N°. 11515. Donderdag 9 September, A0. 1897 iCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. Feuilleton. De Triomf der Liefde. LEIDSCE DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAMT: v, V' Voor Laiden per 3 maanden. 1.10. Franco per poet ..1,,tl,,,,4tl< 1.40. Afzonderlijke Nommere0.05. PRIJS DER ADVERTEMTEEN: Van 1-6 regele f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. - Grootero lettere naar plaateruimte. Voor bet incaseeeren buiten de stad wordt 10.05 berekend. Dit uommer bestaat uit TWEE Bladen. Ofllciëelo Keuuisg;ovingcn. Burgemeester en Wethouders van Leidon, Gozien bet adres van L. E. NIEUWENBUIZEN, Loudondo verzoek om verganoing tot het honden en mesten van varkens op het erf achter het peroeel Morschwcg No. 18; Gelet ot> art. 152 der Algemeeno Politieverordening van 6 November 1879; BreDgon ter al-jemuono konnia, dat op Donderdag, den 9den Sept. a. s., doe voormiddags to elf oren, ten Raadbuize gelegenheid zal worden gegeven tot het inbrengen van bezwaren tegen dat verzoek. Burgemeester en Wethouders voornoemd, LeideD, F. WAS, Bnrgemeester. 7 Sept. 1897. E. KIST, Socret-aria. Leiden, 8 September. De heer A. J. Ryshouwer, vroeger notaris onder Zoeterwoude, na de annexatie op Lei jsch gebied woonachtig, aan den Hoogen Ryndyk, zal 25 September a. s. veertig jaar notaris zjjn. Onze stadgenoot de kunstschilder Van Daalhoif biedt onder de advertentièn van dit blad zich aan tot het geven van lessen, waarop wy de aandacht vestigen. De Orde der Advocaten by den Hoogen Raad zal Zaterdag 25 September a. 8., des namiddags te 3 uren, in het lokaal van den Hoogen Raad eene vergadering houden ter verkiezing van een lid van den Raad van Toezicht, ter vervanging van mr. H. A. Yan Raalte, en ter behandeling van het advies van het Bureau van Consultatie in strafzaken over de kin der verdediging. De Rykscommissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als machinist aan boord van koopvaardijschepen zal, aanvan gende den 28sten September a. s., te halftien 's voormiddags, zitting houden in het Nutsge- touw te Amsterdam. Om tot een van dis examens te worden toegelaten, zal de candldaat, onder overlegging van een 3 geboorte-akte on mot opgave van woonplaats en laatsten werkkring, de aan vraag hiertoe vóór 21 September a. s. schrif telijk en portvrij by den voorzitter der com missie, den gep. kapt. luit. ter zee J. J. Stooker, te Hilversum, motten inzenden, waaruit tevens dan moet blijken voor welk diploma hij ver langt geöxamlnoerd te worden. Nadere bijzonderheden bevat de .Staats courant" No. 209. De Koninginnen keeren 20 September jfo de residentie terug. Tot leeraar in de Hoogduitsche taal voor den tyd van één jaar, aan de Hoogere Burger school voor Jongens met 5-jarigen cursus te 's-Gravenhage, is benoemd de heer B. Van der Esch, thans als zoodanig aan genoemde school werkzaam. Zaterdag a. s., 11 Sept., zalbet40jaren geleden zijn, dat prof. dr. W. M. Gunning, geneesheer-directeur van het Gesticht voor Oogiydere in de Spinozastraat te Amsterdam, tot doctor in de geneeskunde promoveerde. Maandagavond te 7 uren kwam te 's-Gra venhage in een salonwagen per Staatsspoor aan de wereldbekende kanonnen-fabrikant, de heer Friedrich Krupp, uit Essen. De gep. luit.