MENGELWERK. *\f|, CIJFER2 THOMSON'S TÏÏEE. ~Woensdag-avond tcekonis van het woord, by elkaar onder één paraphiie gestaan hebben, wat ons en zeker veleu met ons wel de grootste teleurstelling is. Edoch, met de inhuldigingsfeesten in het vooruitzicht, heeft men wellicht den decoratie- voorraad niet geheel willen uitputten en we zullen dus voor hen maar hopen op „een volgend jaar beter". Pt o s i t a. Uit het Fransch van Charles Monseld. Rosita ie de naam van een beroemde wals, die ik vroeger veel placht te neuriën en waaraan veel gelukkige herinneringen uit möu jeugd verbonden zyn. Nu echter kan ik de melodie niet hooren of ik voel my treurig 'gestemd; waarom zal de volgende geschiede nis u vertellen. Het zal ongeveer twintig jaar geleden zyn, dat ik met een goeden vriend iederen avond 1 lange wandelingen deed door Pary's. Op een avond wees hy my, door de ruiten van een ,café in de Rue Grenelle de Saint-Honoré een in zichzelf gekeerd man, die met een glas grog voor zich aan een der tafeltjes zat. „Ziet gy dien man daar?" j .Ja...." 4 .Dat is een musicus, iemand van veel talent en veel ongeluk." .Hoe heet hij?" j „Philiberti." jj .Nooit vaa gehoord." 4 .Dat dacht ik wel, niemand kent hem, uitgezonderd zijn kuntbroeders. Misschien kent g(j de Rosita-wals beter; die heeft by gecom poneerd." Hoe geheel anders had ik my hem voor gesteld, en zóó was ik met zyn lot begaan, dat ik links en rechts naar hem informeerde. En van ieder hoorde ik hetzelfde, veel talent, nog meer rampen, slof in zaken. Als kind was hy opgevoed door het regiment en daar hij veel aanleg toonde voor de muziek, had men daarvan zyn broodwinning willen maken. Doch met blaasinstrumenten kon hy niet terecht, wat alleen noodjg is, om by de militaire muziek geplaatst to worden. Phili- berti trok naar Parijs en zocht daar een engagement, wat hy ook vond in een der vele grootë cafó's, waar gedanst werd. Langzamerhand was hij in een toestand van onverschilligheid geraakt, die hem niet meer verliet. Geen gezelschap was hom te min, geen engagement tet. gering, het was voor hem immers maar de quaestie in het leven te blijven. En vreemd, hoe dieper hy maatschappelijk zonk, des te welluidender werden zijn composities, die hem echter nooit een winst van eenig belang aanbrachten. In dien tijd schreef hij een barcarole, die ieder muziekliefhebber in verrukking bracht on dio nu nog steeds gespeeld wordt. Helaas had Philiberti zich nog nietkunneD onthouden van onmatig veel grog drinken. En toch, eigenlijk bij toeval, liet hij eens klaps deze treurige manier van leven varen, toen hij onverwacht een benoeming kreeg te Villefranche. Men had daar iemand noocüg, die kon optreden als organist, kapelmeester »n leeraar aan do muziekschool en Philiberti had zich hiervoor ar ngeboden. Te vost vertrok hy naar zijn nieuwe bestemming. Toen gebeurde bet eene, groote evenement in des kunstenaars leven. Het is een lange wag van Parijs naar Villefranche en het was voorjaar, zoodat Philiberti genoot van de ontwakende natuur rondom hem. Op een dag, dat by langzaam vooitwan delde, in de vallende schemering, zag hy een jong meisje roerloos liggen aan den kant van den weg. Naast haar lag een guitaar, en aan haar voeten een hondje. .Z3ker een straatzangeres, die zich daar te slapen heeft gelegd," dacht hy, zonder zich op te houden. Doch het hondje had hem nauweiyks be merkt of hot kwam blaffend en kwispel staartend tegen hem opspringen, als vragend om hulp. Philiberti ging een paar pas terug naar de plaats, waar bet jonge meisje in het gras lag. Haar buitengewone bleekheid frappeerde hem, 't