MENGELWERK.
*\f|,
CIJFER2 THOMSON'S TÏÏEE.
~Woensdag-avond
tcekonis van het woord, by elkaar onder één
paraphiie gestaan hebben, wat ons en zeker
veleu met ons wel de grootste teleurstelling is.
Edoch, met de inhuldigingsfeesten in het
vooruitzicht, heeft men wellicht den decoratie-
voorraad niet geheel willen uitputten en we
zullen dus voor hen maar hopen op „een
volgend jaar beter".
Pt o s i t a.
Uit het Fransch van Charles Monseld.
Rosita ie de naam van een beroemde wals,
die ik vroeger veel placht te neuriën en
waaraan veel gelukkige herinneringen uit
möu jeugd verbonden zyn. Nu echter kan ik
de melodie niet hooren of ik voel my treurig
'gestemd; waarom zal de volgende geschiede
nis u vertellen.
Het zal ongeveer twintig jaar geleden zyn,
dat ik met een goeden vriend iederen avond
1 lange wandelingen deed door Pary's. Op een
avond wees hy my, door de ruiten van een
,café in de Rue Grenelle de Saint-Honoré een
in zichzelf gekeerd man, die met een glas
grog voor zich aan een der tafeltjes zat.
„Ziet gy dien man daar?"
j .Ja...."
4 .Dat is een musicus, iemand van veel talent
en veel ongeluk."
.Hoe heet hij?"
j „Philiberti."
jj .Nooit vaa gehoord."
4 .Dat dacht ik wel, niemand kent hem,
uitgezonderd zijn kuntbroeders. Misschien kent
g(j de Rosita-wals beter; die heeft by gecom
poneerd."
Hoe geheel anders had ik my hem voor
gesteld, en zóó was ik met zyn lot begaan,
dat ik links en rechts naar hem informeerde.
En van ieder hoorde ik hetzelfde, veel talent,
nog meer rampen, slof in zaken. Als kind
was hy opgevoed door het regiment en
daar hij veel aanleg toonde voor de muziek,
had men daarvan zyn broodwinning willen
maken. Doch met blaasinstrumenten kon hy
niet terecht, wat alleen noodjg is, om by de
militaire muziek geplaatst to worden. Phili-
berti trok naar Parijs en zocht daar een
engagement, wat hy ook vond in een der
vele grootë cafó's, waar gedanst werd.
Langzamerhand was hij in een toestand
van onverschilligheid geraakt, die hem niet
meer verliet. Geen gezelschap was hom te
min, geen engagement tet. gering, het was
voor hem immers maar de quaestie in het
leven te blijven. En vreemd, hoe dieper hy
maatschappelijk zonk, des te welluidender
werden zijn composities, die hem echter nooit
een winst van eenig belang aanbrachten.
In dien tijd schreef hij een barcarole, die
ieder muziekliefhebber in verrukking bracht
on dio nu nog steeds gespeeld wordt.
Helaas had Philiberti zich nog nietkunneD
onthouden van onmatig veel grog drinken.
En toch, eigenlijk bij toeval, liet hij eens
klaps deze treurige manier van leven varen,
toen hij onverwacht een benoeming kreeg te
Villefranche. Men had daar iemand noocüg,
die kon optreden als organist, kapelmeester
»n leeraar aan do muziekschool en Philiberti
had zich hiervoor ar ngeboden. Te vost vertrok
hy naar zijn nieuwe bestemming.
Toen gebeurde bet eene, groote evenement
in des kunstenaars leven.
Het is een lange wag van Parijs naar
Villefranche en het was voorjaar, zoodat
Philiberti genoot van de ontwakende natuur
rondom hem.
Op een dag, dat by langzaam vooitwan
delde, in de vallende schemering, zag hy een
jong meisje roerloos liggen aan den kant van
den weg. Naast haar lag een guitaar, en
aan haar voeten een hondje.
.Z3ker een straatzangeres, die zich daar
te slapen heeft gelegd," dacht hy, zonder
zich op te houden.
Doch het hondje had hem nauweiyks be
merkt of hot kwam blaffend en kwispel
staartend tegen hem opspringen, als vragend
om hulp.
Philiberti ging een paar pas terug naar de
plaats, waar bet jonge meisje in het gras
lag. Haar buitengewone bleekheid frappeerde
hem, 't was duideiyk, dat ze niet sliep, maar
in zwijm lag.