-kolonel dtr artillerie de heer A. Veen Valck, die in zijn vroegere militaire betrekkiog dikwerf het établissement van den beer Krupp bezocht, ontving hem aan het station. De heer Krupp is met zijne familie door gereisd naar Scheveningen, waar by in het Kurhaua logeert. Te 's-Gravenhage ia in don ouderdom van 76 jaren overleden de gepensionneerde kolonel der infanterie J. Y. D. Dittlinger. Van een bezoek, dat, luidens een bericht van het „Vad.", door HH. MM. de Koninginnen den 21sten of 22sten September zou worden gebracht aan de alsdan geopende landbouw tentoonstelling in het Malieveld, is bh het Hoofdbestuur van de Hollandscbe Maatschappij van Landbouw niets bekend. Z. D. Hoogw. de Bisschop van Haarlem heeft benoemdtot rector van het pensionaat „Bijdorp", te Voorschoten, den weleerw. heer B. J. Corstens; tot kapelaan te Amsterdam (H. Willebrord binnen de veste) den weleerw. heer J. L. Th. Waterreus; tot kapelaan te Voorschoten den weleerw. heer J. M. C. Nuyen, 15 Aug. 11. priester gewijd; tot kapelaan te Noordwykorhout den weleerw. heer P. J. H. Sprengers; tot kapelaan te Zoeterwoude den weleerw. heer J. W. M. Van der Born; tot kapelaan te Berkenrodo den weleerw. heer J. J. Mes; tot kap-laan te Pijnakker den weleerw. heer J. G. Onel, 15 Aug. 11. priester gewijd; tot kapelaan te Weesp den weleerw. heer L. Van den Berg; tot kapelaan te Groenendijk den weleerw. heer A. G. Rhee; tot kapelaan te Amsterdam (H. Bonifacius) den weleerw. heer Th. J. F. Bergansius; tot kapelaan te Oegstgeest den weleerw. heer H. A. Th. Van Dam, 15 Aug. 11. priester gewijd; tot kapelaan te Nes en Zwaluwebuurt den weleerw. heer H. J. Kriek; tot kapelaan te Schoonhoven den weleerw. heer J. F. Van der Meer; tot kapelaan te Vlissingen den weleerw. heer C. A. J. Ten Hagen; tot kapelaan te Quintsheul den weleerw. heer J. Van der Dries; tot kapelaan te Naaldwijk den weleerw. heer J. Nieuwendyk; tot kapelaan te Uitgeest den weleerw. heer J. B. Van Rooy en tot kapelaan te Noordzype den wel eerw. heer H. J. G. Van Baarem; de laatst genoemde vijf 16 Aug. 11. priester gewijd. Nog heeft Z. D. Hoogw. benoemd; tot kapelaan te Rotterdam (O. L. Vr. Onbevl. Ontv.) den weleerw. pater A. W. Schr&der; tot kapelaan te 's-Gravenhage (O. L. Vr. On bevl Ontv.) den weleerw. pater E. J. M. De Haastot kapelaan te Amsterdam (H. Ignatius) den weleerw. pater J. M. H. HeydenriJcktot kapelaan te Amsterdam (H. Igoatius) den weleerw. pater H. P. F. Van Velsen; tot kape laan te 's-Hage (H. Theresla) den weleerw. pater J. W. P. M. Van der Kuntot kapelaan te Rotterdam (St.-Dominicus) denweleerw. pater W. A. M. Peeters, tot kapelaan te Rot terdam (Allerh. Hart) de weleerw. paters A. Uiterwaal en L. J. M. Jansen. Door het kerkbestuur der St.-Lambertus- kerk, te Helmond, is een som van f50,000 geschonken voor het bouwen van een nieuws kerk in de Veerstraat. Tot leeraar in de staatswetenschappen aan de hoogere burgerschool en aan de mid- aelbaro school voor meisjes te Dordrecht is benoemd mr. dr. J. Wolter beek Muller, sedert 7 September 1896 voor een jaar aangesteld tot tijdelijk leeraar aan die inrichting. Den heer G. C. Dibbeta werd op zijn ver zoek eervol ontslag verleend als leeraar bij het middelbaar onderwijs te Dordrecht. Te Gouda is herbenoemd tot wethouder dr. Van Iterson. Tot ambtenaars van den burgerlijken stand werden herbenoemd de heeren Van Iterson en Jager, terwijl nog benoemd werd de heer De Raadt. Ter gelegenheid van de opheffing der Militaire School te Haarlem op 1 Oct. zal er eene réunie gehouden worden van oud-leer lingen. Het pogramma dier réunie is als volgt vastgesteld Zaterdag 2 Oct., 2 u. nam. Ontvangst der róunisten ten stadhuize; 6 u. nam. Diaer in het Brongebouw. Zondag 8 Oct., 9 u. voorm. Boottocht naar Markeo. Déjeuner