N°. 11515.
Donderdag 9 September,
A0. 1897
iCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Feuilleton.
De Triomf der Liefde.
LEIDSCE
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAMT: v,
V'
Voor Laiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per poet ..1,,tl,,,,4tl< 1.40.
Afzonderlijke Nommere0.05.
PRIJS DER ADVERTEMTEEN:
Van 1-6 regele f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. - Grootero
lettere naar plaateruimte. Voor bet incaseeeren buiten de stad
wordt 10.05 berekend.
Dit uommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Ofllciëelo Keuuisg;ovingcn.
Burgemeester en Wethouders van Leidon,
Gozien bet adres van L. E. NIEUWENBUIZEN,
Loudondo verzoek om verganoing tot het honden
en mesten van varkens op het erf achter
het peroeel Morschwcg No. 18;
Gelet ot> art. 152 der Algemeeno Politieverordening
van 6 November 1879;
BreDgon ter al-jemuono konnia, dat op Donderdag,
den 9den Sept. a. s., doe voormiddags to elf oren,
ten Raadbuize gelegenheid zal worden gegeven tot
het inbrengen van bezwaren tegen dat verzoek.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
LeideD, F. WAS, Bnrgemeester.
7 Sept. 1897. E. KIST, Socret-aria.
Leiden, 8 September.
De heer A. J. Ryshouwer, vroeger notaris
onder Zoeterwoude, na de annexatie op Lei jsch
gebied woonachtig, aan den Hoogen Ryndyk,
zal 25 September a. s. veertig jaar notaris zjjn.
Onze stadgenoot de kunstschilder Van
Daalhoif biedt onder de advertentièn van dit
blad zich aan tot het geven van lessen,
waarop wy de aandacht vestigen.
De Orde der Advocaten by den Hoogen
Raad zal Zaterdag 25 September a. 8., des
namiddags te 3 uren, in het lokaal van den
Hoogen Raad eene vergadering houden ter
verkiezing van een lid van den Raad van
Toezicht, ter vervanging van mr. H. A. Yan
Raalte, en ter behandeling van het advies
van het Bureau van Consultatie in strafzaken
over de kin der verdediging.
De Rykscommissie voor de examens ter
verkrijging van een diploma als machinist aan
boord van koopvaardijschepen zal, aanvan
gende den 28sten September a. s., te halftien
's voormiddags, zitting houden in het Nutsge-
touw te Amsterdam.
Om tot een van dis examens te worden
toegelaten, zal de candldaat, onder overlegging
van een 3 geboorte-akte on mot opgave van
woonplaats en laatsten werkkring, de aan
vraag hiertoe vóór 21 September a. s. schrif
telijk en portvrij by den voorzitter der com
missie, den gep. kapt. luit. ter zee J. J. Stooker,
te Hilversum, motten inzenden, waaruit tevens
dan moet blijken voor welk diploma hij ver
langt geöxamlnoerd te worden.
Nadere bijzonderheden bevat de .Staats
courant" No. 209.
De Koninginnen keeren 20 September
jfo de residentie terug.
Tot leeraar in de Hoogduitsche taal voor
den tyd van één jaar, aan de Hoogere Burger
school voor Jongens met 5-jarigen cursus te
's-Gravenhage, is benoemd de heer B. Van
der Esch, thans als zoodanig aan genoemde
school werkzaam.
Zaterdag a. s., 11 Sept., zalbet40jaren
geleden zijn, dat prof. dr. W. M. Gunning,
geneesheer-directeur van het Gesticht voor
Oogiydere in de Spinozastraat te Amsterdam,
tot doctor in de geneeskunde promoveerde.
Maandagavond te 7 uren kwam te 's-Gra
venhage in een salonwagen per Staatsspoor
aan de wereldbekende kanonnen-fabrikant, de
heer Friedrich Krupp, uit Essen.
De gep. luit.-kolonel dtr artillerie de heer
A. Veen Valck, die in zijn vroegere militaire
betrekkiog dikwerf het établissement van den
beer Krupp bezocht, ontving hem aan het
station.
De heer Krupp is met zijne familie door
gereisd naar Scheveningen, waar by in het
Kurhaua logeert.
Te 's-Gravenhage ia in don ouderdom
van 76 jaren overleden de gepensionneerde
kolonel der infanterie J. Y. D. Dittlinger.
