
Hier moest L d 6 gespeeld
worden.
Kei 14 L a 3
Tdll 15
Deze zet van wit in ver
band met zyn 2 vorige zotten,
vormt een aardig valletje,
dat zwart niet gezien schynt
te Lebben.
ie
D c 7
D a 3
16
c2
Tel
17
D c 3
K f 2
18
6(4.
D a 2
19
Waarom niet Dc 5? OpDb3:
volgt dan De 54-, D b 8 4^
en D f 4 en als zwart de
Dames ruilt of laat ruilen,
heeft wit het beste spel.
19 T c 8
Beter spel gaf Le6, Da7,
Tc 8, Pal, Db2, D a 4 4-,
b 5, D f 4 b 4 enz.
P h 3 20
Nu kan zwart met L e 6
een officier winnen, want op
D a 4 -f-, K f 8, P d 4 volgt
De 3-}-. Wit moest Pf3
gespeeld hebben en op L e 6
kwam dan D a 4 en Pfd4.
20 De3H
Kei 21 L h 3
T c 2 22
Ofschoon g h 3 er gevaar
lijk uitziet, geeft bet wit
eenige winstkansen, byv.
g h 3f3, T c2Te 8,
Pel, f2 -f- (als De4, Tg 1)
Kdl, Td8 (Dei dan
Da3-»-, P e 7, Df3) P d 3,
De4, P f2:
22 T c 2
D c 2 23 L e 6
P c 5 24 P e 7
Hier moest L d 5.
Da4-f 25 K f 8
Beter ware P c 6, P b 7
D b 6, enz.
Pe 6 4: 26 f e6:
Da8+ 27 K f7
D h 8 28 Dcl-f-
K f 2 29 De3
Kel 30 D c 1 4-
Remise.
Probleem Mo. 40. (No. 15, oplcssingswedstryjd.)
Zwart.
ft HI
1É« uM
MM life*
Cl 4 'n\ -"T
abcdofgh
wit
Mat in 4 zetten.
CORRESPONDENTIE. Het probleem had twee
ne.enoplossiogen met D e 8 -f- en T d 3 beide
aangetoond door den heer 7. Dam; de heer Stricll
7. Linschoton zond er één ran in.
Stand der stukken:
Wit: Kh7, De 8, PdG, Pf4, b 2,
e5, h 2.
Zwart: Kd4, Tbl, Tdl, PaS, Ph4,
Lc7, a 5, b4, c3, d 2, e3, e4, g4, g5.
Oplossingen in te zenden by J. J.
Colpa, Lange Maro 18, róór Zaterdag.
OplosBing Probleem No. 39.
Tb6 L X T 2 Dg7 KxP3De6
L x P 3 efi
anders S Pb7^
Ponr. 2 «6+ onr. 3 De3ip
L b 8 2 L a 4 onr. 3 T d 6 3=
Ld8 2 Pb7-t- onr. 3 D X Lip:
lste prysprobleem tornooi .Birming
ham Daily post".
Volledigo opl. No. 38 ontrangen van
Leiden: J. v. Beveren, W. Ridder-
hof, R. Paulides, H. J. Broekveldt, G.
H. Key, J. J. De Casparis,
R. r. Dam, A, C. Splinter, 1
Delft: Jhr. Strlck Tan l bu't™mede.
Linschoten. oinging.
„Coeur de Lion".
Uit het Engelsch.
Niet ik bon de held dezer geschiedenis,
maar myn hond, een prachtig exemplaar, dat
van zyn jeugd af steeds myn trouwe metgezel
is geweest. Hy sliep voor myn bed en om
al zyn voortreffeiyke eigenschappen had ik
hem don naam van Coeur do Lion gegeven.
Zoo groot zynde als een kleine ezel, had hy
de zachtheid van een lam.
Ik was jongste lid der firma Protheroe,
SpriDgfield en Co., een zeer goede positie dus,
en had nog slechts twee onvervulde wenschen
de echtgenoot to worden van Lady Constance
Glade8more en zitting te hebben in het Par
lement.