aan boord. Terugkomst te Haarlem omstreeks 5 u. namiddag. Reeds vroeger was besloten tot het samen stellen van een „Militair Schoolalbum", het welk zal bevatten: titelblad, voorwoord, naam lijsten, photographieën van het gebouw en portretten van oud-leeraren en oud leerlingen. De gemeenteraad van Middoliurg be noemde gisteren opnieuw tot tijdelijk leeraar in de wiskunde aan de burgeravondschool voor den cursus 1897 den heer dr. "W. A. Poort. Nog werd aan den heer dr. B. H. Steringa Kuyper, op zijn verzoek, met 1 Nov. a. s., eervol ontslag verleend als leeraar aan het gymnasium en besloten eene oproeping te doen voor een leeraar in de oude talen en oude geschiedenis op eene jaarwedde van f 2000. De gemeenteraad van Zutfen heeft aan genomen een wijziging der verordening op bet L. O., waardoor schoolvergaderingen ver plichtend worden gesteld. Blijkens uit Iodiö ontvangen telegra- phlsch bericht is de 2de luit der infanterie W. M. Broekman, die eenige maanden te Nijmegen bij de Kol. Res. gediend heeft, be vorderd tot lsten luitenant. De gewone audiëntiën van de ministers van oorlog en koloniën zullen deze week niet plaats hebben. Gisterochtend deed de Koning van Siam een rijtoer naar Scheveningen. Om halfelf kwamen drie rijtuigen voor het paleis in het Noordeinde te 's-Gravenhage, bestemd voor Zijne Majesteit en gevolg, terwijl generaal Van Helden en jhr. Van der Staal en de ordonnance-officier graaf Dumonceau den Koning vergezelden. Z. M. was in politiek. Langs den Ouden Scheveniogschen weg en de Keizerstraat werd gereden naar den Zee- boulevard en het Kurhaus om. De bedrijvig heid aan het strand en het gebouw van het Kurhaus, waarvoor stapvoets werd gereden, trokken zeer de aandacht van den Ooster- schen souverein. Over hst Gevers-Deynoot- pleio en den Badhuisweg werd naar Den Haag teruggereden. Evenals Maandag-middag bewoog zich ook gisteren een dichte menschenmenigte van het koninklijk paleis af, langs den weg, disn de stoet zou nemen, naar het Staatsspoorstation, van waar de Koning zich naar het Loo begaf, ten einde door Hare Majesteiten de Koningin nen te worden ontvangen. Het koninklijk rijtuig werJ begeleid door het groots eere-escorte vati 50 bereden artil leristen, waarvan een peloton de roet vier paarden bespannen üofkoeis voorafging, ter wijl het andere den stoet sloot. Z. M., die dezelfde kleeding droeg als Maan dag en weder versierd was met het grout cordon van den NederUndschen Leeuw, werd bij zijn bezoek aan de Vorstinnen vergezeld door de prinsen, zijne halfbroeders, door a.le leden van zijn gevolg en van dat der prinsen, voorts door^ de leden van het Militaire Huis van H. M., aan den Koning toegevoegd, ter wijl de gezant van Siam, markies De Maha Yota, en de meergemelde leden der Siameesche legatie mede naar Het Loo vertrokken. In de koniuklyke wachtzalen werd Z. M. ontvangen door den minister van buitenland- 8che zaken, den heer De Beaufort, den gouver neur der residentie, generaal Van Pommeren, den plaatselijken commandant luit.