ze <§onrant wordt dagelijks, met uitzondering van @on- en feestdagen, uitgegeven. N°. 11514. Zaterdag 18 September. A°. 1897 Leiden, 17 September. Feuilleton. De Triomf der Liefde. PRUS DEZER 00DRAMT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10, Franco per poet1.40, AJzonderlyke HommersO.OS. PBIJS DEB ADVERTENTIE* Van 1-0 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.174. Grootore letters naar plaatsruimte. - Voor bet incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend LEIDSCH Omciëelo Hcuuis^evinjjou. HerhatlBfSonderwys. Burgomeoatw en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8 der Tarwrdemng van den 12den Januari 1882, tot regeling van het llerhaliDgsonderwijs in do gemeente Leiden (Gemeenteblad No. 11); Brengen toe kennis van belanghebbenden, dat de inscli yving van teorltetfon voor het Herhaling s- onderwij* aal plaat» hebbon van den 20aten tot en met den ^'eten Sept. a s voor meisjes in hot schoollokaal u» d« Taa-dor-Werf-straat, voorjongons in dat aan de Kort* Mare, telken dage des namiddags van zevon tot aeht uren. Tot het hei-UAliBgeoDderwije kunnen worden toe gelaten 1°. de leerlinge* van de scholen der 8de en 4de klaeso, die vtrkrrgen hebbon het getuigschrift, bedoeld bij art. 18 2 der Verordening van 25 Januari 1894 (Gemoonteblad No. 5 van 1894); 2°. zij, die bij oen af te leggen examen blijken geven aan de daarvoor gestelde vereisohten te kunnen voldoen. Burgemooeter en Wethouders voornoemd, Leiden* P. WAS, Burgemeester. 18 Sopt. 1867. E. EIST, Secretaris. Kostclooze Inenting. Burgemeester en Wethouders van Leidon brengen bij deze tor algetaeone kennis, dat op Dinsdag 2 1 S e p t. 18 9 7 en tot nadere aankondiging op eiken volgenden Dinsdag, telkenmalo des namiddags to twee uren, in het Elisabethshof aan do Ondo Ye*4, gelegenheid zal worden gegeven tot kosteloos* inoating van on- en min vermogenden, wordende tevens aan belanghebbenden herinnerd, dat sg slechte zullen worden toegelaten op vortooa raa een bew{js hunner geboorte- iDBcbryving. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Bargomeester. 16 Sopt. 1897. E. EIST, 8ecretarie. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het adres van W. A. T. MARIJT, houdondo verzoek om verganniDg tot oprichting van een huid Dzouterg in het ptroeel Looierstraat Seotio 0, No. 1629; Gelet op de taü. 6 en 7 der Hinderwet; Geven bij deae kennis aan het publiek, dat ge noemd verzoek met de bijladen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede, dat op Donderdag 39 Sept. a. e., 's voormiddags te elf uron, op het Raodhsns gelegenheid zal worden gegeven, om bozwares tegen dat verzoek in te brGBgon. Burgemeester en Wothonders voornoemd, Leiden, P. WA8, Burgemeeeter. 16 Sopt. 1897. E. EIST, Secretaris. Mr. P. A. Tichelaar, opvolger van mr. H. L. Drucker, zal Woensdag 6 October a. s. in het groot auditorium van het academiegebouw hot hoogleeraaranmbt in de rechtsgeleerde facultoit aan do univ*r«iteifc alhier aanvaarden met het uitspreken oooe* rede. Met 1 October a. e. worct op non-activiteit gesteld do eflkier van administratie der 2de klasse E G. De Wtfs, behoorende tot de rol van Hi*. Ms. wachtschip te Amsterdam en gedetacheerd bij de Kwetkschool voor Zeevaart te Leideo, t*rw\jl ter z\jner vervanging met denzelfden datum geplaatst wordt de officier van administratie der -2de klasse W. H. C. Ten BrumnKder. Do 1ste luit. H. M. J. Sark, van het 4de reg. inf., wordt 1 October ontheven van zfine detacheering bg h6t 2de reg. veld art. te Leiden en zal 1 November zgne studiën bjj do hoogsrs krijgsschool weder vervolgen. De kapitein Boonacker, van