was duideiyk, dat ze niet sliep, maar in zwijm lag. Hy wreef baar de slapen en het gelaat met wat water, dat hij nog in zyn veldflesch had. Langzamerhand kwam ze by en kon z\j, op zijn arm gelound, naar de naaste herberg loopen. Aan een tafel, voor twee personen gedekt, vlak by den vrooiyk brandenden haard geze ten, deelde ze hem haar gescbi?denis mede. Haar ouders hadden er alles doorgelracht; daardoor was zy plotseliDg gestuit geworden in het ooderwys, dat ze op een goede school ontving. Hun heele fortuintje was versmolten door de onzinnig grooto uitgaven voor luxe. Nu was ze wees sinds acht dagen en had dien korten tyd geleefd van gaven en giften, ver zameld aan de huizen en langs den weg, met haar gnitaarspel, dat ze begeleidde met haar stem. Uitgeput door vermoeienis en honger was ze neergevallen, waar Philiberti haar gevonden had. Ze had gehoopt, nooit meer to ontwaken. Herhaaldelyk was haar verhaal onderbroken geworden door een drogen hoest. Philiberti was alleen uit Parys vertrokken en kwam te Villefranche In gezelschap van een jong meisjo en een hond. Céleste was zestien jaar, zag er aardig uit, hoewel tenger en zwak. Zy gaven zich uit voor broer en zuster en daar het meisje een schoone stem had, kostte het hem weinig moeite, baar te bekwamen in den zang. Eiken dag kreeg ze een les en ze maakte snelle vorderingen. Met open armen werden ze in hun nieuwe woonplaats ontvangen. Philiberti was een ge heel ander man geworden en alle eer kwam biervan toe aan Céleste, die by mot de grootste kiescbheid en wellevendheid behandelde. Achttien maanden duurde dit bestaan vol geluk en vrede; toen kwam een collega van Philiberti in Villefranche vertellen, wie de organist-kapelmeester vroeger was geweest en dat hy nooit een zuster had gehad. Naijver op zijn goede positie bad den kwaadstoker tot deze lage daad gebracht, waarvan het gevolg was, dat, na onderzoek, de ongelukkige musicus onmiddeliyk werd ontzet uit zyn drie voudig ambt. Philibert boog het hoofd, begrypend, dat de kwade dagen van vroeger nu weder terug kwamen. Aan Céleste deelde hy op kalmen toon mede, dat hy in een andere plaats een voordeeliger betrekking had gekregen. Met hetzelfde onderworpen glimlachje, dat hem al zoo dikwijls had verbaasd, boorde ze hem aan. Ditmaal gingen ze per diligence, doch op de helft der route werd Céleste overvallen door een zwakte, zóó groot, dat ze gedwongen werden ergens m een hotel te gaan en een dokter te doen ontbieden. Weken verliepen en Philiberti's middelen raakten uitgeput. De dokter sprak van een gasthuis. „Niet noodig, langer dan een paar dagen zal het niet meer duren", antwoordde Céleste kalm. En ze had goed gezien. Hy was waanzinnig van smart en wilde niet weg van bet doodsbed. Diapason ver mengde zyn jankend geblaf met de luide snikken zyns meesters. Later eerst hoorde men van zyu goede daad, waar by de arme zwerfster gevonden had en boe hy haar een veilig tühuis had bereid. Don dag na de begrafenis vertrok de een zame man met het hoodje uit de stad; vele jaren liter zag men hen er beiden terug komen en den weg naar het kerkhof inslaan. Hoe langer hoe treuriger werd Philiberti's bestaan en in langen tyd hoorde men zelfs niets van hem. Zelfs zyn weinige vrienden wisten niet, waar by gebl wen was. By toeval ontmoette één hunner hem eens te Versailles. Hy was geheel wit geworden, verouderd en gebogen. Men wist hom aan lessen te helpen, zes of acht leerlingen waren gemakkeiyk genoeg gevonden, een inkomen vertegen woordigend van 200 franken per maand. Al zyn wilskracht scheen hem echter ver laten te hebben, in de slappe