N°. 11524
Maandag 20 September,
A0. 1897
feze (Qouiant wordt dagelijks, met uitzondering
van fpn- en feestdagen, uitgegeven.
PERSOVERZICHT.
Feuilleton»
De Triomf der Liefde.
LEIDSCI
DA&BLAD.
e
PRUS DEZER COURAim
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderltyke Nommera0.06.
PRIJS DEB ADVERTENTIES:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Vierde Blad.
In de Nieuwe Rotterdamscht Courant heeft,
cooals onze lezers weten, prof. Fockema
Andreae inzake de betrekking van direc
teur van het Koninklijk Kabinet
de wenscheiykheid betoogd der instandhouding
van den tegenwoordigen staat van zaken, als
niet kunnende leiden tot gevaar, hetwelk
altoos, zoo het zich vertoonde, kan bezworen
worden door ontslag op voordracht van het
Ministerie.
Veeleer verwacht ie schrijver veel goeds
van de raadgevingen van een beschaafd, ont
wikkeld, in de Staatszaken ervaren, objectief
dus onpartijdig man, die eene duurzame, van
de afwisselende iuiDisterieën onafhankelijke
positie heeft. De waarborgen voor zijne gun
stige opvattiag ziet de hoogleeraar in den
constitutionealen zin van ons Vorstenhuis en
de constitutioneel® kracht van onze Ministeriën
en van onze Volksvertegenwoordiging.
Dit noemt de Amhemsche Courant een
doctrinair standpunt, waarbi) de actualiteit
en do practJJk miskend worden.
Hot blad verlangt allerminst, dat de con-
stitutioneele vorst uitsluitend zal zien door
de oogen van de verantwoordelijke Ministers
van het oogonblik, noch dat hij buiteD ben
van niemand raad zal Inwinnen omtrent zaken
van bestuur en wetgeving. Het wil geen hoofd
van den Staat, die r o i-f a i n a n t i6 of de
bloot decoratieve vlag, die het bestuur van de
Ministers dokt, maar acht het verkeerd en
allicht gevaarlek, dat van Staatswege en op
Staatskosteo aan de Kroon een officiéél raads
man is toegevoegd, die buiten de Ministers
om, gevolgeiyk menigmaal tegen de Minis
ters in zijn invl-oed dost gelden en den
dagelilkschoa omgang van den onschendbaren
Koning met zijne verantwoordelijke Ministers,
tot schade van 's lands dienst, tegengaat on
onderschept.
In De{n) Standaard werd, nevens de erkenning,
dat de tegenwoordige staat van zaken veel
te wenschen overlaat, de opmerking gevonden,
dat vooreerst aan een betere regeling der
materie niet te denken valt, nu men die by
de Grondwetsherziening van 1887 heeft ver
zuimd.
Het geldt hier echter geen zaak van grond
wettelijke regeling, maar bloot van practtjk,
merkt de Amhemsche Courant daarbij op.
„Opheffing van het Kabinet in zijn tegen
woordigen vorm is niot eens noodig, indien
men oordeolt, dat de betrekking van den
directeur aodors moet worden opgevat. Zelfs
zonder wijzlgmg der begrooting kan het door
ons beoogd doel wellicht worden bereikt, dat
er meer gestadige aanraking tusschen het
Eoofd van den Staat en de Ministers wordt
betracht." Doch een grondige verbetering ver
wacht het blad alloen van doortasten en
ingrijpen, van geheel opheffen van de be
trekking.
Ook De Tijd gaat niet met De(n) Standaard
mede.
Van het oogenblik af, dat vaststaat, dat
de functiën van bet Kabinet der Koülngin
een tak vormen van Staatsdienst, en De Tijd
gelooft niet, dat hieromtrent verschil van
opvatting mogelijk ls van dat oogenblik
af ook is uitgemaakt, zegt bet blad, dat de
kosten van het Kabinet behooren voldaan te
worden uit de schatkist en dus jaarlijks ook
moeten uitgetrokken worden op de Staats-
begrooting.