Hy wreef baar de slapen en het gelaat
met wat water, dat hij nog in zyn veldflesch
had. Langzamerhand kwam ze by en kon
z\j, op zijn arm gelound, naar de naaste
herberg loopen.
Aan een tafel, voor twee personen gedekt,
vlak by den vrooiyk brandenden haard geze
ten, deelde ze hem haar gescbi?denis mede.
Haar ouders hadden er alles doorgelracht;
daardoor was zy plotseliDg gestuit geworden
in het ooderwys, dat ze op een goede school
ontving. Hun heele fortuintje was versmolten
door de onzinnig grooto uitgaven voor luxe.
Nu was ze wees sinds acht dagen en had dien
korten tyd geleefd van gaven en giften, ver
zameld aan de huizen en langs den weg, met
haar gnitaarspel, dat ze begeleidde met haar
stem. Uitgeput door vermoeienis en honger
was ze neergevallen, waar Philiberti haar
gevonden had. Ze had gehoopt, nooit meer to
ontwaken.
Herhaaldelyk was haar verhaal onderbroken
geworden door een drogen hoest.
Philiberti was alleen uit Parys vertrokken
en kwam te Villefranche In gezelschap van
een jong meisjo en een hond. Céleste was
zestien jaar, zag er aardig uit, hoewel tenger
en zwak. Zy gaven zich uit voor broer en
zuster en daar het meisje een schoone stem
had, kostte het hem weinig moeite, baar te
bekwamen in den zang. Eiken dag kreeg ze
een les en ze maakte snelle vorderingen.
Met open armen werden ze in hun nieuwe
woonplaats ontvangen. Philiberti was een ge
heel ander man geworden en alle eer kwam
biervan toe aan Céleste, die by mot de grootste
kiescbheid en wellevendheid behandelde.
Achttien maanden duurde dit bestaan vol
geluk en vrede; toen kwam een collega van
Philiberti in Villefranche vertellen, wie de
organist-kapelmeester vroeger was geweest en
dat hy nooit een zuster had gehad. Naijver op
zijn goede positie bad den kwaadstoker tot deze
lage daad gebracht, waarvan het gevolg was,
dat, na onderzoek, de ongelukkige musicus
onmiddeliyk werd ontzet uit zyn drie
voudig ambt.
Philibert boog het hoofd, begrypend, dat de
kwade dagen van vroeger nu weder terug
kwamen. Aan Céleste deelde hy op kalmen
toon mede, dat hy in een andere plaats een
voordeeliger betrekking had gekregen. Met
hetzelfde onderworpen glimlachje, dat hem
al zoo dikwijls had verbaasd, boorde ze
hem aan.
Ditmaal gingen ze per diligence, doch op
de helft der route werd Céleste overvallen
door een zwakte, zóó groot, dat ze gedwongen
werden ergens m een hotel te gaan en een
dokter te doen ontbieden. Weken verliepen
en Philiberti's middelen raakten uitgeput. De
dokter sprak van een gasthuis.
„Niet noodig, langer dan een paar dagen zal
het niet meer duren", antwoordde Céleste kalm.
En ze had goed gezien.
Hy was waanzinnig van smart en wilde
niet weg van bet doodsbed. Diapason ver
mengde zyn jankend geblaf met de luide
snikken zyns meesters.
Later eerst hoorde men van zyu goede
daad, waar by de arme zwerfster gevonden
had en boe hy haar een veilig tühuis had
bereid.
Don dag na de begrafenis vertrok de een
zame man met het hoodje uit de stad; vele
jaren liter zag men hen er beiden terug
komen en den weg naar het kerkhof inslaan.
Hoe langer hoe treuriger werd Philiberti's
bestaan en in langen tyd hoorde men zelfs
niets van hem. Zelfs zyn weinige vrienden
wisten niet, waar by gebl wen was. By toeval
ontmoette één hunner hem eens te Versailles.
Hy was geheel wit geworden, verouderd en
gebogen. Men wist hom aan lessen te helpen,
zes of acht leerlingen waren gemakkeiyk
genoeg gevonden, een inkomen vertegen
woordigend van 200 franken per maand.
Al zyn wilskracht scheen hem echter ver
laten te hebben, in de slappe trekken en de
vermoeide uitdrukking der oogon las men
duidelyk gemis aan moed, om het leven verder
door te gaan.