-kolonel Bierman en de heer J. T Smith, consul-generaal van Siam te Nieuw-York. Toen de Koning h6t plankier betrad om zich te begeven in den extra-trein, ditmaal een trein der Staatsspoor wegmaatschappij meteen salonrytuig, hief do by de eerowacht behoo- rende boornmuzisk der jagers het Siameensche Volkslied aan, dat door Z. M. en alle hem vergezellende autoriteiten ten einde toe werd aangehoord met de hand aan helm of steek of met ontbloot hoofd. Een afzonderlijken groet bracht Z. M. aan den commandant van de eerewaebt. Hierna bestegen de Koning en zijn gezelschap den salonwagen. In denzelfJen trein hadden te voren reeds plaats genomen de navolgende personen, die van hier, als genoodlgden aan deu gala-maal tijd, naar Het Loo vertrokken, te weten: Alle ministers, hoofden der departementen van algemeen bestuur (de heer De Beaufort nam in den trein plaats na de ontvangst van den Koning); de presideut van de Tweede Kamer, de heer Gleichman; de adjudant-generavan H. M. de Koningin, generaal Verspijck; Hr. Ms. ceremoniemeester graaf Van Randwijck en de heer Ruyasenaera, chef van bet kabinet van den minister van buitonlandsche zaken. Ook de leden der Koninklijke Militaire Kapel, welk corps tydens het gala-dinar een muziek-uitvoering zou geven, gingen met dezen trein mede. Precies te kwartier voor tweeën vertrok de trein, steeds onder de tonen van het Siameesch Volkslied en onder geleide van de heen n Silvergieter Hoogstad, inspecteur van exploi tatie, en Van Egtnond, ingenieur van taaie der Staatsspoorwegmaatschappij. De Koning van Siam is gistermiddag om vier uur aan Het Loo aangekomen. Aan den ingang der vestibule werd hij op gewacht door de Koninginnen, wier handen de Voret kuste. Achter het Paleis deed de muziek der gre nadiers zich hooren. Kort na de begroeting werd een rijtoer door Apeldoorn gemaakt in vier hofrijtuigen. Da Koningin-Regentes was naast den Koning gezeten. Ondanks het bijna middernachtelijk uur, be wogen zich te 's-Gravenhage bonderden in de Rijnstraat en vóór htt Staatsspoorstation, om den terugkeer af te wachten van den koning van Siam van Het Loo. En die menigte groeide nog aan, toen te kwait over elven de eere waebt met volle muziek der Jagers aftrok naar het perron. Toen werd het zoodanig, dat de politie de hulp inriep van eenige manschappen van het eere-escorte bereden artillerie om ruim baan te maken. Te ongeveer kwart vóór twaalven kwam de Koninklijke trein, waarmede ook weder alle autoriteiten, des middags naar Het Loo vertrokken, terugkeerden, binnen. Kooing Chu- lalongkorn was zichtbaar verrast, toen hij op dit late uur zich hoorde begroeten mat de Siameesche nationale hymne en weder een eerewaebt met gepresenteerd geweor en vaandel vond. Z. M., die in politiek gekleed was, trad dadelijk toe op den commandant va i het regiment grenadiers en jagers, kolonel jhr. Lunan Trip, die aan het hoofd der eerowacht stond, en betuigde den regimentschef in de Engelsche taal zijn tevredenheid over dit eerbewijs. Hiermede niet voldaan, inspecteerde Z M. vrij langdurig de eerecompagnie, gevolgd door de prinsen, het geheele gevolg en den waarnemendon gouverneur der residentie,gene raal Van Pommeren, benevens den plaat-ee- lijken commandant, luit.-kol. Bierman, die ter ontvangst aanwezig waren. De Koning grootte zeer minzaam de by de compagnie ingedeelde officieren. Hierna bestegen de Koning en allen, die meoegekomen waren, de gereedstaande rijtui gen en zette de stoet zich in beweging naar het paleis, terwijl de prinsen naar het Hotel des Indes" reden. Er werd krachtig hoezee geroepen. Voor de autoriteiten stonden even eens rijtuigen gereed. Toen het laatste rijtuig uit het gezicht was, werd een in de nachtelijke stilte onge woon klinkend „Tschiog Boem" uit de verte vernomen en daar kwam, tot niet geringe vreugde van het volk, de eerewacht weder met volle muziek aanmarcheeron om het vaandel terug te brengen naar de woning van den kolonel in de Balistraat. Omstuwd door een dichte monigte, werd die weg onder