N°. 11503.
Doiidti dag S6 Augustas.
A0. 1897
{jouraat wordt dagelijks, met uitsondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nomnier bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 25 Augustus.
Feuilleton»
CILBERTE.
LEIDSCH
DA&BIA
PBIJS DEZEB COUBAMT:
Voor Leiden por 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers V""V
f 1.10.
1.40.
0.05.
PBIJ8 DEB ADYEBTENTEËN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Orootero
letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de etad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
OlQciëcle Keunisjjeyin^on.
Directe Belastingen.
De Burgemoeater van Leldeu brengt ter algemeen#
bonnis, dat aan don Ontvanger der Directe Belastingen
is ter hand gesteld liet kohior der Belasting op
bedrrjfe- en andere inkomsten No. 2 van den dienst
2897/38, execntoir verklaard don 23aten ug. Jl., en
herinnert voorts den belanghebbenden aan hnnne ver
plichting, om den aanslag op den brj de Wet bepaalden
voet te voldoen.
LeideD, De Burgemeester voornoemd,
24 Ang. 1897. F. WA3.
Do vice-admiraal, directeur en commandant
der Marine te Amsterdam, vergezeld van zyn
adjudant en den dirigeerend officier van gezond
heid in de directie aldaar, inspecteerde heden
de Kweekschool voor Zeevaart alhier.
Hedennamiddag zyn de miliciens, beboo-
rende tot de lichtingen 1893 en 1894 525)
by de bataljons iofanterie, alnier in garnizoen,
voor herhalings-oefeningen onder de wapenen
gekomen.
Aangezien niet allo miliciens in de kazerne
kunnen gelogeerd worden, is de gyrhnastiek-
en schermzaal, staande op het terreio achter
het Militair hospitaal aan den Morschsingel
tot logies ingericht, terwyi bovendien nog
eenige miliciens in de Doelen-kazerne worden
gehuisvest. De hierboven bedoelde miliciens
worden den 8sten September a. s. weder in
het genot van groot verlof gesteld.
Van de 25 miliciens, die deelgenomen
hebben aan de opleidiDg voor militaire wiel
rijder bi) het 4de reg. inf. zijn, met ingang
van 26 Augustus a. s., er 20 door den regi
ments-commandant tot milicien wielrijder aan
gesteld. (Ptr compagnie en per lichting kan
één milicien als zoodanig worden bevorderd).
De milicien-wielrijders, behoorende tot de
gedetacheerde bataljons (Haarlem, Delft en
Gouda), blijven alhier gedetacheerd om verder
de oefeningen in het wielrijden te volgen en
keeren eerst 14 dagen vóór dat zy met groot
verlof vertrekken naar de compagnie, waartoe
zij behooren, terug.
Met 1 Oct. a. s. gaan 103 jongens van
de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden over
aan boord van de „Admiraal van Wassenaer"
te Amsterdam.
Geslaagd zijn voor het examen voor de
hoofdakte de heeren M. M. Kleerkoper, van
Leidon, en C. Brussee, van Rynsburg.
Tot secretaris der permanente militaire
spoorwegcommissie is benoemd de kapitein
A. L. Klerk de Reus van het 4de regiment
infanterie, die in verband daarmede is overge
plaatst t.y den staf der infanterie.
In de algemeone vergadering van onder
wijzers in het arrondissement Woerden, school
opziener de beer C. A. Zelvelder, Zaterdag
a. s. te Alfen a/d. Rijn te houden, zullen als
•preker optreden de heeren proL dr. J. Ten
Brink, uit Leiden, over Hollandsche romans
uit de 17de eeuw; G. C. Weeren, hoofd der
school te Ter-Aar, over den zang in de volks
school; C. Bijkerk, onderwijzer te Oudshoorn,
over school en maatschappij.
Te Benthuizen zijn tot taxateurs voor
het des benooaigd leveren vaD paarden aan
het Rfik benoemd de heeren W. Qualm, Johs.
Erkelen8 en J. Mast, en als plaatsvervangers
de heeran A. A. Van Velde, J. W. Van
Staalduinen en P. Van der Eyk.
Te Voorscheten tot taxateurs de heeren:
J. Steeneveld, J. Hooymans en J. C. De Graaf
en tot hun plaatsvervangers de heeren: L.