de Cadotten- acbool te Alkmaar, die is overgeplaatst by bet 4de reg. inf., is la suite gevoerd van de 4de comp. 4de bat. van dat regiment te Leiden. De officier van gez. 2de kl. C. E. Gras- winckel, van het lste reg. huzaren te Deven ter, wordt 1 October a. s. gedetacheerd te Leiden tot het volgen van een cursus aan de universiteit alhier. De rang van brigadier-titulair ie o a. toegekend aan den rijksveldwachter Van de Vfiver, te Sassenheim. Door B. en Ws. van Den Haag is een afwijzend praeadvies uitgebracht op het ver zoek der gecomfineerde timmerlieden ver- eenigingeo, om aanstelling tot onbezoldigd opzichter der bouwpohtie van een door haar gesalarlKrd persoon, oio zou belast worden met het toezicht op de stipte naleving van de artikelen 29 en 22 der verordening op de bouwpolilie. Te Delft is voor het publiek het Centraal- Telephoonbureel geopend. Een 100 tal hebben zich doen aansluiten. Te Venloo is oen adres met 116 handtee- keningen aan den Baad gezonden, verzoekende om concessie te verleenen tot aanleg eener telephoon. Volgens bet „Geneeskundig Tijdschrift" zal dr. Van Kleef met 1 Mei e. k. ontslag nemen als eerste geneesheer van bet gesticht „Calvariéaberg", doch ook nog na dien tyd tot dat gesticht in betrekking blijven. Z. Doorl. Hoogh. Prins Von Wied, H. Kod. Hoogh. mevrouw de Prinses Von Wied, Prinses Marie der Nederlanden, de Prinsessen Louise en Elizabeth, hunne dochters, zyn gitteravond om zeven uren per Staatsspoor in de residentie aangekomen, ten einde eeDigen tyd te ScheveniDgeo door te brengen. Het vorsteiyk ge*fc\ vond by het verlaten van den salon wagen op het perron een tal rijken kring van dames en heeren ter ver welkoming. Mevrouw de baronesse Sirtema van Grovesttes bood peöeeee Marie al dadeiyk een welriekendoo bouqovt aan, die saamgebonden was aan oranje satftaeu linten, terwyi deze dame zelve op haar marital voor deze gelegen heid een strik droeg van linten in de Neder- landsche driekleur. Voorts werden de prins en de prinses begroet door jhr. Schorer, vtee-president van den Raad van Slate; mr. Fovk, Hr. Ms. Commissaris, die don nieuw opde+rtd&n burgemeester jhr. mr. De Beaufort vooruUide; baron Van Zuylen, burgemeester van Wassenaar, en baron Van Rhemen, oud-burgemeester dier gemeeDte; baron Taets van Amerongen, stalmeester van wyien Prins Fredeeék; b^ron Van Wassenaer van Roaande, kamstfceer in buitengew. dienst; den heer C. J. Van der Oudermeulen; den gep. kol. der cav. De Bas; den beer Dietz, waarn; administrateur der nalatenschap van wyien den vader v*m H. K. H.; de kunstschil ders Bisschop en Smits. Met allen onderhield zich het Vorstoiyk echtpaar geruimen tyd in de Koninklyke wachtsalons, die voor HH. MM. geopend waren. De prins en de prwases met kinderen begaven zich in een open rgtuig uit de Koninklyke stallen, door de Koningin-Regentes ter be schikking gesteld, naar het Hotel „Garni" to Sciieveningen, vriendelijk begroet door eene belangstellende menigte, die op het stations plein de komst der Nederlandsche prinses stond af te wachten. Het gevolg van de Vorstelijke personen bestaat uit de hofdames jonk vrouwe Van Sucbtelen van de Haere, jonkvrouw® Yon Harnitr en joDkvrouwe v. Haröou (gouvernante der prinsessen), den hofmaarschalk van Z. D. H. mr. C. H. graaf Van Bylandt, kamerheer L b. d. van wijlen Z. M. den Koning, en den secretaris van Z. D. H., den beer Lochleitner. Als g6woooiyk traden de prins en de prinses met de meeste minzaamheid toe op de reeds bejaarde dienaren aan het hof van wyien Prins Frederik, die zich naby het rytuig hadden geplaatst. Behoudens nadere goedkeuring van den minister van oorlog is de levering der fourages o. a. voor onderstaande garnizoensplaatsen toe gewezen aan de onderstaande firma's. De prijzen zyn berekend per 10 KG. Amsterdam, hooi, Kuiper v. d. Werf, 0.38; etroo, id. id. 0.26, 0.28; haver Veldman Van Dongen, 0.734. 