Nog altyd hield Diapason hem trouw ge
zelschap, doch lang zou dat zeker niet meer
zyn. Dikwijls, midden in een les, kon by met
half geopenden mond en starenden blik, in
gepeins verzonken, voor zich uit bly ven zitten
staren, terwyl zyn oogen zich met tranen
vulden.
Zyn leerlingen respecteerden deze kleine
zwakheid; alleen al£ 't hun wat al te lang
duurde, verlieten zo stil de kamer, wat door
hun meester zelfs niet werd opgemerkt.
Op een somberen herfstavond, nu zes jaar
geleden, nam Philibert een revolver uit de
lade van zijn bureau en schoot zich er mede
door het hoofd; Diapason hield di n ganschen
nacht niet op met janken en blaffen.
Korte metten, gauw klaar.
Liefdesverklaringen.
Een EngeLsch blad heeft een
statistiek over het doen van lief
desverklaringen openbaar gemaakt,
waarvan de uitkomsten psycholo
gisch nogal interessant zyn.
Volgens deze statistiek sluiten
in 100 gevallen 26 mannen by
liefdesverklaring het meisje hunner
keuze in de armen natuurlyk
als zy dat duldt. Ongeveer 67 man
nen kussen de uitverkorene op
den mond, vier van de honderd
op de wangen of het haar, en
hoogstens twee vergenoegen zich
met een handkus. Minstens 72
verliefden drukken het handje van
hunne schoono aan hun eigen hart,
14 hebben by hit spreken een
brok in de keel, en 9 zeggen met
een diepen zucht: „De Hemel zy
dank". Slechts 7 van de honderd
verklaren zich voor „den geluk
kigste onder de zon", en 5 kun
nen de eerste 10 minuten in 't
geheel geen woorden vinden. Drie
van de 100 staan op het gewich
tigste moment op één voet, twee
vallen op de knie, minstens 20
slikken eerst een paar maal iets,
dat hun in de keel steekt, moedig
naar beneden, 10 openen verschei
dene malen den mond en sluiten
hem weder, vóór zy beginnen te
spreken.
"Wat het doen van de vrouwen
betreft, de nauwlettende opmerker
meent, dat 81 van do 100 vrouwe-
ïyke wezens den man bereidwillig
in de armen ziDken, 68 verbergen
haar gelaat blozend aan zyn schou
der en hoogstens 1 laat zicji in
een stoel vallen natuurlyk als
er een klaar staat. De grootste
helft logt de armen om den hals
van den geliefde, 6 vergieten
zachtjes vreugdetranen, terwyl 44
in een luid snikken uitbreken
om welke reden weten ze zelf niet.
Eenigo meisjes, misschien 4 op de
100, zyn inderdaad verrast, meer
dan 80 echter weten heel goed,
wat er komen zou, al zeggen ze ook
met neergeslagen oogen: „Guns,
't komt zoo plotseling." Zestig
meisjes kykon met oogen „vol
liefde" naar „hem" op en één van
de 100 loopt dadeiyk heen, om de
gewichtige gebeurtenis aan den
eenen of anderen mensch, die 't
voelen zal, kersversch mede te
deelen.
RECLAMES, 988 2
a 25 Cents per regel.
KOLONIËN.
BATAVIA, 30 Juli-3 Augustus.
De opiumpachter Tan Beng Hong is, volgens
een telegram uit Djokji aan het „Bat. Nbld.,"
in het hotel te Tjilatjap goerrestetrd.
Eenigen tyd geleden deelden wy reeds
mede, dat aan den bekenien wapensmid van
ïyikeroe de levering der klewangs was
opgedragen voor de nieuw opgerichte brigades
marechaussee. De eerste vyftlg dezer uit-
muntendeinlandsche slngwapens zQn afgeleverd
en hebben zóó goed voldaan by de keuring,
dat zy alle dadeiyk doorgezonden zyn naar
Atjeh.
De oprichting van meerdere corpsen mare
chaussee schynt by de Regeering in overweging
te z(Jn. {J.-B.)
Het officieel rapport over de cholera iu
Koedoes geeft voor het tydvak van 10 tot
20 Jnli de volgende cyfers:
By het begin van het tydvak waren 36
iyder8 onder behandeling; bygekomen 58, dat
is te zamen 94 ïyders, die allen geneeskundig
behandeld zyn. Van dezen zyn 37 hersteld,
35 overleden en 22 bleven op 20 Juli nog
onder behandeling. {Loc.)