vroolijke marschen, afgewisseld door volksgezang, afgelegd, waarbij menig vensterraam en vooral menig zoldervenstertje, waaruit dienstma3gdenboofdjes kwamen ste ken, werd geopend. Het vertrek uit den Haag v&n den koning van Siam, de prinsen, de hun toegevoegde leden van Harer Majesteits Militair Huis eu de meeste loden van het govolg naar Amster- 12) Een nieuwe foltering voegde zich weldra bij die verwijten. Denkend aan de droevige dageD, welke Hedwig onder haar dak gesleten had, en aan de dagen, die misschien nog on gelukkiger waren, namelijk het verblijf by kolonel Von Eschatz, begon freule Von Laden berouw te gevoelen over de hardheid, waar mede zy de voortdurende blyken van toewyding en gehechtheid had afgestooten. Het aardige glimlachje van de wees, haar teedere blik, haar reinheid, voortdurend stonden zy de freule voor den geest.... Wat zou zy er niet voor gegeven hebben om nog dat zilveren stem metje te hooren, waarby zy altyd zulk een hinderiyk stilzwygen bewaarde l Te midden van dat gepeins gingen de uron voor haar in wanhopige traagheid voorby. Hoe gewoon zy ook was aan lyden, zy vroeg zich toch af, hoe het haar mogeiyk zou zyn langer dat bestaan uit te houden, dat haar onverdraaglijk werd. Begonnen haar moed, haar wilskracht te verzwakken? O, neeD, maar haar hart bad zich laten innemen door de naïeve bevalligheid van een kindl Het was in de maand Maart; de dag be gon treurig. Toch doden eenige vluchtige zonnestralen, die door de wolkea boorden, en hot zuidenwindje reeds aan de lente denken. Niettegenstaande haar drukke bezigheden, vond freule Von Laden den ochtend nog langer dan gewoonlyk. Aan een der vensters van haar kamer gezeten, liet zy onverschillig haar blik dwalen door den tuin. Het was omstreeks twaalf uren; schitterend stond nu de zon aan den hemel. De oogen van de freule ontwaarden met tegenzin de steenen bank, die door den grooten noteboom werd beschaduwd; zy herinnerde zich het verbod, dat zy nog maar weinige maanden geleden haar zieken broeder gedaan had, en die herinnering niet kunnende verdragen, verwis selde zy snel van plaats, om aan het venster daar tegenover te gaan zitten, dat uitzicht gaf op het plein. Op dat oogenblik kwam er een rytuig aan. De heer Harry was teruggekeerd; hy kwam alleen op Schwarzgarten en ofschoon de freule er op had kunnen rekenen, werd zy toch niet minder bitter teleurgesteld. Tot nog toe had zy steeds gehoopt, zonder er zich rekenschap van te geveD, dat de grysaard haar niet zou gehoorzamenZy liep hem te gemoet, en op een toon, die veel hartelyker was dan andors, zeide zy: „Wees welkom, mynheer Harry l Brengt u my goed nieuws omtrent myn nicht?" „De jonge freule Von Laden heeft de ver moeienissen van de reis met een geduld en een moed verdragen, welke boven haar leeftyd verheven zyn", antwoordde de oude ómigré. „Haar gezondhoid is goed; zy heeft my, freule, belast met haar groeten aan u". Enen haar oom, haar neven koe hebt u hen aangetroffen?".... hernam de freule. „Hierop kan men niet beter antwoorden dan met de beschrijving, welke baron Justus zyn dochter van hen gaf," antwoordde do heer Harry. „Hoe, wat wilt ge daarmee zeggen?" „Ik bedoel, dat kolonel Von Eschatz nu niet juist geheel nuchter was, toen wö by hem binnen kwamen. Wat zyn jongsten zoon betreft, de oudste was juist van regiment verplaatst wegens zyn slecht gedrag die was dronken „Lieve Hemelstamelde freule Von Laden, die moeite had den gestrengen blik van den heer Harry uit te houden. „Maar hy zal zeker een of ander