Van een bezoek, dat, luidens een bericht
van het „Vad.", door HH. MM. de Koninginnen
den 21sten of 22sten September zou worden
gebracht aan de alsdan geopende landbouw
tentoonstelling in het Malieveld, is bh het
Hoofdbestuur van de Hollandscbe Maatschappij
van Landbouw niets bekend.
Z. D. Hoogw. de Bisschop van Haarlem
heeft benoemdtot rector van het pensionaat
„Bijdorp", te Voorschoten, den weleerw. heer
B. J. Corstens; tot kapelaan te Amsterdam
(H. Willebrord binnen de veste) den weleerw.
heer J. L. Th. Waterreus; tot kapelaan te
Voorschoten den weleerw. heer J. M. C. Nuyen,
15 Aug. 11. priester gewijd; tot kapelaan te
Noordwykorhout den weleerw. heer P. J. H.
Sprengers; tot kapelaan te Zoeterwoude
den weleerw. heer J. W. M. Van der Born;
tot kapelaan te Berkenrodo den weleerw.
heer J. J. Mes; tot kap-laan te Pijnakker
den weleerw. heer J. G. Onel, 15 Aug. 11.
priester gewijd; tot kapelaan te Weesp den
weleerw. heer L. Van den Berg; tot kapelaan
te Groenendijk den weleerw. heer A. G. Rhee;
tot kapelaan te Amsterdam (H. Bonifacius)
den weleerw. heer Th. J. F. Bergansius; tot
kapelaan te Oegstgeest den weleerw. heer
H. A. Th. Van Dam, 15 Aug. 11. priester
gewijd; tot kapelaan te Nes en Zwaluwebuurt
den weleerw. heer H. J. Kriek; tot kapelaan
te Schoonhoven den weleerw. heer J. F. Van
der Meer; tot kapelaan te Vlissingen den
weleerw. heer C. A. J. Ten Hagen; tot
kapelaan te Quintsheul den weleerw. heer J.
Van der Dries; tot kapelaan te Naaldwijk
den weleerw. heer J. Nieuwendyk; tot kapelaan
te Uitgeest den weleerw. heer J. B. Van
Rooy en tot kapelaan te Noordzype den wel
eerw. heer H. J. G. Van Baarem; de laatst
genoemde vijf 16 Aug. 11. priester gewijd.
Nog heeft Z. D. Hoogw. benoemd; tot
kapelaan te Rotterdam (O. L. Vr. Onbevl.
Ontv.) den weleerw. pater A. W. Schr&der;
tot kapelaan te 's-Gravenhage (O. L. Vr. On
bevl Ontv.) den weleerw. pater E. J. M. De
Haastot kapelaan te Amsterdam (H. Ignatius)
den weleerw. pater J. M. H. HeydenriJcktot
kapelaan te Amsterdam (H. Igoatius) den
weleerw. pater H. P. F. Van Velsen; tot kape
laan te 's-Hage (H. Theresla) den weleerw.
pater J. W. P. M. Van der Kuntot kapelaan
te Rotterdam (St.-Dominicus) denweleerw.
pater W. A. M. Peeters, tot kapelaan te Rot
terdam (Allerh. Hart) de weleerw. paters A.
Uiterwaal en L. J. M. Jansen.
Door het kerkbestuur der St.-Lambertus-
kerk, te Helmond, is een som van f50,000
geschonken voor het bouwen van een nieuws
kerk in de Veerstraat.
Tot leeraar in de staatswetenschappen
aan de hoogere burgerschool en aan de mid-
aelbaro school voor meisjes te Dordrecht is
benoemd mr. dr. J. Wolter beek Muller, sedert
7 September 1896 voor een jaar aangesteld
tot tijdelijk leeraar aan die inrichting.
Den heer G. C. Dibbeta werd op zijn ver
zoek eervol ontslag verleend als leeraar bij
het middelbaar onderwijs te Dordrecht.
Te Gouda is herbenoemd tot wethouder
dr. Van Iterson. Tot ambtenaars van den
burgerlijken stand werden herbenoemd de
heeren Van Iterson en Jager, terwijl nog
benoemd werd de heer De Raadt.