's-Hage, hooi, Veldman Van Dongen, ƒ0.41; stroo id., 0.325; haver, id., ƒ0.716, Steensma 0.725. Haarlem, hooi, W. De Roon, 0.42; stroo, id. 0.30; haver, id., 0.73. Leiden, hooi, A. Oerlemans&Zn., 0 385; stroo, v. Straten, 0.3175; haver, J. Poel geest, 0.73. De equipago van Hr. Ms. opleidingsschip „Nautilus", dezer dagen van een oefenings- tocht in den Atlantischen Oceaan terugkeerende, kwam binnen met het droeve bericht, dat zy onderweg haar commandant, den kapitein- laitenanfc ter zee Jan A rnoldus Hendrik Beek, had verloren. Een plotselinge ernstige harts- aandoeniag maakte een 6inde aan zyn zoo welbesteed leven. Zyn officieren en manschap pen moeeten den droevigen plicht vervullen zyn stoffaiyk overschot toe te vertrouwen aan d6n Oceaan. Op een diepte van 4600 meter rust hy, op een afstand van pL m. 360 KM. van Kaap Finisterre, dus ongeveer dwars van de plaat*, waar zoovele andere kameraden met de „Friesland" zyn gebleven. Zyn vriend «o promotie genoot, de gep. kapi tein-luitenant ter zee B. J. G. Volck, directeur van de Zeevaartschool en het Zeemanshuis te Amsterdam, heeft aan zyn nagedachtenis een treffend geschrift gewy d, dat tot titel voert „Een begrafijuis op den Oceaan." Na een korte beschryving van zyn 27 jari gen dienst als zeeofficier, van zyn vyf achter een volgeodo reizen naar O.-Iudië met het daaraan telkenmale verbonden verbiyf van drie jaar in de tropen en van de wyze, waarop hy zich in den Atjeh-kryg onderscheidde, ver haalt de schrijver hoe de luit. ter zee lste kl-.sse Beck, in Juni 1894 vaa zyn vyfde Indische reis naar Nederland teruggekeerd, den lsten November van dat jaar bevorderd werd tot kapt.-luit. ter zoe. Achtereenvolgens commandeerde hg Hr. Ms. „Luipaard" en „Tyger" en het opleidingsschip „Admiraal van Wassenaer", van welken bodem hg werd overgeplaatst op de „Nautilus" tot het volvoeren van een oefeningstocht op den N.-Atlantischen Oceaan. Aan boord beerschte bg den dood van Beek algemeene verslagenheid; do eerste officier, de luit. ter zee lste kl. Van Praag, nam het bevel over en moest helaas de uitvaart van don algemeen geachten en beminden humanen commandant voorbereiden en ten uitvoer bren gen, hetgeen geschiedde op den 30sten April, v.m 10 uur. Deze droevige plechtigheid werd niet enkel do r de bepalingen geregeld, maar diepvoelend byge8taan door Beck's ondergeschikten en nu in de verte door zyn vele kameraden in de Marine, die hem hoogachtten om zyn een voudig en edel gomood. Zg inspireerde den heer Volck tot eene dichteriyke ontbodzeming. Van die aandoeniyke hulde aan de nage dachtenis van een braaf officier werd door den heer Volck gebruik gemaakt om het schip, dat zonder zyn uitgevaren commandant terug kwam, op waardige wyzo te ontvangen. Aan officieren en minderen, aan allen, ciie hun be minden chef de laatste eer op den Oceaan hadden bewezen en nu onder den diepen indruk van het gebeurde terugkeerden, werd door den heer Volck een exemplaar van zyn weemoe dig „In memoriam" aangeboden. De eerste exemplaren van deze dichtregelen had de beer Volck, ter nagedachtenis van zyn vriend, den trouwen dienaar van Vorst en Vaderland, in zwart satgnlederen prachtband aan HH. MM. de Koninginnen opgezonden. Zy droegen tot opschrift: „E*n begrafenis op den Oceaan a/b. Hr. Ms. „Nautilus", waarboven een treurpalm in zilver. De exemplaren gingen vergezeld van