trekken en de vermoeide uitdrukking der oogon las men duidelyk gemis aan moed, om het leven verder door te gaan. Nog altyd hield Diapason hem trouw ge zelschap, doch lang zou dat zeker niet meer zyn. Dikwijls, midden in een les, kon by met half geopenden mond en starenden blik, in gepeins verzonken, voor zich uit bly ven zitten staren, terwyl zyn oogen zich met tranen vulden. Zyn leerlingen respecteerden deze kleine zwakheid; alleen al£ 't hun wat al te lang duurde, verlieten zo stil de kamer, wat door hun meester zelfs niet werd opgemerkt. Op een somberen herfstavond, nu zes jaar geleden, nam Philibert een revolver uit de lade van zijn bureau en schoot zich er mede door het hoofd; Diapason hield di n ganschen nacht niet op met janken en blaffen. Korte metten, gauw klaar. Liefdesverklaringen. Een EngeLsch blad heeft een statistiek over het doen van lief desverklaringen openbaar gemaakt, waarvan de uitkomsten psycholo gisch nogal interessant zyn. Volgens deze statistiek sluiten in 100 gevallen 26 mannen by liefdesverklaring het meisje hunner keuze in de armen natuurlyk als zy dat duldt. Ongeveer 67 man nen kussen de uitverkorene op den mond, vier van de honderd op de wangen of het haar, en hoogstens twee vergenoegen zich met een handkus. Minstens 72 verliefden drukken het handje van hunne schoono aan hun eigen hart, 14 hebben by hit spreken een brok in de keel, en 9 zeggen met een diepen zucht: „De Hemel zy dank". Slechts 7 van de honderd verklaren zich voor „den geluk kigste onder de zon", en 5 kun nen de eerste 10 minuten in 't geheel geen woorden vinden. Drie van de 100 staan op het gewich tigste moment op één voet, twee vallen op de knie, minstens 20 slikken eerst een paar maal iets, dat hun in de keel steekt, moedig naar beneden, 10 openen verschei dene malen den mond en sluiten hem weder, vóór zy beginnen te spreken. "Wat het doen van de vrouwen betreft, de nauwlettende opmerker meent, dat 81 van do 100 vrouwe- ïyke wezens den man bereidwillig in de armen ziDken, 68 verbergen haar gelaat blozend aan zyn schou der en hoogstens 1 laat zicji in een stoel vallen natuurlyk als er een klaar staat. De grootste helft logt de armen om den hals van den geliefde, 6 vergieten zachtjes vreugdetranen, terwyl 44 in een luid snikken uitbreken om welke reden weten ze zelf niet. Eenigo meisjes, misschien 4 op de 100, zyn inderdaad verrast, meer dan 80 echter weten heel goed, wat er komen zou, al zeggen ze ook met neergeslagen oogen: „Guns, 't komt zoo plotseling." Zestig meisjes kykon met oogen „vol liefde" naar „hem" op en één van de 100 loopt dadeiyk heen, om de gewichtige gebeurtenis aan den eenen of anderen mensch, die 't voelen zal, kersversch mede te deelen. RECLAMES, 988 2 a 25 Cents per regel. KOLONIËN. BATAVIA, 30 Juli-3 Augustus. De opiumpachter Tan Beng Hong is, volgens een telegram uit Djokji aan het „Bat. Nbld.," in het hotel te Tjilatjap goerrestetrd. Eenigen tyd geleden deelden wy reeds mede, dat aan den bekenien wapensmid van ïyikeroe de levering der klewangs was opgedragen voor de nieuw opgerichte brigades marechaussee. De eerste vyftlg dezer uit- muntendeinlandsche slngwapens zQn afgeleverd en hebben zóó goed voldaan by de keuring, dat zy alle dadeiyk doorgezonden zyn naar Atjeh. De oprichting van meerdere corpsen mare chaussee schynt by de Regeering in overweging te z(Jn. {J.-B.) Het officieel rapport over de cholera iu Koedoes geeft voor het tydvak van 10 tot 20 Jnli de volgende cyfers: By het begin van het tydvak waren 36 iyder8 onder behandeling; bygekomen 58, dat is te zamen 94 ïyders, die allen geneeskundig behandeld zyn. Van dezen zyn 37 hersteld, 35 overleden en 22 bleven op 20 Juli nog onder behandeling. {Loc.) Men schryft uit Padang aan de „J.