Ter gelegenheid van de opheffing der
Militaire School te Haarlem op 1 Oct. zal er
eene réunie gehouden worden van oud-leer
lingen. Het pogramma dier réunie is als volgt
vastgesteld
Zaterdag 2 Oct., 2 u. nam. Ontvangst der
róunisten ten stadhuize; 6 u. nam. Diaer in
het Brongebouw.
Zondag 8 Oct., 9 u. voorm. Boottocht naar
Markeo. Déjeuner aan boord. Terugkomst te
Haarlem omstreeks 5 u. namiddag.
Reeds vroeger was besloten tot het samen
stellen van een „Militair Schoolalbum", het
welk zal bevatten: titelblad, voorwoord, naam
lijsten, photographieën van het gebouw en
portretten van oud-leeraren en oud leerlingen.
De gemeenteraad van Middoliurg be
noemde gisteren opnieuw tot tijdelijk leeraar
in de wiskunde aan de burgeravondschool
voor den cursus 1897 den heer dr. "W. A.
Poort. Nog werd aan den heer dr. B. H.
Steringa Kuyper, op zijn verzoek, met 1 Nov.
a. s., eervol ontslag verleend als leeraar aan
het gymnasium en besloten eene oproeping
te doen voor een leeraar in de oude talen
en oude geschiedenis op eene jaarwedde van
f 2000.
De gemeenteraad van Zutfen heeft aan
genomen een wijziging der verordening op
bet L. O., waardoor schoolvergaderingen ver
plichtend worden gesteld.
Blijkens uit Iodiö ontvangen telegra-
phlsch bericht is de 2de luit der infanterie
W. M. Broekman, die eenige maanden te
Nijmegen bij de Kol. Res. gediend heeft, be
vorderd tot lsten luitenant.
De gewone audiëntiën van de ministers
van oorlog en koloniën zullen deze week niet
plaats hebben.
Gisterochtend deed de Koning van Siam
een rijtoer naar Scheveningen. Om halfelf
kwamen drie rijtuigen voor het paleis in het
Noordeinde te 's-Gravenhage, bestemd voor
Zijne Majesteit en gevolg, terwijl generaal
Van Helden en jhr. Van der Staal en de
ordonnance-officier graaf Dumonceau den
Koning vergezelden. Z. M. was in politiek.
Langs den Ouden Scheveniogschen weg en
de Keizerstraat werd gereden naar den Zee-
boulevard en het Kurhaus om. De bedrijvig
heid aan het strand en het gebouw van het
Kurhaus, waarvoor stapvoets werd gereden,
trokken zeer de aandacht van den Ooster-
schen souverein. Over hst Gevers-Deynoot-
pleio en den Badhuisweg werd naar Den Haag
teruggereden.
Evenals Maandag-middag bewoog zich ook
gisteren een dichte menschenmenigte van het
koninklijk paleis af, langs den weg, disn de
stoet zou nemen, naar het Staatsspoorstation,
van waar de Koning zich naar het Loo begaf,
ten einde door Hare Majesteiten de Koningin
nen te worden ontvangen.
Het koninklijk rijtuig werJ begeleid door
het groots eere-escorte vati 50 bereden artil
leristen, waarvan een peloton de roet vier
paarden bespannen üofkoeis voorafging, ter
wijl het andere den stoet sloot.
Z. M., die dezelfde kleeding droeg als Maan
dag en weder versierd was met het grout
cordon van den NederUndschen Leeuw, werd
bij zijn bezoek aan de Vorstinnen vergezeld
door de prinsen, zijne halfbroeders, door a.le
leden van zijn gevolg en van dat der prinsen,
voorts door^ de leden van het Militaire Huis
van H. M., aan den Koning toegevoegd, ter
wijl de gezant van Siam, markies De Maha
Yota, en de meergemelde leden der Siameesche
legatie mede naar Het Loo vertrokken.
In de koniuklyke wachtzalen werd Z. M.
ontvangen door den minister van buitenland-
8che zaken, den heer De Beaufort, den gouver
neur der residentie, generaal Van Pommeren,
den plaatselijken commandant luit.-kolonel
Bierman en de heer J. T Smith, consul-generaal
van Siam te Nieuw-York.