„Eerst dan, wanneer men kan aantoonen,
dat de werkzaamheden, thans verricht door
het Koninklijk Kabinet, als onnoodig geheel
konden vervallen, of wel dat zij alleen ge
schiedden in het persoonlijk belang van den
Staat der Nederlanden, zou er reden bestaan
om den post voor hot Kabiüet van de
Begrooting te schrappen en de kosten voor
rekening te laten van de Kroon, indien deze
op het behoud van den directeur en de verdere
ambtenaren van het Kabinet prijsstelde
Onder het hoofd: „De werking van het
Kabinet der Koningin in het licht geplaatst"
zegt De Controleur
Het Kabinet der Koningin levert in den
laatsten tijd aan de staatkundige pers meer
stof tot uitgebreide critiek dan wel tot be
scherming en verdediging dezer instelling, zoo
als dit trouwens verwacht kon worden.
Wat men wil, is de opheffing van dat
Kabinet. En daartoe roert men gronden aan,
die zóó klemmend schijnen, dat ze voor tegen
spraak ook inderdaad moeilijk vatbaar zijn.
Onder al die gronden bleof or echter tot
nog toe één ontbreken, nl. het antwoord op de
vraag: .Waarin bestaat de eigenlijke werking
van dat Kabinet, en wat voert het uit, om
in zijn boezem aan 13 ambtenaren zóóveel
arbeid te verschaffen, dat hun belooning ge
rechtvaardigd mag heeten en de een den ander
niet overhoop of togen het ljjf loopt wegens
gebrek aan bezigheid?"
Wy willen beproeven dat antwoord zóó te
formuleeren, dat elk belastingschuldige in ons
vaderland in staat is te beoordeelen of het
a 1 dan niet geraden blijft, aan do schatkist
een jaarlijksch offer van f 40,000 op te
leggen voor een kabinetsarbeid, die niet allóén
ongrondwettig, overtollig en weelderig, maar
daarenboven in betrekkeljjken zin zóó weinig
beteekenend is, dat hy met hoogstens f5000
al meer dan voldoende beloond zou zijn, want
heel die arbeid vertegenwoordigt eigenlijk niets
anders dan parade.
Immers, de werking van het Kabinet der
Koningin strekt zich in hoofdzaak uit tot den
navolgenden arbeid:
a. Het is het orgaan en de trechter van
den Staatsdienst, belast met de ontvangst en
expeditie van alle stukken, die van of tot
de kroon komen.
b. Het publiceert al de stukken, die voor
openbaarmaking bestemd zijn.
c. Alle benoemingen en geregistreerde be
sluiten worden, evenals alle grondwettelijke
kennisgeviogen en mededeelingen, door den
directeur van het Kabinet door middel van
de Staatscourant ter kennis gebracht van het
Nederlandsche volk.
d. Het draagt zorg voor de correcte waar
neming en veiligheid van het kabinetsarchief.
Ziedaar in hoofdzaak den werkkring aange
duid, die voor het Kabinet der Koningin is
aangewezen; en nu gelooven wij de vraag
geoorloofd
„Rechtvaardigt een dergelijke werkkring
voor een klein land als het onze h6t bestaan
van een college, dat met een stel van 13
ambtenaren dien werkkring en zijn arbeid
tot zjjn recht moet brengen zonder dat er iets
buitengewoons van hoofd en hersens gevor
derd wordt? Zyn didrvoor noodig, behalve
een directeur, met een traktement van/-5000,
drie referendariseen met f 2500, (het secre
tariaat is vacant) een hoofdcommies, vijf
adj.-cotnmiezen, een eerste en een tweede
klerk plus een bodenatuurlek Terecht
wordt het betwistwant van welken aard is
dan tech in dat college bet werk, dat er
n. b. drie referendarissen toe noodig zjjn, om
er een arbeid te verrichten, welks karakter
zoo geheel In strjjd is met den titel, dien zij
voeren, wanneer men op zjjn vingers kan
nagaan, hoe een paar geoefende klerken
dat onbeduidende werk even goed, zoo niet
beter misschien, tot hun recht zouden kunnen
brengen Er is wel niemand, die er uit wijs
zal kunnen worden, en die begrijpt op welke
wjjze een dozijn mannen, aan dat Kabinet
verbonden, don tjjd doodt, dien zy er op een
kantoorkruk toch zoek te brengen hebben.
Als men er zich even in verdiept, staat men
verbaasd over zulke geldverkwistiDg.