-B.:" „Nauweiyks bekomen van de groote ont steltenis, veroorzaakt door de inhechtenis neming van den heer Jasper Boon, werden heden (26 Juli) de gemoederen, vooral van den handel, wederom opgeschrikt door het volgende voorval. „De heer Clemens Boon vertrok heden ochtend naar Emimhaven het plan om op de Batavia boot te stappen. Afgeleide gedaan door zyné schc on zuster (mej. M.) en zyn zwager (dir. G.), werd de heer Cl. Boon na zyn gaan aan boord to Èmmahaveh aller pynlflkst verrast, doordien plotseliDg hem dödr den schout werd medegedeeld, dat de president van den raad van justitie net zyn ge»olg in eon der lokalen van het stationsgebouw ver toefde en den heer Cl. B. wenschte te spreken. „Aldaar gekomen, vernam de heer Cl. Boon, dit hem verboden werd de plaats te verlaten, aangezien by in het bezit was van een wissel, groot 9000 dollars. „De bewuste wissel, door den beer Cl. Boon gekocht op naam van zyDe zuster en door haar in blanco geëndosseerd, kwam al spoedig te voorschyn en berust op 't oogenblik by den raad van justitie. „Do hesr Cl. Boon Koerde zoo niet onver richter zake dan toch hoogst teleurgesteld naar Padang terug en het publiek wacht als- nu met spanning op het verdere verloop van deze zaak." Als vervolg hierop is te beschouwen hot bericht, dat de „N. R. C." don 17den Augus tus van haren Indischen correspondent ont ving: „Do justitie verzoekt de aanhouding van Clemens Boon, die voortvluchtig is". Het „Soer. Handelsblad" ontving den 30sttn Juli een telegram uit Kotta-Radja, dat drie compagnieën en do staf van het 14de bataljon, benevens de ambulance, naar Segli waren vertrokken. - Aan de „Soer. Ct." is uit Batavia go schreven, dat de kolonel, chef van het wapen der artillerie, W. H. Staverman, den 15den Aug. met pensioen gaat. Dïent.ngevolgo wordt de luit. ko'onel W. Boetje chef van het wapen, komt diens tegenwoordige ranggenoofc G. A. Kusky als chef van het materiëel aan het hoofdbureau en zal de majoor H. W. A. S. Loke optreden als directeur van den constructie winkel te Soerabaia. Padangsche Bovenlanden. Zooals reeds vroeger werd gemeld, heersebfe onder de bevolking der Padangsche Boven landen ontevredenheid over de nieuwe hoofde lijke belastiog. Reeds in Maart, toen de ge ruchten van de in te voeren belasting gisting onder de bevolking hadden veroorzaakt, spoorde de „Sum. Crt." het gewesteïyk bestuur tot waakzaamheid aan. Tn het midden van Augustus kwam bet bericht, dat dertig onruststokers gevangen waren genomen. Uit de „Sum. Crfc." van 4 Aug. blykt, dat er toen reeds iets broeide. Den 3den Augus tus werd aan dit blad het volgende uit Padang- Pandj3ng geschreven „In den avond van den lsten dezer had in het sociëteitsgebouw alhier een concert plaats. Hoewel alles den gewonen gang liep, heerschte hier toch een zekere heimclyks onrust en spanning; hoe men het ook wilde verbergen, zoo waren de meeaten zich bewust, dat er iets broeide. ,Op den avond van het concert was bet sociëteitsgebouw sterk bewaakt door militairen en politie. „Detachementen van 8 a 10 militaren, met geladen geweren, doorkruisten de strateD, ter wyl goed gewapende bevolkingspatrouilles aan den veiligheidsdienst een werkzaam aan deel namen. „Dienzelfden nacht werden twee hadjis, die als de belhamels der onruststokers by het bestuur bekend stonden, in hechtenis genomen en achter slot en grendel gezet. De arrestatie geschiedde zóó snel en met zóó weinig opzieD, dat niet het minste verzet