Voor het laatste was myn kans echter al
even gering als voor het eerste, want de
oude Lord Gladesmore was eon aristocraat
en behoorde dus tot de party der Tory's,
terwijl ik een Whig was. Toch gaf ik den
moed niet op, beide wenschen nog eens ver
vuld te zien.
Wat ik 't meest tegen had op den ouden
aristocraat was, dat hy ons gewoon behandelde
Dus mjjn beide wenschen geiyktydig be
vredigd I Alle krachten wilde ik inspannen, om
die beloften tot werkelijkheid te kunnen maken.
Ik voelde my gevleid, dat ik, eenvoudig
bankier, den Lord zulk een grooten dienst
kon bewyzen. En voor het redden zyner eer
gaf hy een werkeiyk vorstelijke belooning,
die zelfs myn stoutste verwachtingen verre
overtrof!
Ik dacht nog na over de beste manier,
toen my eensklaps Inviel, dat ik over drie
maanden de vrye beschikking zou krygon
over myn grootvaders vermogon. Doch wat
hielp dat voor 't oogehblik! Ik beefde van
agitatie en vormde een groot contrast met
den ouden beer, die doodbedaard een snuifje
nam. Steeds peinzend hoe aan de benoodigde
som te komen, nam ik haastig afscheid; ik
herinner me, dat hy my zeer vriendschappeiyk
de hand drukte en dat ik zeer verstrooid was.
In de vestibule hielp de knecht my myn
overjas aantrekken.
„U 'reft prachtig weer voor een wandeling",
zeide hy „en eenzaam zult ge u zeker niet
voelen met dien prachtigen hond by u,
mynheer."
„O, is Coeur de Llon er al?**
„Ja, mynheer, hy zit al een minuut of tien
op de stoep."
Wie het laatst lacht, lacht het best!
zooals hy ieder handelsman zou gedaan heb
ben, hoewel hy toch di9p by de firma in de
schalden stak. Herhaaldelyk nam hy geld by
ons op, wat we hem niet dan zeer ongaarne
voorschoten.
We waren eenvoudig zyn bankiers en hy
behandelde ons juist met dezelfde voorname
koelheid, waarmede hy zyn bakker of slager
zou té woord gestaan hebben, hoewel Glades-
morecourt toch voor meer dan de helft der
waarde bezwaard was.
Ik was dus zeer, verbaasd op een goeden
dag een invitatie te ontvangen, waarin Lord
Gladesmore my eigenhandig ten eten invi
teorde.
Ik verkropt© m(jn trots, die even groot was
als die van den ouden Lord zelf, en nam uit
liefde voor zyn dochter de uitnoodiging aan.
Met veel zorg kleedde ik my, deed Lion de
Coeur my een poot ten afscheid geven en
vertelde hem waar ik heenging. Toen ik hem
zoide, dat hy zich om halfelf op Gladesmore-
court moest bevinden, zag ik duidelijk, dat
hy my uitstekend begreep.
Een uur later zat ik in de met eikenhout
beschoten eetzaalwe waren slechts met ons
drieën: de oude Lord, zyn dochter en ik.
Nituuriyk was ik in den zevenden hemel en
alles werd eensklaps donker, toen Lady Con
stance 0D3 by onzen wyn liet. Ik luisterde
naar de langgerekte verhalen met beleefde
onverschilligheid, nu en dan een opmerking
ten beste gevend als bewys, dat ik het gesprek
volgde. Eensklaps veranderde hy van onder
werp en vroeg my,< of ik hem de eer wilde
aandoen, een glas punch met hem te drinkeD.
Hy had een eenige manier, om die klaar te
maken.
Hy schelde en de 6tatige hofmeester bracht
een bkuw-porselelnen kom, de noodige ingre
diënten en een zilveren ketel kokend water.