Toen de Koning h6t plankier betrad om zich
te begeven in den extra-trein, ditmaal een
trein der Staatsspoor wegmaatschappij meteen
salonrytuig, hief do by de eerowacht behoo-
rende boornmuzisk der jagers het Siameensche
Volkslied aan, dat door Z. M. en alle hem
vergezellende autoriteiten ten einde toe werd
aangehoord met de hand aan helm of steek
of met ontbloot hoofd. Een afzonderlijken
groet bracht Z. M. aan den commandant van
de eerewaebt. Hierna bestegen de Koning en
zijn gezelschap den salonwagen.
In denzelfJen trein hadden te voren reeds
plaats genomen de navolgende personen, die
van hier, als genoodlgden aan deu gala-maal
tijd, naar Het Loo vertrokken, te weten: Alle
ministers, hoofden der departementen van
algemeen bestuur (de heer De Beaufort nam
in den trein plaats na de ontvangst van den
Koning); de presideut van de Tweede Kamer,
de heer Gleichman; de adjudant-generavan
H. M. de Koningin, generaal Verspijck; Hr.
Ms. ceremoniemeester graaf Van Randwijck
en de heer Ruyasenaera, chef van bet kabinet
van den minister van buitonlandsche zaken.
Ook de leden der Koninklijke Militaire
Kapel, welk corps tydens het gala-dinar een
muziek-uitvoering zou geven, gingen met dezen
trein mede.
Precies te kwartier voor tweeën vertrok de
trein, steeds onder de tonen van het Siameesch
Volkslied en onder geleide van de heen n
Silvergieter Hoogstad, inspecteur van exploi
tatie, en Van Egtnond, ingenieur van taaie
der Staatsspoorwegmaatschappij.
De Koning van Siam is gistermiddag om
vier uur aan Het Loo aangekomen.
Aan den ingang der vestibule werd hij op
gewacht door de Koninginnen, wier handen
de Voret kuste.
Achter het Paleis deed de muziek der gre
nadiers zich hooren.
Kort na de begroeting werd een rijtoer door
Apeldoorn gemaakt in vier hofrijtuigen. Da
Koningin-Regentes was naast den Koning
gezeten.
Ondanks het bijna middernachtelijk uur, be
wogen zich te 's-Gravenhage bonderden in de
Rijnstraat en vóór htt Staatsspoorstation, om
den terugkeer af te wachten van den koning
van Siam van Het Loo. En die menigte groeide
nog aan, toen te kwait over elven de eere
waebt met volle muziek der Jagers aftrok
naar het perron.
Toen werd het zoodanig, dat de politie de
hulp inriep van eenige manschappen van het
eere-escorte bereden artillerie om ruim baan
te maken.
Te ongeveer kwart vóór twaalven kwam
de Koninklijke trein, waarmede ook weder
alle autoriteiten, des middags naar Het Loo
vertrokken, terugkeerden, binnen. Kooing Chu-
lalongkorn was zichtbaar verrast, toen hij
op dit late uur zich hoorde begroeten mat
de Siameesche nationale hymne en weder een
eerewaebt met gepresenteerd geweor en
vaandel vond.
Z. M., die in politiek gekleed was, trad
dadelijk toe op den commandant va i het
regiment grenadiers en jagers, kolonel jhr.
Lunan Trip, die aan het hoofd der eerowacht
stond, en betuigde den regimentschef in de
Engelsche taal zijn tevredenheid over dit
eerbewijs.
Hiermede niet voldaan, inspecteerde Z M.
vrij langdurig de eerecompagnie, gevolgd
door de prinsen, het geheele gevolg en den
waarnemendon gouverneur der residentie,gene
raal Van Pommeren, benevens den plaat-ee-
lijken commandant, luit.-kol. Bierman, die ter
ontvangst aanwezig waren. De Koning grootte
zeer minzaam de by de compagnie ingedeelde
officieren.
Hierna bestegen de Koning en allen, die
meoegekomen waren, de gereedstaande rijtui
gen en zette de stoet zich in beweging naar
het paleis, terwijl de prinsen naar het Hotel
des Indes" reden. Er werd krachtig hoezee
geroepen. Voor de autoriteiten stonden even
eens rijtuigen gereed.
Toen het laatste rijtuig uit het gezicht
was, werd een in de nachtelijke stilte onge
woon klinkend „Tschiog Boem" uit de verte
vernomen en daar kwam, tot niet geringe
vreugde van het volk, de eerewacht weder
met volle muziek aanmarcheeron om het
vaandel terug te brengen naar de woning
van den kolonel in de Balistraat.