H. Van Wissen, C. Dijkman en J. Van Santen.
Te Leiderdorp tot taxateurs de heeren J.
Buys, F. Fjlippo en J. Van Leeuwen; tot
hun plaatsvervangers de heeren C. Bos,
W. De Graaf en J. C. Van Langeveld.
Uit de in de giaternamiddag gehouden
gemeenteraadszitting van Den Haag gedane
mededeelingen bleek, dat de pharmaceuten
meemn, dat een der bunnen nl. een apotheker,
eventueel aan het hoofd moet komen van het
op te richten gemeentelijk bureau tot keuring
van voedingsmiddelen. De wenk is in handen
gesteld van de commissie betrekkelijk het
onderzoek van levensmiddelen.
Nog bleek, dat B. en Ws. gereed waren
met de gemeentebegrooting voor 1898, welke
ia deze zitting den Raad werd aangeboden,
om weldra in druk te worden rondgedeeld.
Voor één jaar zijn benoemd tot leeraar aan
de H. B. S. voor jongens met 6-jarigen cursus:
a. in Engelsche taal J. J. Heisdon Rix te
's-Gravenhage, b. in geschiedenis en aardrijks
kunde docs. H. Boerma te Groningen, c. in
wiskunde P. Tillema te Leideru
Tegen de noodzakelijkheid om de kosten
van de kiezerslijsten na de vroeger toege
stane buitengewone f 5000, andermaal te ver-
boogeD, thans met f 1000, viel niets in te
brengen en zonder stemming stemde de Raad
in, dat uit de nieuwe kieswet geboren kre
diet toe.
Hot voorstel tot onderhandsche opdracht
van den bouw van oen nieuwon drieledigen
gashouder in de kuip van een bestaanden
gashouder op het terrein van de gasfabriek
aan A. Klönne te Dortmund voor f 103,570,
verbaasde zeer den heer Van Kempen, nu
de pletteri) der firma Enthoven, bovendien
een inlandsche firma, die aan vele handen
werk verschaft, een aanbieding heeft gedaan,
f 2500 lager dan de buitenlandscho fabrikant.
Ware do binneDlandsche nijverheid duurder,
bij zou Diet aarzelen het werk aan den
vreemdeling te gunnen. Maar de firma Entho
ven heeft vroeger bewezen de gemeente
minstens evengoed te bedionon.
De wethouder Bevers deelde verschillen 1e
redenen mede, waarom de aanbieding van de
plettery moest WGrden voorbijgegaan.
Nadat de heer Var Kempen nogmaals zyn
leodwezen had betuigd ovtr de in deze door
B. en Ws. tegenover de binnenlandsche nijver
heid aangenomen houding, lichtte de heer
Van Malaen toe, dat het ontwerp Klönne
superieur wa3 boven alle aDdere plannen en
ook door den directeur der gasfabriek, een
deskundige bij uitnemendheid, zeer was aan
bevolen.
Ten slotte vertolkte ook do waarn. voor
zitter het leedwezen van B. en Ws. over het
onmogelijke om het werk aan oen Haagsche
firma op te dragen; maar hy hoopte, dat de
verstrekte inlichtingen het voorstel van B. en
Ws. zouden rechtvaardigen.
Met algemeene stemmen op één na (die
van den heer Van Kempen) werd het werk
aan de firma Klönne gegund.
In de gistermiddag te 's-Gravenhage
gehouden aandeelhouders-vergadering van de
Eerste NederlandscheXevensverzekering-maat-
8chappij werd aan mr. H. Goeman Borgesius,
opgetreden als minister van binnenlandsche
zaken, op zijn verzook eervol ontslag verleend
als directeur der Maatschappij en door den
voorzitter, mr. J. G. Patjjn, hulde gebracht
wegens de vele diensten, aan de vereenigiDg
bewezen.
Tot directeur werd benoemd mr. A. F. C.
Hartogh, lid van de Tweede Kamer, met 953
stemmen, tegen 701 op den hoer B. Jansen,
oud-directeur der maatschappij.