feestje gehad hebben en misschien hebben die heeren, om hen niet te streng te beoordeelen, het alle eer aangedaan." „Niets van dat alles," antwoordde de heer Harry. „By onze komst waren juist de exercitiën afgeloopen; wy vonden den kolonel thuis met zyn zoon, met den drank, als naar gewoonte, vóór zich. Een oogopslag op het gevlamde gelaat van die twee iieden was my genoeg om in hen on verbeter ïyke drinkers te zien De jonge officier scheen my nog slechter I" „Nog slechter?" hernam de freule stamelend. „Ja, freule; vergun my de uitdrukking: geen andere zou beter myn gedachte uit drukken Ik houd hem voor een bande- looze De heer Harry rekende wel eenigszins op de uitwerking dier laatste woorden, maar de ontboezeming van wanhoop, welke de freule slaakte, had hy niet verwacht. „Barmhartigheid 1" riep zy uit qp huivering- wekkenden tooo, „en hebt u in zulke banden het arme, onschuldige kind achtergelaten?. O, mynheer Harry, hoe is het mogeiyk, dat u zoo iets gedaan hebtl „Pardon, freule, ik heb het geenszins ge daan," antwoordde do grysaard; „u hadt het my bevolen, dat is waar Da freule stond hem niet toe zyn zin te eindigen; zy vatte zyn beide handen. „U hebt het niet gedaanI" zeide zy; „o, ik dank ui U hebt goed begrepen, niet waar, dat ik nooit myn nicht in zulk een omgeviog zou hebben gelaten?. „Wil my excuaeeren, freule," antwoordde de heer Harry koel. „Dat kon ik niet voor zien. Toen ik u gesmeekt heb eerst iolichtin- gen te nemen omtrent den heer Von Eschatz, vóór hem uw nicht te zenden, hebt u niet naar my willen luisteren. Toen heb ik de ingevingen van myn eigen geweten moeten volgen. U joegt de doohter uws broeders van u weg; zy was verloren, indien ik haar aan haar oom toevertrouwdeDaarenboven weigerde de kolonelBeiden meent gy geen verplichtingen te hebbon jegens de wees; ik was vry haar een verbiyf aan te bieden, en dat heb ik gedaan..., Omringd door de zorgen myner zuster, beschermd door myn toewyding, zal de jonge freule Hedwig, hoop ik, beschermd zyn tegen elk nieuw gevaar." Freule Von Laden antwoordde niet; het rood der schaamte o vertoog haar voorhoofd; zy was verlegenZy had willen protes- teereD, zich willen verontwaardigen over den toon, waarop de grysaard haar aansprak; maar haar geweten beval haar te zwygen by haar toorn. Ziende, dat zy bleef zwygen, boog de heer Harry beleefd, haar goeden dag wenschend, en richtte zich naar de deur. Dit afscheid van den ouden émigré op zyn gewone maöier maakte een einde aan haar gemoedstoestand. De freule ontstelde, alsof zy uit een droom ontwaakte, en hem by den arm terughoudend, sprak zy „Wat denkt ge dan wel, mynheer? Meent ge dan, dat ik dodochter myns broeden aan het medelydon van vreemden zal over leveren, zoolang ik nog een stuk brood met haar kan deelon?" „Hoe zou ik my het tegenovergesteld* kunnen voorstellen?" hernam de heer Harry kalm. „Waart u niet bereid, u voor elko' prys van haar te ontdoen, haar over te leveren in handen van onwaardige menschen?" „Dat weet ik, ik beken het," heraam freul Anna geërgerd, „maar moest u dan uit myn dwaling besluiten, dat ik die niet weder kon herstellen? By den dood myns broeders heb ik my een eenzaamheid willen verschaffen die my zoet was, en ik meende myn doei t kunnen bereiken door myn nicht aan de naas' bloedverwanten toe te vertrouwen.... Daa*. de zaak onmogeiyk was, is natuurlyk de plaat» van het jonge meisje by my." De heer Harry scheen volstrekt niet geneigd toe te geven. vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 1