Omstuwd door een dichte monigte, werd
die weg onder vroolijke marschen, afgewisseld
door volksgezang, afgelegd, waarbij menig
vensterraam en vooral menig zoldervenstertje,
waaruit dienstma3gdenboofdjes kwamen ste
ken, werd geopend.
Het vertrek uit den Haag v&n den koning
van Siam, de prinsen, de hun toegevoegde
leden van Harer Majesteits Militair Huis eu
de meeste loden van het govolg naar Amster-
12)
Een nieuwe foltering voegde zich weldra
bij die verwijten. Denkend aan de droevige
dageD, welke Hedwig onder haar dak gesleten
had, en aan de dagen, die misschien nog on
gelukkiger waren, namelijk het verblijf by
kolonel Von Eschatz, begon freule Von Laden
berouw te gevoelen over de hardheid, waar
mede zy de voortdurende blyken van toewyding
en gehechtheid had afgestooten. Het aardige
glimlachje van de wees, haar teedere blik,
haar reinheid, voortdurend stonden zy de freule
voor den geest.... Wat zou zy er niet voor
gegeven hebben om nog dat zilveren stem
metje te hooren, waarby zy altyd zulk een
hinderiyk stilzwygen bewaarde l
Te midden van dat gepeins gingen de uron
voor haar in wanhopige traagheid voorby.
Hoe gewoon zy ook was aan lyden, zy vroeg
zich toch af, hoe het haar mogeiyk zou zyn
langer dat bestaan uit te houden, dat haar
onverdraaglijk werd. Begonnen haar moed,
haar wilskracht te verzwakken? O, neeD, maar
haar hart bad zich laten innemen door de
naïeve bevalligheid van een kindl
Het was in de maand Maart; de dag be
gon treurig. Toch doden eenige vluchtige
zonnestralen, die door de wolkea boorden, en
hot zuidenwindje reeds aan de lente denken.
Niettegenstaande haar drukke bezigheden,
vond freule Von Laden den ochtend nog
langer dan gewoonlyk. Aan een der vensters
van haar kamer gezeten, liet zy onverschillig
haar blik dwalen door den tuin. Het was
omstreeks twaalf uren; schitterend stond nu
de zon aan den hemel. De oogen van de
freule ontwaarden met tegenzin de steenen
bank, die door den grooten noteboom werd
beschaduwd; zy herinnerde zich het verbod,
dat zy nog maar weinige maanden geleden
haar zieken broeder gedaan had, en die
herinnering niet kunnende verdragen, verwis
selde zy snel van plaats, om aan het venster
daar tegenover te gaan zitten, dat uitzicht
gaf op het plein.
Op dat oogenblik kwam er een rytuig aan.
De heer Harry was teruggekeerd; hy kwam
alleen op Schwarzgarten en ofschoon de freule
er op had kunnen rekenen, werd zy toch niet
minder bitter teleurgesteld. Tot nog toe had
zy steeds gehoopt, zonder er zich rekenschap
van te geveD, dat de grysaard haar niet zou
gehoorzamenZy liep hem te gemoet, en
op een toon, die veel hartelyker was dan
andors, zeide zy:
„Wees welkom, mynheer Harry l Brengt u
my goed nieuws omtrent myn nicht?"
„De jonge freule Von Laden heeft de ver
moeienissen van de reis met een geduld en
een moed verdragen, welke boven haar leeftyd
verheven zyn", antwoordde de oude ómigré.
„Haar gezondhoid is goed; zy heeft my,
freule, belast met haar groeten aan u".
Enen haar oom, haar neven
koe hebt u hen aangetroffen?".... hernam
de freule.
„Hierop kan men niet beter antwoorden
dan met de beschrijving, welke baron Justus
zyn dochter van hen gaf," antwoordde do
heer Harry.
„Hoe, wat wilt ge daarmee zeggen?"
„Ik bedoel, dat kolonel Von Eschatz nu
niet juist geheel nuchter was, toen wö by
hem binnen kwamen. Wat zyn jongsten zoon
betreft, de oudste was juist van regiment
verplaatst wegens zyn slecht gedrag die
was dronken
„Lieve Hemelstamelde freule Von
Laden, die moeite had den gestrengen blik
van den heer Harry uit te houden. „Maar
hy zal zeker een of ander feestje gehad
hebben en misschien hebben die heeren,
om hen niet te streng te beoordeelen, het
alle eer aangedaan."