De kroniekschrijver van de „N. Gronin
ger Ct." vertelt bet volgende omtrent de be
noeming van jhr. De Beaufort tot burgemees
ter van Den Haag:
„Er waren geen liefhebbers voor het burge
meesterschap; niemand had van zfin wensch
doen blfiken, om den zetel van mr. Roest in
te nemen (van bepaalde sollicitatie is by zulk
een vacature geen sprake) en eigenlijk zat
de Regeering er verlegen mede; enkele waren
genoemd, gepolst, maar niemand wilde het
aan. Toen moet van het Loo de wenk zijn ge
komen, om den burgemeester van Baarn aan
het hoofd van het Haagsche Gemeentebestuur
te plaatsen. Of er daarna een officiéél aan
zoek, dan wel slechts een officieozo vraag is
gevolg-.1, weet ik niet; maar wèl is my, uit
de meest vertrouwbars bron medegedeeld, dat
de nieuwe Burgemeester, te Gastein mot zijn
familie vertoevende, daar het bericht van zijn
benoeming ontving als een wezenlijke verras
sing. Eerst voor een paar dagen is hy van
daar teruggekeerd, om alles in orde te bren
gen voor zyn vertrek naar Den Haag, waar
hy in een middag-vergadering van don Ge
meenteraad op 15 Sept. zal worden geïnstal
leerd. Men verzekert my, dat de heer De
Beaufort zyn buitenverblijf te Baarn, 't prach
tige „Peking", zal aanhouden als zomerresi
dentie zyner familie, maar dat hy overigens
reeds last gegeven heeft, om een groot perceel,
in Voorbout, Vy verberg, Willemspark of in
den omtrek aan te koopen; er is zelfs al
sprake van, dat hy in onderhandeling is over
den aankoop van het kapitale huis van den
heer Van der Oudermeulen, op den Kneuter-
dyk, tegenover het vroegere paleis van den
eersten kroonprins een perceel, waarvan de
eigenaa* bereid is voor f 160,000 afstand te
doen.
De nieuwe Burgemeester is ook, naar hy
vertelt, „een der meest gefortuneerdenmis
schien de rykste van de vermogende familie
Do Beaufort, terwyi hy het elders een publiek
geheim noemt, „dat hy een der bladen te
Baarn ondersteunde, eigenlyk in het leven
hield en iaspireerde".
Omtrent den persoon van den nieuwen
Gaagschen burgemeester deelt hy mede, dat hy
aan de academie ais een zeer geschikt man,
ietwat conservatief, te boek stond,
„en als burgemeester van Baarn moet hy
zich ik zal iet zeggen populair maar
toch in sommige kringen zeer gezocht weten
te maken. Hy staat als een zeer galant heer
aangeschreven en way in de kring der Baarnsch-
Amsterdamsche kolonie steeds oen enfant
c h r i. Ook ten Hove stond hy in een goed
blaadje; wanneer de Koninginnen op Soestdyk
vertoefden, was de familie De Beaufort vaak
ten paleize en ook wederkeerige bezoeken op
„Peking" behoorden niet tot de zeldzaam
heden."
Wanneer de invordering van een aan
slag in de personeele belasting of de belastiDg
op bedryfs- en andere inkomsten bezwaar
ontmoet, doordien do naam van den belasting
pliebtige in het kohier onjuist is vermeld,
kan de directeur machtiging verleenen tot
verbetering van het kohier, mits in het eerste
geval behalve den inspecteur ook het college
van zetters, en in het tweeie geval de com
missie van aanslag (of het college van zetters)
zich met bet desbetreffend voorstel van den
ontvanger vereenigt.
Indien het bezwaar niet op die wyze uit
den weg is te ruimen, behoort zoo spoedig
mogoiyk een nieuwe aanslag tot stand te
worden gebracht.
De eerste aanslag kan dan later als oniabaar
worden voorgedragen.
Aldus is o. m. bepaald by een resolutie
van den minister van financiön van 5 Aug. jl.
Het koninkiyk besluit van 5 Augustus
j. 1. omtrent het invoerrecht voor biscuits en
drop, brengt geen verandering in den be
staanden toestand.
De bepalingen omtrent biscuits zyn eenigs-
zins verduideiykt, in verband met de wyze,
waarop die bepalingen sedert 1886 zyn toe
gepast.
Voor iedere gehaltebepaling van drop op
verzoek van belanghebbenden wordt, te rekenen
van 1 Sept. e. k., door hen twee gulden aao
het Rfik vergoed.
Overigens biyven de administratieve voor
schriften omtrent het invoerrecht op biscuits
en drop van toepassing.