een begeleidend schrgven, waarin de heer Volck de aanleiding tot het dichten van deze strophen voor HH. MM. virklaarde. Behalve een officiöele dankbetuiging, ont ving overste Yolck een particulier schryven namens zgn Vorstinnen, waaruit hem mocht blgken de hartelijke deelneming van Hare Majesteiten in het verlies, dat de Nederland sche Marine door den tragischen dood van commandant Beek geleien beeft. De minister van waterstaat, enz. heeft ingetrokken de volgende bg de Tweede Kamer aanhangige wetsontwerpen: lo. betreffende algemeene regels omtrent het waterstaatsbestuur; 2o. tot toekenning van eenige bevoegdheden aan de besturen van waterschappen, veen- schappen en veenpolders; 3o. tot verleenen van eene bydrage uit 's Rijks schatkist voor: a. den aanleg van een kanaal uit den zytak van het Oranjekanaal bg Odoorn, naar en in de Weeröingervenen, aansluitende aan het Groninger Stadskanaal met zykanaal in Zul- deiyke richting naar de Emmerveenmarke, en b. den bouw van een nieuwe schutsluis te Zaandam. De minister van oorlog heeft kennis ge ge ven, dat door hem zyn ingetrokken de wets ontwerpen lo. houdende machtiging op de Alg. Reken kamer, tot verevening ten laste van den dienst van 1896, van op den dienst van 1894 niet in uitgaaf aangenomen mandaten 1 n in verband daarmede verhooging van het VlIIst» hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1896; 2o. tot beschikbaarstelling van gelden, wegens door het Dep. v. Oorlog gedane ver strekkingen voor den dienst van 1897. De provinciale vergadering van christeiyke onderwyzers en onderwyzeressen in Zuid- Holland zal gehouden worden op Zaterdag 25 dezer, des namiddags te twee uren, in het lokaal „Oöaija", Prinsenstraat, te Rotterdam. De heeren K. J. G. baron Vaa Haróen- broek van Bergambacht, voorzitter, en kolo nel C. Do Mooy, lid van het hoofdcomité van het Nederlandsche „Roode Kruis", zyn naar Weenen vertrokken als gedelegeerden der Regeering ter 6de internationale conferentie van de „Roode-Kruis-vereenigiDg," den 19den dezer al laar te openen. Mede vertrok daarheen de oud-majoor van het Indische leger da heer W. J. Vervloet, secretaris van gemeld hoofdcomité, die het Nederlandsche „Roode Kruis" ter conferentie zal vertegenwoordigen. Dr. G. A. F. Molengraaf!, buitengewoon hoogleeraar io de mineralogie, geologie, enz. aan de universiteit te Amsterdam, die zich reeds sinds oen paar maanden in Transvaal bevindt, zal, naar de „Tel." verneemt, aldaar blgven als Staatsgeoioog van de Zuid Afri- kaansche Republisk. De gemeenteraad van Steenbergen heeft aan de heeren Richter en Payens voor 23 jaren vergunning verleend tot de exploit-tie van een gasfabriek en de Levering van lichtgas. Ter vervulling der vacature van predi kant by de Ned.-Horv. gemeente te 's-Gra- vei-hage is gisteravond het volgend drietal opgemaakt: dr. J. H. Gerretsen, te Dedems- vaart; ds. A. De Haan, te Zwolle, en ds. A. Tap, te Schiedam. Hare Majesteiten de Koningionen zullen op 22 en 24 September des namiddags ds internationale landbouwtentoonstelling to 's-Gravenhage bezoeken. Door het gerechtshof te Amsterdam is, ter vervulling van een vacature van raadsheer in dat college, opgemaakt de navolgende alphabetische lgst van aanbeveling: mr. J. H. Van Goor; mr. A. J. Karseboom, rechters in de arrondissements rechtbank te Amsterdam, en mr. F. A. Van Leeuwen, rechter in de arrondis3ement8-rechtbank te Utrecht. Naar men aan do „Haarl. Crt." meedeelt, is de deelneming aan de voorgonomen reünie van leerlingen en leeraren van de Militaire School te Haarlem tot nog toe zeer gering. Komen binnenkort nog niet velen zich aan melden, dan zullen de voorgenomen plannen in dezen niet kunnen doorgaan. Is het „Vad." goed ingelicht, dan zal dö oud-minister Seyffardt spoedig zyn wonschen bevredigd zien. Aan het ministerie van oorlog zou nl. reeds een wetsontworp tot Invoering van persooniyken dienstplicht in bewerking zgn, van eenvoudigen aard en niet omvattend een reorganisatie der levende strydkrachten, maar alleen datgene, wat met de invoering van persoonlijken dienstplicht in onmiddellijk verband staat. 