Zou het dan ook wel zóó onjuist zfin,
indion dezer dagen ergens werd verzekerd,
dat de beambte, die aan het Kabinet der
Koningin belast i9 om de stukken en de pak
ketten te lakken en te expediëeren, het meest
nog tegen verveling beveiligd is? Het valt
waarljjk evenmin te .betwisten, als dat er
iemand aao dat Kabinet ooit bezig is, zjjne
hersens te plagen of het hoofd te breken
over do formulo van dit of dat denkbeeld,
want de registratie van de gedachten van
anderen of het in orde-houden vaD een archief,
kan en moet schier de éénige taak zyn,
waaraan de staf van het Kabinet der Koningin
zjjn correcte aandacht heeft te wyden.
Welnu: waar de werkelijke arbeidstaak
van dat Kabinet das een zóó onbeduidende
le, daar mag er ook langer geen sprake zjjn,
om het elndcjjfer van het belastingbiljet der
burgera jaarljjks te verhoogen met een bedrag,
det bovendien door zjjn ongrondwettig karakter
volstrekt geen reden van be3taan heeft.
Voor den voortduur van een gewichtigen
en nuttigen werkkring by dit vjjfde rad aan
de 8taatskoets, al ware hjj dan ook niet
grondwettig, zou men nog ter wille van zjjn
60 jarig bestaan zekere redeDen van piëteit
kunnen pleiten. Maar waar ook 't nuttige
en gewichtige ten eenenmale ontbreken, om
er daarentegen des te meer misbruiken voor
In de plaats te zien gesteld, daar mag de
Nederlandsche natie niet langer dulden, cat
voor Kabinet-directeuren in vereeDiging met
particuliere koninklijke secretarissen, de ge
legenheid wordt geopend, die de verleidiug
in de hand werkt, dat dezen zich mengen en
bemoeien met zaken en maatregelen van
Staat, waarvoor de ministers, als de eenige
offlciëele raadslieden der Kroon, bjj uitsluiting
de verantwoordelijkheid drageD, zonder dat
ze daarop bjjwjjlen den minsten invloed
kunnen uitoefenen. Ook nu toch moet er
dlkwjjls van uit een welbekenden hoek een
zekere wind waaien, waartegen de Regeering
niet altjjd schjjnt te kunnen opzeilen.
Een dergelijke wind wordt i iet zelden wel
eens de kwade mousson genoemd, ddérgelaten
nu of die qualificatie al dan niet juist is.
Doch wanneer men ervaart, dat een geavan
ceerd liberale Minister van Binnenlandsche
Zaken, zooals Borgesius, niet aarzelt de resi
dentie te verrjjken met oen Jhr. burgemeester,
die op het platteland de belangrjjke quaestiën
moet bestudeerd hebben, die Den Haag thans
vóór den boeg heeft, is men toch geneigd te
vragen: of de wind op het torentje bjj het
Haag8cbe Mauritshuis wel waalt van uit den
hoek, waar men de kaart van het land raad
pleegt, dan wel van uit Het Loo, waar de
particuliere secretaris van de Regentes en de
directeur van het Kabinet der Koningin elkander
rendez-vou8 gevon, en dat wel iets meer zal
bedoelen dan om eenvoudig eens gezellig
met elkaar uit jagen of visschen te gaan.
En die conclusie ligt voor de hand bij 't
zien hoe het bjjwjjlen mogeljjk is, dat er bjj
de RegeeriDg zekere feiten plaats kannen
grjjpen, die, afgescheiden van alle-politieke
kleur, zoozeer don stempel dragen van gemis
van gezond verstand, dat men bet alléén
door de kracht en den invloed van een
reactionnaire bries, dia ten laatste tot fouten
en dwaasheden moet drjjven, verklaren kan,
dat er zoo nu en dan geschiedt, wat niet
geschieden moest, maar zal bij)ven geschieden
zoolang er een Kabinet der Koningin bljjft
bestaan.
G e m e n ir d Nieuws.
Te Rotterdam geraakte van het
terrein van de Vischmarkt een met twee
paarden bespannen sleepers wagen in het water.
Hoewel zeer spoedig bulp verleend werd, is
toch een paard verdronken Hot andere werd
na veel moeite met behulp van een stoomlier
levend op den wal gebracht. De wagen be
hoorde aan dea heer Borleffs aldaar. De
bestuurder wist zich bjjtjjds to redden. Door
de politie was het terrein afgezet.