„Niets van dat alles," antwoordde de heer
Harry. „By onze komst waren juist de
exercitiën afgeloopen; wy vonden den kolonel
thuis met zyn zoon, met den drank, als naar
gewoonte, vóór zich. Een oogopslag op het
gevlamde gelaat van die twee iieden was
my genoeg om in hen on verbeter ïyke drinkers
te zien De jonge officier scheen my nog
slechter I"
„Nog slechter?" hernam de freule stamelend.
„Ja, freule; vergun my de uitdrukking:
geen andere zou beter myn gedachte uit
drukken Ik houd hem voor een bande-
looze
De heer Harry rekende wel eenigszins op
de uitwerking dier laatste woorden, maar de
ontboezeming van wanhoop, welke de freule
slaakte, had hy niet verwacht.
„Barmhartigheid 1" riep zy uit qp huivering-
wekkenden tooo, „en hebt u in zulke banden
het arme, onschuldige kind achtergelaten?.
O, mynheer Harry, hoe is het mogeiyk, dat
u zoo iets gedaan hebtl
„Pardon, freule, ik heb het geenszins ge
daan," antwoordde do grysaard; „u hadt het
my bevolen, dat is waar
Da freule stond hem niet toe zyn zin te
eindigen; zy vatte zyn beide handen.
„U hebt het niet gedaanI" zeide zy; „o, ik
dank ui U hebt goed begrepen, niet waar,
dat ik nooit myn nicht in zulk een omgeviog
zou hebben gelaten?.
„Wil my excuaeeren, freule," antwoordde
de heer Harry koel. „Dat kon ik niet voor
zien. Toen ik u gesmeekt heb eerst iolichtin-
gen te nemen omtrent den heer Von Eschatz,
vóór hem uw nicht te zenden, hebt u niet
naar my willen luisteren. Toen heb ik de
ingevingen van myn eigen geweten moeten
volgen. U joegt de doohter uws broeders van
u weg; zy was verloren, indien ik haar
aan haar oom toevertrouwdeDaarenboven
weigerde de kolonelBeiden meent gy
geen verplichtingen te hebbon jegens de wees;
ik was vry haar een verbiyf aan te bieden,
en dat heb ik gedaan..., Omringd door
de zorgen myner zuster, beschermd door
myn toewyding, zal de jonge freule Hedwig,
hoop ik, beschermd zyn tegen elk nieuw
gevaar."
Freule Von Laden antwoordde niet; het
rood der schaamte o vertoog haar voorhoofd;
zy was verlegenZy had willen protes-
teereD, zich willen verontwaardigen over den
toon, waarop de grysaard haar aansprak;
maar haar geweten beval haar te zwygen by
haar toorn.
Ziende, dat zy bleef zwygen, boog de heer
Harry beleefd, haar goeden dag wenschend,
en richtte zich naar de deur.
Dit afscheid van den ouden émigré op zyn
gewone maöier maakte een einde aan haar
gemoedstoestand. De freule ontstelde, alsof
zy uit een droom ontwaakte, en hem by den
arm terughoudend, sprak zy
„Wat denkt ge dan wel, mynheer? Meent
ge dan, dat ik dodochter myns broeden
aan het medelydon van vreemden zal over
leveren, zoolang ik nog een stuk brood met
haar kan deelon?"
„Hoe zou ik my het tegenovergesteld*
kunnen voorstellen?" hernam de heer Harry
kalm. „Waart u niet bereid, u voor elko'
prys van haar te ontdoen, haar over te leveren
in handen van onwaardige menschen?"
„Dat weet ik, ik beken het," heraam freul
Anna geërgerd, „maar moest u dan uit myn
dwaling besluiten, dat ik die niet weder kon
herstellen? By den dood myns broeders heb
ik my een eenzaamheid willen verschaffen
die my zoet was, en ik meende myn doei t
kunnen bereiken door myn nicht aan de naas'
bloedverwanten toe te vertrouwen.... Daa*.
de zaak onmogeiyk was, is natuurlyk de plaat»
van het jonge meisje by my."
De heer Harry scheen volstrekt niet geneigd
toe te geven.
vervolgd^