Het gezantschap aan ons Hof van Z. M.
den koning van Siam, die de volgende maand
te 's-Gravenhage komt, bestaat, behalve uit
den markies Maha Yota, buitengewooo gezant
en gevolmachtigd minister, sedert 17 Juni
1892, uit graaf Montri, secretaris van legatie
lste klasse: den beer Yerney, Engelsch secre
taris; baron Nephat Kulapongs, attaché, en
den heer EdwarJ H. Loftus, attaché-tolk.
De artsofficier van gezondheid 2da
klasse A. Mynliïff, die, te Leeuwarden in
garnizoen, tydelyk was gedetacheerd in het
kamp by Laren, werd de vorige week plotseling
ernstig ongesteld, met gevolg, dat hy Yrydag
jl. overleed.
Na in Leiden te hebben gestudeerd, irai
hy 13 Mei 1895 in 's lands dienst; kort
daarna werd hy ingedeeld ty het eerste
bataljon lste reg. inf. te Leeuwarden. De
overledene wist zich by allen, dis met
hem in aanraking kwamen, bemind te maken
om zyn vele en goede hoedanigheden.
Het bericht, dat de minister van binnen
landsche zaken allereerst de herziening der
Armenwet t^r hand zou willen nemen en
daarvoor een Staatscommissie in het leven
zal worden geroepen, wordt door het „Vad."
ia twyfel getrokken. Van een voornemen om
zulk een commissie tot oit doel in te stellen,
zou ter plaatse, waar men het weten moet,
niets bekeDd zyn.
De Antwerpsche „Matin" verneemt, dat
het vooral aan de y verige bemoeiingen van den
Nederlandschen minister-resident te Bucharest
is te danken, dat Rotterdam het ein Jpunt is
geworden van de nieuwe Rumeensche iyn.
De vorige Rumeensche minister, die te Luik
had gestudeerd en veel sympathie koesterde
voor België, had herbaaldeiyk verklaard, dat
hy Antwerpen wilde begunstigen.
Het Antwerpsche blad hoopt echter, dat het
nog slechts een proefneming geldt en dat do
Rumeensche regeering op den duur zal gaan
iozien, dat het in haar belang is, Antwerpen
aan te doen.
By den heer H. Masereeuw, uitgever te
Rotterdam, is een brochure verschenen van
de hand van den heer M. Valk Lz„ onder den
titel „De Waarheid in zake de drie broeders
Hogerhuis, onschuldig veroordeeld tot 12, 11
en 6 jaren gevangenisstraf."
Deze brochure bevat het verhoor van do
gebroeders Hogerhuis beschuldigd van in
den nacht van 5 op 6 December 1895 inge
broken te zyn in de woning van G. Haltsma
te Britsum en daar poging tot doodslag ge
pleegd te hebben voor de recht .ank te
Leeuwarden en het Hof aldaar. Dit verslag
is overgenomen uit de verslagen van ver
schillende couranten, doch is er niet leesbaar
der op geworden doordat do schryver al zyn
op- en aanmerkingen in het verhoor heeft
ingelascht. Een onbevooroordeeld lezer moet,
dunkt ons, ook na het lezen van deze ten
gunste der drie gebroeders gestelde brochure
tot de slotsom komen, dat de rechter, na zoo
pertinente verklaringen van drie hoofdgetuigen,
niet anders kon doen, dan een veroordeelend
vonnis uitspreken. (H. C)
Gisteren werd te Deventer bet 100-jaiig
bestaan vsn de Koninkiyko Deventer Tapyt-
fabriek gevierd. Uit alle woningen van de
Nieuwstraat en van de Smedenstraat werd
gevlagd; de fabriek was mode in feestgewaad
Slot.)
Deze kreet welde zóó hartstochteiyk uit
haar hart op, dat Courcier zich afvroeg„Hoe
heb ik myn komst zoo lang kunnen uit
stellen?" Daarna viel zyn oog op haar
kleedy en opnieuw overmeesterde hem een
bitter gevoel.
„Moet ik u in zalk een kl©9ding weerzien?"