Te Appelscha vloog een kor
hoen met zooveel kracht tegen den draad
van een telephoonpaal, dat hot beest er dood
bjj neerviel en de verbinding met Oosterwolde
verbroken werd.
De hofstede van den landbouwer
G. Van den Dikkenberg, nabjj Veenendaal,
is door een onbekende oorzaak geheel in
vlammen opgegaan. Eon stuk rundvee en 20
varkens kwamen mede ia de vlammen om.
Het huis was verzekerd, de inboedel niet.
Door hetzoontjo van den pred.
Roddingius, te Middelstum, werd in den tuin
der pistorie een ovaal beenen schjjfje, 5 by
3 c. M., gevonden. Aan de eene zjjde bevatte
het Bcbjjfje onleesbare letterteekens en figuren.
Ter hand gesteld aan mr. J. A. Feitb, rijks
archivaris te Groningen, gaf deze de volgende
verklari g: Het schjj/je is een zegelstempel.
In bet midden vertoont het de heraldieke
figuur van een ontloken lelie, waarbovc-n eeo
nimbus; rondom staat in spiegelschrift van
Go'bleke letters: „S. Siardi. Pres bitert. de
Me lestvm.," d. i. sigillum of zegel vanSiar-
dus, pri ater van Middelstum. Vorm van
stempel en typo van letters wjjzen duideljjk
op herkomst uit de 14ie eeuw. Beenen zegels
zjjn hoogst zeldzaam.
Dit merkwaardige en totaal ongescbond n
voorwerp is aan het Museum van Oudheden
te Groningen ten geschenke gegeven en door
het bestuur met dankbaarheid aanvaard.
Een „lijdensgeschiedenis" noemde
de officier van justitie bjj de rechtbank te
Zwolle het verloop van de zaak tegen een
arbeidster te "Wezop.
Deze had voor het kantongerecht terecht
gestaan wegens strooperjj, gepleegd door een
kind beneden 16 jaar, mc-t oordeel des one er-
scheids. De kantonrechter verwees de zaak
echter naar de arrondissements rechtbank, daar
het feit was geple?gd met behulp van oen
kruiwagen. Do ambtenaar van het openbaar
ministerie ging op instigatie van den officier
in hooger beroep en de rechtbank verklaarde
den kantonrechter toen wel bevoegd. Om een
definitieve beslissing te krggen, lokte do officier
een oordeel uit van den Hoogen Raad en deze
verklaarde, dat er geen termen bestooden om
de zaak weder te verwjjzen naar den kanton
rechter. Aldus had do rechtbank weierom te
beslissen en overeenkomstig de overwegingen
van het arrest van den Hoogen Raad vestigde
de officier de aandacht op de niet in de dag
vaarding genoemde verzwarende omstandigheid,
dat de strooperjj gepleegd is met behulp van
een kruiwagen, en eischte daarna.f 2
boete, te vervangen door 2 dagen hechtc-D**
Arbeidersbeweging te Almelo o.
Men schrjjft aan het „N. v. d. D.":
Het plan om aan elke fabriek een commissie
van vier leden te benoemen, om geschillen
te onderzoeken, zal niet doorgaan, omdat de
fabrikanten daarop niet willen ingaan.
De voorzitters der vier gecombine'rde
besturen zullen echter bjj voorkomende ge
legenheid optreden als arbiters.
Heeft een arbeider over iets te klagen, dan
kan hjj zich eerst vervoegen bjj zjjn patroon,
en, wanneer dat niet helpt, tot een der
voorzitters. Dezen zullen zich dan wenden
tot oen heer Hofkes, voorzitter der patroons-
vereeniging, die dan de zaak zal onderzoeken.
Dat de voorzitters zullen optreden als
arbiters, wordt door de arbeiders van groot
gewicht geacht.
De werkstaking bjj den heer Hedeman duurt
nog steeds voort.
Een conferentie van een commissie uit de
arbeiders en eenige bestuursleden van het
Arbeiders secretariaat uit Amsterdam, met dtn
heer Hedeman, heeft tot geen gevolg geleid,
zoodat de oplossing van deze quaestie nog
lang op zich kan laten wachten.