Met veel zorg bereidde de oude Lord ons nu
ieder een glas en dadelyk, nadat de hofmeester
het my op een zilveren blad had aangeboden,
verliet hy de eetzaal.
„Ik drink op de gezondheid van den koning,
God zegeno heml" zeide Lord Gladesmore
opstaande.
Was het do invloed van de sterke punch
of kwam het, doordat ik myn geliefde geruimen
tyd van aangezicht tot aangezicht had gezien,
ik weet 't niet, maar ik herinner me nog
maar zeer flauw twee spellen tri kt rak mot
myn gastheer gedaan le hebbeD. Daarna zette
by zich in zfin armstoel alsof hy my iets
gewichtigs te vragen had.
Mynheer Springfield, ik wilde u een voor
stel doen," begon by, met veel zwier my
zyn snuifdoos reikend„ik heb dadeiyk 10,000
doll, noodig, met die som is myn eigendom
bezwaard, en als ik morgen vóór twaalven
het geld niet betaald heb, wordt die hypotheek
voor altyd vastgemaakt."
Hy wachtte even en zag my opmerk
zaam aan.
„Maar wat kan ik daarmede te maken
hebben?" vroeg ik verbluft.
„Zooveel mynheer, dat ge myn eer kunt
reldc-n door my het geld te bezorgen; als
belooning geef ik u de hand myner dochter
en de toezegging van een zetel in het
Parlement."
Ik trad naar buiten en Coeur de Lion blafte
my vrooiyk te gemoet, ging daarna bedaard
naast my wandelen, terwyi ik hem myn
wedervaren van den avond en al myn hoop
en vrees meedeelde. Telkens hief hy den
scbranderen kop omhoog en keek hy my aaD,
als wilde hy zeggen, dat hy my heel goed
begreep. Ik ben vast overtuigd, dat hy ieder
woord, dat ik sprak, begreep en geheel met
my instemde.
n.
Den volgenden morgen verzocht ik myn
vader om een onderhoud in z\jo kamer in de
Bank. Hy was een eenvoudig man van zaken
en tusschen ons had nooit groote sympathie
bestaan.
Ik begon hem te zeggen, dat ik gaarne myn
grootvaders geld drie maanden eerder zou
ontvangen en vsrzocht hem, den oudsten
partner der firma volmacht te geven, my de
som dadelyk uit te betalen.
Eerst weigerde by beslist, want hy had
nooit anders verwacht dan dat ik dat geld
in de zaak zou storten. Maar toen ik van een
zetel m het Parlement sprak, draaide hy by.
En het uitzicht op een huweiyk met Lady
Constance bleek hem ook zeer te streelen, al
gaf hy in zyn eigen huis ook nog zoo af op
aristocraten.
„Ik wil uw eerzucht en uw geluk niet in
den weg staan," besloot hy eindelyk, na
heel wat over en weer praten: „ik weet zelf
wat het zeggen wil te worden gedwarsboomd
in zyn liefste plannen."
„Dus ik mag op uw hulp rekenen?"
„Zeker, ik zal aan den heer Protheroe
schrjjven en dan kont ge zelf vanmiddag,
voordat de Bank sluit, hot geld halen."
Ik kon slechts zyn band drukken, want
ik kon geen woorden vinden om myn dank
baarheid uit te drukken. Voor het eerst van
myn leven ondervond ik, dat myn vader een
goed hart had, niettegenstaande hy het ver
borg onder schynbare onverschilligheid.
Een paar uur daarna zat ik reeds in het
zadel op weg naar Tavistock, een rit des-
tyds niet zonder gevaar, daar de vorige maand
nog een struikroover op heoterdaad was be
trapt. Op den kruisweg hing nog zyn ïyk
aan de galg.
Ik had my voorzien van een paar pistolen
en met mfin sterken hond by my maakte
ik mij niet noodeloos angstig. Ik bereikte
dan ook zonder gevaren myn bestemming
en do heer Protheroe telde my de som uit,
tien banknoten elk van 1000 doll., die ik
zorgvuldig in den borstzak van myn jas borg.