Men schryft uit Padang aan de „J.-B.:"
„Nauweiyks bekomen van de groote ont
steltenis, veroorzaakt door de inhechtenis
neming van den heer Jasper Boon, werden
heden (26 Juli) de gemoederen, vooral van
den handel, wederom opgeschrikt door het
volgende voorval.
„De heer Clemens Boon vertrok heden
ochtend naar Emimhaven het plan om
op de Batavia boot te stappen. Afgeleide
gedaan door zyné schc on zuster (mej. M.) en
zyn zwager (dir. G.), werd de heer Cl. Boon
na zyn gaan aan boord to Èmmahaveh aller
pynlflkst verrast, doordien plotseliDg hem dödr
den schout werd medegedeeld, dat de president
van den raad van justitie net zyn ge»olg in
eon der lokalen van het stationsgebouw ver
toefde en den heer Cl. B. wenschte te
spreken.
„Aldaar gekomen, vernam de heer Cl. Boon,
dit hem verboden werd de plaats te verlaten,
aangezien by in het bezit was van een wissel,
groot 9000 dollars.
„De bewuste wissel, door den beer Cl. Boon
gekocht op naam van zyDe zuster en door haar
in blanco geëndosseerd, kwam al spoedig te
voorschyn en berust op 't oogenblik by den
raad van justitie.
„Do hesr Cl. Boon Koerde zoo niet onver
richter zake dan toch hoogst teleurgesteld
naar Padang terug en het publiek wacht als-
nu met spanning op het verdere verloop van
deze zaak."
Als vervolg hierop is te beschouwen hot
bericht, dat de „N. R. C." don 17den Augus
tus van haren Indischen correspondent ont
ving: „Do justitie verzoekt de aanhouding
van Clemens Boon, die voortvluchtig is".
Het „Soer. Handelsblad" ontving den
30sttn Juli een telegram uit Kotta-Radja,
dat drie compagnieën en do staf van het 14de
bataljon, benevens de ambulance, naar Segli
waren vertrokken.
- Aan de „Soer. Ct." is uit Batavia go
schreven, dat de kolonel, chef van het wapen
der artillerie, W. H. Staverman, den 15den
Aug. met pensioen gaat. Dïent.ngevolgo wordt
de luit. ko'onel W. Boetje chef van het wapen,
komt diens tegenwoordige ranggenoofc G. A.
Kusky als chef van het materiëel aan het
hoofdbureau en zal de majoor H. W. A. S.
Loke optreden als directeur van den constructie
winkel te Soerabaia.
Padangsche Bovenlanden.
Zooals reeds vroeger werd gemeld, heersebfe
onder de bevolking der Padangsche Boven
landen ontevredenheid over de nieuwe hoofde
lijke belastiog. Reeds in Maart, toen de ge
ruchten van de in te voeren belasting gisting
onder de bevolking hadden veroorzaakt,
spoorde de „Sum. Crt." het gewesteïyk
bestuur tot waakzaamheid aan. Tn het midden
van Augustus kwam bet bericht, dat dertig
onruststokers gevangen waren genomen.
Uit de „Sum. Crfc." van 4 Aug. blykt, dat
er toen reeds iets broeide. Den 3den Augus
tus werd aan dit blad het volgende uit Padang-
Pandj3ng geschreven
„In den avond van den lsten dezer had in
het sociëteitsgebouw alhier een concert plaats.
Hoewel alles den gewonen gang liep, heerschte
hier toch een zekere heimclyks onrust en
spanning; hoe men het ook wilde verbergen,
zoo waren de meeaten zich bewust, dat er
iets broeide.
,Op den avond van het concert was bet
sociëteitsgebouw sterk bewaakt door militairen
en politie.
„Detachementen van 8 a 10 militaren, met
geladen geweren, doorkruisten de strateD, ter
wyl goed gewapende bevolkingspatrouilles
aan den veiligheidsdienst een werkzaam aan
deel namen.
„Dienzelfden nacht werden twee hadjis,
die als de belhamels der onruststokers by het
bestuur bekend stonden, in hechtenis genomen
en achter slot en grendel gezet. De arrestatie
geschiedde zóó snel en met zóó weinig opzieD,
dat niet het minste verzet plaats had.