28)
„Maar hoe is het mogeljjk, dat go, terwjjl
ge dat alles wist, de nabijheid van mjjn tante
gezocht hebt? Ge moest toch weten, dat zjj
u nooit zou ontvangen."
„Mjjn arme vader heeft geheel zjjn leven
berouw gehad over zijn misslag en daarmede
ook het verlengen dien uit te wisschenmaar
freule Yon Laden heeft voortdurend olke
poging tot verzoening afgeweerd. Toen mjjn
.«.vader dood was, hebben wjj, mjjn moederen
ik, bet een plicht geacht een laatste poging
>^te wagen, en daarom nu ziet u mjj hier."
Hedwig luisterde met angst naar den
jonkman.
„Helaas, Walter," zelde zjj, „gj), de zoon
van haar vroegeren verloofde, wat hoopt gjj
voor haar fce zjjn?"
„Een liefderijke en toegewijde zoon, lieve
Hedwig; haar troost en steun. Ik zal niets
nalaten om haar het verleden te doen ver
geten en haar toekomst te verzachten."
„Dat is onmogeljjk, Walter 1 Uw vader heeft
haar leven gebroken; ge zult nimmor anders
voor haar dan een voorwerp van afkeer zjjn."
„Daar behoede God on3 voor, want dan
zouden wjj, gjj en ik, voor immer van elkaar
gescheiden zyn. Neen, neen, ik stel vertrouwen
in de rechtvaardigheid der gevoelens van uw
tante en in haar liefde tot u."
Het joDge meisje schudde treurig het hoofd.
„Da rechtvaardigheid en liefde bezit zjj in
hooge mate, dat weet ik," zeide zjj; „maar
zjjn zjj krachtig genoeg om het verledone te
overwinnen? Ik tvijjfel er aan. Wat er ook
gebeure, mjjn vriend, nimmer zal ik dit onder
houd vergeteD, nimmer zal ik ophouden met
dankbaarheid aan u terug te denken."
„Lieve Hedwig," zeide Walter, de hand,
welke het jonge molsjo hem toestak, aan de
lippen brengend„tevergeefs tracht ge mjj te
ontmoedigen; uw woorden vervullen mjj met
vertrouwen. Ik heb alles gedaan, mjjn liefste,
om uw hart te winneD. Ik ben eindelijk
geslaagd; het succos zal ook wei mjjn laatste
pogingen bekronen. Ik ga aanstonds naar den
heer Harry; hjj ls een zokere en trouwe
vriend. Zjjn verstand zal aanvullen hetgeen
ik aan ondervinding te kort kom."
De twee jongelieden scheidden. Hedwig
begaf zich naar Schwarzgarten en Walter ging
in alle haast den weg op naar Ellrode.
Een weinig later treffen wjj Walter aan in
het geriefljjke vertrek van den heer Harry,
in bjjzjjn van broer en zuster, aan wie hjj
met vuur zjjn plannen mededeelde. Beiden
luisterden stilzwijgend, zjjn enthusiaeme be
klagend, hetwelk zjj niet deelden. Den jongen
man viel eindelijk hun ernstige stemming op.
„Gelooft u dan, dat mjjn plannen kannen
schipbreuk ljjden?" vroeg hjj ongerust. „De
heer Sanders scheen toch zeer bereid mjjn
aanbod aan te nemen. Wanneer het kapitaal
maar eenmaal in zjjn handen is, zal ik hem
er wel toe weten te krjjgen de freule van de
rente te doen genieten. Wat het huis betreft,
dat u bewoont, het is ook zwaar met hypotheek
belast; ik weet, dat de heer Sanders verleden
jaar hoopte, het ondershands aan den burge
meester van Ellrode te verkoopen. De zaak
heeft haar loop niet gehad: de burgemeester
wilde het voor te lagen prjjs hebben en
weigerde er u in te zullen laten wonen.
Waarom zou freule Von Laden my dat huls
niet verkoopen? Ik zal haar de som er voor
betalen, welke zy vraagt, en het zou mjj
eon eer zjjn u er als hunrders in te laten
biyven."
„Dat is alles zeer ecbooD, mjjnheer Walter,"
antwoordde de oude émigró; „dat alles is
goed en wol, maar u vergeet, dat u in dat
geval verplicht zult zjjn u bekend te maken."
„Welnu?"