ïfooit in myn leven had ik my nog zoo
opgeruimd, zoo van alle zorg ontheven ge
voeld, en vrooiyk draafden we met ons drieën
verder. Geen gedachte aan eenig gevaar kwam
by my op, al werd 't ook weldra nachteiyk
duister. Myn paard wist den weg en Coeur
de Lion blafce vrooiyk. Reeds was ik halver
wege gekomen, zoowat by den ongelukkigen
struikroover, die aan de galg hing te bengelen,
toen eensklaps de maan door de wolken brak,
waarvan myn paard zóó schrikte, dat ik byna
uit het zadel werd geworpen. Ik sprak hem
bedarend toe, zoodat hy spoedig weer in den
gewonen draf verviel. Plotseling miste ik myn
hond en my omkeerend zag ik hem eon heel
eind achter. Hy kwam naar m{j toe rennen;
de tong uit den bek, sprong hy op my toe,
trachtte in den teugel van het paard te byten
en toen ik dien optrok, begon hy my aan de
boenen te trekken en in myn pantalon te
byten. Ik sprak hem kalmeerend toe, doch
nu werden zyn bewegingen hoe langer bse
woester. Hy was ongetwyfeld doll
Hy beet my door myn ryiaarzon heen en
dadelyk begrypend, dat spoedig handelen hier
een weldaad was, greep ik myn pistool eh
vuurde op hem af.
Coeur de Lion wankelde achteruit met een
byna menschelyken kreet en myn paard schrikte
zóó geweldig, dat het met een sprong vooruit-
vloog. Eerst enkele minoten later kon ik 'Lem
tot staan brengen.
Het was my onmogeiyk verder te gaan,'
zonder dat ik wist wat er van myn hond
geworden was; daarom wendde ikdenteagel
en reed terug naar de plek, waar ik hem
had neergeschoten. Er lag een plas bloed,
maar geen hondl Doch ik kon duideiyk een
bloedig spoor volgen, ik steeg dus af en myn
paard by den toom leidend, vond Ik eindelyk
een donkere harige massa.
Het wa9 Coeur de Lion, die, zoodra hy my
zag, even met zyn staart kwispelde. Nooit
zal ik het vorwyt vergeten, dat in zyn trouwe
oogen te lezen stond, toen hy my aankeek.
Ik boog my over hem heen, dadelyk stak
hy z\jn tong uit, om myn hand te lekken,
maar zyn kop viel op zyn voorpooten, hy
was dood.
En toen zag ik, dat onder de uitgestrekte
voorpooten myn pakje banknooten lag, die
ik niet wiBt uit myn borstzak te hebben ver
loren op het oogenblik, dat myn paard schichtig
werd en een zysprong nam.
Hoe ik thuis ben gekomen, weet ik niet;
het eerste, wat ik deed, was het l(jk van myn
hond te laten halen. Met een treurig hart
bleef ik wachteD, tot de manneD, die ik uit
gezonden had, hem thuisbrachten.
Ik had de eer van Lord Gladesmore gerod
en een lieve gade benevens het uitzicht op
een zetel in het Parlement verworven, maai
tot welken prijs! Nooit zal ik myn trouwen
Coeur de Lion vergeten; zelfs nu na een
halve oeuw, terwyi zfin nobele kop prijkt in
myn eetzaal, vertel ik deze geschiedenis aan
mj}n kleinkinderen.
Programma van Muziekuitvoeringen,
MUSIS SACBUM. Zondag 19 Sept., to twee oren,
door hot Stafmaziekcorps van het 4de Regiment
Infanterie. Directeur: de heer W. Van Erp.
Eerste afdoeling:
No. 1. JaamU-Mftrsch v. Suppó.