,Om op alle gebeuriykheden voorbereid te
zyn, werden ook na dien de veiligheidsmaat
regelen niet verwaarloosd.
Gisteravond, tydens bet bal ter eere van
den verjaardag van H. M. de Koningin-
Regentes, werd de sociëteit wederom goed
bewaakt, terwyl patrouilles nog steeds de
straten afloopen om een oog in het zeil te
houden.
„Men verdiept zich in beschouwingen over
de bedoelingen der onruststokers; zy, die op
de hoogte zyn, houden het er voor, dat fana
tisme en vrees voor de gehate hoofdelyke
belasting hier in 't spel zyn."
Nog zij vermeld, dat de gouvernenr van
het gewest zich naar de Bovenlanden begeven
had, maar den 4dGn Aug. weder to Padang
terugkeerde, en dat men door die spoedige
terugkomst eenigszins gerustgesteld werd.
Aanvaring van de „Speelman".
Zooals men weet, heeft in den nacht van
28 Juli in Straat Bangka oen aanvaring
plaats gehad tusschen het stoomschip „Speel
man" van de Koninkiyke Paketvaartmaat-
6chappy en het Franschezeilschip „Duguesclin".
Aan het scheepsjournaal van de „Speelman"
zijn daaromtrent de volgende byzonderheden
ODtleend:
„Te 12.38 ontwaarde men even op stuur-
boords-boeg op zeor korten afstand een rood
licht. Men draaide daarop het roer direct
hard aan stuurboord, doch de afstand der beide
schepen was te klein, om voldoende te kunnen
afhouden, zoodat een aanvaring onvc-rmydelyk
was, welke dan ook even daarna te 12 40 plaats
had. Noch door den mac aan het roer noch door
den man op den uitkyk werd eerder iets van het
roode licht of van het zeilschip gezien. De
telegraaf en de sfcuurmachioe werden by do
aanvaring, die aan stuur'coordzyde ter hoogte
van de brng plaats had, v.röryzeld, zoodat
van af de brug Diet meer kon worden gemanoeu
vreerd. Te 12.45 gaf do eerste officier he?el
om te stoppen, waaraan orrmiddoliyk gevolg
werd gegeven. Men peilde de pompen, de
bakboordsloepen werden gebeschen destuur-
boordsloepen waren gedeelteiyk verbryzeld
eh de ^andspuitslangen aangekoppeld, daar
door het breken van den top van den vooraten
mast drié seiólantaarns begonnen te branden.
Men slaagde er spoedig in den brand te
blusschen.
„Toen stelde men een onderzoek in naar;
de equipage en de passagiers, en bevond, dat
de gezagvoerder kapitein J. Scberpbier, een
Arabier eu een matroos het loven daarby
ingeschoten hadden, terwUl no» vier dekpas
sagiers, Chineezen, werden verwond. Na nog
tot 1.45 in de nabyheid van het zeilschip te
zyn gebleven, werd besloten de reis te ver
volgen, daar van dien kant geon noodseinen
werden gegeven. Gisteravond te 8 uren ankerde
men voor Tandjong Priok, te 8.25 kwam
do loois aan boord en om 9.40 werd do boot
aan de kaai gemeerd. Er waren vier eerste-
klasse passagiers aan boord, dia ongedeerd
bleven. Hieronder bevond zich mr. L A.
Nederburgh, die terugkomt van de hem door
den directeur van justitie opgedragen zending
naar Atjeh.
%De kapitein lag in de kaart:nkamer op de
brug te slapen, toen hem het ongeluk over
kwam."
Van een der passagiers, den hoer H. Graphic
Poppe, uit Beijiyn, ontving het „Bat. Nwsbl."
het volgende relaas van de ramp.
„Den 27sten Juli, Dinsdag, verliet het
schip, onder fraai weer, te 8 u. 30 Singapore,
voor de reis naar Batavia. De verdere lste-
klasse-passagiers aan boord waren: mej.. Geiss
uit Pommeren, de beeren Kahbe kuit VianeD,
en Nederburgh van Batavia. Er waren boven
dien nog 37 tusschendeks passugiers-
„Den lsten dag ging de reis geheel naar
wensch en geen onzer had dan ook maar
een gedachte van hetgeen ons zou overkomen.