plaats had. ,Om op alle gebeuriykheden voorbereid te zyn, werden ook na dien de veiligheidsmaat regelen niet verwaarloosd. Gisteravond, tydens bet bal ter eere van den verjaardag van H. M. de Koningin- Regentes, werd de sociëteit wederom goed bewaakt, terwyl patrouilles nog steeds de straten afloopen om een oog in het zeil te houden. „Men verdiept zich in beschouwingen over de bedoelingen der onruststokers; zy, die op de hoogte zyn, houden het er voor, dat fana tisme en vrees voor de gehate hoofdelyke belasting hier in 't spel zyn." Nog zij vermeld, dat de gouvernenr van het gewest zich naar de Bovenlanden begeven had, maar den 4dGn Aug. weder to Padang terugkeerde, en dat men door die spoedige terugkomst eenigszins gerustgesteld werd. Aanvaring van de „Speelman". Zooals men weet, heeft in den nacht van 28 Juli in Straat Bangka oen aanvaring plaats gehad tusschen het stoomschip „Speel man" van de Koninkiyke Paketvaartmaat- 6chappy en het Franschezeilschip „Duguesclin". Aan het scheepsjournaal van de „Speelman" zijn daaromtrent de volgende byzonderheden ODtleend: „Te 12.38 ontwaarde men even op stuur- boords-boeg op zeor korten afstand een rood licht. Men draaide daarop het roer direct hard aan stuurboord, doch de afstand der beide schepen was te klein, om voldoende te kunnen afhouden, zoodat een aanvaring onvc-rmydelyk was, welke dan ook even daarna te 12 40 plaats had. Noch door den mac aan het roer noch door den man op den uitkyk werd eerder iets van het roode licht of van het zeilschip gezien. De telegraaf en de sfcuurmachioe werden by do aanvaring, die aan stuur'coordzyde ter hoogte van de brng plaats had, v.röryzeld, zoodat van af de brug Diet meer kon worden gemanoeu vreerd. Te 12.45 gaf do eerste officier he?el om te stoppen, waaraan orrmiddoliyk gevolg werd gegeven. Men peilde de pompen, de bakboordsloepen werden gebeschen destuur- boordsloepen waren gedeelteiyk verbryzeld eh de ^andspuitslangen aangekoppeld, daar door het breken van den top van den vooraten mast drié seiólantaarns begonnen te branden. Men slaagde er spoedig in den brand te blusschen. „Toen stelde men een onderzoek in naar; de equipage en de passagiers, en bevond, dat de gezagvoerder kapitein J. Scberpbier, een Arabier eu een matroos het loven daarby ingeschoten hadden, terwUl no» vier dekpas sagiers, Chineezen, werden verwond. Na nog tot 1.45 in de nabyheid van het zeilschip te zyn gebleven, werd besloten de reis te ver volgen, daar van dien kant geon noodseinen werden gegeven. Gisteravond te 8 uren ankerde men voor Tandjong Priok, te 8.25 kwam do loois aan boord en om 9.40 werd do boot aan de kaai gemeerd. Er waren vier eerste- klasse passagiers aan boord, dia ongedeerd bleven. Hieronder bevond zich mr. L A. Nederburgh, die terugkomt van de hem door den directeur van justitie opgedragen zending naar Atjeh. %De kapitein lag in de kaart:nkamer op de brug te slapen, toen hem het ongeluk over kwam." Van een der passagiers, den hoer H. Graphic Poppe, uit Beijiyn, ontving het „Bat. Nwsbl." het volgende relaas van de ramp. „Den 27sten Juli, Dinsdag, verliet het schip, onder fraai weer, te 8 u. 30 Singapore, voor de reis naar Batavia. De verdere lste- klasse-passagiers aan boord waren: mej.. Geiss uit Pommeren, de beeren Kahbe kuit VianeD, en Nederburgh van Batavia. Er waren boven dien nog 37 tusschendeks passugiers- „Den lsten dag ging de reis geheel naar wensch en geen onzer had dan ook maar een gedachte van hetgeen ons zou overkomen. Des avonds gingen wy allen vroeg Lr koti; onze mede'passagieres was na r haar hut gegaan wy, heerm, hadden besloten