„Wel! De freule zou eerder een verdrag
met den duivel sluiten dan met een baron
Yon Hartkirch een akte passeeren."
„Maar wanneer ik na eens een persoon,
die haar zeer dierbaar is, tot bondgenoote
heb?" zoo vervolgde de jonkman.
„U spreekt zeker van Hedwig?" zeide
juffrouw Sophie.
„Jniet, baar tante bemint haar, zooveel zy
het verdient. Zon het my, door haar geholpen,
onmogeiyk zjjn te slagen?"
„Maar zal Hedwig u helpen?" vroeg de
heer Harry. „Ik weet, waartoe het goede
kind ln staat is; het is maar de vraag, of
zy uw zienswjjze deelt."
„Twyfel daar niet aan," antwoordde Walter
met vuur„haar y ver zal den mynen geiyken."
„Hebt u haar er over gesproken?" vroeg
juffrouw Sophie zeer verrast.
„Ja, dat wil zeggen indirect," antwoordde
de jonge man, die bloosde bjj de herinnering
aan het laatste gesprek tusschen Hedwig en
hem. „Ik ben er van overtuigd, dat zy my
eon handje zal helpen by haar tante."
Juffrouw Sophie zag den spreker aan, en
haar bleeke wangen werden nu ook door een
vluchtig rood overtomen. Zy sloeg de oogen
op tot haar broeder, niet wetend of zy reden
had om verheugd dan wel om bedroefd te zyn
over hetgeen zy daareven vernomen had.
De heer Harry zelf bleef eenige oogen-
blikken zwygen.
„Myn jong© vriend," zeid© hy eindeiyk met
bewogen stem, „de vraag, welke ik tot u
ga richten, zal u misschien onbescheiden
voorkomen; maar het is myn plicht haar u
te stellen, en ik wyk nimmer van myn plicht af.
Antwoord my dus onbevangen: Bemint ge
Hedwig en zy op haar bourt u?"
Walter bloosde nog sterker.
„Ik heb my verraden," zeide hy glim
lachend. „Welnu, jal u hebt het geraden."
„Lieve Hemel 1 Ongelukkige kinderen I"
stamelde juffrouw Sophie, terwjjl zy de handen
wrong.
De heer Harry was opgestaan en doorliep
met groote schreden de kamer.
„Mynheer Harry," hernam Walter, het
pyniyke 8tilzwygen verbrekend, dat op zyn
bekentenis was gevolgd, „het schynt, dat myn
woorden u bedroefd hebben. Oordeelt u my dan
onwaardig de echtgenoot van Hedwig te zyn?"
„De Hemel beware my voor zulk een ge
dachte, mynheer de baron 1" antwoordde de
grysaard. „Het geluk van het kind, dat ons zoo
dierbaar is, zou, ik ben er zeker van, in geen
betere handen kunnen zyn. Maar ik zie, dat
uw liefde zwaren stryd zal te voeren hebben,
waaruit zy wellicht niet als overwinnaar zal
komen."
„U vreest den afkeer, welken de freule
van den naam, dien ik draag, heeft?"
„Ja, wanneer zy dien verneemt, zult ge den
moed op kunnen geven."
„Heeft haar hart dan geen enkel spoor
meer behouden van de liefde, welke zy eons
myn vader toedroeg?"
„De afkeer heeft die uitgewischt. Zelfs by
haar broeder ia het zoo geweest: sinds den
dag, waarop hy haar achtiDg verloor, heeft
zy een afkeer van hem gekregen."
„Maar," zoo vervolgde Waiter, „zy Is to
rechtvaardig in don grond haars harten, om
den misslag van een vader op den zoon to
wreken." j
De heer Harry haalde de schouders op,
„Helaas," zeido by, „ik weet het niet.
Freule Von Laden was begaafd met een voor
treffelijk gevoel, en haar goede eigenschappen
zouden haar, daar valt Diet aan te twyfelen,
tot een kroon van haar geslacht gemaakt
hebben, indien zy zooala de meeste vrouwen
een omgeving had gehad om ze vry te ont
wikkelen. Door een samenloop van onaan
gename omstandigheden van den natuuriykei^
weg afgeleid, is die gevoeligheid veranderd
in een groote onverschilligheid; haar toe-
wjjdiag voor de menschen is veranderd in haat
er tegen.
Wordt vervolgd).