25) „Al ben ik zulk een onbeduidend persoon, niet waar?" hernam "Walter met een mengsel van droefheid en bitterheid. „Geloof vrg, dat ik mgn nederigen stand erken, en daarom koo3 ik den heer Sanders tot myn raadgever. Vergeef m<|, bid ik u, freule, dat ik my een oogenblik vergeten heb door u de wenschen mede te de«Aen, welke ik gevormd heb." Iiedwig vreesde de jonge kunstenaar be- leedigd te hebben. „U mee*t toch, hoop ik, niets van hetgeen u gezogd hebt?" zoo viel zy hem in do rede. „Tot wie zou u andtra sproken over uw belangstelling jegens myn goede tante en het verlangen kaar te helpen dan tot my, die deze gevoelens nog inoiger bezit?" „Ik weet het, freule 1 O, het is niet tever geefs, dat u my de eer hebt aangedaan, om mg gedurende verscheidene maanden toe te laten in uw familieleven 1 Men zou niet van zuiverder toewyding kunnen droomen. Zal ik hot u bekennen? Hetgeen my vooral uw tanto doet achten, die zoo wreed beproefd is, is haar teederheid voor u." De klem, waarmede de jonkman deze woorden sprak, deed Hedwig het rood op het voorhoofd komen Zy vroeg zich af, wat haar tante wel van zulk een stoutheid zou gezegd hebben, en toch deed een ongekende vreugde haar hart kloppen. Er lag in deze enkele woorden een beteokenis, welke zy niet begreep. „Mynheer Walter," sprak zy na een pauze, „is het soms mogdyk, dat er tusschen u en myn tante een andere verhouding bestaat dan die van een korten en voorbygaanden aard?" „Ik wilde u er niet mede hekend maken, freule, maar nu ik my verraden heb, zal ik het tegendeel niet beweren. De verhouding, waarin ik tegenover uw tante sta, is van een eigenaardig karakter en zoodanig, dat het geluk van rnjja bostaan afhangt van de wyze, waarop uw tante ze zal vernemen." „U verontrust my," hernam Hedwig; „ik weet, dat de jeugd van myn arme tante zeer droevig is geweest Haar schoone jaren zgn in eenzaamheid en tranen voorbggegaan. Slechts Binds korten tyd geniet zy weder eenigezina van het leven. Indien het mogeiyk is, mynheer Walter, spaar haar dan nieuwe droefheid. Zy verdient zoozeer gelukkig te zyn en heeft zooveel verdriet gehad 1" Walter had moeite zyn ontroering meester te blgven. „Freule Hedwig," antwoordde hy met tril lende stem, „juist met het doel aan de freule, uw tante, aangenamer dagen te bezorgen, ben ik naar Schwarzgarten gekomen. Haar toewyding voor u heeft my deze poging zoo aangenaam gemaakt, dat ik de ongelukkigste der menschen zou ayn, indien ik niet slaagdel" Een vluchtig rood kleurde de wangen van Hedwigzy aarzelde, niet wetend, of zy zich beleedigd of verheugd moest gevoelen door die vreemde verklaring. „U is geroerd, dat begryp ik," zeide zy eindeiyk, „door de onvermoeide toewyding van myn lieve tante voor my, maar ik begryp niet, hoe dat gevoel een vreemdeling kan aansporen onze belangen ter harte te nemen. Wat my betreft, ik beken het u, ik zou veel liever myn welzyn alleen aan myn tante willen te danken hebben." Walter zag het joDge meisje met droefheid aan; indien hy in den grond zyns harten een oogenblik de geheime hoop zou gevoed hebben, haar niet onverschillig te zyn, dan zou nu die hoop verdwenen wezen. „U hebt my