Zy vlyde zich opnieuw tegen hom aan en
fluisterde dicht by zyn oor:
„Ben ik daarom mioder uw dochter?" Ach,
papa, ik heb u hier nog meer leoren lief
hebben! Myn eeaigo troost was met de goede
zuster Theresia over u te spreken Zy
heeft my steeds weer moed ingesproken,
wanneer de scheidiog my te zwaar viel, en
verzekerde my, dat gy wel te eeniger tyd
zoudt hier komen
Courciers voorhoofd rimpelde zich. Het
kwam hem voor, dat deze verstandige direc
trice te weinig op zyn standvastigheid ver
trouwde.
„Ik kwam, omdat ik hoorde, dat gy tot
ruwen arbeid werdt gedwongen."
„Gedwongen? O noen, ik ben volkomen
vry. Ik heb alleen gevraagd, om evenals de
anderen te mogen werken. En daarby, ziet
ge, had ik te veel verdriet, ik kon niet eten,
niet 9lapen; ik dacht, dat inspanning, werk
my helpen zouen nu heb ik weer eet
lust gekregen en kan slapen."
„En dacht weer minder aan my?" vroeg
Courcier spottend.
„O neen, papa, integendeel l Ik herinnerde
my, dat ge my verteld hadt, in uw jeugd
ook lickameiyken arboid u hebben gedaan
en u daardoor byzonde: goo i te hebben ge
voeld. Uw voorbeeld wilde ik volgen en ver
beeldde my u daarmede een genoegen to doen."
„My een genoegeu doenherbaalde Cour
cier zuchtend. „Dat hadt gy eerder moeten
bedenken. Ach, myn kindl Gy hobt my veel
verdriet gedaan."
Gilberte liet de armen moedeloos zinken.
„O, ik bid u, spreek zóó niet, papal" riep
zy. „Dat breekt my het hart. Ik heb immers
zelve zooveel geleden door de gedachte u
verdriet te hebben gedaanuw vorwyten
kan ik niet verdragen. Te denkeD, dat gy
even ongelukkig geweest zyt als ik
neen, dat zou te erg wezen! Zoo lang men
de smart niet kent, gevoelt men zich krachtig,
maar wanneer men zelve veol geleden heeft,
kan men het denkbeeld, anderen verdriet aan
te doen, niet verdragen."
Courcier zag haar ernstig aan.
„Wanneer ik u nu zeide, dat myn leven
geheel vergald is geworden door uw vertrek,
dat ik my niet aan de eenzaamheid gewennen
kan, zoudt gy dan tot my terugkeeren?"
„Het zou myn plicht zyn," zeide zy, haar
hoofd buigend, „en ik zou my daaraan niet
onttrekken."
„Het was toch ook uw plicht eenige weken
geleden."
„Ik begryp dien thans beter."
„Welnu, Gilberte," zeide haar vader met
bevende lippen, „ik verlang, dat gy terug
komt Gy zult geheel vry zyn, om uw
godsdienst uit te oefenen, maar gy zult my
niet meer alleen laten. Ik ben te eenzaam
Gilberte omarmde haar vader en kuste hem
hartelyk.
„Ik wil my naar uw wil voegen, papa, en
vraag u vergiffenis voor het verdriet, dat ik
u heb aangedaan."
Hy hield haar met uitgestrekte armen een
weinig van zich af, als om haar geheimste
gedachten te lezen.
„Is dit uw volle ernst? Wilt go my niet
misleiden
Zy schudde gelaten het hoofd en antwoordde
met een weemoedigen glimlach;
„O neen, papa, ik heb niet geleerd te liegen."
By trok haar tegen zich aan, klemde haar
in zyn armen en deed geen poging om zyn
ontroering to verbergen.
„Hoe goed doet my uw besluit, Gilberte I
Gy zyt een goed, dapper meisje l En toch,
blyf bier, wanneer gy dit gaarne wiltl Blyf
hier, en met myn toestemming!"
Het gelaat van het jonge meisje werd door
een straal van vreugde verhelderd.
„Maar dan wilt ge my toch komen be
zoeken
„Zoo dikwyis gy dit verlangt l Dit beloof ik u."
„Ik daDk u, papa. Nu hebt ge my gelukkig
gemaakt I"
Hy had zich by de tafel neergezet. Zy stond
naast hem en boog zich over hem heen, zoodat
haar hoofd op zyn schouder rustte.