Des avonds gingen wy allen vroeg Lr koti;
onze mede'passagieres was na r haar hut
gegaan wy, heerm, hadden besloten den nacht
op dek door te brengen.
„Te kwart voor éénen werden wy plotseling
in onzen slaap opgeschrikt door con vor-
schrikk°ljjk geraas óls van trekend glas; ik
sproog dadelyk o?, in het dankbieli,. dat bet
schip op een rif was geloopen. Een oogen
blik lag de boot stil en onwillekeurig maakte
zich to?n do gedachte van een naderend oiDde
van my meester. Terstond wekte ik de mede*
passagieres, raadde haar aan zich van redding-
gordels te voorzien en snelde daarop weer
naar dek, om onderzo.k te doen naar de
oorzaak van de ramp. Aan dtk gekomen, zag
ik aan stuurboord een groot°n schoener, die
ons schip middenin getroffen had en bezig
was hot als bet ware te verüielen; de boeg
spriet stond dwars over het dek. Na het ver
nielingswerk, dat slechts kort duurde, zotte
het andere schip zyn reis voort.
„Wy dachten niet anders dan dat wij redde
loos verloren zouden zyn, on maakten reeds
oen boot aan bakboordszyde gereed, aangezien
do drie booten aan stuurboord verbryzeld of
onklaar waren. De lantarens waren bovendien
gebroken, de olie, die er uit vloeide, vatte vlam
en een oogenblik bestond nog de vrees voor
een hrand; gelukkig werd dit nieuwe onheil
afgewend.
„Ik informeerde daarop by een der officier..n
of de machine niet onklaar was geiaakt en
waar zich de gezagvoerder bevond. Ik hoorde
tot myn geruststelling, dat de machLic niets
geleden, noch het schip een lek hekoman
had, doch tot myn leedwezen weri er by
gevoegd, dat or,ze gezagvoerder by hit ongeluk
het leven had verloren: een tyding, io op
alle passagiers eea diepen indruk maakte.
Kapitein Scherpbier bevond zich nl. tyd ns
de ramp in de hut onder de brug en deze
was geheel weggeslagen.
„De kompassen, chronometer en verdere
instrumenten waren zwaar beschadigd en
onbruikbaar gemaakt.
„Al deze omstandigheden lieten niet na de
passagiers zeer ter neer te slaan, doch het
was een groote geruststelling, to n de 1ste
officier, de heer Schippers, order gaf geen
booten neer te laten, omdat de romp van het
schip niet zoodanig was beschadigd, dat heb
de reis niet zou kunnen voortzetten.
„Er werd nog gewacht of de bark nog
noodseinen gaf, en toen dit niet htt goval
was, werd de reis voortgezet.
„Het lyk van den gezagvoerder werd hierop
gereinigd van het bloed, dat uit verscheidene
verwondingen gevloeid had, en daarop in een
der sloepen gelegd, overdekt met de Bolland-
sche vlag.
„Hierna gingen wy over tot de behando-
liDg, voor zoover ons dat mogeiyk was, van
de gekwetsten; de heer Nederburgh verleende
my hierby zeer veel hulp. Uit myn eigen
kleine reis apotheek kon ik nog een en ander
verstrekken, dat wy daarby gebruikten, aan
gezien de verbandmiddelen niet toereikend
bleken.
„Het vertrouwen, dat de heer Schippers,
de lste officier, volkomen er toa in staat zou
zyn het schip naar zyne bestemming te
voeren, droeg er veel toa by, om onze ge
moederen langzamerhand weer, ten deele
althans, tot bedaren te brengen; doch al ging
schynbaar alles weer zyn gewonen gang, -
wy waren niet in staat, ons aan den indruk
van bet gebeurde te onttrekken.
„Aan de equipage alle lof en dank voor
haar flink en moedig gedrag; den officieren
in het byzonder voor hun beleidvol optreden
in de verbijstering, die velen tydens de ram
had aangegrepen."
wordt thans het Leidsch Dagblad oven
als het nummer, dat op Zaterdag-avond ver
schijnt door de loopors binc?u de 6tad en
door de Agenten in de verschillende gemeenten
thuis bezorgd aan iedereen, die daartoe zjjn
vorlangen te kennen geeft, tegen betaling van
3 ('ent» per nummer.
DE UITGEVER.