onbescheiden geoordeeld, mis se. lien indringerig, freule," hernam hy; „myn byzondere genegenheid voor freule Von Laden, die ik hoogacht als een moeder, moet my voor verontschuldiging dienen. Alles, wat my mogsiyk is, om haar oude dagen te vrywaren van nieuwe beproevingen, zal ik aanwenden, en de goede Sanders zal my, naar ik hoop, zyn hulp niet weigeren." De freule kwam op dit oogenblik in het salon terug. Walter wisselde eenige woorden met haar en ging heen om den ouden Sanders op te zoeken. Groot was de verrassing van den ouden Sanders, toen hy zag, dat "Walter op hem toe kwam. Niettegenstaande de toenadering, welke de jonge man hem getoond had sedert den eersten dag, had de vertrouweling zich toch altijd op een afstand gehouden. Zyn verwondering steeg nog, toen Walter hem zonder omwegen vertelde, dat hy de geldoiyke verlegenheid van de freule kende, dat hy hulp wenschte te brengen en dat hy met hem kwam spreken over de middelen om daartoe te geraken. „U hebt mg niet goed begrepen, denk ik, mynheer Sanders," zoo vervolgde de jonge man met een glimlach, terwyi de vertrouweling voor hem stond, zwygend en als door den bliksem getroffen. Sanders antwoordde niet; hy richtte op Walter een doorborenden blik. „Het is toch zeer duidoiyk", antwoordde Walter, wien dat stilzwggon niets beviel. „Ik vraag u, wat op het oogenblik dien treurigen toestand veroorzaakt, waarin de freule zich bevindt." „Maar wat gaan u de zaken van de freule aan, mynheer?" riep de grysaard toornig uit. „Komt u uit ik weet niet welk land, om u te mengen in zaken, die u niet raken? Wilt u een beschryving van den toestand, tracht die by iemand anders te viDden; ik geef die niet I" „Beste mynheor Sanders, ik begryp mots van uw toom De zaak is, helaas, genoeg bekend. Wanneer ik u van dien droevigen staat van zaken spreek, is het met de hoop er een eindo aan te maken." „Er een einde aan te maken?" herhaalde Sanders met de uitdrukking van de grootste verontwaardiging. „Zou zoo'n jonkman als gy er op pochen te zullen slagen, daar, waar ik, die reeds grys ben, geheel myn leven schip breuk heb geleden?" „Ik vlei mij niet zonder reden met die hoop, mgnheer Sanders; ik ben niet zonder middelen. Indien uw meesteres eenige schuldeischers heeft, dan heb ik geld, om voor haar te be talen." Sanders had zich opgericht, maar viel weder op zyn stoel neor en zag den jongen man vol twyfeling aan. „U ook? U hebt dus ook gemeeno zaak met die schurken gemaakt?" mompelde hy. „Ik weet niet van welke schurken ge my spreekt, mgnheer Sanders", antwoordde Wal- ter, die zich begon op te winden. „Uw wan trouwen doet my zeer leed. Moet a me nu' nog beleedigen ook?" „Maar zeg my dan, met welk recht u zich komt mongen in onze zaken? Wy hebben u niet geroepen; wy hebben u niet noodig." „Neem my niet kwaiyk, dat ik u moet tegenspreken, mynheer Sanders; u hebt my wel noodig. Ik weet evengoed als de eersto boer de beste, dat freulo Von Laden geruïneerd is, dat haar landeryea achteruit gaan, en dat de schuldeischers onmiddeliyk geld eiachen, terwyi zy dreigen beslag op de landeryen to leggen, wanneer zy niet betaald worden." Sanders slaakte esn diepen zucht. Dat was alles zeer juist, het kon geen woord tegen spreken; maar by wekte zyn toorn op, to hooren, dat een vreemdeling hem zoo zonder omwegen die pynlgke waarheden vertelde. Mynheer komt ons zeker het middel aan bieden om uit die moeilykheid te geraken, door ons bet kapitaal met de rente, hetwelk wy schuldig zyn, te geven?" vroeg hy mö1 bittere ironie. „Ik kwam het u vooretellen," antwoordde Walter kalm. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1