„Gy ziet het wel, Gilberte, heden ben ik in
een stemming, waarin gij alles van my kunt
verkrijgen, wat gy wenscht", zeide by na
eenige oogenblikken met een door ontrooriüg
beveDde stem. „Maak van dit goede uur ge
bruik. Blyft u anders niets te wenscben over?"
Zy gaf geen antwoord, maar hy voelde
plotseling bet h3rt zyner dochter togen zyn
borst kloppenhy zag groote, zware tranen
langzaam op haar gewaad vallen. Hy begreop
haar wel zy verlangde vurig te sproken,
maar de aagst, dat zy zyn ongenoegen zou
opwekken, weerhield haar zich te uiten. En
deze onderwerping, deze zachtmoedigheid,
vergeleken by haar vroegere vastberadenheid
en geestkracht, troffen hem nog dieper dan
hernieuwde smeekbeden en bezweringen zou
den gedaan hebben. Hy gevoelde hoe zy in
zyn arm van smart en angst beefde en be
dacht hoe het slechts van hem afhing haar
de gemoedsrust terug te geven en haar ge
lukkig te maken.
Zonder iets to zeggen, nam hy een der
geliniéerde bladen, waarop zyn dochter de
kleine jongens leerde schryven, doopte de
pen in den inktkoker en schroef haastig met
groote letters de woorden: „Ik geef mijn
dochter Gilberte toestemming om de vrouw van
den heer Henri Trésorier te worden."
Daarna onderteekende hy dit en reikte haar
het blad over.
„ZiehierI Neem dit! Nu kan ik het niet
weer herroepen 1"
Zy las wat hy geschreven had, stiet een
kreet van dankbaarheid uit, en bleeker dan
zy ooit van droefheid geweest was, zonk zy
aan zyn voeten neer, drukte haar gelaat tegen
zyn knie en begon hartetochteiyk te snikken.
H(j had haar gaarne tot bedaren gebracht,
maar kon zelf g«on woorden vinden. Verschrikt,
geheel onthutst door hetgeen hy gedaan bad,
maar geen berouw daarovor gevoelend, kon
hy niets doen dan het blonde hoofd van zyn
kind streslen, evenals toen zy nog klein was
en op zyn schoot in slaap viel.
Henri Tré3oner en Gilberte Courcier wer
den in de kerk Saint-Honoró d' Eylnau ge
trouwd. De groot-vicaris Brossard zelf stond
by het altaar en de afgevaardigde Courcier
was bb de plechtigheid tegenwoordig. De
geheele Kamer was aanwezig, de linkerzyde
voor don vader der bruid, de rechter- ter
eere van baron Trésorier. De president van
den Senaat kwam in de sacristie de band
drukken van zyn „besten afgevaardigde" en
al de. vrienden van den volksvertegenwoor
diger wenschten hem hartelyk geluk met een
huweiyk, dat zich zeker in hunne oogon liet
verontschuldigen, doordat het tot verdeeling
van het kapitaal aanleiding gaf. By hot ver
laten der kerk bood de radicale afgevaardigde
den arm aan baroaes Trésorier. Hy bad een
deftig voorkomen zoo en zyn baard had iets
vreedzaams, iets verzoeniyks. Terwyi by door
de dichte ryen der toeschouwers voortging,
ving hy een paar woorden uit een gesprek
zyner collega's op.
„Zooals ik hoor, heeft hy „De Revolution
naire Party" teruggekocht?"
„Ja, maar het blad zal voortaan „Do Ropu-
blikeinsche Party" heeten".
„O, Courcier weet wat in de politiek kan
verwezeniykt worden en wat niet. Hy U
iemand, dien men ontzien moet
„Hy? Binnen zes maanden zal hy Ministor
zynl"
Courcier trilde van vreugde by het hooren
dezer woorden, terwyi hy Henri en Gilberte
volgde, die, door den stralenkrans van bun
geluk omgeven, verder gingen. Toen het jonge
paar in het rjjtuig gestapt was, dat hen naar
het huis in de rue de Presbourg zou brengen,
waar het déjeuner zou plaats hebben, wendde
mevrouw Trésorier zich tot haar geleider:
„Mynheer Courcier, gy vergezelt my immera
in myn coupé?"
En de erfgenaam van Blanqui gaf met zyn
vriendeiyksten glimlach ten antwoord:
„Van ganscher harte, mevrouw de balneal}