2. Ouverture .Martha"v. Flotow.
3. Air du .Btabat Mater", arr. Dunkier Roaaini.
4. Fantasie sur .Les Pêcbenra do
Perles", Opera de Bizet Beide).
Tweede afdoeling:
No. 5. Onverture „La part du diable" Aober.
6. „Boeen aus dom Süden", Walzsr Strau&B*
7. „Kommt ein Vogol gedogen
Betzt eich Dieder anf mein Fr.aa,
Hat (in Zettol im Bchnabel,
Von Mamachen ein Grues."
Ein deutechea Volkslied. Im 8tyle altoror und nouerer
MoisteT. Hnmoriatieoh boarbeitetScherz.
8. Crescent-Cycle Galop, (late uitv.). Maun.
UITLOTINGEN. 2ys-pCta. Ernasolscho Loten
van 1886 a fr. 100. TrekkÏDg van 15 Sept. 1897.
Betaalbaar 2 JaD. 1898. Hoofdprijzen: Sorio 67 937
No. 6 fr. 40 000; b. 45146 n. 6. fr. 2500; e. 63374
n. 10. fr. 1000; e. 16220, n. 7 en e. 45145 n. 19
iedc-r fr. 500.
8-pCt Ooatenr. Boden Credit Anatalt v. 1869
a fl. 100. TrekkiDg van 9 Sept. 1897, betaalbaar 1
Febr. 1898. Premiêo" a 11. 50,000; seiis 6258 no. 14;
a fl. 2000: e. G31S n. 29a fl. 10 0: t. 4776 d. 22,
e. 6944 n. 29; a fl. 200: s. 911 n. 12. 1406 n. 27,
a. 15 00 n. 12, e. 2681 d. 3, e. 2832 n. 6, e. 2900
r. 39, e. 2908 d. 40, a. 4499 n. 38, e. 4583 n. 22,
e. 7562 d. 13. Voor amortisatie: eerie 678 1678
2952 3527 4001 6948 6627 7573 no. 1—GO a fl. 100.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Eedacteur!
In Uw nommer van 6 September jl. (Tweede
Blad), onder opschrift „Persoverzicht", komt
o. a. voor een onderworp betreffende den per
sooniyken dienstplicht, dat uit het „Yenlooscfi
Weekblad" is overgenomen.
De schryver daarvan beweert daarin nl., cUn*
by de opheffing der plaatsvervanging de
minder bezittende klasse daarby niet zal win
nen, doch wel verliezen.
Ik kan my niet geheel mot die beschouwing
vere9nigen.
De geldelyke voordeelen toch, aan het rem-
pla^anten-stelsel verbonden, zyn betrekkeiyk
voor een gering aantal personen weggelegd,
terwyl de geldelyke voordeelen, verbonden aan
de invoering van den persooniyken dienst
plicht, m. i. op grooter schaal de minder be^
zittende klasse ten goede zullen komen.
Ik geloof wel te mogen aannemen, dat,
wanneer de meergegoede jongelieden, die als
dan onder de wapenen zyn, voldoende bedre
ven zyn Sn het schoonmaken en het onder
houden van hunne wapenen en ledergoed, enz.,
aan hen wel vergund zal worden dit tegen
eene billyke geldelyke tegemoetkoming verder
op te dragen aan anderen, die tot den dienst
baren stand bebooren.
Evenzoo ten opzichte van het verrichten
der corvée-diensten, welke vergunning reeds
werd verleend by Aanschryving van het Dep,y
van Oorlog dd. 30 Juni 1879, IHde Afd. No. 88*
Het komt my dus voor, dat by de invoering
van den persooniyken dienstplicht het verlias
niet zoo groot zal zyn en m. i. voor veld
miliciens, die tot den dienstbaren stand bg-
hooren, de gelegenheid zal geopend worden
om gedurende den tyd, dat zy zich onder de
wapenen bevinden, iets te verdienen, dat zog
noodig kan worden aangewend ten behoeve
van het gezin, waartoe deze miliciens be*
hooren. A-Z.