den nacht op dek door te brengen. „Te kwart voor éénen werden wy plotseling in onzen slaap opgeschrikt door con vor- schrikk°ljjk geraas óls van trekend glas; ik sproog dadelyk o?, in het dankbieli,. dat bet schip op een rif was geloopen. Een oogen blik lag de boot stil en onwillekeurig maakte zich to?n do gedachte van een naderend oiDde van my meester. Terstond wekte ik de mede* passagieres, raadde haar aan zich van redding- gordels te voorzien en snelde daarop weer naar dek, om onderzo.k te doen naar de oorzaak van de ramp. Aan dtk gekomen, zag ik aan stuurboord een groot°n schoener, die ons schip middenin getroffen had en bezig was hot als bet ware te verüielen; de boeg spriet stond dwars over het dek. Na het ver nielingswerk, dat slechts kort duurde, zotte het andere schip zyn reis voort. „Wy dachten niet anders dan dat wij redde loos verloren zouden zyn, on maakten reeds oen boot aan bakboordszyde gereed, aangezien do drie booten aan stuurboord verbryzeld of onklaar waren. De lantarens waren bovendien gebroken, de olie, die er uit vloeide, vatte vlam en een oogenblik bestond nog de vrees voor een hrand; gelukkig werd dit nieuwe onheil afgewend. „Ik informeerde daarop by een der officier..n of de machine niet onklaar was geiaakt en waar zich de gezagvoerder bevond. Ik hoorde tot myn geruststelling, dat de machLic niets geleden, noch het schip een lek hekoman had, doch tot myn leedwezen weri er by gevoegd, dat or,ze gezagvoerder by hit ongeluk het leven had verloren: een tyding, io op alle passagiers eea diepen indruk maakte. Kapitein Scherpbier bevond zich nl. tyd ns de ramp in de hut onder de brug en deze was geheel weggeslagen. „De kompassen, chronometer en verdere instrumenten waren zwaar beschadigd en onbruikbaar gemaakt. „Al deze omstandigheden lieten niet na de passagiers zeer ter neer te slaan, doch het was een groote geruststelling, to n de 1ste officier, de heer Schippers, order gaf geen booten neer te laten, omdat de romp van het schip niet zoodanig was beschadigd, dat heb de reis niet zou kunnen voortzetten. „Er werd nog gewacht of de bark nog noodseinen gaf, en toen dit niet htt goval was, werd de reis voortgezet. „Het lyk van den gezagvoerder werd hierop gereinigd van het bloed, dat uit verscheidene verwondingen gevloeid had, en daarop in een der sloepen gelegd, overdekt met de Bolland- sche vlag. „Hierna gingen wy over tot de behando- liDg, voor zoover ons dat mogeiyk was, van de gekwetsten; de heer Nederburgh verleende my hierby zeer veel hulp. Uit myn eigen kleine reis apotheek kon ik nog een en ander verstrekken, dat wy daarby gebruikten, aan gezien de verbandmiddelen niet toereikend bleken. „Het vertrouwen, dat de heer Schippers, de lste officier, volkomen er toa in staat zou zyn het schip naar zyne bestemming te voeren, droeg er veel toa by, om onze ge moederen langzamerhand weer, ten deele althans, tot bedaren te brengen; doch al ging schynbaar alles weer zyn gewonen gang, - wy waren niet in staat, ons aan den indruk van bet gebeurde te onttrekken. „Aan de equipage alle lof en dank voor haar flink en moedig gedrag; den officieren in het byzonder voor hun beleidvol optreden in de verbijstering, die velen tydens de ram had aangegrepen." wordt thans het Leidsch Dagblad oven als het nummer, dat op Zaterdag-avond ver schijnt door de loopors binc?u de 6tad en door de Agenten in de verschillende gemeenten thuis bezorgd aan iedereen, die daartoe zjjn vorlangen te kennen geeft, tegen betaling van 3 ('ent» per nummer. DE UITGEVER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1897 | | pagina 6